De Grijze Dame
Verhagen's Parijsche Wafels
69s,° Jaargang
LEIOSCH DAGBLAD, Vrijdag 16 Maart 1928
Derde Blad No. 20862
EERSTE KAMER.
FEUILLETON.
TWEEDE KAMER.
Instelling van een Marine-
raad De vergadering tot
27 Maart verdaagd.
(Vervolg van gisteren).
Aan de orde ie het wetsontwerp tot in-
6teliing van een openbaar onderzoek om
trent rampen en ongevallen, overkomen aan
Xederlandsche oorlogsvaartuigen.
De heer H POLAK (S D.A.P.) heeft geen
bezwaar tegen een nieuw college, wanneer
er behoefte aan bestaat. Doch spr. is niet
overtuigd van de onmisbaarheid van een
Marinoraad. Een eventueel onderzoek kan
z.i. zeer goed worden opgedragen aan den
Raad voor de Scheepvaart, een college van
deskundigen onder leiding van een jurist,
over welks werk men algemeen tevreden 16.
De minister meent, dat het niet mogelijk
is dooi dien Raad een onderzoek te doen
instellen ten opzichte van oorlogsschepen,
omdat zij goeddeels bestaat uit mannen die
niet tot de marine behooren of behoord heb
ben. Spr. meent, dat de minister zich ver
gist; ook oud-marine-officieren hebben zit
ting in het college. De scheidingslijn is ook
niet juist, omdat veelal de ongevallan van
oorlogsvaartuigen aan dc navigatie zijn toe
te schrijven. Voor ongevallen tengevolge
van artillerie- of torpedo-installatie zou,
meent dc minister, de Raad voor de Scheep
vaart moeten worden aangevuld met mari
nemannen. Dat gaat niet op. Onze burger
lijke rechtspraak bewijst overduidelijk, dat
de rechtbank volstrekt niet uit specialitei
ten behoeft te bestaan, zoolang er gelegen
heid bestaat expeits tc benoemen. Derge
lijke gedragslijn kan ook aan den Raad voor
da Scheepvaart -word en voorgeschreven.
Dit wetsontwerp is alleen ingediend ten
gevolge van den kastegeest, dio bij de Ma
rine heerscht, en spr. is niet van plan
daarvoor het hoofd te buigen.
De Minister van Marine a.i., de heer
LA.MBOOY, wijst in zijn antwoord er op,
dat juist de instelling van een Raad voor
de Scheepvaart bewijst, dat men recht
spraak van zee-ongevallen wilde opdragen
aan deskundigen. Dezelfde gedachtengang
heeft geleid tot het voorstel om een Ma
rinoraad in het leven te roepen nu de oor
logsvaartuigen buiten de competentie van
dien Raad vallen. Spr. meent, dat een com
missie ad hoc in geval van een ongeluk
met een oorlogsschip, met haar uitspraak
ioch niet de openbare meening zou bevre
digen. Juist om dergelijke onderzoekingen
binnenshuis te voorkomen, wordt een Mari
ner aad, die in bet openbaar onderzoekt en
vonnist, voorgesteld. Spreekt inen van kas
tegeest-, dan is dat woord veel meer toe
passelijk op den tegenwoordigen toestand.
In de Schepenwet zijn de marinevaartui
gen uitgesloten, tenzij het ongeval op oe
binnenwateren plaats vindt. Maar de Raad
voor de Scheepvaart heeft zich incompe
tent verklaard, wanneer enkel twee mari
nevaartuigen bij eoD ongeval waren betrok
ken. En nu zou men den Raad voor dc
Scheepvaart wel competent kunnen verkla
ren in dezen, maar bij oorlogsvaartuigen
komen veel meer ongevallen voor die niet
van nautisch karakter zijn, dan men denkt.
Aanvulling van den Raad voor de Scheep
vaart met specialisten zou kostbaar zijn,
terwijl do Marineraad een latent karakter
draagt en eerst opleeft wanneer er een
marineongeval plaats heeft. En als de Raad
uit actieve officieren wordt gevormd, dan
komen er geen belangrijke extra-kosten zij.
De heer POLAK repliceert, is niet door
den minister overtuigd. Spr. zal geen
hoofdelijke stemming vragen, doch wen sent
zich te zien aangeteekend als tegenstan
der.
De heeren Van Embden, Westerdijk cn
Hermans wenschcn ook als tegenstemmers
te worden beschouwd.
Z.h.8t. wordt het ontwerp aangenomen,
evenals de verhooging van de begrooting
der Artillerie-inrichtingen voor 1927.
De VOORZITTER verdaagt hierop dc
vergadering tot 27 Maart des avonds te
balfnegen.
H
Uit het Engelscb
van HENRY SET ON MERRIMAN.
43)
Hij was bemind terwille van de ronde
Britsche openhartigheid, die hij aankweekte
en die wordt verondersteld, het luilerlijk
keken van een eerlijk hart te zijn. Aan
^ijn groot plan scheen hij niet langer te
denken, dat liet hi] aan Luke over aan
Luke, die het woord „.Milksop" niet meer
uit zijn gedachten kon verdrijven, het stond
daar. blijkbaar, onuilwisehbaar gegrift.
Hij tiet Luke alleen met zijn strijd tegen
®en groote verzoeking, alleen en zwaar ge
handicapt, want Luke Filz ITenry zat als
gekneld in een schroef, door zijn harts
tochtelijke liefde voor Agalha.
HOOFDSTUK IX.
De kamer van den redacteur.
Graal de Llosela en John Craik zalen te
jjamen in de kamer van den directeur van
p ..Commentator". Het was een rustig ver-
kok, met dubbele ramen en een blijvende
feur van tabaksrook Een leege theekop
s-ond op tafel bij John Craik's elboog.
..Goede Hemel!" had Cipriani de Lloseta
geroepen, toen hij dal zag. „Om elf uur
s morgens'"
..Moet de hersens uit den slaap schud-
en-' was het aniwoord.
i "LLjt zou ik niet met een theelepel doen,"
3d De Llosela geantwoord, en toen ging hij
ten om de drukproef na te lezen van
Va<? vierde artikel over „Spanje en
^Paansch Leven."
Wijziging der Ongevallenwet
Het instituut van den
fabrieksarts.
(Vervolg van gisteren).
Aan de orde is de voortzetting van de be
handeling van het wetsontwerp tot wij
ziging van de Ongevallenwet 1921 (Instel
ling instituut fabrieksartsen).
De Minister van Arbeid. Handel en Nij
verheid de heer SLOTE^LVKER DE BRUINE
zet zijn. den vorigen dag afgebroken rede
voort.
In antwoord op e'en opmerking van den
heer Aalberse over de gunstiger voorwaar
den in geval van behandeling door den
fabrieksarts. merkt spr. op. dat hij hoopt,
dat de arbeider door 't vertrouwen in den
fabrieksarts, en dien outillage en meerdere
specialisatie-, aan hem de voorkeur zal
geven boven een anderen ingeschreven ge
neesheer. maar hij moet bij die keuze niet
worden geleid door de vraag wat eventueel
voordeeliger voor hem zal zijn. Daarom
hoopt spr. dat art. 80h niet zal worden ge
wijzigd.
Den heer Sannes antwoordt spr. dat de
eerste hulp niet per se behoeft te worden
verleend door den fabrieksarts. Dat de
ondernemer niet in sUiat zou zijn te be
palen, wat in een bijzonder geval het dag
loon van een getroffene is. meot spr. den
heer Sannes betwisten. Immers^er zal
allicht een jurist zijn verbonden aan de
economische afdeeling van de onderneming
terwijl bovendien de arbeider krachtens
art. 80 j. beroep heeft op de bank. ais hij
twijfel kestert of hij wel kreeg, waarop liij
recht heeft.
Mevr. DE VRIES BRUINS (S.D.) repli
ceert.
De heer SANNES (S.D.) repliceert. Hij
hoopt, dal de heer Aalberse en de minister
zullen willen medewerken aan den opbouw
van hel vertrouwen, die de arbeider in den
fabrieksarts moet krijgen. Daarvoor is
echler noodig dat die arts niet door den
ondernemer alleen worde benoemd. Wat er
tegen de inwilliging van dien wensch \an
de katholieke en dp moderne arbeiders
organisaties in dil opzicht? De minisler
voorkome, in het belang van het instituut,
dat een groote groep der Kamer, als spre
kers fractie, tegen dit wetsontwerp zou moe
ten stemmen.
De heer AALBERSE (R.-K.) repliceert.
De heer DROP (S.D.A.P.) wjjst er op,
dat het instituut der fabrieksartsen van het
begin af hier te lande in een kwaden reuk
heeft gestaan. En hy herinnert in dit ver
band aan de kwestie-Stürkop. Ware er op
dit gebied geen geschiedenis, dan zou er
iets voor het standpunt van den minister,
dat de fabrieksarts moet worden benoemd
door den ondernemer, te zeggen zyn. Thans
zit de vree3 er by de arbeiders in en spr.
noemt verschillende gevallen, waardoor het
wantrouwen wordt gemotiveerd. In het
rapport van den Bond van Mijnwerkers van
1921 worden enkele staaltjes genoemd, waar
in arbeiders benadeeld zyn geworden door
den mynarts. Voorts wijst spr. er op, dat
bij de mijnen herhaaldelijk aangifte van een
ongeval achterwege bleef. Spr. vil toch wel
erkennen, dat een goed ingerichte genees
kundige dienst bij een onderneming nuttig
en noodig kan zijn, maar dat neemt niet
weg, dat de arbeiders op de inrichting
daarvan invloed moeten kunnen oefenea
De wensch van den R.-K. Werklieden-
bond, dat de benoeming van den fabrieksarts
plaats zal vinden door een onafhankelijk orgaan
schijnt er toch op te wijzen, dat men daar
vreest, dat de R. v. B. de Ongevallenwet
r.iet op zoo gunstig mogelijke wyze voor
de arbeiders toepast. Ook de „Limburger
Koerier" schreef dezer dagen nog, dat zon
der wjjziging van het benoemingsrecht dit
wetsontwerp niet behoort te worden aan
genomen.
RECLAME.
BLIJVEN ALTIJD WELKOM!
1291
Een half uur hadden zij zoo bij elkaar
gezeten in vriendschappelijk zwijgen,
slechts nu en dan onderbroken door een
krachtige Spaansehe vervloeking, die naar
het hoofd van den drukker werd geslin
gerd.
„Een honden-baantje!" riep De Lloseta
tenslotte uit. terwijl hij achterover in zijn
stool leunende en zijn pen neerwierp, „een
hondenbaanlje, beste vriend!"
„Is hel mijne," antwoordde Craik, zon
der op te kijken. Fictief was hij beroemd
om een zekeren geestige onderhoudendheid.
Het was een soort gewoonte v-an hem ge
worden vlug te pareeren en uit te vallen,
maar de plotselinge glimlach op zijn ge
groefd gelaat, de vriendelijke blik van ach
ter den bril, nam altijd den angel weg en
toonde aan, dat het slechts „kopie" was om
de vervelende kolommen van het leven te
vullen en er hier en daar wat flikkering in
te brengen.
„Zijt ge klaar?" vroeg hij.
„Ja, de hemel zij dank! Een letterkundig
beroep zou niets voor mij zijn. Dat is num
mer vier. en ik word niet betaald ik
word niet betaald, daar zit de angel."
„Nummer vier. ja. twee uitgegeven en
twee in handen." antwoordde John Craik
Zijn geest was elders bezig, bij de schep
selen van zijn eigen verbeelding.
De graaf stond op en liep ernstig naar
den haard terwijl hij de drukproeven in
zijn hand hield.
„Nummer vier" herhaalde hij weer.
„Worden zij nog lang vervolgd mijn
vriend?"
Haastig keek John Craik op.
„Neen."
„Iloevoel wilt ge er nog aannemen?"
De heer SNOECK HENKEMANS (C.-H.)
repliceert en wijst er op, dat dit benoe
mingsrecht een van de hoofdpunten van
het wetsontwerp is. Hij herinnert er aan,
hoe destyds in een boekje van den heer
Oudegeest gezegd is, dat de risico-overdracht
by de Ongevallenwet ook zoo in het nadeel
van den arbeider zou zyn. Diezelfde argu
menten worden nu weer in het geding^ ge
bracht brj de benoeming van den fabrieks
arts door den ondernemer. Voor de bezwaren
der heeren Sanne3 en Drop is geen enkele
grond aanwezig. Hun voorstel is niet aan
vaardbaar; zy geven den schyn te willen
meewerken, doch feitelijk verzetten zy zich
tegen dezen nuttigen maatregel.
Minister SLOTEMAKER DE BRUINE be-
beantwoordt de bij de replieken gemaakte
opmerkingen.
Een uitgebreide geneeskundige dienst,
waaraan verschillende specialisten zyn ver
bonden, gelyk mevr. De VriesBruins
wenschte, wordt door het wetsontwerp geens
zins belet.
Het verzwijgen van ongevallen is dooi
niemand vergoelijkt. Maar wel herinnert spr.
zich de groote agitatie destyds in Limburg,
waar o.a. een plaat werd verspreid, voor
stellende 'n heel breed geteekenden mijn
eigenaar, achter welke figuur een doods
hoofd en een paar knokels lagen en waarvan
hei onderschrift luidde: „Wij verzwijgen^hier
geen ongevallen met doodelijken af.oop".
Ddaruit is het algemeen wantrouwen ge
boren.
De algemeene beschouwingen worden ge
sloten.
De artikelen.
Op art. I is ingediend een amendement-
Drop c.s. strekkende te bepalen, dat de ge
neeskundigen moeten worden benoemd door
het bestuur der Bank, na overleg met den
werkgever aan wiens onderneming een er
kende geneeskundige dienst is verbonden, en
de vakvereeniging der arbeiders. Voor be
doeld overleg zal een algemeene maatregel
van bestuur moeten worden vastcestcld.
Mevr. DE VRIES-BRUINS (S.-D.) licht
een amendement toe, strekkende in art. 80 b
sub 3 te schrappen het voorschrift, dat aan
den fabrieksarts wordt opgedragen de con
trole op de noodzakelijkheid van het neer-
loggen van het werk en de mogelijkheid van
werkhervatting van door een ongeval getrof
fen arbeiders. Dat zal strekken om het ver
trouwen in de arbeiders in het instituut te
versterken.
De heer VERAART (R.-K.) licht een amen
dement toe, strekkende voor te schrijven, dat
de fabrieksartsen, voor zoover zij na 1 April
1928 zijn aangesteld, minstens oen jaar als
chirurgisch assistent werkzaam moeten zijn
geweest.
De heer OUD (V.-D.) licht een amende
ment toe, strekkende te bepalen, dat de be
noeming van een fabrieksarts moet worden
goedgekeurd door het bestuur der Bank.
Spr. bestrijdt de amendementen-Drop en
-Veraart, die hem te ver gaan. Ten aanzien
van het laatste merkt hij op, dat iemand
jaren lang als zelfstandig chirurg werkzaam
is geweest, zonder assistent te zijn geweest.
De heer HERMANS (R.-K.) bestrijdt het
amendement-Drop en wijst er op, dat bet
bankbesluur niet gebonden zal zijn aan de
aanwijzing der vakorganisaties. Het be
zwaar, dal de ondernemer de broodheer blijft
van den fabrieksarts, blijft bestaan. Spr.
heeft gevallen vernomen, waarbij het sala
ris van den fabrieksarts hooger of lager ge
steld werd naarmate de uitkeering aan door
ongevallen getroffenen lager of hooger
wordt.
Spr. zou het liefst zien, dat het instituut
der fabrieksartsen werd ondergebracht bij
den algemcenen gezondheidsdienst, doch
dat is thans niet le verkrijgen. Daarom zou
hij nu een regeling willen, waarbij het toe
zicht op de werking van het instituut werd
opgedragen aan organen waarin zoowel
werkgever als werknemer vertegenwoordigd
zijn. Spr. meent, dat het amendement-Drop
de wet in gevaar kan brengen, zoodat hij er
tegen zal stemmen.
Mevr. DE VRIES—BRUINS CS D.A.P.)
bestrijdt het amendement-Veraart. Een een
jarige werkzaamheid als chirurgisch as
sistent geeft geen waarborg voor vakbe
kwaamheid.
„Hoogstens twee, zes in het geheel. Het
publiek heeft veel van een begeerig kind,
het moet weerhouden worden, voor het
zichzelf ziek maakt. Onpasselijkheid laat
een blijvenden afkeer na, voor wat er aan
vooraf ging.
De graaf knikte.
„En spreekt uit deze wereldwijsheid
de redacteur of de man?"
„De redacteur De redacteur is een man,
die leeft door „Neen" te zeggen.
„En zult ge „Nepn" zeggen voor meer
van de hand van deze schrijfster?"
„Voor meer over Spanje zal ik dal zeker
doen."
De graaf dacht een oogenblik na. Het
beetje daglicht, dat Londen binnendringt,
viel vol op zijn lang, smal gelaat, op de
spitse Velasquez-kin. op het recht naar
achteren gekamde grauwzwarte haar, dal
hoog op het voorhoofd geplant was.
„En hel feit, dat de schrijfster zichzelf
en een afgeleefden oom door haar pen on
derhoudt zal geen verschil maken?"
John Craik aarzelde even.
„Niet in het minst." zeide hij loon. „Ge
schijnt de schrijfster te kennen."
„Juist en ik stel veel belang in haar."
„Een dame?"
„Inderdaad."
„En arm?"
„Ja. en trotsch als
„Een Spanjaard.' opperd<- lohn Craik.
„Zoo ge wilt. Hel is een ondeugd, die
haast tot deugd geworden is in deze demo
cratische dagen."
John Craik keek op.
„Ik zal doen. wat ik kan. Llosela." zeide
hij „Een groot schrijfster is zij echler niet
en zal zij nooit worden
„Dat weet ik. Eenmaal zal zij een groote
De heer AALBERSE (R.-K.) wijst er op.
dat het artikel bepaalt, dat de kosten voor
Tokening van den ondernemer komen. Er is
echler geen bepaling, welke verbiedt die
kosten op de arbeiders te verhalen. Hij wijst
er op. dat den fabrieksartsen ook controle
op het neerleggen of hervatten van den ar
beid wordt opgedragen, wat z. i. overbodig
is Die behoort z. i. tot de geneeskundige
behandeling. Controle op een ander medicus
door den fabrieksarts maakt het instituut
minder sympathiek Vandaar, dat hij in be
ginsel wel iets voelt voor het amendement-
De Vries-Bruins. Hij bestrijdt de amende
menten-Drop en -Oud. De wensch van het
amendement-Veraart wordt door spr. ge
deeld. doch het stelt slechts een minimum-
eiseh. Als de minister verklaren wil dat het
bankbestuur er bij de benoeming op zal heb
ben te letten, dat de betrokken artsen chi
rurgische bekwaamheid bezitten is het
amendement-Veraart overbodig.
De heer BOON (V. B.) bestrijdt het
amendement-Drop en wijst er op. dat dc
ondernemer, al benoemt het bankbesluur,
toch vrij blijft den fabrieksarts weer le ont
slaan. Het amendement-Oud heeft iets aan
trekkelijks, doch spr. zal afwachten wat de
minister er over zal zeggen. Wordt dal
amendement aangenomen, dan zal het
bankbestuur we! letten op de speciale vak-
kunde en dus is het amendement-Veraart
overbodig. Bovendien is daarlegen aan te
voeren, dat ook andere specialistische
eischen kunnen worden gesteld.
Spr. bestrijdt het amendement-De Vries-
Bruins; de controle op neerlegging en her
vatting van den arbeid moet bij den fa-
brieksarls ziin. en niet bij den huisarts.
Dc heer BEUMER (A. R.) vraagt den heer
Veraart waarvoor die chirurgische scholing
noodig is voor den fabrieksarts. Zijn taak is
in de eerste plaats het verlecncn van eerste
hulp. Als men dien eisch stelt, loopt men
gevaar, dat de fabrieksarts zich dan ook als
chirurg zal beschouwen en zal. ingrijpen
in gevallen, die beter overgelaten kunnen
worden aaneen chirurg-specialist.
De heer SNOECK HENKEMANS (C. II.)
meent dat voor hem, die de zaak wil bevor
deren het amendement-Drop onaanneme
lijk is. Ook is hij legen het amendement-
Veraart. Kunnen de hoeren Drop en
Veraart niet tevreden cn bevredigd zijn door
het nmendcmenl-Oud? Over het amcndc-
ment-De Vries-Bruins wil spr. de meening
van don minister afwachten.
Minister SLOTEMAKER DE BRUINE be
antwoord dc sprekers.
Ten aanzien van het amendement-
Veraart zegt spr. dat de datum 1 April te
vroeg is gesteld, omdat het njet zeker is.
dat dan het wetsontwerp reeds door de
Eerste Kamer zal zijn aangenomen. Moeten
bovendien alle geneeskundigen van een
onderneming speciaal chirurgisch geschoold
zijn? Spr zou dien cisch dus niet willen
stellen. Wel zal hef gewenscht zijn, dat,
als er L>ij de onderneming /naar één genees
kundige wordt benoemd .hij chirurgisch?
scholing zal moeten hebben.
Hot amendrmênl-De Vries-Bruins zal,
als het werd aangenomen, tot moeilijkheden
aanleiding kunnen geven. De controle be
hoort lot de geneeskundige behandeling.
Het bezwaar van mevr. De Vries-Bruins
kan worden opgeheven als men in het arti
kel een omzeiling van de woorden zou aan
brengen waardoor zou komen vast le staan,
dat de conlrole zal zijn hij den fabrieks
arts, voor die arbeiders, die door hem wor
den behandeld. Spr. geeft mevr. De Vries-
Bruins-in overweging haar amendement in
dien zin te wijzigen.
Spr. hoopt, dat de Kamer hel amende
ment-Drop. niet z5al aannemen; het amen-
demenl-Oud acht spr. niet noodig. het bank
bestuur heeft reeds voldoenden invloed In-
tusschen zal spr. er zich niet legen verzet
ten.
Mevr. DE VRIES—BRUINS (S. D. A. P.)
en de heeren OUD (V. DA. VERAART (R.
K.) en DROP (S. D A. P.) repliceeren. De
laatste wijzigt in zijn amendement het
woord vakvereeniging in vakverenigingen.
Do heer VERAART (R. K.) trekt zijn
amendement in.
De heer BFUMER repliceert.
Minisler SLOTEMAKER DE BRUINE
brengt in art. 80b 3° een wijziging aan,
in de door hem hiervóór aaneegpvcn zin;
en neemt het amendement-Oud over.
dame worden, of ik begrijp de jonge man
nen niet."
Craik was nog bezig met nazien van zijn
manuscript.
„Ik heb haar nooit gezien," zeide hij.
Maar uit haar geschriften krijg ik den in
druk. dat zij een meisje is. dat een eenvou
dig leven onder een eenvoudig volk geleid
heeft. Veel van de natuur heeft zij gezien,
de natuur in de open lucht, die zuiver ia
en niet te diep kan worden bestudeerd.
Haastig stond de graaf op en nam zijn
hoed. Terwijl hij zijn hand uitstak om „goe
den dag" te zeggen, werd er aan de deur
geklopt. De bediende kwam binnen en over
handigde John Craik een stukje papier,
waarop een naam geschreven stond.
Craik las het opschrift, verfrommelde het
papier en wierp het in de pruüemand.
„In een minuut," zeide hij, en de man
verdween.
Cipriani de Llosela bukle, met een be
daardheid dio soms iets dramatisch had.
over den papiermand en haalde er het ver
kreukte stukje papier af. Hij vouwde hel
niet open, inaar hield het in zijn uitgesto
ken gesloten vuist.
..Miss Eva Chaüoner?" zeide hij.
John Craik knikte.
De Lloseta lachte cn wierp het papier in
het vuur
„Ik mopt niet gezien worden. Waar denkt
ge mij te stoppen?"
„Ga naar hoven in plaats van naar be
neden." antwoordde John Craik alsof de
zelfde vraag hem al vroeger gedaan was.
„Wacht op het volgend portaal, tot je deze
deur hoort sluiten; dan kun je veilig ont
snappen."
..Dank goeden dag."
Goeden dag.
Mevr. DE VRIES—BRUINS (S. D. A. P.)
trekt thans haar amendement in.
Hel amendement-Drop wordt verworpen
met 50 tegen 17 stemmen.
Vóór alleen de sociaal-democraten.
Art. 80b wordt aangenomen.
Op art. 80c licht dc heer DROP (S.D AP
een amendement toe, strekkende om voor
„ondernemingen" het woord „gelijksoortige
te plaatsen.
De heer BOON (V.B.) is hier tegen Waar
om kan niet dezelfde fabrieksarts fungeeren
voor een naast elkaar gelegen metaalfa-
briek en een weverij?
Minister SLOTEMAKER DE BRUINE
ontraadt het amendement dal een onnoodige
beperking zou aanleggen.
Het amendement wordt verworpen met
49 tegen 15 stemmen.
Vóór alleen sociaal-democraten.
Op art 80d licht dc heer DROP (S.D.A.P.)
een amendement toe strekkende het in de
wet mogelijk te maken dat met 't bijhouden
van het ongevallenregisler en de daarmede
verband houdende werkzaamheden kan
worden belast een door de verzekerden te
benoemen beambte. Dit wordt reeds toe
gepast bij de mijnen cn voldoet daar goed.
Dc heer BOON (V.-B.) licht op art. 80d
een drietal amendementen loc. Het eerste
strekt om te 9ehrappen de verplichting,
dat de verzekerde zoo mogelijk do aantec-
kening in het register parafeert, terwijl
daarvoor in de plaats komt dat hel register
doorloopend wordt genummerd.
Het tweede strekt te bepalen dat niet van
elk letsel dc fabrieksarts in het register zal
behoeven in te schrijven dc vermoedelijke
gevolgen ervan, docht dil alleen te doen
„na elk letsel, dat na de eerste hulpver-
leening, dienstvurznim ten gevolge heeft.
Het derde beoogt le bepalen, dat de werk
gever een afschrift van de in het register
ingeschreven ongevallen niet eenmaal per
kaienderweck, maar eenmaal per kwartaal
aan het bestuur der bank en de arbeidsin
spectie zal hebben toe te zenden.
De heer DROP (S.D.A.P.) bestrijdt de
amendementen-Boon. Voorts vraagt hij of
het niet gewenscht is. dat dc door een onge
val getroffen arbeider een bewijs ontvangt,
dat fyet ongeval in het register is inge
schreven.
Hij verdedigt verder een amendement,
strekkende te bepalen, dat een afschrift can
hel register voor ongevallen bij ondergrond-
sche werken in de mijnen zal worden ge
zonden aan het Staatstoezicht op de mijnen.
Minister'SLOTEMAKER DE BRUINE is
legen de beide amendementen Drop en even
eens tegen het eerste amendement-Boon. Fa-
rafeering door den getroffene is een gerust
stelling voor den arbeider.
Het tweede amendement-Boon. dat keurig
het -verschil aanwijst tusschen letsels en
ongevallen, kan aanleiding geven lot be
perking van het register, doch spr wil
juist bevorderen dat elk letsel wordt aan
gegeven en met de/waarschijnlijke gevolgen.
Daarom is spr. tegen dit amendement cn
ook tegen het derde. Wil de Kamer echler
zeer ernstige bezwaren hebben tegen den
administratieven arbeid, dan zou spr in
overweging willen geven in plaats van een
„afschrift" een „uitreksel" te doen inzenden
Bij algemeenen maatregel van bestuur kan
dan worden bepaald wat in die uittreksels
moet staan.
De heer DROP repliceert en dient een
nieuw amendement in, strekkende te bepa
len, dat de door een ongeval getroffen ar
beider van de inschrijving in het register
een bewijs zal ontvangen.
De hoer BOON (V.B.) trekt zijn amende
ment in.
Verder trekt hij eveneens in het tweede
amendement, terwijl hij het derde in dien
zin wijzigt dat voor „afschrift" wordt gele
zen „uittreksel".
Minister SLOTEMAKER DE BRUINE
merkt nog op. dat de inzending eenmaal
per kalendcrweek minder werk zal geven,
dan eenmaal per kwartaal. Als de heer
Boon daarom wil laten staan per kalender-
weck, is spr. bereid d;t amendement-Boon
over te nemen.
De stemming over het artikel en dc amen
dementen wordt bepaald op Vrijdagmiddag
bij den aanvang der zitting.
De vergadering wordt te 5 uur 45 ver
daagd tot hedenmiddag 2 uur.
Toen Eva de kamer binnen kwam, zat
John Craik le schrijven 11 ij stond op met
een buiging, een beleefder eeuw dan de
onze kenmerkend, en bood zijn hand aan.
„Eindelijk." zeide hij, „heb ik er u toe
gebracht mij le bezoeken. Wilt u plaats
nemen? De stoel is kaal. doch er hebben
groote mannen en vrouwen in gezeten."
Hij sprak minzaam, met zijn eigenaardi-
gen lach, en toen Eva gezeten was, nam
ook hij langzaam en behoedzaam plaats.
Hij dacht niet zoozeer aan wat hij zeide,
als aan zijn toehoordster. Hij zag, dat Eva
onloochenbaar schoon was de man zag
dat. De romanschrijver zag. dat zij waar
schijnlijk interessant was. Zooals hij juist
verteld had. hadden groote vrouwen in
dienzclfden stoei gezeten, en John Craik
voelde neiging Eva voor die pas vermelde
grootheid (e behoeden Na een schitterende
jeugd in Oxford, was hij als het ware ge
dompeld in letterkunde. Al de groote man
nen en vrouwen had hij gekend en hij had
zich een zeer scherp eigen oordeel ge
vormd. liet was gegrondvest op ondervin
ding, wat niet van elk oordeel kan worden
gezegd. John Craik was van meening, dat
grootheid niet goed is voor vrouwen. Dat
hel niet voor hun eigen geluk i9. wist hij.
Dat het niet is voor het geluk van hun om
geving, daarvan had hij een sterk vermoe
den. Eenigen van Eva's beroemde voor
gangsiers in dien stoel hadden John Craik
niet volkomen begrepen Allen vonden, dat
hij niet genoeg onder den indruk was
namelijk niet zoo onder den indruk van
hen. als zij zelf waren, wanneer zij over
hun eigen beroemdheid nadachten.
(Wordt vei vuig J).