De Grijze Dame Verhagen's Parijsche Wafels 69s,° Jaargang LEIOSCH DAGBLAD, Vrijdag 16 Maart 1928 Derde Blad No. 20862 EERSTE KAMER. FEUILLETON. TWEEDE KAMER. Instelling van een Marine- raad De vergadering tot 27 Maart verdaagd. (Vervolg van gisteren). Aan de orde ie het wetsontwerp tot in- 6teliing van een openbaar onderzoek om trent rampen en ongevallen, overkomen aan Xederlandsche oorlogsvaartuigen. De heer H POLAK (S D.A.P.) heeft geen bezwaar tegen een nieuw college, wanneer er behoefte aan bestaat. Doch spr. is niet overtuigd van de onmisbaarheid van een Marinoraad. Een eventueel onderzoek kan z.i. zeer goed worden opgedragen aan den Raad voor de Scheepvaart, een college van deskundigen onder leiding van een jurist, over welks werk men algemeen tevreden 16. De minister meent, dat het niet mogelijk is dooi dien Raad een onderzoek te doen instellen ten opzichte van oorlogsschepen, omdat zij goeddeels bestaat uit mannen die niet tot de marine behooren of behoord heb ben. Spr. meent, dat de minister zich ver gist; ook oud-marine-officieren hebben zit ting in het college. De scheidingslijn is ook niet juist, omdat veelal de ongevallan van oorlogsvaartuigen aan dc navigatie zijn toe te schrijven. Voor ongevallen tengevolge van artillerie- of torpedo-installatie zou, meent dc minister, de Raad voor de Scheep vaart moeten worden aangevuld met mari nemannen. Dat gaat niet op. Onze burger lijke rechtspraak bewijst overduidelijk, dat de rechtbank volstrekt niet uit specialitei ten behoeft te bestaan, zoolang er gelegen heid bestaat expeits tc benoemen. Derge lijke gedragslijn kan ook aan den Raad voor da Scheepvaart -word en voorgeschreven. Dit wetsontwerp is alleen ingediend ten gevolge van den kastegeest, dio bij de Ma rine heerscht, en spr. is niet van plan daarvoor het hoofd te buigen. De Minister van Marine a.i., de heer LA.MBOOY, wijst in zijn antwoord er op, dat juist de instelling van een Raad voor de Scheepvaart bewijst, dat men recht spraak van zee-ongevallen wilde opdragen aan deskundigen. Dezelfde gedachtengang heeft geleid tot het voorstel om een Ma rinoraad in het leven te roepen nu de oor logsvaartuigen buiten de competentie van dien Raad vallen. Spr. meent, dat een com missie ad hoc in geval van een ongeluk met een oorlogsschip, met haar uitspraak ioch niet de openbare meening zou bevre digen. Juist om dergelijke onderzoekingen binnenshuis te voorkomen, wordt een Mari ner aad, die in bet openbaar onderzoekt en vonnist, voorgesteld. Spreekt inen van kas tegeest-, dan is dat woord veel meer toe passelijk op den tegenwoordigen toestand. In de Schepenwet zijn de marinevaartui gen uitgesloten, tenzij het ongeval op oe binnenwateren plaats vindt. Maar de Raad voor de Scheepvaart heeft zich incompe tent verklaard, wanneer enkel twee mari nevaartuigen bij eoD ongeval waren betrok ken. En nu zou men den Raad voor dc Scheepvaart wel competent kunnen verkla ren in dezen, maar bij oorlogsvaartuigen komen veel meer ongevallen voor die niet van nautisch karakter zijn, dan men denkt. Aanvulling van den Raad voor de Scheep vaart met specialisten zou kostbaar zijn, terwijl do Marineraad een latent karakter draagt en eerst opleeft wanneer er een marineongeval plaats heeft. En als de Raad uit actieve officieren wordt gevormd, dan komen er geen belangrijke extra-kosten zij. De heer POLAK repliceert, is niet door den minister overtuigd. Spr. zal geen hoofdelijke stemming vragen, doch wen sent zich te zien aangeteekend als tegenstan der. De heeren Van Embden, Westerdijk cn Hermans wenschcn ook als tegenstemmers te worden beschouwd. Z.h.8t. wordt het ontwerp aangenomen, evenals de verhooging van de begrooting der Artillerie-inrichtingen voor 1927. De VOORZITTER verdaagt hierop dc vergadering tot 27 Maart des avonds te balfnegen. H Uit het Engelscb van HENRY SET ON MERRIMAN. 43) Hij was bemind terwille van de ronde Britsche openhartigheid, die hij aankweekte en die wordt verondersteld, het luilerlijk keken van een eerlijk hart te zijn. Aan ^ijn groot plan scheen hij niet langer te denken, dat liet hi] aan Luke over aan Luke, die het woord „.Milksop" niet meer uit zijn gedachten kon verdrijven, het stond daar. blijkbaar, onuilwisehbaar gegrift. Hij tiet Luke alleen met zijn strijd tegen ®en groote verzoeking, alleen en zwaar ge handicapt, want Luke Filz ITenry zat als gekneld in een schroef, door zijn harts tochtelijke liefde voor Agalha. HOOFDSTUK IX. De kamer van den redacteur. Graal de Llosela en John Craik zalen te jjamen in de kamer van den directeur van p ..Commentator". Het was een rustig ver- kok, met dubbele ramen en een blijvende feur van tabaksrook Een leege theekop s-ond op tafel bij John Craik's elboog. ..Goede Hemel!" had Cipriani de Lloseta geroepen, toen hij dal zag. „Om elf uur s morgens'" ..Moet de hersens uit den slaap schud- en-' was het aniwoord. i "LLjt zou ik niet met een theelepel doen," 3d De Llosela geantwoord, en toen ging hij ten om de drukproef na te lezen van Va<? vierde artikel over „Spanje en ^Paansch Leven." Wijziging der Ongevallenwet Het instituut van den fabrieksarts. (Vervolg van gisteren). Aan de orde is de voortzetting van de be handeling van het wetsontwerp tot wij ziging van de Ongevallenwet 1921 (Instel ling instituut fabrieksartsen). De Minister van Arbeid. Handel en Nij verheid de heer SLOTE^LVKER DE BRUINE zet zijn. den vorigen dag afgebroken rede voort. In antwoord op e'en opmerking van den heer Aalberse over de gunstiger voorwaar den in geval van behandeling door den fabrieksarts. merkt spr. op. dat hij hoopt, dat de arbeider door 't vertrouwen in den fabrieksarts, en dien outillage en meerdere specialisatie-, aan hem de voorkeur zal geven boven een anderen ingeschreven ge neesheer. maar hij moet bij die keuze niet worden geleid door de vraag wat eventueel voordeeliger voor hem zal zijn. Daarom hoopt spr. dat art. 80h niet zal worden ge wijzigd. Den heer Sannes antwoordt spr. dat de eerste hulp niet per se behoeft te worden verleend door den fabrieksarts. Dat de ondernemer niet in sUiat zou zijn te be palen, wat in een bijzonder geval het dag loon van een getroffene is. meot spr. den heer Sannes betwisten. Immers^er zal allicht een jurist zijn verbonden aan de economische afdeeling van de onderneming terwijl bovendien de arbeider krachtens art. 80 j. beroep heeft op de bank. ais hij twijfel kestert of hij wel kreeg, waarop liij recht heeft. Mevr. DE VRIES BRUINS (S.D.) repli ceert. De heer SANNES (S.D.) repliceert. Hij hoopt, dal de heer Aalberse en de minister zullen willen medewerken aan den opbouw van hel vertrouwen, die de arbeider in den fabrieksarts moet krijgen. Daarvoor is echler noodig dat die arts niet door den ondernemer alleen worde benoemd. Wat er tegen de inwilliging van dien wensch \an de katholieke en dp moderne arbeiders organisaties in dil opzicht? De minisler voorkome, in het belang van het instituut, dat een groote groep der Kamer, als spre kers fractie, tegen dit wetsontwerp zou moe ten stemmen. De heer AALBERSE (R.-K.) repliceert. De heer DROP (S.D.A.P.) wjjst er op, dat het instituut der fabrieksartsen van het begin af hier te lande in een kwaden reuk heeft gestaan. En hy herinnert in dit ver band aan de kwestie-Stürkop. Ware er op dit gebied geen geschiedenis, dan zou er iets voor het standpunt van den minister, dat de fabrieksarts moet worden benoemd door den ondernemer, te zeggen zyn. Thans zit de vree3 er by de arbeiders in en spr. noemt verschillende gevallen, waardoor het wantrouwen wordt gemotiveerd. In het rapport van den Bond van Mijnwerkers van 1921 worden enkele staaltjes genoemd, waar in arbeiders benadeeld zyn geworden door den mynarts. Voorts wijst spr. er op, dat bij de mijnen herhaaldelijk aangifte van een ongeval achterwege bleef. Spr. vil toch wel erkennen, dat een goed ingerichte genees kundige dienst bij een onderneming nuttig en noodig kan zijn, maar dat neemt niet weg, dat de arbeiders op de inrichting daarvan invloed moeten kunnen oefenea De wensch van den R.-K. Werklieden- bond, dat de benoeming van den fabrieksarts plaats zal vinden door een onafhankelijk orgaan schijnt er toch op te wijzen, dat men daar vreest, dat de R. v. B. de Ongevallenwet r.iet op zoo gunstig mogelijke wyze voor de arbeiders toepast. Ook de „Limburger Koerier" schreef dezer dagen nog, dat zon der wjjziging van het benoemingsrecht dit wetsontwerp niet behoort te worden aan genomen. RECLAME. BLIJVEN ALTIJD WELKOM! 1291 Een half uur hadden zij zoo bij elkaar gezeten in vriendschappelijk zwijgen, slechts nu en dan onderbroken door een krachtige Spaansehe vervloeking, die naar het hoofd van den drukker werd geslin gerd. „Een honden-baantje!" riep De Lloseta tenslotte uit. terwijl hij achterover in zijn stool leunende en zijn pen neerwierp, „een hondenbaanlje, beste vriend!" „Is hel mijne," antwoordde Craik, zon der op te kijken. Fictief was hij beroemd om een zekeren geestige onderhoudendheid. Het was een soort gewoonte v-an hem ge worden vlug te pareeren en uit te vallen, maar de plotselinge glimlach op zijn ge groefd gelaat, de vriendelijke blik van ach ter den bril, nam altijd den angel weg en toonde aan, dat het slechts „kopie" was om de vervelende kolommen van het leven te vullen en er hier en daar wat flikkering in te brengen. „Zijt ge klaar?" vroeg hij. „Ja, de hemel zij dank! Een letterkundig beroep zou niets voor mij zijn. Dat is num mer vier. en ik word niet betaald ik word niet betaald, daar zit de angel." „Nummer vier. ja. twee uitgegeven en twee in handen." antwoordde John Craik Zijn geest was elders bezig, bij de schep selen van zijn eigen verbeelding. De graaf stond op en liep ernstig naar den haard terwijl hij de drukproeven in zijn hand hield. „Nummer vier" herhaalde hij weer. „Worden zij nog lang vervolgd mijn vriend?" Haastig keek John Craik op. „Neen." „Iloevoel wilt ge er nog aannemen?" De heer SNOECK HENKEMANS (C.-H.) repliceert en wijst er op, dat dit benoe mingsrecht een van de hoofdpunten van het wetsontwerp is. Hij herinnert er aan, hoe destyds in een boekje van den heer Oudegeest gezegd is, dat de risico-overdracht by de Ongevallenwet ook zoo in het nadeel van den arbeider zou zyn. Diezelfde argu menten worden nu weer in het geding^ ge bracht brj de benoeming van den fabrieks arts door den ondernemer. Voor de bezwaren der heeren Sanne3 en Drop is geen enkele grond aanwezig. Hun voorstel is niet aan vaardbaar; zy geven den schyn te willen meewerken, doch feitelijk verzetten zy zich tegen dezen nuttigen maatregel. Minister SLOTEMAKER DE BRUINE be- beantwoordt de bij de replieken gemaakte opmerkingen. Een uitgebreide geneeskundige dienst, waaraan verschillende specialisten zyn ver bonden, gelyk mevr. De VriesBruins wenschte, wordt door het wetsontwerp geens zins belet. Het verzwijgen van ongevallen is dooi niemand vergoelijkt. Maar wel herinnert spr. zich de groote agitatie destyds in Limburg, waar o.a. een plaat werd verspreid, voor stellende 'n heel breed geteekenden mijn eigenaar, achter welke figuur een doods hoofd en een paar knokels lagen en waarvan hei onderschrift luidde: „Wij verzwijgen^hier geen ongevallen met doodelijken af.oop". Ddaruit is het algemeen wantrouwen ge boren. De algemeene beschouwingen worden ge sloten. De artikelen. Op art. I is ingediend een amendement- Drop c.s. strekkende te bepalen, dat de ge neeskundigen moeten worden benoemd door het bestuur der Bank, na overleg met den werkgever aan wiens onderneming een er kende geneeskundige dienst is verbonden, en de vakvereeniging der arbeiders. Voor be doeld overleg zal een algemeene maatregel van bestuur moeten worden vastcestcld. Mevr. DE VRIES-BRUINS (S.-D.) licht een amendement toe, strekkende in art. 80 b sub 3 te schrappen het voorschrift, dat aan den fabrieksarts wordt opgedragen de con trole op de noodzakelijkheid van het neer- loggen van het werk en de mogelijkheid van werkhervatting van door een ongeval getrof fen arbeiders. Dat zal strekken om het ver trouwen in de arbeiders in het instituut te versterken. De heer VERAART (R.-K.) licht een amen dement toe, strekkende voor te schrijven, dat de fabrieksartsen, voor zoover zij na 1 April 1928 zijn aangesteld, minstens oen jaar als chirurgisch assistent werkzaam moeten zijn geweest. De heer OUD (V.-D.) licht een amende ment toe, strekkende te bepalen, dat de be noeming van een fabrieksarts moet worden goedgekeurd door het bestuur der Bank. Spr. bestrijdt de amendementen-Drop en -Veraart, die hem te ver gaan. Ten aanzien van het laatste merkt hij op, dat iemand jaren lang als zelfstandig chirurg werkzaam is geweest, zonder assistent te zijn geweest. De heer HERMANS (R.-K.) bestrijdt het amendement-Drop en wijst er op, dat bet bankbesluur niet gebonden zal zijn aan de aanwijzing der vakorganisaties. Het be zwaar, dal de ondernemer de broodheer blijft van den fabrieksarts, blijft bestaan. Spr. heeft gevallen vernomen, waarbij het sala ris van den fabrieksarts hooger of lager ge steld werd naarmate de uitkeering aan door ongevallen getroffenen lager of hooger wordt. Spr. zou het liefst zien, dat het instituut der fabrieksartsen werd ondergebracht bij den algemcenen gezondheidsdienst, doch dat is thans niet le verkrijgen. Daarom zou hij nu een regeling willen, waarbij het toe zicht op de werking van het instituut werd opgedragen aan organen waarin zoowel werkgever als werknemer vertegenwoordigd zijn. Spr. meent, dat het amendement-Drop de wet in gevaar kan brengen, zoodat hij er tegen zal stemmen. Mevr. DE VRIES—BRUINS CS D.A.P.) bestrijdt het amendement-Veraart. Een een jarige werkzaamheid als chirurgisch as sistent geeft geen waarborg voor vakbe kwaamheid. „Hoogstens twee, zes in het geheel. Het publiek heeft veel van een begeerig kind, het moet weerhouden worden, voor het zichzelf ziek maakt. Onpasselijkheid laat een blijvenden afkeer na, voor wat er aan vooraf ging. De graaf knikte. „En spreekt uit deze wereldwijsheid de redacteur of de man?" „De redacteur De redacteur is een man, die leeft door „Neen" te zeggen. „En zult ge „Nepn" zeggen voor meer van de hand van deze schrijfster?" „Voor meer over Spanje zal ik dal zeker doen." De graaf dacht een oogenblik na. Het beetje daglicht, dat Londen binnendringt, viel vol op zijn lang, smal gelaat, op de spitse Velasquez-kin. op het recht naar achteren gekamde grauwzwarte haar, dal hoog op het voorhoofd geplant was. „En hel feit, dat de schrijfster zichzelf en een afgeleefden oom door haar pen on derhoudt zal geen verschil maken?" John Craik aarzelde even. „Niet in het minst." zeide hij loon. „Ge schijnt de schrijfster te kennen." „Juist en ik stel veel belang in haar." „Een dame?" „Inderdaad." „En arm?" „Ja. en trotsch als „Een Spanjaard.' opperd<- lohn Craik. „Zoo ge wilt. Hel is een ondeugd, die haast tot deugd geworden is in deze demo cratische dagen." John Craik keek op. „Ik zal doen. wat ik kan. Llosela." zeide hij „Een groot schrijfster is zij echler niet en zal zij nooit worden „Dat weet ik. Eenmaal zal zij een groote De heer AALBERSE (R.-K.) wijst er op. dat het artikel bepaalt, dat de kosten voor Tokening van den ondernemer komen. Er is echler geen bepaling, welke verbiedt die kosten op de arbeiders te verhalen. Hij wijst er op. dat den fabrieksartsen ook controle op het neerleggen of hervatten van den ar beid wordt opgedragen, wat z. i. overbodig is Die behoort z. i. tot de geneeskundige behandeling. Controle op een ander medicus door den fabrieksarts maakt het instituut minder sympathiek Vandaar, dat hij in be ginsel wel iets voelt voor het amendement- De Vries-Bruins. Hij bestrijdt de amende menten-Drop en -Oud. De wensch van het amendement-Veraart wordt door spr. ge deeld. doch het stelt slechts een minimum- eiseh. Als de minister verklaren wil dat het bankbestuur er bij de benoeming op zal heb ben te letten, dat de betrokken artsen chi rurgische bekwaamheid bezitten is het amendement-Veraart overbodig. De heer BOON (V. B.) bestrijdt het amendement-Drop en wijst er op. dat dc ondernemer, al benoemt het bankbesluur, toch vrij blijft den fabrieksarts weer le ont slaan. Het amendement-Oud heeft iets aan trekkelijks, doch spr. zal afwachten wat de minister er over zal zeggen. Wordt dal amendement aangenomen, dan zal het bankbestuur we! letten op de speciale vak- kunde en dus is het amendement-Veraart overbodig. Bovendien is daarlegen aan te voeren, dat ook andere specialistische eischen kunnen worden gesteld. Spr. bestrijdt het amendement-De Vries- Bruins; de controle op neerlegging en her vatting van den arbeid moet bij den fa- brieksarls ziin. en niet bij den huisarts. Dc heer BEUMER (A. R.) vraagt den heer Veraart waarvoor die chirurgische scholing noodig is voor den fabrieksarts. Zijn taak is in de eerste plaats het verlecncn van eerste hulp. Als men dien eisch stelt, loopt men gevaar, dat de fabrieksarts zich dan ook als chirurg zal beschouwen en zal. ingrijpen in gevallen, die beter overgelaten kunnen worden aaneen chirurg-specialist. De heer SNOECK HENKEMANS (C. II.) meent dat voor hem, die de zaak wil bevor deren het amendement-Drop onaanneme lijk is. Ook is hij legen het amendement- Veraart. Kunnen de hoeren Drop en Veraart niet tevreden cn bevredigd zijn door het nmendcmenl-Oud? Over het amcndc- ment-De Vries-Bruins wil spr. de meening van don minister afwachten. Minister SLOTEMAKER DE BRUINE be antwoord dc sprekers. Ten aanzien van het amendement- Veraart zegt spr. dat de datum 1 April te vroeg is gesteld, omdat het njet zeker is. dat dan het wetsontwerp reeds door de Eerste Kamer zal zijn aangenomen. Moeten bovendien alle geneeskundigen van een onderneming speciaal chirurgisch geschoold zijn? Spr zou dien cisch dus niet willen stellen. Wel zal hef gewenscht zijn, dat, als er L>ij de onderneming /naar één genees kundige wordt benoemd .hij chirurgisch? scholing zal moeten hebben. Hot amendrmênl-De Vries-Bruins zal, als het werd aangenomen, tot moeilijkheden aanleiding kunnen geven. De controle be hoort lot de geneeskundige behandeling. Het bezwaar van mevr. De Vries-Bruins kan worden opgeheven als men in het arti kel een omzeiling van de woorden zou aan brengen waardoor zou komen vast le staan, dat de conlrole zal zijn hij den fabrieks arts, voor die arbeiders, die door hem wor den behandeld. Spr. geeft mevr. De Vries- Bruins-in overweging haar amendement in dien zin te wijzigen. Spr. hoopt, dat de Kamer hel amende ment-Drop. niet z5al aannemen; het amen- demenl-Oud acht spr. niet noodig. het bank bestuur heeft reeds voldoenden invloed In- tusschen zal spr. er zich niet legen verzet ten. Mevr. DE VRIES—BRUINS (S. D. A. P.) en de heeren OUD (V. DA. VERAART (R. K.) en DROP (S. D A. P.) repliceeren. De laatste wijzigt in zijn amendement het woord vakvereeniging in vakverenigingen. Do heer VERAART (R. K.) trekt zijn amendement in. De heer BFUMER repliceert. Minisler SLOTEMAKER DE BRUINE brengt in art. 80b 3° een wijziging aan, in de door hem hiervóór aaneegpvcn zin; en neemt het amendement-Oud over. dame worden, of ik begrijp de jonge man nen niet." Craik was nog bezig met nazien van zijn manuscript. „Ik heb haar nooit gezien," zeide hij. Maar uit haar geschriften krijg ik den in druk. dat zij een meisje is. dat een eenvou dig leven onder een eenvoudig volk geleid heeft. Veel van de natuur heeft zij gezien, de natuur in de open lucht, die zuiver ia en niet te diep kan worden bestudeerd. Haastig stond de graaf op en nam zijn hoed. Terwijl hij zijn hand uitstak om „goe den dag" te zeggen, werd er aan de deur geklopt. De bediende kwam binnen en over handigde John Craik een stukje papier, waarop een naam geschreven stond. Craik las het opschrift, verfrommelde het papier en wierp het in de pruüemand. „In een minuut," zeide hij, en de man verdween. Cipriani de Llosela bukle, met een be daardheid dio soms iets dramatisch had. over den papiermand en haalde er het ver kreukte stukje papier af. Hij vouwde hel niet open, inaar hield het in zijn uitgesto ken gesloten vuist. ..Miss Eva Chaüoner?" zeide hij. John Craik knikte. De Lloseta lachte cn wierp het papier in het vuur „Ik mopt niet gezien worden. Waar denkt ge mij te stoppen?" „Ga naar hoven in plaats van naar be neden." antwoordde John Craik alsof de zelfde vraag hem al vroeger gedaan was. „Wacht op het volgend portaal, tot je deze deur hoort sluiten; dan kun je veilig ont snappen." ..Dank goeden dag." Goeden dag. Mevr. DE VRIES—BRUINS (S. D. A. P.) trekt thans haar amendement in. Hel amendement-Drop wordt verworpen met 50 tegen 17 stemmen. Vóór alleen de sociaal-democraten. Art. 80b wordt aangenomen. Op art. 80c licht dc heer DROP (S.D AP een amendement toe, strekkende om voor „ondernemingen" het woord „gelijksoortige te plaatsen. De heer BOON (V.B.) is hier tegen Waar om kan niet dezelfde fabrieksarts fungeeren voor een naast elkaar gelegen metaalfa- briek en een weverij? Minister SLOTEMAKER DE BRUINE ontraadt het amendement dal een onnoodige beperking zou aanleggen. Het amendement wordt verworpen met 49 tegen 15 stemmen. Vóór alleen sociaal-democraten. Op art 80d licht dc heer DROP (S.D.A.P.) een amendement toe strekkende het in de wet mogelijk te maken dat met 't bijhouden van het ongevallenregisler en de daarmede verband houdende werkzaamheden kan worden belast een door de verzekerden te benoemen beambte. Dit wordt reeds toe gepast bij de mijnen cn voldoet daar goed. Dc heer BOON (V.-B.) licht op art. 80d een drietal amendementen loc. Het eerste strekt om te 9ehrappen de verplichting, dat de verzekerde zoo mogelijk do aantec- kening in het register parafeert, terwijl daarvoor in de plaats komt dat hel register doorloopend wordt genummerd. Het tweede strekt te bepalen dat niet van elk letsel dc fabrieksarts in het register zal behoeven in te schrijven dc vermoedelijke gevolgen ervan, docht dil alleen te doen „na elk letsel, dat na de eerste hulpver- leening, dienstvurznim ten gevolge heeft. Het derde beoogt le bepalen, dat de werk gever een afschrift van de in het register ingeschreven ongevallen niet eenmaal per kaienderweck, maar eenmaal per kwartaal aan het bestuur der bank en de arbeidsin spectie zal hebben toe te zenden. De heer DROP (S.D.A.P.) bestrijdt de amendementen-Boon. Voorts vraagt hij of het niet gewenscht is. dat dc door een onge val getroffen arbeider een bewijs ontvangt, dat fyet ongeval in het register is inge schreven. Hij verdedigt verder een amendement, strekkende te bepalen, dat een afschrift can hel register voor ongevallen bij ondergrond- sche werken in de mijnen zal worden ge zonden aan het Staatstoezicht op de mijnen. Minister'SLOTEMAKER DE BRUINE is legen de beide amendementen Drop en even eens tegen het eerste amendement-Boon. Fa- rafeering door den getroffene is een gerust stelling voor den arbeider. Het tweede amendement-Boon. dat keurig het -verschil aanwijst tusschen letsels en ongevallen, kan aanleiding geven lot be perking van het register, doch spr wil juist bevorderen dat elk letsel wordt aan gegeven en met de/waarschijnlijke gevolgen. Daarom is spr. tegen dit amendement cn ook tegen het derde. Wil de Kamer echler zeer ernstige bezwaren hebben tegen den administratieven arbeid, dan zou spr in overweging willen geven in plaats van een „afschrift" een „uitreksel" te doen inzenden Bij algemeenen maatregel van bestuur kan dan worden bepaald wat in die uittreksels moet staan. De heer DROP repliceert en dient een nieuw amendement in, strekkende te bepa len, dat de door een ongeval getroffen ar beider van de inschrijving in het register een bewijs zal ontvangen. De hoer BOON (V.B.) trekt zijn amende ment in. Verder trekt hij eveneens in het tweede amendement, terwijl hij het derde in dien zin wijzigt dat voor „afschrift" wordt gele zen „uittreksel". Minister SLOTEMAKER DE BRUINE merkt nog op. dat de inzending eenmaal per kalendcrweek minder werk zal geven, dan eenmaal per kwartaal. Als de heer Boon daarom wil laten staan per kalender- weck, is spr. bereid d;t amendement-Boon over te nemen. De stemming over het artikel en dc amen dementen wordt bepaald op Vrijdagmiddag bij den aanvang der zitting. De vergadering wordt te 5 uur 45 ver daagd tot hedenmiddag 2 uur. Toen Eva de kamer binnen kwam, zat John Craik le schrijven 11 ij stond op met een buiging, een beleefder eeuw dan de onze kenmerkend, en bood zijn hand aan. „Eindelijk." zeide hij, „heb ik er u toe gebracht mij le bezoeken. Wilt u plaats nemen? De stoel is kaal. doch er hebben groote mannen en vrouwen in gezeten." Hij sprak minzaam, met zijn eigenaardi- gen lach, en toen Eva gezeten was, nam ook hij langzaam en behoedzaam plaats. Hij dacht niet zoozeer aan wat hij zeide, als aan zijn toehoordster. Hij zag, dat Eva onloochenbaar schoon was de man zag dat. De romanschrijver zag. dat zij waar schijnlijk interessant was. Zooals hij juist verteld had. hadden groote vrouwen in dienzclfden stoei gezeten, en John Craik voelde neiging Eva voor die pas vermelde grootheid (e behoeden Na een schitterende jeugd in Oxford, was hij als het ware ge dompeld in letterkunde. Al de groote man nen en vrouwen had hij gekend en hij had zich een zeer scherp eigen oordeel ge vormd. liet was gegrondvest op ondervin ding, wat niet van elk oordeel kan worden gezegd. John Craik was van meening, dat grootheid niet goed is voor vrouwen. Dat hel niet voor hun eigen geluk i9. wist hij. Dat het niet is voor het geluk van hun om geving, daarvan had hij een sterk vermoe den. Eenigen van Eva's beroemde voor gangsiers in dien stoel hadden John Craik niet volkomen begrepen Allen vonden, dat hij niet genoeg onder den indruk was namelijk niet zoo onder den indruk van hen. als zij zelf waren, wanneer zij over hun eigen beroemdheid nadachten. (Wordt vei vuig J).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 9