69"" JAARGANG
DONDERDAG 8 MAART 1928
No. 20855
STADSNIEUWS.
Het voornaamste nieuws
van heden.
V
LEIDSCH
DAGBLAD
VOOR LEIOEN EN OMSTREKEN.
PRIJS DER ADVERTENTIEN
30 Cts. per regel voor advertentien uit Leiden en plaatsen waar
agentschappen van ons Blad gevestigd zi]n Voor alle andere
advertentiën 35 Cts per regel Kleine Advertentièn uitsluitend
bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdag9 50 Cts. bij een
maximum aantal woorden van 30
Incasso volgen? postrecht Voor eventueele opzending van brieven
10 Cts porto te betalen. Bewijsnummer 6 Cts.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postchèque- «n Girodienst No. 57055 Postbus No. 54
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden 2 35 per week
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week
Franco per post 2.35 portokosten.
zots
„0.18
Olt nummer bestaat uit 0RIE Bladen
EERSTE BLAD.
PROF. DR. G. G. J. RADEMAKER.
Geflijk wij gisteren reeds per bulletin
tiekend maakten, is bij K. B. benoemd tot
gewoon hoogleeraar alhier, in de faculteit
der geneeskunde om onderwijs te geven in
de Physiologie, dr. G. G. J. Rademaker, te»
Utrecht.
De opvolger van prof. dr. W. Einthoven
werd geboren te 'sGravenhage op 19 Maart
1887. Zijn vader was nu wijlen ds. G. A.
Rademaker.
In 1905. werd hij ingeschreven als stu
dent in de Medicijnen aan de Rijksuniversi
teit. alhier, waar hij in 1910 met lof Theore
tisch geneeskundig examen aflegde. In 1912,
deed dr. Rademaker al hi or zijn artsexamen
j fn werd inwonend geneesheer aan het Ge
meente-Ziekenhuis te 's-Gravenhage. Tot
1915 in welk jaar dr. Rademaker naar onze
Oost vertrok bleef hij daar. Op Java ves
tigde hij zich als particulier geneesheer te
Soerabaya.
In November 1921 was hij weer weTkzaam
te Utrecht op het Pharmacologisch Labora
torium van prof.-R. Magnus en op het Labo
ratorium voor hersenonderzoek van prof.
C. Winkler.
Op 20 Mei 1924 cum laude gepromoveerd
op proefschrift: „De beteekenis der roode
kernen en van het overige mesencephlon
voor spiertonus. lichaamshouding en laby-
rinthaire reflexen".
Dit boek verscheen in 1926 in de Duitsche
Tertaling van prof. dr. E. Ie Blanc, te
Hamburg bij Juilius Springer te Berlijn.
Na 1924 verrichtte dr. Rademaker onder
zoekingen over de Physiologie van het staan
ën over de Physiologie van de kleine Her
senen. Over deze onderzoekingen hield *hij
meerdere voordrachten en verschenen pu
blicaties van zijn hand in het Nederlandsch
Tijdschrift voor de Geneeskunde, in de Mede
delingen van de Koninklijke Academie voor
Wetenschappen te Amsterdam, in de Ver
dagen van het Internationaal Phvsiologen-
wngres te Stockholm en van de Naturfor-
*herversammlung te Dusseldorp. Binnen
kort zal een uitgebreid werk. getiteld-
„Uber statische Reaktionen. Gleichge-
wichtsreaktionen und Muskei tonus im Allge-
meinem und ihr Verhalten bei kleinhirnlosen
Tieren im Besonderen, over deze* onderzoe
kingen van den hand van prof. dr. G. G. J.
Hademaker verschijnen.
LORENTZ TE GENEVE HERDACHT.
Hulde door Briand.
In de openbare bijeenkomst van den Vol*
ken bondsraad gistermiddag heeft Briand
rapporteur voor de kwesties van ïntel-
lectueele samenwerking een herdenkings
rede uitgesproken over prof. Lorentz.
Sinds onze laatste zitting zeide spT.
taft de commissie voor intellectueele sa
menwerking de droefheid gehad, haar voor
sta prof. Lorentz te verliezen, die op 4
'ebrcari te Haarlem gestorven is ten ge
van een korte ongesteldheid
Nó er op gewezen te hebben, dat Lorentz
zoowel in de wiskunde, in de geometrie,
in de natuurkunde nieuwe wegen heeft
Soteand, bracht spr. als rapporteur voor
kwesties van intellectueele samenwerking
111 berinnering met welke toewijding en m9t
bolken glans prof. Lorentz, zoodra de we-
^tèoorlog ten einde was, zich heeft inge-
^acneu om te werken voor een toenadering
j^cben de geleerden, ^die tot de volkeren
«■boorden, die zoo juist elkaar bestreden
Deze groote Nederlandsche burger
ook een groot Europeaan. Daarom aan-
!^dde hjj zonder aarzeling den roep, die
commissie voor intellectueele samenwer
kt? tot hem richtte, toen deze hem op
'j ^Pril 1923 onder haar leden opnam,
cctz bracht er terstond een zoo actieve en
doeltreffende medewerking, dat de com-
^1P eenstemmig hem aanwees al? opvolger
Bergsom aan het hoofd der commissie,
c laatstgenoemde om gezondheidsredenen
verplicht was, het voorzitterschap neer te
leggen.
Als onvermoeibaar werker, zich interes-
seerende voor de kleinste details, luisterende
naar alle raadgevingen, steeds zich inspan
nend om alle verschilpunten tot elkander
te brengen, was Lorentz een onvergankelijk
president. Spr. stelde voor de uitdrukking
te zenden van het eerbiedig leedwezen van
den Vol ken bondsraad, en verzocht den ver
tegenwoordiger van Nederland, den minister
van buitenlandsche zaken, bij de Nederl.
regeering den tolk te willen zijn van het
eenstemmig leedwezen, waarmede de Volken
bondsraad en de geheele Volkenbond heeft
kennis genomen van het heengaan van zijn
beroemden landgenoot.
Nadat alle leden van den Volkenbonds
raad hun instemming met deze woorden
van Briand hudden uitgesproken, heeft mi
nister Beelaerts den raad en in de eerste
plaats Briand zelf, bedankt voor de teeke
nen van waardeering voor de nagedachtenis
van professor Lorentz.
VOORDRACHT VAN PROF. E. EPHRAIM.
Prof. E. Ephraim uit Bern heeft gister
avond op de Sterrewacht alhier op uitnoo-
diging van de Philosophische faculteit een
voordracht gehouden over: Waarom en hoe
scheikundige verbindingen ontstaan.
De Zwilsersche. hoogleeraar wees er op,
dat het voor den scheikundige van het
grootste belang is, tevoren te kunnen vast
stellen óf en onder welke omstandigheden
een scheikundige verbinding mogelijk, is.
Niet lang geleden aldus spr., is men nader
tot de oplossing van dit vraagstuk gekomen,
doordat men een beter inzicht kreeg in de
krachten en oorzaken, die de stoffen onder
ling tot reactie brengen. Prof. Ephraim be
handelde uitvoering den aard v. deze krach
ten en besprak de verschillende ipoeilijk-
heden, die hun uilwerking in den weg staan
om daarna aan de hand van talrijke fac
toren de bestaansgrenzen van. een groot
aantal verbindingsklassen te voorspellen.
Een beslissende rol speelt hierbij volgens
spr. de graad van de veranderlijkheid van
het atoom, dat in al zijn verbindingen in
wezen niet gelijk blijft, maar dat door zijn
mede-bestanddeel en beïnvloed en veranderd
wordt. Tenslotte wees spr. etop dat wan
neer de te voorspellen veranderingen van
dien aard zijn. dat zij niet aan de bekende
energie-wetten beantwoorden, de overeen
komstige verbinding ook niet kan bestaan.
PROF. BARGE SPREEKT VOOR DE AFD.
LEIDEN VAN HET N. I. V. J. O. OVER
CULTUUR EN UITWISSELING VAN
CULTUUR.
In het Klein-Auditorium deT Universiteit
hield prof. Barge gisteravond, op uitnoodi-
ging van het Ned. Indonesisch Verbond van
Jongeren Organisaties afd. Leiden, een lezing
over ..Cultuur en Uitwisseling van cultuur".
Met dank voor de gewaardeerde uitnoodi-
ging, vroeg spr zich toen af wat in 's hemels
naam de reden mag zijn. die hem over Indië
zal doen spreken want hoewel in Indië
geboren heeft hij de gamelang nooit ge
hoord noch de wajang ooit gezien. Hij zal
daarom niels. heelemaal niets feitelijks over
Indië mededeelen en op deze eerste oriën-
teeringsavond niet spreken over toenadering
in dit bizonder geval, maar over de men-
schelijke verhoudingen in hei algemeen.
Verba valent usu de woorden ontlee-
nen hun beteekeni9 aan het gebruik. Het
woord „cultuur" wordt de laatste jaren on
gehoord veel gebruikt tot in de sport- en
spei-periodieken toe. Van de bedoelde be
teekenis van het woord is in de meeste ge
vallen geen sprake. Het gesol en geleur met
„cultuur" herinnert 9pr. aan het gezegde
van Goethc: „Deum eben wo Begriffe fehlen,
da stellt ein Wort zur rechten Zeit sich
ein". Toch gelooft spr. zijn medemenschen
tekort te doen wanneer hij zou zeggen, dat
deze modeleuze voor meer dan 3/4 wordt
aangeheven uit snobisme. Daarvoor is het
gebruik van het woord .cultuur" te zeer een
noodkreet waarin een smartelijk gemis en
een vurig verlangen tot uiting komt.
Prof. Barge ging vervolgens na. wat het
begrip „cultuur" inhoudt. Het gemakkelijkst
leek het spr het woord ..cultuur" te1 plaat
sen tegenover hetgeen algemeen als tegen
stelling wordt gevoeld: „natuur". Welke
voorbeelden men ook neemt, altijd komt
men tot deze gevolgtrekking, dat. in cultuur
iets specifiek menschelijks ligt. Het wezen
der cultuur is dus gelegen in datgene wat
den mensch van de overige natuur scheidt.
Wat is dan het specifiek-menschelijke?
Spr. is zich bewust hiermede een levens
vraag te1 stellen, die bovendien een strijd
vraag is
Het specifiek menschelijke is het bezit
van de rede en het bezit van den vrijen
wil. De rede is het vermogen algemeene
begrippen te vormen en te oordeelen, het
vermogen het ware, goede en schoone te
kunnen onderscheiden. De vrije wil is het
vermogen, om, onder voorlichting van de
rede bewust zijn handelen te bepalen; om,
hetgeen de rede als waar, goed en schoon
voorhoudt, na te streven met in vrijheid
gekozen, aan het doel evenredige middelen
Specifiek-menscheliik is de behandeling, ge
richt op een zedelijk als goed gekend doel.
Is dan iedere specifiek menschelijke han
deling een uiting van cultuur? In ruimeren
zin ja. Wanneer men echter cultuur ont
leedt in zijn componenten, dan onderschei
den wij een subject (den mensch), een ob
ject, een doel en de, de middelen insluiten
de, handeling. Wij onderscheiden kwaliteiten
van cultuur en cultuur-goederen, en elk
der genoemde componenten zal tot de kwali
teit der cultuur bijdragen. Et zijn verschillen
in graad te constateeren, maar niet in wezen
echter op één uitzondering na: *vannec-<r
subject en object samenvallen, wanneer d9
mensch zichzelf als object zijner handeling
stelt.
Dit is cultuur in engeren zin zelf-
cultuur.
Ge gevoelt, zeide spr., hoe essentieel deze
cultuur in engeren zin verschilt van de
overige vormen. Kunst en techniek mogen
behooren tot het rijkste bezit der raensch-
heid de beteekenis dezer goederen is niet
gelegen in de goederen zelf. Wetenschap is
geen cultuur, omdat zij wetenschap is, noch
kunst, omdat zij kunst is.
Cultuur in engeren zin is bet leven van
den mensch, wanneer het bewust gericht is
naar een verheven doel en door een leidende
gedachte of beginsel wordt gedragen. De
mensch wordt hierbij onmidde.lijk gepiaaist
voor vragen als deze: wie ben ik? waar ben
ben ik? en op welk doel moet ik mijzelf
richten? Hier komen wij weder op het ter
rein van de religie, de levensbeschouwing.
Voor wie in God gelooft, is God kennen,
God beminnen en Gods Wil volbrengen, het
hoogste doel. De overige handelingen van
den mensch zullen door dit verheven doel
als door een geestelijken band worden go-
synthetiseerd en aan ons leven schenken,
wat boven alles bewondering wekt: stijl,
karakter.
Dit geldt zoowel voor de individuen als
voor de gemeenschap, en wanneer wij be
wonderen (je groote cultuur-tijdperken van
Egypte en Assyrië en van P" s. van de
Middeleeuwen en van de Italiaansche Re
naissance, dan is het niet om de veelheid
van cultuur-goederen in engeren zin. maar
om de algemeene levensstijl en het karakter
van die tijden. En wanneer onze tijd haakt
naar „cultuur", verlangt men naar eene,
het leven in een vaste richting dwingende
gedachte, waaraan men zich geven kan dat
alle gaven en talenten opeischt. dat het
leven in de gemeenschap stijl en karakter
geeft. Naar een levensbeschouwing, naar
godsdienst: ziedaar waarheen de wereld
vraagt, wanneer zij spreekt over cultuur.
De „Uitwisseling van cultuur". Spr.
noemde deze woord-combinatie iets onmo
gelijks Cultuur is iets. waarvan men geen
afstand kan doen. zonder zijn eigen per
soonlijkheid te verliezen. Spr. gelooft niet
ver van de waarheid te zijn, wanneer hij
meent, dat de bedoeling is de wederzijdsche
besludeering der cultuur in 't bizonder door
de uitwisseling van cultuur-goedereD.
Waaruit de verscheidenheid in* cultuur
voorkomt? Vasthoudend aan de hierboven
gegeven terminologie onderscheiden wij een
verschil in deel (dat tot principieele ver
schillen leidt en in subject (dat tot acci-
denteele verschillen leidtï. Het principieele
verschil komt voort uit de vraag wat het
subject als doel erkent. Het acc. verschil is
terug te brengen, tot de verscheidene ge
aardheid vón iederen mensch Wanneer
twee groenen van cultuur-gemeenschappen
elkander willen nadertreden, is het waar
lijk niet onverschillig, of beider aan<Wht
uitgaaf naar het principieele verschil Wat
baat het. of wij cocmetfeeren met Oostersche
kunst en men anderzijds zich kleedt in
Westersche kleedij? Waardeerend hetgeen
op deze wijze is bereikt, zal toch slechts
toenadering plaats hebben, wanneer men
weet. hoe ieder over het leven denkt wan
neer men weet daardoor het zieleleven van
den ander wordt beroerd en men daarmede
kan medeleven.
Ook hier ligt. op den bodem van alles
de religie Vergeet toch niet drukte
spr. zijn toehoorders op het hart bij uw
nobel slreven naar toenadering, dat inder
daad hier het zwaartepunt ligt van het pro
bleem
..East i9 East, and West is West, and ne
ver the tween will meet" zeide Kipling Wat
er van nature eigen is aan Oost en West.
wordt nooit weggenomen Een Oosterling
zal altijd Oosterling blijven Maar wat wil
met hem gemeen hobben. dat is hef speci
fiek-menschelijke. de redp en de vrij wil.
Waf de rede als waar en de vrije wil al9
hoogste goed voorhoudt, daarin ligt de over
eenstemming
Spr. eindigde met er op te wijzen, hoe
in den menseh cultuur en natuur harmo
nisch worden oDgelost Voor den mensch is
de cultuur niets anders dan datgene wat
hem tot mensch maakt Tn den mensch har
monieert. hetgeen elders zich als een tegen
stelling voordoet.
Prof Rarge spoorde tenslotte de leden
van het fnd Verbond aan het be9le van
eigen persoonlijkheid te geven om het beste
in de persoonlijkheid van andere te vinden
Dan zouden zij een groot en goed werk
hebben verieht.
De nraeses d^r afd Leiden van hel Ver
bond de heer Felbrugve danfcfe mH enkeie
Woorden prof. Barge voor zijn rede.
KAMER VAN KOOPHANDEL EN
FABRIEKEN IN RIJNLAND.
In de Maandag te houden zitting komt
aan de orde;
Classificatie van wegen in
verband met antoverkeer.
De Commissie voor Vervoer. Post en Te
legrafie heeft deze aangelegenheid bespro
ken, terwijl ook het Bureau der Kamer,
nog voorgelicht door ir. Swaab, ernstige
aandacht aan deze materie heëft gewijd.
Naar de meening van het Bureau en de
Commissie voor Vervoer ligt het thans nog
niet op den weg der Kamer om zich tot
Gedeputeerde Staten te wenden en wel
omdat uit het distriet der Kamer nog geen
klachten zijn ingekomen.
Bovendien is de Kamer niet voldoende
geoutilleerd om te kunnen beoordeelen. of
een bepaalde weg de hoogere belasting,
welke tot voor kort was toegelaten, zal
kunnen blijven verduren, zonder dat de
kosteD tot onderhoud van den weg te hoog
worden opgevoerd.
Ook de breedte van den weg maakt naar
de meening van het Bureau wel degelijk
noodig. aan de breedte van de vrachtauto's
een grens te stellen, welke andere wegge
bruikers niet te zeer in het hauw brengt.
Het Bureau stelt derhalve voor niet, al
thans nu nog niet. aan het verzoek van den
Bond van Bedrijfsautohouders in Nederland
te voldoen, waarbij het Bureau echter te
vens in overweging geeft aan het onder
havige vraagstuk volle aandacht te blijven
schenken.
Volledigheidshalve veroorlooft het Bureau
zich nog op te merken, dat de toeneming
van het vervoer per vrachtauto niet als
ongewenscht mag worden tegengegaan,
maar dat integendeel zooveel mogelijk moet
worden gedaan om deze wijze van vervoer
te bevorderen.
De Kamer zal er daarom steeds op heb
ben te letten, op welke wijze de wegen
beter voor het vervoer per vrachtauto kun
nen worden geschikt gemaakt.
In eenige gemeenten zijn i%eds hier en
daar bitumenwegen aangelegd, welke wijze
van wegenaanleg op den duur ook voor de
wegbeheerders economisch geacht wordt.
Naar de meening van het Bureau zal dit
goede voorbeeld veel meer dan tót nu toe
moeten worden nagevolgd.
Ook op snelle uitvoering van de wegen
plannen van Staat en Provincie zal steeds
de aandacht der Kamer geconcentreerd
moeten blijven.
De wegen, in het district onzer Kamer
gelegen, welke door de beschikking van
Ged. Slaten getroffen worden, zijn:
1. de weg over den Zijlweg vanaf de
Spanjaardsbrug te Leiden, over Rijpwete-
ring, Oude Wetering. Nieuwe Wetering tot
de grens der provincie met den zijweg naar
de brug over de Ringvaart van den Haar
lemmermeerpolder bij Nieuwe Wetering en
den zijweg langs de Oude Wetering; 2. de
Bloklandsche Middelweg; 3. de weg vanaf
den Lagen Rijndijk en den Heerenweg over
Rijnsaterwoude tot aan den Vrieschen weg;
4 de weg vanaf den Heerenweg over Aar-
dam en Zevenhoven tot den Blokinndschen
Middelweg; 5. de weg langs de Westzijde
van het Aarkanaal; 6. de Lage Rijndijk van
Leiden tot Zwammerdam; 7. de weg Ha-
zerswoude. Hooge RijndijkHazerswoude,
Dorp. (Gemeene weg); 8. de weg van den
Hoogen Rijndijk naar Boskoop over het
Goudsche Rijpad.
'l/_7werp van Wet tot wijziging
'dei wet van 19 December 1914,
Stbl. 564, op de Raden van
Beroep voox de Directe Belas
tingen.
Voorgesteld wordt de verzending van een
adres luidende ongeveer als volgt
De Kamer van Koophandel en Fabrieken
voor Rijnland stelt er prijs op ter kennis
te brengen van Uw College, dat zij met te
leurstelling heeft kennis genomen van het
bij Uwe Kamei bij Koninklijke Boodschap
van 29 November 1927 aanhangig gemaakte
ontwerp van wet tot wijziging van de sa
menstelling en werkwijze van de Raden van
Beroep voor de Directe Belastingen (Zit
ting 1927/28 No. 225).
De reden van die teleurstelling is daar
in gelegen, dat naar het oordeel van onze
Kamer van Koophandel door bedoeld wets
ontwerp in hooge mate inbreuk zal worden
gemaakt op het onpartijdig karakter van
dit ra belastingzaken rechtsprekend college.
Voor de hand ligt. dat het vertrouwen
van de belastingplichtigen in de onpartij
digheid van de Raden van Beroep onvoor
waardelijk behoudeD behoort te blijven.
Waar immers de belastingplichtige in den
tegenwoordigen tijd om verklaarbare rede
nen maar al te zeer bij de belastingaan
slagen zoo hoog mogelijk tracht op te voe
ren in stede van iedere be'astingplichtig-
heid objectief en zoo juist en billijk moge
lijk vast te stellen, is het van groot belang,
dat het vertrouwen, dat de belastingjusti
ciabelen meenen te kunnen schenken aan
en hebben in de rechtspraak op hun belas
tingplicht, ongerept blijft.
Ongetwijfeld was de tot heden geldende
samenstelling der Raden van Beroep eeD
BINNENLAND.
Het trekhonden vraagstuk; een nienwe
omzendbrief van minister Kan. (Binnen
land, 2e Blad).
Na het spoorwegongeluk bij Zandvoort.
(Binnenland, 2e Blad).
Jaarvergadering van het Onderwijsfonds
voor de Binnenscheepvaart. (Kerk en
School. 3e Blad).
Gevecht in een R.-K. kerk te Ophoven-
Siiiard tusschen marechanssée en een
krankzinnige. (Gemengd, 2e Blad).
Nederland en de Olympische zeilwed-
strijden. (2e Blad).
Bij de international zwemwedstrijden in
Den Haag zijn drie Nederlandsche records
verbeterd. (Sport, 3e Blad).
Nederland verliest den degenwedstrïjd
tegen Italië met 123. (Sport, 3e Blad).
Behandeling voor de Haagsche Rechtbank
van de zaak tegen de Indonesische stu
denten. (Rechtzaken, 1ste Blad).
BUITENLAND.
De kwestie der Hongaarsche smokkel-
mitrailleurs voor den Volkenbondsraad.
(Buitenl., Ie Blad).
Het Duitsche Phoebusschandaal. (Bui
tenl., Ie Blad).
Tusschentijdsche verkiezingen in Enge
land. (Buitenl., Ie Blad).
zeer gewaardeerde waarborg voor een van
de belastingadministratie volkomen onaf
hankelijke en mitsdien onpartijdige juris
dictie. De preventieve werking daarvan
uitgaande op de met de aans'agregelrag be
laste ambtenaren meent de Kam^r medo
zeer hoog te moeten aanslaan.
Door speciaal twee der voorgestelde wij
zigingen vreest de Kamer, dat een en an
der in gevaar zal worden gebracht en do
positie van den belastingplichtige zonder
grond zal worden verzwakt.
De eerste daarvan is. dat de voorzitter,
welke reeds thans door de Kroon wordt
benoemd, doch geen deel uitmaakt van den.
Raad. ra dier voege, dat zijn stem slechts
is een adviscerende, bij de voorgestelde
regeling in den Raad zal worden opgenomen
met als gevolg een effectieve stem bij hot
nemen der beslissing.
De huidige positie /an dien voorzitter is
juist voor onze Kumer het symbool, dat
de definitieve uitspraak van den Raad niet
wordt beïnvloed door den Fiscus, terwijl
toch aan het overheidRelement voldoende
invloed is toegekend.
De geest van bemiddeling, welke de behan
deling en leiding door dien voorzitter tot
heden zoo menigmaal ademt en welke door
den belastingplichtige zoowel als door de
administratie vaak zoo wordt gewaardeerd,
zal bij en met zjjn positie naar het inge
diende wetsvoorstel ongetwijfeld verloren
gaan.
Do voornaamste en meest bedenkelijke
wijziging is echter, naar de meening van
onze Kamer, de wijziging, welke wordt
voorgesteld in de positie van den Secretaris.
Wordt die voorgestelde verandering wet,
dan zal de Secretaris als aan den Raad
toegevoegd, doch overigens buiten het Col*
lege atland ambtenaar fungeeren. Tenge
volge daarvan zal hg ongetwijfeld zijn on
afhankelijke positie tegenover de belasting
inspecteurs, zijn collega's, zoo al niet zijn
superieuren, inboeten.
Het is vooral door deze wijziging, dat
het onpartijdig karakter van den Raad in
zijn uitspraken ernstig in het gedrang dreigt
te komen, waar immers de Secretaris niet
alleen belast is met de voorbereiding der
zaken en uit hoofde van zijn bezoldiging
btj uitstek geacht mag worden op de hoogte
te zijn met de bestaande belasting-recht
spraak, doch mede tot taak heeft hel ont
werpen der vonnissen van den Raad, zoodat
hij practisch een niet onbelangrijken invloed
zal hebben op den inhoud der beslissingen,
zij het ook. dat hem theoretisch te (lien
aanzien geen stem toekomt.
Ais derhalve het Secretariaat het karakter
verkrijgt van min of meer te zijn een
onderdeel der belastingadministratie, moet
dit ongetwijfeld in belangrijke mate bij
dragen tot het verloren gaan van net tot
heden in de belastingrechtspraak terecht
gestelde onmisbare groote vertrouwen.
Ten aanzien van den achterstand, ontstaan
door de toeneming van het aantal a3D het
oordeel der Raden van Beroep onderworpen
zaken, betreurt de Kamer, dat blijkbaar geen