GOED NIEUWS VOOR HOOKERS 2? ISPLINTER ILinoleum Krommenie leGrijzeDame 08»'e Jaargang LEIOSCH DAGBLAD, Zaterdag 25 Februari '928 Derde Blad No. 20845 TWEEDE KAMER. Hier is het doorslaand bewijs, dat Chief Whip de beste sigaret voor Uw gezondheid is het Certificate of Hygiene, het eere-diploma van het Institute of Hygiene, zoojuist aan de fabrikanten van Chief Whip uitgereikt VIRGINIA FEUILLETON. Het radio-ontwerp aange nomen Hei plan tot hef fing van retributie van de baan. (Zitting van gisteren.) Voortgezet wordt de behandeling van het wetsontwerp tot aanvulling en wijziging van de Telegraaf- en Telefoonwet 1904, zooals deze laatstelijk is aangevuld en ge wijzigd bij de wet van den 31en Mei 1923 De heer J. J. C. VAN DIJK (A.R.) ver dedigt pen amendement op art 1 om den beschikbaren zendtijd naar evenredigheid (e verdeelen over de omroeporganisaties, die voldoen aan nader bij den algemeenen maatregel van bestuur te 9teüen eischen. Spr herinnert ter verdediging van dit amen dement aan zijn rpde bij de algemeene be schouwingen gehouden en betoogt, dat het een opbouw van een nationale omroep niet in den weg zal staan, doch dat het bij aan neming van dit amendement niet moge lijk zal zijn den radio-omroep naar Indië te regelen zooals de Minister het voorne men heeft te doen. Spr. verdedigt op heizelfde artikel een tweede amendement, volgens hetwelk een machtiging, behoudens uit hoofde van be zwaren van techniek en uitvoering, slechts wegens gevaar voor de veiligheid van den Slaat, de openbare orde of de góede zeden kan worden geweigerd. In de derde plaats verdedigt spr. een i nendement om na art. 1 in te lasschen eon nieuw art. 2. volgens hetwelk er een R.riioraad zal zijn. welke der Regeering voorlichting geeft omtrent aUe met den Radio-omroep in verband staande onder werpen. De heer DROOGLEEVER FORTUYN (Y.B.) verdedigt een amendement om in art. te doen vervallen de bevoegdheid der re geering om een retributie te heffen. De heer SURING (R.K.) verdedigt .een amendement op art. 1, strekbende om de i gelen ter voorkoming van gevaar voor de veiligheid van den Staat, de openbare orde of de goede zeden, bij uitzending te scheiden van de regelen ter bescherming van de rechten van derden bij ontvangst. De heer v. d. BERGH (S D.A.P.) verde digt een amendement op art 1 om de re tributie te beperken tot ten hoogste f 5 per jaar. De heer KRIJGER (C.H.) gaat volkomen iccoord met de amendementen-v Dijk. waar hij voor zal stemmen. Wat betreft het amendement-Droogleever Fortuyn. wan- saer dat zou worden aangenomen, zou het k onmogelijk zijn een vergoeding te vra- n voor door den Staat gemaakte kosten, ?lgeen spr niet uit wil sluiten. Bij ver erping van het amendement zal de Ka- ner de handen vrij houden, De Minister leeft verklaard, den vereenigingen geen obsidie willen opdringen, maar hoe zal bij zich van de meeningen der vereeni- ingen vergewissen? Spr. behoudt 2ich zijn oordeel over het smendement voor tot de Minister te dezen anzien opheldering heeft gegeven. Over de andere amendementen wenscht ipr. eerst het oordeel van den Minister te looren. De heer v. d. bergh (S.DTa P.) verde- pigt 'n retributie die de tot standkoming van p nationale omroep zal bevorderen Spr. «pleit verwerping van het amendement- proogleever Fortuyn. omdat bij verwerping laarvan de Kamer vrij blijft te bepalen pat zij ten aanzien van subsidiën doen De klaplooperij op dit gebied men RECLAME. HEDEN GEËTALEERD: 2 Meter breed f 2.60 2614- zal het wellicht overdreven vinden is niet zoo heel ver verwijderd van verduiste ring. Spr. kan zich met de amendementen- Van Dijk in het algemeen vereenigen, ten aanzien van het amendement-Suring zal spr. het oordeel van den Minister af wachten. De heer BOMANS (R.K.) wenscht geen heffing en kan niet inzien, dat zonder deze een nationale omroep onmogelijk zal worden. Door de heffing zou echter wel het P.T.T.-bedrijf een geweldige macht krij gen. Overigens meent spr., dat het een leu gen is van retributie te spreken, waar bet hier een belasting geldt en dat een Mi nister geen heffing noodig heeft voor de rijkswerken en inrichtingen. De heer JOEKES (V.D.) blijft voorstan der van een vrijwillige bijdrage en tegen stander van een gedwongen heffing. Men spreekt van retributie, doch juist door de uitkeering van gelden uit die retributie aan de vereenigingen krijgt zij het karakter van een belasting en wordt zij velen on sympathiek. Wanneer de Minister maat regelen wil treffen tegen de klaploopers, dan kan hij daartoe aparte voorstellen doen. Ten aanzien van het eerste amendement- Van Dijk oppert spr enkele bezwaren te- I gen de redactie, o.m. dit, dat daarin ge sproken wordt van verdeeling. „naar even- redïgheid". Spr. begrijpt niet hoe de even- j redigheid betracht zou moeten worden en zou daarom liever het woord „evenredig- I heid" zien vervangen door ..billijkheid" i Hel amendement-Van Dijk betreffende de instelling van een Radioraad acht spr. aanvaardbaar, doch hij zou het aantal le den inplaats van op 9 op 15 bepaald wil len zien. De heer HEEMSKERK (A.R.) acht een heffing met het doel uitkeeringen te doen aan vereenigingen, die niet beschouwd kun nen worden als rijkswerken of -inrichtin- 1 gen in strijd met art 175 der Grondwet. Een heffing zou alleen gebruikt mogen wor den om daaruit door het Rijk gemaakte kosten te bestrijden, doch dit is niet het I stetsel van den Minister. Spr. wijst er ook I op. dat bij aanneming van een heffing de i leden eener veroeniging niet alleen die i heffing, maar ook de contributie hunner I vereeniging zullen moeten betalen, heigeen de toetreding tot vereenigingen niet zou bevorderen en de particuliere energie ver slappen. Spr. is dan ook geneigd voor het am.-Droogleever Fortuyn te stemmen Ten aanzien van de amendementen-van Dijk wil spr. het oordeel van den Minister af wachten. De MINISTER VAN WATERSTAAT, de heer v. d. VEGTE, acht het min of meer pijnlijk een amendement te moeten be strijden. waarvan hij de grondgedachte deelt, hetgeen het geval is met het eerste amendement-Van Dijk. Tock moet spr. verzoeken: breng dat niet in de wet, en wel ora twee redenin de eerste plaats, omdat men met dit amen dement een kat in den zak koopt. Spr. kan de wet wel uitvoeren met het amendement, maar precies op dezelfde wjjze kan hg de wet uitvoeren zonder het amendement. Wat bedoelt men met evenredigheid; evenredig heid naar.wat? Naar bet aantal is niet bedoeld, want spr. zal alle omroeporganisaties die aan zekere eischen voldoen, moeten toe laten. Naar het aantal leden der organisaties kan evenmin. Spr. weet intusschen wel wat men bedoelt en spr. wil in die richting streven, maar hg ziet geen kans, dat in de wet vast te leggen. Naar politieke richting naar godsdienstige gezindheid wordt ook niet bedoeld, want toen sör. één avond van den Huizer zendei aan den V.P.R.O. gaf, werd op grond van die godsdienstige gezind heid daartegen geprotesteerd. Hoe kan spr. do evenredigheid op reëele wijze toepassen. Wanneer men het kan zeggen, hat men het dan in een amendement uitdrukken. Spr. waarschuwt er in de tweede plaat tegen, dat men niet zal krijgen wat men bedoelt en in de derde plaats beeft men bezwaar tegen het amendement, om de ge volgen voor de radio-wereld. Binnenkort zal er een radiocongres worden gehouden, dat niet openbaar zal zijn, en waar getracht zal worden te komen tot een algemeenen radio- omroep Gelukt dat niet, dan blijft de toe stand voorloopig zooals hrj is. Maar de RECLAME. 3602 Ook met kurk en Eisch Chief Whip ARDATH LONDON besprekingen op dit congres moeten niet gebaseerd zgn op een dwingende beperking als in dit amendement is neergelegd. Spr. meent, dat het, wanneer het ongewijzigd big ft, niet moet worden aanvaard. Het tweede amendement besprekende, vraagt spr. of het verstandig is, daarin uit te spreken, dat een machtiging slechts kan worden geweigerd wegens gevaar voor de veiligheid van den Staat, enz. Dit houdt in, dat elke vereeniging, die daarmee niet in strgd is, moet worden toegelaten en wat is in ons land op het gebied van split sing niet mogelijk! Bedenkt men dit en denkt mea daarbij tevens aan de verdeeiing var. den zendtijd, dan zou spr. willen zeggen: bedenk u nog even alvorens gij dit in de do wet opneemt. Doch hg zal er zich niet met hand en tand tegen verzetten. Tegen een radioraad heeft spreker geen overwegend bezwaar, doch hij acht het on juist het aantal van ten hoogste negen leden in de wet vast te leggen. Wanneer het amen dement gewijzigd werd door te lezen „ten minste 9" of „ten minste 5", dan zou spr. er geen bezwaar tegen hebben. Het amenderaent-Suring besprekende, merkt spr. op, dat dit geen redactie-ver- verbetering is, daar niet alleen de rechten van tferden bg de ontvangst, maar wel degelgk ook bg de uitzending moet worden beschouwd, bgv. in verband met de auteurs wet. Nu de amendementen Droogleever Fortuyn en -v. d. Bergh. Wat het eerste amendement betreft, betoogt spr., dat het hier wel degelijk gaat om een retributie en niet om een be lasting, die steeds geheven wordt voor alge meene behoeften. Bovendien merkt spr. op, dat het idéé der retributie ten behoeve van de vereenigingen geen vinding is van het departement van Waterstaat, doch van de belanghebbenden zelf, de vereenigingen. Waterstaat heeft er slechts een kleine heffing als vergoeding voor diensten bijge voegd. Willen nu de organisaties de heffing niet, dat laat spr. Siberisch koud, zg was geen vinding van "Waterstaat. Spr. is echter zeer stel.ig er van over tuigd, dat, wanneer men er in slaagt den algemeenen omroep vandaag of morgen tot stand te brengen, het eerste geluid zal zgn: en nu naar Den Haag om de helling; Maar men begrijpt toch wel, dat spr. niet met het geld naar de radio-vereenigingen zal gaan om te zeggen: hier ia hot en nu zult gij het aannemen. De heer Joekes wilde afzonderlijke maatregelen tegen de klap loopers, maar wanneer de klaploopers hier door de meerderheid verdedigd worden, dan voelt spr. geen behoefte achter die heeren aan te loopen. Men heeft gevraagd: hoe komt gg to* het inzicht van wat de vereenigingen wen- scben. Spr. stelt het zich zoo voor, dat hg, wanneer een algemeene uiting uit den kring der radiobelanghebbenden komt, daar mee rekening zal houden. Ten aanzien van het amenderaent-v. d. Eergh vraagt spr. hem vertrouwen te schen ken. Hg acht het araendement niet noodig, doch wil er zich, evenmin als tegen het amendement-Droogleever Fortuyn niet tegen verzetten. De VOORZITTER deelt mee, dat de heer Van Dijk zijn eerste amendement gewijzigd heeft in dien zin, dat achter „machtiging" Worden ingevoegd de woorden „tot het doek van uitzendingen", terwijl hij in dit amende ment tevens het woord „evenredigheid" vervangt door „billijkheid". In Het amen dement tot instelling van een radio-raad vervangt spr. de woorden: „De radio-raad beslaat uit ten hoogste negen", door: „de radio-raad bestaat uit ten minste negen" leden. De heer HEEMSKERK (A.-R.) en VAN DIJK (A.-R.) repliceeren. De heer VAN DIJK betoogt, dat hij wel het woord „evenredigheid" vervangen heeft door ..billijkheid", doch dat dit in den grond der zaak hetzelfde is en dat hieruit nu niet mag worden afgeleid, dat de zender voor den omroep naar Indië nu maar in handen moet worden gespeeld van het Philipsconcern. De heeren SURING, DROOGLEVER FORTUYN. v. d. BERGII en JOEKES repli- seeren. De MINISTER dupliceert. Schrapping der retributie. Het amendement-v .Dijk, betreffende de instelling van een radio-raad wordt aange nomen z. h. s.het amendement-v. Dijk betreffende de verdeeling van den zendtijd, wordt aangenomen met 773 stemmen; het amendement-v. Dijk. betreffende de voor waarden waaronder een machtiging kan worden verleend, wordt aangenomen z. h. s. Het amendement-Droogleever Fortuyn (schrapping relributie-bepaling) wordt aan genomen met 6820 stemmen; legen de soc.-democraten en de heeren Snoeck Hen kemans Krijger en de Voorzitter. Hel amendemenl-Suring wordt aangeno men z h s De artik°len worden z h. s aangenomen. Het wetsontwerp wordt aangenomen z. h. 3. De capitulantenwet. Aan de orde is het wetsontwerp tot vast stelling van een Capitulantenwet. De heer TILANUS (C.-H.) vraagt zich af of het noodig is de materie in de wet te regelen. Hij merkt ten aanzien daarvan op, dat het capifulanlenvraagstuk reeds zeer oud is en dat meer dan eens getracht is daarvoor een oplossing te vinden, doch steeds zonder gevolg, omdal het Departe ment van Oorlog niet anders kon doen dan de militairen die het na een zeker aantal jaren trouwen dienst in burgerbetrekkingen wilde geplaatst zien. aanbieden, terwijl op de andere departementen nief de verplich ting ruste ze aan te nemen. Hel gevolg is, Uit bet Engelscb van HENRY SETON MERRIMAN. I.Ja, dat geloof ik wel," zeide Fitz afge- Pken. Blijkbaar had hij meer naar de F111- dan naar de woorden geluisterd. Hij FSat de vraag te beantwoorden. Maar zij fhaalde die. 1.H°e lang krijg je vacantie?" vroeg zij wpeloozen con versa tietoon. kpgeveer drie weken." raster niet. O! daar is de thee Zou ik M aanbieden ze te schenken?" aar mrs. Harrington verliet de piano en e- dat zij niet goed meer kon zien. Zij I('f>Üen0ez muzie'k gemaakt. I'"durende het verdere van den avond Ir een of tweemaal de gelegenheid Pjtp naar Eva te kijken om. zoo mogelijk P'd^^n. wal er toch anders aan haar I orden was Hij had een meisje achler- en in Majorca hii vond een vrouw Tm Londen. Dat was het geheele ver- fflaar hij kon dit niet onder woorden Ffl?en. al is Fitz vervelend en lomp gewor- zridp mrs Harrington toen de beide afscheid genomen hadden a was bezig haar werk op de vouwen. ^Iwoordde niet. 19 in Majorca ook zoo?" vervolgde dame dat geloof ik wel. Hij was altijd l stil, HOOFDSTUK XV. Don Quixote. „Ga je mee naar mijn club een sigaar rocken?" De graaf stond onder een gele lamp. in zijn met bont gevoeTde jas en keek onder zijn zware wenkbrauwen naar zijn jongen metgezel. Fitz zweeg een oogenblik. De graaf was vriendelijk voor Eva geweest Fitz had zijn houding tegenover het meisje opgemerkt Hij hield van Cipriani de Lloseta zooals zoovelen zonder te weten waarom. ...Met genoegen." zeide hij. „Gaarne." De club van den graaf was een klein en uitgelezen gezelschap. Het was een club met een literaire strekking. De portier in de vestiaire had het voorkomen van iemand die altijd zware maandelijksche tijdschrif ten leest Met eenig wantrouwen beschouw de hij Fitz den man. die veel in de open lucht scheen te verkeeren. De graaf ging hem voor naar de weel derig ingerichte, rustige rookkamer waar de tafels met §nkele romans en een me nigte nieuwsbladen bedekt waren Bij hun binnenkomen keek een man op van zijn courant en sloeg hem met groote belang stelling cade Het was iemapd met een zetT bijzonder uiterlijk Schprpe lijdenstrekken doorgroefden zijn sprekend gelaat een gelaat steeds genpigd zich pijnlijk saam te trekken Deze man was een humorist maar te oordeelen naar zijn uiterlijk was zijn eigen leven een tragedie geweest. Eenicszins merkwaardig was de wijze, waarop hii met krilischen blik De Lloseta en Fitz bedaard bleef opnemen Meer in 't bijzonder misschien bepaalde hii zijn aan- aandacht tot den graaf, en er lag een be dachtzame uitdrukking in zijn 9cherpe oogen. als brachten zij dat. wat zij zagen over naar het brein dat achter hen lag, met het doel. het daar op te bergen. De graaf knikte ernstig toen hii zijn blik ontmoette. Met een vluchtig knikje en een plotselingen en aangenamen lach keerde de ander terug tot het bestudeeren van zijn avondblad. Cipriani de Lloseta 9choof een gemakke- lijken stoel nader en noodigde Fitz met hof felijk gebaar plaats te nemen. Zelf in een clubfauteuil neervallend boog hij zich voorover tot Fitz. de sigarenkoker in zijn Land. „Ge kent Malorca." zeide hij. Fitz nam een sigaar. „Ja." antwoordde hij en met eerlijke be langstelling keek hij den graaf in het geb laat. „Ja. ik ken Malorca". en hij dacht aan hetgeen Eva hem over dezen man had ge zegd. De graaf streek een lucifer aan en stak met hel air van een kenner zijn sigaar aan. „Ik ben altijd blijbegon hij .als ik iemand ontmoet, die Malorca kent Het was mijn tehui9 Dat wist ge misschien?" En vluchtig trof Fitz een flikkering uit de levendige donkere oogen, door de blauwe rook tusschen hen. „Ik zag uw naam op de kaart." ant woordde hij. Met een eigenaardig smeekende echt Spaansche beweging van het hoofd en af- I werend handgebaar gaf de graaf te kennen dat het zijn schuld niet was dal hem eeD historische naam aankleefde. „Gebruik je whiskey en soda?" vreeg de graaf „Gaarne." De Lloseta riep den kellner, en toen hij de bestelling deed. was er iets gebiedends in zijn stem een van de weinige attributen, die hem als Spanjaard stempelden Hel feu dale bloed vloeide nog door zijn adej-en. „Vertel mij eens ging hij voort zich weer tot Fitz keerende. ..wat je van het eiland kent welke deelen en wat ge er deedt In sommige opzichten was Fitz een heel eenvoudig man. „O!" antwoordde hii onbewust. ,,Ik ging meestal naar d'Erraha. Ik stak dan ge woonlijk over van Cindadela naar Soller langs de kust ziet U." „En van Soller?" „Van Soller reed ik door de Valdemosa en dan dwars over den berg en door het nauwe dal naar dp Val d' Erraha." ,,En was je daar gplukkig?" zeide hij. Fitz keek nadenkend in zijn hoogen tumbler. „Ja." „Ik ook." zeide de graaf Toen scheen hij zich zijn plichten als gastheer te her inneren. „Is die sigaar goed?" vroeg hij. „Het is dp beste die ik ooit gerookt hpb". antwoordde Fitz bedaard en de graaf glim lachte. De beide mannen bewaarden een lang stilzwijgen ieder zijn pigen gedachten vol gend Zij waren juist hpt soort mpnschen om dit te doen Gpen ander dan Cipriani de Llospta zou mpt die volmaakte kalmte in een ondoordringbare Spaansche stilte gehuld met °rnstigp waardigheid epn zoo eenvoudig avondgenot hebben gesmaakt En Fitz scheen tevredpn Hii leunde achterover in zijn stoel met aandacht zijn goede sigaar rookend. Er schepn een punt van volkomen sym pathie tusschen hen mogelijk het kleine zonnige eiland van de Middellandsche Zee, waar beiden gelukkig geweest waren. Het is waar. er lag een geslacht tusschen deze twee menschen. maar dat was het i niel. dat hun tongen bond Het was gedeel- j tel ijk het feit. dat Cipriani de Lloseta met zijn tijd was meegegaan geleerd had misschien te goed. het verkrijgen van dje terughoudendheid die dagelijks meer wordt opgemerkt onder de menschen. Toch was hij het. die het eerste sprak. „Ik had er een bedoeling mede, toen rlc je vroeg een sigaar met mij te rooken", zeide hij Filz knikte. „Ja antwoordde hij. „d3t dacht ik wel". Met weemoedigen glimlach hoorde de graaf het eenvoudige constafeeren van een eenvoudig feit Hij zat voorover geleund, zijn wang op zijn hand en zijn elleboog o<p den arm van zijn stoel „Eenige jaren geleden", zeide hij. „voor gij geborpn waart maakte ik een wel, een slechten lijd door Een van de tijden waarin pen man het verschil ontdekt tus schen een vriend en een kpnnis De om standigheden zouden u niet inlresseeren. Zij zijn werkelijk persoonlijk Somrruge mannc-'n en velp vrouwen ik ben nipt cy nisch dat is de laatste toevlucht van ie mand. die zich schuld'g weet ik constateer slechts een feit vele Touwen k°erdeD mij hun rug toe Er was echter een man een Engelschman die mij trouw bieef met den onverschrokken moed van zijn eigen opinie hetgeen den Enge.schman maaki tot wat hij Ik nam Jes'ijds niets van hem aan Hij kon. inderdaad niet3 voor mij doen Dat hecreer hij Een En- gels^hmnn en een Spaniaard hehhpn vee! gemeen. Hij is nu dood Hel was Challoner". (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 9