DE VELDSLAG BIJ KATWIJK. VERHAGEN's MILKO en RUMCO DeGrijzeDame 68(t* Jaargang LEIOSCH DAGBLAD, Vrijdag 24 Februari 1928 Derde Blad No. 20844 TWEEDE KAMER. FEUILLETON. voerd en het is waar, dat voor de bestaande omroepvereenigingen de retributie niet ab soluut noodzakelijk is, maar zonder retri butie zal de onhoudbare toestand blijven bestaan dat meer dan 70 pCt. der luiste raars klaploopen. Wat intusschen de hoogte der retributie betreft meent spr., dat deze f 5 niet te boven moet gaan, terwijl hij aan dringt op lage retributie voor kristalont vangers. De heer J. J. C. VAN DIJK (A. R.) heeft in beginsel geen bezwaar tegen het door den minister gevolgde systeem, waarin de regeling wordt overgelaten aan een alge- meenen maatregel van bestuur, indien de bescherming van de rechten der burgers daarbij maar geen gevaar loopt. In de wet moeten enkele hoofdlijnen evenwel worden vastgelegd en die mist spr. in dit ontwerp, Hoe stelt de minister zich voor dat in een algemeenen maatregel van bestuur regelen worden gesteld? Volgens den minister zal alle9 geheel geregeld worden in verschil lende hoofdstukken, die de algemeene maat regel zal bevatten. Echter de algemeens maatregel zal aan den minister opdragen omtrent den radio-omroep regelen te treffen, We krijgen dus deze figuur: de wet dele geert aan den alg. maalregel van beduur en de alg maatregel van bestuur delegeert aan den minister. Waar is het eindpunt! Hoe zal hef voorts gaan met de verdeeling van h,et aantal zenduren, gezien het ge ringe aantal in verband met het kleine aan tal golflengten, aan Nedertand toegestaan? En hoe staat het met de controle op do waardeering der uitzendingen in verband met orde en goede zeden? De Minister wil die controle doen geschieden door een com missie, die door haar samenstelling een waarborg zal geven voor veelzijdigheid en onpartijdigheid. Het wekt den indruk, alsof deze commissie, gezien de Memorie van Antwoord zaïl worden een commissie, die ook het programma samenstelt. Daarover wil spr. gaarne nader worden ingelicht. In middels acht spr. een dergelijke controle commissie gewenscht en hij begrijpt niet, dat daaromtrent niets in de wet is geregeld Spr. zal niet ingaan op de vraag of een retributie gewettigd is door de diensten, door den Staat bewezen, maar wenscht te protesfeeren tegen het verwijt, dat vooral de Christelijke zendvereenigingen voor sec- tarische doeleinden de radio zouden mis bruiken en daarvoor de retributie zouden eischen. Spr. gaal na hoe de toestand zich ont wikkeld heeft nadat aanvankelijk alleen de de H.D.O. bestond, welker uitzendingen vrij-» wel uitsluitend op de vrijzinnige levens-- opvatting georiënteerd waren. Achlercen* volgens werden toen in 1024 en 1025 op gericht de Ned. Chr. Radiovereeniging de Kath Omroep, de V.A.RA. en de Vrijz. Prot. Omroep. Spr. herinnert vervolgens aan de wprki zaamheid van de commissie Ruvs de Bpe- renbrouclc en volgt de ontwikkeling tol de oprichting van den Huizer zender, waar door de rechtsche groepen, hoewel er nog geen sprake was van pariteit in vergelij king met de vrijzinnige groepen, een vonr- loopige regeling kregen die bevredigde. Evenwel zal een definitieve regeling slechts mogeliik ziin op den voet van volkomen rechtsgelijkheid Een nationale omroep is bij zoo'n regeling zeer goed mogeliik, wan neer deze maar omvat al waf in ons volk tot uiting komt. Zoo'n nationale omroep zou mogelijk zijn onder beheer van ëén lichaam waarin de verschillende richtingen verte genwoordigd zijn of in den vorm van af-» zonderlijke organisaties. Een neutrale kleur- looze omroep, waarbij de vrijzinnige levens-» beschouwing als norm zou wordpn genomen, is niet te aanvaarden Dit geldt ook voor Tndië, al erkent spr.. dat eenige beperking wat de politieke uitzending bptreft, hier geboden is Tiet standnunt. door den minis ter aangenomen, heeft spr. echter met ver-i ba zing geslagen. Aan een bepaald concern, staande onder leiding van den heer Treub. wordt zii het ook voorloopig, algeheele machtiging ge geven voor de uitzending van programma's, ook godsdienstige. Dat deze regeling voor loopig is. doet niets ter zake. dit is een nieuwe regeling en een vonrloopige rege ling. die nieuw i9 moet uitgaan van rm«te principes. Wist de minister niet. dat de chrisfeliike vereenigingen hiermede geen - (Vervolg van gisteren). Het krijgsplan der Blauwen en hoe het door de Rooden verijdeld werd. Nieuwsgierigheid kent geen tijd Het défilé. Foto- W. Bleuzé, Leiden. Behandeling van het radio- ontwerp Voor of tegen retributie Een verklaring van den Minister. (Zitting van gisteren). Minister Van der Vegte. H. M. de Koningin met gevolg ttfdens f De slag is gevallenbeide troepen- fcschten zijn met geweldige verliezen terug- Inlagen Hoe gaarne hadden wij onzen lezers een imakeljjk verhaal opgedkcht van den gister middag in de Katwijkache duinen uitgevoch ten titanenstrijd tusschen de roode en kliuwe troepen. Helaas, es hat nicht soUen sein Wel hadden we een door den leider der Kieningen, majoor Waltheer, geleekend bo- ijjs in onzen zak, dat ons volgens de daarop pielde aanteekening toegang zou verschaf- in tot alle gevechtsterreinen; wel werd <b bjj de tank-demonstralie in de morgen uren die toegang ook inderdaad verleend ta wel waren alle autoriteiten ten slotte leer welwillend, maar toegang tot het slag veld, neen, dat was iets, wat ze ons niet ionden verschaffen. immers tegen twaalf uur, kort voordat de gevechteoeleningen een aanvang zouden nemen, kwam van het Hof van H. M. de Koningin het telefonisch bericht, dat het gansche terrein door politietroepen moest korden afgezet en dat ook aan de pers geen toegang mocht worden verleend. En dat, terwijl we juist van strijdlust blaakten. Maar alle dringende verzoeken om toch maar een glimpje van de manoeuvres te mogen opvangen, waren tevergeefs en slechts dank zij de welwillendheid van mevr. Eeltjes, die zoo vriendelijk was ons op haar erf en zelfs op haar zolder toe te laten, kregen we een plaatsje, circa honderd meter voor de duizenden nieuwsgierigen, die van alle kanten waren komen opdagen om ge tuige te zijn van de evoluties onzer Neder- bndsche weermacht. Haar stonden we na, ver verwijderd van 1 strijdgewoel, in den winterschen Februari- Biddag te trappelen van de kou. Auto's met officieren reden steeds man tan naar het verre slagveld, waarvan slechts vag af en toe de knal van een geweerschot el een korte doffe roffel van een mitrailleur tot onze trommelvliezen doordrong. Uren duurde het, voor er eenige teeke- in den strijd begon te komen en de het défilé gistermiddag in de Katwijksch H. K. H. Prinses Juliana. al-maar-aangroeiende menschenmenlgt? nabij de Tol iets anders kreeg om naar te kijken als golvend duinterrein. Een enkele ruiter op een hoogen duintop met een kijker turend in de verte; een ordonnans, die snel tegen een helling klaa. terde om daarna weer even snel uit het gezichtsveld te verdwijnen, dat was alles. Maar gaandeweg werd het vuur levendiger en werden de rillingen over onzen rug heviger bij de gedachte aan den vreeseljjken kamp, die „somewhere in the distance" ge streden werd. Achteraf vernamen we omtrent het ver loop der oefening het volgende: De blauwe Oostpartij, onder commando van kapt. Van Blarkom van het 4 R. f., uit Leiden, de partijgangers, gelijk gis teren gemeld had een plan gemaakt, waarbij óch een afleidingsgroep had ge vormd, welke in opdracht had ter hoogte van de schietbanen, in een breed front stelling te nemen en te trachten de vijande lijke Kood-W est-partij door hevig geweer vuur en ver naar voren geschoven patrouil les in zjjn richting te lokken en tot een gevecht te verleiden. De hoofdgroep der Blauwen, welke zich in de omgeving van 'Doorendel verdekt had opgesteld, zou alsdan gelegenheid krijgen der, vijand in de flank of wellicht in den mg aan te vallen. De roode troepen, onder leiding van majoor Van Voorst tot Voorst, gingen in derdaad op dit plan in, maar blijkbaar had de roode commandant een dergelijke list vermoed, want toen zijn leger in de flank werd aangevallen, bleek hij zijn Westelijken vleugel aanmerkelijk versterkt to hebben. De blauwe partijgangers maakten zich daarna van het gevecht los en verzamelden achterwaarts om daarna aan de oprukkende rooden verwoeden tegenstand te bieden. Hoewel dit gevecht onbeslist bleef, slaag den de rooden er toch niet in de verbinding met de kustdetachementen Katwijk aan Zee en Katwijk-Haven tot stand te brengen om zoodoende de inscheping der troepen te be duinen. Geheel rechts in Haar auto vorderen en te beveiligen tegen eventueélè overvallen der opstandige bevolking. De Koningin, te paard gezeten, en Qe Prinses, volgden vanaf den top van het W'ilhelminaduin deze oefeningen. Onmiddellijk na afloop verzamelden de deelnemers zich op het terrein nabij de cantine, waar Hare Majesteit de troepen inspecteerde, terwijl eveneens wederom met de tank gedemonstreerd werd, waarbij thans ook onder het rijden met de mitrailleur geschoten werd. Daarna begaf Prinses Juliana met gevolg zich per auto naar het kruispunt van Cantine- en binnenweg, waar tot slot der manoeuvres de troepen voor H. M. zouden defileeren. Even later arriveerde hier ook de Lands vrouwe met gevolg, gekleed in een grijs groen rijcostuum. De Vorstelijke personen werden door de menigte, wier geduld eindelijk beloond werd, met hartelijk gejuich begroet. En met de Koninklijke Militaire Kapel aan het hoofd, trok daarop de stoet voorbij. Fel schetterden de blinkende instrumenten hun klanken in de klare winterlucht, „hoof de r links" klonk het commando, en vrien delijk buigend beantwoordde onze Vorstinne, hoog te paard gezeten, het militair saluut. Na afloop onderhielden de KoningÏD en Prinses Juliana, welke laatste vanuit Haar auto het défilé gadesloeg, zich nog korten tijd met den leider der oefeningen, majoor Waltheer, waarin H. M. zeide zeer tevreden te zijn over het verloop der manoeuvres, welke zij verklaarde met veel genoegen te hebben bijgewoond. Daarop vertrokken de Koninklijke bezoe kers, luide toegejuicht door de tallooze belangstellenden, per auto naar Den Haag. RECLAME. DE ALTIJD GEWILDE BOXBONS! 1610 Aan de orde is het wetsontwerp tot aan- vuMing en wijziging van de Telegraaf- en Telefoonwet 1904, zooals die laatstelijk is aangevuld en gewijzigd bij de wet van den 31en Mei 1923. De heer v. d. DERGH (S. D. A. P.) be toogt, dat een zoo immaterieel onderwerp als dit moeilijk in een wetsontwerp kan worden vastgelegd, vandaar dal het ontwerp zoo weinig materieele normen bevat. Het is zeer goed denkbaar, dat de techniek zoo groote veranderingen zal ondergaan, dat over eenige jaren de materie, ware zij in een ontwerp geregeld, weder geheel opnieuw geregeld zou moeten worden. De algemeene maalregel van bestuur is dan ook de beste vorm ter voorloopige regeling Hel ontwerp is voor spr. aannemelijker geworden mede door de tegemoetkomingen van den Mi nister. Een der grootste problemen in deze aan gelegenheid is: vrije meeningsuiting of vol komen neutraliteit ,ter zake waarvan spr. als zijn meening uiteenzet, dat de vrije mee- ningsrichting verre te verkiezen is boven de neutraliteit, welke in de praktijk, bijv. in Engeland en Duitschland, reeds tol groote bezwaren aanleiding heeft gegeven. Wat verstaat men onder neutraliteit? In Enge land worden daaronder begrepen o.a. we tenschappelijke voordrachten en preeken. Maar is een preek van den heer Kersten wel te onderscheiden van een politieke rede? En een wetenschappelijke voordracht over het Darwinisme, zooals spr. die van een Engelsch station hoorde, zou die wel aJs neutraal beschouwd kunnen worden? Po litieke propaganda op gepaste wijze gevoerd, moet worden toegelaten; wie niet hooren wil, draaie den condensator om. Laat ons bewaard blijven voor de neutraliteit, waar onder men zou krijgen een liberaail-conser- vatieve omroep, in hoofdzaak in handen van de werkgevers. De circulaire van de N. O. V. is daarvan het bewijs. De omroep voor Indië zal neutraal zijn en de heer Treub zal uitmaken wat voor Indië als neu- traaJ zal gelden Dat is ontoelaatbaar en spr. geeft den Minister in overweging zijn standpunt te herzien. Vervolgens bespreekt spr. de retributie, waartegen eemg beginsel bezwaar niet be staat. Aangaande de vraag of men hier te doen heeft met retributie of belasting, meent spr., dat hier van retributie gesproken moet worden en niet van belasting. Er is een hoofdargument ten gunste der retributie, dal spr. volkomen afdoende lijkt: ieder ander stelsel werkt de meest ergerlijke klap- looperij op andermans muziek in de hand. In ons land wordt het aantal klaploopers geschat op 70 pCt van alle luisteraars. Tegen retributie is dan ook geen bezwaar te maken, terwijl zij het eenige middel i9 om een goede organisatie tot stand te brengen. Er wordt in den laatslen tijd van z.g. neutrale zijde actie tegen de retributie ge Uit het Engelïch Tan HENRY SETON MERRiMAN. Só) i.Ze bevallen mij," antwoordde Fitz kortaf. Hij vond het niet tactvol het gesprek op ten onderwerp te brengen, dat pijnlijk Joest zijn voor Eva Hij dacht slechts aan en merkte daardoor niet de geduldig- 'iWzame uitdrukking op het gelaat van den paal. Met blijkbaar welbehagen genoot de Lic hte rijn soep, waarbij hij al zijn aandacht «Paalde, als trachtte hij niets van hel ge- jP'ek te hooren Mrs. Harrington keek hem Knerp aan. en miste zoo den blik. die Fitz over tafel wisselden. ..waarom ben je hier? scheen Fitz te *r»fen £o Eva stelde hem met een glimlach lerust -Er is een voordeel aan je langdurige ver- riung naar Mahon." vervolgde de gast- rou® onverbiddelijk. ..Uil zuinigheidsoog- ben'" ^aïr ^un ,e geen noo&g heb- Pilz lachte. „"I;,?0 Arcadisch is het er nu ook weer reide hij (Traaf keek op. wis vpronderptpl.' zeide hij ..dat de ha- tott 5* men ceen noodig heeft, nog we*t moet worden?" Mrs. Harrington nam een teugje sherry, en keek terloops naar den spreker. „Jij spreekt weer over dingen, waar je absoluut niets van weet," zeide zij luchtig. „Vergeef mij" zei hij zonder op te zien. Mrs. Harrington lachte. „Ach, zeide zij. „wij kennen je alle drie te goed om dat te gelooven Wel. wal kan een eenzaam man als jij mei geld doen?" „Een eenzaam man kan toevallig belast zijn met een wel. met een goeden naam een kostbare weelde." „En ge vindt, dat een groote naam waard is er een fortuin aan te besteden, zooals aan een tuin, alleen voor het onderhoud?" „Ja.' „Zooveel waarde hecht je er aan?" De donkere, ondoorgrondelijke oogen wer den bedaard tot haar opgeslagen. „Ongetwijfeld moest gij weten, dat ik dit doe." zeide hij. Mrs. Harrington lachte en veranderde van onderwerp Zij kende het gezicht van dezen man goed, en zij zag, dat zijn geduld ten einde was. „Dus je hebt Luke gezien in Gibraltar?" zeide zij. zich tot Fitz wendend. „Ja. heel kort slechts. Ik had de „Croo- nah nog nooit gezien. liet is een mooie boot." „Dal begrijp ik. Zoo mooi zelfs, dat twee van mijn vrienden, de Ingham-Bakers, ge- no^pt werden er mede naar Malta te gaan Er zijn tegenw<>ordig geen grenzen meer aan vrouwelijke ondernemingsgeest. Moe ders zijn verwonderlijke wezen9, en hun dochters niet minder. ..Alle dames zijn verwonder lijkt" zeide de graaf met een plechtige buiging. .Je hebt de Ingham-Bakers dus ook ge zien, Fitz?" „Ja. zij hebben met ons geluncht." „En Agatha was zeker heel aardig?" „Bijzonder." „Dat is zij altijd tegen mannen. De graaf bewondert haar zeer. Zij dwingt hem daartoe." ..Dat kost haar niet veel moeite,merkte de Lloseta bedaard op. Het scheen wel. of er een wrok was over Agatha, tusschen deze beide menschen." „Je weet. ging mrs. Harrington voort, zich tot Fitz wendend, „dal Luke en ik het in orde gemaakt hebben? Wij zijn nu weer vrienden." Fitz antwoordde niet terstond. Zijn ge zicht betrok. Zoo in toorn kreeg het iets hards, het maakte hem ouder wat uitgeput. Hij 9loeg zijn oogen op en plotseling kregen zij een zachter uitdrukking, want zij hadden Eva'9 oogen ontmoet, en zij scheen hem te begrijpen „Ik ben niet geneigd over Luke te spre ken." zeide hij kalm. „Mijn lieve, dat was ook niet mijn plan," antwoordde mrs Harrington en haar stem was zoo onderdanig en verzoenend, dal de Lloseta opkeek van zijn bord, van het eene gezicht naar het andere Dal mrs Harrington dit verwijt zoo on derdanig zop opnemen verbaasde iedereen, behalve Fitz lie rustig met eten doorging. Hel 9cheen wp! of mrs Harrington aan het begin van het liner door de een of andere kleinigheid uit haar humeur was gebracht en nu aan a'lcs gezamenlijk aan haar misnoegen lucht gaf stellig zou zij hiermede door zijn gegaan als Fitz haar niet zoo scherp had topgesprr.ken Want nu nam zii "en gehpel anderp hou ding aan en verliep de rest van den maal tijd vrij aangenaam. Mrs. Harrington wiiddo zich aan haar gasten en vermeed nu even angstvallig alle gevaarlijke onderwerpen, als zij ze tevoren Scheen te hebben ge zocht. Na aJloop van het diner vroeg zij den graaf, zijn viool te stemmen, terwijl zij het accompagnement even doorliep. Fitz slak de kaarsen aan en zette de mu ziek klaar Toen keerde hij terug naar het kleine salon waar Eva met een handwerk bij den haard zat Hij stond een oogenblik tegen den schoor steenmantel geleund Misschien wachtte hij, tot zij zou beginnen te spreken Misschien besefte hij niet hoe veelbeteekenend zijn langen zwijgenden blik was. „Hoe lang ben je hier geweest?" vroeg hij. toen de muziek een aanvang nam. „Tien dagen," antwoordde zij, zonder op te zien. „Maar je bent toch niet van plan. hier te blijven wonen?" met eenig wantrouwen. „O neen. Ik ga naar mijn oom in Suf folk. Hij deed een paar «tappen om een courant op te rapen die gevallen was Direct daarop nam hij zijn plaats bij den schoorsteenman tel wper in. Nu begon Eva het gesprek terwijl zij haar zijden handwerkje zorgvuldig glad streek en me' de grootste aandacht bekeek „Ik heb je nog nooit bedankt." zeide zij. „voot alle vriendelijkheid die je mij hewpes op d' Erraha Je was ppn vriend in nood Het klonk heel anders 1an op d' Erraha Eva scheen reed? pen Londensch tintje over zich te hebben gekregen merkbaar in haar gereserveerde houding en aan iets onop rechts in haar spreken Zii was niet langer het natuur-kind onbesmet door wereldsche gezindheid oprecht, vrij, en openhartig. I Fitz stond versteld. „Och. antwoordde hij „,ik kon niet veel doen Feitelijk kon ik niets doen dan mij ge reed houden, in geva^ ik nood-ig mocht zijn. Eva nam haar naald weer op. „Maar." zeide zij, ..dal i9 a>! iets Het ia dikwijls een groote troost, yooraJ voor vrouwen, te welen." dat er iemand is. di% zich „gereed houdt." zooals je het noemt, in geval men hem noodig heeft." Zij lachte even en werd toen plofs'ling heel ernstig De herinnering aan een ge sprek op d' Erraha schoot als een bliksem»- 9traa>l door haar brein, zooals herinnering» f dikwijls komen op het verkeerde oogen». blik Het bewuste gesprek had toen dippen indruk op haaT gemaakt het was bijna woord vnor woord aJs dit. maar toch heel verschillend In al zijn natuurlijken eenvoui stond Fitz haar aan te kijken „Wil je mij het genoegen doen." zeide hij, „mij altijd als zoodanig le blijven beschou wen?" Zij had haar hoofd over haar werk ge bogen. terwijl ze sprak en toen hij de laat ste woorden zeide. was het of haar adem even stokte alsof zij zich in den vinger had geprikt Juist hadden de musici hun spel geëindigd en vóór Fitz fp anlwoordpn kpek zij naar d aanffrpnzende kamer knikte lachte pn dankte hen. Toen wpm*dp zii zich tol hprn en zeidp op dien luchfigpn biina onver schilligen toon die hem zno nieuw was „Dank ie zeer maar natuurlijk hpb ik miin oom Hop hoe lang denk ie aan wal te blijven? Je verdiept wel een lange vacantie, vind je niet?" (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 9