68*" JAARGANG
DINSDAG 21 FEBRUARI 1928
No. 20841
STADSMEUWS.
Het voornaamste nieuws
van heden.
LEIDSCH
DAGBLAD
D*0<3L4D VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
PRITS DER ADVERTENTIEN
30 Cts per regel voor advertentien uit Leiden en plaatsen waar
agentschappen van ons Blad gevestigd lijn Voor alle andere
advertentifn 35 Cts per regel Kleine Advertentifn uitsluitend
bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts. bij een
maximum aantal woorden van 30
Incasso volgens uostrerhl Voor eventueele opzending van brieven
10 Cts porto te betalen Bewijsnummer 6 Cts
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers vodr
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postchèque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden 2.35. per week
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week
Franco per post 2.35 portokosten.
rois
„0.18
bit nummer bestaat uit DRIE Bladen
EERSTE BLAD.
EERSTE RADIO-AVOND VAN DE
DSCHE CHR. RADIO-VEREENIG ING.
J De gewichtige gebeurtenis is een feit ge
worden.
J Gisteravond, toen de groote Gehoorzaal
bt de laatste plaats gevuld was, hebben
phalve de dus ruim 1100 aanwezigen in
zaal ontelbaar vele luisteraars, die hun
fcdiotoestel hadden afgestemd op Huizen,
junnen genieten van de uitzending van het
ogramma, dat in onze gehoorzaal werd
tgeven en dat dank zij de medewerking
fan bijna tweehonderd ernstige beoefenaren
tn verschillende kunsten, maar niet min-
ler door het optreden van drie gewaar-
perde sprekers een volmaakt succes is ge
erden. Een succes, dat bevestigd werd
W het telkens opklinkend applaus uit de
ampvolle zaal.
J Precies halfacht was de zender ter be-
Ihikking en* werd het programma geopend
(iet den gezamenlijken zang van „Het
de Wilhelmus", met begeleiding van
luziek van „De Post".
I Daarna ging ds. W. Bouwman in het
Ibed voor en sprak verwdgens:
I Als le voorzitter van het bestuur der
[eidsche Chr. Radio-Vereen, roept spr. het
felkom toe aan alle aanwezigen in de
chtige stadsgehoorzaal, maar ook aan
lien, die in stad en land zich hebben
Iplaatst voor hun luidsprekers en in den
pest mede vergaderd zijn.
DS. W. BOUWMAN.
In het bijzonder spreekt hij er zijn groote
fjdschap over uit, dat de hoogedelacht-
heer mr. Van de Sande Bakhuyzen,
neester onzer niet onvermaarde sleu-
Istad, aanstond bereid werd gevonden in
vergadering een woord te spreken;
hetzelfde wordt verklaard aangaande
rokers collega, ds. Meeter, Ned. Herv.
J. alhier, wiens sympathie voor de radio
fend was. Een groote voldoening wordt
'Esproken dat de verschillende corpora-
in het programma vermeld, zich zoo
'angloos voor dezen avond hebben willen
fen. En dan gaat de voorzitter ongeveer
Pus voort: Dames en Heerenl Het is een
pellende gedachte daf het geklank van
en lied thans niet alleen beluisterd
Jjrdl door allen die hier samenzijn, maar
door duizenden in ons vaderland en
irbuiten. Men heeft het aanvankelijk
'^chien wel ietwat zonderling gevonden,
zelfs predikanten te midden van een
fkken arbeid zich nog konden interes-
pen voor de Radio. Maar men behoeft
i deze dingen in het tegenwoordige sta-
van ontwikkeling toch slechts opper-
kennis te nemen om in te zien,
de Radio-Telefonie een verschijnsel is
J onzaglijke beteekenis.
ffus de vraagstukken omtrent de eeuwig-
d komen erdoor voor ons in ander licht
slaan. Wanneer wij ons trachten in te
peD> hoe het toch wel eenmaal wezen
I in de eeuwigheid, in het rijk der heer-
1 in de herboren schepping met on
~re millioenen gezaligden en in hun
Wen de Zoon des Menschen. dan rijzen
I '1 ons dus telkens zoo moeilijke vragen,
r' ik dan let op de wonderbare
£hten, welke er nu reeds als uit ver-
|en werkkameren Gods te voorschijn
n. en ik denk het mij in dat al deze
lT°veel méér mysterieuze krachten een-
in het rijk der heerlijkheid tot heur
ontplooiing en volmaaktste doorwer-
f ^en gekomen zijn zie. dan is
mil of God bezig is. voor onze oogen
gekromde vraagteeken na het an
dere door rechtopgaande, fiere ui troeptee
kens te vervangen, en dan juicht het in
mijn binnenste.
Maar wie meet de macht en den invloed,
welke door de Radio nu reeds geoefend
wordt en in de naaste toekomst geoefend
worden zal? Neen. we sluiten het oog niet
voor het gevaar, dat hier dreigt. Evenals
de drukpers „is de radio een stap ten hemel
of ten hellé".
In ditzelfde oogenbiik en schier dag en
nacht wordt door tal van zendstations door
den aether voortgedragen het woord, dat
den Naam des Heeren looft en het woord,
dat hem loochent; het woord dat den Zalig
maker der wereld belijdt en het woord,
dat hem negeert; ja de stem van het ge
bed en de stem van den vloek Maar zouden
wij dan dit middel ongebruikt mogen laten,
omdat er zooveel misbruik van wordt ge
maakt? Welk een kostelijk middel is de
radio om de prediking van het Evengel ie
te brengen aan kranken, invalieden, ouden
van dagen en zooveel anderen, die niet
in staat zijn ze anders te beluisteren of
die misschien van het Evangelie, vervreemd
zijn! En zou de Christenheid dit door God
haar geboden middel niet, even goed als
de pers, gebruiken om hAAr woord en lied,
hé&r levensbeschouwing en beginsel, en de
belijdenis van haar God en Zaligmaker
uit te dragen?
Als er voor één stem in den aether plaats
moet zijn, dan toch zeker wel voor die,
welke wil opkomen voor onzen Schepper
en Koning.
Dat is begrepen door de Ned. Chr. Radio-
Vereen. En, zegt spr., wij willen haar met
haar bestuur van deze plaats onzen dank
brengen voor het vele werk, dat zij op dit
gebied reeds heeft tot stand gebracht en
nog dagelijks verricht. En ik geloof uw al
ler tolk te zijn, wanneer ik in 't bijzonder
een woord van hulde breng aan haar voor
zitter, die zoo onvermoeid het pleit voert
voor het recht en de roeping der Christen
heid om van haar hoog en heilig beginsel
getuigenis af te leggen en den naam van
Jezus uit te spreken ook door de radio.
Mr. v <L Deure, zoo voegt spr. eraan toe.
alwie den naam van Christus lief heeft
en iets voelt van het belang, dat hiermee
gemoeid is, staat achter u en biedt u toe
dat God u sterke op uw post!
Maar dan wijst spr. erop, dat zij ook lid
behooren te worden van de Ned. Chr Ra
dio-Vereen., die haar keurig verzorgd tijd
schrift met het volledige programma van
tientallen stations elke week gratis aan al
haar leden toezendt. Ook de Leidsche lui
steraars hebben in dezen nog een belang
rijken achterstand in te halen Opgewekt
wordt ook, het Zenderfonds te steunen.
En dan wijst spr. op de Chr. Radio-Ver.
te Leiden, die dezen avond organiseerde.
Haar doel is te bevorderen, dat zieken
en ouden van dagen kunnen luisteren naar
de kerkdiensten en andere uitvoeringen,
welke door de Ned. Chr. Radio-Vereen,
worden uitgezonden en zij stelt daartoe zoo
veel mogelijk gratis hun een ontvangtoe
stel beschikbaar. Zij geeft geregeld op hare
vergaderingen gratis theoretisch ên prac-
tisch onderricht aangaande de radio en
behandelt allerlei moeilijkheden, welke de
leden met hun toestel mochten hebben en
wijst eventueele gebreken in hun toestel
aan om die te verhelpen En zoo tracht zij
alles te doen voor een goede radio-ontvangst
en voor de ontvangst van de christelijke
radio-uitzendingen in 't bijzonder bevorder
lijk kan zijn. Spr. wekt allen op lid van
deze Leidsche Chr. Radio-Vereen, te wor
den tegen betaling van slechts twee gulden
per jaar.
Spr. eindigt zijn rede met aan alle lui
steraars, gezonden en zieken, in ons vader
land of daarbuiten, toe te wenschen een
genoeglijken en ge zegenden avond, waar
voor ze aan 't eind hun God mogen danken.
Daarna trad de heer H. J. Barentsen,
bariton, voor den zender. Op fraaie wijze
zong deze twee liederen van Bach: „O,
jeselein süss, o Jeselein mild" en „Jesus
unser Trost und Leben".
En vervolgens was de beurt aan het
muziekgezelschap .JDe Post", dat eerst een
bekende marsch van Blankenberg speelde
en daarna een ouverture van G. Allier. Uit
beide nummers bleek duidelijk, dat de heer
Bolderdijk de maatstok zwaait over een ge
zelschap. dab gehoord mag worden ver
buiten Leiden!
Onverdeelde lof hebben wij ook voor het
mandolinegezelschap Krebustlipo, dat ver
volgens twee nummers ten gehoore bracht.
Vooral het tweede nummer, dat uitgevoerd
werd met medewerking van het dubbel-
mannenkwartet ..Inter Nos", onder leiding
van den heer D. van Wouw. en dat getiteld
was „La Teste del Grano (grand fantasie)
getuigde dat Krebustlipo een gezelschap is
dat goed musiceert. Hulde aan den direc
teur. den heer L. C. Veerman.
Het woord was daarna aan onzen burge
meester. mr A. v. d. Sande Bakhuyzen, die
de volgende rede uitsprak:
Rede Burgemeester.
Zou niet een burgemeester met beide
banden aangrijpen de gelegenheid wat over
zgn stad te zeggen. Zou ik, die hier te
Leiden het levenslicht zag en hier op
groeide, dit niet met nog meer natuurle
ken aandrang, met meer vanzelfsprekend
liefde doen. Zal mq dat gevoelen niet par
ten spelen en mij tot overdreven aanprij
zing van de voortrelieiijkheden van Leiden
brengen V Neen, driewerf neen, want van
Leiden is zooveel moois en zooveel goeds
te vertellen, dat ik daarmede nog aan den
ganschen avond niet genoeg zou hebben. Ik
herinner me nog uit mrjn Amerikaanseue
jaren, dat ik sam6n was met iemand, dia
over de voortreffelijkheden van zijn stad,
die sinds eenige maanden ergens in de
prairie gegroeid was, zich danig opwond
en op Amerikaansche wijze snoefde. Toen
hij op de gezichten van zijn hoorders zag, dat
darrop een trek van lichte ongeloovigheid
verscheen, zei hij in zijn opwinding: ja,
mijne heeren, ora de waarheid over deze
stad te vertellen, moet je wel liegeh.
Dat behoef ik over Leiden niet en het
zou ook geen zin hebben, want de geschie
denisboeken over deze stad zijn zoo talrijk
dat zij een flinke bibliotheekkamer vullen
op ons archief, en die zouden mg aan de
schandpaal slaan. Zij, die mjj hooren, doch
niet zien, mogen ook bedenken, dat ik hier
sta te spreken ten aanhoore van een tal
rijke schare Leidenaars, die allen hun stad
en haar geschiedenis kennen en die mij
zeker tot de orde zullen roepen, indien ik
mjj niet tot de meest sobere waarheid
bepaal.
Leiden is geen groote stad. Wij schrijden
langzaam voort naar den 70.000sten inwo
ner, mogelijk zullen wij dien dit jaar neg
begroeten en wanneer dat gebeurt, mogen
wij bedenken, dat wij dan weer zoowat terug
gekeerd zijn tot het aantal inwoners, dat
Leiden in het begin der 18de eeuw geaent
werd te tellen.
Maar de beteekenis van Leiden hing en
bangt nooit samen met het aantal zijner
inwoners.
Leiden was altijd sinds zijn bestaan een
stad van beteekenis, die van zich deed spre
ken buiten de grenzen van het land. Voor
de 16e eeuw was Leiden alleen om zijn
industrie beroemd, in en na die eeuw is
het de rol, die het speelde in den 80-jarigen
oorlog, die het beroemd maakt en komt
naast een nieuw geschapen textiel-industrie
de hoogeschool den roem van de stad
schragen en verspreiden.
Ik geloof niet, dat er een stad ter wereld
is van de grootte van Leiden, waar meer
ware geleerdheid per M2. gevonden wordt
dan hier. Welke stad kan, als Leiden, tot
voor korten tgd, bogen op het bezit van
drie Nobelprijswinnaars
Welke stad van die afmetingen bracht
zoo een schilderschool voort? Is er een ter
wereld, die tegenover Lukas van Leiden,
Van Mieris, Rembrandt, Jan Steen, Gerard
Dou, Jan v. Goyen, Bakker Korff, Fioris
Verster, een dergelijke serie kan stellen?
Ten allen tijde' deed en doet Leiden van
zich spreken. Is er geen beleg, dan is er
heftig krakeel over dea godsdienst en be
leeft men de Arminiaansche schans, die de
Breestraat tot oorlogsveld maakte. W er kt
er een Boerhaave niet, dan doet de Leid-
sche-flesch-ontdekking van de stad spreken.
Rouwt de wereld met Leiden over het sprin
gen van het kruitschip, zij dankt de stad
voor wat zij voor de wetenschap doet. En
zoo ging het en zoo gaat het tot in onze
dagen.
Lorentz, Onnes, Einthoven, hoeveel keer
dwongen zjj niet de geheele wereld het
oog te slaan op deze kleine stad.
Van de geschiedenis van Leiden behoef
ik niet veel te vertellenin enkele zin
sneden kan .men daaraan geen recht doe*,
wedervaren. De groote beteekenis voor hei
wezen der stad, zoowel economisch, archi
tectonisch als geestelijk van het beleg, moet
toch echter even worden aangestipt. De
geschiedenis van het beleg zelf? Moet ik
daarvan spreken?
In dit gedeelte van Leidend historie
behandelt de burgemeester de warme
vriendschapsband tusschen Leiden en
Oranje en hij vervolgt dan:
De Leidsche industrie bij uitnemendheid
had in het midden der zestiende eeuw reeds
door concurrentie veel van haar beteekenis
verloren en het beleg, de verbreking der
verbindingen, de decimeering der bevolking
hadden den ondergang nog meer in de hand
gewerkt Toen hebben de groote mannen
die toen Leiden bestuurden, P. A. van der
Werff en Jan van Hout het hunne gedaan
om Leiden weer op de been te brengen.
Nieuwe industries door hen, als 't ware
metterdaad naar Leiden gebracht, door in
voer van vreemde textielarbeiders. Succes
heeft hun pogen bekroond en nu nog is de
bestaande textiel-industrie in deze stad, de
sajetfabrieken, de dekenfabrieken, de wol-
weverijen, een gevolg van dit initiatief.
Daardoor kwam Leiden weer tot een in
woner-aantal van 20.000 tot bij de 70.000.
Het andere groote gevolg van het beleg
was de stichting van de Hoogeschool, die tot
loon van de trouw, de zelfopoffering der
burgers te Lieden door den Prins gesticht
werd.
Wat die stichting der Hoogeschool voor
deze stad beteekend heeft en nog beteekent
is moeilijk onder woorden te brengen. Die
heeft Leiden gemaakt tot een centrum dat
voortdurend de beste denkers tot zich trekt
en jaarlijks een rijke oogst van vergaarde
kennis en ontwikkeling tot heil van ons
volk over het geheele land verspreidt.
Die stichting is de aanleiding geworden
dat hier vereenigd zijn de meest kostbare
verzamelingen, zóódat er voor ieder, die iets
leeren wil, die iets weten wil, hier de meest
uitgebreide en volledige bronnen ter be
schikking staan.
Ook de kostbare inhoud der talrijke mu
sea brengt de burgemeester ter sprake om
te vervolgen:
Om moois te zien in Leiden behoeft men
niet uitsluitend te gast te gaan bij de Aca
demie of de tot haar behoorende inrichtin
gen
De rijke Leidsche geschiedenis liet na
tuurlijk wel zeer veel herinneringen achter,
die in een lokaal museum, de oude Laken
hal bijeen gebracht zijn Geleidelijk is de
collectie een hoogst belangrijke geworden en
het aardige er van is dat dit museum èn
groote kunstschatten bezit èn toch zich kon
beperken tot het verzamelen van schilde
rijen en voorwerpen die op Leiden betrek
king hadden, hier gemaakt werden of door
Leidsche kunstenaars gemaakt zijn.
Nu ik toch bezig ben op te sommen wat
voor schoonheden onze stad waardig ma
ken haar te bezoeken, mag ik ook noemen
ons stadhuis uit de zeventiende eeuw, en die
tal van aardige hofjes, ik meen een 30 a 40,
die hier en daar verscholen een betoove-
rend effect maken op vreemdeling en land
genoot. Daar zijn de oude eerbiedwaardige
grachten, den Burcht, onze twee eerbied
waardige kerken, de St. Pieter en de Pan-
cras.
Leidens omstreken zijn nu wat verder af
of liever Leiden kon zich wat verder afge
legen stukken natuur annexeeren en tot
zijn omgeving stempelen, binnen zijn radius
trekken.
Daar is Katwijk en Noordwijk, de schitte
rendste badplaatsen, die badplaats blijven.
Daar zijn de bollenlanden, binnen ons be
reik. Daar is voor deft zeiler de merenrijk-
dom van deze buurt, voor den schaatsenrij
der het schitterendste stel van kanalen en
meren om, zooals deze winter van te ge
nieten.
Daar zal zijn, als de burgerij het werkelijk
wil een Leidschen Hout.
Veel meer dan aanstippen kan ik nu niet
en veel heb ik achterwege moeten laten,
maar toch zal niemand kunnen zeggen, dat
ik mij met een Jantje van Leiden ervan heb
afgemaakt
Mogen velen in Leiden komen zien bij
markten, op Vrijdag en Zaterdag, als daar
heerscht een roezemoezige drukte; op mid
dagen als vroolijke studenten en misschien
ook de jeugdige Prinses zich naar hun col
leges begeven of op 3 October als iedereen
hier van rijk tot arm en van oud tot jong
deelneemt aan de vroolijke feestviering.
Met open armen zult U allen worden ont
vangen.
Na de burgemeester trad op de Chr. Zang-
vereeniging Hosanna die een drietal liede
ren zong uit Valerius* Gcdenckclanek. De
vereen, oogstte veel succes. Nadat daarop
een kwartier pauze was gehouden speelde
Ihet Leidsche Strijk ensemble „Bobette" drie
nummers. „Bobette" heeft haar naam weder
gehandhaafdde nummers werden op uit
nemende wijze uitgevoerd en verdienden
alle lof.
Wegens het gevorderde uur moest het
programma belangrijk worden bekort.
Achtereenvolgens traden nog op de he<er
Barendsen met een tweetal jolige en een
melancholisch liedje, die door het publiek
zeer geapprecieerd weTden; het dubbelman-
nenkwartet „Inter Nos". dir. de heer D. van
Wouw dat eveneens veel succes oogstte met
een tweetal nummers, die dan ook werkelijk
goed werden uitgevoerd; het duo Verwer,
viool en pi&no, waarvoor we niets dan lof
hebben en verder „De Post", „Krebustlipo"
en „Hosanna", die men reeds eerder had
gehoord.
Daarna sprak ds. Meeter het slotwoord.
BINNENLAND.
Eerste Radio-nitzendarond, georganiseerd
door de Chr. Radio-Vereeniging (Stadsn., Ie
Blad).
Heden is te Utrecht geopend de 18e Jaar*
beurs (2e Blad).
Een Gastmaal ten Hove (Binnenl., 2e BI.)
De Jaarvergadering van het Hollandsch
Bloembollenkweekers Genootschap (Land
en Tuinbouw, 3e Blad).
De wederwaardigheden van de sleepboot
„Seine" (Gemengd, 2e Blad).
Opnienw is een dijk van de Bolksbeek
doorgebroken (Gemengd, 2e Blad).
Aanrijdingen met ernstige gevolgen te
Lieshout en Den Bosch (Gemengd, 2e Blad).
Het gratieverzoek van majoor G., bekend
nit de Haagsche vergiftigingszaak, is afge
wezen. (Rechtzaken. 3e Blad).
BUITENLAND.
Een ontwerp-conventie voor algemeene en
algeheele ontwapening door Rusland bij dea
Volkenbond ingediend (Buitenl., le Blad).
De besprekingen ter Teiligheid8commissia«
te Genève bijeen (Buitenl., le Blad).
Vonnis in het Dnitsche proces Krantx
(Buitenl., le Blad).
De communist Fokine pleegt zelfmoord.
(Buitenl., le Blad).
Ds. A. D. MEETEF
Spr hugon met te zeggen dat tnj de uit-
noodiging om een - slotwoord te - spreken
gaarne heeft aanvaard omdat hij zelf zoo
veel heeft genoten van de Radio, vooral bij
zijn ziekte in den afgeloopen winter Hoe
groot wellicht is het aantal dergenen, die
dezen avond hebben meegemaakt. Velen
zijn er onder de luisteraars, die spreker
kent en dezulken brengt hij zijn hartelijken
groet. Velen zijn er ook. die spr. niet kent,
maar die toch geen vreemde zijn omdat zij
met ons staan op hetzelfde fundament, om
dat ze ook kennen den Heiland die de
onze is.
Spr. brengt daarna hulde aan de Christe
lijke Radiovereeniging voor het organiseeren
van dezen avond. Er zijn er nog velen die
het nut van een Chr. Radiovereeniging niet
inzien, maar dat is immers kortzichtigheid.
Ve'le geestelijke stroomingen worden ge
hoord in den ether, zou dan Christus niet
verkondigd worden? Dat ze dat doet. is het
schoone van de Chr. Radiovereeniging. Dat
ze het Evangelie uitzendt over de wereld om
de menschen tot Christus te lokken.
Spr. wijst in dit verband op een boek van
Prof. v. Nes handelende over Mystiek dat
verschenen is in 1900. Deze schrijver heeft
in dit boek laten zien wat het Christendom
biedt tegenover de geestelijke stroomingen
van den modernen tijd. Dat wist ook de
Chr. Radio-vereeniging. Immers wordt ver
laten wat God verlaat en die zeggen: we
redden 't zonder Hem. die vergaan. Spr.
noemt nog verschillende voordeelen van de
Chr. Radiovereeniging en wijst er op dat
hier de eenheid gevonden wordt en dat alle
kerkelijke twister op zij worden gezet in
waar voor elkander. Spreker wekt
allen op het werk der Chr. Radiovereeniging
te steunen. Zeker er zijn vele nooden. maar
ook dit werk is noodig en daarom dienen
allen te helpen.
Spr. dankt daarna allen die op dezen
avond hunne medewerking hebben verleend
en spreekt een woord van dank aan God
voor de zegeningen.
Daarna ging ds. Meeter voor in dankgebed.
Aan het einde van den avond werd gezon
gen: .Dankt, dankt nu allen God".
GROOTE MILITAIRE OEFENING
TE KATWIJK.
Défilé voor H. M. de Koningin en
H. K. H. Prinses Jnliana.
Aanstaanden Donderdag zal er door de
le brigade van de regimenten grenadiers
en jagers uit Den Haag en het 4de regiment
infanterie alhier in de Katwijksche duinen
een militaire oefening op groote schaal ge
houden worden, welke zal staan onder de
opperste leiding van den hoofdinstructeur
majoor Walthar.
De Leidsche infanteristen marcheeren
om 8 uur '9 morgens naar Katwijk en
nemen te 10 uur deel aan een demonstratie
met een oorlogstank.
Deze demonstratie, die gehouden wordt
ten noorden van de schietbanen is voor
het puhliek zichtbaar vanaf den Cantine-
Weg, terwijl de opstelling van het gevaarte