PRIJS
THANS
68s" Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 18 Februari 1928
Derde Blad No. 20839
i Buitenl. Weekoverzicnt.
LQNDENSCHE BRIEVEN.
Mijn indrukken uit Amerika.
ONMISBAAR
OVERZICHT KAASMARKTEN.
Asqnith overleden De
Dnitsche regeeringscoalitie
ter ziele Donderrede van
Poincaré Geen vroolijk
leest.
Overleden is lord Oxford and Asquith
Alleen de laatste naam zal spreken tot dc
groote massa, want slechts als Asquith is
deze Engelsche staatsman, die eens op het
eerste plan stond, bekend. Zijn pairstitel
verwierf hij ook pas. toen hij werd opge
borgen in het politieke museum... Met As
quith is efn waar gentleman heengegaan
in den waren zin des woords. De volksgunst
heeft hij nimmer bezeten, doch hij heeft
daarvoor ook nimmer geijverd. Hij stond
verre daarboven en deed zijn plicht, zooals
hij die zag in het belang van zijn vader
land, ziende naar rechts noch naar links.
In 1914 zelfs een ,,damned"plicht toen hij
Engeland aan de zijde van België en Frank
rijk in den oorlog deed gaan, vastbesloten.
We herinneren aan zijn woorden:
„Dat het Britsche rijk het zwaard, dat
het niet lichtvaardig getrokken heeft, niet
weder in de scheede zou steken, alvo
rens België in zijn vrijheid, in al zijn
rechten en bezittingen zou zijn hersteld,
en meer dan dat."
In velerlei opzicht is hij verguisd, doch
thans na zijn dood, brengt vriend en vijand
hem unaniem de hulde, waarop hij recht
heeft.
De partij, waarover hij eens het leider
schap had, de liberale partij, is nog slechts
een schaduw van wat zij eens was. Mis
schien zal een figuur als Lloyd Georg-e,
die than6 wel onaanvechtbaar als hoofd
naar voren zal treden, de oude glorie voor
een deel vermogen te herstellen, waar hij
immers beschikt over dat bijzondere, dat de
massa trekt, maar een meer onbaatzuchtig,
eerlijk en zich zelf nooit op den voorgrond
stellend aanvoerder zal deze partij niet
krijgen. Ondank is zijn loon geweest hij
heeft zich altijd manmoedig en gelaten
daarin geschikt. Zijn edel karakter stond
ver daarboven De historie zal hem tezij-
nertijd genoegdoening geven.
Ongeveer tegelijkertijd is nog een doodo
te vermelden, al is het dan geen menseh
van vleesch en bloed, n.l. de Duitsche
coalitie-regeering. Zooals wij voorzagen,
heeft Hindenburg's ingrijpen in den gang
van zaken niet meer mogen baten. De poli
tiek sprak een t-e krachtige taal, om nu
nog buiten de deur te kunnen worden gezet
Centrum noch Duitsche Volkspartij wilden,
met verkiezingen in 't zicht, concessies
nzake de schoolwet meer doen. Trouwens,
Stresemann kalm een maand verlof
am, was reeds aanwijzing op zichzelf. De
Duitsche Volkspartij ging zelfs zoover
terug te komen op reeds gedane beloften,
door de schoolwet, zooals die er lag, niet
eens meer te accepteeren.
Hindenburg, die destijds door zijn per-
loonlijk ingrijpen deze regeeringscoalitie
deed ontstaan, vermocht niet meer haur in
het leven te behouden. De wind waait in
Duit8chland thans te zeer uit den verkie
zingshock en van links.
Zacht en kalm is de coalitie ter ziele
gegaan. Ongetwijfeld om plaats te maken
voor de groote coalitie. De vraag, die thans
echter nog aan de orde is, luidt: zal men
nog trachten een urgentie-program af te
doen, ja dan neen? Ongetwijfeld zou in
menig opzicht een bevestigend antwoord
voor het land het verkieslijkst zijn en ern
stig ia daaraan dan ook gedacht. Opnieuw
evenwel is de politiek een woord e komen
meepraten. Jedere partij zou gaarne een
geschikt verkiezingsobjeet aan dat urgen
tie-program toevoegen, volgens de welbe
kende leusieder is zich zelf het naast.
Ihiibschland gaat in ieder geval verkiezin
gen op korten termijn tegemoet: Einde
blaart of uiterlijk half Mei. Het is betrek
kelijk kort dag geworden.
Twee figuren uit het huidige kabinet
kunnen vermoedelijk wat hun portefeuil
les betreft, rustig de toekomst inzien. In
de eerste plaats Stresemann, wiens politiek
toch als de juiste is erkend van Duitsche
Volkspartij tot en met sociaal-demoeraten
cn die met die wetenschap de Duitsch-
Qationalen dikwijls op het rechte pad heelt
gedrongen, zoolang de coalitie, die nu is
afgestorven, heeft geduurd. En voorts ge
draal Groener, die pas Gessler's moei
lijke erfenis aanvaardde aan de Rijksweer,
die continuatie in bestuur eischt.
Marx, die thans ongesteld is (in hoe
verre ook politiek ziek kan zijn kanse
lierschap als afgedaan beschouwen en ver
moedelijk zijn eerste-rangs-plaats onder de
Centrum-leiders. In het Centrum zelf neemt
de democratische richting meer en meet de
overhand. Figuren als Rtegerwald en Wirth
komen daardoor als van zelf meer op den
voorgrond. Vooral eerstgenoemde lijkt aan
gewezen, om straks een voorname rol te
«pelen.
RECLAME.
IN BI B5I0TS WINKELS
EN BICSIOT3 LUNCHROOMS
STEEDS VOORRADIG
WARfiE KALFSCROgueTTB
15 cb. PERSTUK
J
3144
Haar hoe het ook worden zal, Duitsch-
land gaat een drukken verkiezingsstrijd
tegemoet, waarbij iedere partij voor zich
zelf zal vechten en strijden.
De Duitsche verkiezingsstrijd valt onge
veer samen met dien in Frankrijk. In dit
verband heeft zeer de aandacht getrokken
een rede van Poincaré in Straatsburg, waar
bij zeer heftig is uitgevaren tegen de z.g.
Elzasser-autonomisten, een bewijs, dat
Frankrijk voor die actie bevreesd is. De
terugkeer van Elzas-Lotharingen tot Frank
rijk is voor beide partijen niet geworden,
Vat men zoo graag had gewild. Poincaré's
donderrede doet vermoeden, dat opgetre
den zal worden met straffe hand Of dat.
echter tot het doel zal leiden... Teleurstel
ling wordt zoo meestal niet uit den weg
geruimd.
In Europa's Oosten wordt een tienjarige
onafhankelijkheid gevierd, n.L in Lithauen.
Dit gaat gepaard met alles, wat daarbij
zoo behoort. Toch is de ondertoon der
feestviering somber, want Lithauen droomt
nog altijd van Wilna als hoofdstad; Wilna,
dat door de Polen is bezet. Als donkere
6ohaduw rust de Wilna-affaire op de ver
houding tusschen Polen en Lithauen, tus-
schen wie de onderhandelingen nog steeds
geen aanvang nemen. De jongste pessimis
tische "uitlatingen van Woldemaras, Li-
thauen's premier, doen al heel weinig
goeds voorspellen, waar hij Polen toch
ronduit in de schoenen schuift, Lithauen
te willen opslokken, zij het eerst door een
soort handelspenetratie.
De Volkenbond kan nog pleizier beleven
van dit conflict!
(Van onzen Londenschen Correspondent).
SNUF EN RIJKDOM.
Londen, Febr. 1928.
De Londeqsehe kranten bevatten op ge
regelde tijden kolommetjes onder het hoofd
Latest Wills'' (De Laatste Nalatenschap
pen). Er is een aardag stukje journalistieke
geschiedenis aan verbonden, dat ik en pas
sant kan vertellen hoewel ik het niet
over dc2»e geschieoteais wil hebben. Er
was eens, jaren geleden, een jonge man
in Londen die mager en ellendig was ge
worden van het zoekicn naar een brood
winning. En toen zijn nood het hoogst was
kreeg hij voor zijn reddmg een lichtend
idee. Hij dacht dat er „nieuwswaarde"
moest zijn in nalatenschappen, vooral jü
nalatenschappen van mannen en vrouwen,
die vermaard of berucht waren geweest of
in nalatenschappen, die van zonderlingen
aard waren. Alle testamenten van Enge
land worden gedeponeerd en geregistreerd
in Somerset House, een groot regeerings-
gebouw tussuheii The Strand en den V;c-
toria-oever van de Theems, waar de kan
toren zijn van den dienst der comptabili
teit, den rijksgriffier, belastingen en testa
menten. Alle testamenten van vóór 1700
(dat van Shakespeare b.v. ook) mag hei
publiek voor niets inziendie van na 17CO
tegen betaling van een shilling. De jonge
man voornoemd offerde zijn Laatste shilliii-
gen om de jongste testamenten in Somerset
House te gaan onderzoeken. Hij pikte de
belangwekkendste er uit en stuurde ze in
serie naar de dagbladen en bedong daar
bij een bescheiden honorarium. Dat was
het begin van een specialen nieuwsdienst
van testamenten, die zich voordeelig voor
den stichter heeft ontwikkeld. De dienst is
een soort monopolie geworden, een positie
waarvan het kantoor geen misbruik maakt
en die ook niet door anderen wordt aange.
tast, ook al niet omdat de dienst, die ui
de traditie het. voorrecht van ambtelijke
medewerking heeft verkregen, in zekeren
zin een bezitsrecht is geworden. Tot zoover
dan dit stukje journalistieke geschiedenis.
Dezer dagen las ik in dat kolommetje
van een man die 3340CO en nog wat ponden
had nagelaten. Maar in dlit geval was de
mededeeling niet ontleend aan de boeken
van Somerset House, want de overledene
was heengegaan zonder te bepalfen wat er
met zijn bezit moest geschieden. Hij had
geen testament gemaakt en er kon dus ook
geen aanteekening van zijn in Somerset
House. Dit nagelaten bezit lijkt mij zeer
groot, omdat ik altijd geneigd ben te schat
ten naar N-ederlandsche millioenen. De
man was vier maal N'ederlandsch million-
nair geweest. In Engeland zijn er men
sehen die zulke rijkdommen maax zeer be
scheiden noemen. Men is er pas millionair
en minimum-millionnair wanneer men
12.OC0.000 gulden bezit. Maar ik vind dat
de man, die meer dan driehonderdduizend
pond sterling naliet zonder te vertellen
wat er mee moest gebeuren, een rijkaard
was die er mocht wezen. Indien hij had
gewild had hij eiken dag met een millioen
gulden wisselgeld in zijn zak kunnen loo-
pen, zooals indertijd de graaf de Monte-
Cristo met een millioen francs in zijn zak
liep. Een millioen franc* was een bonk
geld in graaf de Monte-Cristo's tijd. Die
graaf was schatrijk. En ik beweer dat de
man zonder nalatenschap, zoo juist in En
geland gestorven, ook schatrijk was, wat de
aan ponden-millionnairs gewende Engel-
echen ook mogen beweren. Het bericht ver
telde ook dat de gestorvene een „master
of the hounds" was.. Dat wil zeggen dat
hij de leider was in vossenjachten, de heer
van het hondenpark dat met de ruiters het
slimme vossenbeestje dood loopt. Dat is
geen goedkoope sport; en een genot dat
alleen is weggelegd voor hen die niet op
een dubbeltje behoeven te zien. Dat ik
op den financaeelen staat van deD overle
dene met zooveel woorden nadruk leg,
heeft zijn doel Ge moogt niet twijfelen
aan den fantastischen rijkdom van wijlen
dezen „Master of the Hounds."
Die rijkdom heeft mij te denken gegeven.
En hoe meer ik naar dc cijfers tuur, hoe
wonderbaarlijker ze me lijken. Want wat
deed die man in zijn leven 1 Men kan er
zeker van zijn dat een man niet rijk wordt
van het volgen van de honden bij een vos
senjacht. Die sport was slechts een ver
maak voor zijn ledige uren. Van zijn va*
was hij snuf-fabrikant. Nu vraag ik u
souffabrikant. Indien hij tabaksfabrikant
of -handelaar was geweest, zouden de drie
honderd en dei tig duizend pond mij niet
hebben verbaasd. Zelfs indien het cijfer in
dat geval tien maal zoo groot zou zijn ge
weest zou het ongemerkt aan mij voorbij
zijn gegaan. Ik ken wel een tabaksfabri
kant die nog leeft en desniettegenstaande
reeds een paar millioen pond heeft weg
gegeven voor goede doeleinden. Vaak heb
ik gelezen van tabaksfabrikanten in 't ko
lommetje van de „Latest Wills", wier er
fenissen in millioenen ponden sterling lie
pen. Dat laat zich best verklaren. Het land
telt zijn tabak- en sigaretten-rookers bij
millioenen en millioenen De mannen die
ons rij gel eg en he id geven in treinen vin
den het zoo vanzelfsprekend dat iedereen
rookt dat zij h*t nauwelijks de moeite
waard vinden rijtuigen voor niet-rookers in
te lasschen in hun treinen. Engeland is er
niet zoo best aan toe; m-aar dat mannen
die tabak verhandelen en verwerken inil-
lionnairs zijn van zoo indrukwekkende
grootte dat zelfs de Britten er van staan
te kijken, dat is slechts het natuurlijk ge
volg van een opvallende oorzaak.
Maar dat er nog geld zou zitten in snuf,
dat had ik nooit kunnen vermoeden. Hebt
ge onder uw kennissen nog menschen die
snuiven Ik heb voor mijn ervaring den
laatsten snuiver hier aes jaar geleden ont
moet. Hij was een zonderling man, een
collega van den nacht ctten iedereen meed
omdat zijn snuiven een vieze gewoonte was.
Zijn jas was bepoederd als de jas van een
molenaar. Deze aarts-snuiver is voor mijn
gevoel de laatste der snuivers geworden
in de-ze gemeenschap, zooals er eens de
laatste Mohikanen zijn geweest. Wio
snuift er nog onverdroten voor het aange
zicht zijner medemetischen En toch wist
de voornoemde „Master of t!ie Hounds",
die verzuimde instructies te geven in ecu
testament over de verdere bestemming van
zijn financiën, geld bijeen te schrapen uit
de fabricage van dat in ongenade gevallen
goedje. De eer van snuif is compleet over
gegaan op de antieke snuifdoozen, die wij
bewaren als reliquién van een raren tijd,
waarin elke heer zijn snuifje nam, met be
hulp van ecD decoratieven ncusdeuk en
elke dame zich ontdaan voelcLe indien zij
bemerkte dat zij op visite haar snuifdoosje
had vergeten. Snuifdoosjes voor dames wa
ren eens even zeer in de mode als poeder
doosjes nu. Engeland was eens een ver
woed snuivend land. De historische resten
van deze rage Liggen in de musea en in de
antiquiteitenwinkels. En onder de erfstuk
ken, die een Engelschman, wanneer ge bij
hem op bezoek zijt, u toont is altijd een
verzameling snuifdoozen van vaak sierlijke
en kunstzinnige bewerking in edfcle me
talen Indien de meermalen genoemde
Master of the Hounds in de zeventfiende
of achttiende eeuw had geleefd en toen de
vier millioen gulden had nagelaten zouden
de menschen van dien tijd er zich niet ovor
hebben verbaasd. Maar nu, nu alle tabak
die eens in de samenstelling van snuf ging,
in rook schijnt op te gaan en nu alleen
wat arbeiders die niet willen pruimen en
rooken in het vertrek van hun werk nog
verslaafd schijnen te zijn aan snuf, nu kan
de grootte van de nalatenschap van dien
snuf-fabrikant alleen worden verklaard met
de veronderstelling dat Engeland nog me
nigten snuivers telt die de gewoonte uit
6chaamte voor hun ouderwetsohheid bin
nen vier muren of achter gesloten deuren
houden. Hoe anders kan deze pas overle
dene uit zijn bedrijf zulk een groote som
overhouden
door Dr. NEIL VAN AKEN.
De strijd tusschen zakenman en
hoofdarbeider in de Ver. Staten
om den voorrang in het maatschap
pelijke leven. De geldelijke en
geestelijke afhankelijkheid der Hoo-
gescholen.
New-York, Februari 1923.
Wij hebben zoo langzamerhand leeren be
grijpen, dat de AmeriKaansche reclame-man
nitt alleen de opvoeder en de ziener van
liet Amerikaansche volk is, maar ook, dat
hij bovendien voor ons de beste en meest
betrouwbare bron van kennis en inlichtin
gen omtrent de Amerikaansche volkspsyche
is. Zijn handelingen zij steeds gegrond op
een uitgebreide kennis en ervaring van zijn
medemensch. Hij is echter als zakenman,
een der ijverigste promotors van het
Amerikaansche Business-ldeaah
Uit een kleine anecdote omtrent President
Co olie'ge blijkt, dat hij begrepen heeft,
hoezeer het door hein gekweekte ideaal
bjj de doorsnee Amerikanen geliefd gewor
den is. Cedurende de opwindende verkie
zingen zenden de propaganda-organDaties
gewoonlijk allerlei verhalen de wereld in
omtrent hun candidaten, welke anecdoten
dan gewoonlijk overeenstemmen met den
aigemeenen smaak. Bjj een der Senaats
verkiezingen werd eens een uitspraak vau
Ckohage medegedeeld, die diende om zijn
verkiezing te bevorderen. De President liet
zjp' kinderjaren de revue passeeren en ver
telde van zijn heldendroomen, die hij op
jeugdigen leeftijd had. Calvin Coolidge wou
met als zooveel andere roemrijke grooten
een tweede Napoleon of een wereldprofeet
worden. Zijn wenschen gingen uit naar het
bezit van een winkelzaak in een der drukste
straten van zijn geboorteplaats in Vermunt.
De propagandaman, die den President dit
dit kinderverlangen deed mededeelen. is wel
eet der knapste van zijn gilde geweest. Hij
hao de meest geheime verlangens vau zijn
volkfgcnooten jjegrepen. Door dat gemoe-
Jijke verhaal van den Heer van het Witte
RECLAME.
3147
voor WOL
ZIJDE,
KUNSTZIJDE.
BABYKLEERTJES,
De
13 Febr.
14 Febr.
15 Febr.
16 Febr.
16 Febr.
17 Febr,
(1)
(2)
aanvoeren en hoogste noteeringen waren:
Wagens Goudsche Leidsche
gestempelde
ligte ligte zware
(1) (2) (1) (2) (1) (2) (1) (2) (1) (2)
Oude water 6 9 6 f50 f f f53f54tf50 f f f f f f
Bodeeraven 81 110 93 f 53 f 52 f 48 I 58 f 58 f 54 f f f f f f
Woerden 38 62 40 f 53 f 53 f 50 f 57 f 58 f 53 f f f f f f
Gouda 60 61 56 f 52 f 52 f 48 f 57- f 58 f 52 f f— f— f— f— f
Alph.a.d.R. 9 8 5 f f f f56 T55 f51 f— f— f— f— f— f
Leiden 45 37 f 57 f 578 f 53* f f f f f f f 525 f 46 f 46
Zijn de opgaven van de vorige week
Zijn de opgaven van 1418 Febr. 1927.
Huis werd een band gelegd tusschen al
de zakejidrjjvende kleine kiezers en den
candidaat. Natuurlijk was Calvin Coolidge
niet een uitzondering onder de kinderen,
toen hg droomde van het precies wegen
van suiker en meel, maar het gebruik van
deze anecdote is specifiek Amerikaanscn,
omdat het weder aantoont, hoe hier een
bepaald menschentype de geslaagde Bu-
sines-man geïdealiseerd wordt.
En het is niet meer dan de Gentleman
van de oude Koloniale periode, maar deze
zakenman, die in het hart van het volk
leeft en de up-todate-man van het heden
geworden is. Voor de minder goed bedeel
den heeft hij niets anders dan verachting
over, de millioen-bezitter verafgoodt hij.
Daarin wordt hg ijverig ondersteund door
de filmen en de kranten, de volksnovellen
en de clubs. Allemaal prijzen zrj den zaken-
niensch boven alle goede dingen en boven
alien. Om zijn stand op te houden moot
hij 's winters een tijd in Havana doorbren
gen en des zomers een kruistocht om de
wereld maken op een der luxe-booten. En
aangezien hg niet nalaten kan eenige op
merkingen te maken omtrent zaken en din
gen, waarvan hij geen kennis heeft, schept
hij bij den aanblik van Raphael op, dat hg
thuis ook een Madonna hangen heeft, of
hg pocht op het bankgebouw in Arizona,
sterker is dan een raiddeleeuwsche kerk.
Elk land heeft natuurlgk zulke exemplaren:
in Vlaanderen dragen zij den nobelen titel
van Zeep-baron en in Holland luisteren zy
naar het veelbelovende epitheton O.W.-er.
In Amerika is dit, droevig genoeg, geen
uilzondering, maar regel. Hg heeft de maat
schappelijke controle in zijn handen, hg
regeert en wordt vereèrd. Zijn gebrek aan
geestelijken rijkdom wordt voorbij gezien
en zijn succes toegeschreven aan zijn boven-
menscbelijk zakengenie.
Men kan licht begrijpen welk een invloed
dit op de studeerende jeugd hebben kan,
en hoezeer hier de tweespalt tusschen zaken
man en hoofdarbeider verscherpt is. Het
hoogeschoolonderwijs, hetwelk in Europa
voorbereidt tot een activiteit, welke be
schouwd wordt de cultureele basis te vor
men van de gaiische maatschappij, richt zich
hier voornamelijk op de verovering van een
vooraanstaande plaats in de handelswereld.
In plaats van zich tegen de heerschende
stroomingen te verzeilen, heeft over het al
gemeen de universüeifswereld en de onder
wijswereld zich mei de koopmanseischen
vereenigd Zoodoende verliest ook de aca
demisch gevormde zijn leidende positie in
het Amerikaansche gemeenebest.
Een Amerikaan, mr. E A. Ross. heeft dit
als volgt in zijn „Roads to Social Peace"
beschreven:
„Voortdurend als Uebermensch en als
een wezen van ongewoon geestelijke be
gaafdheid beschreven, naast wien de arbei
ders dwergen lijken en de hoofdarbeiders
zwakkelingen, begint de Businessman ten
slotte zelf te gelooven aan zijn superiori
teit. Ofschoon hij het voor noodzakelijk
houdt, dal zijn kinderen een college-opvoe
ding moeten genieten, verheugen zijn al
dus gevormde medeburgers zich niet in
groote waardeering voor hun geestelijken
arbeid. Driest en overmoedig geworden door
de vleierijen van de pers, heeft de Zaken
man zijn cullureelen mede-arbeider ter zijde
geschoven en de teugels zelf in handen ge
nomen".
Xiet alleen de verafgoding van het Ame
rikaansche Busincss-ideaal is schuld aan
dezen betreurenswaardigen gang van za
ken, maar ook de inrichting van het onder
wijs zelve. De groote leiders en weldoeners
der menschhcid zijn niet allen langs den
weg der hoogescholen gekomen. Een uni
versiteit is niet een absolute noodzakelijk
heid voor oen groote persoonlijkheid om
zich (e ontplooien. Maar wie zich aan de
tucht en de leiding van universitair onder
wijs onderwerpt, moet de gelegenheid tot
zelfstandige ontwikkeling, lol vrijheid van
handelen en denken gelalen worden.
Zoodra echler de jonge student op het
college aangekomen is, ziet hij zich den
weg tot een vrije, zelfstandige ontwikkeling
afgesneden. Na het beëindigen van zijn.
studie kpmt hij tot het inzicht, dat hij een
cursus gevolgd heeft, in plaats van zicb een
wetenschappelijke methode eigen gemaakt
te hebben. Een Hollandsch student, die in
zijn vaderland rec-ds eenige studiejaren
achter den rug heeft en aldus met de Euro-
pe^sche inrichting van het universitaire
onderwijs 'vertrouwd is. slaat de schrik om
het hart, wanneer hij op een Amerikaan
sche hoogeschool aanlandt en kennis neemt
van al de verplichte vakken, die hij door
worstelen moet tol het verkrijgen van zijn
graad, welke hem geen vrijen tijd laten
voor zelfslandigen arbeid.
Het gevolg daarvan is, dat het meeren-
deel der studenten na de studiejaren niet
tot arbeid in wetenschappelijke banen ge
schikt is. In een onlangs verschenen ver
slag van een der Faculteiten der Columbia
Universiteit, klaagt deze er over dat drie
vierde der studenten aan het einde van
hun studietijd „quantité négligable" zijn.
Het percentage, dat bereid is mede te wer-
keü aan de langzame, pyramidale opbou
wing van de wetenschappelijke kennis is
nog veel geringer dan in Europa, eens
deels als gevolg van het onderwijssysteem,
anderdeels als gevolg van de rneerdeTe mo
gelijkheden om in dc zakenwereld een
plaats te veroveren en de maatschappelijke