PRIJS THANS 68s" Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 18 Februari 1928 Derde Blad No. 20839 i Buitenl. Weekoverzicnt. LQNDENSCHE BRIEVEN. Mijn indrukken uit Amerika. ONMISBAAR OVERZICHT KAASMARKTEN. Asqnith overleden De Dnitsche regeeringscoalitie ter ziele Donderrede van Poincaré Geen vroolijk leest. Overleden is lord Oxford and Asquith Alleen de laatste naam zal spreken tot dc groote massa, want slechts als Asquith is deze Engelsche staatsman, die eens op het eerste plan stond, bekend. Zijn pairstitel verwierf hij ook pas. toen hij werd opge borgen in het politieke museum... Met As quith is efn waar gentleman heengegaan in den waren zin des woords. De volksgunst heeft hij nimmer bezeten, doch hij heeft daarvoor ook nimmer geijverd. Hij stond verre daarboven en deed zijn plicht, zooals hij die zag in het belang van zijn vader land, ziende naar rechts noch naar links. In 1914 zelfs een ,,damned"plicht toen hij Engeland aan de zijde van België en Frank rijk in den oorlog deed gaan, vastbesloten. We herinneren aan zijn woorden: „Dat het Britsche rijk het zwaard, dat het niet lichtvaardig getrokken heeft, niet weder in de scheede zou steken, alvo rens België in zijn vrijheid, in al zijn rechten en bezittingen zou zijn hersteld, en meer dan dat." In velerlei opzicht is hij verguisd, doch thans na zijn dood, brengt vriend en vijand hem unaniem de hulde, waarop hij recht heeft. De partij, waarover hij eens het leider schap had, de liberale partij, is nog slechts een schaduw van wat zij eens was. Mis schien zal een figuur als Lloyd Georg-e, die than6 wel onaanvechtbaar als hoofd naar voren zal treden, de oude glorie voor een deel vermogen te herstellen, waar hij immers beschikt over dat bijzondere, dat de massa trekt, maar een meer onbaatzuchtig, eerlijk en zich zelf nooit op den voorgrond stellend aanvoerder zal deze partij niet krijgen. Ondank is zijn loon geweest hij heeft zich altijd manmoedig en gelaten daarin geschikt. Zijn edel karakter stond ver daarboven De historie zal hem tezij- nertijd genoegdoening geven. Ongeveer tegelijkertijd is nog een doodo te vermelden, al is het dan geen menseh van vleesch en bloed, n.l. de Duitsche coalitie-regeering. Zooals wij voorzagen, heeft Hindenburg's ingrijpen in den gang van zaken niet meer mogen baten. De poli tiek sprak een t-e krachtige taal, om nu nog buiten de deur te kunnen worden gezet Centrum noch Duitsche Volkspartij wilden, met verkiezingen in 't zicht, concessies nzake de schoolwet meer doen. Trouwens, Stresemann kalm een maand verlof am, was reeds aanwijzing op zichzelf. De Duitsche Volkspartij ging zelfs zoover terug te komen op reeds gedane beloften, door de schoolwet, zooals die er lag, niet eens meer te accepteeren. Hindenburg, die destijds door zijn per- loonlijk ingrijpen deze regeeringscoalitie deed ontstaan, vermocht niet meer haur in het leven te behouden. De wind waait in Duit8chland thans te zeer uit den verkie zingshock en van links. Zacht en kalm is de coalitie ter ziele gegaan. Ongetwijfeld om plaats te maken voor de groote coalitie. De vraag, die thans echter nog aan de orde is, luidt: zal men nog trachten een urgentie-program af te doen, ja dan neen? Ongetwijfeld zou in menig opzicht een bevestigend antwoord voor het land het verkieslijkst zijn en ern stig ia daaraan dan ook gedacht. Opnieuw evenwel is de politiek een woord e komen meepraten. Jedere partij zou gaarne een geschikt verkiezingsobjeet aan dat urgen tie-program toevoegen, volgens de welbe kende leusieder is zich zelf het naast. Ihiibschland gaat in ieder geval verkiezin gen op korten termijn tegemoet: Einde blaart of uiterlijk half Mei. Het is betrek kelijk kort dag geworden. Twee figuren uit het huidige kabinet kunnen vermoedelijk wat hun portefeuil les betreft, rustig de toekomst inzien. In de eerste plaats Stresemann, wiens politiek toch als de juiste is erkend van Duitsche Volkspartij tot en met sociaal-demoeraten cn die met die wetenschap de Duitsch- Qationalen dikwijls op het rechte pad heelt gedrongen, zoolang de coalitie, die nu is afgestorven, heeft geduurd. En voorts ge draal Groener, die pas Gessler's moei lijke erfenis aanvaardde aan de Rijksweer, die continuatie in bestuur eischt. Marx, die thans ongesteld is (in hoe verre ook politiek ziek kan zijn kanse lierschap als afgedaan beschouwen en ver moedelijk zijn eerste-rangs-plaats onder de Centrum-leiders. In het Centrum zelf neemt de democratische richting meer en meet de overhand. Figuren als Rtegerwald en Wirth komen daardoor als van zelf meer op den voorgrond. Vooral eerstgenoemde lijkt aan gewezen, om straks een voorname rol te «pelen. RECLAME. IN BI B5I0TS WINKELS EN BICSIOT3 LUNCHROOMS STEEDS VOORRADIG WARfiE KALFSCROgueTTB 15 cb. PERSTUK J 3144 Haar hoe het ook worden zal, Duitsch- land gaat een drukken verkiezingsstrijd tegemoet, waarbij iedere partij voor zich zelf zal vechten en strijden. De Duitsche verkiezingsstrijd valt onge veer samen met dien in Frankrijk. In dit verband heeft zeer de aandacht getrokken een rede van Poincaré in Straatsburg, waar bij zeer heftig is uitgevaren tegen de z.g. Elzasser-autonomisten, een bewijs, dat Frankrijk voor die actie bevreesd is. De terugkeer van Elzas-Lotharingen tot Frank rijk is voor beide partijen niet geworden, Vat men zoo graag had gewild. Poincaré's donderrede doet vermoeden, dat opgetre den zal worden met straffe hand Of dat. echter tot het doel zal leiden... Teleurstel ling wordt zoo meestal niet uit den weg geruimd. In Europa's Oosten wordt een tienjarige onafhankelijkheid gevierd, n.L in Lithauen. Dit gaat gepaard met alles, wat daarbij zoo behoort. Toch is de ondertoon der feestviering somber, want Lithauen droomt nog altijd van Wilna als hoofdstad; Wilna, dat door de Polen is bezet. Als donkere 6ohaduw rust de Wilna-affaire op de ver houding tusschen Polen en Lithauen, tus- schen wie de onderhandelingen nog steeds geen aanvang nemen. De jongste pessimis tische "uitlatingen van Woldemaras, Li- thauen's premier, doen al heel weinig goeds voorspellen, waar hij Polen toch ronduit in de schoenen schuift, Lithauen te willen opslokken, zij het eerst door een soort handelspenetratie. De Volkenbond kan nog pleizier beleven van dit conflict! (Van onzen Londenschen Correspondent). SNUF EN RIJKDOM. Londen, Febr. 1928. De Londeqsehe kranten bevatten op ge regelde tijden kolommetjes onder het hoofd Latest Wills'' (De Laatste Nalatenschap pen). Er is een aardag stukje journalistieke geschiedenis aan verbonden, dat ik en pas sant kan vertellen hoewel ik het niet over dc2»e geschieoteais wil hebben. Er was eens, jaren geleden, een jonge man in Londen die mager en ellendig was ge worden van het zoekicn naar een brood winning. En toen zijn nood het hoogst was kreeg hij voor zijn reddmg een lichtend idee. Hij dacht dat er „nieuwswaarde" moest zijn in nalatenschappen, vooral jü nalatenschappen van mannen en vrouwen, die vermaard of berucht waren geweest of in nalatenschappen, die van zonderlingen aard waren. Alle testamenten van Enge land worden gedeponeerd en geregistreerd in Somerset House, een groot regeerings- gebouw tussuheii The Strand en den V;c- toria-oever van de Theems, waar de kan toren zijn van den dienst der comptabili teit, den rijksgriffier, belastingen en testa menten. Alle testamenten van vóór 1700 (dat van Shakespeare b.v. ook) mag hei publiek voor niets inziendie van na 17CO tegen betaling van een shilling. De jonge man voornoemd offerde zijn Laatste shilliii- gen om de jongste testamenten in Somerset House te gaan onderzoeken. Hij pikte de belangwekkendste er uit en stuurde ze in serie naar de dagbladen en bedong daar bij een bescheiden honorarium. Dat was het begin van een specialen nieuwsdienst van testamenten, die zich voordeelig voor den stichter heeft ontwikkeld. De dienst is een soort monopolie geworden, een positie waarvan het kantoor geen misbruik maakt en die ook niet door anderen wordt aange. tast, ook al niet omdat de dienst, die ui de traditie het. voorrecht van ambtelijke medewerking heeft verkregen, in zekeren zin een bezitsrecht is geworden. Tot zoover dan dit stukje journalistieke geschiedenis. Dezer dagen las ik in dat kolommetje van een man die 3340CO en nog wat ponden had nagelaten. Maar in dlit geval was de mededeeling niet ontleend aan de boeken van Somerset House, want de overledene was heengegaan zonder te bepalfen wat er met zijn bezit moest geschieden. Hij had geen testament gemaakt en er kon dus ook geen aanteekening van zijn in Somerset House. Dit nagelaten bezit lijkt mij zeer groot, omdat ik altijd geneigd ben te schat ten naar N-ederlandsche millioenen. De man was vier maal N'ederlandsch million- nair geweest. In Engeland zijn er men sehen die zulke rijkdommen maax zeer be scheiden noemen. Men is er pas millionair en minimum-millionnair wanneer men 12.OC0.000 gulden bezit. Maar ik vind dat de man, die meer dan driehonderdduizend pond sterling naliet zonder te vertellen wat er mee moest gebeuren, een rijkaard was die er mocht wezen. Indien hij had gewild had hij eiken dag met een millioen gulden wisselgeld in zijn zak kunnen loo- pen, zooals indertijd de graaf de Monte- Cristo met een millioen francs in zijn zak liep. Een millioen franc* was een bonk geld in graaf de Monte-Cristo's tijd. Die graaf was schatrijk. En ik beweer dat de man zonder nalatenschap, zoo juist in En geland gestorven, ook schatrijk was, wat de aan ponden-millionnairs gewende Engel- echen ook mogen beweren. Het bericht ver telde ook dat de gestorvene een „master of the hounds" was.. Dat wil zeggen dat hij de leider was in vossenjachten, de heer van het hondenpark dat met de ruiters het slimme vossenbeestje dood loopt. Dat is geen goedkoope sport; en een genot dat alleen is weggelegd voor hen die niet op een dubbeltje behoeven te zien. Dat ik op den financaeelen staat van deD overle dene met zooveel woorden nadruk leg, heeft zijn doel Ge moogt niet twijfelen aan den fantastischen rijkdom van wijlen dezen „Master of the Hounds." Die rijkdom heeft mij te denken gegeven. En hoe meer ik naar dc cijfers tuur, hoe wonderbaarlijker ze me lijken. Want wat deed die man in zijn leven 1 Men kan er zeker van zijn dat een man niet rijk wordt van het volgen van de honden bij een vos senjacht. Die sport was slechts een ver maak voor zijn ledige uren. Van zijn va* was hij snuf-fabrikant. Nu vraag ik u souffabrikant. Indien hij tabaksfabrikant of -handelaar was geweest, zouden de drie honderd en dei tig duizend pond mij niet hebben verbaasd. Zelfs indien het cijfer in dat geval tien maal zoo groot zou zijn ge weest zou het ongemerkt aan mij voorbij zijn gegaan. Ik ken wel een tabaksfabri kant die nog leeft en desniettegenstaande reeds een paar millioen pond heeft weg gegeven voor goede doeleinden. Vaak heb ik gelezen van tabaksfabrikanten in 't ko lommetje van de „Latest Wills", wier er fenissen in millioenen ponden sterling lie pen. Dat laat zich best verklaren. Het land telt zijn tabak- en sigaretten-rookers bij millioenen en millioenen De mannen die ons rij gel eg en he id geven in treinen vin den het zoo vanzelfsprekend dat iedereen rookt dat zij h*t nauwelijks de moeite waard vinden rijtuigen voor niet-rookers in te lasschen in hun treinen. Engeland is er niet zoo best aan toe; m-aar dat mannen die tabak verhandelen en verwerken inil- lionnairs zijn van zoo indrukwekkende grootte dat zelfs de Britten er van staan te kijken, dat is slechts het natuurlijk ge volg van een opvallende oorzaak. Maar dat er nog geld zou zitten in snuf, dat had ik nooit kunnen vermoeden. Hebt ge onder uw kennissen nog menschen die snuiven Ik heb voor mijn ervaring den laatsten snuiver hier aes jaar geleden ont moet. Hij was een zonderling man, een collega van den nacht ctten iedereen meed omdat zijn snuiven een vieze gewoonte was. Zijn jas was bepoederd als de jas van een molenaar. Deze aarts-snuiver is voor mijn gevoel de laatste der snuivers geworden in de-ze gemeenschap, zooals er eens de laatste Mohikanen zijn geweest. Wio snuift er nog onverdroten voor het aange zicht zijner medemetischen En toch wist de voornoemde „Master of t!ie Hounds", die verzuimde instructies te geven in ecu testament over de verdere bestemming van zijn financiën, geld bijeen te schrapen uit de fabricage van dat in ongenade gevallen goedje. De eer van snuif is compleet over gegaan op de antieke snuifdoozen, die wij bewaren als reliquién van een raren tijd, waarin elke heer zijn snuifje nam, met be hulp van ecD decoratieven ncusdeuk en elke dame zich ontdaan voelcLe indien zij bemerkte dat zij op visite haar snuifdoosje had vergeten. Snuifdoosjes voor dames wa ren eens even zeer in de mode als poeder doosjes nu. Engeland was eens een ver woed snuivend land. De historische resten van deze rage Liggen in de musea en in de antiquiteitenwinkels. En onder de erfstuk ken, die een Engelschman, wanneer ge bij hem op bezoek zijt, u toont is altijd een verzameling snuifdoozen van vaak sierlijke en kunstzinnige bewerking in edfcle me talen Indien de meermalen genoemde Master of the Hounds in de zeventfiende of achttiende eeuw had geleefd en toen de vier millioen gulden had nagelaten zouden de menschen van dien tijd er zich niet ovor hebben verbaasd. Maar nu, nu alle tabak die eens in de samenstelling van snuf ging, in rook schijnt op te gaan en nu alleen wat arbeiders die niet willen pruimen en rooken in het vertrek van hun werk nog verslaafd schijnen te zijn aan snuf, nu kan de grootte van de nalatenschap van dien snuf-fabrikant alleen worden verklaard met de veronderstelling dat Engeland nog me nigten snuivers telt die de gewoonte uit 6chaamte voor hun ouderwetsohheid bin nen vier muren of achter gesloten deuren houden. Hoe anders kan deze pas overle dene uit zijn bedrijf zulk een groote som overhouden door Dr. NEIL VAN AKEN. De strijd tusschen zakenman en hoofdarbeider in de Ver. Staten om den voorrang in het maatschap pelijke leven. De geldelijke en geestelijke afhankelijkheid der Hoo- gescholen. New-York, Februari 1923. Wij hebben zoo langzamerhand leeren be grijpen, dat de AmeriKaansche reclame-man nitt alleen de opvoeder en de ziener van liet Amerikaansche volk is, maar ook, dat hij bovendien voor ons de beste en meest betrouwbare bron van kennis en inlichtin gen omtrent de Amerikaansche volkspsyche is. Zijn handelingen zij steeds gegrond op een uitgebreide kennis en ervaring van zijn medemensch. Hij is echter als zakenman, een der ijverigste promotors van het Amerikaansche Business-ldeaah Uit een kleine anecdote omtrent President Co olie'ge blijkt, dat hij begrepen heeft, hoezeer het door hein gekweekte ideaal bjj de doorsnee Amerikanen geliefd gewor den is. Cedurende de opwindende verkie zingen zenden de propaganda-organDaties gewoonlijk allerlei verhalen de wereld in omtrent hun candidaten, welke anecdoten dan gewoonlijk overeenstemmen met den aigemeenen smaak. Bjj een der Senaats verkiezingen werd eens een uitspraak vau Ckohage medegedeeld, die diende om zijn verkiezing te bevorderen. De President liet zjp' kinderjaren de revue passeeren en ver telde van zijn heldendroomen, die hij op jeugdigen leeftijd had. Calvin Coolidge wou met als zooveel andere roemrijke grooten een tweede Napoleon of een wereldprofeet worden. Zijn wenschen gingen uit naar het bezit van een winkelzaak in een der drukste straten van zijn geboorteplaats in Vermunt. De propagandaman, die den President dit dit kinderverlangen deed mededeelen. is wel eet der knapste van zijn gilde geweest. Hij hao de meest geheime verlangens vau zijn volkfgcnooten jjegrepen. Door dat gemoe- Jijke verhaal van den Heer van het Witte RECLAME. 3147 voor WOL ZIJDE, KUNSTZIJDE. BABYKLEERTJES, De 13 Febr. 14 Febr. 15 Febr. 16 Febr. 16 Febr. 17 Febr, (1) (2) aanvoeren en hoogste noteeringen waren: Wagens Goudsche Leidsche gestempelde ligte ligte zware (1) (2) (1) (2) (1) (2) (1) (2) (1) (2) Oude water 6 9 6 f50 f f f53f54tf50 f f f f f f Bodeeraven 81 110 93 f 53 f 52 f 48 I 58 f 58 f 54 f f f f f f Woerden 38 62 40 f 53 f 53 f 50 f 57 f 58 f 53 f f f f f f Gouda 60 61 56 f 52 f 52 f 48 f 57- f 58 f 52 f f— f— f— f— f Alph.a.d.R. 9 8 5 f f f f56 T55 f51 f— f— f— f— f— f Leiden 45 37 f 57 f 578 f 53* f f f f f f f 525 f 46 f 46 Zijn de opgaven van de vorige week Zijn de opgaven van 1418 Febr. 1927. Huis werd een band gelegd tusschen al de zakejidrjjvende kleine kiezers en den candidaat. Natuurlijk was Calvin Coolidge niet een uitzondering onder de kinderen, toen hg droomde van het precies wegen van suiker en meel, maar het gebruik van deze anecdote is specifiek Amerikaanscn, omdat het weder aantoont, hoe hier een bepaald menschentype de geslaagde Bu- sines-man geïdealiseerd wordt. En het is niet meer dan de Gentleman van de oude Koloniale periode, maar deze zakenman, die in het hart van het volk leeft en de up-todate-man van het heden geworden is. Voor de minder goed bedeel den heeft hij niets anders dan verachting over, de millioen-bezitter verafgoodt hij. Daarin wordt hg ijverig ondersteund door de filmen en de kranten, de volksnovellen en de clubs. Allemaal prijzen zrj den zaken- niensch boven alle goede dingen en boven alien. Om zijn stand op te houden moot hij 's winters een tijd in Havana doorbren gen en des zomers een kruistocht om de wereld maken op een der luxe-booten. En aangezien hg niet nalaten kan eenige op merkingen te maken omtrent zaken en din gen, waarvan hij geen kennis heeft, schept hij bij den aanblik van Raphael op, dat hg thuis ook een Madonna hangen heeft, of hg pocht op het bankgebouw in Arizona, sterker is dan een raiddeleeuwsche kerk. Elk land heeft natuurlgk zulke exemplaren: in Vlaanderen dragen zij den nobelen titel van Zeep-baron en in Holland luisteren zy naar het veelbelovende epitheton O.W.-er. In Amerika is dit, droevig genoeg, geen uilzondering, maar regel. Hg heeft de maat schappelijke controle in zijn handen, hg regeert en wordt vereèrd. Zijn gebrek aan geestelijken rijkdom wordt voorbij gezien en zijn succes toegeschreven aan zijn boven- menscbelijk zakengenie. Men kan licht begrijpen welk een invloed dit op de studeerende jeugd hebben kan, en hoezeer hier de tweespalt tusschen zaken man en hoofdarbeider verscherpt is. Het hoogeschoolonderwijs, hetwelk in Europa voorbereidt tot een activiteit, welke be schouwd wordt de cultureele basis te vor men van de gaiische maatschappij, richt zich hier voornamelijk op de verovering van een vooraanstaande plaats in de handelswereld. In plaats van zich tegen de heerschende stroomingen te verzeilen, heeft over het al gemeen de universüeifswereld en de onder wijswereld zich mei de koopmanseischen vereenigd Zoodoende verliest ook de aca demisch gevormde zijn leidende positie in het Amerikaansche gemeenebest. Een Amerikaan, mr. E A. Ross. heeft dit als volgt in zijn „Roads to Social Peace" beschreven: „Voortdurend als Uebermensch en als een wezen van ongewoon geestelijke be gaafdheid beschreven, naast wien de arbei ders dwergen lijken en de hoofdarbeiders zwakkelingen, begint de Businessman ten slotte zelf te gelooven aan zijn superiori teit. Ofschoon hij het voor noodzakelijk houdt, dal zijn kinderen een college-opvoe ding moeten genieten, verheugen zijn al dus gevormde medeburgers zich niet in groote waardeering voor hun geestelijken arbeid. Driest en overmoedig geworden door de vleierijen van de pers, heeft de Zaken man zijn cullureelen mede-arbeider ter zijde geschoven en de teugels zelf in handen ge nomen". Xiet alleen de verafgoding van het Ame rikaansche Busincss-ideaal is schuld aan dezen betreurenswaardigen gang van za ken, maar ook de inrichting van het onder wijs zelve. De groote leiders en weldoeners der menschhcid zijn niet allen langs den weg der hoogescholen gekomen. Een uni versiteit is niet een absolute noodzakelijk heid voor oen groote persoonlijkheid om zich (e ontplooien. Maar wie zich aan de tucht en de leiding van universitair onder wijs onderwerpt, moet de gelegenheid tot zelfstandige ontwikkeling, lol vrijheid van handelen en denken gelalen worden. Zoodra echler de jonge student op het college aangekomen is, ziet hij zich den weg tot een vrije, zelfstandige ontwikkeling afgesneden. Na het beëindigen van zijn. studie kpmt hij tot het inzicht, dat hij een cursus gevolgd heeft, in plaats van zicb een wetenschappelijke methode eigen gemaakt te hebben. Een Hollandsch student, die in zijn vaderland rec-ds eenige studiejaren achter den rug heeft en aldus met de Euro- pe^sche inrichting van het universitaire onderwijs 'vertrouwd is. slaat de schrik om het hart, wanneer hij op een Amerikaan sche hoogeschool aanlandt en kennis neemt van al de verplichte vakken, die hij door worstelen moet tol het verkrijgen van zijn graad, welke hem geen vrijen tijd laten voor zelfslandigen arbeid. Het gevolg daarvan is, dat het meeren- deel der studenten na de studiejaren niet tot arbeid in wetenschappelijke banen ge schikt is. In een onlangs verschenen ver slag van een der Faculteiten der Columbia Universiteit, klaagt deze er over dat drie vierde der studenten aan het einde van hun studietijd „quantité négligable" zijn. Het percentage, dat bereid is mede te wer- keü aan de langzame, pyramidale opbou wing van de wetenschappelijke kennis is nog veel geringer dan in Europa, eens deels als gevolg van het onderwijssysteem, anderdeels als gevolg van de rneerdeTe mo gelijkheden om in dc zakenwereld een plaats te veroveren en de maatschappelijke

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 9