68"" JAARGANG
ZATERDAG 11 FEBRUARI 1928
No. 20833
voor leiden en omstreken.
Ifficieele Kennisgevingen.
STADSNIEUWS.
Het voornaanKtR nieuws
Van hnrtan.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
SO Cts per regel root adverWntien uit Leiden en plaatsen waaf
agentschappen ran ons Blad gevestigd zijn Voor alle andere
advertentiën 35 Cts per regel Kleine Adverti-ntiën uitfluitend
bij vooruitbetaling Woensdag? en Zaterdags 50 Cts. bij een
maximum aantal woorden van 30
Incasso volgen? postrerht Voor eventueele opzending van brieven
10 Cts porto te betalen Bewijsnummer 5 Cts
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postchèque- «n Girodienst No. 57055 Postbus No. 54
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden 2-35. per week0 t8
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd rijn, per week ,0.18
Franco per post 2 35 +- portokosten.
Dit nummer bestaat uit VIER Bladen
EERSTE BLAD.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gezien het verzoek van de Firma J. C.
n der Sb en en r'-> om vergunning tot
uitbreiden van de banket' kkcrij in
t perceel Langcbrug No 33b, 35 en 37a,
astraal bekend gemeente Leiden, sectie
Nis 1771—1773.
relet op de artt 6 en 7 der Hinderwet;
even kennis aan het publiek, dat ge-
rnd verzoek met de bijlagen op de Secre
te dezer gemeente ter visie gelegd is;
Ismede. dat op Zaterdag dun 25 Februari
tï des voormiddags te half elf uren op het
adhuis, gelegenheid zal worden gegeven
bezwaren tegen dit verzoek in te bren-
£n, terwijl zij er de aandacht op vestigen,
niet tot beroep gerechtigd zijn zij, die
t overeenkomstig art 7 der Hinderwet
or het gemeentebestuur of een zijner le-
zijn verschenen, teneinde hunne be-
aren mondeling toe te lichten.
A. VAN DE SANDF BAKHUIJZEN,
Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 11 Februari 1928. 2771
KOSTELOOZE INENTING EN
HERINENTING.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
E:en ter algemeene kennis, dat met
g van Woensdag 15 Februari e.k.
Woensdag telkens des namiddags om
uur, in het Elisabethshof aan de Oude*
Qst, gelegenheid zal worden gegeven tot
itelooze inenting en herinenting.
Bet trouwboekje moet worden medege*
feht,
A. VAN DE SANDE BAKHUY7EN,
Burgemeester.
VAN STRIJEN. Secretaris.
•ggGI^reruq^ tl 'uapieq
De Burgemeester en Wethouders van
iden doen te weten, dat door den Raad
|r gemeente, in zijne vergadering van den
pn Januari 1928, is vastgesteld de vol-
bde verordening:
VERORDENING,
Bndende wijziging van de verordening van
April 1909 Gemeenteblad No. 3
tol voorkomirq van hr- laa1*-V;;tr newij-
ifcd bij verordening van 19 September 1921
(Gemeenteblad v- dt).
ARTTKFL T.
ikel 6 van bovengenoemde verorde-
Ig wordt gelezen als volgt:
ret gestelde in de artikelen 1, eerste lid,
3 van het Kon-nklijk Besluit van 30
1924 S 620, vindt overeenkomstige
assing ten aanzien van loodgieters-
fkzaamheden op torens, daken, goten of
ingen van in aanbouw znn^e gebouwen,
nder begrepen getimmerten."
ARTIKEL n.
Jtikel 5a wordt gelezen al. volgt:
let gestelde in artikel 6. eersti d, de
sten 1, eerste lid. 2 en 3 van het Ko-
Besluit van 30 Dec. 1924, S. 620,
overeenkomstige toepassing ten aan-
van andere, dan loodgieterswerkzaam-
verricht aan andere, dan de in artikel
dit Koninklijk Besluit bedoelde ge
en, hetzij al dan niet in aanbouw."
ARTIKEL HL
el 5b wordt gelezen als volgt;
et is verboden ten behoeve van werk-
hedeD aaD gebouwen of getimmerten,
^nder begrepen die, welke in aanbouw
raet toestellen, gevuld met spiritus,
andere vluchtige oliën, of met
open vlam verflagen vai houtwerken
branden.
'onninderd het bepaalde in het vorige
het verboden ten behoeve van werk
jeden aan de in artikel 5 van het Ko-
i* Besluit van 30 December 1924,
bedoelde gebouweü, en hunne on-
dlijke belendingen, verflagen af te
anders dan in het bijzijn van een
den Burgemeester aangewezen des-
ge.
I Burgemeester kan in onvermijdelijke
en yan de verboden, in het eerste
;eede lid gesteld, ontheffing verleenen;
ontheffing kannen voorwaarden
•nden worden."
ARTIKEL IV.
pel 29 wordl gelezen als volgt:
j verbodsbepalingen van de artikelen
28 blijven buiten toepassing in het
dal de aldaar genoemde stoffen zijn
in een bewaarplaats, tot oprich-
ff*arvan een vergunning krachtens de
erwef js verleend
v®rbod9bepaling van artikel 27 a blijft
I ieldPass'nz in het geval dat de aldaar
r;<3e voorwerpen zich bevinden in 'n be-
"Waata, tot oprichting waarvan een ver- 1
gunning krachtens de Hinderwet het Ko
ninklijk Besluit ran 30 December 1924. S.
620 is verleend".
De verbodsbepaling van artikel 19 blijft
buiten toepassing in hel geval dal de al
daar vermelde stoffen zich bevinden in een
bewaarplaats tot oprichting waravan een
vergunning krachtens het Koninklijk Be
sluit van 30 December 1924. S. 620. is ver
leend".
ARTIKEL V.
Het tweede lid van artikel 36 wordt gele
zen als volgt:
„Deze taak rust mede:
„a. op den Directeur der Stedelijke Fabrie
ken van Gas en Electriciteit voor zooveel be
treft artikel 15:
b op den Directeur en het verdere tech
nische personeel van den dienst der Ge
meentewerken en op den Directeur en het
verdere technische personeel van hel Bouw
en Woningtoezicht voor zooveel betrefl de
artikelen 5 5 a 5 b 8 9. 10. 11 14. 16.
17 18 19 21 26 en 27;
c op den Directeur en den Adjunct-Direc
teur van den Markt- en Havendienst voor
zooveel de bepalingen dezer verordening
vaartuigen, of het vervoer te water betref
fen".
ARTIKEL VI.
In artikel 38 wordt tusschen „5" en ..5b"
ingevoegd- ..5 a".
Vastgesteld door den Gemeenteraad van
Leiden in zijne vergadering van den 23en
Januari 1928
A. VAN DE SANDE BAKHUIJZEN.
Burgemeester.
VAN STRIJEN. Secrotans
Zijnde deze verordening aan de Gedepu
teerde Staten van Zuid-Holland volgens
31 Januari
hun bericht van den 1928. B.
4 Februari
No. 243. (2e afd.) G. S. No. 93. in afschrift
medegedeeld
En is hiervan afkondiging geschied waar
het behoort, den lOen Februari 1928.
loeiden in zijne openbare vergadering van
den 23en Januari 1928.
A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN.
Burgemeester.
VAN STRIJEN. Secretaris.
DE PLECHTIGE LORENTZ-HERDFJPUNG
IN DE LEIDSCHE UNIVERSITEIT.
Zijn beteekenis voor de wetenschap door
prof. Einstein geschetst.
In het grool-audilcrium der Leidsche
Universiteit heeft zooals wij gistermiddag
nog korlelijks konden mededeelen. de plech
tige herdenking van den grooten geleerde,
prof dr H A. Lorentz plaats gehad.
Reeds lang vooi het uur. waarop prof
Einstein zijn gedachtenisrede zou uitspre
ken, verdrongen zich hondorden studenleu
en andere belangstellenden voor hel Uni
versileitsgebouw aan hel Rapenburg en toen
de deuren om kwart over één geopend wer
den, stroomde in een oogenblik tijds het
groot-auditorium vol. waarbij ettelijke tien
tallen belangstellenden zich met een staan
plaats achter in de zaal moesten tevreden
stellen terwijl talrijk velen bij gebrek aan
plaatsruimte teleurgesteld huiswaarts moes
ten keeren.
Te klokke twee uur werden, terwijl alle
aanwezigen zich van hun zetels verhieven,
de Leidsche hoogleeraren binnengeleid, ge
volgd door do curatoren rhr. mr dr N C
de Gijselaar. president curator, jhr Feith.
mr Limburg, mr A van de Sande Bak-
huyzen en de secretaris van het Curato
rium. mr P J Idenburg.
Even later heiraden ook de familieleden
van prof LorenLz en prof EiusleiD de zaal.
voorafgegaan door prof dr. A J Wensinek
en jhr mr W, J M. vaD Evsinga. resi>er-
ONS OUDE RAnPENBURC» ZAX EEM'STVX VAN Z'N
STOffA^e - ^DE BACjqaftjAAN*' MoerEM Misserl,
AuS «ET VOOB.STBU:
AAUJCHAFFi^q VAN BEAI
*BAC«qH%HOLl4 MaT 5 ONOa^T
LOSSeaS «M 6BH MOTOR.-
Sleepboot oooa. oar* haaq
WORPT A^oJqe/'ioMBol a
PROF. DR. A. EINSTEIN,
tievelijk voorzitter en secretaris van den
Acadennschen Senaat Ook baron Baud,
Kamerheer van H K. H. Prinses Juliana
woonde de plechtigheid bij.
Behalve vrijwel alle lectoren en privaat
docenten der Leidsche Universiteit, waren
nog aanwezig mr. van Beeck Calkoen. als
vertegenwoordiger van den minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen en
prof dr Zeeman uit Amsterdam, benevens
tal van hoogleerarrn uit andere universi
teitssteden en hel Collegium van *t Leidsch
Studentencorps.
Onmiddellijk daarop betrad prof. dr A.
Einstein het spreekgestoelte
Wij allen aldus ving spr. zijn in de
Duilsche taal uitgesproken rede aan. zijn
zeer onder den indruk van het zware ver
lies. dat over ons gekomen is door het heen
gaan van prof l/orentz
Hendrik Antoon Lorentz. zoo ging spr.
voort, was een van de rijkste geesten en
een van de grootste persoonlijkheden die
ik in mijn leven gekend heb en hoewel het
mij zwaar te moede is. wil ik toch gaarne
hier eenige woorden aan zijn nagedach
tenis wijden, omdat het de hoogste plicht is
van degenen, die hem gekend hebben, om
alles te doen wat in huD vermogen ligt om
de groote figuur van Lorentz de plaats te
doen innemen, welke haar toekomt.
Over den menseh Lorentz wil ik niet
spreken bij allen heht hem tè goed gekend
dan dat ik hier over zijn edele karakter
eigenschappen zou behoeven uit te weiden.
In het hijzonder wil ik dan ook hier
Lorentz' geweldigen arbeid in dienst der
wetenschap naar voren brengen, zijn
ideeën zijn van den grootsten invloed ge
weest op de ontwikkeling der mathema
tische phvsica en verderen samenhang.
Spr. schetste vervolgens de lijn, waar
langs de ontwikkeling der mathematische
physica loopt. nl. over Newton. Faraday
Maxwell en Lorentz naar de nieuwer©
physisehe theorieën.
Newton ontwikkelde de theorie der gravi
tatie. de werking van materiedeelen op
elkaar en hiermede in verband de vertra
gingsverschijnselen. welke alle op hypo
these berusten.
Faraday die zich bezighield met onder
zoekingen op het gebied van hef electrische
veld tusschen de platen van een conden
sator. merkte op, dat er wanneer het
medium anders was, veranderingen in het
veld optraden en kwam tot de conclusie,
dat de elpctriciteit aan de materie gebonden
moest zijn.
Bij de verklaring over den aard van het
licht trachtte Faraday deze electrische vel
den te introduceeren. maar hij kwam niet
tot hel gewenschfe resultaat
Maxwell steldp zijn electro-magnetische
lichttheorie ->p. doch bracht hierdoor on-
eenigheid tusschen de Engelsche en de
"ontineniale nhvsici.
De Engelschen die met Maxwell mee
gingen. namen aan dal de materie in de
°lecfriciteif geen rol speelde in tegenstel-
'ing met de tegens'anders die vaslbield^n
aan de verklaringen van Newton en Fara-
dav voor zoover die met dp prvaringen
overeenstemden nl hef gebonden houden
van de electriciteit aan de materie.
Toch wa» de groote verdienste van Max
well, dat de natuur van het licht beter be
grepen werd, er bleven echter nog verschil
lende feiten te verklaren, zooals de voort
planting van de verschillende kleuren m
het medium optische anisotropic, enz.
Toen kwam Lorentz met totaal andere
gedachten; zij brachten een ommekeer in
de beschouwingen, zooals die tot nu toe
golden en maakten tevens een einde aan
den strijd tusschen de verschillende physici.
Spr gaf vervolgens aan welke Lorentz'
hypothesen waren: lo. de electro-magne
tische velden worden gedragen door ,een
hypothetische imponderabele middenstof, in
de materie bestaan ze niet; 2o. materieeie
deeltjes zijn electrische massa's met als ge
volg. dat iedere krachtlijn in het electro-
magnetische veld. die niet gesloten is, ein
digt in een materieel deeltje d. i. een elec-
trisch deeltje
Hiermede was het verband lusschen elec
triciteit en materie vastgelegd Toen Lorentz
dit alles in scherp malhematischen vorm
gegoten had kon hij daarmede het verloop
van vele proeven aangeven.
Deze theorie was op zeer weinig hypo
thesen gebaseerd.
Wanneer er maar iets geweest was,
waarin theorie en practijk met elkaar in
strijd waren geweest, dan was de theorie
van Lorentz onhoudbaar gebleken, maar
integendeel greep zij steeds dieper in; alle
latere ontdekkingen zijn uil haar ver
klaard.
De kroon op zijn werk werd gezet toen
Lorentz met zijn theorie zelfs een verkla
ring gaf van de ontdekking van prof Zee
man. het zgn Zeeman effect.
Later gaf Lorentz een verklaring van het
verhand tusschen de beweging van de
aarde en de wereld-aether; hieruit kwam
zijn beroemde contractie-hypothese voort.
Geweldig is de invloed, welke in weten-
schappelijken zin van Lorentz uitging an
door de tijden heen van hem zal uitgaan.
De nieuwere theorieën in de mathema
tische physica zijn alle op zijn werk ge
grondvest De speciale en algemeene relati
viteitstheorie was zonder Lorentz niet mo
gelijk geweest, de theorieën van Planck on
denkbaar
Welke ook de nieuwe theorieën in de
toekomst zullen zijn nooit zullen zij eeD
zoo afgerond geheel vormen als die van
Lorentz eD stpeds zullen de toekomstige
phvsici de vruchten plukken van hetgeen
Lorentz plantte
Tenslotte besprak prof. Einstein Lorenlz'
arbeid al? lid der commissie voor interna
tionale inteHeclueele samenwerking Lo
rentz beschouwde het als de hoogste plicht
van den mensrh om met alle kracht te
werken aan de bevordering eener goede ver
standhouding tusschen de volkeren onder
ling en niet hoog genoeg kon het hem wor
den aangerekend dat hij zich lange jaren
daaraan heeft gegeven
Te meer dank zijn wij hem verschuldigd
omdat zijn taak zoo buitengewoon moeilijk
was doordal hij den twijfel van tal van per
sonen die sceptisch tegenover dip samen
werking stonden had fe overwinnen
Wij kunnen, aldus besloot spr. zijn onder
ademloo2e stille aangehoorde rede, de nage-
BINNENLAND.
De plechtige Lorentz-herdenking door
prol. Einstein in de Leidsche Universiteit,
(Stadsnieuws, le Blad).
Besprekingen tnsschen ondernemers ra
arbeiders over de mogelijkheid van overleg
en samenwerking. (Binnenland. 2e Blad).
De Nederlandse he vliegtnigenbonw ra
de honding van onne regeering. (Binnen
land. 2de Blad).
Te Rotterdam wordt voor tweehonderd
duizend grilden tabak vernietigd, (Gemengd,
2de Blad).
De loting voor de Olympische wedstrij
den in het hardrijden op schaatsen. (Sport,
4de Blad).
BUITENLAND.
Door het ingrijpen van president Hinden
burg is de beslissing van het Diiitsche Cen
trum verschoven. (Buitenland, le Blad).
De Duitsche rijksweerminister Groener
voor de rijksdagcommissie. (Buitenland,
le Blad).
Overwinning der Engelsche liberalen bij
een tnsschentijdsche verkiezing. (BuitenL
le Blad).
Het Fransche Kamerlid Marty veroor
deeld. (Buitenland, le Blad).
De crises in Noorwegen en Znid-SlaviB.
(Buitenland, le Blad).
dachtenis van Lorentz niet beter eeren dan
dcor zijn voorbeeld te volgen en ons even
algeheel en spontaan in dienst der gemeen*
schap te stellen als Lorentz deed.
In dezelfde volgorde als waarin de offi-
cieele personen waren binnengekomen ver
lieten ze de zaal. waarmede deze indruk
wekkende plechtigheid was afgeloopen.
TROPISCHE STAATHUISHOUDKUNDE.
Gistermiddag heeft prof. G. L Gonggrijp,
hoogleeraar in de koloniale economie aan
de Nederlandsche Handelshoogeschool te
Rotterdam, op uitnoodiging van het Leidsch
Universiteitsfonds in het klein-auditorium
der Universiteit de eerste van een reeks van
vijf lezingen gehouden over: tropische staat
huishoudkunde
Daar reeds verschillende personen vóór
hem over Indische economie hadden gespro
ken, meende spr. in den geest van het
Leidsch Universiteitsfonds te handelen door
een onderwerp te kiezen dat door zijn voor
gangers in deze lezingen nog niet of slechte
terloops behandeld was.
Spr. liet zijn keus vallen op het crediet
in de Indische volkshuishouding, en in het
inlandsche deel daarvan, omdat over het
crediet in de bovenlaag dier volkshuishou
ding. iD de wereld van im- en exporteurs,
banken, ondernemers, kooplieden enz goede
litteratuur beschikbaar is en omdat het eco
nomisch leven van deze bovenlaag de min
ste afwijkingen vertoont van on9 eigen
economisch leven in* Nederland.
De drie uitdrukkingen „de Indische maat
schappij heeft een dualistisch karakter" .de
Indische grootbedrijven vertoonen verschil
lende graden van kolonialisme" ..de drie
gebieden der Indische volkshuishouding"
doelen alle op één en hetzelfde feit* het
niet-homogene van de Indische samenle
ving Spr zal zich in hoofdzaak beperken
lol het onderste en het tusschengebied.
De belangrijkste economische theorieën
vallen logisch uileen in twee gedeelten, een
kwalitatief en een kwantitatief gedeelte De
kwalitatieve theorie geeft antwoord op vra
gen als deze wat is het wezen van het
prijsverschijnsel (de waardeleer).
Wat is geld? Wat is de natuur van de
rente. De kwantitatieve theorie geeft ant
woord op de vragen wat bepaalt de hoogte
van den prijs? Wat de koopkracht van het
geld' Wat den rentevoet? In de weten
schap is meestal het kwalitatieve gedeelte
der theorieën eerder ontwikkeld dan het
kwantitatieve omdat dit laatste moeilijker
was Eerst leerde men bepalen of een ver
binding ijzer bevatte pas daarna hoeveel
ijzer ze bevatte In de economie ic de kwan
titatieve bant der theorieën nog gebrekkig
ontwikkeld en helaas heerscht ook over de