68** JAARGANG
WOENSDAG 8 FEBRUARI 1928
No. 20830
STADSNIEUWS.
Het nieuws
van herten.
DAGBLAD
D<VG9LAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
PRIJS DER ADVERTENTIEN
30 Cis. per regel voor advertenlien uit Leiden en plaatsen waar
agentschappen van ons Blad gevestigd zijn Voor alle andere
advertentiën 35 Cts. per regel Cleine Advertentiën uitsluitend
bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts. bij een
maximum aantal woorden van 30.
Incasso volgens postrecht Voor evenlueele opzending van brieven
10 Cts porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postchèque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden 2.35. per weekƒ018
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week „0.18
Franco per post 2.35 portokosten.
Olt nummer bestaat uit DRIE Bladen
EERSTE BLAD.
DE 353STE VERJAARDAG DER LEIDSCHE
HOOGESCHOOL.
Rectorale oratie over „Oostersch
Monotheïsme", uitgesproken door
prof. dr. A. J. Wensinck.
De herdenking van den 353sten ver
jaardag der Universiteit in het Groot Audi
torium aan het Rapenburg is ditmaal
wegens het overlijden van prof. dr. H. A.
Lorentz geschiedt zonder eenige feestelijk
heid en dus in de eerste plaats zonder mu
ziek. Zelfs de vlag was niet uitgestoken.
Droeg de herdenking van den verjaardag
door dit al reed9 een bijzonder karakter, ook
de aanwezigheid van de Vorstelijke eerste
jaars studente H. K. H. Prinses Juliana die
met haar studievriendinnen en vergezeld
van Haren Kamerheer Baron Baud tot het
auditorium van den Rector-Magnificus be
hoorde, droeg daartoe bij.
Men had dit jaar voor 't eerst alleen aan
houders van te voren verkrijgbaar gestelde
kaarten toegang verleend tot 't groot-audito-
rium dat geheel ook op de plaats waar
anders het orkestje zit gevuld was toen
prof. Wensinck het woord nam en alvorens
zijn oratie te beginnen in enkele zeer ge-
Toelvolle woorden, die diepen indruk op de
^mwezigen maakten,
prof. Lorentz herdacht.
De Rector zeide:
Nu deze bijeenkomst door het overlijden
van onzen Lorentz met zwaren rouw om
floerst is, gaan onze gedachten in de eerste
plaats uit naar onzen grooten doode en
het onherstelbaar verlies dat onze Univer
siteit geleden heeft.
Het zou evenwel thans de tijd niet zijn
aan deze gevoelens uittdrukking te geven.
Professor Einstein heeft zich op veler
verzoek bereid verklaard de tolk van den
senaat te zijn in een bijeenkomst die Vrij
dag a.s. om 2 uur op deze plaats gehouden
zal worden.
Staande werden deze woorden door de
aanwezigen aangehoord.
Prof. Wensinck, hoogleeraar in het Ara
bisch, ving daarop zijn rede over „De
Hoofdvormen van het Oostersch Mono-
theisme" aan en wees er op dat:
Het uitgebreide samenstel van riten, ge-
bruikèn, opvattingen en vormen waarin elke
der drie groote semielische godsdiensten
zich vertoont, laat zich herleiden tot enkele
hoofdvormen, typen van godsdienstige le
venshouding. Afgezien van de beleekenis
en den rang door Joden. Christenen en Mos
lims aan de stichters van hun godsdienst
toegekend, afgezien ook van die moeielijk
te beschrijven eigen atmosfeer, die veelhl
het gevoel van saamhoorigheid bepaalt, vor
men deze typen de gemeenschappelijke
soortgelijke kenmerken der drie godsdien
sten. Een vergelijkende beschouwing van
deze typen schijnt meer dan eenige andere
geschikt om een grondslag van vergelijking
tusschen de godsdiensten zelve op te leve-
en. Deze hoofdvormen zijn: de sacral-»,
depratische en de raystische.
Het sacrale type vertoont zich het zui-
rerst in de oudste periode van Israels gods
dienst. De betrekkingen tusschen God en
mensch vinden haar hoogste uitdrukking in
ïitueele handelingen. Iedere verandering in
die betrekkingen, het intreden van een
nieuwe tijdsperiode, gebeurtenissen of onder
Eenlingen van eenig belang voor persoon,
Êezin, stam en volk worden ingeleid, ge
werd of besloten door samengestelde en lot
voorgeschreven riten.
Met eenige voorbeelden toont spr. dat de
ïit.us zijn hoogste punt bereikt in het offer.
En levens blijkt, dat het offer, afgezien
Tan naar omstandigheden wisselende tech
nische verschillen, symbool is, dat wil hier
^?en: ritueele handeling waarin het gods-
ienstig leven in zijn verscheidenheid zich
°P betrekkelijk eenvormige wijze uitdrukt.
.,Uö omschrijving van het offer als een
luis waardoor gemeenschap wordt tot
and gebracht tusschen het profane en
heilige door middel van een wezen,
J/^ietigd wordt, kan aanvaard worden,
uat zij het kenmerkende van het geheel
6(krgeeft. Maar zij sluit, naast andere
^eze *n z me^
gemeenschap tusschen de beide
S??1 M stand gebracht; in andere woor-
uite 13 bewuste of onbewuste,
offo?r°ken of onuitgesproken zin van het
antooord op deze vraag vloeit voort
die *'ereldbeschouwing dezer periode,
zich immers in het offer uitdrukt. De
oner uiiui utii. ue
de k2r e2eert verplaatst te worden in
versw]/0 fc^eer» omdat hij verwacht daar
ho k v"l<^en hetgeen hjj op
iWkï^ston prijs stelt, van wat hemzelf
met mate toebedeeld, der godheid
daarentegen in absoluten zin eigen is: het
leven.
Bespiegelingen over leven en dood, de
geheimenis van de verloren onsterfelijkheid,
de kwellende vraag of er tegen den dood
geen kruid gewassen is, het zoeken naar
de bron des levens, vormen den achtergrond
van 't paradijsverliaal en van 't oud-ba by Io
nische epos van Gilgamesj enklinken na in "den
hellenistischen roman van Alexander den
Groote. Het leven is het hoogste goed; doch
het staat ieder oogenblik vernietigd te
worden door den dood, waaraan niemand
ontkomt. Versterking, verlenging van het
leven, ideëele opheffing zijner sterfelijkheid
wordt bereikt door vie in de goddelijke
sfeer intreedt en deelneemt aan het offer.
Vleesch en bloed van het offerdier zijn
levenselementen; de communie schenkt
nieuwe levenskracht.
Men zal zulke beschouwingen ook in de
zeer uitvoerige offervoorschriften van het
Oude Testament niet uitgedrukt vinden. Toch
vormen zij niet den alleen stilzwijgend onder
stelden achtergrond der heilige handelingen.
De zooeven beschreven aan het offer ten
grondslag liggende gedachtengang is voor
sterke wijzigingen vatbaar, die zich mede
in den ritus uitdrukken. Zoo kan de lange
weg tot de apotheose bekort en het hoog
tepunt spoediger bereikt worden, wanneer
het offer bestaat in een daemonisch, heilig
of goddelijk wezen. De runderen, die, voor
een wagen gespannen, de ontvoerde heilige
ark in het israelitisch gebied terugbrengen,
worden, onmiddellijk nadat zij daar aange
komen zijn, geslacht en als offer verbrand
in het uit den wagen ontstoken houtvaur.
Deze zijde van het offer is verwant aan
de idee van den geofferden god, een idee,
die in verschillende godsdiensten der oud
heid een belangrijke plaats inneemt.
In het offer van den knecht, tegelijk
bovenmenschelijke figuur en vertegenwoor
diger van het volk, bereikt de oud-testa-
mentische offer-idee een kracht, die zes
eeuwen later, op de fundamenten van dogma
en heilsgeschiedenis van het Christendom
haar volle werking zal uitoefenen.
Intusschen heeft de Israëlitische gedach
ten-wereld sinds lang een andere richting
genomen, een richting, die niet in de
eerste plaats de sacrale handeling, niet tij
delijke opneming in de heilige sfeer zoekt,
maar vraagt naar den goddel ijken wil en
zijn uitvoering in volstrekte gehoorzaamheid
en caarin de waarde van het leven vindt.
Het sacrale type is op weg de leiding te
verliezen om die te zien overgaan op het
practische.
Sinds het midden der achlsle eeuw treden
de profeten op, die het aandurven de ge
breken van de heerschende godsdienstvormen
to plaatsen in den brandenden gioed van
eigen revolutionaire opvattingen en idealen.
Triester en profeet zijn ran huis uit
vertegenwoordigers van twee zelfstandige
godsdienstige typen. Voortaan zullen zij de
heerschappij voeren onder Israël en zijn
geestelijke nakomelingen, hetzij naast elkan
der, hetzij in onderlingen naijver.
De hevigheid, waarmee de profeten zich
uitspreken over de aan den eeredienst van
hun Ijjd klevende misbruiken, kan soms den
indruk wc-kken van een principieele bestrij
ding. Die indruk zou echter niet geheel juist
zijn. De overtuiging en het zelfbewustzijn
\an den profeet stellen hem niet tegenover,
maar boven den priester.
Over den eeredienst als zoodanig spreekt
hij niet. Maar wel predikt hjj, dat eeredienst
zonder moraal waardeloos is, een leven van
toewijding welgevalliger dan het brengen
van gaven, gehoorzaamheid beter dan offer.
De ontwikkeling van de opvattingen,
zooalis die ten tijde wan de profeten baan
braken, nagaande, wijst spra er op, dat
intusschen de vraag rijst wanmteer Deute-
ronomium in de tweede helft der 7de eeuw
vóór Christus de richting der toekomst
laan geeft, welke plaats heeft dan nog het
sacrament in den. godsdienst van Israël en
in het weldra opkomende Jodendom.
Bij allen uiterlijk en bloei, aldus spr.,
de offerdienst breidt zich uit, de tempel
wordt door Herodes herbouwd is er ver
andering en verwording, vooral dooT de
verstrooiing van het Jodendom veroorzaakt.
Het Jodendom in dë verstrooiing troost
zich dan ook met de gedachte, c'r.t „een
verbrijzelde ziel en een deemoedige geest
gelijkwaardig zijn aan brandoffers."
Spr. wijst op de veranderingen die men
ziet gebeuren bij de tempelceremondën. En
hij zegt dat men zich niet ontziet zijn af
keer uit te spreken van de altaren als van
steenhoopen, bezoedeld door het bloed vtan
dieren
Spr. noemt dit het eindpunt van de anti.
ceremoniëele richting der profeten.
De laatste zelfstandige vorm van semie-
fcisch monotheïsme, de Islam, dankt zijn
oorsprong aan een profeet.
De gelijkenis tusschen Islam en Joden
dom is, aldus spr., niet alleen van nega
tieven laard. Beide godsdiensten Peggen den
gyootsteD nadruk op het volbrengen vun
den goddelijken wil zooals deze zich heeft
uitgesproken in een wetgeving die het ge-
heelc leven regelt en ook het geloof zelf in
de plichtenleer opneemt.
Ten aanzien van de ethiek gaat de Islam
zijn eigen weg. Wekken de Israeliietische
profeten den indruk, dat de ethiek de maat
staf aller dingen geworden is, noch in den
Koran noch in het sj'steem Win den Islam
is dit het geval. Zonder twijfel berteekenr
de de moraal van den Koran voor het oude
Arabië een sterke verheffing, zonder twij
fel ook staat Mobammeds theologie in de
zelfde verhouding tot die van zijn heiden-
sche omgeving. Maar de ethiek van den
Islam blijft eenerzijds uitdrukking van den
goddelijken wil, gebod; anderzijds voor
den mensch middel om gehoorzaamheid
en goede werken te oefenen.
Spr. staat hierbij stil en zegt dat ook de
Islam zijn Remonstranten heeft gehad.
In den Islam vertonnen zich in den tijd
van de opkomst der scholastiek, misschien
reeds vroeger, hier en daar de eerste roer.
selen der mystiek Naar een gangbare op
vatting vindt zij gereeden toegang tot het
haar oorspronkelijk vreemde gebied, door
dat zij in iedere gewenschte mate vergoedt
wat den starren ouden Islam aam gevoels
warmte mocht ontbreken.
Wie zich de opname van de mystiek in
den Islam wil duidelijk maken, zal der
halve wel doen door dit verschijnsel niet
uitsluitend of in de eerste plaats in ver
band met de ideeëngeschiedenis van den
Islam te beschouwen.
Verwonderlijk is, volgens spr., de omkeer
die zich voltrekt in de gedachten wereld der
oude volken in de eeuwem die het Christen
dom voorbereiden. De eenheid des levens
die oudtijds natuur en staat, godsdienst en
ethiek als een onverbrekelijk geheel voet-
de, maakt plaats voor een dualisme dat
overal de tweeheid ziet: in de tegenstel
ling tusschen licht en duisternis, goed en
kwaad, geest en stof, God en wereld. De
naieve levensaanvaarding der jeugd is
voorbijmen aanvaardt niet meer het leven,
maar den dood als doorgang tot het ware
leven.
Aan dezen omkeer neemt vroeg of laat
nagenoeg de geheele antieke wereld deel.
Spr. wijst er op dat dit niet op eenvor
mige wijze geschiedt en zegt, dat de opvat
tingen langzamerhand veranderen en zich
op ongedwongen wijze het mystische met
het etische verbindt, dat in deze verbinding
den klemtoon niet op den goddelijken wil
noch op de verhouding tot den naaste, maar
op den arbeid aan de eigen persoon legt.
Het praktische type gaat hier over in het
beschouwende.
Zonder uitzicht of hoop zou die arbeid
van den mysticus moeten schijnen, indien
niet de dualistische wereldbeschouwing die
het middeleeuwsche Oosten beheerscht, om
sloten ware door de monistische, die al die
tegenstellingen geest en stof, goed en
kwaad, God en wereld ten slotte Voor
onwezenlijk en dus wezenlijk opgeheven
aanziet
Renan heeft het monotheïsme een instinct
der semietische volken genoemd. Men zou
misschien hetzelfde van het monisme kun
nen zeggen. De gang der ideeën in het mid
deleeuwsche Oosten schijnt hiermee in te
genspraak. Hier wordt in de eerste plaats
de gedeeldheid van al het bestaande ge
voeld. Zeker. Maar nergens is tevens zóó
sterk het besef, dat die tweeheid schijn is.
dat al het stoffelijke, de geheele wereld
schijn is, dat alleen het bewustzijn over
blijft. om ook zelf te vervloeien en op te
gaan in het Eene.
De sfeer schijnt, aldus spr., het natuur
lijke element der mystiek.
Ook het Westen heeft zijn groote mystie
ken. Maar zij zijn 'enkelingen, de verbrei
ding van derwishen en mystisch-extatische
broederschappen heeft het Westen niet of
nagenoeg niet aanschouwd. Wat wij ge
woon zijn in ons populair-natuurweten-
schappelijk spraakgebruik de realiteit le
noemen, is voor het Oosten een sluier, die
de werkelijkheid onthult en omhult Van
daar dat de term voor realiteit in het Ara
bisch tevens een van de gewoonste aandui
dingen van de godheid is.
Op het punt der werkelijkheid gaan Oost
en West uiteen; het schijnt dat hier het
diepste verschil tusschen beide ligt.
Het godsdiensthistorisch onderzoek zal
nooit het eigene van ieder dezer drie gods
diensten uit het oog mogen verliezen. Maar
het kan ook niet nalaten te wijzen op on
derlinge verwantschap, die zich vertoont
aan ieder die wil zien en verstaan. Veel
wederzijdsch misverstand tusschen men-
schengroepen en volken kan daardoor uit den
weg geruimd worden. Ons vaderland heeft
zich in dit opzicht niet onbetuigd gelaten.
En wat onze universiteit betreft, zoo mogen
wij op haar verjaardag met trots bedenken
dat haar eeuwenoude en levende traditie
ook op dit gebied een bekrachtiging is van
het devies, waarin zij zich roemt te zijn:
libertatis praesidium.
Nadat prof. Wensinck zijn rede beëindigd
had hield hij met den secretaris van den
Academischen Senaat prof. jhr. mr. W. J.
M. van Eysinga in Huize Bruyns receptie.
LEIDSCH UNIVERSITEITS-FONDS.
Onder voorzitterschap van mr. P A. V.
baron van Harinxma thoe Slooten Leeuwar
den, heeft het Leidsch Universiteits fonds
heden zijn jaarlijksche algemeene vergade
ring gehouden.
De secretaris van den universiteitsraad
en van de commissie van uitvoering prof.
dr. A. J. Wensinck, heeft daarbij het vol
gend jaarverslag uitgebracht
De commissie van uitvoering heeft haar
werkzaamheid ten behoeve van de Leid-
sche Universiteit in het afgeloopen jaar
voortgezet in dien zin, dat in de eerste
plaats zooveel mogelijk weixj voorzien in
de dringendste behoeften der verschillende
faculteiten. Hoewel het jaarlijks ter be
schikking van de commissie gestelde be
drag een kleine, zeer gewaardeerde stijging
vertoont, toch kan er nog niet aan gedacht
worden de groote leemten voorloopig of
duurzaam aan te vullen.
Aan de faculteit der godgeleerdheid
werd een bedrag toegestaan tot het doen
van voordrachten op het gebied der wijs-
geerige theologie. De bemoeiingen ten be
hoeve van de vereenigde faculteiten van
rechten en letteren bestonden weder in
het ter beschikking stellen van gelden voor
lezingen over tropische economie en voor
een practicum voor Indisch staatsrecht.
Tot groote voldoening van de commissie
werd professor Lorentz, na verkregen ko
ninklijke machtiging, weder bereid gevon
den een aantal voordrachten te houden
over natuurkunde.
Het onderwijs van den privaat docent
dr. Gerth werd opnieuw gesteund. Aan de
door professor Vogel, ten deele in verband
met het Instituut Kern georganiseerde cur
sussen in levende Oostersche talen, wer
den, evenals aan het Instituut-Kern zelf
subsidie verleend.
Aan professor Vurtheim werd een bedrag
voor den aankoop van palaeographisch ma
teriaal voor collegegebruik toegekend. De
commissie voor phonographische studiën
ontving een bijdrage tot het aanschaffen
van platen.
In bescheidener mate werden subsidies
toegekend aan ondernemingen van weten-
schappelijken aard: de slibonderzoekingen
van prof. Escher, het werk over Carolus
Clusius van dr. Hunger, het onder leiding
van dr. Crommelin zich uitbreidende mu
seum van natuurkundige instrumenten, dat
thans nog in het laboratorium op de Steen-
schuur is ondergebracht.
In de eerste plaats mogen voorzieningen
van algemeen universitairen aard geno
men worden: de subsidie ten behoeve van
de cité universitaire te Parijs, van het a.s.
congres der International Astronomical
Union, van de voorbereidende maatregelen
voor de slichting van een studentenhuis.
Naast dit alles moge in dit jaarverslag
nog herinnerd worden aan den bestendigen
steun aan onze Universiteit verleend
door onze vier bijzondere leerstoelen, door
de hernieuwde aanstelling van assistenten
bij de studie van het Fransch en bij die
van het Hebreeuwsch, door de herhaalde
serie lessen in elementair Latijn gegeven
door den lector dr. de Boer, door de voort
gezette publicatie van de Acta Leidensia en
Gids voor Studeerenden, en door het sub
sidie ten behoeve van het Jaarboek, waar
van, gevolge van een verhoogden post op
de begrooting, het Fonds niet meer zal be
hoeven bij te dragen dan billijk is.
De Universiteitsdag werd op 3 October
te Haarlem gevierd Door de goede zorgen
van 't comité waarvan de heeren jhr. mr. A.
Roël als voorzitter en dr. A. A. G. Land
als secretaris optraden, mag die viering,
die opgeluisterd werd door voordrachten
van professor Lorentz en professor P. J.
Blok, zeer geslaagd genoemd worden.
Aan al deze heeren wordt hier gaarne
dank betuigd voor hunne vriendelijke be
moeiingen.
Ten slotte zij vermeld, dat het aantal on
dersteuners van het Fonds op 1 Februari
j.l 1888 bedroeg, tegen 1802 op dien dag in
1927.
Namens gecommitteerden bracht de
secretaris-penningmeester, mr. Ph. B. Li-
hourel vervolgens het financieel verslag uit
over het boekjaar 1 September 1926
1 September 1927.
Op 7 Januari 1927 werd een gift van
f 20.000 ontvangen van een onbekende, door
bemiddeling van rar. K. P. van der Man-
dele, directeur der Rotterdamsche Bank-
vereeniging. Van den heer jhr. H. Beelaeris
van Blokland te Eefde werd een gift van
f 10 ontvangen, van den heer prof. dr. Bun-
genberg de Jong f 100, van den heer prof
dr. A. F. Holleman f 1000 en van den heer
dr. A. Rutgers van der Loeff f 30.
De balan9 per 31 Aug. 1927 sluit in debet
en credit, met een totaal van f286.657
Onder de activa komen onder meer voor:
Hofstede met land onder Vlist en Haastrecht
(Slingelandfonds) bezwaard met twee lijf
renten f 40.000inschrijving grootboek
W S. 3 pet f 83 614 diverse effecten in het
verslag alle met name genoemd f 143 583
saldo Lissa en Kan f12 380; Scheurleer en
Zoonen's bank f 1584; bij den penning
meester f3203: het kapitaal bedroeg per 31
Aug. 1926 1250.967; aan koerswinst f2263,
BINNENLAND.
De 353e verjaardag der Leidsche Hooge-
school. (Stadsn. le Blad).
Verschenen is de memorie van antwoord
betreffende de wijziging der ongevallen
wetten. (Binnenland, 2e Blad).
Overeenkomsten met spoorwegmaatschap
pijen. (Binnenland, 2e Blad).
Het nieuwe gebcuw van „Bloembollen
cultuur" zal op 31 Maart worden geopend.
(Binnenland, 2e Blad).
Ernstig motorongeluk te Hillegom; er zijn
drie gewonden. (Gemengd, 2e Blad).
Groote brand te Amsterdam. (Gemengd. 2e
Blad).
Op een onbewaakten overweg tusschen
Maarssen en Breukelen is 'n wielrijder door
een trein gegrepen en zwaar gewond. (Ge
mengd, 2e Blad).
De winkelbenrs en bloemententoonstelling
te Lisse. (3e Blad).
Te Den Haag is ingebroken in een jnwe-
lierswinkel; voor een bedrag van f 10.000
gestolen; een der vermoedelijke daders ge
arresteerd. (Laatste Berichten, le Blad).
BUITENLAND.
Herdenking van den lOOsten geboortedag
van den Franschen schrijver Jules Veine. (3d
Blad).
De val van het Noorsche arbeiderskabinet
wordt aanstaande geacht. (Buitenl. le Blad).
In Griekenland wordt een nieuw kabinet
Zalmis gevormd. (Tel. le Blad).
giften en statuaire toevoeging uit de ge
wone inkomsten f 24.942, kapitaal per 1
Sept. 1927 f278.178; saldo ter beschikking
van de commissie van uitvoering f4639.
De inkomsten hebben bedragen f21.381;
saldo vorig jaar f3089, reserve f2321, tol.
f 26.792. Aan interest werd ontvangen
f 9955, aan contributie f 5301saldo inkom
sten Slingelandfonds f 1596; 10 bijdragen
van f 100 en een van f 600, diversen f 1126.
De% uitgaven hebben bedragen f 18 551; aan
het* kapitaal werd toegevoegd f3802; ter be
schikking van de commissie van uitvoe
ring slond f 4639, totaal f 26 792.
Blijkens Ie balans van het Lorentz-
Fonds bedroeg het kapitaal per 1 September
1926 f 1-44.894, kapitaal -per 31 Augustus
1927 f 146.297. saldo ter beschikking com
missie f 1810 De inkomsten hebben bedra
gen f7163 de uilgaven met inbegrip van
het nadeelig saldo a. p. ad f 594 f 5345,
zood;:t het voordeelig saldo bedraagt f 1818.
Blijkens den stand op 1 September 1927
der gelden door den International Educa
tion Board van de Rockefeller Foundation
beschikbaar gesteld voor het Natuurkundig
Laboratorium en Kabinet der Rijksuniver
siteit te Leiden, werd in totaal van af 28
December 1925 ontvangen f 36 254; be
schikt werd over f 36.268, saldo f 14.
PROF. VAN DER VLUGT.
Omtrent den gezondheidstoestand van
prof. W. van der Vlugt vernemen wij heden,
dat deze langzaam vooruitgaande ia.
KLERK BIJ DE DIENSTVAKKEN DER
DIRECTE BELASTINGEN.
Ons wordt het volgende medegedeeld:
Voor het onderzoek van hen, die zich
voor een plaats als klerk bij de dienstvak
ken der Directe Belastingen, Invoerrechten
en Accijnzen en der Registratie en Domei
nen wenschen aan te melden is o.a een
Commissie ingesteld ter standplaats Leiden
voor het deel der provincie Zuid-Holland,
omvattende de inspecties der Directe F!e-
Iastingcn enz. te Leiden le afd., 2e afd. en
3e afd. en Alphen a. d. Rijn.
I)e aanmelding voor een plaats als klerk
moet geschieden hetzij bij den Inspecteur
der Registratie en Domeinen te Leiden, het
zij bij den Inspecteur der Directe Belastin
gen enz. lid der commissie voor het order-
zoek van gegadigden voor klerk, ter in
spectie der Directe Belastingen te Leiden
le afd Sollicitaties kunnen ook worlen in
gezonden door tusschenkomst van len In
specteur of Ontvanger van een der b»ii1e
dienstvakken over de woonplaats van den
candidaat
Telkens wanneer de belangen van den