„DE PLOEG", Nieuwjaarsrede van den Voorzitter der Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rijnland. NEDRA 68",e Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 11 Januari 1928 Tweede Blad Na. 20806 DE TOESTAND VAN HANDEL SN NIJVERHEID Het Sylter- en Estlandsche WEEFWERK tentoongesteld in HetLeidsche Volkshuis, is verkrijgbaar in RAPENBURG 3 - LEIDEN. FEUILLETON. ongunstige conditie. Het blijkt, dat de uit- ruslingskoslen, die voor een deel even hoog zijn als die van mechanisch voortbewogen vaartuigen, door de vangstresultaten der zeilloggers nauwelijks meer gedekt worden. Uitbreiding van het aantal motorloggers respectievelijk verbouwing van daartoe ge schikte zeilloggers, is hiervan het gevolg, omdat met motorloggers de visscherij in tensiever en langduriger kan plaats heb ben. Het aantal zeillogger* wordt dc.hal ve meer en meer ing krompen, waardoor deze straks tot het verleden zullen gaan behooren. Maatregelen tegen te vroegen aanvang van de haringvisscherij, waarvoor ook el ders stemmen opgaan, en tegen het vis- schen met netten van geringe maaswijdte, ter verbetering van den vischtoestand, zouden het bedrijf mede ten goede komen. De Haringhandel in 1927. Voor zoover het nog loopende seizoen beoordeeld kan worden, is ook voor den .ha ringhandel Jiet afgcloopen jaar niet ongun stig geweest. De Hollandsche haring heeft zich op de betrokken markten niet laten verdringen, maar niettemin liet de afzet wel eens te wenschen over, en vooral Duilschland kocht van hand tot mond Op deze hoofdmarkt ondervindt de Holland sche haring onafgebroken de scherpste concurrentie der Engelsche en Schotsche haring naast de goedkoopere, zij het dan ook kwalitatief geringere, Noorsche haring. Bovendien wint de Duitsche haring meer en meer veld. In Duitschland valt voorts een afnemend gebruik van pekelharing te constateeren en blijkt men voorkeur te gaan geven aan allerlei conserven, in hoofdzaak van versche haring bereid. Naar België, Zweden en Amerika werd regel matig geëxporteerd, hoewel in geringere hoe veelheden als voorheen. Rusland en Polen waren ook dit jaar vrijwel buiten bereik voor de Hollandsche haring. Alle pogingen worden in het werk gestel# om andere landen, waaronder tropische, voor ons ar tikel te interesseeren, om den haring-ex port verdere ontplooiing te verschaffen. De markt bleef gedurende het seizoen vrij van te groote schommelingen. Aan de beperk te vangsten in Juli tot einde September, die geleidelijk afnemers vonden, is het toe te schrijven, dat de latere groote aanvoe ren door exporteurs reeds gedeeltelijk kon den worden geruimd. De voorraad, waar mede het jaar wordt ingezet, zal derhalve wel zijn weg vinden voor den aanvang van de nieuwe visscherij temeer omdat de Engelsche en Duitsche voorraden slechts matig blijken tengevolge van verhoudings gewijze mindere vangsten. In sommige reedorskrinern heerscht de vrees, dat een meer actieve handelspob- tiek voor den haringhandel een groot ge vaar zal opleveren. In den Honthandel was er over het algemeen in 1927 voldoen de werk, vooral het eerste gedeelte, het na jaar was daarentegen minder. Het zagerij- bedrijf was niet loonend, doordien het rond hout belangrijk in prijs is gestegen en de prijzen voor gezaagd niet in dezelfde mate verhoogd zijn geworden. In het najaar zijn bovendien belangrijke partijen gezaagd hout van de Oostzee aangevoerd, welke, doordien de vraag afgenomen is, voor de lage prijzen over boord verkocht werden, waardoor de algemeene toestand in den houthandel belangrijk is gedrukt Verwacht wordt, dat de financieele resultaten over het jaar 1928 niet zeer gunstig zullen zijn. In de Rijnsteen-indnstrie is de toestand tamelijk stationair. De straat klinkers ondervinden groote concurrentie van de hasaltine-tegcls. terwijl metselsteen alleen tegen lage prijzen kan worden aan den man gebracht. Voor de Schelpkalk-Fabrieken is 1927 een ongunstig jaar geweest. Ten gevolge van den zeer belangrijken invoer van Buitenlandsche, hoofdzakelijk Belgische kalk, was de omzet van schelpkalk zeer onvoldoende. De lage prijzen, waartegen de buitenlandsche kalk kan worden aan geboden, maken het voor deze industrie zeer moeilijk. Tengevolge van den gerin- gen omzet zijn de onkosten-cijfer9 belang rijk opgeloopen. hetgeen de financieele re sultaten nadeelig heeft beinvloed. In deze industrie zal óf een veel soepeler toepas sing van arbeidswet absoluut noodzakelijk zijn, of zullen maatregelen getroffen moe ten worden om den invoer van buitenland sche kalk eenigszins te stuiten. Doet men dit niet, dan zal deze Nationale Industrie in den loop der tijden beeliet ten gronde gaan. Bouw-Directies van het Rijk, de Provin cie. Gemeente-Besturen en alle van groote ondernemingen, die iets voelen voor de Nationale Industrie en van de superiori teit van dit bouwmateriaal overtuigd zijn, zullen m.i. het gebruiken van Schelpkalk voor werken onder hunne Directie ver plichtend moeten stellen. In de Dakpannen-Indnstrie werd de productie vrij vlot opgenomen. De uitvoer naar- Engeland was althans voor de fabrieken in ons district, iets belangrij ker dan in het voorgaande jaar. Dc voor keur welke verschillende architecten voor het Hollandsche fabrikaat toonden, was oorzaak, dat in doorsnede een prijs be dongen kon worden, welke hooger was dan do pfijs, waarvoor het Belgische fabrikaat hier in Nederland werd aan de markt ge bracht. Voor kleinere minder goed geoutil leerde fabrieken was de toestand aanmer kelijk minder gunstig. Deze ondervonden van de Belgische concurrentie grooten hin der. Het sedert kort geheven invoerrecht van 8 pCt. op Buitenlandsche dakpannen, bleek voor den builenlandschen exporteur geen noemenswaardig beletsel om voor zijn producten hier een afzetgebied te vinden. In het algemeen wordt dit toegeschreven aan het feit. dat vooral in België de ar beidsverhoudingen gunstiger zijn dan ten onzent. In de Kalkzandsteenfabrieken was de toestand in 1927 nog slechter dan die in 1926 De geweldige concurren tie, welke deze tak van bedrijf ondervindt van den invoer van de zoo goedkoope Bel gische Baksteen, was oorzaak, dat sommige fabrieken in ons district af en toe of op halve kracht of in het ge-heel niet werkten. In de Basaltinetegel-Indnstrie is het hoofdzakelijk de overproduc tie, welke de toestand over 1927 zeer on gunstig heeft beïnvloed. Niettegenstaande de buitengewoon lage prijzen, welke voor dit artikel, dank zij de overvloedige fabri cage, bedongen konden worden, was het nochtans aan de Buitenlandsche Industrie mogelijk, deze tegels hier te iraporteeren. Enkele bedrijven werken thans niet meer op volle kracht. Voor het bloembollenvak was 1927 wederom bevredigend. Ook in het afgeloopen iaar werd ongeveer het zelfde bedrag in guldens, als in 1926, aan bloembollen geëxporteerd. De exportprij zen hebben zich echter in het afgeloopen jaar niet kunnen handhaven, doordat om dezelfde waarde te kunnen exporteeren, men in aantal kilogrammen plm. 15 pCt. meer heeft moeten verzenden. In het algemeen kan worden aangeno- In de hedenmiddag gehouden vergadering van de Kamer van Koophandel en Fabrie ken voor Rijnland de eerste vergadering in 1928 heeft de voorzitter, de heer D. Ten Cate Brouwer, een rede uitgesproken, waaraan wij het volgende ontleenen: Alvorens met de gewone werkzaamheden aan te vangen, zij het mij vergund U in het kort een algemeen overzicht te geven van den toestand van Nijverheid en Handel in het District onzer Kamer. In de Wollenstoffen-nijverheid (laken-industrie) was de gang van zaken ln 1927 tnaar matig voldoende. Het samengesteld en gespecificeerd bedrijf van de Lakenindustrie eischt niet het minst ten gevolge van den verkorten arbeidstijd en de daardoor ont stane versnelde bewerkingen van het pro duct. constante oplettendheid van uitste kend geschoolde arbeiders. De gemakkelijkheid voor aankomende ar beiders om werk te vinden in bedrijven, waar van eenige noodzakelijke geestelijke inspanning geen sprake is en de daarbij komende omstandigheid, dat in deze be drijven dikwijls een even groot loon wordt betaald, zijn oorzaak, dat thans een be hoefte aan goede vakarbeiders in dit bedrijf gevoeld wordt. Het ware te wenschen, dat bij de heden- 3aagsche volksklasse de overtuiging meer veld won, dat de beste verzekering tegen werkloosheid bestaat in het zich met alle kracht inspannen om erkend vakarbeider te worden. Daartoe zijn vakscholen,, niet bepaald noodzakelijk, wel is het noodig. dat ook hier de kost voor de baat moet uitgaan en dat in de eerste leerperiode, behalve groote ijver en accuratesse, niet een loon geëischt wordt even groot als dat, hetwelk betaald wordt in bedrijven, welke geen vak kennis vereischen. Wollen Garenfabrieken. In de wollen garenfabrieken was de toe stand over 1927 in doorsnee gunstig. Ge steund door de vaste positie van de wol markt, was er zoowel van binnenlandsche als van buitenlandsche zijde een voortdu rende toevloed van orders, waardoor het bedrijf in vollen omvang gaande kon wor den gehouden. Gebrek aan geschoolde vrou welijke werkkrachten blijft echter nog bij voortduring een onoverkomelijk bezwaar. De export naar Duitschland, welke vooral dit jaar opleefde, was niet zonder beteeke- ïiis, zij het dan ook, dat de te bedingen prijzen niet altijd loonend waren. Dit stond vooral in verband met het feit, dat de prij zen van ruwe producten meer stegen dan die der wollen garens. RECLAME. 586 Uit het Engelsch van GEORGE BARR McCUTCHEON. (Nadruk verboden).) 42) Vlug en geruischloos kwamen door de duisternis de zes wachlers aangerend. De mannen berichtten dat ze den vijand gezien hadden, die van het Noorden aantrok. Iets, dat veel leek op de zware ademhaling van een man, drong tot de ooren van de wach tenden door Het was het geluid, dat bloote voeten op het zand van de pas maakten. Het geluid werd sterker en begon meer op het gesluip van een dier door het gras le lijken. Hugh schenen deze oogenblikken van span ning even zoo vele uren. Zouden zij nooit in het gezicht komen? Zou zijn plan sla gen? Waarom liepen zij zoo langzaam? Eindelijk wees de Koning opgewonden naar hel einde van de donkere opening en Hugh werd zich bewusl dat hij op het slag veld tegenover zijn vijand stond. Zonder ■het zelf te weten hield hij zijn zwaard met beide handen omklemd. Een oogenblik scheen zijn hart stil te staan en even later brak het koude zweet Jjem uit. Langzaam, tergend langzaam na- derdp de vijand en het kostte hem al zijn zelfheheersching om niet vóór het goede oogenblik bevel te geven om het „vuur" te openen. Vóór de groote troep indringers liepen enkele verkenners. Hugh begreep dat, als In de Wollendeken-Industrie was de toestand iets minder gunstig, slechts in de laatste maanden kwamen voldoende orders binnen en kon op volle capaciteit worden gewerkt. Hier waren het vooral de vaste wolprijzen. welke op de bedrijfsresul taten een minder gunstige uitwerking uit oefenden. Een scherpe concurrentie drukte verder de verkoopsprijzen. De verwachting voor 1928 was niet gunstig. De ijzerindnstrie. Bij de Koninklijke Nederlandsche Grof smederij onderscheidde zich de algemeene toestand weinig van dien over het jaar 1926. In de afdeelingen Scheeps- en Machinebouw was het werk zeer schaarsch en kon men betrekkelijk weinig orders boeken en dan nog alleen tegen min of meer verliesgevende prijzen. Ketelmakerij, Gie terij en Constructie-werkplaats maakten eveneens een moeilijken lijd door. De af deelingen Grofsmederij en Kettingfabriek waren echter gedurende het geheele jaar goed van werk voorzien en hoewel hier de buitenlandsche concurrentie ernstig werd gevoeld, zijn de resultaten, voor zoover die men thans kan overzien, niet onbevredi gend. De vooruitzichten voor 1928 laten zich iets gunstiger aanzien. Bij de N.V. Scheepsbouw- en Reparatie- werf ,.De Hoop" voorheen Gebrs. Boot, ken merkte het afgeloopen jaar zich door flinke bedrijvigheid. De meeste orders konden ech ter slechts worden bekomen door op de te bouwen schepen vrij groote bedragen als hypotheek te verstrekken, terwijl bovendien nog maar al te dikwijls de oude schepen moesten worden overgenomen. De Noordzeevisscherij, die de financieele moeilijkheden van de laatste jaren nog niet te boven is, gaf zeer weinig werk, alleen werden eenige zeilloggers tot motorloggers omgebouwd. Dit bedrijf blijft bij voortdu ring de groote behoefte gevoelen aan een betere verkeersgelegenheid te water; de be staande sluizen en bruggen met de te nauwe doorvaartwijdle waren oorzaak, dat voor een groot aantal aanvragen moest worden bedankt. In dit verband is het te hopen, dat spoedig de dag nanbreke, waarop ook van de gemeente Leiden getuigd kan worden, dat zij is aangesloten aan groot scheepsvaarwater. Ook in Alphen ad. Rijn waren Scheepsbouwwerven met voldoende orders voorzien. Deze orders konden echter slechts worden geboekt tot lage prijzen, welke weinig of geen winst afwierpen. In de afdeeling Scheepsmotorenbouw te Alphen a. d Rijn heersehte evenepns groote bedrij vigheid, ook hier waren de prijzen, welke bedongen konden worden, speciaal tenge volge van de groote buitenlandsche concur rentie, maar malig voldoende. De toestand in de Visscherij was gedurende 1927 in het algemeen be vredigend. Voor enkele reederijen, die door wanvangst en nettenverlies tegenslag heb ben gehad, is de toestand echter minder gunstig geweest. Ofschoon de uitkomsten over 1927 bevredigend zijn, mag daaruit niet geconcludeerd worden, dat de finan cieele positie der reederijen daardoor van hefeekenis verbeterd zou zijn Er liggen zoo veel slechte jaren achter den rug, dat een enkel beter jaar het bedrijf niet kan ophef fen. temeer omdat de behaalde winst slechts matig is. Nog steeds drukken de exploitatie kosten zwaar, waartegen de prijzen van het product niet in verhouding zijn geweest. Het visscherij-bedrijf in den huidigen toestand biedt dan ook geringe kans op behoorlijk rendement voor de toekomst. Vooral komt de uiloefening van het be drijf met „zeilschepen" meer en meer in de steenenregen op hen neerdaalde, zijn hinderlaag zou worden verraden Zijn hart klopte in zijn keel toen hij op die naderende mannen neerkeek. Hun speren maakten den indruk van een golvend korenveld. Het was noodzakelijk iets tegen die kleine voorhoede le doen, anders zou zijn heele op zet mislukken. Ridgeway, die nu het op da den aankwam, plotseling kalm geworden was, beval om de vijandelijke voorhoede of in de pan te hakken, of terug te drijven. Het was ondertusschen heelemaal licht geworden, ofschoon de zon nog niet boven de bergen was. In het grijze licht kon Hugh zijn mannen zien, die uiterlijk rustig zijn bevelen afwachtten. Plotseling verbrak een gil de stilte en Hugh sprong overeind. Toen kwamen er meer gillen en het geluid van voetstappen. Hij keek zenuwachtig in de richting van de loopgraven. Een twaalftal mannen van de vijande lijke voorhoede holden luidgillend naar hun leger terug, terwijl niets van Poetoe of zijn mannen te zien was. Ze hadden een paar speren geworpen en waren toen weer in hun loopgraven teruggekropen. De hoofdmacht van den vijand zwaaide bij de pogingen om tot slaan le komen als een reusachtige dronken man heen en weer, maar de achterhoede drong zoo op dat het leger vooruit gestuwd en in de hinderlaag gedreven werd. Nu is hel tijd, dacht de Amerikaan Zijn zwaard in de hoogte zwaaiend, com mandeerde hij met stentorstem: Vuurrrl Alsof zij befooverd waren gewees! en op een verlossend woord gewacht hadden zoo gelijktijdig rolden twee rijen van de hellin gen naar beneden, terwijl een paarhonderd bijna naakt© wilden een krijgsgehuil aan hieven. Het geluid van de vallende steenen, het geschreeuw van de wilden op de heuvels, vermengd met de doodskreten van de man nen, die in de pas bekneld zaten en maar steeds meer steenen op zich neer zagen ko men, maakte op Hugh een luguber-over- weldigenden indruk. Op hetzelfde oogen- blik dal de eerste hoop steenen naar bene den rolde, liepen Hugh's mannen al weer naar de volgende rij en vóór de vijand tijd gehad had om van den schrik te herstellen, rolde een tweede hagelbui van keien op de mannen neer. die bij dozijnen tegelijk ver- pletlerd werden. Ridgeway sloeg dit schouwspel van dood en vernieling als verstijfd gade. Hij had niet gedacht dat zijn hinderlaag zoo'n ver woesting zou aanrichten. De pas was als bezaaid met kronkelende, wringende licha men van verwonden, die vertrapt werden door hun nog niet verwonde, van angst en woede krankzinnige stamgenooten. Hugh dacht een oogenblik dat al de vijanden gedood waren dat de strijd uit was, voor hij gekomen was. Maar toen hij naar beneden keek. zag hij hoe de vijand zich weer herstelde en hoe de overlevenden dol van woede weer opstonden en de heu vels begonnen te beklimmen De grond lag bezaaid met gewonden, die hun kreten van pijn vermengden mei het krijgsgehuil van de vechtenden Niettegenstaande de slach ting waren er nog massa's vijandenI Vooruil springend zwaaide hij zijn zwaard boven hel hoofd en schreeuwde hij weer: ..Vuurrr!" Dil was het eenige commando, dat hij zijn soldalen geleerd had en het be- teekende. dat zij moesten vechten en de vijand raken waar hun dat mogelijk was Weldra daalde een regen van speren op den vijand neer. Van beneden stormden Oeloez' krijgers de hellingen op, naar den top, waar Hugh met nog al zijn strijders stond. Telkens als Hugh's mannen hun speren naar beneden slingerden week de vijand achteruit, maar het volgend oogenblik kwam hij met ver nieuwden en bewonderenswaardigen moed opzetten. Het verbaasde en beangstigde Hugh dat er nog 9'eeds zooveel overbleven! Zonder ophouden vlogen speren naar bene den. maar de voorraad werd langzamerhand angstwekkend klein; het zou nog maar een kwestie van enkele minuien zijn en dan was al hun ammunitie verbruikt! Hugh hield zijn hoop gevestigd op de mogelijk heid dat de vijand spoedig zou terugtrekken in de overtuiging dat hij niet opgewassen was tegen een tegenparlij waarvan hij de slerkte niet1 kende en die zoo een gunstige stelling hpzette. Spoedig zag hij echter in dat hij met zijn mannen de heuvel zou moeien verlaten en zich in de loopgraven terug te trekken op een oogenblik. dat het gevecht even zou verslappen. Dit moest dadelijk uitgevoerd worden daar het anders te laat was. Ondertusschen had de vijand de - steile helling van den berg. die Hugh niet had la- len verdedigen beklommen Hij maakte een beweging legen zijn soldaten ,die hun dui delijk moesf maken naar de loopgraven te gaan. maar niel voordat ze nog eens een sperenregen op den vijand hadden doen neerkomen De wilden begrepen hem. Nadat zij hun speren mei groote krachl naar den naderen den vijand geslingerd haddpn, holden zij door elkaar naar de loopgraven, die door den Koning met tweehonderd man bezet waren Wilde triomfkreten weerklonken en nog voordat blanke met nin de loop- men, dat de verkoopsprijs van tulpen en narcissen gemiddeld van 15 tot 30 pCt la ger was dan in het vorig jaar, vooral de in de laatste jaren zoo belangrijke darwin- tulpen zijn sterk in prijs gedaald. De snelle vermeerdering van deze tulpen heeft tot een overproductie geleid, die, indien de de bollen niet neg sneller worden vernie tigd, zeker nog gedurende vele jaren zal blijven bestaan. Ook dit jaar werd wederom getracht te komen tot een overeenkomst tot stelsel matige vernietiging, eveneens echter met negatief resultaat. De export van narcissen op special per mit" naar Amerika, was weder van flinke beteekenis, sommige soorten werden zelfs zeer graag verkocht. Het optreden van Frankrijk tegen het Amerikaansch invoerverbod speciaal teu gunste van Fransche narcissen, beïnvloedde de vrije invoermogelijkhcid in Amerika van de Hollandsche narcissen eveneens gunstig. De hyacinthen-prijzen hebben in het af geloopen jaar het hoogste nivt u bereikt.» Vermoed wordt, dat, waar algemeen ge acht wordt dat de ziektetoestand beteren de is, men in de naaste toekomet weder naar normale prijzen zal terugkeeren Door den handel wordt dit als zeer wensehelijk uitgesproken, daar bij de thans geldende prijzen gevreesd wordt, dat het moeilijk zal blijven de afzetmogelijkheid van den zelfden omvang te houden. De gunstige conjunctuur van den laatsten tijd is waarschijnlijk oorzaak, dat men met alle mogelijke middelen getracht heeft oin de cultuur intensiever te maken. De voor het bloembollenvak zoo bij uit stek geschikte geestgronden zijn echter zeer beperkt Daarom is men er toe overgegaan om op de beschikbare geesteronden de cul tuur te forceeren. Het gevolg hiervan is, dat het bloembollenvak hoe langer hoe meer een seizoenvak wordt, hetwelk zeer te betreuren is. Hierdoov ontstaat toch veel werkloosheid in den winter en zal men moeten uitzien naar middelen, om aan deze moeilijkheid op den duur het hoofd te bie den. ln Rijnsburgen omgeving was de kweekerij van snijbloemen over het al gemeen minder gunstig. Vooral dahlia's en chrysanten moesten tegeD lage prijzen van de hand worden gedaan. Met het forceeren van tulpen enz, boekt© men hier zeer gunstige resultaten en kon een zeer sterke uitbreiding in dit vak 1e Rijnsburg en omgeving worden geconsta teerd. Deze uitbreiding vervult velen met vrees. De veiling-vereeniging .Flora" te Rijns burg boekte dit jaar 86 nieuwe leden ThaDS bedraagt het ledental niet minder dan 612. Bedroeg de omzet van de veiling in 1026 ongeveer f 650.000, in het afgeloopen boek jaar van 1 October 1926 tot en met 30 Sep tember 1927, bedroeg deze meer dan f 1.000.000. De nieuwe rozen-cultuur, waarmede te Rijnsburg ongeveer 20 kweekers zijn begon nen, heeft een gunstig aspect,» hetgeen waarschijnlijk mede toegeschreven moet worden aan do omstandigheden, dat de hier gekweekte rozen van uitstekende kwa liteit zijn. In den Tuinbouw kenmerkte het jaar 1927 zich in den aan vang door een zeer lage opbrengst der pro ducten. De prijs, welke bedongen kon wor den voor de eerste kasproducten, was niet loonend. Het kwam zelf voor, dat later voor producten van den kouden grond ©en hoogeren prijs betaald werd. In het ver dere gedeelte van het jaar heeft zich de toestand aanmerkelijk verbeterd. graven-# bereikt hadden, slaagden zijn vijanden er in de heuvelen in bezit le nemen. Een regen van speren daalde nu op de wilden in hun loopgraven neer, waarvan verscheidene hun doodelijk werk volbrach ten. De opdringende vijand scheen op de loopgraven aan le stormen en ofschoon Hugh en zijn mannen dood en verderf zaai den onder de bestormers, kwamen er uit de pas steeds meer vijanden, die de heuvel niet beklommen hadden. Maar ook Hugh's strijdmacht beschikte nog over reserves. Van den anderen heuvel kwam een troep van zijn mannen, die daar, nadat zij de steenen op de indringers had den geworpen, waren achtergebleven. Ze wierpen zich nu versch en onvermoeid op de flank van den aanvaller en waren spoedig in de deinende, vechtende massa op genomen. De mannen in de loopgraven schepten weer nieuwen moed en verlieten de bescher mende mannen om in hel open veld op hun oude wijze met hun vijanden te gaan vech ten. Hugh bleef met een tiental mannen achter de borstweringen, waar hij de verde diging voortzette. Herhaaldelijk werden aan vallen door deze vastberaden kleine groep mannen teruggeworpen. Hugh's slagzwaard droop van het bloed Hij had hel gevoel als if de slrijd reeds uren duurde in plaats van minuien Zijn arm werd moe. hij kon niet goed meer denken zijn lichaam droop van hel zweet Maar zijn bloed kookle nog en schepte een vreemdsoortig vermaak in het neerslaan van de annslormende wilden De zelfde krankzinnigheid, die zich van zijn soldalen meester had gemaakt, had ook hem bevangen. OVordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 5