„DE PLOEG",
Nieuwjaarsrede van den Voorzitter der Kamer van Koophandel
en Fabrieken voor Rijnland.
NEDRA
68",e Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 11 Januari 1928 Tweede Blad Na. 20806
DE TOESTAND VAN HANDEL SN NIJVERHEID
Het Sylter- en Estlandsche
WEEFWERK
tentoongesteld in
HetLeidsche Volkshuis,
is verkrijgbaar in
RAPENBURG 3 - LEIDEN.
FEUILLETON.
ongunstige conditie. Het blijkt, dat de uit-
ruslingskoslen, die voor een deel even hoog
zijn als die van mechanisch voortbewogen
vaartuigen, door de vangstresultaten der
zeilloggers nauwelijks meer gedekt worden.
Uitbreiding van het aantal motorloggers
respectievelijk verbouwing van daartoe ge
schikte zeilloggers, is hiervan het gevolg,
omdat met motorloggers de visscherij in
tensiever en langduriger kan plaats heb
ben. Het aantal zeillogger* wordt dc.hal
ve meer en meer ing krompen, waardoor
deze straks tot het verleden zullen gaan
behooren.
Maatregelen tegen te vroegen aanvang
van de haringvisscherij, waarvoor ook el
ders stemmen opgaan, en tegen het vis-
schen met netten van geringe maaswijdte,
ter verbetering van den vischtoestand,
zouden het bedrijf mede ten goede komen.
De Haringhandel in 1927.
Voor zoover het nog loopende seizoen
beoordeeld kan worden, is ook voor den .ha
ringhandel Jiet afgcloopen jaar niet ongun
stig geweest. De Hollandsche haring heeft
zich op de betrokken markten niet laten
verdringen, maar niettemin liet de afzet
wel eens te wenschen over, en vooral
Duilschland kocht van hand tot mond Op
deze hoofdmarkt ondervindt de Holland
sche haring onafgebroken de scherpste
concurrentie der Engelsche en Schotsche
haring naast de goedkoopere, zij het dan
ook kwalitatief geringere, Noorsche haring.
Bovendien wint de Duitsche haring meer
en meer veld. In Duitschland valt voorts
een afnemend gebruik van pekelharing te
constateeren en blijkt men voorkeur te
gaan geven aan allerlei conserven, in
hoofdzaak van versche haring bereid. Naar
België, Zweden en Amerika werd regel
matig geëxporteerd, hoewel in geringere hoe
veelheden als voorheen. Rusland en Polen
waren ook dit jaar vrijwel buiten bereik
voor de Hollandsche haring. Alle pogingen
worden in het werk gestel# om andere
landen, waaronder tropische, voor ons ar
tikel te interesseeren, om den haring-ex
port verdere ontplooiing te verschaffen. De
markt bleef gedurende het seizoen vrij van
te groote schommelingen. Aan de beperk
te vangsten in Juli tot einde September,
die geleidelijk afnemers vonden, is het toe
te schrijven, dat de latere groote aanvoe
ren door exporteurs reeds gedeeltelijk kon
den worden geruimd. De voorraad, waar
mede het jaar wordt ingezet, zal derhalve
wel zijn weg vinden voor den aanvang
van de nieuwe visscherij temeer omdat de
Engelsche en Duitsche voorraden slechts
matig blijken tengevolge van verhoudings
gewijze mindere vangsten.
In sommige reedorskrinern heerscht de
vrees, dat een meer actieve handelspob-
tiek voor den haringhandel een groot ge
vaar zal opleveren.
In den Honthandel
was er over het algemeen in 1927 voldoen
de werk, vooral het eerste gedeelte, het na
jaar was daarentegen minder. Het zagerij-
bedrijf was niet loonend, doordien het rond
hout belangrijk in prijs is gestegen en de
prijzen voor gezaagd niet in dezelfde mate
verhoogd zijn geworden. In het najaar zijn
bovendien belangrijke partijen gezaagd
hout van de Oostzee aangevoerd, welke,
doordien de vraag afgenomen is, voor de
lage prijzen over boord verkocht werden,
waardoor de algemeene toestand in den
houthandel belangrijk is gedrukt Verwacht
wordt, dat de financieele resultaten over
het jaar 1928 niet zeer gunstig zullen zijn.
In de Rijnsteen-indnstrie
is de toestand tamelijk stationair. De straat
klinkers ondervinden groote concurrentie
van de hasaltine-tegcls. terwijl metselsteen
alleen tegen lage prijzen kan worden aan
den man gebracht.
Voor de Schelpkalk-Fabrieken
is 1927 een ongunstig jaar geweest. Ten
gevolge van den zeer belangrijken invoer
van Buitenlandsche, hoofdzakelijk Belgische
kalk, was de omzet van schelpkalk zeer
onvoldoende. De lage prijzen, waartegen
de buitenlandsche kalk kan worden aan
geboden, maken het voor deze industrie
zeer moeilijk. Tengevolge van den gerin-
gen omzet zijn de onkosten-cijfer9 belang
rijk opgeloopen. hetgeen de financieele re
sultaten nadeelig heeft beinvloed. In deze
industrie zal óf een veel soepeler toepas
sing van arbeidswet absoluut noodzakelijk
zijn, of zullen maatregelen getroffen moe
ten worden om den invoer van buitenland
sche kalk eenigszins te stuiten. Doet men
dit niet, dan zal deze Nationale Industrie
in den loop der tijden beeliet ten gronde
gaan.
Bouw-Directies van het Rijk, de Provin
cie. Gemeente-Besturen en alle van groote
ondernemingen, die iets voelen voor de
Nationale Industrie en van de superiori
teit van dit bouwmateriaal overtuigd zijn,
zullen m.i. het gebruiken van Schelpkalk
voor werken onder hunne Directie ver
plichtend moeten stellen.
In de Dakpannen-Indnstrie
werd de productie vrij vlot opgenomen. De
uitvoer naar- Engeland was althans voor
de fabrieken in ons district, iets belangrij
ker dan in het voorgaande jaar. Dc voor
keur welke verschillende architecten voor
het Hollandsche fabrikaat toonden, was
oorzaak, dat in doorsnede een prijs be
dongen kon worden, welke hooger was dan
do pfijs, waarvoor het Belgische fabrikaat
hier in Nederland werd aan de markt ge
bracht. Voor kleinere minder goed geoutil
leerde fabrieken was de toestand aanmer
kelijk minder gunstig. Deze ondervonden
van de Belgische concurrentie grooten hin
der. Het sedert kort geheven invoerrecht
van 8 pCt. op Buitenlandsche dakpannen,
bleek voor den builenlandschen exporteur
geen noemenswaardig beletsel om voor zijn
producten hier een afzetgebied te vinden.
In het algemeen wordt dit toegeschreven
aan het feit. dat vooral in België de ar
beidsverhoudingen gunstiger zijn dan ten
onzent.
In de Kalkzandsteenfabrieken
was de toestand in 1927 nog slechter
dan die in 1926 De geweldige concurren
tie, welke deze tak van bedrijf ondervindt
van den invoer van de zoo goedkoope Bel
gische Baksteen, was oorzaak, dat sommige
fabrieken in ons district af en toe of op
halve kracht of in het ge-heel niet werkten.
In de Basaltinetegel-Indnstrie
is het hoofdzakelijk de overproduc
tie, welke de toestand over 1927 zeer on
gunstig heeft beïnvloed. Niettegenstaande
de buitengewoon lage prijzen, welke voor
dit artikel, dank zij de overvloedige fabri
cage, bedongen konden worden, was het
nochtans aan de Buitenlandsche Industrie
mogelijk, deze tegels hier te iraporteeren.
Enkele bedrijven werken thans niet meer
op volle kracht.
Voor het bloembollenvak
was 1927 wederom bevredigend. Ook in
het afgeloopen iaar werd ongeveer het
zelfde bedrag in guldens, als in 1926, aan
bloembollen geëxporteerd. De exportprij
zen hebben zich echter in het afgeloopen
jaar niet kunnen handhaven, doordat om
dezelfde waarde te kunnen exporteeren,
men in aantal kilogrammen plm. 15 pCt.
meer heeft moeten verzenden.
In het algemeen kan worden aangeno-
In de hedenmiddag gehouden vergadering
van de Kamer van Koophandel en Fabrie
ken voor Rijnland de eerste vergadering
in 1928 heeft de voorzitter, de heer D.
Ten Cate Brouwer, een rede uitgesproken,
waaraan wij het volgende ontleenen:
Alvorens met de gewone werkzaamheden
aan te vangen, zij het mij vergund U in het
kort een algemeen overzicht te geven van
den toestand van Nijverheid en Handel in
het District onzer Kamer.
In de Wollenstoffen-nijverheid
(laken-industrie)
was de gang van zaken ln 1927
tnaar matig voldoende. Het samengesteld en
gespecificeerd bedrijf van de Lakenindustrie
eischt niet het minst ten gevolge van den
verkorten arbeidstijd en de daardoor ont
stane versnelde bewerkingen van het pro
duct. constante oplettendheid van uitste
kend geschoolde arbeiders.
De gemakkelijkheid voor aankomende ar
beiders om werk te vinden in bedrijven,
waar van eenige noodzakelijke geestelijke
inspanning geen sprake is en de daarbij
komende omstandigheid, dat in deze be
drijven dikwijls een even groot loon wordt
betaald, zijn oorzaak, dat thans een be
hoefte aan goede vakarbeiders in dit bedrijf
gevoeld wordt.
Het ware te wenschen, dat bij de heden-
3aagsche volksklasse de overtuiging meer
veld won, dat de beste verzekering tegen
werkloosheid bestaat in het zich met alle
kracht inspannen om erkend vakarbeider
te worden. Daartoe zijn vakscholen,, niet
bepaald noodzakelijk, wel is het noodig. dat
ook hier de kost voor de baat moet uitgaan
en dat in de eerste leerperiode, behalve
groote ijver en accuratesse, niet een loon
geëischt wordt even groot als dat, hetwelk
betaald wordt in bedrijven, welke geen vak
kennis vereischen.
Wollen Garenfabrieken.
In de wollen garenfabrieken was de toe
stand over 1927 in doorsnee gunstig. Ge
steund door de vaste positie van de wol
markt, was er zoowel van binnenlandsche
als van buitenlandsche zijde een voortdu
rende toevloed van orders, waardoor het
bedrijf in vollen omvang gaande kon wor
den gehouden. Gebrek aan geschoolde vrou
welijke werkkrachten blijft echter nog bij
voortduring een onoverkomelijk bezwaar.
De export naar Duitschland, welke vooral
dit jaar opleefde, was niet zonder beteeke-
ïiis, zij het dan ook, dat de te bedingen
prijzen niet altijd loonend waren. Dit stond
vooral in verband met het feit, dat de prij
zen van ruwe producten meer stegen dan
die der wollen garens.
RECLAME.
586
Uit het Engelsch van
GEORGE BARR McCUTCHEON.
(Nadruk verboden).)
42)
Vlug en geruischloos kwamen door de
duisternis de zes wachlers aangerend. De
mannen berichtten dat ze den vijand gezien
hadden, die van het Noorden aantrok. Iets,
dat veel leek op de zware ademhaling van
een man, drong tot de ooren van de wach
tenden door Het was het geluid, dat bloote
voeten op het zand van de pas maakten. Het
geluid werd sterker en begon meer op het
gesluip van een dier door het gras le lijken.
Hugh schenen deze oogenblikken van span
ning even zoo vele uren. Zouden zij nooit
in het gezicht komen? Zou zijn plan sla
gen? Waarom liepen zij zoo langzaam?
Eindelijk wees de Koning opgewonden
naar hel einde van de donkere opening en
Hugh werd zich bewusl dat hij op het slag
veld tegenover zijn vijand stond. Zonder
■het zelf te weten hield hij zijn zwaard met
beide handen omklemd.
Een oogenblik scheen zijn hart stil te
staan en even later brak het koude zweet
Jjem uit. Langzaam, tergend langzaam na-
derdp de vijand en het kostte hem al zijn
zelfheheersching om niet vóór het goede
oogenblik bevel te geven om het „vuur" te
openen.
Vóór de groote troep indringers liepen
enkele verkenners. Hugh begreep dat, als
In de Wollendeken-Industrie
was de toestand iets minder gunstig, slechts
in de laatste maanden kwamen voldoende
orders binnen en kon op volle capaciteit
worden gewerkt. Hier waren het vooral de
vaste wolprijzen. welke op de bedrijfsresul
taten een minder gunstige uitwerking uit
oefenden. Een scherpe concurrentie drukte
verder de verkoopsprijzen. De verwachting
voor 1928 was niet gunstig.
De ijzerindnstrie.
Bij de Koninklijke Nederlandsche Grof
smederij onderscheidde zich de algemeene
toestand weinig van dien over het jaar 1926.
In de afdeelingen Scheeps- en Machinebouw
was het werk zeer schaarsch en kon men
betrekkelijk weinig orders boeken en
dan nog alleen tegen min of meer
verliesgevende prijzen. Ketelmakerij, Gie
terij en Constructie-werkplaats maakten
eveneens een moeilijken lijd door. De af
deelingen Grofsmederij en Kettingfabriek
waren echter gedurende het geheele jaar
goed van werk voorzien en hoewel hier de
buitenlandsche concurrentie ernstig werd
gevoeld, zijn de resultaten, voor zoover die
men thans kan overzien, niet onbevredi
gend. De vooruitzichten voor 1928 laten
zich iets gunstiger aanzien.
Bij de N.V. Scheepsbouw- en Reparatie-
werf ,.De Hoop" voorheen Gebrs. Boot, ken
merkte het afgeloopen jaar zich door flinke
bedrijvigheid. De meeste orders konden ech
ter slechts worden bekomen door op de te
bouwen schepen vrij groote bedragen als
hypotheek te verstrekken, terwijl bovendien
nog maar al te dikwijls de oude schepen
moesten worden overgenomen.
De Noordzeevisscherij, die de financieele
moeilijkheden van de laatste jaren nog niet
te boven is, gaf zeer weinig werk, alleen
werden eenige zeilloggers tot motorloggers
omgebouwd. Dit bedrijf blijft bij voortdu
ring de groote behoefte gevoelen aan een
betere verkeersgelegenheid te water; de be
staande sluizen en bruggen met de te
nauwe doorvaartwijdle waren oorzaak, dat
voor een groot aantal aanvragen moest
worden bedankt. In dit verband is het te
hopen, dat spoedig de dag nanbreke, waarop
ook van de gemeente Leiden getuigd kan
worden, dat zij is aangesloten aan groot
scheepsvaarwater.
Ook in Alphen ad. Rijn
waren Scheepsbouwwerven met voldoende
orders voorzien. Deze orders konden echter
slechts worden geboekt tot lage prijzen,
welke weinig of geen winst afwierpen. In
de afdeeling Scheepsmotorenbouw te Alphen
a. d Rijn heersehte evenepns groote bedrij
vigheid, ook hier waren de prijzen, welke
bedongen konden worden, speciaal tenge
volge van de groote buitenlandsche concur
rentie, maar malig voldoende.
De toestand in de Visscherij
was gedurende 1927 in het algemeen be
vredigend. Voor enkele reederijen, die door
wanvangst en nettenverlies tegenslag heb
ben gehad, is de toestand echter minder
gunstig geweest. Ofschoon de uitkomsten
over 1927 bevredigend zijn, mag daaruit
niet geconcludeerd worden, dat de finan
cieele positie der reederijen daardoor van
hefeekenis verbeterd zou zijn Er liggen zoo
veel slechte jaren achter den rug, dat een
enkel beter jaar het bedrijf niet kan ophef
fen. temeer omdat de behaalde winst slechts
matig is. Nog steeds drukken de exploitatie
kosten zwaar, waartegen de prijzen van het
product niet in verhouding zijn geweest.
Het visscherij-bedrijf in den huidigen
toestand biedt dan ook geringe kans op
behoorlijk rendement voor de toekomst.
Vooral komt de uiloefening van het be
drijf met „zeilschepen" meer en meer in
de steenenregen op hen neerdaalde, zijn
hinderlaag zou worden verraden Zijn hart
klopte in zijn keel toen hij op die naderende
mannen neerkeek. Hun speren maakten
den indruk van een golvend korenveld.
Het was noodzakelijk iets tegen die kleine
voorhoede le doen, anders zou zijn heele op
zet mislukken. Ridgeway, die nu het op da
den aankwam, plotseling kalm geworden
was, beval om de vijandelijke voorhoede of
in de pan te hakken, of terug te drijven.
Het was ondertusschen heelemaal licht
geworden, ofschoon de zon nog niet boven
de bergen was. In het grijze licht kon Hugh
zijn mannen zien, die uiterlijk rustig zijn
bevelen afwachtten. Plotseling verbrak een
gil de stilte en Hugh sprong overeind. Toen
kwamen er meer gillen en het geluid van
voetstappen. Hij keek zenuwachtig in de
richting van de loopgraven.
Een twaalftal mannen van de vijande
lijke voorhoede holden luidgillend naar hun
leger terug, terwijl niets van Poetoe of zijn
mannen te zien was. Ze hadden een paar
speren geworpen en waren toen weer in hun
loopgraven teruggekropen.
De hoofdmacht van den vijand zwaaide
bij de pogingen om tot slaan le komen als
een reusachtige dronken man heen en weer,
maar de achterhoede drong zoo op dat het
leger vooruit gestuwd en in de hinderlaag
gedreven werd.
Nu is hel tijd, dacht de Amerikaan
Zijn zwaard in de hoogte zwaaiend, com
mandeerde hij met stentorstem: Vuurrrl
Alsof zij befooverd waren gewees! en op
een verlossend woord gewacht hadden zoo
gelijktijdig rolden twee rijen van de hellin
gen naar beneden, terwijl een paarhonderd
bijna naakt© wilden een krijgsgehuil aan
hieven.
Het geluid van de vallende steenen, het
geschreeuw van de wilden op de heuvels,
vermengd met de doodskreten van de man
nen, die in de pas bekneld zaten en maar
steeds meer steenen op zich neer zagen ko
men, maakte op Hugh een luguber-over-
weldigenden indruk. Op hetzelfde oogen-
blik dal de eerste hoop steenen naar bene
den rolde, liepen Hugh's mannen al weer
naar de volgende rij en vóór de vijand tijd
gehad had om van den schrik te herstellen,
rolde een tweede hagelbui van keien op de
mannen neer. die bij dozijnen tegelijk ver-
pletlerd werden.
Ridgeway sloeg dit schouwspel van dood
en vernieling als verstijfd gade. Hij had
niet gedacht dat zijn hinderlaag zoo'n ver
woesting zou aanrichten. De pas was als
bezaaid met kronkelende, wringende licha
men van verwonden, die vertrapt werden
door hun nog niet verwonde, van angst en
woede krankzinnige stamgenooten.
Hugh dacht een oogenblik dat al de
vijanden gedood waren dat de strijd uit
was, voor hij gekomen was. Maar toen hij
naar beneden keek. zag hij hoe de vijand
zich weer herstelde en hoe de overlevenden
dol van woede weer opstonden en de heu
vels begonnen te beklimmen De grond lag
bezaaid met gewonden, die hun kreten van
pijn vermengden mei het krijgsgehuil van
de vechtenden Niettegenstaande de slach
ting waren er nog massa's vijandenI
Vooruil springend zwaaide hij zijn zwaard
boven hel hoofd en schreeuwde hij weer:
..Vuurrr!" Dil was het eenige commando,
dat hij zijn soldalen geleerd had en het be-
teekende. dat zij moesten vechten en de
vijand raken waar hun dat mogelijk was
Weldra daalde een regen van speren op den
vijand neer.
Van beneden stormden Oeloez' krijgers
de hellingen op, naar den top, waar Hugh
met nog al zijn strijders stond. Telkens als
Hugh's mannen hun speren naar beneden
slingerden week de vijand achteruit, maar
het volgend oogenblik kwam hij met ver
nieuwden en bewonderenswaardigen moed
opzetten. Het verbaasde en beangstigde
Hugh dat er nog 9'eeds zooveel overbleven!
Zonder ophouden vlogen speren naar bene
den. maar de voorraad werd langzamerhand
angstwekkend klein; het zou nog maar een
kwestie van enkele minuien zijn en dan
was al hun ammunitie verbruikt! Hugh
hield zijn hoop gevestigd op de mogelijk
heid dat de vijand spoedig zou terugtrekken
in de overtuiging dat hij niet opgewassen
was tegen een tegenparlij waarvan hij de
slerkte niet1 kende en die zoo een gunstige
stelling hpzette.
Spoedig zag hij echter in dat hij met zijn
mannen de heuvel zou moeien verlaten en
zich in de loopgraven terug te trekken op
een oogenblik. dat het gevecht even zou
verslappen. Dit moest dadelijk uitgevoerd
worden daar het anders te laat was.
Ondertusschen had de vijand de - steile
helling van den berg. die Hugh niet had la-
len verdedigen beklommen Hij maakte een
beweging legen zijn soldaten ,die hun dui
delijk moesf maken naar de loopgraven te
gaan. maar niel voordat ze nog eens een
sperenregen op den vijand hadden doen
neerkomen
De wilden begrepen hem. Nadat zij hun
speren mei groote krachl naar den naderen
den vijand geslingerd haddpn, holden zij
door elkaar naar de loopgraven, die door den
Koning met tweehonderd man bezet waren
Wilde triomfkreten weerklonken en nog
voordat blanke met nin de loop-
men, dat de verkoopsprijs van tulpen en
narcissen gemiddeld van 15 tot 30 pCt la
ger was dan in het vorig jaar, vooral de
in de laatste jaren zoo belangrijke darwin-
tulpen zijn sterk in prijs gedaald. De snelle
vermeerdering van deze tulpen heeft tot
een overproductie geleid, die, indien de
de bollen niet neg sneller worden vernie
tigd, zeker nog gedurende vele jaren zal
blijven bestaan.
Ook dit jaar werd wederom getracht te
komen tot een overeenkomst tot stelsel
matige vernietiging, eveneens echter met
negatief resultaat.
De export van narcissen op special per
mit" naar Amerika, was weder van flinke
beteekenis, sommige soorten werden zelfs
zeer graag verkocht.
Het optreden van Frankrijk tegen het
Amerikaansch invoerverbod speciaal teu
gunste van Fransche narcissen, beïnvloedde
de vrije invoermogelijkhcid in Amerika van
de Hollandsche narcissen eveneens gunstig.
De hyacinthen-prijzen hebben in het af
geloopen jaar het hoogste nivt u bereikt.»
Vermoed wordt, dat, waar algemeen ge
acht wordt dat de ziektetoestand beteren
de is, men in de naaste toekomet weder
naar normale prijzen zal terugkeeren Door
den handel wordt dit als zeer wensehelijk
uitgesproken, daar bij de thans geldende
prijzen gevreesd wordt, dat het moeilijk
zal blijven de afzetmogelijkheid van den
zelfden omvang te houden.
De gunstige conjunctuur van den laatsten
tijd is waarschijnlijk oorzaak, dat men met
alle mogelijke middelen getracht heeft oin
de cultuur intensiever te maken.
De voor het bloembollenvak zoo bij uit
stek geschikte geestgronden zijn echter zeer
beperkt Daarom is men er toe overgegaan
om op de beschikbare geesteronden de cul
tuur te forceeren. Het gevolg hiervan is,
dat het bloembollenvak hoe langer hoe
meer een seizoenvak wordt, hetwelk zeer
te betreuren is. Hierdoov ontstaat toch
veel werkloosheid in den winter en zal men
moeten uitzien naar middelen, om aan deze
moeilijkheid op den duur het hoofd te bie
den.
ln Rijnsburgen omgeving was
de kweekerij van snijbloemen over het al
gemeen minder gunstig. Vooral dahlia's en
chrysanten moesten tegeD lage prijzen van
de hand worden gedaan.
Met het forceeren van tulpen enz, boekt©
men hier zeer gunstige resultaten en kon
een zeer sterke uitbreiding in dit vak 1e
Rijnsburg en omgeving worden geconsta
teerd. Deze uitbreiding vervult velen met
vrees.
De veiling-vereeniging .Flora" te Rijns
burg boekte dit jaar 86 nieuwe leden ThaDS
bedraagt het ledental niet minder dan 612.
Bedroeg de omzet van de veiling in 1026
ongeveer f 650.000, in het afgeloopen boek
jaar van 1 October 1926 tot en met 30 Sep
tember 1927, bedroeg deze meer dan
f 1.000.000.
De nieuwe rozen-cultuur, waarmede te
Rijnsburg ongeveer 20 kweekers zijn begon
nen, heeft een gunstig aspect,» hetgeen
waarschijnlijk mede toegeschreven moet
worden aan do omstandigheden, dat de
hier gekweekte rozen van uitstekende kwa
liteit zijn.
In den Tuinbouw
kenmerkte het jaar 1927 zich in den aan
vang door een zeer lage opbrengst der pro
ducten. De prijs, welke bedongen kon wor
den voor de eerste kasproducten, was niet
loonend. Het kwam zelf voor, dat later
voor producten van den kouden grond ©en
hoogeren prijs betaald werd. In het ver
dere gedeelte van het jaar heeft zich de
toestand aanmerkelijk verbeterd.
graven-# bereikt hadden, slaagden zijn
vijanden er in de heuvelen in bezit le
nemen.
Een regen van speren daalde nu op de
wilden in hun loopgraven neer, waarvan
verscheidene hun doodelijk werk volbrach
ten. De opdringende vijand scheen op de
loopgraven aan le stormen en ofschoon
Hugh en zijn mannen dood en verderf zaai
den onder de bestormers, kwamen er uit de
pas steeds meer vijanden, die de heuvel niet
beklommen hadden.
Maar ook Hugh's strijdmacht beschikte
nog over reserves. Van den anderen heuvel
kwam een troep van zijn mannen, die daar,
nadat zij de steenen op de indringers had
den geworpen, waren achtergebleven. Ze
wierpen zich nu versch en onvermoeid
op de flank van den aanvaller en waren
spoedig in de deinende, vechtende massa op
genomen.
De mannen in de loopgraven schepten
weer nieuwen moed en verlieten de bescher
mende mannen om in hel open veld op hun
oude wijze met hun vijanden te gaan vech
ten. Hugh bleef met een tiental mannen
achter de borstweringen, waar hij de verde
diging voortzette. Herhaaldelijk werden aan
vallen door deze vastberaden kleine groep
mannen teruggeworpen. Hugh's slagzwaard
droop van het bloed Hij had hel gevoel als if
de slrijd reeds uren duurde in plaats van
minuien Zijn arm werd moe. hij kon niet
goed meer denken zijn lichaam droop van
hel zweet Maar zijn bloed kookle nog en
schepte een vreemdsoortig vermaak in het
neerslaan van de annslormende wilden De
zelfde krankzinnigheid, die zich van zijn
soldalen meester had gemaakt, had ook hem
bevangen.
OVordt vervolgd).