DE „ALHENA" WEER THUIS.
68*to Jaargang
LEIOSCH DAGBLAD, Zaterdag 7 Januari 19Z8
Tweede Blad
Na. 20803
OVERZICHT KAASMARKTEN.
EEN GROOTSCHE ONTVANGST.
J
SCHEEPSTIJDINGEN.
BINNENLAND.
De aanvoeren en hoogste noteeringen waren: I
Wagens Goudsche Leidsche
gestempelde
ligte ligle zware
(1) (21 (1) (2) (1) (21 (1) (21 (11 (21
2 Jan. Oudewater -46 38 f52 f— f42 f55 f— f46 f f— f— f— f
3 Jan. Bodegraven 160 78 112 (54 (54 (4G (60 (57 (51 f— f
4 Jan Woerden ..132 85 110 f 56 I55 47 f 57 f 56 153 f f
5 Jan. Gouda 99 146 123 52 53 47 55 57 51 I
5 Jan. Alph a.d.R. 24 29 f (55f55( f f 56" f f f
6 Jan. Leiden 53 65 68 57 1 58 50 150 1 50 52
(1) Zijn de opgaven der vorige week.
(2) Zijn de opgaven van 37 Jan. 1927.
Tuist nadat de „Alhena" den Nieuwen Waterwee was binneneevaren „nam" onze fotoeraaf het
sooo-ton metende schip. Rechts het beeld van kapitein H. G. Smoolenaars op de brug van de
„Alhena".
De „Alhena" is weer thuis.
Te halflwee gistermiddag kwam het schip
te Hoek van Holland binnen, waarna het
door den Nieuwen Waterweg direct op-
stoomde naar Rotterdam, order het gegil
der stoomfluiten en het geloei der sirenen
van de talrijke schepen langs den kant die
alle de Vaderlandsche driekleur hadden ge-
heschen.
In dien heksenketel van vreugdegeluiden,
door dien „Walerweg-der-eere" voer daar
het kleine zeeschip, bescheiden gelijk zijn
bemanning, alsof het met dat betoon van
enthousiasme niet te maken had en
kalm deden kapitein Smoolenaars en de
zijnen hun werk, om niet te rusten voor
dat de „Alhena" behouden in de Lekhaven
was aangekomenl
Toén steeg de geestdrift ten top en dave
rend schalde de jubel op, tien-, honderd
maal sterker nog dan in Hoek-van-Holland
(waar de Italiaansche gezant reeds een
krans had aangeboden), Maassluis. Vlaar-
dingen en Schiedam, alwaar ook duizenden
zich hadden verdrongen om de menschen
redders toe te juichen en welkom te heeten.
't. Was feest, feest voor Rotterdam, neen
voor heel Nederland, en de gepavoiseerde
schepen, het grootsch accoord van juichto
nen en de dichte menschendrommen ver
hoogden er den luister van....
Eindelijk, eindelijk dan, ligt het schip
aan den wal, en de redders slappen naar de
loods Argentinië, die voor hun feestelijke
ontvangst is ingericht en versierd is met
groen, bloemen en vlaggen. Als de helden
binnenkomen speelt de muziek: „Dankt nu
allen God".
Dan wordt het stil en de heer Goudriaan
neemt het woord om kapitein Smoolenaars
en zijn bemanning namens directie en raad
van beheer hartelijk dank te zeggen voor
hun wakkere houding.
Spreker doet mededeeling dat ingekomen
is een telegram van H. M. de Koningin,
waarin de Landsvrouwe aan de bemanning
van de Alhena bij haar terugkomst in het
vaderland een hartelijk woord van welkom
toeroept en haar dank brengt voor de held
haftige verrichtingen.
De heer Goudriaan zegt vervolgens, dat
de directie reeds telegrafisch hulde' en
waardeering gebracht heeft aan kapitein en
bemanning, doch nu men staat man tegen
over man, wil spr. nogmaals uiting geven
aan zijn waardeering, bewondering en ont
roering, voor wat deze mannen hebben ver
richt. Kapitein Smoolenaars heeft een be
wonderenswaardige zeemanschap aan den
dag gelegd. Aan hem is het te danken, dat
zoovelen der opvarenden van de Principessa
Mafalda het treurig gebeuren hebben over
leefd. Hij is daarbij trouw geholpen door de
overige bemanning. Hoewel de Alhena niet
het eerste schip was, dat op de plaats des
onheils kwam, is het er in geslaagd het
grootst aantal opvarenden te redden. Spr.
brengt ook hulde aan de bemanning van de
reddingsbooten, die meer dan 300 man uit
zee hebben opgepikt en spr. zeide, dat men
geen zeeman behoeft te zijn, om het bewon
derenswaardige hiervan te kunnen begrijpen
als men weet. dal de Alhena slechts 3 red-
dingsboolen heeft. Ook aan den marconist,
die twee etmalen onafgebroken op zijn post
was, brengt spr. hulde. Het heeft spr. voorts
getroffen, dat de 19 Chineesche leden der
bemanning in trouwe kameraadschap aan
de redding hebben meegewerkt.
Kapitein Smoolenaars is een eenvoudig
man, dat blijkt uit het telegram, dat hij
na de ramp aan de directie zond. Om het
laconisme las spr. dit telegram voor. Het
luidde: Alhena oponthoud 6 uur bij red
ding 530 menschen. Vertrekken naar Rio.
Smoolenaars. Dit is de eenvoud, die Smoo
lenaars kenmerkt en spr. is door dien een
voud diep getroffen. Hij wijst ook op het
antwoord van kapitein Smoolenaars bij da
huldiging in Buenos Ayres: Ik heb niets
dan mijn plicht gedaan. Inderdaad, zegt
spr., niets dan wat plicht gebood, maar
dan ook niets minder. De feiten hebben ge
toond wat kapitein Smoolenaars onder
plicht verstaat en spr. noemt dit een bui
tengewoon hooge opvatting van plicht.
Spr. wijdt voorts nog een woord van na
gedachtenis aan de slachtoffers van de
Principessa Mafalda en herinnert er aan,
dat de kapitein van het verongelukte schip
tot het laatst op zijn post gebleven is.
Spr. biedt vervolgens kapitein Smoole
naars een lauwerkrans aan, en zegt, dat de
maatschappij ook een blijvend aandenken
aan de dapperen wil schenken. Hiervoor
stelt zij f5000 ter beschikking, te verdee-
len onder de bemanning, in overleg met
kapitein Smoolenaars.
De Minister Tan Waterstaat, mr. Van
der Vezte, hield daarna de volgende rede:
Kapitein en bemanning van de „Alhena'i
Nu ge na in de Zuid-Amerikaansche wa
teren schoone daden van zeemanschap en
zelfopotfering verricht te hebben, veilig
met uw schip in het vaderland zijt terug
gekeerd, is het voor de Nederlnndsche Re
geering een behoefte om uitdrukking te
geven aan haar gevoel van bewondering
voor hetgeen door u tezamen is verricht
en is mij opgedragen u dit te zeggen.
Toen het eerste korte telegram hier
kwam, was ik zeer verlangend er meer van
te welen en ik was dus blij dat de leider
1 van de reederü mij kwam bezoeken, van
wien ik dacht meer te zullen hooren. Maar
hij wist mij verder niets te vertellen 'an
alleen, dat hij mij troostte met de mede
deeling spoedig wel een uitvoerig rapport
van den kapitein te zullen ontvangen,
waarmede hij mij dan wel in kennis wilde
stellen.
Na eenige weken kwam hij terug; hij
had toen dat rapport ontvangen, maar het
bevatte niets anders dan het weinige dat
wij reeds wisten. Eerst was ik toen teleur
gesteld, maar al spoedig begreep ik, dat ge
door dezon eenvoud de kroon op uw schoon
werk hebt gezet. Gij hebt zonder aan u
zelf te denken, daden van grooten moed en
van flink beleid verricht en zelf beschouwt
ge dit als eenvoudige plichtsbetrachting.
Ik wil dit voorbeeld van den kapitein
volgen, en onthoud mij dus met oozet van
het uitspreken van een lange redevoering
en wensch U alleen dit te zeggen. Namens
de Nederlandsche Regeering, die zich in
deze de tolk weet van het ganscbe Volk,
zeg ik U dank voor de door U verrichte
redding van meer dan 500 menscbenlevens
voor de groote zorg die gij aan de geredden
hebt bewezen en voor de. schoone bladzijde,
die gij door Uw optreden aan het Geschied
boek van het Nederlandsche Zeewezen
hebt toegevoegd. Wij zijn trots op U al
len en ik prijs de reederij gelukkig, die
haar schepen met zulk een bemanning kan
voorzien.
De Regeering wil ook uitdrukking geren
aan haar gevoel van bewondering voor uw
daad en, mede namens mijn ambtgenoot
van Binnenlandsche Zaken en Landbouw
is het mij nu een groot genoegen u te kun
nen mededeelen, dat het Hare Majesteit de
Koningin behaagd heeft de volgende on
derscheidingen toe te kennen:
Ridder in de Orde van Oranje Nassau:
H. G. Smoolenaars, kapitein; de zilveren
eerepenning voor menschlievend hulpbe
toon en een loffelijk getuigschrift aan G. H.
Bakker, le stuurman; J. Kuiper. 2e stuur
man: J van Engelsdorp Gastelaars. 2e ma
chinist: de bronzen eerepenning voor
menschlievend hulpbetoon en een loffelijk
getuigschrift aan G. Sissingh. 3e stuurman;
W. Roodhuizen, 4e stuurman; M. J. Mij
nen, 4e stuurman: N. J. Laarman, 4e stuur
man; M. J. van Doeselaar, bootsman; M.
Holtrop, timmerman; J. Ommering. ma
troos; P Kalkman, matroos; P. Teekens,
matroos; L. dOoslerom, matroos; J. Zwaai,
matroos; J. Lekkerkerk, matroos; de eere
medaille, verbonden aan de orde van
Oranje-Nassau, in zilver aan J. J. Brien,
chef-hofmeester-, de eere-medaille, verbon
den aan de Orde van Oranje-Nassau, in
brons, aan B. H. Loke, matroos.
In deze rij ie de naam van den marco
nist A. Wentsel niet vermeld. Hij zal ech
ter niet vergeten worden, maar op een dag,
die weldra zal aanbreken en die een
schoone herinneringsdag voor het Neder
landsche Zeewezen oplevert, een onder
scheiding ontvangen.
De muziek speelde vervolgens het Wien
Neerlands Bloed.
De heer Goudriaan deelde nog mede, dat
telegrammen van hulde waren ingekomen
van de Nederlandsche Reedersvereeniging,
de groep Nederland van hot Al" Ned. Ver
bond, de Kon. Holl. Lloyd, het bestellend
personeel van de Rijkstelegraaf, de firma
J. T. Vervloed en Co. en de Rotary Club.
De Maatschappij tot redding van dren
kelingen te Amsterdam heeft aan de direc
tie van Nievelt Goudriaan en Co. medege
deeld er prijs op te stellen den „kapitein en
de bemanning der reddingsbooten Maan
dag a.s. te huldigen.
Ten slotte heeft nog de heer Van Reeven
de redders gehuldigd namens het technisch
personeel van Van Nievelt Goudriaan cn
Co. onder aanbieding van een zilveren
sigarettenkoker met inscriptie aan elk der
redders en van een oorkonde aan den ka
pitein.
In eenvoudige woorden heeft kapitein
Smoolenaars dank gebracht voor de hulde
aan hem en zijn mannen gebracht.
STOOMVAART-MIJ. „NEDERLAND".
BATOE, 6 Jan. v. Vladiwostock te Aarhuus
PRINSES JULIANA, uitr., 6 Jan. v. Suez.
R10UW, 5 Jan. v. Padang n. Amst
MAFIA, 6 Jan., v. Aarhuus n. Amst.
HOLLAND-AMERIKA-LIJN.
MAASDAM, New Orleans n. Rott, 6 Jan
v. Vigo.
SPAARNDAM, 5 Jan. v. Rott. te Vera Cruz.
EDAM, Rott. n. New Orleans, 5 Jan. van
Corunna,
NOORDERDIJK, PaciSc Kust n. Rott., 3
Jan. v. Cristobal.
DINTELDIJK, Pacific Ku3t n. Rott., 5 Jan.
v. Cristobal.
HOI.f.SND—BRITSCH-TNDIE LIJN.
HOOGKERK, uitr., pass. 5 Jan. Onessant
ANDIJK, nitr., 6 Jan. v. Madras.
RIDDERKERK, thuisr., pass. 5 Jan. Po-
niche.
JAVA—NEW-TORK—LIJN.
BLOMMERSDIJK, 6 Jan. v. New-York te
Batavia.
KON. NED. STOOMBOOT-MIJ.
JUNO, arr. 6 Jan. te Palermo.
AJAX, aar. 6 Jan. le Sines.
CLIO, arr. 6 Jan. te Hamburg.
AURORA, Middl. Zee n. Amst., pass. 5 Jan.
Gibraltar.
IRIS en MARS, arr. 6 Jan. te Amst.
VAN RENSSELAER, 6 Jan. van Amst. n.
W. Indië.
KONINKLIJKE HOLL LLOYD.
ORANIA, thuisreis, 6 Jan. van Bahia.
ROTTERDAMSCHE LLOYD.
TARANAN, thuisreis, 6 Jan. van Singapore.
INDRAPOERA. uitr., 6 Jan. van Marseille.
ROTTERDAM—ZUID-AMERIKA-LIJN.
ALHENA, 6 Jan. van B. Aires le R'dam.
HALCYON-LUN.
STAD AMSTERDAM, n. B. Aires, pass. 5
Jan. Finisterre.
HOLLAND—AÜSTRALIE-LUN.
SAMARINDA, uitr., 6 Jan. le Brisbane.
ALMKERK, thur., C Jan. te Suez.
DIVERSE STOOMV AARTBERICHTEN.
B-tixv,üT, Novorossisk n. Rouaan,
pass. 5 Jan. Ouessant.
COLYTTO, 5 Jan. v. San Nicolas n. Ia
Plata.
GRONINGEN, slb., R'dam n. Rio Grande,
pass. 5 Jam Pernambuco.
HOFPLEIN, 6 Jan v Narvik n. R'dam.
IJSSELDIJK, 5 Jan. v. Vlaardingen te
Villa Constitution.
KATENDRECHT, Batoum n. do Mocway
pass. 5 Jan. Konstantinopel.
KINDERDIJK, Rosario. n. Hamb., paes.
5 Jan. Pernambuco.
MIJDRECHT, Palma n. R'dam, paos. 5
Jan. Finisterre.
NOORD WIJK, arr. 5 Jan. te Newcastle.
WAALHAVEN, 4 Jan. v. Norfolk n. Fer-
nandine.
WASSENAER, Jan, r. Antwerpen te Bal-
timore.
DB PLECHTIGE UITVAART VAN BARON
SWEERTS DE LANDAS WYBORGH.
Een stroom van sprekers.
Toespraken namens regeering
Gedeputeerde Staten, Senaat
der Leidsche Universiteit enz.
In aansluiting op hetgeen wij gisteren
nog konden mededeelen zij thans gemeld,
dat de kist, nadat de stoet op het kerkhof
was gearriveerd, grafwaarts werd gedragen
Achter de baar volgden de vertegenwoordi
gers van de Koningin en de Koningin-
Moeder en de Prins, de familieleden van
den overledene, de waarnemend commis
saris der Koningin jhr. von Fisenne en de
griffier der Stalen jhr. Sandberg, de leden
van Ged. Staten, ministers De Geer en Kan
en vervolgens al de andere aanwezigen.
Aan de groeve werd allereerst het woord
gevoerd door den minister van Binnenl.
Zaken en Landbouw mr. J. B. Kan, die
enkele woorden van eerbiedige erkentelijk
heid aan de nagedachtenis wijdde van den
voortref fel ijken man, dien spr thans op
zijn laalsten gang naar zijn eeuwig huis
begeleidde. Nadat hij in Indië in hooge
functies werkzaam was geweest, genoeg
om een menschenleven te vullen, kwam hij
terug in het vaderland en begon met fris-
schen meed een nieuwe carrière.
Eerst werd hij geroepen tot het zware
ambt van burgemeester van Arnhem, ver
volgens tot het nog moeilijker ambt van
burgemeester van 's-Gravenhage en ten
slotte trad hij in de functie van commissa
ris der Koningin in Zuid-Holland. Met welk
een buitengewone toewijding hij dit laatste
ambt vervulde, wordt het best gesymboli
seerd door het feit, dat zijn woonhuis in
verbinding stond met de Provinciale Grif
fie. In zijn ambt was hem niets te veel en
spr. herinnert zich uit den tijd van zijn
eigen secretaris-generaalschap, dat hij eens
een halven Zondag met baron Sweerts be
steed heeft aan de bespreking der vervul
ling van een burgemeesters-vacature. Zeer
onlangs nog legde spr. aan den commis
saris der Koningin een netelige delicate
vraag voor, welker beantwoording aan an
deren weken gekost zou hebben, maar
waarop de heer Sweerts in evenveel uren
het antwoord gaf. 's Menschen jaren zijn
zeventig, zegt de Schrift, maar voor hem
golden Goddelijke noch menschelijke
grenzen.
Op een leeftijd, waarop anderen reeds
lang van hun rust genieten, arbeidde hij
nog steeds met de fraicheur der jeugd. In
den laatsten tijd, toen de provinciale sta
ten elementen herbergden, die moeilijk
heden deden verwachten, wist hij met de
tact, welke den geboren edelman kenmerkt,
de moeilijkheden te beheerschen en de
waardigheid der staten op te houden. Hij
laat een leegte na die uiterst moeilijk ver
vuld kan worden. Zijn werken volgen
hem na.
Jhr. von Fisenne, oudste lid van Gei
Staten en waarnemend Commissaris der
Koningin, voerde vervolgens het woord.
Nog zijn wij aldus spr. onder den
indruk van het overlijden van het hoofd
van den Provincialen Waterstaat, aan
wien wij juist een week geleden op deze
plaats de laatste eer brachten, of wij staan
aan de groeve van het hoofd van ons ge
west, of laat mij liever zeggen: van den
vader van de provincie Zuid-Holland. Al
wisten wij, dat zijn krachten minder wer
den, toch waren wij verrast door zijn plot-
selingen dood. Baron Sweerts beschikte
over een scherpen geest, die het hem mo
gelijk maakte, moeilijke beslissingen goed
voor te bereiden.
Hij was opgewassen tegen menig be
kwaam jurist, mede omdat hij zoo lang in
staatsdienst was en de toepassing der wet
ten zeer goed kende. Daarnaast werd hij
gekenmerkt door een grootere plichtsbe
trachting, waarvan Ged. Sinten telkens
weer getuige konden zijn. In de vele slape-
looze nachten, welke hij gekend heeft,
heeft hij dikwijls er over nagedacht, of een
genomen beslissing wel de juiste was.
Plichtsbetrachting en toewijding verlangde
hij ook van anderen en hij wist die te
waardeeren. Hij was trotsch op zijn bui
tengewoon bekwaam korns van ambtena
ren, maar tegelijk was hij ook hun pleit
bezorger. Ook was hij bekend om zijn
groote welwillendheid en vriendelijkheid.
Hij wist, dat wij allen onze gebreken en
tekortkomingen hebben en daarom was hij
mild jegens anderen. Zijn welwillendheid
bleek vooral in de leiding der Provincie'e
Staten, waardoor hij meer wist te bereiken
dan menig ander bereikt zou hebben. Hij
had een sterk gevoel voor sociale recht
vaardigheid. meer nog een gevoel van
barmhartigheid, zoodat velen niet onge
troost van hem zijn heengegaan. Hij was
een edelman niet alleen door geboorte,
maar vooral ook door zijn houding tegen
over zijn medemenschen; een uitnemend
Nederlander, verknocht aan het Huis van
Ornnie die gewerkt heeft, zoolang hij kon.
Hierna sprak de burgemeester van
's-Gravenhage, mr J. A. N. Patijn, die er
aan herinnerde, dat aan den man, aan
wiens graf men stond, ook de gemeente
's-Gravenhage veel verschuldigd is Toen
hem als burgemeester van Arnhem de be
trekking van burgemeester van den Haag
word aangeboden, begeerde hij deze niet.
Eerst na herhaald aandringen aanvaardde
hij een benoeming, maar toen wijdde hij
zich ook met zijn geheele ziel aan zijn
nieuwe functie daarbij gesteund door haar,
die hij in de laatste jaren zoo zeer heeft
gemist.
Tegenover spr heeft hij zelf erkend, dat
de jaren van 1904 lol 1911 de belangrijkste
van zijn leven waren Ook voor den Haag
zijn zij zeor belangrijk, want fussrhen deze
jar^n heeft Den Haag zijn grootsten bloei
gekend
Op maatschappelijk gebied kwamen vele
en groot*» verbpferingen tot stand, als
werkloozenzorg, Gem. Arbeidsbeurs, stads-
De huldi ging van de bemanning in de loods Argentinië,