W. ROODENBURG VERLOREN ZOON VISSCHER! J-BERICHTEN. KUNST EN LETTEREN? INGEZONDEN. UIT DE OMSTREKEN. UIT ONZE STAATSMACHINE VARIA. den bekenden Hollandschen componist Pijper. Königsbergen. 380 M. heeft deze week een keur-programma, o.m op Zondag 8 Jan om 7.20 ..Wierner Blut", operette van Joh. Strauss Maandag 9 Jan 7.20 .De Vliegende Hollander", opera van Wagner Zaterdag 14 Jan 7 20 Svmnhnni^concert met G. Piati- gor9ki o-'llist, als sol'st KOPENHAGEN. 337 M. en KALUNDBORG 1153 M. geeft Donderdag 12 Jan om 7.20 de opera ..Mignon", van Ambr Thomas. FRANKFURT. 429 M. voert Dinsdag 10 Jan de beroemde opera van Rich. Wagner „Tristan en Isolde" op. ALLE DUITSCHE ZENDERS geven Zon- dag 8 Jan. om 7 20 het orgelconcert door van Frankfort, gespeeld op het nieuwe groote orgel in de 9tudio v. Frankfurt. I IJMUIDEN, 6 Janoail VTSCHPRIJZEN. 26 Tarbot par K.G. 11.90—11.50 8 Griet per kist van 50 K.G. 141122; Sobo iongen per K.G. 11.7011.40; 16 Gioote Schol 129122; 16 Middolacnol f32—124 27 üetschol 136—129, 12 KL Schol 132—f 16; 6 Schar 125—124, ailas pei kist van 50 K.G.; 46 Roggen per 20 stuks 122—114; 39 Vleeten pei stuk 12.10 11; 2 Pieterman en Poontjes 114113; 30 Groote Schelvisch f32—f29; 35 Middel- Schelvisoh fü2—f27 43 Kieinmiddei Sohel- visch 131—f25; 80 Kleine Sche.visch 124 —19.50; alles per kist van 50 K.G.35 Kabeljauw per kist van 125 K.G. 145 130, 150 Gullen per kist van 50 K.G. 117.50—111; 142 Lengen per stuk fó— 10.87; 8 Heilbot per K.G. 11.70; 61 Wij ting per kist van 50 K.G. 11019; 735 Kuolvi8ch per stuk f 1.26f 0.602 Ma kreel per kist van 50 K.G. f25. Er zijn 10 stoomtrawlers binnen geko men. PISUISSE-FONDS VOOR DE KINDEREN. Er heelt zich een comité gevormd, dat zich wil belasten met de vorming van een tonds dal op de eerste plaats ten doel zal hebben de verzekering van de toekomst der beide kinderen van Pisuisse en daarnevens be stemd zal worden voor de stichting van een blijvend werk in den geest van den gestorven artist Het comité bestaat uit de volgende per sonen: Max Blokzijl, mr. G A Boon I P. J. H Clinge Doorenbos, D Hans. dr F. H. G. van Loon. dr. M de Hartogh. L. E. M. van Raalte Herman Salomonson. D Ver beek Ed Verkade. mr J de Vrieze mevr. F C Zillessen-Feith en H J. Wegerid. ac countant Gabr Metsustraat 6. Amsterdam, door wien bijdragen in ontvangst zullen wor den genomen. OP ZICHT. Wi) herinneren nog even aan de vertoo- ning van Op Zicht, die het Ver Rotter- damsch-Hofstad-Tooneel hier in den Schouwburg aanstaanden Maandag geven zal en hetwelk dien avond voor den 16en keer wordt vertoond. Het wordt gespeeld door Fie Carelsen, Rie Gilhuvs. Cor van der Lugt Melsert en Anton Roemer. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie) Copie van al of niet geplaatste stukken wordt niet teruggegeven. DE TREKHOND EN DE VOORGESTELDE WETSWIJZIGING. Naar aanleiding van het ingezonden stuk van den heer Lotte, als antwoord op dat van ondergeteekende, wenscht hij gaarne het volgende te doen opmerken. Ondergeteekende heeft in zijn stuk vol strekt niet beweert, dat de hond geen uit houdingsvermogen bezit (dit zou ook zeer onjuist zijn. daar honden wel degelijk over uithoudingsvermogen beschikken), doch hij heeft wel beweert, dat honden (zelfs ma tins) geen trekdieren zijn, en dat blijft hij volhouden, dat is door hem voldoende toe gelicht, waarom hij daarop verder niet meer behoeft terug te komen. Waar bovenbedoelde heer ter verdedi ging voor het doen blijven gebruiken van honden als trekkrachten de in 1914 uitge broken ^oorlog naar voren brengt, moet hij wel bedenken dat dit een zeer zwak argu ment van hem is en men nooit abnormale tijden mag vergelijken met nor^a^e tijden. Men diene te bedenken, dat n& den oorlog ook veel voor den mensch is verbeterd ge worden en thans de tijd is aangebroken waarop verbetering dient gebracht te wor den in het lot der trekhonden daar die dieren daar ongeschikt voor zijn en aan dezen wantoestand dan ook door wettelijke regeling ten spoedigste een eind dient te komen. De vergelijking, die in het stuk voorkomt over de kracht en de spieren in de achter- pooten van honden, die bij politiehonden oefeningen tegen een muur of heg op springen kan en mag niet gebruikt worden om daarmede te willen hewiizen dat hon den dan tevens uitstekende trekkrachten zijn daar dit volstrekt niet zoo is.- De anatomische bouw van enkele rassen van honden h v de Dobberman-nincher en de verschillende snnrten van herdershon den ziin over 'f algemeen zeer geschikt om te springen en verdere nnbbphnpdendi'en- sten met «meres te verrichten mist door hun ontwikkelde ponten en spierkracht do"h ten eenen male ontresch'W nm te trekken I Voor het trekken heeft de hond een ge- heel andere krachtsinspanning noodig, als voor het door inzender bedoelde politie honden werk. en vandaar dan ook. dat de hond die voortdurend moet trekken een uit gerekt en verlamt lichaam krijgt met in 't algemeen doorgeloopen hielen en teenen, waar heel vaak ter genezing alsoluut niets aan wordt gedaan, zoodot vitreen wat de heer Lotte schrijft over hel doorloopen (dat er wellicht zijn. wil ik toegeven) moet zijn van de honderd qeva^en er nenen en ne gentig zijn met open hie1 en en teenen. De inzender schrijft, dat elke hond geen trekhond is. is zeer logisch. Dit had hij gevoeglijk achterwege kunnen laten daar ondergeteekende in zijn stuk een schouder hoogte van 60 tol 60 c.M heeft genoemd voor een hond (matin), die het trekken bij een goede huisvesting en voeding, nog een wijle zal kunnen volhouden. Hij schrijft wat zouden wij met een schoothondje moeten doen? Ondergeteekende antwoordt hierop dat wel 90 pCt. van de tegenwoordige trekhon den niet veel meer dan schoothondjes zijn. Dat de heer Lotte geen trekhonden voor zijn genoegen heeft, neemt ondergeteekende gaarne aan. doch dat hij geen andere voort stuwende kracht in de plaats van de hon den zou kunnen vinden, lijkt onverklaar baar, gezien drie honden die 8 uren per dag moeten werken en dus uitstekend ge voed worden( onderget. gelooft dat daar bij den heer Lotte niets aan mankeert), het geen zeer zeker evenveel kosten met zich medebrengt als het onderhoud van een mechanische kracht. 9 Nog eens terugkomende op de rapporten der Kamerleden blijft hij er bij dat hij niet kan begrijpen, hoe die heeren kunnen be weren dat honden goede trekkrachten zijn, daar dit onjuist is, en zij dus wel degelijk de zaak verkeerd behandeld hebben, en geen goede inlichtingen hebben ingewonnen Ondergeteekende blijft er bij dat het ge bruik van den trekhond zooals dat hier te lande geschiedt, vooral op de massa vreem delingen die dit jaar Nederland zeer zeker zullen bezoeken een enorm slechten in druk zal maken niettegenstaande de 32 kiekjes die van den heer Lotte gemaakt zijn met zijn hondenkar door buitenlanders, waarschijnlijk met het doel bij hun thuis komst in hun moederland eens te laten zien, welke wantoestanden er in Nederland nog bestaan en geduld worden, en hetgeen door inzender als aardig is beschouwd ge worden. Daarom blijft ondergeteekende bij het geen hij reeds geschreven heeft inzake deze aangelegenheid, al spijt het hem voor den heer Lotte en hoopt dat de trekhond door wetswijziging dit jaar zal afgeschaft wor den. wat tot eer en vooruitgang van ons volk zal strekken. Met beleefden dank voor de opname, Hoogachtend, BADER, Lid van de Ver. tot bev. van de Paardenfokkerij in Nederland. KATWIJK AAN ZEE. Chr. Zeelied en bond. Gistermiddag was door de afd. Kat wijk vaD den Chr. Zeeliedenbund een ver gadering uitgeschreven, waarin enkele huis houdelijke zaken werden besproken. Voor de groep matrozen werden als bestuurslid gekozen: A. Harteveld, J. Harteveld, L. Barnboorn en G. Kugt, terwijl herkozen werd K. Haasnoot. Voor de groep schipper werden Jac. Groen, M. Plug, G. Gugt, A. v. Dujjn en J. v. d. Bent als bestuurslid gekozen. Volgende week Vrijdagavond zal nogmaals een vergadering worden gehouden, teneinde de loonregeling te bespreken. Op deze ver gadering hoopt tevens ds. Kalkman aanwezig te zijn. H. K. H. Prinses Juliana heeft een Nieuwjaarsgift geschonken voor het post en politiepersoneel. SASSENHEIM. In het raadsverslag staat, betreffende het late uitreiken der biljetten van de Rrjksinkomstenbelasting, dat dit komt we gens ziekte van het personeel. De inspecteur heelt in dezen natuurlijk geen schu.d, om dat die. buiten Den Haag om. geen per soneel mag aanstellen. Vandaar het verzoek var den heer Van Zonneveld, gesteund door den heer Speelman, om bjj het departement vaD Financiën er op aan te dringen, dat zoo iets niet meer zal voorkomen. RECLAME. .JKLiICATKSSKMIA Nieuwsteeg 27 Telefoon 1888 Java-Thee per i pond O 67£ Verkade's Gemenqd Biscuits p. H pd. O 40 Peek Freao's Biscuits Iets Nieuws van HUNTLLY PALMERS is BOVKIIj BISCUITS (Versterkend eD Voedzaam). 321 ONTWERP-ZIEKTEFONDSWET. (II). In onze vorige bijdrage moesten we en kele niet onbelangrijke punten van dit ontwerp Ziektefnndswet laten rusten, at. thans wat hun heteekeni? helreft We heb ben nu gelegenheid daarop terug te komen. Gelijk we het vorig maat reeds opmerkten is de vrije artsenkeuze in het ontwerp vastgelegd als regel, waarover 9traks meer Daartegenover heelt tiet bestuur het recht gekregen op grond van bijzondere uuislau digüeueii huisartsen, apothekers, speciali teiten en tana-artsen de verbintenis inet het londs te ontzeggeu. Naasi geneeskun digen worden thans ook vroedvrouwen ge noemd. Volgens het algemeen gevoelen zijn de Aederlaudsche vroedvrouwen geheel bekwaam vuur haar taak en moeten ze bi, vourkeur worden aangewezen, volgens hel oordeel van den minister, om bevallingen te leiden. 2ij mogen derhalve in een goed ziekenlonds niet ontbreken Ook het ver- strekken van tandheelkundige hulp is zeer gewenschl, zoo met noodzakelijk. De vraag oi zij verstrekt zal worden vanwege een Iond9 hangt geheel al van den Iinancieelen toestand van het fonds zeil, bovendien moet het fonds zeil bepalen of het die bulp aan haar bemoeienis wil verbinden. We gelooven, dal het goed geweest zou zijn, die hulp niet facultatief, maar imperatief in de wet op te nemen. De vrije artsenkeuze is, we merkten dat reeds op, als regel wenschelijk geoordeeld. Dat die vrijheid in veel gevallen, doordat een te gering aantal geneeskundigen is aan gesloten, vrijwel een fictie is, doel natuur lijk aan hel beginsel met af of toe. Even min kan deze regel zoo min als welke an dere dan ook, voor alle plaatsen en om standigheden met absoluutheid gelden Daarvoor is de praktijk van bet leven te veelvormig. Met dat verschijnsel dient de wetgever rekening te houden. Opdat der vrije artsenkeuze geen beletsel in den weg kan gelegd worden bepaald dan ook dit wetsontwerp, dat tenminste eenmaal per jaar den verzekerden gelegenheid gegeven moet worden om op een eenmaal gedane keuze terug te komen. Daardoor wordt on dervangen het bezwaar, dat een verzekerde om de minste of geringste oorzaak aan stonds maar van dokter zou kunnen ver anderen. Hel geval is natuurlijk mogelijk, dat geen geneeskundige of vroedvrouw binnen het verzekeringsgebied van het ziekenfonds zich op de aangeboden voorwaarden be schikbaar steil voor de leden, dal kan ook mogelijk wezen, doordat tusschen hel be stuur en de verbonden geneeskundigen een conflict uitbreekt Daardoor zouden dan de verzekerden verstoken blijven van ge neeskundige hulp. Daarin voorziet de be paling van het wetsontwerp, dat in dit geval het bestuur door af vanwege de Kroon kan worden gemachtigd om in plaats van de hulp aan de verzekerden een uitkee- ring in geld te doen tot een eveneens door de Kroon te bepalen bedrag Hetzelfde geldt ten aanzien van de levering van verband en geneesmiddelen doo, apothekers. Het toezicht op de geneeskundigen enz. wordt uitgeoefend door de Gezondheids commissies en het Staatstoezicht op de Volksgezondheid, waarvoor nog nadere re gelen zullen worden vastgesteld. Wat de inkomsten van het fonds betreft is bepaald, dat deze uitsluitend mogen worden aangewend ten behoeve van de ge neeskundige verzorging van de leden en de overige fonds-werkzaamhedr in het belang van de volksgezondheid. Dit laatste mag geen rekbaar begrip wezen, aangezien in de statuten nadrukkelijk moet worden vastgelegd, welke werkzaamheden het fond9 zich in dezen ten doel stelt. Verder mogen de gelden worden aangew.-nd tol het beheer van het fonds en tol stortingen in het reservefonds, terwijl verder oog wordt vastgelegd en dit zal wel slaan op de bezoldigde functies in het bestuur enz. dat de aan het fonds bewezc diensten betaald moeten worden volgens een rede lijke vergoeding. Ook de boekhouding is aai bepaalde regelen onderworp a. Deze moet dusdanig worden ingericht, dat ten allen tijde de geldelijke, toestand van het fonds gemakkei iik is na te gaan Een af zonderlijke boekhouding en een afzonder lijke kas voor het fonds wordt '•■boden. Als een reservefonds gevormd wordt moet dit uitsluitend geschieden ter bestrijding .an uitgaven, waarvan de bestrijding lijdelijk door de inkomsten niet mogelijk is. Ook op stapeling van reserves is verboden, daar de reserve niet grooter wezen mag dan de helft van het bedrag, dat in de laatste drie kalenderjaren jaarlijks gemiddeld uitge geven werd voor de geneeskundige verzor ging van de leden en het voeren van het beheer. Dat behaar staat verder onder de controle, ook van het rijk. daar van het geldelijk beheer jaarlijks rekening en ver antwoording gedaan moet worden aan een algemeene vergadering van het fonds niet alleen, maar ook aan de Kroon of aan een door de Kroon daarvoor aan te wijzen or gaan, terwijl de Kroon eveneens voor schriften geven kan betreffende de inrich ting der rekening en der te houden regis ters en betreffende de belegging van de reserves, waardoor natuurlijk speculatieve belegging onmogelijk gemaakt zal worden Onder de inkomsten van een fonds kan ook behooren een subsidie vanwege het rijk Die subsidie is niet verplicht alleen maar mogelijk De bedoeling zal wel wezen om daar te suhsidieeren. waar de alge meene weistandsgrens zeer laag is en de leden dus uil eigen middelen niet genoeg kunnen opbrengen voor de instandhouding van het fonds Deze maatregel is zeer zeker uitstekend in zijn opzet, omdat juist in deze kringen een goede geneeskundige verzor ging eisch is en er ook streken zijn. waar zulk een fonds, met behulp van rijkssub sidie. zeer in hel belang der volksgezond heid werkzaam zal kunnen wezen Het toezicht op de fondsen zal nog nader ge regeld worden Inmiddels is reeds bepaald dat aan de ambtenaren enz die daarmede belast zullen worden, alle gewenschte in lichtingen moeten worden verschaft A's overgangsmaatregel is voorgesïpld dat een goed ziekenfonds daf reeds bepfaal hii het in werking treden der wet. maar niet vo'- doel aan de eisrhen in dit welsontwerp ge projecteerd toch 'elkens voor den tijd van vijf jaar als geliikvererhfigd met dp andere ziekenfondsen kan toegelaten worden. KI door W. KERREMANS. „Hoe was dat alles ook weer geweest? Hoe was dat ook weer gegaan V Van Lynden stond over de reeling van het stoomschip gebogen en staarde in het water, zoekend in zijn verwarde gedach ten naar een vast beginpunt van waaruit hij den weg zou kunnen vinden in den doolhof. Dat beginpunt was altijd en voort durend: Paul zijn eenig kind, zijn veraf goodden zoon. Paul was weggegaan, dat stond vast. Dat was het zekere, het stellige en het bittere. Paul was heengegaan. Hij Van Lynden zelf had niet gewild dat Paul zou gaan. Hij had hem gesmeekt om te blijven... Ja... ja, dat herinnerde hij zich zeer goed hoe hij geschreid had toen Paul heen zou gaan, hoe hij dagen lang Paul niet verlaten had, uit vees dat hij weg zou gaan alB hij hem uit het oog verloor. Toch was Paul toen verdwenen en op dat punt geraakten Van Lynden's gedach ten verward. Dat was zoo vreemd, zoo vreemd, 't Was of hij voortdurende droom de en of zijn gedachten hem werden voor gehouden, vertoond zonder dat hij ze zelf beheerschte. Altijd als hij zijn denken wilde richten op het vertrek van Paul, werd zijn peinzen wazig ten hoe meer hij zich inspande hoe minder hij dat kon be sturen. In zijn jonge jaren was hij wel eens dronken gefeest en dan konden zijn gedachton ook zoo wonderlijk door zijü hoofd tollen en dollen, maar nu was tuj niet dronken en hij droomde niet. Hij was op het schip. Ja, hij zou nu eens van achter af beginnen en beproeven om van dien kant terug te gaan tot Paul. Laat eens zien. Op het schip! Het setup heette... Paul... Neon, geen Paul, het schip heette, enfin dat kwam er niet op aan. Dat schip ging naar Amerika! Of naar Genua? Waarom was hij op dat schip, waarom ging hij naar Genua Om Paul. Was Paul in Ajnerika Wel neen. Paul was heengegaan. Hij was naar zee. Juist zóó was 't. Nu zou hij er komenDie an. dere menschen, zijn vrouw ook, konden niet zoo logisch en scherp doordenken als hij en daarom konden ze hem ook nooit begrijpen en nooit het antwoord geven dat hij verlangde... Nu niet afdwalen, maar scherp de denk lijn in het oog houden, Paul was dus op zee. Hij was naar zee gegaan, hoewel hij, zijn vader, dat niet had willen hebben. Had hij Paul wel eens verboden, direct en beslist verboden om naar zee te gaan Neen, voor zoover hij zich herinneren kon, had hij dat nooit ged-aan Dat was misschien verkeerd geweest dat had hij eigenlijk moeten doen, maar Paul was al tijd zoo'n lieve, zachte jongen geweest. Men kon hem niet hard aanpakken. Ver bieden en gebieden tegen hem ging niet Verbieden... en gebieden Is dat eigen- Lijk niet hetzelfde, maar toch niet heele- maal. Daar komt de eerste officier aan. Zou hij het hem vragen welk verschil er is tusschen gebieden en verbieden „Goede morgen meneer Van Lynden", riep de eerste officier hem toe, „een fijne dag hè. Gaat 't goed „Ja", antwoordde Van Lynden afwezig, 't g<aat goed Ik wilde u wat vragen, m-aar ik herinner me niet juist meer wat 't was. Kijk u eens hier. Hebt u kin deren V „Neen", hernam de zeeman Tachend, „ik heb geeü kinderen en geen vrouw. Ik ben niet getrouwd." „Niet getrouwd. Zoo zoo. Ja, dat komt voor U hebt dus nooit aan uw kinderen iets verboden „Neen, dat heb ik nooit gedaan." „Kent u het verschil tusschen verbieden en gebieden Juist, dat was 't, wat ik wilde vragen" „Zeker wel. Verbieden is iemand iets ontzeggen en gebieden is hem iets op leggen." „Heel duidelijk U moet weten dat ik een zoon heb, Paul heet hij, een lieve zachte jongen, die Daar zee is gegaan en..." Op dat oogenhlik kwam mevrouw Van Lynden bij he* gezelschap. De officier groette de zorgelijk uitziende vrouw en Van LvndeD knikte haar met een moe glimlachje toe. „Jo", zei hij zacht, „ik vertelde mijn heer juist dat ontze zoon Paul naar zee was gegaan en..." „We zullen hem wel weer terugvinden vadertje, sprak mevrouw Van Lynden op beurend. Denkt u ook niet meneer de Bruin „Stellig mevrouw", antwoordde de offi cier. Op dezen koers ontmoeten we zoo veel schepen, dat 't wel raar zou moeten gaan, als we nu juist toevallig niet het schip zagen, waarop uw zoon vaart. Ik zal den kapitein gaan zeggen dat hij zoo dicht mogelijk langs de schepen laat varen die we ontmoeten." „Ja, ja" riep Van Lynden hartstochte lijk, „doet u dat Ik zal goed uitkijken. Jij ook. Jol" „Ja natuurlijk", verzekerde zijn vrouw nadrukkeliik „Zullen we nu wat wandelen op het dek „Zeker, zeker, nu gaan we wandelen Dag meneer de Bruin Gaat u 't nu direct aan den kapitein vragen Gearmd liep het echtpaar over het wan- deldek. Tienmaal, twintigmaal, dertigmaal, heen en weer. tot Van Lynden zei te willen rusten en op een bank ging zitten „Ik ga een brief schrijven" zei mevrouw Van Lvnden. „Ga je mee of blijf je hier zitten „Neen, neen ik kan niet mee. Er moet toch iemand hier blijven om uit te zien of er een schip in 't zicht komt Ga jij maar schrijven ik blijf hier en kiik uit. Als ik een schip zie. zal ik ie direct laten roepen Aan wie go je schrijven „Aan Thórèse!" „Thérèse, juist. Vraag haar eens of zij misschien bericht van Paul heeft gekre gen. Hij was zoo op haar gesteld." „Goed, ik zal 't doen", antwoordde me vrouw Van Lynden met iets berustends in haar stem. „Ik zal 't haar vragen.' Van Lynden bleef zitten en keek speu rend voor zich uit den horizon af. Heel ver zag hij iets dat op een rookwolkje ge leek, maar dat ook wel iets anders kon zijn. Zou het schip vaD Paul hier varen De officier had 't gezegd, dat hier de meeste schepen voereD en zoo'n zeeman weet 't, dien moest je vertrouwen. Nu moest hij uitzien, goed blijven uit- kijken. Het zou natuurlijk mogelijk zijn, dat Paul's schip dezen kant opvoer... Paul's schip Wat is dat Een schip Ja zeker «#n stellig, een schip. Een zeilschip, 't Komt hierheen... Zou de kapitein... Zou de eerste officier er aan denken om dicht er langs^te varen Van Lynden sprong op en liep naar de reeling. Ja het was een zeilschip. Het danste op de Lichte golven en het kwam recht op Van LyndeD aan. Als 't eens Paul's schip was... Zou Paul hem misschien al gezien heb ben en nu zijn schip zoo dicht hierheen sturen dat ze elkaar goed konden zien. Ja, zoo moest 't zijn, want bet zeilschip voer rechtstreeks naar de stoomboot. Hij kon 't nu al goed zien Nog geen menscheD op het dek kon hij zien, maar dat zou wel gauw zijn. Nog zag hii niemand op het zeil schip. Vreemd dat er geen mensch aan het dek was. Geen kapitein, geen stuur man, geen passagiers... „Maar daar., maar daar... Hoe kon hij nu toch zoo lang kiikcD en Paul niet zien. Paul stond daar, midden op 't schip Vrce- selijk groot. Ontzaglók groot Grooter dan het schip, grooter dan de masten. Hij stond daaT en keek ernstig en bedroefd, zooals hij kijken kon kort voor zijn ver trek. „Paul... Paul!" hijgde Van Lynden en toen gilde hij heesch „Paul „Vadertje, riep Paul zacht, kom nu, het is tijd en hij breidde zijn armen wijd uit. „Ik kom", juichte Van Lynden en sprong over boord. Paul verliet het schip en kwam naar hem toe Hij zwom niet, hij liep niet, hij kwam Paul n-am zacht zijD vader in zijn armen en drukte hem zoo vast tegen zich aan, dat de vadeT het een oogenblik benauwd kreeg, maar spoedig was dat over en toen gevoelde Van Lynden zich geluk kig en blij. Een heerlijk gevoel van onge kende rust en zekerheid zooals hij sinds Paul's vertrek niet meer gekend had, was over hem, de rust van het terugvinden, de zekerheid dat hij nu Paul nooit meer ver liezen zou. Dien avond schreef de kapitein van do „Oldebarneveld", waarop Van Lynden ge varen had in zijn journaal: Hedenmiddag kwart voor drie uur is op 12 graden Westerlengte en 18 graden Noorderbreedte over boord gesprongen de passagier le klasse jhr. mr C. A. L. van Lynden, wonende te Ede. Et werdoD on middellijk alle maatregelen genomen om den drenkeling te redden De „Oldebarne veld" stopte zoo spoedig mogelijk, draaide bij en een boot werd uitgezet, die tot half zes naar den drenkeling heeft gezocht, maar niets heeft kunnen vinden. De officier van de wacht en een passa gier verklaarden dat zij gezien hadden dat een speelgoed-zeilscheepje op zee dreef in de richting van de „Oldebarneveld". De heer Van Lynden, die op een bank op het promenadedek zat, was plotseling naar de reeling geloopen, had eenige malen naaT het speelgoed-scheepje geroepen: „Paul!", daarna „Ik kom" en was voor iemand 't verhoeden kon, over boord ge-1 sprongen. De heer Van LyndeD was sinds het over* lijden van zijn zoon Paul lijdende aan me lancholie en amnestie en op raad van zijn geneesheer had hij om afleiding te zoeken» deze zeereis gemaakt. De officier le klasse, W. de Bruin, deel de mij mede, dat ongeveer een half uur voor de heer Van Lynden zijn wanhoopsr daad beging, deze hem gezegd had te mee- nen dat zijn zoon Paul op zee was. De officier De Bruin voegde er bij, dat hem de heer Van Lynden toen niet geheel nor maal geleek. De „Oldebarneveld" heeft te 8.40 uur haar gewonen koers vervolgd." SLANGEN HOUDEN NIET VAN 1 JAZZMUZIEK. In het slangenpark te Port-Elisabeth heeft men een dezer dagen een interessante proef genomen Men wilde n.l. zien, hoe de slan gen op muziek reageerden Een violist begaf zich naar de groote grasvlakte, waar de slangen in kasten een onderkomen hebben. Hij begon met zachte smeltende melodieën te spelen en een groote menigte slangen ver liet haar huizen en kwam om den violist heen liggen Zij bekeken hem met haar koude oogen, maar de zachte muziek scheen een milden invloed op de dieren uit te oefe nen en zij deden hem dan ook geen kwaad. Toen de violist echter gerustgesteld een vroolijker wijsje ten beste wilde geven en de schrille tonen van een jazzband melodie door het slangenoord weerklonken, werden de dieren onrustig en dit werd ten laatste zoo erg. dat zij tegen den armen muzikant begonnen te sissen en hem met kwaadaar dige bedoelingen omsingelden De violist kon nog bijtijds een goed heenkomen zoeken en was er niet toe te bewegen, het experiment verder voort te zei ten. Onze Telefoonnummers DIRECTIE en ADMINISTRATIE 2500 (op 2 lijnen) REDACTIE 1507 2—3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 10