Het jaar, dat aan ons voorbij ging
Een terugblik over Stad, Binnen- en Buitenland
68s,# Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 31 December 1927 Derde Blad No. 2079 7
HET OUDE EN NIEUWE JAAR
Er zijn in iedere reeks van 365 dagen,
waaraan de mensch den naam van „jaar
geschonken heeft, twee data, waarop ieder
onzer zich meer en dieper bewust is van ie
snelheid, waarmede de jaren aan ons voor
bijgaan dan op welke andere dagen van het
jaar ook
1 Die beide vaste mijlpalen in de jaar-baan
zijn verjaardagen en de 31ste December, de
laatste dag van het jaar of eigenlijk alleen
maar de Oudejaarsavond. Er is een groote
overeenkomst tusschen die dagen, maar ook
een groot verschil.
Onwillekeurig toch gaan ook op een ver
jaardag de gedachten van hem of haar, die
zijn (haar) geboortedag viert, even terug naar
't verleden en doorloopen vluchtig alles, wat
het voorgaande jaar aan lief en leed heeft
gebracht; loeven wellicht korten tijd bij
dierbare familieleden, vrienden of kennis
sen, die de* wreede dood heeft weggerukt
uit het gezinsleven zonder zich er om te be
kommeren of wellicht wonden werden ge
slagen in de harten der nabestaanden.
Immers, de Tijd, de rustcloos-voortschrij-
dende Tijd, heelt alle wonden....
Maar lang wojden we op zoo'n verjaar
dag nooit alleen gelaten met onze overpein
zingen. Waarom ook? 't Is toch een feest
dag en dan is er geen plaats voor droeve
gedachten.
Er komt bezoek, heel vroeg al en den
geheelen middag en avond door is het een
voortdurend komen en gaan van hartelijk
doende menschen. Er wordt gepraat, gela
chen, gerookt en gedronken en als de klok
twaalf slaat, is de jarige gewoonlijk dolblij,
dat de dag voorbij is
Welk een geheel ander beeld biedt de
huiskamer op Oudejaarsavond, wanneer we
daar het geheele gezin in een hijkans plech
tige ruststemmine rondom de tafel aantref
fen. Als kind al hebben wij in dien avond
iels bijzonders gevoeld iets, wat wij nooit
onder woorden hebben kunnen brengen.
Er werd nooit veel gezegd op zoo'n avond
en toch voelde je de wijding en wanneer
ooit verteld werd, dal zwijgen soms wel
sprekender kon zijn dan spreken, hebben
wij altoos gedacht aan den Oudejaarsavond
in den inliemen tamiliekring.
En wanneer wij dan ook eens denken
aan het woord van onze gevierde Neder-
landsche romanschrijfster Jo van Ammers-
Küller in „De Opstandigen": „Vroeger be
gon het gezinsleven in de huiskamer; tegen
woordig er builen" en wij zouden de zeker
heid hebben, dat het hedendaagsehe ge
slacht zich ook boven dezen vorm van hui
selijke gezelligheid „verheven" voelt, wij
zouden de jonge menschen van het oogen-
blik beklagen tot in het diepst van onze ziel.
Want de banden van liefde en hartelijk
heid, welke ook in latere jaren met het
ouderlijk tehuis dienen te worden onder
houden, zijn saamgeweven uit dierbare
herinneringen en hiervan is die van den
Oudejaarsavond in den eigen familiekring
ons bijgebleven als een van de mooiste en
lieflijkste uit onze jeugd.
Mogen velen met ons ook op deze wijze
aan den Oudejaarsavond in hun eigen kring
terugdenken.
En als we de wijding van dezen avond
aldus voelen en straks over heel de wercid
de torens het oude jaar zullen uitluiden,
dan zullen we elkaar mei een pretlig, warm
gevoel in de borst kunnen toewenschen:
„Een in a'.ie opzichten gelukkig en voor
spoedig 1928".
Wanneer wij op dezen Oudejaarsavond
de taak van den „pater familias" uit jour
nalistiek oogpunt beschouwen en ons zetten
om in de gedachten van onzen lezerskring
de voornaamste gebeurtenissen te relevee-
ren, die in hel afgeloopen jaar het leven en
de samenleving
IN ONZE EIGEN STAD
min of meer uit z'n balans van allen dag
brachten, dan krijgen wij gelegenheid
te over om te constateeren. dat 1927
in zooverre niets van z'n voorgangers
verschilde, dat het naast veel goeds en liefs
.ook veel slechts en leed aan de Sleutelstad
en haar inwoners heeft gebracht.
Al? een treffend symBool van de vergan
kelijkheid van dit aardsche leven ende
willekeur, waarmede de dood ons bezoekt,
staan daar over den ganschen jaargang
verdeeld de namen van lal van vooraan
staande stadgenoolen, goede burgers en
burgeressen, eminente geleerden, waaraan
de wetenschap zeer veel te danken heeft;
menschen veelal in de kracht van hun
leven weggerukt en allen met moed het
nieuwe jaar begonnen.
De lange, droeve lijst wordt geopend met
den naam van den heer C. B. Duyster (17
Jan.), wiens naam èn als koordirigent én
als organist der Pieterskerk èn als leider
der koraalmuziek op 3 October nog lang in
enze herinnering zal blijven voortleven.
Kort daarop, 21 Januari, gingen weer drie
verdienstelijke stadgenoolen van ons heen,
de heeren E. H. TJdo, mr. J. H. Goudsmit en
de bekende Leidsche meester Floris Verster.
De Nederlandsche kunstenaarswereld ver
loor in dezen eenvoudige, die enkel schil
derde lerwille van de kunst, zeer veel; het
drukke bezoek aan de tentoonstelling, welke
te zijner nagedachtenis door vriendenhan
den in „De Lakenhal" alhier werd saam-
gebracht, heeft op ondubbelzinnige wijze
liet bewijs geleverd, dat het werk van Ver
ster, ook al deed hij daar geen moeite voor.
tot ver builen de stadsgrenzen een uitste
kenden naam geniet.
Een maand later, 15 Februari, leed de
Democratische Partij, afd. Leiden, een ge
voelig verlies door het overlijden van den
heer A. I. Witmans, haar fractievoorzitter
in den gemeenteraad, waar hij een respec
tabele figuur wa9.
Met mevr. de wed. P. C. L. Driessen
von Forckenbeck, die op 1 Augustus ont
sliep, ging niet alleen een van onze oudste,
♦maar ook een van onze nobelste burgeres
sen heen. Gaf zij niet kort voor haar dood
nog een kostelijk bewijs van burgerzin door
een belangrijke gift te schenken ten be
hoeve van den aanleg van den Leidschen
Ilout, een plan, waarvan zij toen reeds wist,
dat zij de verwezenlijking nimmer zou aan
schouwen
Het einde der Septembermaand bracht
opnieuw twee zware slagen. Den 28sten
dier maand overleed na een korte onge
steldheid dr. J. van der Kolk, directeur
geneesheer van Endegeest, Voorgeest en
lihijngeest, welke gestichten zeer veel aan
hem te danken hebben. Verschillende uit
breidingen kwamen onder zijn beheer tot
stand en de heer Reimeringer merkte bij de
begrafenisplechtigheid terecht op. dat de
gemeente Leiden aan dr. van der Kolk zeer
veel dank verschuldigd is.
Den dag daarna, 29 September, werden
we smartelijk verralt door de doodstijding
van prof. dr. W. Einthoven, een van de be
roemdste zonen der Leidsche Alma Mater,
doch die zich een der kleinsten gevoelde
Een man, die behoort in de rijen van dat
keurcorps van voortreffelijke geleerden,
waaraan de Leidsche Universiteit haar
wereldnaam dankt. De resultaten van zijn
onderzoekingen op het gebied van den hart
slag, gedeeltelijk vervat in de uitvinding
van den snaargalvanometex, blijft de we
tenschap dankbaar beschouwen als de
vrucht van den gestagen arbeid van een
groot geleerde, die niet meer dan een een
voudig mensch wenschte te zijn.
De alom toenemende verkeersongevallen
eischten ook hier eenige slachtoffers.
Behalve het droevig ongeluk bij Hillegom,
waarvan de herinnering nog versch in ons
geheugen ligt en waarbij een Leidsch stu
dent en een meisje uit Oegslgeest om het
leven kwamen, noemen we slechts de mo
torrampen onzen stadgenooten, den heeren
M. A. Koert en mr. G. M. A. R. van Roy
overkomen, waarbij beiden den dood
vonden. Ook in de kringen der Leidsche ge-
neesheeren vallen verliezen te betreuren.
Den 20stAi October overleed dokter L.
Mulder, gedurende meer dan 25 jaar arts
hier ter stede en bij zijn talrijke patiënten
bijzonder bemind, en nog slechts 10 dagen
geleden stierf ook dr. C. M. van Voorthuy-
sen, een in vele Leidsche gezinnen even
geacht raadsman als vertrouwd huismedicus
Op 3 December stierf te Den Haag onze
oud-stadgenoot, de heer G. B. J. H. Haitink,
oud-directeur der Kon. Ned. Grofsmederij
en onze droeve lijst sluit met den naam
van prof. dr. H. Oort, den groeten bewerker
van de vertalingen van het Oude en Nieuwe
Testament (in samenwerking met dr.
Hooykaas). Zijn naam zal blijven schitte
ren aan het firmament van den Nedcrland-
schen theologischen' hemel als een ster van
de eersle grootte.
En aan het eind van dit jaar ging nog
heen dr. A. E. Remouchamps, een veelbe
lovend jong geleerde, in de kracht van zijn
jaren. Vooral voor het Museum van Oud
heden is dit een ernstig verlies.
Zij allen rusten in Vrede.
Sande Bakhuyzen getoond heeft ten volle
berekend te zijn voor de zware burgemees-
terstaak.
„Wacht op mijne daden", heeft hij bij
herhaling gezegd tijdens de installatieplech
tigheid, welke op 15 Februari plaats had.
Naar zijn .daden vermogen wij fiem thans
nog niet te beoordeelen, maar uit zijn op
treden zoowel in den raad als daarbuiten
hebben wij de overtuiging gekregen, dat de
j belangen onzer stad in zijn handen veilig
zijn, dat hij met de bevolking hartelijk mee
leeft en oen open oog heeft voor haar noo-
den en behoeften.
Wederkeerig draagt ook de Leidsche
burgerij den burgemeester nu reeds een
warm hart toe. zooals nog deze maand, toen
deze zijn woning aan hel Rapenburg betrok,
op ondubbelzinnige wijze is gebleken.
Mogen in het komende jaar die banden
van vriendschap tusschen de burgemeesters
familie eenerzijds en de burgerij anderzijds
nog aanmerkelijk versterkt worden.
Van specifiek gemeente-belang was ook
de opening van de nieuwe Kaasmarkt op
het terrein van het voormalige Invaliden-
huis en de ingebruikneming van het wel-
wat-dure. maar zeer fraaie Politiebureau
aan de Zonneveldtslraat.
Wij willen niet nalaten de hoop uit te
spreken, dat ons jaaroverzicht 1928 moge
gewagen van een in alle opzichten bevredi
gende oplossing van het welhaast beruchte
overweg-vraagstuk.
Op het gebied der gemeentepolitiek was
1927 eveneens een belangrijk jaar. Immers
werden in Mei de raadsverkiezingen gehou
den, waarbij voor den tijd van vier jaar de
samenstelling van dit college werd bepaald.
De uitslag van den stembusstrijd, die hier
ter stede vrij kalm verliep, was een verster
king van de rechtsche meerderheid van
17—16 tot 19—14.
De vrijz.-democraten en communisten
verloren elk 1, de democraten zelfs 2 zetels.
De S. D. A. P. (2), Chr. Hist. (1) en Anti-
Rev. Partij (1) gingen met de winsl s'.njken.
Ingrijpende wijziging in het dagelijksch
bestuur der gemeente kwam er niet; wel
poogde de S. D. A. P. 2 wethouderszetels te
bezetten, maar de overige raadsfracties
achtten dit een onbil 1 ijken eiscb en boden
er één aan, hetgeen de S. D. A. P. weigerde
en daardoor nog buiten het gemeentebestuur
bleef staan.
Over de Universiteit in het afgeloopen
jaar kan gemeld worden, dat op 3 Februari
prof. mr. H. Krabbe en op 8 Februari prof.
mr C. Snouck Hurgronje den 70-jarigen
leeftijd bereikten, zoodat aan het einde van
den cursus 19261927 beiden het hoog
leraarsambt moesten neerleggen.
Als opvolger van eerstgenoemde werd op
S Juni benoemd prof. mr. R. Kranenburg
uit Amsterdam, die hier op 5 October zijn
inaugurale rede hield.
In de plaats van prof. Snouck Hurgronje,
wien op zijn 703ten geboortedag een fonds
werd geschonken voor de studie der Ooster-
schè letteren, werd op 58 Juli benoemd prof.
dr. F. M. Ph. Böhl uil Groningen om onder
wijs te geven in de talen en geschiedenis
van Assyriê en Baby Ion en die op 23 No
vember zijn inauguratie deed.
Den 13den Juli benoemde de gemeente
raad van Amsterdam prof. mr. F. G. Schel-
tema alhier tot hoogleeraar aan de univer
siteit aldaar; de ledige plaats-aan onze aca
demie werd op 7 December j.l. ingenomen
door prof. dr. R. P Cleveringa.
Op 2Sr Seplember herdacht in alle stilte
prof. Knappert den dag. waarop hij voor 25
jaar het ambt van hoogleeraar in de geschie
denis en leerstellingen der Ned. flerv. Kerk
aanvaardde.
Tenslolte zij in dit verband gewezen op
de historische beleekenis van de studie van
II. K. II. Prinses Juliana aan onze Leidsche
Universiteit.
Reeds lang te voren hadden desbetref
fende geruchten de ronde gedaan, maar
eerst op 18 Januari werd definitief bekend
gemaakt, dat de Prinses eenige colleges aan
de Leidsche Alma Mater zou volgen en dat
zij haar intrek zou nemen in een tweetal
villa's Ie Katwijk-aan-Zee.
Den 22s(en September liet de Prinses zich
inschrijven als studente en sindsdien wil
zij slechts als gewoon meisjes-studente be
jegend worden.
Laten onze stadgenooten door haar hunne
belangstelling niet op te dringen, ook in de
komende studiejaren ertoe medewerken,
dat, wanneer eens ons Prinsesje geroepen
zal worden om de plaats van hare Moeder
in te nemen, zij zal kunnen terugdenken
aan een pretligen en ongestoorden studen
tentijd te midden der Leidsche burgerij.
In een jaaroverzicht kan noch mag het
ook verder aan personalia ontbreken. En het
spreekt welhaast bijna vanzelf, dat waar
wij wel en wee onzer Sleutelstad in het af
geloopen jaar willen schetsen, wij deze
rubriek aanvangen met de komst van den
nieuwen burgemeester, mr. A. van de Sande
Bakhuyzen.
Toen de nieuwe burgervader zich op 7
Januari van dit jaar bereid verklaarde zich
door een onzer verslaggevers te laten inter
viewen. schreef deze naar aanleiding van
dit onderhoud-
Wij dachten, dat zal een goede
burgemeester voor Leiden zijn, een waardig
opvolger van jhr. de Gijselaar
Thans, een jaar na dato, mogen we met
een gerust hart zeggen, dat mr, van de
Tenslotte de personalia uit de „burger
lijke maatschappij", in chronologische
volgorde gerangschikt en met vermelding hier
en daar van een enkel ..onpersoonlijk" feit,
dal waard is nog even onder de aandacht der
lezers gebracht te worden.
Het nieuwe jaar was nog slechts drie
dagen oud toen zich op het station alhier
een even kort als sensationeel en noodlottig
drama afspeelde, toen n I. de Amsterdam-
sche en Leidsche recherche 'n aantal opium-
smokkplaars op heelerdaad wilde betrappen.
Een hunner wprd inderdaad gearresteerd,
een belangrijke hoeveelheid opium in be
slag genomen, doch de Amstprdamsohe re
chercheur van Politie. Kok. werd het slacht
offer van zijn beroep en door een verdwaal
den kogel getroffèn.
Den -Men Januari herdacht de heer A. M.
van Beeck den dag. dat hij 25 jaar als lee-
raar aan het Stedelijk Gymnasium verbon
den was. Jn de hartelijke huldiging, welke J
den jubileerenden leeraar ter gelegenheid I
van dit feit bereid werd, heeft hij van vele
zijden kunnen vernemen, hoe zijn prettige
wijze van doceeren door talloos velen werd
en nog heden ten dage wordt op prijs gesteld
Ruim een half jaar later had er opnieuw
een plechtigheid plaats, waarbij iemand van
het onderwijzend personeel ten nauwste be
trokken was
Den 9den Juli j.l. nam de rector, dr. N J.
Bevcrsen na een veeljarige ambtsvervulling
afscheid als zoodanig.
Die dr. B. kent weet dat dit afscheid hem
zeer zwaar gevallen moet zijn, want zijn
werk was hem lief boven alles.
Maar de welenschap zijn plicht gedaan te
hebben en de vele woorden van hartelijke
waardeering op dien dag tot hem gesproken,
zullen hem toch ongetwijfeld naast gevoe
lens van weemoed ook bezield hebben met
een gevoel van voldoening. Zijn leven was
inderdaad welbesteed.
Uok in het plaatselijke kerkelijke leven
vallen eenige' jubilea te memoreeren.
Allereerst herdacht op 23 Februari ds. G.
II'. Beekenkamp den dag, waarop hij 25 jaar
geleden als predikant zijn intrede deed bij de
Ned.-Herv. Gemeente; op 17 April vierde ds.
G. Ilarlwigsen zijn 40-jarig jubileum even
eens bij de Ned.-HeTv. Gem., waarvan ruim
30 jaar bij die le Leiden.
Vérder noemen wij nog slechts de intrede
van den opvolger van prof. dr. Plooy als
voorganger der Ned.-Herv. Gem. alhier, ds.
A D. Meeler, uit Loosduinen op Zondag 22
Mei en het afscheid van ds J. G. W. Goed
hard van zijn gemeente op 11 September.
Zondag £6 Juni was het kerkgebouw der
Waalsche Gemeente alhier tot in alle hoek
jes gevuld met een belangstellende menigte,
die getuige wilde zijn van de af9cheids-
predikatie van ds. S. Cler, gedurende 31 jaar
aan de Leidsche gemeente met vaste banden
gebonden.
Moge ds. Cler nog vele jaren van de rust
van zijn emeritaat genieten.
Dr J. Schokking werd benoemd tot burge
meester van Katwijk. Reeds den 13den Juni
werd de nieuwe burgemeestersfamilie fees
telijk door de Katwijksche bevolking inge
haald.
Begin Maart werd de kinderkliniek van
het nieuwe Academ. Ziekenhuis onder lei
ding van prof. dr. E. Gorter geopend; in den
loop van 1928 zullen wederom enkele andere
afdeelingen van het gebouwencomplex in
gebruik genomen worden.
Medio April vertrokken de laatste man
schappen der Marine Kustwacht, waardoor
het gebouw aan het Noordeinde buiten ge
bruik kwam te sfaan.
Den 19den Seplember werd het weer ge
deeltelijk betrokken, doordat de eerste klasse
van het R.-K. Lyceum „Sint Willebrordus"
te Katwijk aan den Rijn er werd gevestigd
Van de jubilea, die ook dit jaar bij vele
tientallen tegelijk in de Sleutelstad gevierd
werden noemen wij verder nog als de voor
naamste dat van den heer P. J. Coffrie, die
op 1 Maart 40 jaar aan de redactie' van ons
Blad verbonden was en op dien datum
tevens de journalistiek ging verlaten; dat
van dr. H J. M. Boonacker.,die op 4 Maart
het feit herdacht, dat hij voor 40 jaar het
artsdiploma verwierf en die bij deze gele
genheid door zijn patiënten gehuldigd werd
en dat van den heer J. A. van Hamel, die
den 29sten van dezelfde maand zijn tach
tigsten geboortedag vierde.
Var. de zaken-jubilea verdienen vermel
ding het eeuwfeest der firma Dros en gebrs.
Ticleman op 1 Januari 1927 en bet halve
eeuwfeest der firma Tieleman en Dros op
5 Me- en dat van de scheepswerf „De Hoop"
voorheen gebrs. Boot, op 14 April
Van 13—18 September vierde de afd,
j Leiden en Omstreken der Kon. Ned. Mg.
voor Tuinbouw en Plantkunde haar vjjfig-
iang bestaan op luisterrijke wijze, o.a. door
het houden eener demonstratieve tentoon
stelling in de Stadsgehoorzaal, de opvoering
van „Bloemensproke", enz.
't Was een rijk voorzien feestprogramma,
waarvan elk onderdeel schitterend slaagde.
Op 18, 19 en 20 Juli werd hier Ier
stede het zesde internationale congres voor
de geschiedenis der geneeskunde gehouden,
waarvan de opening ook werd bijgewoond
door Z. K. H. Prins Hendrik. Bij deze
gelegenheid werd door de deelnemers aan
het congres ter eerbiedige nagedachtenis
aan Boerhaave, in den gevel van diens
sterfhuis aan het Rapenburg een gedenk
steen aangebracht.
Niet weinig opzien baarden de invallen
bij Indonesische studenten, verdacht van
communistische agitatie op 10 Juni en 23
September.
Werd bij den eersten inval een aantal
comproiniteerende geschriften in bcs'ag ge-
nomen, waaruit een zekere verhouding m?t
.Moskou kwam vast te staan. d3 tweede inval
leidde zelfs tot een arrestatie van eenige
Indonesiër^, die thans nog in Den Haag
in voorloopig arrest gehouden worden.
De tijd zal moeten leeren of deze jongelui
en zoo ja, in hoeverre zij te beschouwen
zijn als „politieke misdadigers".
Op 13 Juni werd ons plotseling bekend,
dat de commissaris van politie, de heer P.
Stapel, voornemens was om gezondheids
redenen eervol ontslag aan te vragen, het
welk hem met ingang van 1 Aug. werd
verleend.
Met den heer Stapel verloor het Leid
sche politiecorps een voors tref fel ijk amb
tenaar, het personeel een streng, doch strikt
rechtvaardig en humaan chef.
Siechts korten tijd heeft hij mogen -esi-
derren in het fraaie gebouw in de Ó.uuie-
veldstraal, in welks voltooiing hij zich zoo
verheugde.
De regeering erkende z\jn groote ver
diensten door hem te benoemen tot ridder
in de orde van Oranje-Nassau..
Minder onverwacht was een soortge'ijke
ttduig, welke ons een maand later bereiKte
met betrekking tot den directeur van ge
meentewerken, den heer ir. G. L. Driessen
die verzocht den dienst per IJ an. 1928
te mogen verlaten.
Ir. Driessen, die meer dan 25 jaar al
hier dit ambt bekleedde, kan op een schit
terenden staat van dienst terugzien en heeft
zijn rust welverdiend.
Als zjjn opvolger benoemde de gemeente
raad kort geleden den adjunct-directeur, den
heer De Blaauw.
Op 26 October nam mr. J. Klein, ge
durende vele jaren Kantonrechter te Le den,
afscheid als zoodanig om zjjn verdere levens
jaren als ambteloos burger rustig in Arnhem
te gaan doorbrengen.
Mr. Klein was niet alleen een scherp
zinnig jurist, maar heel vaak liet hg ook
zn goede hart spreken en daardoor waren
zjjr. vonnissen steeds mild, doch niettemin
rechtvaardig.
En daardoor was. hij bg al'en, die met
hem in aanraking kwamen,, uitermate ge-
ïien.
Wij zouden .hiermede ons jaaroverzicht
kunnen besluiten, ware het njet, dat \\e
uog een enkel woord wilden w'yden aan....
den Leidschen Hout. We weten niet in
cijfers uit te drukken hoeveel we in 1927
genaderd zijn tot ons toekomstig wandel
bosch.
De optocht op 3 October, die geheel aan
dit onderwerp was gewijd, heeR ons stellig
een eind in de goede richting gebracht, al
hadden o. i. de financieele resu talen heel
wat gunstiger kunnên zijn, wanneer het idee
van den bedelwagen beter uitgewerkt ware
geworden. Nu was de stoet vaak voorbij,
voordat de hengelaars in de gelegenhe.d
waren geweest alle giften in ontvangst te
nemen.
Er. zoo waren er velen, zeer velen zelfs,
die met hun penningske in de hand bleven
staan.
Laten zij, indachtig aan de spreekwoorden
„vele kleintjes maken een groote" en „eind
goed, al goed", het jaar besluiten met die
gift, onverschillig of zij een dubbeltje, 'n
kwartje, 'n gulden of een rijksdaa der groot
was, toe te zenden aan den penningmeester
van het Leidsche Hout-comité, den heer B.
F. Krantz, opdat ook deze zal kunnen zeg
gen: „1927 was voor den Leidschen Hout
een goed jaar".
BINNENLAND.
Op dezen dag van bezinning en overpein
zing mag de blik niet enkel gevestigd
blijven op de stad onzer inwoning, maar
moet hij ook gaan tot ver over de grenzen
onzer oude Sleutelstad, teneinde in het kort
te kunnen samenvatten den inhoud der
„rolprent-1927", zooals die nu bijna geheel
voor onze oogen is afgedraaid, met haar
365 acten van wisselende vreugde en leed...!
Het belangrijkste deel ia voor velen dat
der politiek, en wanneer wij nu in vogel
vlucht de situatie beschouwen, dan valt op
te merken dat het zakenkabinet De Lieer
zich ook dit jaar weer vrijwel onbedreigd
heeft gehandhaafd, dank zij het feit dat
de partijen onderling nog steeds geen com
binatie hebben kunnen vinden waaruit een
duurzame parlementaire regeenng genoren
zou kunnen worden. Was het niet mr D.
Fock, de voorzit'er van den Vrijheidsbond,
die nog dezer dagen in een artikel over
deze kwestie de groote waarschijnlijkheid
uitte dat dit kabinet wel zal blijven leven
tot de verkiezingen in 1929, en die de si
tuatie zoo treffend kenschetste door aan
haling van de woorden van Hooft over Hol
land's toestand na den moord op Flons V
Een ieder stuurt zijns weeghs
En niemand weet waarheen
Zóó is het inderdaad en het zal nog heel
wat voeten in de aarde hebben voordat
een oplossing zal zijn gevonden Van ecu
samengaan tusschen Sociaal Democraten en
Roomsch-Katholieken. waartoe Schaper in
Januari een zij het niet directe poging
heeft gedaan door de publicatie van zijn
bekende artikelen, zal, voorloopig altham*,
nog geen sprake kunnen zijn en niet zonder
reden wordt daarom, als uiterste redmid
del in den politieken nood, een nieuwe
coalitie-overeenkomst tusschen de christe
lijke partüen tegemoet gezien, voorn! ook
in verband met hetgeen hieromtrent hu de
jongste algemeeno beschouwingen over oe
Staatsbegrooting door de leiders is ver
klaard.
VV'aar de zaken er zóó voor stonden was
het logisch dat het kabinet, mits het geen
principieele kwesties aan de orde stelde,
niet al te fel zou worden bestreden en fei
telijk heeft het verhandelde in de Staten-
Generaal, gedurende het jaar dat achter
ons ligt, dan ook maar éénmaal een sfeer
van spanning weten te veroorzaken Dit
was bij de besprekingen over het Ncder-
IandschBelgisch verdrag, dat eenerzijds
warm werd verdedigd, maar anderzijds zeer
felle bestrijding ondervond, en ook toén