EISCHT GOEDE KWALITEIT
UITGEWOGEN BUSGROENTEN
NEDRA
68ste Jaargang
lEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 14 December 1927
Tweede Blad
EERSTE KAMER.
AAN
BINNENLAND.
TWEEDE KAMER.
E. J. SCHOONDERGANG-SPEET
FEUILLETON.
TUo. 20783
GASBEDRIJF.
De directeur der gasfabriek te Noord-
Scharwoude heeft een aanklacht ingediend
den Officier van Justitie tegen don heer
v. d. Stel, die genoemden directeur van
corruptie heeft beschuldigd.
Gisteren is in het Canisius-Ziekenhuis
te Nijmegen overleden op 73-jarigen leeftijd
Jhr. V. M. van Rijckevorsel van Kessel, oud-
wethouder van Nijmegen, oud-lid van de
Prov. Staten van Gelderland, commissaris
dei N. V. Stoomtram Maas en Waal, com
mandeur in de orde van den H. Gregorius
den Grooten met de plaque en Officier
in de Orde van Oranje-Nassau.
Verschillende ontwerpen
zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
(Zitting van gisteren).
De VOORZITTER stelt voor, Woensdag te
behandelen een aantal wetsontwerpen, o.a.
dat betreffende instelling van een Postraad
en het z.g. Haringwetje.
Aldus besloten.
Aangezien de Minister van Justitie we
gens een sterfgeval niet tegenwoordig kan
zijn, wordt het ontwerp betreffende de col
lectieve arbeidsovereenkomst heden be
handeld.
Donderdag 11 uur zullen in de afdeelin-
gen worden onderzocht eenige wetsontwer
pen, o.a. de hoofdstukken I, VIIA en XII.
RECLAME.
2680
het internationale spoorwegreglement van
9 Dec. 1923.
Bij ontwerp sub 1 betoogt de heer DE
GIJSELAAR (C.-H.), dat dit ontwerp on
recht inhoudt. Spr. zou de 72 millioen niet
willen overbrengen naar het leenmgfonds,
maar hij zou er mede willen verlagen de
belastingen, die het leeningfonds voeden,
zooals de opcenten op de personeele belas
ting en op den suikeraccijns.
De MINISTER VAN FINANCIËN, de heer
DE GEER, zet uiteen, dat die f72.000.000
in 1919 minder hadden kunnen worden ge
boekt op de inkomsten voor den crisisdienst.
Spr. herinnert aan zijn belastingvoorstellen
van verleden jaar, halveering der Verdedi
gingsbelasting II, schrapping der opcenten
op den suikeraccijns en op de personeele
belasting. Deze voorstellen vonden echter
geen goede ontvangst en toen hebben beide
Kamera zich vereenigd met een schrapping
van de 25 opcenten op de Inkomsten
belasting.
Spr. verheugt er zich nu juist over dat
hij kan komen met verlaging der belasting
op den gewonen dienst, n.l. de Inkomsten
belasting. Het onderscheid, dat de heer De
Gijselaar maakt tusschen groepen van con-
trihnabelen is meer formeel dan practisch.
De heer DE GIJSELAAR repliceert.
De MINISTER dupliceert.
Het ontwerp wordt aangenomen met 91
tegen 3 stemmen.
Tegen: de heeren Rink, De Gijselaar en
Koster.
De overige wetsontwerpen worden aan
genomen z. h. sl.
De vergadering wordt verdaagd tot heden
11 uur.
HET CADEAUSTELSEL
EN HET AFBETALINGSSYSTEEM.
Een rapport van het R.-K.
Werkliedenverbond.
Dat beide bovengenoemde vraagstukken
ook buiten de kringen van den handel de
volle aandacht hebben, blijkt weer eens uit
het feit, dat het R.-K. Werklieden-Verbond
een commissie heeft ingesteld, welke op
dracht ontving om het cadeau-stelsel en
het afbetalingssysteem te bestudeeren en
daaromtrent een rapport uit te brengen
Naar „De R.-K. Middenstander" verneemt,
zal dit rapport in de Decembervenyidering
van het Verbond worden behandeld.
De commissie is bij haar onderzoek tot
de volgende conclusie gekomen:
1. Het cadeausysteem is funest voor
den reêelen handel. Fabrikanten trachtten
elkander te overtroefen, niet uitsluitend in
kwaliteit en scherpen prijs, doch in over-
bieden van de mooiste cadeaux voor den
winkelier en voor het publiek, met gevolg,
dat door winkelier en publiek meer en
spoediger wordt gekocht dan strikt noodig:
dus oneconomisch wordt gewerkt.
Het publiek raakt vol met allerlei-niet-
strikt-noodige-prullaria en betaalt alzoo te
Veel en bovendien de cadeaux voor den
winkelier er bij, waarbij komt. dat het voor
coöperaties nog dit tegen heeft, dat het
verleidend werkt voor het leidinggevend
personeel.
Noodig is een wettelijk verbod, toege
past volgens onze wetgeving, zooals Dene
marken reeds heeft en in Oostenrijk aan
hangig is gemaakt, met vermijding van
fouten, die aldaar zijn aan den dag ge
treden.
Daarnaast kan reeds door massa-actie in
onze eigen beweging, in vergaderingen,
pers, in bondsgebouwen en winkels het
publiek afkeerig worden gemaakt varv het
cadeausysteem.
Bovendien kan in samenwerking met
winkeliersverenigingen ter plaatse door de
coöperaties en stands-organisaties reeds de
afkeer van het cadeausysleem worden op
gewekt en aangevuurd en aldus den wet
gever gemakkelijker een pad worden ge
baand tot een wettelijk verbod.
2. Tegenover het afbetalingssysteem wa
ren de massa-acties met wellicht grooter
succes toe te passen en den leden onzer
beweging afkeer en schaamtegevoel in te
scherpen. Het publiek, dat op afbetaling de
gewone gebruiksartikelen koopt, verliest
totaal het oordeel over de waarde van wat
het koopt, want het mist de gelegenheid
voor een vergelijkend- oordeel. Men wordt
ten slotte een onvrij mensch, die voor de
cultureele ontwikkelingsactie in de sociale
beweging verloren is of wel verloren raakt.
3. Het spaarzegelplakken bij derden is
niet aanbevelenswaardig, omdat men een
gedeelte van zijn vrijheid inboet en men
van zijn spaarzegelgelden 10 pCt. onpro
ductief verbruikt, want de winkelier wordt
gedwongen rekening te houden met de 10
pCt. korting, die hij geven moet, of door
hooger winst of wel bij lager bruto-winst
tot inkrimping op zijn uitgaven, waaronder
het personeelsloon, moet verhaald worden.
4. Als tegenwicht ware het, waar moge
lijk, door de coöperaties toe te passen: men
bezorgt zichzelf een geregeld rentevrij ka
pitaal, terwijl het verlies van 10 pCt bij
derden in dit geval uitgesloten is, omdat
alle voordeelen aan de coöperatie dus weer
aan de leden gemeenschappelijk ten goede
komen.
Financieel en principieel kunnen de ge
wone spaarbanken er niet onder lijden
mits men streng er aan Vasthoudt, dat volle
boekjes betalingsobjecten zijn bij de coöpe
raties, terwijl haar afzetfactor hierdoor
stijgen kan en zij haar bemoeiingen ter
voorziening op breeden grondslag kunnen
uitbreiden.
DE POSTDIENST OP 1 JANUARL
Het Tweede Kamerlid Duymaer van
Twist heeft den minister van waterstaat de
volgende vragen gesteld:
I. Kan de minister mededeelen, welke
beteekenis moet worden gehecht aan de
onderstaandë uitdrukkingen, welke in zijn
antwoord van 10 December voorkomen op
de vragen van den ondergeteekende van
30 November 1927:
a. het ligt in de bedoeling den dienst op
1 Januari 1928 zooveel mogelijk te doen
uitvoeren als op andere Zondagen;
b. voor den postdienst zal in onvermij
delijke gevallen het treffen van bijzondere
maatregelen niet geheel achterwege kun
nen blijven;
c. op de grootste centraalkantoren en op
zeer enkele provinciale kantoren zal, wat
het tclegraafverkeer betreft, eenige. zij het
geringe, dienstuitbreiding, onvermijdelijk
zijn?
II. Welke algemeene voorschriften zijn,
ten einde vermeerdering van werkzaam
heden op 1 Januari 1928 te voorkomen,
aan de hoofden van dienst, belast met de
regeling van de aan het personeel op te
dragen diensten, verstrekt?
III. Acht de minister het niet mogelijk,
allen arbeid bij de posterijen, telegrafie en
telefonie, die op Zondag 1 Januari tenge
volge van de Nieuwjaarsdrukte op dien dag
zal moeien plaats vinden, te verbieden en
de werkzaamheden eerst Maandagmorgen
vroegtijdig te doen aanvangen? Zoo deze
vraag ontkennend wordt beantwoord, waar
op is dan deze meening gegrond?
IV. Welke landsbelangen zouden zich
verzetten tegen den maatregel, om alle
diensten, die op Zondag zullen worden ver
richt, naar Maandag 2 Januari over te
brengen?
HET CONTRACT IN HET BLOEMBOLLEN-
BEDRIJF.
Door de contracteerende arbeiders-orga
nisaties in het bloembollenbedrijf is thans
aan de patroons-organisaties een bespre
king gevraagd om te verkrijgen algeheele
doorvoering van den vrijen Zaterdagmid
dag, vervalling van de bepaling, dat losse
arbeiders slechts f 3 meer mogen verdienen
dan het standaardloon en in orde brenging
van het reglement en de algeheele regeling
van het scheidsgerecht.
OFFICIEELE BERICHTEN.
Bij Kon. Besluit zijn benoemd tot griffier
bij het kantongerecht te Middelburg mr. J.
Moolenburger, thans in gelijke betrekking
te Oostburg: tot kantonrechter-plaatsver-
vanger in het kanton Haarlem mr. M. L. D.
van Walsem, waarn. griffier bij het kan
tongerecht te Haarlemtot kantonrechter
plaatsvervanger in het kanton Gorinchem
mr. J. H. Biegel, advocaat en procureur te
Gorinchen en mr. J. A. Overwater, secre
taris-penningmeester van het waterschap
de Alblasserwaard te Gorinchem.
GEEN OVERCOMPLEET MEER VAN
PERSONEEL BIJ DE NED. SPOORWEGEN
Behalve dat nu alle wachtgelders bij de
Ned. Spoorwegen weer geplaatst zijn, wordt
nu, wat in jaren niet gebeurd is, weer
nieuw personeel bij de Ned. Spoorwegen
aangenomen. Ook zal in Maart 1928 examen
voor machinist bij de spoorwegen worden
gehouden, en zullen met a.s. 1 Januari 15
ondermachinisten tot machinist worden
bevorderd.
DE GLINDHORST VERKOCHT.
Voortzetting der stichting.
In het vergaderlokaal te Achteveld bij
Barneveld is gistermiddag de Glindhorst in
massa aangekocht door den heer M. J. C.
Besselaar te Rotterdam voor f 421.000 De
bestaande stichting zal eenigszins beperkt
In denzelfden geest worden voortgezet.
(„u. D.'O
UIT DE TEXTIELINDUSTRIE.
Sedert eenigen tijd is er bij de firma J.
ten Bos te Almelo een loonactie gaande
onder leiding van „St Lambertus" en
„Unitas".
Na herhaald confereeren heeft de firma
thans meegedeeld, dat zij met ingang van
1 Januari a.s de loonen met 10 k 30 pro
cent zal verhoogen, maar dat dan de toe
slag, die pl.m. f 10 bedraagt, zal komen te
vervallen
De besturen van bovengenoemde bon
den hebben aan de firma medegedeeld, dat
in de eerste twee weken van Januari de
resultaten van de nieuwe regeling zullen
afgewacht worden. Zijn echter de resultaten
niet bevredigend, dan zal een staking wor
den geproclameerd.
In geval het tot een staking komt, zul
len de overige textielfirma's te Almelo ver
plicht zijn tot een uitsluiting over te gaan,
waardoor eenige duizenden arbeiders zou
den getroffen worden.
DE RETOURCOMMISSIE IN HET
Aan de orde zijn de volgende ontwerpen:
1. Afsluiting van den crisisdienst over de
dienstjaren 1914 tot en met 1924 en rege
ling van de afboeking van de nadeelige slo
ten van de algemeene rekeningen van de
staatsontvangsten en uitgaven van de
dienstjaren 1910 tot en met 1924;
2. Goedkeuring van den onderhandschen
verkoop aan de vereeniging „Missiezusters"
ook genoemd „Congregatie van den H.
Geest", te Steijl, van perceelen onder Haar
lem, te zamen groot 32.20 aren;
3. Wijziging van het hoofdstuk der
Staatsbegrooting voor 1926;
4. Goedkeuring van den onderhandschen
verkoop van eenige perceelen Staatsspoor-
weggrond te Helder aan de gemeente
Helder;
5. Wijziging van de artt. 53 en 88a der
Tabakswet 1921;
6 Goedkeuring van het Verdrag met bij-
behoorend protocol en statuut nopens het
internationale zeehavenregime van 9 Dec.
1923;
7. Goedkeuring van het Verdrag nopens
Regeling van werkzaamheden
De begrooting van oorlog
Wordt er te veel bezninigd?
Onderzoek naar een weer-
belasting gevraagd.
(Zitting van gisteren).
De VOORZITTER stelt voor Donderdag
avond de Indische Begrooting te behande
len en de behandeling daarvan voort te zet
ten na afdoening der Oorlogsbevrooting.
Voorts stelt spr. voor Woensdag over te
gaan tot het opmaken eener nominatie voor
benoeming van raadsheer in den Hoogen
Raad.
Aldus besloten.
Een aantal kleine ontwerpen wordt aan
de agenda toegevoegd.
De heer MARCHANT (V. D.) stelt voor,
het ontwerp-Ziektewet van de agenda voor
het afdeelingsonderzoek af te voeren, daar
z.i. thans de tijd voor dit onderzoek ont
breekt.
De heer HEEMSKERK (A. R.) vreest dat
dit uitstel zal leiden tot uitstel ad kalendus
graecas.
De heer MARCHANT meent, dat het on-
derzoek half Februari zal plaats hebben.
Thans is niemand voorbereid.
De heer NOLENS (R. K.) meent, dat de
Commissie van Voorbereiding deze zaak
voldoende kan voorbereiden. Het ontwerp
is reeds 9 November ingediend.
De heer SCHAPER (S. D.) steunt het
voorstel-Marchant. Spr. zit zelf in de com
missie van voorbereiding, maar hij heeft
nog geen tijd gehad om deze zaak te bestu
deeren.
De heer SNOECK HENKEMANS (C. H.J
wijst er op, dat het hier geen nieuwe zaak
geldt. Het is een wijziging van de bestaande
wet, zoodat de materie niet zoo moeilijk is.
De heer BEUMER (A. R.) bestrijdt even
eens het voorstel-Marchant. Hij meent, dat,
indien het afdeelingsonderzoek thans plaats
heeft, de Commissie van Voorbereiding ge
durende het recès gelegenheid heeft, de ge
maakte opmerkingen te verwerken.
De VOORZITTER stelt nu voor, de be
handeling te doen plaats hebben op Woens
dag 21 December, 's ochtends te 11 uur.
Dit voorstel wordt z. h. st. aangenomen.
De VOORZITTER stelt voor, de algemeene
beraadslagingen over de begrooting van On
derwijs Kunsten en Wetenschappen, en
over de verschillende afdeelingen, thans
niet te houden, maar die te doen plaats
hebben, nadat de in het verslag gevraagde
nota zal zijn ingezonden.
Aldus besloten.
De oorlogsbegrootiny.
Aan de orde Is de begrooting van Oorlog.
De heer v. RAPPARD (V. B.) zegt, dat
zijn fractie dezen minister het vertrouwen
zal blijven schenken, al wil dit niet zeggen,
dat spr. iederen maatregel, door den minis
ter voorgesteld, toejuicht De vraag rijst of
niet te veel bezuinigd wordt.
Zoo wordt op het luchtwapen te veel be
zuinigd en lijdt de cavalerie door gebrek
aan luitenants en gebrek aan paarden. Wil
de Minister prijs blijven stellen op de mede
werking van sprekers fractie, dan zal hij
bezuinigingen, die de weermacht schaden,
moeten vermijden. De Minister zégt wel,
dat de uitgaven hooger zijn geraamd dan
voor 1927, doch dit is maar een handigheid.
In werkelijkheid zijn de uitgaven weer
70.000 gulden minder. De bezuiniging op
manoeuvres acht spr. ook onjuist. De Mi
nister overdrijft in de beperking van ver
plaatsing van officieren.
Spr. betoogt verder, dat de werkgevers
RECLAME.2694
HEERENGRACHT 63 TELEFOON 601
Uit het Engelsch van
GEORGE BARR McCUTCHEON.
(Nadruk verboden).)
19)
Hebt u u bezeerd? vroeg hij bezorgd.
Het meisje ging op de trap zitten voordat
ze antwoord gaf en nu bloosde ook zij.
Ik geloof het niet. zei zij. Mijn hak
bleef aan een trede haken en toen viel ik.
Iemand krijgt daar op de een of anderen
keer nog eens een ongeluk. Maar het was
erg onhandig van mij. Ik had mij leelijk
pijn kunnen doen, als u mij niet opgevangen
had.
Die treden zijn ook zoo gevaarlijk, zei
hij met een verontwaardigden blik op deze
onderdee'len van den mailstoomer. Maar
heeft u zich heusch niet bezeerd? Heeft u
uw eh enkel niet verstuikt?
Mijn enkel? Absoluut niet. Kijk maar!
Ik kan op allebei de beenen staan. Ik heb
me heelemaal niet bezeerd Mag ik u dan
ken voor uw hulp, zei zij en terwijl zij hem
glimlachend in de oogen keek, maakte zij
aanstalten om door te Ioopen.
Mag ik u helpen? vroeg hij verlan
gend.
O. neen. ik dank u wel, mr. Veath.
Ik zou niet willen, dat mijn redder voor
knecht speelde Ik heb mij absoluut niet
bezeerd Goeden middag.
Hugh, ontzei en gepiqueerd door de
naamsv erwisseling, beantwoordde den
vriendelijken glimlach met een blik van
verbijsterende bewondering en slaagde er
ten slotte in haar achterna te roepen:
Ik zou deze gelegenheid voor geen geld
ter wereld gemist willen hebben!
Dien avond zal hij op het dek in contem
platieve stilte een sigaar te rooken. Een
eindje verder zaten Grace en Veath. Toen
hij opeens hun kant uitkeek, ontdekte Hugh
dat zij verdwenen waren Hij peinsde waar
zii konden zijn; zijn oogen waren strak
gericht op de twee ledige stoelen toen bi;
een slem hoorde, warm en muzikaal,
een stem..die hij al eerder had gehoord.
Goeden avond. Mr. Veath.
Hij draaide zich pijlsnel om en staarde
in het vriendelijk lachende ge'zicht van de
jongedame, die hem een paar uur geleden
in de armen was gevallen.
Goeden avond, stamelde hij. verbaasd
door haar onverwachte begroeting.
Is u al heelemaal hersteld van uw
val?
Het was met een paar minuten weer
over. Maar ik wilde u vragen of u geen last
heeft gehad van den schok, waarmee ik
bovenop u viel.
Zij §Lond vlak naast hem. met één hand
op de verschansing, terwijl de maan glans
de op haar opgeheven gezicht. Hij had nog
nooit te voren zulk een volkomen beeld
van luchtige gratie en gevoelvolle schoon
heid gezien.
Waarom vraagt u naar het onmoge
lijke? U zoudt mij zelfs niet bezeerd heb
ben als de val tienmaal zoo diep was ge
weest.
Zijn hooge gestalte richtte zich kaarsrecht
op en er schitterde een ridderlijk vuur in
zijn oogen De donkere mysterieuze oogen
van het meisje gleden een oogenblik over
hem heen en keken ten slotte in de zijne,
die bewonderend op hem neerkeken. Zij
maakte een beweging om heen te gaan,
met een ernstigen glimlach bp haar gezicht.
Neemt u mij niet kwalijk, zei hij
haastig. U noemde mij zooeven mr.
Veath. Hot is misschien voor u niet van
belang, maar ik zou u graag willen zeggen,
dat mijn naam Ridge is Hugh Ridge
Ik vraag u excuus. Maar ik had be
grepen, dat uw naam Veath was, en dat u
hier glimlachte zij uitdagend dat u
verliefd was op dat knappe Amerikaansche
meisje, miss Ridge.
Verdik.ik bedoel verduiveld. Wel,
van alle dwaze conclusies, die ik ooit ge
hoord heb, is dit wel het gekste. Verliefd
op mijn zuster. Ha. ha!
Hij lachte nogal hard.
Maar er is toch een Mr. Veath aan
boord, nietwaar?
Mijn vriend, Mr. Veath, Amerikaansch
belastingambtenaar te Manilla.
Wat dom van mij! In ieder geval weet
ik zeker, dat ze mij verteld hpbben, dat mr.
Veath verliefd was op miss Ridge.
Maar dat is niet zoo, protesteerde
Hugh haastig. Hij voelde zich warm en
koud worden tegelijk. Hij is alleen maar
een vriend. Zij gaat metmet een ander
trouwen. Hij slikte pijnlijk. Maar
spreekt u daar liever niet over. Ze zou
eeuwig boos op mij zijn. Kan ik u vertrou
wen?
In zichzelf zei hij: Ik werk me er hoe
langer hoe meer in.
De wereld is groot en wijd, mr. Ridge,
en deze reis is maar een oogenblikje uit het
leven. Als wij, dit schip verlaten, zal het
wel een afscheid voor altijd zijn. zoodat
haar geheim veilig is, al zou ik het ook over
het geheele Oosten uitschreeuwen. Dan
gaat u zeker spoedig weer naar Amerika
terug?
Dat weten wij nog niet. We blijven
misschien een jaar of langer weg.
O, dan is dus het huwelijk niet iets
van de naaste toekomst?
Jawel, ik bedoel, natuurlijk niet.
Neemt u mij niet kwalijk, dat ik u zoo
veel vragen doe, het is erg onbeleefd van
mij. Ze zei het zoo berouwvol, dat Hugh,
niet in staat om woorden te vinden, alleen
maar een gebaar van ontkenning kon ma
ken.
Is het geen prachtige avond? ging zij
voort, naar de zee kijkend. Haar fijn pro
fiel stak af tegen de duisternis. Hugh's hart
klopte vreemd toen hij haar klaarblijkelijke
intentie om aan het dek te blijven, op
merkte. Ze keerde zich snel om en hij
wendde zich af. maar niet zoo vlug, of zij
had gezien hoe intens hij haar opgenomen
had. Wat zij had willen zeggen, werd nooit
geuit. In plaats daarvan merkte zij tamelijk
koeltjes op:
Nu, mr. Ridge, ik wensch u goeden
avond.
Alstublieft nog niet, riep hij. Ik
stond juist op het punt om u te vragen of
we nog niet wat hier in deze dekstoelen
konden liggen. Het is nog zoo vroeg en het
is een schitterende avond.
Hij keek haar weer in de oogen en zag,
dat zij hem onderzoekend aankeek Zij
glimlachte flauwtjes en 9cheen voldaan
over haar analyse van den man voor haar.
Het .is eigenlijk dwaas om op een
dergelijken avond beneden te zijn. Zullen
we hier gaan zitten?
Ze wees naar twee onbezette stoelen. Ze
9loeg een plaid om zich heen en hij zat
naast haar, zich volkomen bewust, dat hij
trots haar charmeerende tegenwoordigheid,
de koele avondlucht, scherp voelde. Meer
dan een haif uur zaten ze er daar; de con
versatie vlotte erg en was typisch die van
twee menschen, die geenerlei belangen ge
meen hebben. Hij was gecharmeerd, ver
rukt door dit levendige meisje. En af en toe
scheen er een 9chaduw van iets droevigs
over het schitterende gezicht te glijden. Het
kwam snel en verdween weer, de rijke
schoonheid bleef steeds de zelfde, maar af
en toe was het alsof er een 9luier werd op
gelicht. Misschien zag hij het in de donkere,
innige oogenhij kon het niet zeggen.
Hij zag Henry Yealh over het dek wande
len, rookend en alleen. Hugh's hart
sprong op van vreugde en hij riep Veath
vroolijk aan, toen deze voorbij slenterde.
Dat is mr. Veath, niet? vroeg zijn
knappe gezellin.
Ja, gelooft u nu, dat men ons verwis
selen kan?
O neen, nu ik kennis met u gemaakt
heb, niet meer. Uiterlijk verschilt u volko
men behalve in lengte. Wat is hij breed en
prachtig gebouwdI riep zij uit de rechte,
forsche gestalte van den wandelaar be
wonderend.
Dat heeft hij op de farm gekregen.
Dat is wel aanbevelenswaardig om
op een farm te leven. U moet hem aan mij
voorstellen.
Hugh keek nadenkend naar de maan- en
zei toen. dat hij het gaarne zou doen en er
zeker van was dat* Veath het heel prettig
zou vinden.
Op dat oogenblik kwam Lord Hunting-
ford op hen af Hij inspecteerde nauwkeu
rig de menschen in de stoelen die hij pas
seerde, als of hij iemand zocht.
(Wordt vervolgd), j