EISCHT GOEDE KWALITEIT UITGEWOGEN BUSGROENTEN NEDRA 68ste Jaargang lEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 14 December 1927 Tweede Blad EERSTE KAMER. AAN BINNENLAND. TWEEDE KAMER. E. J. SCHOONDERGANG-SPEET FEUILLETON. TUo. 20783 GASBEDRIJF. De directeur der gasfabriek te Noord- Scharwoude heeft een aanklacht ingediend den Officier van Justitie tegen don heer v. d. Stel, die genoemden directeur van corruptie heeft beschuldigd. Gisteren is in het Canisius-Ziekenhuis te Nijmegen overleden op 73-jarigen leeftijd Jhr. V. M. van Rijckevorsel van Kessel, oud- wethouder van Nijmegen, oud-lid van de Prov. Staten van Gelderland, commissaris dei N. V. Stoomtram Maas en Waal, com mandeur in de orde van den H. Gregorius den Grooten met de plaque en Officier in de Orde van Oranje-Nassau. Verschillende ontwerpen zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. (Zitting van gisteren). De VOORZITTER stelt voor, Woensdag te behandelen een aantal wetsontwerpen, o.a. dat betreffende instelling van een Postraad en het z.g. Haringwetje. Aldus besloten. Aangezien de Minister van Justitie we gens een sterfgeval niet tegenwoordig kan zijn, wordt het ontwerp betreffende de col lectieve arbeidsovereenkomst heden be handeld. Donderdag 11 uur zullen in de afdeelin- gen worden onderzocht eenige wetsontwer pen, o.a. de hoofdstukken I, VIIA en XII. RECLAME. 2680 het internationale spoorwegreglement van 9 Dec. 1923. Bij ontwerp sub 1 betoogt de heer DE GIJSELAAR (C.-H.), dat dit ontwerp on recht inhoudt. Spr. zou de 72 millioen niet willen overbrengen naar het leenmgfonds, maar hij zou er mede willen verlagen de belastingen, die het leeningfonds voeden, zooals de opcenten op de personeele belas ting en op den suikeraccijns. De MINISTER VAN FINANCIËN, de heer DE GEER, zet uiteen, dat die f72.000.000 in 1919 minder hadden kunnen worden ge boekt op de inkomsten voor den crisisdienst. Spr. herinnert aan zijn belastingvoorstellen van verleden jaar, halveering der Verdedi gingsbelasting II, schrapping der opcenten op den suikeraccijns en op de personeele belasting. Deze voorstellen vonden echter geen goede ontvangst en toen hebben beide Kamera zich vereenigd met een schrapping van de 25 opcenten op de Inkomsten belasting. Spr. verheugt er zich nu juist over dat hij kan komen met verlaging der belasting op den gewonen dienst, n.l. de Inkomsten belasting. Het onderscheid, dat de heer De Gijselaar maakt tusschen groepen van con- trihnabelen is meer formeel dan practisch. De heer DE GIJSELAAR repliceert. De MINISTER dupliceert. Het ontwerp wordt aangenomen met 91 tegen 3 stemmen. Tegen: de heeren Rink, De Gijselaar en Koster. De overige wetsontwerpen worden aan genomen z. h. sl. De vergadering wordt verdaagd tot heden 11 uur. HET CADEAUSTELSEL EN HET AFBETALINGSSYSTEEM. Een rapport van het R.-K. Werkliedenverbond. Dat beide bovengenoemde vraagstukken ook buiten de kringen van den handel de volle aandacht hebben, blijkt weer eens uit het feit, dat het R.-K. Werklieden-Verbond een commissie heeft ingesteld, welke op dracht ontving om het cadeau-stelsel en het afbetalingssysteem te bestudeeren en daaromtrent een rapport uit te brengen Naar „De R.-K. Middenstander" verneemt, zal dit rapport in de Decembervenyidering van het Verbond worden behandeld. De commissie is bij haar onderzoek tot de volgende conclusie gekomen: 1. Het cadeausysteem is funest voor den reêelen handel. Fabrikanten trachtten elkander te overtroefen, niet uitsluitend in kwaliteit en scherpen prijs, doch in over- bieden van de mooiste cadeaux voor den winkelier en voor het publiek, met gevolg, dat door winkelier en publiek meer en spoediger wordt gekocht dan strikt noodig: dus oneconomisch wordt gewerkt. Het publiek raakt vol met allerlei-niet- strikt-noodige-prullaria en betaalt alzoo te Veel en bovendien de cadeaux voor den winkelier er bij, waarbij komt. dat het voor coöperaties nog dit tegen heeft, dat het verleidend werkt voor het leidinggevend personeel. Noodig is een wettelijk verbod, toege past volgens onze wetgeving, zooals Dene marken reeds heeft en in Oostenrijk aan hangig is gemaakt, met vermijding van fouten, die aldaar zijn aan den dag ge treden. Daarnaast kan reeds door massa-actie in onze eigen beweging, in vergaderingen, pers, in bondsgebouwen en winkels het publiek afkeerig worden gemaakt varv het cadeausysteem. Bovendien kan in samenwerking met winkeliersverenigingen ter plaatse door de coöperaties en stands-organisaties reeds de afkeer van het cadeausysleem worden op gewekt en aangevuurd en aldus den wet gever gemakkelijker een pad worden ge baand tot een wettelijk verbod. 2. Tegenover het afbetalingssysteem wa ren de massa-acties met wellicht grooter succes toe te passen en den leden onzer beweging afkeer en schaamtegevoel in te scherpen. Het publiek, dat op afbetaling de gewone gebruiksartikelen koopt, verliest totaal het oordeel over de waarde van wat het koopt, want het mist de gelegenheid voor een vergelijkend- oordeel. Men wordt ten slotte een onvrij mensch, die voor de cultureele ontwikkelingsactie in de sociale beweging verloren is of wel verloren raakt. 3. Het spaarzegelplakken bij derden is niet aanbevelenswaardig, omdat men een gedeelte van zijn vrijheid inboet en men van zijn spaarzegelgelden 10 pCt. onpro ductief verbruikt, want de winkelier wordt gedwongen rekening te houden met de 10 pCt. korting, die hij geven moet, of door hooger winst of wel bij lager bruto-winst tot inkrimping op zijn uitgaven, waaronder het personeelsloon, moet verhaald worden. 4. Als tegenwicht ware het, waar moge lijk, door de coöperaties toe te passen: men bezorgt zichzelf een geregeld rentevrij ka pitaal, terwijl het verlies van 10 pCt bij derden in dit geval uitgesloten is, omdat alle voordeelen aan de coöperatie dus weer aan de leden gemeenschappelijk ten goede komen. Financieel en principieel kunnen de ge wone spaarbanken er niet onder lijden mits men streng er aan Vasthoudt, dat volle boekjes betalingsobjecten zijn bij de coöpe raties, terwijl haar afzetfactor hierdoor stijgen kan en zij haar bemoeiingen ter voorziening op breeden grondslag kunnen uitbreiden. DE POSTDIENST OP 1 JANUARL Het Tweede Kamerlid Duymaer van Twist heeft den minister van waterstaat de volgende vragen gesteld: I. Kan de minister mededeelen, welke beteekenis moet worden gehecht aan de onderstaandë uitdrukkingen, welke in zijn antwoord van 10 December voorkomen op de vragen van den ondergeteekende van 30 November 1927: a. het ligt in de bedoeling den dienst op 1 Januari 1928 zooveel mogelijk te doen uitvoeren als op andere Zondagen; b. voor den postdienst zal in onvermij delijke gevallen het treffen van bijzondere maatregelen niet geheel achterwege kun nen blijven; c. op de grootste centraalkantoren en op zeer enkele provinciale kantoren zal, wat het tclegraafverkeer betreft, eenige. zij het geringe, dienstuitbreiding, onvermijdelijk zijn? II. Welke algemeene voorschriften zijn, ten einde vermeerdering van werkzaam heden op 1 Januari 1928 te voorkomen, aan de hoofden van dienst, belast met de regeling van de aan het personeel op te dragen diensten, verstrekt? III. Acht de minister het niet mogelijk, allen arbeid bij de posterijen, telegrafie en telefonie, die op Zondag 1 Januari tenge volge van de Nieuwjaarsdrukte op dien dag zal moeien plaats vinden, te verbieden en de werkzaamheden eerst Maandagmorgen vroegtijdig te doen aanvangen? Zoo deze vraag ontkennend wordt beantwoord, waar op is dan deze meening gegrond? IV. Welke landsbelangen zouden zich verzetten tegen den maatregel, om alle diensten, die op Zondag zullen worden ver richt, naar Maandag 2 Januari over te brengen? HET CONTRACT IN HET BLOEMBOLLEN- BEDRIJF. Door de contracteerende arbeiders-orga nisaties in het bloembollenbedrijf is thans aan de patroons-organisaties een bespre king gevraagd om te verkrijgen algeheele doorvoering van den vrijen Zaterdagmid dag, vervalling van de bepaling, dat losse arbeiders slechts f 3 meer mogen verdienen dan het standaardloon en in orde brenging van het reglement en de algeheele regeling van het scheidsgerecht. OFFICIEELE BERICHTEN. Bij Kon. Besluit zijn benoemd tot griffier bij het kantongerecht te Middelburg mr. J. Moolenburger, thans in gelijke betrekking te Oostburg: tot kantonrechter-plaatsver- vanger in het kanton Haarlem mr. M. L. D. van Walsem, waarn. griffier bij het kan tongerecht te Haarlemtot kantonrechter plaatsvervanger in het kanton Gorinchem mr. J. H. Biegel, advocaat en procureur te Gorinchen en mr. J. A. Overwater, secre taris-penningmeester van het waterschap de Alblasserwaard te Gorinchem. GEEN OVERCOMPLEET MEER VAN PERSONEEL BIJ DE NED. SPOORWEGEN Behalve dat nu alle wachtgelders bij de Ned. Spoorwegen weer geplaatst zijn, wordt nu, wat in jaren niet gebeurd is, weer nieuw personeel bij de Ned. Spoorwegen aangenomen. Ook zal in Maart 1928 examen voor machinist bij de spoorwegen worden gehouden, en zullen met a.s. 1 Januari 15 ondermachinisten tot machinist worden bevorderd. DE GLINDHORST VERKOCHT. Voortzetting der stichting. In het vergaderlokaal te Achteveld bij Barneveld is gistermiddag de Glindhorst in massa aangekocht door den heer M. J. C. Besselaar te Rotterdam voor f 421.000 De bestaande stichting zal eenigszins beperkt In denzelfden geest worden voortgezet. („u. D.'O UIT DE TEXTIELINDUSTRIE. Sedert eenigen tijd is er bij de firma J. ten Bos te Almelo een loonactie gaande onder leiding van „St Lambertus" en „Unitas". Na herhaald confereeren heeft de firma thans meegedeeld, dat zij met ingang van 1 Januari a.s de loonen met 10 k 30 pro cent zal verhoogen, maar dat dan de toe slag, die pl.m. f 10 bedraagt, zal komen te vervallen De besturen van bovengenoemde bon den hebben aan de firma medegedeeld, dat in de eerste twee weken van Januari de resultaten van de nieuwe regeling zullen afgewacht worden. Zijn echter de resultaten niet bevredigend, dan zal een staking wor den geproclameerd. In geval het tot een staking komt, zul len de overige textielfirma's te Almelo ver plicht zijn tot een uitsluiting over te gaan, waardoor eenige duizenden arbeiders zou den getroffen worden. DE RETOURCOMMISSIE IN HET Aan de orde zijn de volgende ontwerpen: 1. Afsluiting van den crisisdienst over de dienstjaren 1914 tot en met 1924 en rege ling van de afboeking van de nadeelige slo ten van de algemeene rekeningen van de staatsontvangsten en uitgaven van de dienstjaren 1910 tot en met 1924; 2. Goedkeuring van den onderhandschen verkoop aan de vereeniging „Missiezusters" ook genoemd „Congregatie van den H. Geest", te Steijl, van perceelen onder Haar lem, te zamen groot 32.20 aren; 3. Wijziging van het hoofdstuk der Staatsbegrooting voor 1926; 4. Goedkeuring van den onderhandschen verkoop van eenige perceelen Staatsspoor- weggrond te Helder aan de gemeente Helder; 5. Wijziging van de artt. 53 en 88a der Tabakswet 1921; 6 Goedkeuring van het Verdrag met bij- behoorend protocol en statuut nopens het internationale zeehavenregime van 9 Dec. 1923; 7. Goedkeuring van het Verdrag nopens Regeling van werkzaamheden De begrooting van oorlog Wordt er te veel bezninigd? Onderzoek naar een weer- belasting gevraagd. (Zitting van gisteren). De VOORZITTER stelt voor Donderdag avond de Indische Begrooting te behande len en de behandeling daarvan voort te zet ten na afdoening der Oorlogsbevrooting. Voorts stelt spr. voor Woensdag over te gaan tot het opmaken eener nominatie voor benoeming van raadsheer in den Hoogen Raad. Aldus besloten. Een aantal kleine ontwerpen wordt aan de agenda toegevoegd. De heer MARCHANT (V. D.) stelt voor, het ontwerp-Ziektewet van de agenda voor het afdeelingsonderzoek af te voeren, daar z.i. thans de tijd voor dit onderzoek ont breekt. De heer HEEMSKERK (A. R.) vreest dat dit uitstel zal leiden tot uitstel ad kalendus graecas. De heer MARCHANT meent, dat het on- derzoek half Februari zal plaats hebben. Thans is niemand voorbereid. De heer NOLENS (R. K.) meent, dat de Commissie van Voorbereiding deze zaak voldoende kan voorbereiden. Het ontwerp is reeds 9 November ingediend. De heer SCHAPER (S. D.) steunt het voorstel-Marchant. Spr. zit zelf in de com missie van voorbereiding, maar hij heeft nog geen tijd gehad om deze zaak te bestu deeren. De heer SNOECK HENKEMANS (C. H.J wijst er op, dat het hier geen nieuwe zaak geldt. Het is een wijziging van de bestaande wet, zoodat de materie niet zoo moeilijk is. De heer BEUMER (A. R.) bestrijdt even eens het voorstel-Marchant. Hij meent, dat, indien het afdeelingsonderzoek thans plaats heeft, de Commissie van Voorbereiding ge durende het recès gelegenheid heeft, de ge maakte opmerkingen te verwerken. De VOORZITTER stelt nu voor, de be handeling te doen plaats hebben op Woens dag 21 December, 's ochtends te 11 uur. Dit voorstel wordt z. h. st. aangenomen. De VOORZITTER stelt voor, de algemeene beraadslagingen over de begrooting van On derwijs Kunsten en Wetenschappen, en over de verschillende afdeelingen, thans niet te houden, maar die te doen plaats hebben, nadat de in het verslag gevraagde nota zal zijn ingezonden. Aldus besloten. De oorlogsbegrootiny. Aan de orde Is de begrooting van Oorlog. De heer v. RAPPARD (V. B.) zegt, dat zijn fractie dezen minister het vertrouwen zal blijven schenken, al wil dit niet zeggen, dat spr. iederen maatregel, door den minis ter voorgesteld, toejuicht De vraag rijst of niet te veel bezuinigd wordt. Zoo wordt op het luchtwapen te veel be zuinigd en lijdt de cavalerie door gebrek aan luitenants en gebrek aan paarden. Wil de Minister prijs blijven stellen op de mede werking van sprekers fractie, dan zal hij bezuinigingen, die de weermacht schaden, moeten vermijden. De Minister zégt wel, dat de uitgaven hooger zijn geraamd dan voor 1927, doch dit is maar een handigheid. In werkelijkheid zijn de uitgaven weer 70.000 gulden minder. De bezuiniging op manoeuvres acht spr. ook onjuist. De Mi nister overdrijft in de beperking van ver plaatsing van officieren. Spr. betoogt verder, dat de werkgevers RECLAME.2694 HEERENGRACHT 63 TELEFOON 601 Uit het Engelsch van GEORGE BARR McCUTCHEON. (Nadruk verboden).) 19) Hebt u u bezeerd? vroeg hij bezorgd. Het meisje ging op de trap zitten voordat ze antwoord gaf en nu bloosde ook zij. Ik geloof het niet. zei zij. Mijn hak bleef aan een trede haken en toen viel ik. Iemand krijgt daar op de een of anderen keer nog eens een ongeluk. Maar het was erg onhandig van mij. Ik had mij leelijk pijn kunnen doen, als u mij niet opgevangen had. Die treden zijn ook zoo gevaarlijk, zei hij met een verontwaardigden blik op deze onderdee'len van den mailstoomer. Maar heeft u zich heusch niet bezeerd? Heeft u uw eh enkel niet verstuikt? Mijn enkel? Absoluut niet. Kijk maar! Ik kan op allebei de beenen staan. Ik heb me heelemaal niet bezeerd Mag ik u dan ken voor uw hulp, zei zij en terwijl zij hem glimlachend in de oogen keek, maakte zij aanstalten om door te Ioopen. Mag ik u helpen? vroeg hij verlan gend. O. neen. ik dank u wel, mr. Veath. Ik zou niet willen, dat mijn redder voor knecht speelde Ik heb mij absoluut niet bezeerd Goeden middag. Hugh, ontzei en gepiqueerd door de naamsv erwisseling, beantwoordde den vriendelijken glimlach met een blik van verbijsterende bewondering en slaagde er ten slotte in haar achterna te roepen: Ik zou deze gelegenheid voor geen geld ter wereld gemist willen hebben! Dien avond zal hij op het dek in contem platieve stilte een sigaar te rooken. Een eindje verder zaten Grace en Veath. Toen hij opeens hun kant uitkeek, ontdekte Hugh dat zij verdwenen waren Hij peinsde waar zii konden zijn; zijn oogen waren strak gericht op de twee ledige stoelen toen bi; een slem hoorde, warm en muzikaal, een stem..die hij al eerder had gehoord. Goeden avond. Mr. Veath. Hij draaide zich pijlsnel om en staarde in het vriendelijk lachende ge'zicht van de jongedame, die hem een paar uur geleden in de armen was gevallen. Goeden avond, stamelde hij. verbaasd door haar onverwachte begroeting. Is u al heelemaal hersteld van uw val? Het was met een paar minuten weer over. Maar ik wilde u vragen of u geen last heeft gehad van den schok, waarmee ik bovenop u viel. Zij §Lond vlak naast hem. met één hand op de verschansing, terwijl de maan glans de op haar opgeheven gezicht. Hij had nog nooit te voren zulk een volkomen beeld van luchtige gratie en gevoelvolle schoon heid gezien. Waarom vraagt u naar het onmoge lijke? U zoudt mij zelfs niet bezeerd heb ben als de val tienmaal zoo diep was ge weest. Zijn hooge gestalte richtte zich kaarsrecht op en er schitterde een ridderlijk vuur in zijn oogen De donkere mysterieuze oogen van het meisje gleden een oogenblik over hem heen en keken ten slotte in de zijne, die bewonderend op hem neerkeken. Zij maakte een beweging om heen te gaan, met een ernstigen glimlach bp haar gezicht. Neemt u mij niet kwalijk, zei hij haastig. U noemde mij zooeven mr. Veath. Hot is misschien voor u niet van belang, maar ik zou u graag willen zeggen, dat mijn naam Ridge is Hugh Ridge Ik vraag u excuus. Maar ik had be grepen, dat uw naam Veath was, en dat u hier glimlachte zij uitdagend dat u verliefd was op dat knappe Amerikaansche meisje, miss Ridge. Verdik.ik bedoel verduiveld. Wel, van alle dwaze conclusies, die ik ooit ge hoord heb, is dit wel het gekste. Verliefd op mijn zuster. Ha. ha! Hij lachte nogal hard. Maar er is toch een Mr. Veath aan boord, nietwaar? Mijn vriend, Mr. Veath, Amerikaansch belastingambtenaar te Manilla. Wat dom van mij! In ieder geval weet ik zeker, dat ze mij verteld hpbben, dat mr. Veath verliefd was op miss Ridge. Maar dat is niet zoo, protesteerde Hugh haastig. Hij voelde zich warm en koud worden tegelijk. Hij is alleen maar een vriend. Zij gaat metmet een ander trouwen. Hij slikte pijnlijk. Maar spreekt u daar liever niet over. Ze zou eeuwig boos op mij zijn. Kan ik u vertrou wen? In zichzelf zei hij: Ik werk me er hoe langer hoe meer in. De wereld is groot en wijd, mr. Ridge, en deze reis is maar een oogenblikje uit het leven. Als wij, dit schip verlaten, zal het wel een afscheid voor altijd zijn. zoodat haar geheim veilig is, al zou ik het ook over het geheele Oosten uitschreeuwen. Dan gaat u zeker spoedig weer naar Amerika terug? Dat weten wij nog niet. We blijven misschien een jaar of langer weg. O, dan is dus het huwelijk niet iets van de naaste toekomst? Jawel, ik bedoel, natuurlijk niet. Neemt u mij niet kwalijk, dat ik u zoo veel vragen doe, het is erg onbeleefd van mij. Ze zei het zoo berouwvol, dat Hugh, niet in staat om woorden te vinden, alleen maar een gebaar van ontkenning kon ma ken. Is het geen prachtige avond? ging zij voort, naar de zee kijkend. Haar fijn pro fiel stak af tegen de duisternis. Hugh's hart klopte vreemd toen hij haar klaarblijkelijke intentie om aan het dek te blijven, op merkte. Ze keerde zich snel om en hij wendde zich af. maar niet zoo vlug, of zij had gezien hoe intens hij haar opgenomen had. Wat zij had willen zeggen, werd nooit geuit. In plaats daarvan merkte zij tamelijk koeltjes op: Nu, mr. Ridge, ik wensch u goeden avond. Alstublieft nog niet, riep hij. Ik stond juist op het punt om u te vragen of we nog niet wat hier in deze dekstoelen konden liggen. Het is nog zoo vroeg en het is een schitterende avond. Hij keek haar weer in de oogen en zag, dat zij hem onderzoekend aankeek Zij glimlachte flauwtjes en 9cheen voldaan over haar analyse van den man voor haar. Het .is eigenlijk dwaas om op een dergelijken avond beneden te zijn. Zullen we hier gaan zitten? Ze wees naar twee onbezette stoelen. Ze 9loeg een plaid om zich heen en hij zat naast haar, zich volkomen bewust, dat hij trots haar charmeerende tegenwoordigheid, de koele avondlucht, scherp voelde. Meer dan een haif uur zaten ze er daar; de con versatie vlotte erg en was typisch die van twee menschen, die geenerlei belangen ge meen hebben. Hij was gecharmeerd, ver rukt door dit levendige meisje. En af en toe scheen er een 9chaduw van iets droevigs over het schitterende gezicht te glijden. Het kwam snel en verdween weer, de rijke schoonheid bleef steeds de zelfde, maar af en toe was het alsof er een 9luier werd op gelicht. Misschien zag hij het in de donkere, innige oogenhij kon het niet zeggen. Hij zag Henry Yealh over het dek wande len, rookend en alleen. Hugh's hart sprong op van vreugde en hij riep Veath vroolijk aan, toen deze voorbij slenterde. Dat is mr. Veath, niet? vroeg zijn knappe gezellin. Ja, gelooft u nu, dat men ons verwis selen kan? O neen, nu ik kennis met u gemaakt heb, niet meer. Uiterlijk verschilt u volko men behalve in lengte. Wat is hij breed en prachtig gebouwdI riep zij uit de rechte, forsche gestalte van den wandelaar be wonderend. Dat heeft hij op de farm gekregen. Dat is wel aanbevelenswaardig om op een farm te leven. U moet hem aan mij voorstellen. Hugh keek nadenkend naar de maan- en zei toen. dat hij het gaarne zou doen en er zeker van was dat* Veath het heel prettig zou vinden. Op dat oogenblik kwam Lord Hunting- ford op hen af Hij inspecteerde nauwkeu rig de menschen in de stoelen die hij pas seerde, als of hij iemand zocht. (Wordt vervolgd), j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 5