MOEDERS
NEDRA
68a<* Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 8 December 1927
Tweede Blad
No. 20778
WEET tr?
LEVER
TRAAN
NASMAAK
Gemeenteraad van Leiden.
a"'"lïZ„ i PUROL
FEUILLETON.
RECLAME.
2485
zonder
100 PCT. ZUIVER.
dat 90 van de 100 kinderen, die vóór den
4-jarigen leeftijd sterven, aangetast zijn
door Engelscbe ziekte;
dat VITANOVA LEVERTRAAN zelfs de ergste
gevallen van Engelsche ziekte geneest;
dat kinderen die Engelsche ziekte hebben
gehad, tengevolge daarvan hun geheele
verder leven door gekenmerkt zullen
zijn door slechte tanden;
dat het voor een volmaakte kalkvorming In
de tanden noodzakelijk is dagelijks
VITANOVA Levertraan in te nemen
hetgeen de kinderen bovendien zal
sterken tegen tuberculose en andere
gevaarlijke ziekten;
dat VITANOVA LEVERTRAAN absoluut vrij
is van onaangenamen nasmaak en reuk
en dat uw kinderen VITANOVA graag
en zonder tegenzin zullen innemen.
Bij Apoth. en Drog. Imp. AMEYE, Amsterdam
kregen, doch hierover was men het wel
eens. Ie. dat meer rekening gehouden moet
worden met de groote gezinnen en 2e. dat
de noodzakelijke levensmiddelen etc. onbe
last moeten blijven. Tot dit laatste behooren
gas en electriciteit en zich beroepend op
het partijprogram verklaart hij zich tegen
de indirecte belasting, hierAp gelegd, in
welke richting velen meenen te moeten gaan
zelfs naar hij meent B. en W.
Daarom is hij tegen de politiek om de
belasting laag te houden door de winst der
Lichtfabrieken, al is hij niet tegen elke
winst.
Het roorstel-v. Eek gaat echter wel w'flt'
heel ver en daarom voelt hij meer voor het'
voorstel-Elkerbout
De motie-Sijtsma: Zelf heeft spr. gevraagd
of de salarisschaal niet opnieuw moest wor
den herzien; hij bedoelde geenszins verla
ging. maar alleen een meer in normale ver
houding brengen der diverse salarissen, ook
met het particuliere bedrijf. Mogelijk kan
wel eens iemand achteruit gaan, doch om
gekeerd ook. Een her-groepeering lijkt hem
zeer gewenscht.
De motie Sijtsma lijkt hem echter onuit
voerbaar. Er is een commissie voor het Ge
organiseerd Overleg, waarnaast geen com
missie noodig is. En waar B en W. alle
aandacht toezegden, raadt hij intrekken der
motie aan.
Spr. komt dan tot de rechtspositie van
het gemeentepersoneel en met name tot het
werkliedenreglement. Ook hem bevreemdt
het antwoord van B. en W. Is de kwestie
nu pas in siudie genomen of wordt deze
slechts voltooid? In ieder geval dringt hij
op spoed aan, betreurend, dat de vorige
voorzitter der commissie in 4 jaar tijds de
zaak niet rijp heeft kunnen maken.
Wat betreft het toelaten van raadsleden
ln gemeente-instellingen, hij raadt aan den
raadsleden een kaart te geven, die hen toe
gang verleent. Voor brand acht hij dit niet
noodig.
Het voorstel-v. Eek Inzake optocht op
Zondag moet hij bestrijden. Weliswaar heeft
de fractie principieel geen bezwaar tegen
ruimere toepassing der Zondagswet, doch
er moet rekening worden gehouden met
plaatselijke omstandigheden. Hier is een
zeer gemengde bevolking en hij kan best
inzien, dat een groot deel der bevolking
bezwaar heeft tegen optochten op den mid
dag. 's Avonds is toch vergunning verleend
en z.i. terecht en zoo krijgt ook de S.D.A.P.
haar rechten.
Hierdoor komt spr. nog even tot Zon
dagsheiliging in 't algemeen en hel verwon
dert hem, dat zoo ongelimiteerd vergunning
wordt gegeven voor bals, uitvoeringen etc.
tot heel vroeg in den morgen van den
Zondag.
Tegen muziek ln café's, niet hinderlijk
voor den openbaren weg, en zulke dingen
binnenshuis, heeft spr. echter geen bezwaar
daar men anders toch de liefhebbers daar
van naar buiten ziet trekken.
Met de heeren v. Stralen en de Reede
ziet hij geen daling der werkloosheid tege-
moet en dit vraagstuk verdient daarom alle.
aandachL De voorstellen-v. Stralen zijn
grootendeels niet nieuw. Maar spr. meent
dat het geheele steun-systeem onder de
oogen moet worden gezien, niet divers#
punten apart. Daarom VTaagt hij den wet
houder of deze de voorstellen niets eens ia
overweging wil nemen om praeadvies uit
te brengen. Gebeurt dit niet, dan denkt spr.
dat misschien wel een voorstel-v. Stralen
bij hem genade zal kunnen vinden.
Spr. gaat nu over tot de werkverruiming,
waarvan hij alle moeilijkheden inziet Hij
vraagt nog, of B. en W. ook hebben gepro
beerd Leidsche werkloozen in andere pro
vincies onder te brengen, al is hij geen groot
voorstander daarvan. In dit verband ont
kent hij, dat wethouder Sanders tegenstan
der was van werkverruiming, alleen maar
van onproductieve werkverschaffing.
De heer VERWEY; Zijn wij daar wel
voor?
De heer HEEMSKERK breekt dan een
lans voor verderen woningbouw, de hoop
uitsprekend, dat ook voor de grootere ge
zinnen zal worden gezorgd.
Hierop schorsing.
AVONDZITTINO.
De heer HEEMSKERK vervolgt zijn rede
en vraagt den wethouder of deze ook groo
teren kindertoeslag voor de werkloozen niet
wil onderzoenen.
Wat het B. A. betreft, raadsleden hooren
daar z. i. niet in. De wethouder is voor
zitter, dus is er toezicht op de uitgaven.
In het B. A. hooren menschen, die op phi-,
lantropisch terrein hun sporen hebben ver
diend. Misschien zou een paar raadsleden
echter nog te verdedigen zijn. Voor het wer
ken van het B. A. heeft hij alle waardee
ring, maar hij hoopt, dat bij vacatures
voortaan voordrachten zullen worden in
gediend van menschen uit de vakbeweging,
die nauwer met de nooden der betrokkenen
in connectie staan.
De naamsverandering van B. A. In Maat
schappelijk Hulpbetoon heeft zijn sympa
thie, gezien hoe de taak sinds 25 jaar is
gewijzigd en dit om 't vernederende karak
ter weg te nemen.
Ten slotte wil hij zich nog verdedigen
tegen den aanval van den heer v. Stralen.
Hij is geheel niet veranderd. Maar de
S D. A. P. doet eenvoudig voorstellen, om
dat zij meent dal ze goed zijn. terwijl zij
weet, dat ze geen kans hebben. Deze partij
houdt geen rekening met alle omstandig
heden. Goede voorstellen, van wie ook, zal
hij steeds steunen.
Dat de R.-K. en Chr. arbeiders gedwon
gen worden over te gaan naar de S.D.A P.,
ontkent hij ten opzichte der R.-K arbei
ders. De R.-K. vakbeweging is zelfs voor
uitgegaan. Voor rechtvaardige arbeiders-
eischen zal hij en zijn fractie steeds op
komen.
De heer VERWEY komt terug op ztjn
Interruptie, dat wij leven onder dwang der
kapitalisten. De vrees voor uittocht der ge
goeden wordt als het ware een boerrian.
Zelfs al zou die uittocht geheel juist zijn,
verandert dat niets aan de zienswijze van
zijn fractie. De belastingregeling deugt niet
doordat daar belasting geheven wordt,
waar dat niet mag. Met zoo'n vlucht zal
het echter z. i. zoo'n vaart niet loopen.
DB ALGEMEENE BESCHOUWINGEN
VOORTGEZET.
Speciaal wijst hij op den toestand bij
Musis en hij dringt op spoedig praeadvies
aan over zijn voorstel, hierover destijds
gedaan.
Meer toezicht der politie op vernielen
acht hij noodzakelijk.
Wat de politie betreft, hoopt hij, dat aan
den dienstrooster aandacht zal worden ge
schonken, vooral Zondags, wanneer er
soms bijkans geen tijd is voor kerkgang.
Naamsverandering van het B. A. is mis
schien wat mooier, doch de richting, die de
S. D. A. P. in samenstelling etc. wil, is de
zijne niet. Wat de klacht der overzij betreft
over niet voldoende zitting van S. D. A. P.
leden daarin, deze partij heeft er nog één,
de Chr. arbeiders niet eens.
De heer v. ECK: Vormen die ook een
partij? Was die er maar.
De heer ELKERBOUT maakt dan eenige
opmerkingen over de voorstellen v. Stralen
die-hij voor een deel kan steunen.
Tenslotte komt hij op tegen de uiting van
den heer v. Stralen als zou bij de Chr. par
tijen met de arbeiders worden gesold. Daar
van is geen sprake. Eerder solt de S.D.A.P.
met de arbeiders, door telkens een schepje
er op te gooien, wanneer een voorstel in
komt over cokes voor de werkloozen, etc.
Zijn partij en de Chr. vakbeweging kunnen
best haar eigen peultjes doppen. De S.D.A.P.
zullen nooit de chr. arbeiders voor hun kar
retje krijgen.
Een commissie als de heer Sijtsma wil,
over de salaris-regeling, ligt z.i. niet op den
weg van den raad, eerder op dien van
B. en W., die ongetwijfeld mans genoeg zijn
om daarmee te komen, als het noodig is.
(Reeds in een gedeelte van onze
vorige oplaag opgenomen).
Vervolg van gisteren.
DE ALGEMEENE BESCHOUWINGEN
VOORTGEZET.
De heer BAART heeft zoo het gevoel, dat
de raadsleden bij den neu9 worden genomen,
gezien het antwoord van B. en W. inzake
het Werkliedenreglement. Dat heette reeds
lang in studie. Nu is het college wel gedeel
telijk vernieuwd, doch met dit antwoord,
waarin weder onderzoek wordt aangekon
digd, blijkt z. i. dat er niet veel gewicht aan
wordt gehecht. Hoe lang is deze kwestie al
niet in onderzoek 1 Feitelijk zijn in 1910 de
eerste verzoeken der organisaties al gedaan.
Hij vraagt, of B. en W. in 1928 deze
kwestie aan de orde willen stellen, speciaal
of wethouder Tepe meer voortvarendheid
aan den dag zal leggen dan de vorige voor
zitter der betrokken commissie in dezen. Bij
zoo'n toezegging kan hij een voorstel of mo
tie achterwege laten.
In het politiecorps gaat het niet goed door
verkeerde verhoudingen. Een adres der vier
organisaties van 7 April kwam eerst 8 Oct
hij den burgemeester in. Misschien is het nu
wel te laat om de kwestie nog bij deze be-
grooting te behandelen. Het betreft verzoe
ken om loonsverhooging voor hoofdagenten
en brigadiers. Het hoofdbestuur van een or
ganisatie is ook geweigerd bij een commis
sie-vergadering, z. i. een standpunt van 25
jaar terug.
Vele straffen zijn opgelegd, terecht of ten
onrechte wil hij niet beoordeel en, doch ook
in deze heeft de burgemeester de organisa
tie niet willen hooren. Zoo ooit iets onrust
moet wekken, dan is het wel dit optreden
van den burgemeester. Spr. had een ruimer
inzicht verwacht en hij doet een beroep op
den voorzitter voortaan anders op te heden.
Spr. komt dan tot het stopzetten van pro
motie, dat blijkbaar heeft plaats gehad,
waartegen hij opkomt. Hij geeft voorbeelden
van de Lichtfabrieken en elders. Hij hoopt,
RECLAME.
2437
Uit het Engelsch van
GEORGE BARR McCUTCHEON.
(Nadruk verboden).)
14)
Maar u bent de dokter, protesteerde hij.
Het is te groot om er behoorlijk mee
uit te zien. De jnenschen zouden kunnen
denken dat u een dynamietontploffing hebt
gehad. Doet het pijn? vroeg zij bezorgd.
Eén oogenblik peilde hun oogen elkaar
het was een van die vreemde, intuitieve
wederzijdsche onderzoekingstochten, die
menschen soma in eikaars harten en zielen
ondernemen en waarvan niemand, het hoe
en waarom kan verklaren.
Absoluut niet, antwoordde hij, terwijl
hij over de rollende golven uitkeek. Hugh
rende weg en kwam spoedig terug met een
glas brandy, dat de vreemdeling gretig en
niet bepaald gracieus verzwolg en hij zat
heel stil toen Grace de pleister op de wond
legde, die reeds begon dicht te hekken.
Dank u wel, zei hij. U bent veel te
goed voor me. Ik zal trachten het u te ver
gelden. Hij maakte aanstalten om uit Hugh's
stoel op te staan, maar deze duwde hem
terug.
Houdt uw stoel, tot u wat bijgekomen
bent. Ik zal u laten zien hoe u loopen moet
met ruwe zee. Maar, als ik vragen mag. u
bent even als wij. Amerikaan, is het niet?
Mijn naam is Hugh Ridge en dit mijn
*uster miss Ridge.
dat alsnog recht zal worden gedaan, want
toezeggingen zijn toch gedaan. Aan het Stad
huis zijn de promoties toch ook doorgegaan,
hetgeen hij goedkeurt, maar dan moeten die
elders ook doorgaan.
Ook de toezegging, dat voor gelijk werk
gelijk loon zou worden betaald is niet nage
komen. Spr. wijst op de commissie voor
sociale zaken.
Wat de motie Sijtsma betreft, deze motie
getuigt z. i. van den leeftijd van den voor
steller.
De VOORZITTER wraakt de#:e uitdruk
king.
De heer BAART meent, dat het toch geen
tijd is voor loonsverlaging.
De heer SIJTSMA- dat bedoel ik ook niet.
De heer BAART: dat zou het toch betee-
kenen, anders is niet mogelijk Opvoering
van een paar salarissen is toch zoo niet te
verkrijgen. En waarom is dat niet in het
Georganiseerd Overleg eerst gebracht?
De heer BOSMAN heeft slechts het woord
gevraagd voor een enkel punt. Hij heeft in
de secties aangedrongen op een zuinig be
heer der bedrijven en B. en W artwoordden
dat de leiders daarvan doordrongen waren.
Allerminst lag in zijn bedoeling de leiders
in dezen iets te verwijten, integendeel, hij
heeft voor hen alle lof. Bedoeling was alleen
om nog eens de aandacht te vestigen op de
wenschelijkheid van zuinig beheer. In 't
particuliere bedrijf worden vaak fouten ge
woonlijk vlug hersteld tengevolge van de
concurrentie. Het zou wel vreemd zijn, als
in de gemeentebedrijven nooit iets haperde
en vandaar zijn opmerking. Wat een des
kundig onderzoek betreft, een accountants
rapport is een administratief ding. doch de
groote bedrijfsvoering wordt er bijkans niet
in aangeroerd.
Hierbij zal spr. het nu laten.
Alleen nog iets over het voorstel v. Eek
inzake medezeggenschap. Hij beziet dit voor
stel in het belang van het betrokken bedrijf
en dan ontkent hij het nut daarvan. Ook in
de particuliere industrie is zoo'n streven der
S.D.A.P. merkbaar, waar men er argwanend
tegenover staat. Dit doet hij niet, maar hij
vreest toch bij een eerlijke proef voor een
mislukking.
De arbeider kan z. 1. niet voldoende in
zicht krijgen over 't gansche bedrijf. Voor
proefnemingen is echter het part. bedrijf
beter geëigend dan 't gemeentebedrijf en
daarom wil hij eerst afwachten.
De heer KOOISTRA zegt, dat zijn fractie
niet alleen ziet de begrooting 1928 maar ook
verder en zelfs terug ziet.
Hij zal spreken over volkshuisvesting en
verzoekt een nadere toelichting op een uit
lating van B. en W., dat zij den particulie
ren woningbouw zullen bevorderen. Betee-
kent dat, dat zij bouwvereenigingen minder
zullen steunen? Hij zou dat verkeerd achten,
de voorkeur gevend aan vereenigingsbouw.
Natuurlijk is hij voor het bouwrijp maken
.van den grond Zuiderzicht, maar dit had
reeds eerder moeten zijn geschied. Hij is
echter tegen verkoop, voor geven irf'erfpacht,
van welk systeem hij de voordeel en nog eens
uiteenzet
Wanneer de heer Huurman bij interrup
tie bezwaren oppert, gaat spr. daarop nog
nader in door 't aanhalen van citaten en
voorbeelden uit Den Haag.
De heer DE REEDE zegt, dat de begroo
ting geen gunstig beeld geeft., maar bij an
dere gemeenten vergeleken, is het nog
niet zoo ongunstig. Hij waarschuwt echter
tegen optimisme gebaseerd daarop, dat
slechts tijdelijk inzinking heerscht. Gezien
de na-oorlogsche toestanden is spr. daar
van niet zoo zeker.
De kwade posten der belastingen zullen
zeker dalen, 't is nu ook absurd maar
er zijn te veel ontheffingen etc. bij, samen
5 pCt. van de geheele opbrengst en dio
zal blijven evenals een 3 pCt. oninbaar-
verklaringen. Het inzicht over de onder
steuning der werkloozen van B. en W.,
noemt hij grenzeloos oppervlakkig, daar
zij hun meening baseeren op 2 maanden.
Spr. vreest juist voor stabilisatie der werk
loosheid en dan is er sprake van minder
uitgaven.
Wat de winst uit de bedrijven betreft,
hij is er voor om deze zooveel mogelijk te
stabiliseeren, b.v. door reserve-vorming.
Het voorstel VaD het rijk betreffende de
nieuwe regeling tusschen rijk en gemeenten
lijkt hem onvoldoende. En wanneer komt er
Mijn naam is Veath Henry Veath,
zei de ander met een buiging. Het doet
me genoegen onder deze vreemde menschen
landgenooten aan te treffen. Nogmaals har
telijk dank.
U bent in ieder.geval geen zeeman,
merkte Hugh op. Zooals ik hebt kunnen
zienl
Het is nog al ruw weer vandaag, zei
Hugh weer. Gaat u ver mee met de boot?
Ik ben uitgestuurd door de regeering
een lange en verre weg. Maar een mensch
moet gaan waar zijn plicht hem heen roept
Ik verzeker u dat ik deze reis niet voot mijn
pleizier maak Maar ik heb een paar gezel
lige dagen in Londen gehad.
Een belangrijke missie zeker? ver
onderstelde Mr. Ridge.
Ik ben bij de douane! 't Is alles nieuw
voor mij, dus het doet er niet toe, waar ik
begin.'
Waar wordt u geplaatst? vroeg Hügh
en een geheimzinnige stem had hem reeds
verteld hoe het antwoord zou luiden, nog
voordat de vreemdeling het gezegd had.
Manilla.
HOOFDSTUK VI.
Henry Veath.
De korte mededeeiïng van Mr. Veath, dat
Manilla zijn plaats van bestemming was,
gaf Grace een schok, waarvoor Hugh be
waard bleef door de intuitieve openbaring,
die hij reeds had gehad.
Nadat de douane-ambtenaar naar bene
den was gegaan om nog wat te rusten, voor
de lunch, verdiepten de beide vluchtelingen
zich in een geanimeerde discussie over de
nieuwe situatie.
iets van t Op z'n minst 1 Jan. 1931, doch hij
acht dit te mooi. Belastingverlaging zou
echter zelfs dit bedrag in gevaar brengen.
Wat de belasting op het inkomen betreft,
er is een stijging van aanslagen, ma-ar een
daling van belastbaar inkomen, hetgeen
hij nader met cijfers toelicht. Kleine in
komens komen er bij, grootere gaan er af.
Dat doet den middenstand schade, evenals
het snelverkeer waardoor velen buiten de
stad gaan koopen en het optreden van
enkele werkloozen, die het eens met een
winkeltje probeeren en zoo kwijnt veel in
de stad.
De heer v. Eek heeft eenige belasting
voorstellen gedaan, die hij inconsequent
noemt. Een zakelijke belasting op 't be
drijf mist allen rechtsgrond. Het voorstel
inzake de inkomstenbelasting is hem op
zich zelf sympathiek, doch practisch lijkt
het hem niet mogelijk. Een grootere pro
gressie zal nog meerdere gegoeden uitdrij
ven, ten laste van de kleinere inkomens,
die moeten blijven. Boven f 6000 verdienen
hier maar 4 pCt. en die betalen hier meer
dan de helft belasting en boven de
f 10.000 42 pCt. En dan nog hoogere pro
gressie 1
De heer VERWEYZe houden genoeg
over.
De heer DE REEDE: Zeker, maar ze
gaan weg.
De heer VERWEY: Wij weten wel, dat
we onder den druk van 4® kapitalisten
leven.
De heer DE REEDE zegt dan, dat B. en
W. meevallers geven, doch er zijn toch ook
tegenvallers, b.v. l ton op de inkomsten
belasting.
Een gevaar ziet spr. ook in het dreigend
tekort der woningbouwvereenigingen en
daarom zag hij gaarne alle aandrang op
het rijk geoefend om de rente tot lager
voet te con verteeren.
En er zal toch ook heel wat moeten ge
beuren, want Leiden sluit zich niet meer
aan bij de behoeften van den tijd en dat
zal ongetwijfeld bevolkingsaanwas tegen
gaan.
Door dit alles noemt hij met den heer v.
Eek den toestand zorgelijk.
Een lichtpunt ziet spr. in de kapitaal
schuld, die goed is aangewend, dqch wij
leven achteruit niet meer vooruit. Daarom
zal hij wel zijn voor uitvoering van groote
werken, mits zij echter bevorderen de wel
vaart der gemeente.
De heer GROENEVELD vindt de ant
woorden van B. en W weinig positief
Ook op het terrein van het verkeer, dat
hij behandelen wil. Hij wijst nog eens
op de wenschelijkheid van uitbreken der
ramen aan de Zijlpoort, 't Is een oude
kwestie en daarom had hij een positief ant
woord verwacht.
Het gebruiken van den openbaren weg
voor auto-garage dient tegengegaan en de
politie moet meer toezieD op het plaatsen
van wagens in stegendat kan best zonder
proces-verbaal of gummistok.
Zelfs onderwijzers met klassen nemen
het linkertrottoir.
Nu kan men deze dingen wel met de
wethouders gaan, bepraten, doch de erva
ring heeft hem daarvaü teruggebracht, na
dat hij het heeft geprobeerd En het succes
is in 't openbaar ook grooter.
Voetgangers loopen op de rijwielpaden.
De heer HEEMSKERK komt op tegen de
verklaring van den heer v. Eek, dat de po
litiek der S. D. A. P. zou hebben geleid tot
den uitbouw van deze partij in den raad,
zich scharend naast den heer Wilbrink in
dezen. Daar staat tegenover dat rechts met
genoegen op de verkiezingen kan terugzien,
een bewijs, dat de politiek der laatste jaren
door de burgerij in meerderheid wordt goed
gekeurd.
Hoewel zijn partij B. en W. gaarne steunt
behoudt zij zich toch voor alle leden vrij
heid van handelen voor.
Het eerst wil hij iets zeggen over de fi
nanciën. De voorstellen van Eek zijn z.i.
onnoodig, daar er geen behoefte is aan be-
lastingverhooging en hij zal ze niet steunen.
De inkomstenbelasting is z.i. slechts de
eenige, werkelijk goede belasting, rekening
houdend met draagkracht, in tegenstelling
met de indirecte belasting.
Op het R.-K. congres kon over de belas
ting geen eensgezind oordeel worden ver-
Kijk eens, als we daar aangekomen
zijn, kunnen we gebruik van hem maken,
zei Hugh filosofisch. Hij kan getuige zijn
als ik om de huwelijksvergunning ga
vragen.
Ja maar Hugh, hij denkt dat we broer
en zuster zijn, en wij kunnen hem het te
genovergestelde niet gaan vertellen.
Dat is wel zoo, peinsde hij, ik twij
fel er aan of we hem zouden kunnen wijs
maken, dat in Manilla broers en zusters
samen trouwen.
Het schijnt mij toe dat er een massa
dingen zijn. die wij niet overwogen hebben
toen we vertrokken, opperde Grace.
We moeten hem maar in den waan
laten, dat we broer, en zuster zijn, totdat
we zijn getrouwd. Dan kunnen we hem uit
lachen. Ik weet wel dat het niet erg leuk is
om je eigen mop uit te leggen en anderen
te vertellen, wanneer ze moeten lachen,
maar het schijnt de eenige weg te zijn. We
kunnen hem niet ontsnappen, zie je. Hij
moet den twintigsten Mei op zijn post zijn.
Per slot van rekening geloof ik, dat
we toch maar aardig tegen hem moeten
zijn, zei Grace weer. We kunnen hem toch
niet buiten boord zetten, du9 we konden
net zoo goed vriendelijk zijn. Hoe zou je
het vinden wanneer je alleen naar Manilla
ging? Stel jezelf eens in zijn plaats.
Misschien is hij gelukkig, dat hij alleen
reist.
Dat is heel complimenteus, mijnheer.
Zou jij liever alleen reizen?
Weineen. Tk opper alleen maar, wat
hij misschien vindt. Misschien is de arme
kerel getrouwd.
O. geloof je dat werkelijk? riep zij.
Hij ziet er ten minste nogal terneer
geslagen uit.
Dat komt omdat hij zeeziek is.
Maar om op onze eigen zaken terug
te komen, geloof je, dat wij Mr. Veath het
nieuws pas vertellen moeten als alles
voorbij is.
Ja, vind je ook niet?
Hij stond op en hielp haar toen overeind.
Terwijl hij met haar naar de trap .liep, stak
hij zijn arm door de hare.
Het vooruitzicht om tienduizend mijlen
lang broer en zuster te zijn 9taat me nogal
tegen, zei hij opeens. Ze keek hem verrast
aan, en bloosde even. Toen zij de treden
afgingen, sloeg hij zijn arm om haar schou
der. Beneden stond hij stil en keek angstig-
spiedend om zich heen en daarop gleed zijn
arm van haar schouder om haar middel.
Pas op, Hugh, fluisterde ze schuw en
zenuwachtig.
Is er iemand in 't zicht? vroeg hij
haastig.
Ik zie geen mensch.
Dan val ik even uit mijn rol van
broertje. Dit is een uitgezocht, veilig plekje
en je zult een zoen in ontvangst hebben te
nemen. Maar hij liet het allerminst bij één.
Het is toch eigenlijk een schandaal,
zei hij toen hij „uitgekust" was, dat
broers niet zoo lief zijn tegen hun eigen
zusters, ale tegen die van anderen.
Het schijnt de gewoonte van broers te
zijn om hun eigen zusters te veronacht
zamen. merkte zij zedig op.
Een broer die zijn zuster veronacht
zaamt moest er met de zweep van langs
krijgen, verklaarde hij geestdriftig.
Aan boord gebruiken ze de kat met
negen staarten, sloot ze glimlachend de
discussie.
Even later viel hij bij Veath binnen om
te zien hoe deze het maakte en de douane
ambtenaar heette zijn bezoeker hartelijk
welkom. Hij lag in zijn kooi; Hugh bestelde
een flesch champagne. Twee glazen van het
edele nat brachten nieuw leven in den man
en er kwam weer een tinteling in zijn doffe
oogen. Hij kwam een beetje los en Hugh
merkte dat hij een gezonde, gevoelige kerel
was, wel een beetje onwetend in wereldsche
dingen, maar volkomen in staat om oo
zichzelf te passen. Bovendien zag hij er, nu
hij weer wat kleur had, er knapper uit dan
zijn nieuwe kennis eerst had gedacht.
Zijn blauwe oogen. helder en scherp, ge
tuigden van rondborstigheid, zijn mond van
vastberadenheid en goedheid en van de
gave om den humoristischen kant der din
gen te zien. De lijnen in zijn gladgeschoren
gezicht waren wat te diep en vormden een
netwerk van allemaal kleine rimpeltjes die
men bij een man van vijf en veertig zou
verwachten en niet bij een van acht en
twintig. Blijkbaar was zijn leven tot nu toe
niet zoo heel gemakkelijk geweest Toen hij
lang uit op den rand van zijn kooi lag, be
wonderde Hugh onwillekeurig zijn lange,
rechte gestalte, de breede schouders en het
bleeke ernstige gezicht.
Manilla is tegenwoordig een Belangrijke
post, zei Veath. Er is in de komende ja
ren veel werk op te knappen. Ik kom uit
Indiana. Waar gaat u heen?
Vaar Manilla.
nut is toch niet waarl riep Veath veTrast
Wel zeker! Waarom zou het niet waar
zijn? Hugh glimlachte verrukt over de sen
satie die hij had verwekt.
(Wordt vervolgd).