MOEDERS NEDRA 68a<* Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 8 December 1927 Tweede Blad No. 20778 WEET tr? LEVER TRAAN NASMAAK Gemeenteraad van Leiden. a"'"lïZ„ i PUROL FEUILLETON. RECLAME. 2485 zonder 100 PCT. ZUIVER. dat 90 van de 100 kinderen, die vóór den 4-jarigen leeftijd sterven, aangetast zijn door Engelscbe ziekte; dat VITANOVA LEVERTRAAN zelfs de ergste gevallen van Engelsche ziekte geneest; dat kinderen die Engelsche ziekte hebben gehad, tengevolge daarvan hun geheele verder leven door gekenmerkt zullen zijn door slechte tanden; dat het voor een volmaakte kalkvorming In de tanden noodzakelijk is dagelijks VITANOVA Levertraan in te nemen hetgeen de kinderen bovendien zal sterken tegen tuberculose en andere gevaarlijke ziekten; dat VITANOVA LEVERTRAAN absoluut vrij is van onaangenamen nasmaak en reuk en dat uw kinderen VITANOVA graag en zonder tegenzin zullen innemen. Bij Apoth. en Drog. Imp. AMEYE, Amsterdam kregen, doch hierover was men het wel eens. Ie. dat meer rekening gehouden moet worden met de groote gezinnen en 2e. dat de noodzakelijke levensmiddelen etc. onbe last moeten blijven. Tot dit laatste behooren gas en electriciteit en zich beroepend op het partijprogram verklaart hij zich tegen de indirecte belasting, hierAp gelegd, in welke richting velen meenen te moeten gaan zelfs naar hij meent B. en W. Daarom is hij tegen de politiek om de belasting laag te houden door de winst der Lichtfabrieken, al is hij niet tegen elke winst. Het roorstel-v. Eek gaat echter wel w'flt' heel ver en daarom voelt hij meer voor het' voorstel-Elkerbout De motie-Sijtsma: Zelf heeft spr. gevraagd of de salarisschaal niet opnieuw moest wor den herzien; hij bedoelde geenszins verla ging. maar alleen een meer in normale ver houding brengen der diverse salarissen, ook met het particuliere bedrijf. Mogelijk kan wel eens iemand achteruit gaan, doch om gekeerd ook. Een her-groepeering lijkt hem zeer gewenscht. De motie Sijtsma lijkt hem echter onuit voerbaar. Er is een commissie voor het Ge organiseerd Overleg, waarnaast geen com missie noodig is. En waar B en W. alle aandacht toezegden, raadt hij intrekken der motie aan. Spr. komt dan tot de rechtspositie van het gemeentepersoneel en met name tot het werkliedenreglement. Ook hem bevreemdt het antwoord van B. en W. Is de kwestie nu pas in siudie genomen of wordt deze slechts voltooid? In ieder geval dringt hij op spoed aan, betreurend, dat de vorige voorzitter der commissie in 4 jaar tijds de zaak niet rijp heeft kunnen maken. Wat betreft het toelaten van raadsleden ln gemeente-instellingen, hij raadt aan den raadsleden een kaart te geven, die hen toe gang verleent. Voor brand acht hij dit niet noodig. Het voorstel-v. Eek Inzake optocht op Zondag moet hij bestrijden. Weliswaar heeft de fractie principieel geen bezwaar tegen ruimere toepassing der Zondagswet, doch er moet rekening worden gehouden met plaatselijke omstandigheden. Hier is een zeer gemengde bevolking en hij kan best inzien, dat een groot deel der bevolking bezwaar heeft tegen optochten op den mid dag. 's Avonds is toch vergunning verleend en z.i. terecht en zoo krijgt ook de S.D.A.P. haar rechten. Hierdoor komt spr. nog even tot Zon dagsheiliging in 't algemeen en hel verwon dert hem, dat zoo ongelimiteerd vergunning wordt gegeven voor bals, uitvoeringen etc. tot heel vroeg in den morgen van den Zondag. Tegen muziek ln café's, niet hinderlijk voor den openbaren weg, en zulke dingen binnenshuis, heeft spr. echter geen bezwaar daar men anders toch de liefhebbers daar van naar buiten ziet trekken. Met de heeren v. Stralen en de Reede ziet hij geen daling der werkloosheid tege- moet en dit vraagstuk verdient daarom alle. aandachL De voorstellen-v. Stralen zijn grootendeels niet nieuw. Maar spr. meent dat het geheele steun-systeem onder de oogen moet worden gezien, niet divers# punten apart. Daarom VTaagt hij den wet houder of deze de voorstellen niets eens ia overweging wil nemen om praeadvies uit te brengen. Gebeurt dit niet, dan denkt spr. dat misschien wel een voorstel-v. Stralen bij hem genade zal kunnen vinden. Spr. gaat nu over tot de werkverruiming, waarvan hij alle moeilijkheden inziet Hij vraagt nog, of B. en W. ook hebben gepro beerd Leidsche werkloozen in andere pro vincies onder te brengen, al is hij geen groot voorstander daarvan. In dit verband ont kent hij, dat wethouder Sanders tegenstan der was van werkverruiming, alleen maar van onproductieve werkverschaffing. De heer VERWEY; Zijn wij daar wel voor? De heer HEEMSKERK breekt dan een lans voor verderen woningbouw, de hoop uitsprekend, dat ook voor de grootere ge zinnen zal worden gezorgd. Hierop schorsing. AVONDZITTINO. De heer HEEMSKERK vervolgt zijn rede en vraagt den wethouder of deze ook groo teren kindertoeslag voor de werkloozen niet wil onderzoenen. Wat het B. A. betreft, raadsleden hooren daar z. i. niet in. De wethouder is voor zitter, dus is er toezicht op de uitgaven. In het B. A. hooren menschen, die op phi-, lantropisch terrein hun sporen hebben ver diend. Misschien zou een paar raadsleden echter nog te verdedigen zijn. Voor het wer ken van het B. A. heeft hij alle waardee ring, maar hij hoopt, dat bij vacatures voortaan voordrachten zullen worden in gediend van menschen uit de vakbeweging, die nauwer met de nooden der betrokkenen in connectie staan. De naamsverandering van B. A. In Maat schappelijk Hulpbetoon heeft zijn sympa thie, gezien hoe de taak sinds 25 jaar is gewijzigd en dit om 't vernederende karak ter weg te nemen. Ten slotte wil hij zich nog verdedigen tegen den aanval van den heer v. Stralen. Hij is geheel niet veranderd. Maar de S D. A. P. doet eenvoudig voorstellen, om dat zij meent dal ze goed zijn. terwijl zij weet, dat ze geen kans hebben. Deze partij houdt geen rekening met alle omstandig heden. Goede voorstellen, van wie ook, zal hij steeds steunen. Dat de R.-K. en Chr. arbeiders gedwon gen worden over te gaan naar de S.D.A P., ontkent hij ten opzichte der R.-K arbei ders. De R.-K. vakbeweging is zelfs voor uitgegaan. Voor rechtvaardige arbeiders- eischen zal hij en zijn fractie steeds op komen. De heer VERWEY komt terug op ztjn Interruptie, dat wij leven onder dwang der kapitalisten. De vrees voor uittocht der ge goeden wordt als het ware een boerrian. Zelfs al zou die uittocht geheel juist zijn, verandert dat niets aan de zienswijze van zijn fractie. De belastingregeling deugt niet doordat daar belasting geheven wordt, waar dat niet mag. Met zoo'n vlucht zal het echter z. i. zoo'n vaart niet loopen. DB ALGEMEENE BESCHOUWINGEN VOORTGEZET. Speciaal wijst hij op den toestand bij Musis en hij dringt op spoedig praeadvies aan over zijn voorstel, hierover destijds gedaan. Meer toezicht der politie op vernielen acht hij noodzakelijk. Wat de politie betreft, hoopt hij, dat aan den dienstrooster aandacht zal worden ge schonken, vooral Zondags, wanneer er soms bijkans geen tijd is voor kerkgang. Naamsverandering van het B. A. is mis schien wat mooier, doch de richting, die de S. D. A. P. in samenstelling etc. wil, is de zijne niet. Wat de klacht der overzij betreft over niet voldoende zitting van S. D. A. P. leden daarin, deze partij heeft er nog één, de Chr. arbeiders niet eens. De heer v. ECK: Vormen die ook een partij? Was die er maar. De heer ELKERBOUT maakt dan eenige opmerkingen over de voorstellen v. Stralen die-hij voor een deel kan steunen. Tenslotte komt hij op tegen de uiting van den heer v. Stralen als zou bij de Chr. par tijen met de arbeiders worden gesold. Daar van is geen sprake. Eerder solt de S.D.A.P. met de arbeiders, door telkens een schepje er op te gooien, wanneer een voorstel in komt over cokes voor de werkloozen, etc. Zijn partij en de Chr. vakbeweging kunnen best haar eigen peultjes doppen. De S.D.A.P. zullen nooit de chr. arbeiders voor hun kar retje krijgen. Een commissie als de heer Sijtsma wil, over de salaris-regeling, ligt z.i. niet op den weg van den raad, eerder op dien van B. en W., die ongetwijfeld mans genoeg zijn om daarmee te komen, als het noodig is. (Reeds in een gedeelte van onze vorige oplaag opgenomen). Vervolg van gisteren. DE ALGEMEENE BESCHOUWINGEN VOORTGEZET. De heer BAART heeft zoo het gevoel, dat de raadsleden bij den neu9 worden genomen, gezien het antwoord van B. en W. inzake het Werkliedenreglement. Dat heette reeds lang in studie. Nu is het college wel gedeel telijk vernieuwd, doch met dit antwoord, waarin weder onderzoek wordt aangekon digd, blijkt z. i. dat er niet veel gewicht aan wordt gehecht. Hoe lang is deze kwestie al niet in onderzoek 1 Feitelijk zijn in 1910 de eerste verzoeken der organisaties al gedaan. Hij vraagt, of B. en W. in 1928 deze kwestie aan de orde willen stellen, speciaal of wethouder Tepe meer voortvarendheid aan den dag zal leggen dan de vorige voor zitter der betrokken commissie in dezen. Bij zoo'n toezegging kan hij een voorstel of mo tie achterwege laten. In het politiecorps gaat het niet goed door verkeerde verhoudingen. Een adres der vier organisaties van 7 April kwam eerst 8 Oct hij den burgemeester in. Misschien is het nu wel te laat om de kwestie nog bij deze be- grooting te behandelen. Het betreft verzoe ken om loonsverhooging voor hoofdagenten en brigadiers. Het hoofdbestuur van een or ganisatie is ook geweigerd bij een commis sie-vergadering, z. i. een standpunt van 25 jaar terug. Vele straffen zijn opgelegd, terecht of ten onrechte wil hij niet beoordeel en, doch ook in deze heeft de burgemeester de organisa tie niet willen hooren. Zoo ooit iets onrust moet wekken, dan is het wel dit optreden van den burgemeester. Spr. had een ruimer inzicht verwacht en hij doet een beroep op den voorzitter voortaan anders op te heden. Spr. komt dan tot het stopzetten van pro motie, dat blijkbaar heeft plaats gehad, waartegen hij opkomt. Hij geeft voorbeelden van de Lichtfabrieken en elders. Hij hoopt, RECLAME. 2437 Uit het Engelsch van GEORGE BARR McCUTCHEON. (Nadruk verboden).) 14) Maar u bent de dokter, protesteerde hij. Het is te groot om er behoorlijk mee uit te zien. De jnenschen zouden kunnen denken dat u een dynamietontploffing hebt gehad. Doet het pijn? vroeg zij bezorgd. Eén oogenblik peilde hun oogen elkaar het was een van die vreemde, intuitieve wederzijdsche onderzoekingstochten, die menschen soma in eikaars harten en zielen ondernemen en waarvan niemand, het hoe en waarom kan verklaren. Absoluut niet, antwoordde hij, terwijl hij over de rollende golven uitkeek. Hugh rende weg en kwam spoedig terug met een glas brandy, dat de vreemdeling gretig en niet bepaald gracieus verzwolg en hij zat heel stil toen Grace de pleister op de wond legde, die reeds begon dicht te hekken. Dank u wel, zei hij. U bent veel te goed voor me. Ik zal trachten het u te ver gelden. Hij maakte aanstalten om uit Hugh's stoel op te staan, maar deze duwde hem terug. Houdt uw stoel, tot u wat bijgekomen bent. Ik zal u laten zien hoe u loopen moet met ruwe zee. Maar, als ik vragen mag. u bent even als wij. Amerikaan, is het niet? Mijn naam is Hugh Ridge en dit mijn *uster miss Ridge. dat alsnog recht zal worden gedaan, want toezeggingen zijn toch gedaan. Aan het Stad huis zijn de promoties toch ook doorgegaan, hetgeen hij goedkeurt, maar dan moeten die elders ook doorgaan. Ook de toezegging, dat voor gelijk werk gelijk loon zou worden betaald is niet nage komen. Spr. wijst op de commissie voor sociale zaken. Wat de motie Sijtsma betreft, deze motie getuigt z. i. van den leeftijd van den voor steller. De VOORZITTER wraakt de#:e uitdruk king. De heer BAART meent, dat het toch geen tijd is voor loonsverlaging. De heer SIJTSMA- dat bedoel ik ook niet. De heer BAART: dat zou het toch betee- kenen, anders is niet mogelijk Opvoering van een paar salarissen is toch zoo niet te verkrijgen. En waarom is dat niet in het Georganiseerd Overleg eerst gebracht? De heer BOSMAN heeft slechts het woord gevraagd voor een enkel punt. Hij heeft in de secties aangedrongen op een zuinig be heer der bedrijven en B. en W artwoordden dat de leiders daarvan doordrongen waren. Allerminst lag in zijn bedoeling de leiders in dezen iets te verwijten, integendeel, hij heeft voor hen alle lof. Bedoeling was alleen om nog eens de aandacht te vestigen op de wenschelijkheid van zuinig beheer. In 't particuliere bedrijf worden vaak fouten ge woonlijk vlug hersteld tengevolge van de concurrentie. Het zou wel vreemd zijn, als in de gemeentebedrijven nooit iets haperde en vandaar zijn opmerking. Wat een des kundig onderzoek betreft, een accountants rapport is een administratief ding. doch de groote bedrijfsvoering wordt er bijkans niet in aangeroerd. Hierbij zal spr. het nu laten. Alleen nog iets over het voorstel v. Eek inzake medezeggenschap. Hij beziet dit voor stel in het belang van het betrokken bedrijf en dan ontkent hij het nut daarvan. Ook in de particuliere industrie is zoo'n streven der S.D.A.P. merkbaar, waar men er argwanend tegenover staat. Dit doet hij niet, maar hij vreest toch bij een eerlijke proef voor een mislukking. De arbeider kan z. 1. niet voldoende in zicht krijgen over 't gansche bedrijf. Voor proefnemingen is echter het part. bedrijf beter geëigend dan 't gemeentebedrijf en daarom wil hij eerst afwachten. De heer KOOISTRA zegt, dat zijn fractie niet alleen ziet de begrooting 1928 maar ook verder en zelfs terug ziet. Hij zal spreken over volkshuisvesting en verzoekt een nadere toelichting op een uit lating van B. en W., dat zij den particulie ren woningbouw zullen bevorderen. Betee- kent dat, dat zij bouwvereenigingen minder zullen steunen? Hij zou dat verkeerd achten, de voorkeur gevend aan vereenigingsbouw. Natuurlijk is hij voor het bouwrijp maken .van den grond Zuiderzicht, maar dit had reeds eerder moeten zijn geschied. Hij is echter tegen verkoop, voor geven irf'erfpacht, van welk systeem hij de voordeel en nog eens uiteenzet Wanneer de heer Huurman bij interrup tie bezwaren oppert, gaat spr. daarop nog nader in door 't aanhalen van citaten en voorbeelden uit Den Haag. De heer DE REEDE zegt, dat de begroo ting geen gunstig beeld geeft., maar bij an dere gemeenten vergeleken, is het nog niet zoo ongunstig. Hij waarschuwt echter tegen optimisme gebaseerd daarop, dat slechts tijdelijk inzinking heerscht. Gezien de na-oorlogsche toestanden is spr. daar van niet zoo zeker. De kwade posten der belastingen zullen zeker dalen, 't is nu ook absurd maar er zijn te veel ontheffingen etc. bij, samen 5 pCt. van de geheele opbrengst en dio zal blijven evenals een 3 pCt. oninbaar- verklaringen. Het inzicht over de onder steuning der werkloozen van B. en W., noemt hij grenzeloos oppervlakkig, daar zij hun meening baseeren op 2 maanden. Spr. vreest juist voor stabilisatie der werk loosheid en dan is er sprake van minder uitgaven. Wat de winst uit de bedrijven betreft, hij is er voor om deze zooveel mogelijk te stabiliseeren, b.v. door reserve-vorming. Het voorstel VaD het rijk betreffende de nieuwe regeling tusschen rijk en gemeenten lijkt hem onvoldoende. En wanneer komt er Mijn naam is Veath Henry Veath, zei de ander met een buiging. Het doet me genoegen onder deze vreemde menschen landgenooten aan te treffen. Nogmaals har telijk dank. U bent in ieder.geval geen zeeman, merkte Hugh op. Zooals ik hebt kunnen zienl Het is nog al ruw weer vandaag, zei Hugh weer. Gaat u ver mee met de boot? Ik ben uitgestuurd door de regeering een lange en verre weg. Maar een mensch moet gaan waar zijn plicht hem heen roept Ik verzeker u dat ik deze reis niet voot mijn pleizier maak Maar ik heb een paar gezel lige dagen in Londen gehad. Een belangrijke missie zeker? ver onderstelde Mr. Ridge. Ik ben bij de douane! 't Is alles nieuw voor mij, dus het doet er niet toe, waar ik begin.' Waar wordt u geplaatst? vroeg Hügh en een geheimzinnige stem had hem reeds verteld hoe het antwoord zou luiden, nog voordat de vreemdeling het gezegd had. Manilla. HOOFDSTUK VI. Henry Veath. De korte mededeeiïng van Mr. Veath, dat Manilla zijn plaats van bestemming was, gaf Grace een schok, waarvoor Hugh be waard bleef door de intuitieve openbaring, die hij reeds had gehad. Nadat de douane-ambtenaar naar bene den was gegaan om nog wat te rusten, voor de lunch, verdiepten de beide vluchtelingen zich in een geanimeerde discussie over de nieuwe situatie. iets van t Op z'n minst 1 Jan. 1931, doch hij acht dit te mooi. Belastingverlaging zou echter zelfs dit bedrag in gevaar brengen. Wat de belasting op het inkomen betreft, er is een stijging van aanslagen, ma-ar een daling van belastbaar inkomen, hetgeen hij nader met cijfers toelicht. Kleine in komens komen er bij, grootere gaan er af. Dat doet den middenstand schade, evenals het snelverkeer waardoor velen buiten de stad gaan koopen en het optreden van enkele werkloozen, die het eens met een winkeltje probeeren en zoo kwijnt veel in de stad. De heer v. Eek heeft eenige belasting voorstellen gedaan, die hij inconsequent noemt. Een zakelijke belasting op 't be drijf mist allen rechtsgrond. Het voorstel inzake de inkomstenbelasting is hem op zich zelf sympathiek, doch practisch lijkt het hem niet mogelijk. Een grootere pro gressie zal nog meerdere gegoeden uitdrij ven, ten laste van de kleinere inkomens, die moeten blijven. Boven f 6000 verdienen hier maar 4 pCt. en die betalen hier meer dan de helft belasting en boven de f 10.000 42 pCt. En dan nog hoogere pro gressie 1 De heer VERWEYZe houden genoeg over. De heer DE REEDE: Zeker, maar ze gaan weg. De heer VERWEY: Wij weten wel, dat we onder den druk van 4® kapitalisten leven. De heer DE REEDE zegt dan, dat B. en W. meevallers geven, doch er zijn toch ook tegenvallers, b.v. l ton op de inkomsten belasting. Een gevaar ziet spr. ook in het dreigend tekort der woningbouwvereenigingen en daarom zag hij gaarne alle aandrang op het rijk geoefend om de rente tot lager voet te con verteeren. En er zal toch ook heel wat moeten ge beuren, want Leiden sluit zich niet meer aan bij de behoeften van den tijd en dat zal ongetwijfeld bevolkingsaanwas tegen gaan. Door dit alles noemt hij met den heer v. Eek den toestand zorgelijk. Een lichtpunt ziet spr. in de kapitaal schuld, die goed is aangewend, dqch wij leven achteruit niet meer vooruit. Daarom zal hij wel zijn voor uitvoering van groote werken, mits zij echter bevorderen de wel vaart der gemeente. De heer GROENEVELD vindt de ant woorden van B. en W weinig positief Ook op het terrein van het verkeer, dat hij behandelen wil. Hij wijst nog eens op de wenschelijkheid van uitbreken der ramen aan de Zijlpoort, 't Is een oude kwestie en daarom had hij een positief ant woord verwacht. Het gebruiken van den openbaren weg voor auto-garage dient tegengegaan en de politie moet meer toezieD op het plaatsen van wagens in stegendat kan best zonder proces-verbaal of gummistok. Zelfs onderwijzers met klassen nemen het linkertrottoir. Nu kan men deze dingen wel met de wethouders gaan, bepraten, doch de erva ring heeft hem daarvaü teruggebracht, na dat hij het heeft geprobeerd En het succes is in 't openbaar ook grooter. Voetgangers loopen op de rijwielpaden. De heer HEEMSKERK komt op tegen de verklaring van den heer v. Eek, dat de po litiek der S. D. A. P. zou hebben geleid tot den uitbouw van deze partij in den raad, zich scharend naast den heer Wilbrink in dezen. Daar staat tegenover dat rechts met genoegen op de verkiezingen kan terugzien, een bewijs, dat de politiek der laatste jaren door de burgerij in meerderheid wordt goed gekeurd. Hoewel zijn partij B. en W. gaarne steunt behoudt zij zich toch voor alle leden vrij heid van handelen voor. Het eerst wil hij iets zeggen over de fi nanciën. De voorstellen van Eek zijn z.i. onnoodig, daar er geen behoefte is aan be- lastingverhooging en hij zal ze niet steunen. De inkomstenbelasting is z.i. slechts de eenige, werkelijk goede belasting, rekening houdend met draagkracht, in tegenstelling met de indirecte belasting. Op het R.-K. congres kon over de belas ting geen eensgezind oordeel worden ver- Kijk eens, als we daar aangekomen zijn, kunnen we gebruik van hem maken, zei Hugh filosofisch. Hij kan getuige zijn als ik om de huwelijksvergunning ga vragen. Ja maar Hugh, hij denkt dat we broer en zuster zijn, en wij kunnen hem het te genovergestelde niet gaan vertellen. Dat is wel zoo, peinsde hij, ik twij fel er aan of we hem zouden kunnen wijs maken, dat in Manilla broers en zusters samen trouwen. Het schijnt mij toe dat er een massa dingen zijn. die wij niet overwogen hebben toen we vertrokken, opperde Grace. We moeten hem maar in den waan laten, dat we broer, en zuster zijn, totdat we zijn getrouwd. Dan kunnen we hem uit lachen. Ik weet wel dat het niet erg leuk is om je eigen mop uit te leggen en anderen te vertellen, wanneer ze moeten lachen, maar het schijnt de eenige weg te zijn. We kunnen hem niet ontsnappen, zie je. Hij moet den twintigsten Mei op zijn post zijn. Per slot van rekening geloof ik, dat we toch maar aardig tegen hem moeten zijn, zei Grace weer. We kunnen hem toch niet buiten boord zetten, du9 we konden net zoo goed vriendelijk zijn. Hoe zou je het vinden wanneer je alleen naar Manilla ging? Stel jezelf eens in zijn plaats. Misschien is hij gelukkig, dat hij alleen reist. Dat is heel complimenteus, mijnheer. Zou jij liever alleen reizen? Weineen. Tk opper alleen maar, wat hij misschien vindt. Misschien is de arme kerel getrouwd. O. geloof je dat werkelijk? riep zij. Hij ziet er ten minste nogal terneer geslagen uit. Dat komt omdat hij zeeziek is. Maar om op onze eigen zaken terug te komen, geloof je, dat wij Mr. Veath het nieuws pas vertellen moeten als alles voorbij is. Ja, vind je ook niet? Hij stond op en hielp haar toen overeind. Terwijl hij met haar naar de trap .liep, stak hij zijn arm door de hare. Het vooruitzicht om tienduizend mijlen lang broer en zuster te zijn 9taat me nogal tegen, zei hij opeens. Ze keek hem verrast aan, en bloosde even. Toen zij de treden afgingen, sloeg hij zijn arm om haar schou der. Beneden stond hij stil en keek angstig- spiedend om zich heen en daarop gleed zijn arm van haar schouder om haar middel. Pas op, Hugh, fluisterde ze schuw en zenuwachtig. Is er iemand in 't zicht? vroeg hij haastig. Ik zie geen mensch. Dan val ik even uit mijn rol van broertje. Dit is een uitgezocht, veilig plekje en je zult een zoen in ontvangst hebben te nemen. Maar hij liet het allerminst bij één. Het is toch eigenlijk een schandaal, zei hij toen hij „uitgekust" was, dat broers niet zoo lief zijn tegen hun eigen zusters, ale tegen die van anderen. Het schijnt de gewoonte van broers te zijn om hun eigen zusters te veronacht zamen. merkte zij zedig op. Een broer die zijn zuster veronacht zaamt moest er met de zweep van langs krijgen, verklaarde hij geestdriftig. Aan boord gebruiken ze de kat met negen staarten, sloot ze glimlachend de discussie. Even later viel hij bij Veath binnen om te zien hoe deze het maakte en de douane ambtenaar heette zijn bezoeker hartelijk welkom. Hij lag in zijn kooi; Hugh bestelde een flesch champagne. Twee glazen van het edele nat brachten nieuw leven in den man en er kwam weer een tinteling in zijn doffe oogen. Hij kwam een beetje los en Hugh merkte dat hij een gezonde, gevoelige kerel was, wel een beetje onwetend in wereldsche dingen, maar volkomen in staat om oo zichzelf te passen. Bovendien zag hij er, nu hij weer wat kleur had, er knapper uit dan zijn nieuwe kennis eerst had gedacht. Zijn blauwe oogen. helder en scherp, ge tuigden van rondborstigheid, zijn mond van vastberadenheid en goedheid en van de gave om den humoristischen kant der din gen te zien. De lijnen in zijn gladgeschoren gezicht waren wat te diep en vormden een netwerk van allemaal kleine rimpeltjes die men bij een man van vijf en veertig zou verwachten en niet bij een van acht en twintig. Blijkbaar was zijn leven tot nu toe niet zoo heel gemakkelijk geweest Toen hij lang uit op den rand van zijn kooi lag, be wonderde Hugh onwillekeurig zijn lange, rechte gestalte, de breede schouders en het bleeke ernstige gezicht. Manilla is tegenwoordig een Belangrijke post, zei Veath. Er is in de komende ja ren veel werk op te knappen. Ik kom uit Indiana. Waar gaat u heen? Vaar Manilla. nut is toch niet waarl riep Veath veTrast Wel zeker! Waarom zou het niet waar zijn? Hugh glimlachte verrukt over de sen satie die hij had verwekt. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 5