Sint Nicolaas-Cadeaux
NEDRA
68ate Jaargang
LEIOSCH DAGBLAD, Dinsdag 29 November 1927
Tweede Blad No. 20770
Gemeenteraad van Leiden.
voor Amateur-Fotografen
JOH. GEIJTENBEEK
BINNENLAND.
FEUILLETON.
(Vervolg van gisteren).
AGENDA.
lo. Benoeming van een Directeur der Ge
meentewerken. (250)
Op verzoek van den heer Huurman gaat
de raad over tot een zitting met gesloten
deuren.
Na heropening wordt met algemeene
etemmen benoemd de heer A. M. Blaauw,
adjunct-directeur alhier.
2o. Benoeming van een lid der Plaatse
lijke Schoolcommissie. (243)
Benoemd wordt de heer A. B. Mulder met
algemeene stemmen.
3o. Benoeming van een lid van het Col
lege van Vrouwen-Kraammoeders. (251)
Benoemd woTdt mevr. M. A. KokVan
Bladeren met algemeene stemmen.
4o. Voorstel in zake de bestemming en
aanduiding van de nieuws school aan de
Driftstraat tot opleidingsschool voor uitge
breid lager onderwijs, toegankelijk voor
jongens en meisjes. (254)
Conform besloten*
5o. Voorstel tot overplaatsing:
a. van het hoofd der schoei Paul Kruger-
slraat B naar de opleidingsschool U. L. O
aan den Maresingel A;
b. van het hoofd der school Medusastraal
B naar de opleidingsschool voor U. L. O.
aan de Driftstraat. (255).
De heer VERWEY klaagt, dat de Com
missie voor het Onderwijs hierbij is gepas
seerd. Er zullen wel zaken zijn, die daar
niet behoeven te worden gebracht, maar in
dit opzicht is dit z. i. niet van toepassing.
Dit voorstel houdt wellicht in, vreest hij,
opheffing van een der scholen aan de Paul
KrugeTstraat, en dan kan hij niet meegaan.
Voorts vraagt hij, hoe deze overplaatsing tot
stand is gekomen en of er gelegenheid was
tot solliciteeren voor andere Leidsche hoof
den.
"Wethouder TEPE zegt, dat B. en W.
meenen, dat benoemingen niet thuis hooren
in de commissie volgens de wet Wat be
treft het inhouden van dit voorstel dat be
doelde school zal worden opgeheven, mo
gelijk zullen B. en W. met zoo'n voorstel
komen, doch deze overplaatsing staat daar
toch buiten, althans direct, al is indirect
daarmee eenigszins rekening gehouden. B.
en W. zijn thans bezig de opheffingskwestie
te onderzoeken, hebben nog geen vast oor
deel.
Van solliciteeren is bij overplaatsingen
nooit sprake. Oproepingen zijn zeker niet
wenschelijk. Onderwijs en inspecteur L. O.
moeten daarbij tal van bijzondere motie
ven kunnen doen gelden.
De heer VERWEY zegt, dat zijn meening
in hoofdzaak dus wel juist was, maar hij
zal daar nu niet verder op ingaan, daar dit
niet de gelegenheid er voor is.
Hij blijft van meening, dat de commissie
in dezen wel gehoord had moeten worden.
De mogelijkheid van erkennen der rech
ten van andere hoofden moet z. i. open ge
laten worden.
De heer MEYNEN meent, .dal de over
plaatsing het karakter heeft van een pro
motie van twee hoofden, die reeds lang als
zoodanig hebben gefungeerd, waarbij ook
de anciënniteit meetellen mag.
Wethouder TEPE deelt nog mede, dat een
ander hoofd nog heeft gesolliciteerd doch
zich ten slotte heeft teruggetrokken. De over
plaatsing was dus bekend.
Conform wordt dus besloten.
6o. Voorstel tot overplaatsing van Mej. J.
J. de Bruin van de school Haverslraat A
naar de opleidingsschool voor Gypinasium
en Hoogere Burgerschool. (241)
Na een korte opmerking van den heer
Kooistra betreffende het niet overleggen
van de goedkeuring van den minister
die er wel is, zooals de wethouder ver
klaarde wordt conform besloten.
RECLAME.
ST.-NICOLAAS-GARDEROBE.
Onze costuums zijn frisch en fleurig
en hebben een zorgvuldige behandeling
E R A T O, Oude Singel 14, Telefoon 889.
Baarden Pruiken Mommen.
1977
7o. Praeadvies op het verzoek van Mej.
C. Korsse, om eervol ontslag als lid van het
Burgerlijk Armbestuur. (247)
Conform besloten.
8o Praeadvies op het verzoek van Prof.
Mr. A. J. Blok, om eervol ontslag al9 Regent
van heUGeref. Minne- of Arme Oude Man
nen- en Vrouwenhuis. (24S)
Conform besloten.
9o. Voorstel om Burgemeester en Wet
houders te machtigen de Stadsgehoorzaal
tegen verminderd tarief af te staan aan de
Leidsche Pluimvee-Vereeniging. (245)
Conform besloten.
lOo. Praeadvies op het verzoek van de
Leidsche Duinwater-Maatschappij, om ver
gunning lot het uitbreiden van hare werk
plaatsen en haar magazijn aan de Haver
zaklaan No. 13a. (255)
De heer SCHüLLER zal niet tegenstem
men, 't is ten algemeene nutte, maar hij
had bij de stukken gezien een vergunning
om hooger te bouwen.
De VOORZITTER zegt, dat het punt
bouwvergunning niet aan de orde is, alleen
de concessie.
Wanneer de heer SCHüLLER persisteert,
zegt de VOORZITTER, dat de bouwvergun
ning bovendien alleen is ter competentie
van B. en W.
Conform wordt dan besloten.
llo. Voorstel om te besluiten tot het in
dienen van bezwaren tegen een aanslag in
de Forensenbelasting in eene andere ge
meente. (249)
De heer GROENEVELD meent, dat het in
bezwaar gaan wel wat vreemd is, gezien
hoe het een geval 1925/2 gelijk heeft ge
kregen. Het betreft nu een aanslag 1926/27.
De VOORZITTER: er is nu blijkbaar een
stuk te veel overgelegd.
Conform wordt dan besloten.
12o. Voorstel:
a. tot het verleenen van medewerking
aan het bestuur van de Vereeniging voor
Christelijk Onderwijs, tot aanschaffing van
leermiddelen voor de le klasse der school
voor U. L. O., aan het Noordeinde No. 40;
b. tot beschikbaarstelling van de voor de
aanschaffing der sub a bedoelde leermidde
len benoodigde gelden. (256)
Conform besloten.
13o. Praeadvies op het verzoek van de
Buurlcommissie „Centrumbelang", in zake
den aanleg van een tegeltrotloir op het ge
deelte van den Nieuwen Rijn, gelegen tus-
schen Burgsteeg en Vischbrug. (253)
Conform besloten.
14o. Voorstel om Burgemeester en Wet
houders te machtigen het noodige te verrich
ten ter verkrijging door middel van ont
eigening:
a. van het perceel Sectie I No. 2306. ten
behoeve van den bouw van een gym
nastieklokaal voor de bijzondere scholen
aan de Hooglandsche Kerkgracht No. 20a;
b. van de perceelen Sectie I Nis 2206 en
122, ten behoeve van de uitbreiding van de
Kaasmarkt. (246)
De heer MANDERS meent, dat de vraag
prijs niet zooveel verschilt van wat al ge
boden is; hij geeft cijfers. Is er dus wel
reden om zoo'n procedure aan te gaan?
Wethouder REIMERINGER zeg(. dat B.
en W. de cijfers veel te hoog achten. Hun
taxateurs schatten veel lager. Er is dus alle
reden. Meer wil hij er niet van zeggen.
De heer HUURMAN wil niet beoordeel en
of het verstandig is van den heer Manders
cijfers te noemen, doch onteigening is soms
gevaarlijk. Daarom raadt hij aan aanhou
den van dit punt tot een volgende verga
dering, om de kwestie nog eens te kunnen
beschouwen.
Wethouder GOSLINGA zegt, dat z.i. de
raad gerust kan overgaan lot de onteige
ningsprocedure.
De heer MANDERS vreest, dat onteige
ning de gemeente geld zal kosten gezien de
biedingen, die gedaan zijn. (Wanneer ge
roepen wordt door wie, gaat de heer Man
ders daar kort op in).
Conform wordt dan besloten.
15o. Voortzetting van de behandeling van
het voorstel:
a. in zake het verleenen van een voor
schot aan de Woningbouwvereniging „de
Goede Woning" ten behoeve van de vol
tooiing van haar gebouw aan de Gas-
straat, oorspronkelijk bestemd voor badhuis
en van een bijdrage in het exploitatie
tekort van dat gebouw;
b. in zake het huren van het sub a be
deeld gebouw, ten einde daarin het tijdelijk
Gemeentelijk Waschbureau te vestigen;
c. tot vaststelling van den desbetreffenden
begrotingsstaat (238)
Dc VOORZITTER zegt, dat hij pas me-
dedeelingen heeft ontvangen, die nog «iet
volledig kunnen worden overzien. Het col
lege stelt daarom opnieuw uitstel voor. Het
acht het gewenscht, de zaak volledig gedo
cumenteerd af te doen.
De heer VAN STRALEN meent, dat B.
en W. toch nadere gegevens zullen moeten
verschaffen over dit uitstel. Vorige maal
wilde de voorzitter zelf reeds doen stemmen.
Waarom dan nu weer uitstel?
Hij vreest, dat die nader mededeelingen
niet zakelijk zullen zijn, doch meer een po
litiek karakter hebben met bedoeling om
dit bedrijf om hals te brengen op fatsoen
lijke manier nadat een reden daarvoor is
gezocht en gevonden.
De VOORZITTER zegt, dat de heer Van
Stralen gelijk zou hebben, zoo het college
plan had het voorstel terug te nemen, doch
't betreft mededeelingen, pas eenige uren
geleden gedaan, die nader onder de oogen
moeten worden gezien. De politiek is er niet
mee gemoeid.
De heer GROENEVELD klaagt ook, dat
B. en W. den raad aldus overrompelen,
maar hij zal zich er thans bij neerleggen.
Afwachtend, of een kapstok zal worden ge
vonden, om er het voorslel aan op te
hangen.
Z. h. st. wordt tot uitstel besloten.
SPOEDEISCHENDE VOORSTELLEN.
De VOORZITTER stelt dan aan de orde
den aankoop van gronden ten Z. van de
tramlijn LeidenWassenaarDen Haag,
n.l. de perceelen Sectie P. nos. 932, 934,
936, 938. groot 1.23.80 H A. voor f38.997
en ten N. van de trambaan de perceelen
Sectie P nos. 1207, 1208, 1209. 933 en 935
groot 0.43.43 H.A. voor f 15.200.50.
Conform besloten.'
Daarentegen wordt met 255 stemmen
(tegen de heeren Svtsma, Spendel, Wilmer,
Heemskerk en Parmentier) besloten tot aan
koop van de perceelen: Sectie P, nos. 77,
76, 615, 616, 618, 630, 1042, 3.0453 H.A.
groot, voor f41.250, en Sectie P, nos. 75,
1020, 4.74.55 H.A. groot, voor f71.182.50.
Interpellatie Van Es.
De heer VAN ES stelt B. en W. vol-
genae vragen:
1. Is het aan B. en W. bekend, dat
door den Directeur van den geneeskundigen
dienst op verschillende bewaarscholen hier
Ier slede bg kinderen inentingen verricht
zijn tegen diphterie?
2. Hebben B. en W. daarvoor aan dien
Directeur machtiging verleend?
3. Is tevoren van de ouders dier kin
deren schriftelijke toestemming gevraagd en
verkregen?
4. Meenen B. en W. niet, dat hier het
terrein betreden wordt, dat aan de huis
artsen toebehoort?
5. Zou het college, maatregelen willen
nemen om dergelijke handelingen van ge
noemden Directeur eventueel van school
artsen te voorkomen?
Wethouder REIMERINGER, de vj
direct beantwoordend, zegt:
Ad 1: Het is het college van B. en W.
bekend.
Ad 2: De directeur had geen bepaaiae
machtiging meer daarvoor. Wel een jaar
geleden. De aandacht van den directeur is
daarop gevestigd.
Ad 3: De ouders hebben schriftelijk toe
stemming verleend.
Ad 4: De meeste huisartsen zijn niet
voldoende bekend met deze materie en daar
om is dit door den directeur gedaan om het
er in te brengen.
Ad 5: Het college zal zijn houding nader
onder de oogen zien.
De heer VAN ES is niet geheel tevreden.
Hij waarschuwt tegen ad 4. Daarvoor is
z.i. de directeur niet.
Voorts meent hij, dat, om de verklaringen
der ouders te kragen, zeer lichtvaardig is
omgesprongen.
H(j' maant tot voorzichtigheid in deze
materie, gelet ook op de pokken-vaccinatie,
die zoolang onschuldig heette.
De interpellatie wordt gesloten.
HET SALARIS VAN DEN BURGEMEESTER
De VOORZITTER gaat heen, de leiding
overdragend aan wethouder Reimeringer.
De heer HUURMAN acht de schriftelijke
toelichting van het voorstel, door hem en
de heeren Wilmer, Meynen en Bosman in
gediend, om het salaris van den burge
meester op f 12.000 te brengen, voldoende.
De heer v. ECK wil het standpunt van
zijn fractie uiteenzetten, los van de figuur,
waardeering voor en capaciteiten enz. van
den tegenwoordigen titularis.
Toen de heer De Gijselaar verlaging van
Zijn salaris voorstelde, stemde zijn fractie
tegen, vreezend voor een algemeene loons
verlaging.
Zijn fractie houdt vast aan het stand
punt, destijds ingenomen bij het salaris-
vraagstuk. Zij is tegen salarissen boven
f 6000 behalve voor zoover deze er al zijn.
De consequentie brengt dus mee, dat zijn
fractie is tegen deze verlioogiüg.
Nu kan men wijzen op het bijzondere
van de functie, doch daarvoor kan zijn
partij niet wijken, voorstandster als zij is
van burgerlijken eenvoud. Een burgemees
ter moet leven als ieder ander en alleen
door capaciteiten etc. populariteit trachten
t-e verwerven. Hoewel het hem spijt voor
den persoon, die gewaardeerd wordt, zal hij
tegenstemmen.
De heer SIJTSMA sluit zich in hoofdzaak
aan bij den heer v. Eek met alle waardee
ring voor den burgemeester; f 10.000 acht
hij voldoende voor Leiden En waar B. en
W. zelf altijd roepen om betrachten der
zuinigheid, kan hij nu met zijn voor deze
salarisverhooging.
Dc heer WILMER zou zich ernstig be
dacht hebben zoo het gold een salarisver
hooging, maar dat is niet het geval. Het
salaris is f 12!OCO. Alleen op persoonlijke
instignatie van den heer De Gijselaar, is
het destijds tot f 10.000 teruggebracht.
De waardeering voor den burgemeester
van den heer v. Eek en zijn democratische
opvattingen over zulke titularissen kan hij
deelero, doch het burgemeesters-ambt brengt
zeker onkosten mede, dat moet niet ver
gelen worden.
Veel salarissen, hooger dan f 6C00, wor
den uitbetaald met medewerking der S.D.
A P. elders. De partij telt zelf wel zulke
salaris-trekkers. Het algemeen verband in
de salarieering moet worden gehandhaafd
en dat vraagt z.i. herstel van het vroeger
salaris.
De heer HUURMAN had gaarne gezien,
dat het voorstel z h.st. was aangenomen.
Ged. Staten hebben f 12.000 vastgesteld,
doch door een mooi gebanr van den bur
gemeester is dit teruggebracht op f 10 000.
De S.D.A P. heeft zelf destijds tegenge
stemd. Waarom dan nu weer tegen herstel 1
De heer De Gijselaar had zijn eigen argu.
menten, doch hij heeft nooit gezegd f 10.000
is voldoende. In vergelijking met andere
plaatsen is f 12.000 ook geheel normaal
Ook gelet op de meerdere uitgaven van
een burgemeester.
De heer BERGERS steunt den heer Wil
mer, evenals de heer HEEMSKERK, die
destijds tegen verlaging stemde, van m-ee-
ning dat f 12.000 niet te hoog was. Daarom
is hij natuurlijk voor terugbrengen op
het oude peil, ook al zijn de toestanden
wel wat veranderd ten nadeele der ge
meentekas, zoodat hij zich vrijheid voorbe
houdt in de toekomst inzake verlaging van
eenige inkomens.
De heer v. ECK zegt dat zijn partij meent,
dat iedereen burgemeester moet kunnen
worden, ook al heeft hij geen cent. Een bur
gemeester moet populair kunnen worden
buiten geld, steun etc. om door zijn werk
kracht als anderszins. Wat betreft, dat el
ders socialisten ook meer dan f 6000 ver
dienen, 't is waar. maar 't is bekend genoe'g,
hoe Leiden daartegen voldoende opponeert.
Zijn functie was destijds tegen verlaging
omdat gevreesd werd voor een algemeene
verlaging, gelet op het geroep om bezuini
ging.
Nogmaals geeft hij. dat dit alles slaat
builen de persoon van den burgemeester die
in zijn ijver etc. wordt gewaardeerd
De heer PARMENTIER somt eenige trac-
RECLAME.
in groote keuze bij 1962
FOTOHANDEL - BREESTRAAT 79
tementen van S. D. A.'P.'ers op boven de
f 6000 met pensioenen boven f3 a f 4000.
Geroep: daarop is toch al geantwoord!
Het voorstel wordt aangenomen met 21—4
10 stemmen.
Tegen de heer Svtsma en de S. D. A. P,
Rondvraag.
De heer DE REEDE zegt schriftelijk anL
woord op zijn vragen inzake de loozings-
belasting te hebben ontvangen, doch hij is
niet voldaan. Hij vraagt daarom verlof
nadere vragen te mogen stellen.
Wordt toegestaan voor een volgende ver-»
gadering
Dc heer v. STRALEN: U hebt den ver
keerden weg bewandeld.
De heer GROENEVELD wijst er op, hoe
aan de Janvossen9leeg nog niet alle verbete
ringen zijn aangebracht, al zou dit in 1927
geschieden volgens raadsbesluit. B. en W.
drijven kalm hun zin door door te wachten
tol 1928
De VOORZITTER: de materialen zijn er
nog niet.
Hierop sluiting.
NEDERLAND EN DEN VOLKENBOND.
Mr. Rutgers naar Genève.
De heer mr. V. II. Rutgers, bijgestaan door
den heer mr. Beucker Andreae, chef van de
juridische afdeeling van het ministerie van
builenlandsche zaken, zal volgens een mede-
deeling van de Nederlandsche regeering aan
den secretaris-generaal van den Volkenbond,
Nederland te Genève in het speciale Comité
voor veiligheid en arbitrage vertegenwoordi
gen.
WIJZIGING
BEGROOTING LEENINGFONDS 1926.
Ingediend is een ontwerp tot wijziging
van de begrooting van uilgaven van het
Lceningfonds 1914 voor het jaar 1926.
Ter betaling van de rente der 5 pCt.
Staatsleening 1919 is in 1926 f 134.048.54
méér noodig geweest, dan bij de samenstel
ling der begrooting van het Leeningfonds
voor dat dienstjaar was berekend. De ra
ming van den betreffenden post was geba
seerd op een leeninghedrag van f 430 mil-
lioen, welk bedrag echter nog niet definitief
vaststond, omdat omtrent verschillende aan
slagen in de vermogens- en de inkomstenbe-
Uit het. Engelsch van
GEORGE BARR McCUTCHEON.
(Nadruk verboden).)
6)
Toen de ander hem begroet had, was
Ridgeway dadelijk overtuigd geweest, dat
alles verloren was en hij had op hel punt
geslaan het noodlot te aanvaarden, tot op
eens het gevaar, dat in de laatste veronder
stelling lag, tot hem doordrong en hem tot
verzet tegen het noodlot prikkelde.
Hugh keek heel norsch.en vertrok zijn
mond zoo onnatuurlijk mogelijk. De verbijs
terde „oude jongen" zag den spreker met een
vernietigenden blik aan en zei met een on
sympathieke grafstem: Ik heb niet het
genoegenl „Ken je me niet meer, Hugh?"
vroeg hij ten slotte, half verontwaardigd.
„Neen mijnheer. Tusschen twee haakjes,
mijn naam is geen Hugh. U verwart me
blijkbaar met iemand anders," antwoordde
Hugh plechtig en nog steeds op den som
beren toon van zooeven. „Ik ben Dr. James
Horion uit Baltimore. De gelijkenis moet
blijkbaar wel frappant zijn."
Nu wist Woods werkelijk niet meer hoe
bij het had. Hij wreef zijn hand over zijn
oogen, kuchte een paar keer. maar hij scheen
toch nog woorden te kunnen vinden om
uiting te' geven aan zijn verbluftheid.
„Bent u werkelijk niet Hugh Ridgeway
uit Princeton, negentig maar Hugh viel
hem beleefd in de rede.
>,Inderdaad niet. Ik ben nog nooit van
mijn leven in Princeton geweest. Ik heb in
Yale gestudeerd. Wilt u mij misschien uw
naam en het adres van uw vriend geven?
Werkelijk, ik voel er veel voor, om eens
kennis te maken met mijn dubbelganger!"
Hugh frommelde in zijn zakken alsof hij
naar een potlood en een notitieboekje zocht.
„Wel alle sputterde Woods, terwijl
hij den ander doordringend aankeek. Mijn
naam is Mc Lans Woods, en de man -waarop
u sprekend gelijkt is, Hugh Ridgeway uit
Chicago. Ik ik mag opgehangen worden
als ik ooit zoo'n gekke geschiedenis heb be
leefd. Want dit is nog niet alles. In New-
burg stapte ik in den trein en terwijl ik er
doorheen liep, zag ik iemand, van wie ik
gezworen zou hebben dat het een zekere
Miss Vernon was, met wie ik kennis heb ge
maakt, toen ik Ridgeway in Chicago een be
zoek bracht. Ik stond op het punt om haar
a^n te spreken, maar ze keek me zoo vreemd
cn uit de hoogte aan. dat ik er maar van
door ging, vast overtuigd, dat ik mij vergist
had. Twee zulke „noodlottige gelijkenissen"
op een dag is wel een beetje sterk I Het is
onmogelijk zou je zoo zeggen. Waarachtig,
het is onmogelijk," riep de verbijsterde New-
Yorker. terwijl zijn oogen als gemagneti
seerd steels maar naar Ridgeway bleven
kijken, die zich bijna verraden had toen hij
Miss Vernons naam hoorde. Hij voelde een
groote bewondering voor zijn meisje, toen
Woods vertelde hoe zij zich hem van het lijf
gehouden had.
„Ik zal probeeren dien mijnheer Ridge
way te vinden Ik ben dikwijls in Chicaga,"
zei hij. „In ieder geval is hel me een genoe
gen u ontmoet te hebben Mr. Woods. Als u
ooit eens in Baltimore mocht komen, zoek
mij dan eens op. U vindt mij in het
E-gebouw."
„Graag dokter, hoe lang blijft u in New-
York?"
„Morgen ga ik weer weg."
„Heeft u geen lust om met mij naar mijn
club te gaan?" vroeg Woods, maar Hugh
viel hem in de rede door den alom tegen
woordig zijnde witkiel een wenk le geven.
„Dank u. Het is heel vriendelijk van u.
Ik zou gTaag willen, ziel u, maar ik heb een
afspraak!"
„Tot weerziens!" Hij schudde Woods
hartelijk de hand.
Deze droop af en Hugh wendde zich, zoo-
dra de kust veilig was, tot den dienstman:
„Vooruit man, vertel gauw heb je haar
den brief gegeven? Wat deed ze? Waar is
ze naar toe gegaan?"
„Het is in orde, mijnheer. De dame is
naar het hotel gegaan.
.Prachtig, roep een taxi, vlug! Hier!" zei
hij en drukte den man een dollarbiljet in de
hand.
Terzelfderlijd naderde Grace Vernon, vol
komen overtuigd dat ze spoedig met Hugh
samen zou zijn, het aangewezen hotel in de
benedenstad. Ze begreep dat hij een hotel
dAér had uitgezocht, omdat de kans, iemand
uit de „beau monde" te ontmoeten daar al
zeer gering was. Bovendien waren ze er
dichter bij de boot.
Grace ging de dames-wachtkamer van
het hotel binnen en belde om een bediende
„Logeert mr. Ridge hier?" vroeg ze ge
decideerd.
„Neen, mevrouw. Verwachtte u hem?"
„Ja," antwoordde ze een beetje in de war.
„Maar hij kan elk oogenblik komen.*'
Op zijn vraag of ze misschien iets wilde
gebruiken terwijl zij wachtte, gaf ze een
ontkennend antwoord, en de man vertrok.
Met een zucht van verlichting, dat zij al
leen was, ging zij naar een schrijftafel en
schreef een langen brief. Toen ze daarmee
klaar was, stond ze op, liep naar een raam
en keek naar buiten. L)e wachtkamer keek
neer op den voornaamsten ader van het
stadsverkeer; beneden haar was de einde-
looze menschenslroom. Ze deed haar best
om een vaag gevoel van ongerustheid over
haar onverwachte wegblijven van Hugh Ie
onderdrukken en trachtte haar gedachten op
het schouwspel van de drukte beneden te
concenlreeren. Een half uur ging voorbij.
Toen begon ze zennwachtig te worden.
Waardoor kon hij opgehouden zijn? Had hij
misschien eeh ongeluk gekregen? Of had /.c,
den aangenomen naam, waaronder hij zich
zou laten inschrijven, misschien verkeerd
opgegeven en zat hij nu al dien lijd op haar
le wachten?
Ongedurig liep het meisje de kamer op
en neer. Ze raakte heelemaal overstuur en
er kwam een knagend gevoel van zelfver
wijt over wat ze begonnen was, over haar.
Zij belde den bediende weer.
Zou ik mischien het vreemdelingenboek
even mogen zien?" vroeg zij. zich dwingend
haar verlegenheid te verbergen
De bediende bracht haar gedicnslig hel
boek en ijverig onderzocht zij de lijst. Maar,
helaas, ze kon niets ontdekken dal leek op
Ridcewav. Ridge. of op Hugh's schrift.
De pijnlijke ^|i!te, die volgde, werd door
den bediende verbroken met de vraag of ze
ook teekenen wilde.
Grace kon haar opwinding nauwelijks
verbergen Het crilieke moment was geko
men Fels moest er gedaan worden. Maar
wat? Zou ze teekenen en onder welken
naam? Waar moest ze dan heengaan? Ten
slotte stamelde ze met een hoog-roode
kleur: „Neen, dank u; ik blijf nog even op
mijnheerop mijn broer wach
ten."
Het was er uit. Grace had een gevoel of
ze een misdaad begaan had en de straf wel
niet lang zou uitblijven. Tranen van ellende
kwamen in haar oogen; de toestand werd
benauwend.
En juist op dat oogenblik klonk een
schrille slem:
„Miss Ridge!"
Grace stond onbeweeglijk. De naam, waar
ze naar gevraagd had, werd luid uitgeroe
pen, maar bracht niet het minste leeken van
herkenning op hel mooie gezichtje, waar de
verbaasde oogen van den bediende op rustte.
Hij stond op het punt om wat te zeggen
maar werd weerhouden door iets in haar on
beweeglijke houding.
Weer dezelfde uitroep! Een piccolo kwam
het vertrek binnen.
De bediende trok heel eventjes zijn wenk
brauwen omhoog en wendde zich tol haar.
Grace schrok plotseling op; een verrukte
glans kwam in haar oogen; langzamerhand
drong de beleekenis van den roep tot haar
geest door!
„Ik hen Miss Ridge!" zei ze opgewonden,
terwijl het warme bloed haar wangen
kleurde.
„Een telefonische boodschap
„Voor mij?" vroeg ze ongerust.
„Van mr. Ridge; hij vroeg of u nog even
wachten wilde," voltooide de jongen zijn zin.
„Dank je wel hoor. dank je wel." Het
meisje slorlte haar opluchting gewoonweg
over den verbluft-starenden telefoon-
jongen uit; maar de boodschap was nauwe
lijks overgebracht of Hugh, bijna dol van
opwinding, stormde de kamer al binnen.
(Wordt vervolgd).