Sint Nicolaas-Cadeaux NEDRA 68ate Jaargang LEIOSCH DAGBLAD, Dinsdag 29 November 1927 Tweede Blad No. 20770 Gemeenteraad van Leiden. voor Amateur-Fotografen JOH. GEIJTENBEEK BINNENLAND. FEUILLETON. (Vervolg van gisteren). AGENDA. lo. Benoeming van een Directeur der Ge meentewerken. (250) Op verzoek van den heer Huurman gaat de raad over tot een zitting met gesloten deuren. Na heropening wordt met algemeene etemmen benoemd de heer A. M. Blaauw, adjunct-directeur alhier. 2o. Benoeming van een lid der Plaatse lijke Schoolcommissie. (243) Benoemd wordt de heer A. B. Mulder met algemeene stemmen. 3o. Benoeming van een lid van het Col lege van Vrouwen-Kraammoeders. (251) Benoemd woTdt mevr. M. A. KokVan Bladeren met algemeene stemmen. 4o. Voorstel in zake de bestemming en aanduiding van de nieuws school aan de Driftstraat tot opleidingsschool voor uitge breid lager onderwijs, toegankelijk voor jongens en meisjes. (254) Conform besloten* 5o. Voorstel tot overplaatsing: a. van het hoofd der schoei Paul Kruger- slraat B naar de opleidingsschool U. L. O aan den Maresingel A; b. van het hoofd der school Medusastraal B naar de opleidingsschool voor U. L. O. aan de Driftstraat. (255). De heer VERWEY klaagt, dat de Com missie voor het Onderwijs hierbij is gepas seerd. Er zullen wel zaken zijn, die daar niet behoeven te worden gebracht, maar in dit opzicht is dit z. i. niet van toepassing. Dit voorstel houdt wellicht in, vreest hij, opheffing van een der scholen aan de Paul KrugeTstraat, en dan kan hij niet meegaan. Voorts vraagt hij, hoe deze overplaatsing tot stand is gekomen en of er gelegenheid was tot solliciteeren voor andere Leidsche hoof den. "Wethouder TEPE zegt, dat B. en W. meenen, dat benoemingen niet thuis hooren in de commissie volgens de wet Wat be treft het inhouden van dit voorstel dat be doelde school zal worden opgeheven, mo gelijk zullen B. en W. met zoo'n voorstel komen, doch deze overplaatsing staat daar toch buiten, althans direct, al is indirect daarmee eenigszins rekening gehouden. B. en W. zijn thans bezig de opheffingskwestie te onderzoeken, hebben nog geen vast oor deel. Van solliciteeren is bij overplaatsingen nooit sprake. Oproepingen zijn zeker niet wenschelijk. Onderwijs en inspecteur L. O. moeten daarbij tal van bijzondere motie ven kunnen doen gelden. De heer VERWEY zegt, dat zijn meening in hoofdzaak dus wel juist was, maar hij zal daar nu niet verder op ingaan, daar dit niet de gelegenheid er voor is. Hij blijft van meening, dat de commissie in dezen wel gehoord had moeten worden. De mogelijkheid van erkennen der rech ten van andere hoofden moet z. i. open ge laten worden. De heer MEYNEN meent, .dal de over plaatsing het karakter heeft van een pro motie van twee hoofden, die reeds lang als zoodanig hebben gefungeerd, waarbij ook de anciënniteit meetellen mag. Wethouder TEPE deelt nog mede, dat een ander hoofd nog heeft gesolliciteerd doch zich ten slotte heeft teruggetrokken. De over plaatsing was dus bekend. Conform wordt dus besloten. 6o. Voorstel tot overplaatsing van Mej. J. J. de Bruin van de school Haverslraat A naar de opleidingsschool voor Gypinasium en Hoogere Burgerschool. (241) Na een korte opmerking van den heer Kooistra betreffende het niet overleggen van de goedkeuring van den minister die er wel is, zooals de wethouder ver klaarde wordt conform besloten. RECLAME. ST.-NICOLAAS-GARDEROBE. Onze costuums zijn frisch en fleurig en hebben een zorgvuldige behandeling E R A T O, Oude Singel 14, Telefoon 889. Baarden Pruiken Mommen. 1977 7o. Praeadvies op het verzoek van Mej. C. Korsse, om eervol ontslag als lid van het Burgerlijk Armbestuur. (247) Conform besloten. 8o Praeadvies op het verzoek van Prof. Mr. A. J. Blok, om eervol ontslag al9 Regent van heUGeref. Minne- of Arme Oude Man nen- en Vrouwenhuis. (24S) Conform besloten. 9o. Voorstel om Burgemeester en Wet houders te machtigen de Stadsgehoorzaal tegen verminderd tarief af te staan aan de Leidsche Pluimvee-Vereeniging. (245) Conform besloten. lOo. Praeadvies op het verzoek van de Leidsche Duinwater-Maatschappij, om ver gunning lot het uitbreiden van hare werk plaatsen en haar magazijn aan de Haver zaklaan No. 13a. (255) De heer SCHüLLER zal niet tegenstem men, 't is ten algemeene nutte, maar hij had bij de stukken gezien een vergunning om hooger te bouwen. De VOORZITTER zegt, dat het punt bouwvergunning niet aan de orde is, alleen de concessie. Wanneer de heer SCHüLLER persisteert, zegt de VOORZITTER, dat de bouwvergun ning bovendien alleen is ter competentie van B. en W. Conform wordt dan besloten. llo. Voorstel om te besluiten tot het in dienen van bezwaren tegen een aanslag in de Forensenbelasting in eene andere ge meente. (249) De heer GROENEVELD meent, dat het in bezwaar gaan wel wat vreemd is, gezien hoe het een geval 1925/2 gelijk heeft ge kregen. Het betreft nu een aanslag 1926/27. De VOORZITTER: er is nu blijkbaar een stuk te veel overgelegd. Conform wordt dan besloten. 12o. Voorstel: a. tot het verleenen van medewerking aan het bestuur van de Vereeniging voor Christelijk Onderwijs, tot aanschaffing van leermiddelen voor de le klasse der school voor U. L. O., aan het Noordeinde No. 40; b. tot beschikbaarstelling van de voor de aanschaffing der sub a bedoelde leermidde len benoodigde gelden. (256) Conform besloten. 13o. Praeadvies op het verzoek van de Buurlcommissie „Centrumbelang", in zake den aanleg van een tegeltrotloir op het ge deelte van den Nieuwen Rijn, gelegen tus- schen Burgsteeg en Vischbrug. (253) Conform besloten. 14o. Voorstel om Burgemeester en Wet houders te machtigen het noodige te verrich ten ter verkrijging door middel van ont eigening: a. van het perceel Sectie I No. 2306. ten behoeve van den bouw van een gym nastieklokaal voor de bijzondere scholen aan de Hooglandsche Kerkgracht No. 20a; b. van de perceelen Sectie I Nis 2206 en 122, ten behoeve van de uitbreiding van de Kaasmarkt. (246) De heer MANDERS meent, dat de vraag prijs niet zooveel verschilt van wat al ge boden is; hij geeft cijfers. Is er dus wel reden om zoo'n procedure aan te gaan? Wethouder REIMERINGER zeg(. dat B. en W. de cijfers veel te hoog achten. Hun taxateurs schatten veel lager. Er is dus alle reden. Meer wil hij er niet van zeggen. De heer HUURMAN wil niet beoordeel en of het verstandig is van den heer Manders cijfers te noemen, doch onteigening is soms gevaarlijk. Daarom raadt hij aan aanhou den van dit punt tot een volgende verga dering, om de kwestie nog eens te kunnen beschouwen. Wethouder GOSLINGA zegt, dat z.i. de raad gerust kan overgaan lot de onteige ningsprocedure. De heer MANDERS vreest, dat onteige ning de gemeente geld zal kosten gezien de biedingen, die gedaan zijn. (Wanneer ge roepen wordt door wie, gaat de heer Man ders daar kort op in). Conform wordt dan besloten. 15o. Voortzetting van de behandeling van het voorstel: a. in zake het verleenen van een voor schot aan de Woningbouwvereniging „de Goede Woning" ten behoeve van de vol tooiing van haar gebouw aan de Gas- straat, oorspronkelijk bestemd voor badhuis en van een bijdrage in het exploitatie tekort van dat gebouw; b. in zake het huren van het sub a be deeld gebouw, ten einde daarin het tijdelijk Gemeentelijk Waschbureau te vestigen; c. tot vaststelling van den desbetreffenden begrotingsstaat (238) Dc VOORZITTER zegt, dat hij pas me- dedeelingen heeft ontvangen, die nog «iet volledig kunnen worden overzien. Het col lege stelt daarom opnieuw uitstel voor. Het acht het gewenscht, de zaak volledig gedo cumenteerd af te doen. De heer VAN STRALEN meent, dat B. en W. toch nadere gegevens zullen moeten verschaffen over dit uitstel. Vorige maal wilde de voorzitter zelf reeds doen stemmen. Waarom dan nu weer uitstel? Hij vreest, dat die nader mededeelingen niet zakelijk zullen zijn, doch meer een po litiek karakter hebben met bedoeling om dit bedrijf om hals te brengen op fatsoen lijke manier nadat een reden daarvoor is gezocht en gevonden. De VOORZITTER zegt, dat de heer Van Stralen gelijk zou hebben, zoo het college plan had het voorstel terug te nemen, doch 't betreft mededeelingen, pas eenige uren geleden gedaan, die nader onder de oogen moeten worden gezien. De politiek is er niet mee gemoeid. De heer GROENEVELD klaagt ook, dat B. en W. den raad aldus overrompelen, maar hij zal zich er thans bij neerleggen. Afwachtend, of een kapstok zal worden ge vonden, om er het voorslel aan op te hangen. Z. h. st. wordt tot uitstel besloten. SPOEDEISCHENDE VOORSTELLEN. De VOORZITTER stelt dan aan de orde den aankoop van gronden ten Z. van de tramlijn LeidenWassenaarDen Haag, n.l. de perceelen Sectie P. nos. 932, 934, 936, 938. groot 1.23.80 H A. voor f38.997 en ten N. van de trambaan de perceelen Sectie P nos. 1207, 1208, 1209. 933 en 935 groot 0.43.43 H.A. voor f 15.200.50. Conform besloten.' Daarentegen wordt met 255 stemmen (tegen de heeren Svtsma, Spendel, Wilmer, Heemskerk en Parmentier) besloten tot aan koop van de perceelen: Sectie P, nos. 77, 76, 615, 616, 618, 630, 1042, 3.0453 H.A. groot, voor f41.250, en Sectie P, nos. 75, 1020, 4.74.55 H.A. groot, voor f71.182.50. Interpellatie Van Es. De heer VAN ES stelt B. en W. vol- genae vragen: 1. Is het aan B. en W. bekend, dat door den Directeur van den geneeskundigen dienst op verschillende bewaarscholen hier Ier slede bg kinderen inentingen verricht zijn tegen diphterie? 2. Hebben B. en W. daarvoor aan dien Directeur machtiging verleend? 3. Is tevoren van de ouders dier kin deren schriftelijke toestemming gevraagd en verkregen? 4. Meenen B. en W. niet, dat hier het terrein betreden wordt, dat aan de huis artsen toebehoort? 5. Zou het college, maatregelen willen nemen om dergelijke handelingen van ge noemden Directeur eventueel van school artsen te voorkomen? Wethouder REIMERINGER, de vj direct beantwoordend, zegt: Ad 1: Het is het college van B. en W. bekend. Ad 2: De directeur had geen bepaaiae machtiging meer daarvoor. Wel een jaar geleden. De aandacht van den directeur is daarop gevestigd. Ad 3: De ouders hebben schriftelijk toe stemming verleend. Ad 4: De meeste huisartsen zijn niet voldoende bekend met deze materie en daar om is dit door den directeur gedaan om het er in te brengen. Ad 5: Het college zal zijn houding nader onder de oogen zien. De heer VAN ES is niet geheel tevreden. Hij waarschuwt tegen ad 4. Daarvoor is z.i. de directeur niet. Voorts meent hij, dat, om de verklaringen der ouders te kragen, zeer lichtvaardig is omgesprongen. H(j' maant tot voorzichtigheid in deze materie, gelet ook op de pokken-vaccinatie, die zoolang onschuldig heette. De interpellatie wordt gesloten. HET SALARIS VAN DEN BURGEMEESTER De VOORZITTER gaat heen, de leiding overdragend aan wethouder Reimeringer. De heer HUURMAN acht de schriftelijke toelichting van het voorstel, door hem en de heeren Wilmer, Meynen en Bosman in gediend, om het salaris van den burge meester op f 12.000 te brengen, voldoende. De heer v. ECK wil het standpunt van zijn fractie uiteenzetten, los van de figuur, waardeering voor en capaciteiten enz. van den tegenwoordigen titularis. Toen de heer De Gijselaar verlaging van Zijn salaris voorstelde, stemde zijn fractie tegen, vreezend voor een algemeene loons verlaging. Zijn fractie houdt vast aan het stand punt, destijds ingenomen bij het salaris- vraagstuk. Zij is tegen salarissen boven f 6000 behalve voor zoover deze er al zijn. De consequentie brengt dus mee, dat zijn fractie is tegen deze verlioogiüg. Nu kan men wijzen op het bijzondere van de functie, doch daarvoor kan zijn partij niet wijken, voorstandster als zij is van burgerlijken eenvoud. Een burgemees ter moet leven als ieder ander en alleen door capaciteiten etc. populariteit trachten t-e verwerven. Hoewel het hem spijt voor den persoon, die gewaardeerd wordt, zal hij tegenstemmen. De heer SIJTSMA sluit zich in hoofdzaak aan bij den heer v. Eek met alle waardee ring voor den burgemeester; f 10.000 acht hij voldoende voor Leiden En waar B. en W. zelf altijd roepen om betrachten der zuinigheid, kan hij nu met zijn voor deze salarisverhooging. Dc heer WILMER zou zich ernstig be dacht hebben zoo het gold een salarisver hooging, maar dat is niet het geval. Het salaris is f 12!OCO. Alleen op persoonlijke instignatie van den heer De Gijselaar, is het destijds tot f 10.000 teruggebracht. De waardeering voor den burgemeester van den heer v. Eek en zijn democratische opvattingen over zulke titularissen kan hij deelero, doch het burgemeesters-ambt brengt zeker onkosten mede, dat moet niet ver gelen worden. Veel salarissen, hooger dan f 6C00, wor den uitbetaald met medewerking der S.D. A P. elders. De partij telt zelf wel zulke salaris-trekkers. Het algemeen verband in de salarieering moet worden gehandhaafd en dat vraagt z.i. herstel van het vroeger salaris. De heer HUURMAN had gaarne gezien, dat het voorstel z h.st. was aangenomen. Ged. Staten hebben f 12.000 vastgesteld, doch door een mooi gebanr van den bur gemeester is dit teruggebracht op f 10 000. De S.D.A P. heeft zelf destijds tegenge stemd. Waarom dan nu weer tegen herstel 1 De heer De Gijselaar had zijn eigen argu. menten, doch hij heeft nooit gezegd f 10.000 is voldoende. In vergelijking met andere plaatsen is f 12.000 ook geheel normaal Ook gelet op de meerdere uitgaven van een burgemeester. De heer BERGERS steunt den heer Wil mer, evenals de heer HEEMSKERK, die destijds tegen verlaging stemde, van m-ee- ning dat f 12.000 niet te hoog was. Daarom is hij natuurlijk voor terugbrengen op het oude peil, ook al zijn de toestanden wel wat veranderd ten nadeele der ge meentekas, zoodat hij zich vrijheid voorbe houdt in de toekomst inzake verlaging van eenige inkomens. De heer v. ECK zegt dat zijn partij meent, dat iedereen burgemeester moet kunnen worden, ook al heeft hij geen cent. Een bur gemeester moet populair kunnen worden buiten geld, steun etc. om door zijn werk kracht als anderszins. Wat betreft, dat el ders socialisten ook meer dan f 6000 ver dienen, 't is waar. maar 't is bekend genoe'g, hoe Leiden daartegen voldoende opponeert. Zijn functie was destijds tegen verlaging omdat gevreesd werd voor een algemeene verlaging, gelet op het geroep om bezuini ging. Nogmaals geeft hij. dat dit alles slaat builen de persoon van den burgemeester die in zijn ijver etc. wordt gewaardeerd De heer PARMENTIER somt eenige trac- RECLAME. in groote keuze bij 1962 FOTOHANDEL - BREESTRAAT 79 tementen van S. D. A.'P.'ers op boven de f 6000 met pensioenen boven f3 a f 4000. Geroep: daarop is toch al geantwoord! Het voorstel wordt aangenomen met 21—4 10 stemmen. Tegen de heer Svtsma en de S. D. A. P, Rondvraag. De heer DE REEDE zegt schriftelijk anL woord op zijn vragen inzake de loozings- belasting te hebben ontvangen, doch hij is niet voldaan. Hij vraagt daarom verlof nadere vragen te mogen stellen. Wordt toegestaan voor een volgende ver-» gadering Dc heer v. STRALEN: U hebt den ver keerden weg bewandeld. De heer GROENEVELD wijst er op, hoe aan de Janvossen9leeg nog niet alle verbete ringen zijn aangebracht, al zou dit in 1927 geschieden volgens raadsbesluit. B. en W. drijven kalm hun zin door door te wachten tol 1928 De VOORZITTER: de materialen zijn er nog niet. Hierop sluiting. NEDERLAND EN DEN VOLKENBOND. Mr. Rutgers naar Genève. De heer mr. V. II. Rutgers, bijgestaan door den heer mr. Beucker Andreae, chef van de juridische afdeeling van het ministerie van builenlandsche zaken, zal volgens een mede- deeling van de Nederlandsche regeering aan den secretaris-generaal van den Volkenbond, Nederland te Genève in het speciale Comité voor veiligheid en arbitrage vertegenwoordi gen. WIJZIGING BEGROOTING LEENINGFONDS 1926. Ingediend is een ontwerp tot wijziging van de begrooting van uilgaven van het Lceningfonds 1914 voor het jaar 1926. Ter betaling van de rente der 5 pCt. Staatsleening 1919 is in 1926 f 134.048.54 méér noodig geweest, dan bij de samenstel ling der begrooting van het Leeningfonds voor dat dienstjaar was berekend. De ra ming van den betreffenden post was geba seerd op een leeninghedrag van f 430 mil- lioen, welk bedrag echter nog niet definitief vaststond, omdat omtrent verschillende aan slagen in de vermogens- en de inkomstenbe- Uit het. Engelsch van GEORGE BARR McCUTCHEON. (Nadruk verboden).) 6) Toen de ander hem begroet had, was Ridgeway dadelijk overtuigd geweest, dat alles verloren was en hij had op hel punt geslaan het noodlot te aanvaarden, tot op eens het gevaar, dat in de laatste veronder stelling lag, tot hem doordrong en hem tot verzet tegen het noodlot prikkelde. Hugh keek heel norsch.en vertrok zijn mond zoo onnatuurlijk mogelijk. De verbijs terde „oude jongen" zag den spreker met een vernietigenden blik aan en zei met een on sympathieke grafstem: Ik heb niet het genoegenl „Ken je me niet meer, Hugh?" vroeg hij ten slotte, half verontwaardigd. „Neen mijnheer. Tusschen twee haakjes, mijn naam is geen Hugh. U verwart me blijkbaar met iemand anders," antwoordde Hugh plechtig en nog steeds op den som beren toon van zooeven. „Ik ben Dr. James Horion uit Baltimore. De gelijkenis moet blijkbaar wel frappant zijn." Nu wist Woods werkelijk niet meer hoe bij het had. Hij wreef zijn hand over zijn oogen, kuchte een paar keer. maar hij scheen toch nog woorden te kunnen vinden om uiting te' geven aan zijn verbluftheid. „Bent u werkelijk niet Hugh Ridgeway uit Princeton, negentig maar Hugh viel hem beleefd in de rede. >,Inderdaad niet. Ik ben nog nooit van mijn leven in Princeton geweest. Ik heb in Yale gestudeerd. Wilt u mij misschien uw naam en het adres van uw vriend geven? Werkelijk, ik voel er veel voor, om eens kennis te maken met mijn dubbelganger!" Hugh frommelde in zijn zakken alsof hij naar een potlood en een notitieboekje zocht. „Wel alle sputterde Woods, terwijl hij den ander doordringend aankeek. Mijn naam is Mc Lans Woods, en de man -waarop u sprekend gelijkt is, Hugh Ridgeway uit Chicago. Ik ik mag opgehangen worden als ik ooit zoo'n gekke geschiedenis heb be leefd. Want dit is nog niet alles. In New- burg stapte ik in den trein en terwijl ik er doorheen liep, zag ik iemand, van wie ik gezworen zou hebben dat het een zekere Miss Vernon was, met wie ik kennis heb ge maakt, toen ik Ridgeway in Chicago een be zoek bracht. Ik stond op het punt om haar a^n te spreken, maar ze keek me zoo vreemd cn uit de hoogte aan. dat ik er maar van door ging, vast overtuigd, dat ik mij vergist had. Twee zulke „noodlottige gelijkenissen" op een dag is wel een beetje sterk I Het is onmogelijk zou je zoo zeggen. Waarachtig, het is onmogelijk," riep de verbijsterde New- Yorker. terwijl zijn oogen als gemagneti seerd steels maar naar Ridgeway bleven kijken, die zich bijna verraden had toen hij Miss Vernons naam hoorde. Hij voelde een groote bewondering voor zijn meisje, toen Woods vertelde hoe zij zich hem van het lijf gehouden had. „Ik zal probeeren dien mijnheer Ridge way te vinden Ik ben dikwijls in Chicaga," zei hij. „In ieder geval is hel me een genoe gen u ontmoet te hebben Mr. Woods. Als u ooit eens in Baltimore mocht komen, zoek mij dan eens op. U vindt mij in het E-gebouw." „Graag dokter, hoe lang blijft u in New- York?" „Morgen ga ik weer weg." „Heeft u geen lust om met mij naar mijn club te gaan?" vroeg Woods, maar Hugh viel hem in de rede door den alom tegen woordig zijnde witkiel een wenk le geven. „Dank u. Het is heel vriendelijk van u. Ik zou gTaag willen, ziel u, maar ik heb een afspraak!" „Tot weerziens!" Hij schudde Woods hartelijk de hand. Deze droop af en Hugh wendde zich, zoo- dra de kust veilig was, tot den dienstman: „Vooruit man, vertel gauw heb je haar den brief gegeven? Wat deed ze? Waar is ze naar toe gegaan?" „Het is in orde, mijnheer. De dame is naar het hotel gegaan. .Prachtig, roep een taxi, vlug! Hier!" zei hij en drukte den man een dollarbiljet in de hand. Terzelfderlijd naderde Grace Vernon, vol komen overtuigd dat ze spoedig met Hugh samen zou zijn, het aangewezen hotel in de benedenstad. Ze begreep dat hij een hotel dAér had uitgezocht, omdat de kans, iemand uit de „beau monde" te ontmoeten daar al zeer gering was. Bovendien waren ze er dichter bij de boot. Grace ging de dames-wachtkamer van het hotel binnen en belde om een bediende „Logeert mr. Ridge hier?" vroeg ze ge decideerd. „Neen, mevrouw. Verwachtte u hem?" „Ja," antwoordde ze een beetje in de war. „Maar hij kan elk oogenblik komen.*' Op zijn vraag of ze misschien iets wilde gebruiken terwijl zij wachtte, gaf ze een ontkennend antwoord, en de man vertrok. Met een zucht van verlichting, dat zij al leen was, ging zij naar een schrijftafel en schreef een langen brief. Toen ze daarmee klaar was, stond ze op, liep naar een raam en keek naar buiten. L)e wachtkamer keek neer op den voornaamsten ader van het stadsverkeer; beneden haar was de einde- looze menschenslroom. Ze deed haar best om een vaag gevoel van ongerustheid over haar onverwachte wegblijven van Hugh Ie onderdrukken en trachtte haar gedachten op het schouwspel van de drukte beneden te concenlreeren. Een half uur ging voorbij. Toen begon ze zennwachtig te worden. Waardoor kon hij opgehouden zijn? Had hij misschien eeh ongeluk gekregen? Of had /.c, den aangenomen naam, waaronder hij zich zou laten inschrijven, misschien verkeerd opgegeven en zat hij nu al dien lijd op haar le wachten? Ongedurig liep het meisje de kamer op en neer. Ze raakte heelemaal overstuur en er kwam een knagend gevoel van zelfver wijt over wat ze begonnen was, over haar. Zij belde den bediende weer. Zou ik mischien het vreemdelingenboek even mogen zien?" vroeg zij. zich dwingend haar verlegenheid te verbergen De bediende bracht haar gedicnslig hel boek en ijverig onderzocht zij de lijst. Maar, helaas, ze kon niets ontdekken dal leek op Ridcewav. Ridge. of op Hugh's schrift. De pijnlijke ^|i!te, die volgde, werd door den bediende verbroken met de vraag of ze ook teekenen wilde. Grace kon haar opwinding nauwelijks verbergen Het crilieke moment was geko men Fels moest er gedaan worden. Maar wat? Zou ze teekenen en onder welken naam? Waar moest ze dan heengaan? Ten slotte stamelde ze met een hoog-roode kleur: „Neen, dank u; ik blijf nog even op mijnheerop mijn broer wach ten." Het was er uit. Grace had een gevoel of ze een misdaad begaan had en de straf wel niet lang zou uitblijven. Tranen van ellende kwamen in haar oogen; de toestand werd benauwend. En juist op dat oogenblik klonk een schrille slem: „Miss Ridge!" Grace stond onbeweeglijk. De naam, waar ze naar gevraagd had, werd luid uitgeroe pen, maar bracht niet het minste leeken van herkenning op hel mooie gezichtje, waar de verbaasde oogen van den bediende op rustte. Hij stond op het punt om wat te zeggen maar werd weerhouden door iets in haar on beweeglijke houding. Weer dezelfde uitroep! Een piccolo kwam het vertrek binnen. De bediende trok heel eventjes zijn wenk brauwen omhoog en wendde zich tol haar. Grace schrok plotseling op; een verrukte glans kwam in haar oogen; langzamerhand drong de beleekenis van den roep tot haar geest door! „Ik hen Miss Ridge!" zei ze opgewonden, terwijl het warme bloed haar wangen kleurde. „Een telefonische boodschap „Voor mij?" vroeg ze ongerust. „Van mr. Ridge; hij vroeg of u nog even wachten wilde," voltooide de jongen zijn zin. „Dank je wel hoor. dank je wel." Het meisje slorlte haar opluchting gewoonweg over den verbluft-starenden telefoon- jongen uit; maar de boodschap was nauwe lijks overgebracht of Hugh, bijna dol van opwinding, stormde de kamer al binnen. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 5