R.H.W. Fruit-Soda
Net Voorloopig Verslag over Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen.
68s" Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 16 November 1927
Tweede Blad No. 20759
f BINNENLAND.
Mineraalwater met vruchtensmaak
KUNST EN LETTEREN.
FAILLISSEMENTEN.
Op het gebied van Onderwijs weinig tot stand gekomen Het
Hooger Onderwijs kost te veel Er moet paal en perk
gesteld worden aan de stichting van nieuwe lagere Scholen.
i het r.-k. emigratiecongres.
De emigratie van economisch
en Godsdienstig-zedelijk stand
punt beschouwd.
In aansluiting aan ons bericht van gis
teren kan nog worden gemeld dat ir. M. G.
E. Bongaerts op het R.-K. Emigratiecongres,
bij de behandeling van de economische zijde
?an het vraagstuk, tot de volgende conclu
sies kwam:
le. Het emigratie vraagstuk bestrijkt een
ruimer gebied dan dat van de zoogenaamde
landverhuizing.
2e. Het aantal emigranten is niet groot in
vergelijking met het aantal vreemdelingen in
Nederland werkzaam, het aantal werkloo-
zen, het bevolkingsaccres, noch met den
binnen- en buitenlandschen trek. De drang
naar landverhuizing is grooter dan vóór den
oorlog.
3e. De statistiek omtrent geboorte en
sterfte wekt de vrees op, dat het geboorte
overschot in sommige1 streken des lands en
met name in de heele groote steden staat te
verdwijnen. De bevolkingsdichtheid neemt
sedert vele jaren in de landbouwprovincies
en streken nagenoeg niet meer toe. De uit
komsten van de volkstellingen en de be
roepstellingen wijzen op een afneming in
de beteekenis van den landbouw voor het
bedrijfsleven in Nederland.
Handel, Nijverheid en verkeeï, zoomede
de overige bedrijven, verschaften ook aan
een groot deel van het accres der landbouw
bevolking het middel van bestaan. Hoe min
der handel en verkeer de volkswelvaart in
een bepaalde streek beheerschen, hoe meer
de' nijverheid sluitsteen voor de werkgele
genheid wordt. Te dien aanzien i9 Nederland
economisch niet eéne eenheid, doch hebben
verschillende streken verschillende levens
behoeften.
4e. De mogelijkheid is aanwezig om door
uitbreiding van cultuurgrond, langs den weg
van ontwatering, droogmaking, inpoldering
en ontginning, zoomede door splitsing van
ondernemintren en door intensiveering van
cultuur den landbouw, de den landbouw ver
zorgende bedrijven en de landbouwindus
trieën als middelen van bestaan en van
werkgelegenheid belangrijk op te voeren-
Zoowel voor het bedrijfsleven als voor den
algemeen cconomischen toestand in Neder
land is dat gewenscht. Naarmate de daartoe
te treffen maatregelen effect sorteeren, ver
mindert de economische "noodzaak van land
verhuizing.
Tot zoolang ls zij aanwezig, voor zoover
handel, nijverheid, verkeer en de overige
bedrijven het kostwinnersaccres niet kunnen
opnemen.
5e. Emigratie van kapitaalbezitters is voor
het land economisch nadeelig. Het tijdelijk
of blijvend uitwijken van kapitaal en arbeid
naar Nederlandsche ondernemingen in het
buitenland en van kapitaal of arbeid naar
Nederlandsch overzeesch gebied is in het
algemeen economisch gunstig, zoowel voor
den Staat als voor den emigrant.
Indien landverhuizing economisch nood
zakelijk is. ligt daarin een bewijs van ar
moede en van gebrek aan durf en wilskracht
in het vaderland. In Nederland behoeft diet
noodzaak niet aanwezig te zijn, mits de
landbouw worde uitgebreid en geïntensi
veerd, mits handel, nijverheid, verkeer en de
overige bedrijven met zoodanige waarborgen
worden omringd, dat zij tijdelijk ook het
accres van de boerenbevolking voor een deel
kunnen blijven opnemen en mits de Neder-
landsche ondernemingsgeest zich ook in de
overzeesche gebiedsdeelen en in het buiten
land kan blijven ontwikkelen.
Prof. J. D. J. Aengenent, uit Warmond,
besprak de godsdienstig zedelijke zijde. Zie
hier zijn conclusies:
le. Gedurende langen tijd is aan de gods-
dienslig-zedelijke zijde van het emigratie-
vraagstuk niet die aandacht geschonken,
welke wenschelijk, ja noodzakelijk moet
worden genoemd. Doch in de nieuwere wer
ken over missie-wetenschap, vooral in het
boek van dr. Beda Kleinschmidt ,,Das Aus-
landdeutschtum in Uebersee und die Ka-
tholische Missionsbewegung" wordt terecht
de zorg voor de godsdienstige en zedelijke
belangen der emigranten aangeduid als een
hoogst belangrijk stuk missiewerk; zoodat
te verwachten is, dat de opbloeiende missie
actie zich in de toekomst meer dan voor
heen, behalve met de missionneering onder
de heidenen, ook met de missionneering
onder de emigranten zal gaan bezighouden,
2e. Het is een communis opinio onder al
len, die van nabij met hel leven der emi
granten hebben kennis gemaakt, dat de ge
varen voor godsdienst en zeden voor dege
nen, die hun vaderland verlaten hebben,
buitengewoon groot moeten worden ge
noemd, ook al ontbreekt dan ook tot nu toe
wetenschappelijk statistisch materiaal en al
is de literatuur omtrent deze materie uiterst
echaarsch.
3e. In ons vaderland is het tot nu toe al
leen het Sint Joseph's-comilé ter bescher
ming van de godsdienstig-zedelijke belangen
van Nederlandsche arbeiders in West-
Buitschiand, dat in de door on9 bedoelde
richting is werkzaam geweest, terwijl het
Katholiek Indisch Bureau der Indische Mis-
sievereeniging zich teD doel stelt, „inlich
tingen te verstrekken aan hen, die voor
nemens zijn naar Indië te gaan en aan hen,
die van Indië naar Holland komen".
.De sedert 1925 door de Katholieke So
ciale Actie in Nederland opgerichte Roomsch
Katholieke Emigratie-vereeniging. ten doel
hebbende „voorlichting te geven aan
hoomsch-Katholieke emigranten en dezen
behulpzaam te zijn onder godsdienstig en
economisch opzicht", kan voor de toekomst
*an groote beteekenis zijn, wanneer ook voor
Nederlanders de emigratie ruimere afmetin
gen mocht aannemen.
4e. Zeer veel valt voor ons te leeren uit
de actie, die in verschillende landen van
Europa ten gunste van de godsdienstige en
lelijke belangen der emigranten wordt
°nlplooid. In het bijzonder mag met eere
borden genoemd de Duitsche Raphaël-
Verèin, die reeds gedurende bijna zestig jaar
werkzaam is.
5e. Neemt in een land de emigratie
groote afmetingen aan, dan is kolonisatie
het beste middel om de godsdienstige en
zedelijke gevaren te bestrijden, waarbij dan
de hulp van het moederland door het ver
schaffen van priesters en leerkrachten bij
het onderwijs onontbeerlijk is.
ONZE KOLONIËN.
De Memorie van Antwoord.
Verschenen is de memorie van antwoord
betreffende Hoofdstuk XI (Dep. van Kolo
niën) der Staatsbegrooting 1928.
Naar aanleiding van in het Voorloopig
Verslag gestelde vragen, deelt de minister
mede, de stellige overtuiging te hebben, dat
bij geen der aan het departement verbonden
personen het gevaar dreigt, dat bij de na
leving der verplichtingen, die zijn ambt hem
oplegt, zich ook maar enigermate zou laten
beïnvloeden door het staatsgezag aantas
tende beginselen. In de laatste vijf jaren is
uit hoofde van politieke gezindheid één per
soon afgewezen voor uitzending en één voor
opleiding ten behoeve van 's Lands Burger
lijken Dienst in Ned.-Indië en is voorts uit
dien hoofde aan twaalf personen dienstne
ming bij het Ned.-Indische leger geweigerd
Nu de int. koloniale tentoonstelling te
Parijs tot 1951 is uitgesteld, ware het voor
barig, thans reeds te beslissen inzake de
deelneming van „Boeatan" aan die ten
toonstelling.
Voorts merkt de minister tegenover de
meening van verschillende leden op, dat de
berichtgeving van Aneta hem voorkomt in
het algemeen te voldoen aan de eischen van
nauwkeurigheid en objectiviteit, welke men
aan een betrouwbaar persbureau kan stel
len. Ten slotte verklaart de minister, dat
er van terugneming der voor de reorgani
satie van de politie op Curasao geraamde
credieten geen sprake kon zijn. Zoowel de
gouverneur mr. Brantjes al9 de waran.
gouverneur van dat gewest, de heer Schot-
borg, hebben instantelijk verzocht te be
vorderen. dat de beoogde regeling Jhans bij
Kon. Besluit worde vastgesteld.
VRACHTAUTO OF PERSONENAUTO.
Uitvoering Wegenbelasting.
De Minister van Financiën heeft de vol
gende circulaire gericht tot de ambtenaren
der directe belastingen enz.:
„Een vrachtauto, waarop tijdelijk ban
ken of stoelen worden geplaatst om in bij
zondere gevallen te worden gebezigd tot
het vervoeren van personen, is naar mijne
meening niet ingericht voor personenver
voer en behoort derhalve te worden belast
als een motorrijtuig, vallende onder de om
schrijving van artikel 3, eerste lid, letter
d. der Wegenbelastingwet".
HARINGWET 1927.
Invoering op 1 Mei 1928.
Uit goede bron wordt vernomen, dat het
in de bedoe'ling der regeering ligt de Haring-
wet 1927. indien het ontwerp van Wet ook
door de Eerste Kamer wordt aangenomen, op
1 Mei 1928 in werking te doen treden,
HET VREDESPALEIS.
Verbouwing volgens een plan van
Prof. Van der Steur.
De minister van binnenlandsche zaken
heeft aan de Tweede Kamer medegedeeld,
dat de toenemende werkzaamheden van
het Permanente Hof van Internationale
Justitie hebben geleid tot hernieuwden
aandrang om localiteiten beschikbaar te
stellen.
Het bestuur van de Carnegie-stichting
is nu tot de conclusie gekomen, dat dit op
de eenvoudigste en minst kostbare wijze,
en zonder de architectonische waarde van
het gebouw te schaden, zou kunnen ge
schieden door het inrichten van nieuwe lo
kalen voor archief, secretarie en expeditie
van het hof op de zolderverdieping van het
paleis, het bouwen van een nieuw boeken-
magazijn terzijde van het paleis, en het
inrichten van de aldus op de eerste verdie
ping vrijgekomen ruimte tot een twaalftal
eenvoudige werkvertrekken voor de rech
ters. Dit door den architect van het paleis,
prof. Van der Steur, ontworpen plan, zou
een bedrag van f 240.000 vereischen. De
Carnegie-stichting, welker geldmiddelen
slechts juist toereikend zijn om het beheer
van het gebouw en de bibliotheek te be
kostigen, kan echter deze uitgaven niet
dragen De regeering heeft zich in begin
sel tegenover de Carnegie-stichting bereid
verklaard de indiening van een wetsvoor
stel te bevorderen tot het verstrekken van
een renteloos voorschot aan die stichting
ad f 240 000 De Carnegie-stichting heeft
zich op grond van deze toezegging met den
secretaris-generaal van den Volkenbond in
verbinding gesteld Dit heeft tot resultaat
gehad, dat de vierde commissie van de
achtste Volkenbondsvergadering, in een
rapport aan die vergadering, na met groote
waardeering te hebben gewag gemaakt
van het aanbod der Nederlandsche regee
ring, heeft voorgesteld om goed te keuren
het plaatsen op de begrooting van het hof
voor elk dienstjaar gedurende de periode
van 1929 tot en met 1952 van een additio
neel krediet van f 10.000, met welk bedrag
de jaarlijksche eontributie van het hof. die
thans f 40.000 bedraagt, zal worden ver
hoogd. De vergadering heeft met alge-
meene stemmen het rapport goedgekeurd
Op grond van deze toezeeging verbindt
de Carnegie-stichting zich tegenover den
staat, om aanvangende een jaar na den
datum, waarop eventueel het renteloos
voorschot ad f 241.000 zal zijn verleend,
terug te betalen een bedrag van f 10 000.
en zulks met jaarliiksche tusschenpoozen
te herhalen tot het geheele voorschot is af
gelost.
De thans bij nota van wijziging voorge
stelde post strekt om de goedkeuring der
Staten-Generaal tot het vaststellen van be
doeld renteloos voorschot te verkrijgen.
JAN OUDEGEEST BEZOLDIGD
BESTUURDER VAN DE S. D. A. P.?
Op het in de volgende maand te Utrecht
te houden congres van de S. D. A. P., zal,
naar wij vernemen, in principe besloten
moeten worden tot het benoemen van een
bezoldigd voorzitter der partij. Mocht het
congres tot dezen stap overgaan, dan zal
tevens een onbezoldigd voorzitter worden
aangewezen.
Naar wij uit zeer betrouwbare bron ver
nemen, zou de heer Ed. Polak, voormalig
wethouder van onderwijs te Amsterdam,
door de meerderheid van het partijbestuur
gecandideerd worden, terwijl de minder
heid zou komen met de candidatuur van
den heer Jan Oudegeest, oud-secretari9 van
het I. V. V. Tevens deelde men on9 mede,
dat de heer Oudegeest zich bereid verklaard
heeft een eventueele candidatuur te aan
vaarden.
OFFICIEELE BERICHTEN.
Bij Kon. besluit i9 benoemd tot directeur
van het Post- en Telegraafkantoor te Oud-
Beyerland A. v. d. Walle, thans idem te
Nijkerk; tot directeur van het Post- en Te
legraafkantoor te Lobith-Tolhamer J. Fran
sen. thans commies der posterijen en tele
grafie.
DE CORRUPTIE.
In drie plaatsen weer een onderzoek.
B. en W. der gemeente Enkhuizen hebben
besloten een onderzoek in te stellen naar den
gang van zaken bij de gemeentelijke licht-
bedrijven. afdeeling gas. doch dit onderzoek
tevens te doen plaats hebben bij de overige
gemeentelijke bedrijven.
Ook te Deventer zal een onderzoek wor
den ingesteld, zulks naar aanleiding van be
schuldigingen door den heer Van der Stel
geuit in een ingezonden stuk in het „Deven
ter Dagblad".
Te Venlo heeft de gemeenteraad een voor
stel van B. en W. aangenomen om den bur
gemeester te machtigen tot het instellen van
een rechtsvordering tegen den heer H. J. de
Groot, vroeger directeur van het gasbedrijf
en tegen de firma Gautsch te Amsterdam,
welke firma aan de gemeente-gasbedrijven
heeft geleverd.
In den ouderdom van 55 jaar Is te
Haarlem overleden de heer mr. J. G. Rob
bers, directeur der Uitgevers-maatschappij
Elsevier.
RECLAME.
Let op het merk R. H. W.
1906
DE WIJZE KATER.
De N.V. Het Schouwtooneel, Adr. van der
Horst en Jan Musch, zal op Maandag 21 No
vember a.s. in den Leidschen Schouwburg
de 235ste opvoering geven van „De Wijze
Kater", boosaardig sprookje dn drie' bedrijven
door Herman Heyermans. Jan Musch vervult
de rol van Hans, de Kater, terwijl in de
overige rollen optreden: Ezerman, Co Bal-
foort, Jetty van DijkRiecker, Jacq. de
Haas, Lena Kley, M. v. d. Lugt Melsert,
Card Rijken, G. J. van Staalduynen, Sam
de Vries, Hein Harms, D van Ollefen Sr.,
Willem de Vries, Hugo Reyst, Henk Schaer,
Maurits van Praag en G. Ubbo.
NIEUWE UITGAVEN.
Van A. W. Bruna en Zoon's Uitg.-Mij.
te Utrecht, ontvingen wij
,,öhairies Rex" door Ethel M. Dell, be
werkt door CatÏL A. DermontVisser,
prijs ingen. f 1.75, gebonden f 2.50.
Van de Uitgevers-Mij. „Elsevier" te Am
sterdam
„De Boer Niels Hald", door Thomas
Olesen Lokken, uit het Deenseh vertaald,
door G. J. RiaseladaGarrer.
Van W. L. en J. Brusse's Uitg.-Mij. te
Rotterdam
„Eenzame liedjes", van C. S. Adama
van Scheltema, 8e druk.
2e gew. druk van „Pottenbakkerskunst"
Een reeks monografieën over hedendaag-
sche sier- en nijverheidskunst, door dr. H.
E. van Gelder.
Yan de N.V. Hollandia-Drukkerij te
Baarn
„Keetje", door Maria Vogel, met band-
teekening en vignetten van Ella Riemersma
prijs ingen. f 2.75, gebonden f 3.50.
„Bobbed of Shingled", door Willy Cor-
sari, geïllustreerd door O. Roland, band-
teekening van Jan Wiegman, prijs ingen.
f 2.25, gebonden f 2.90.
Twee pittige meisjesboeken, die zeker
met graagte „verslonden" zullen worden.
Van de NederL Uitg.-Mij. te Amsterdam
ontvingen wij
„Tonio Kroger", door Thomas Maain,
vertaling van A. M. Buis
„Menschen", door Lode Baekelmans.
„Kunst en liefde", door A L. Terégo.
„Hartsgeheimen", door Maurits J. Vies.
(Opgegeven door van der Graaf en Cd.
Afd Handelsinformaties).
Vernietigd. Het faillissement van: de
N. V C. Ravensbergen's Bloembollen-
kweekerij en Bloemenhandel te Rijnsburg.
Verschenen ls het Voorloopig Verslag
over Hoofdstuk Va (Onderwijs, K. en W.)
der Staatsbegrooting voor 1928.
Onderwijs.
De Commissie van Rapporteurs verklaart,
te hebben gemeend bij het weergeven van
het in de afdeelingen gesprokene met het
inmiddels den Minister verleend gezond
heidsverlof eenigermate rekening te moeten
houden.
Verscheidene leden betreurden het dat
onder dit Kabinet tot dusver op het gebied
van het onderwijs zoo weinig is tot stand
gekomen. Verscheidene andere leden weer
spraken dat de Minister meer legislatieve
plannen had moeten aankondigen. Ten
slotte waren er leden, die meenden, dat er
bij den Minister niet die drang naar bezui
niging valt waar te nemen, die verwacht
mocht worden.
Sommige leden maanden tot groote voor
zichtigheid ten aanzien van de instelling
eener technische commissie voor het be-
studeeren der vraagstukken, welke de intel-
lpctueele betrekkingen tusschen Nederland
en België raken.
Verscheidene leden vroegen hoe het nu
staat met de oplossing van het vraagstuk
der vereenvoudigde spelling.
Sommige leden achtten het van belang,
dat een commissie benoemd wordt voor het
in studie nemen van het vraagstuk der in
voering van onderwijs in de Friesche taal
bij het 1. o., m. o. en h. o. Andere leden oor
deelden, dat hierdoor een sterk gepronon
ceerd provincialisme bevorderd zou worden.
Verscheidene leden maakten ernstig be
zwaar tegen de sterke stijging der uitgaven
van de afdeeling Hooger Onderwijs, en dit
temeer, indien zij daartegenover de houding
stelden, die de overheid tegenover de bij
zondere universiteiten heeft aangenomen.
Nadere inlichtingen werden gevraagd om
trent de te Leiden gepleegde fraude - Red.
L. D.) bij de administratie der universiteit.
Eenige leden verzochten inlichtingen
over de werking van het academisch sta
tuut Gewezen werd op de urgentie van een
wettelijke regeling ten behoeve van de han
del shoogeschool en de handelsfaculteit. Ge
vraagd werd welke onderwijsbevoegdheid
landbouwingenieurs bezitten en of hun on
derwijsbevoegdheid niet dient te worden
uitgebreid.
Naar men meende te weten, heeft het
gemeentebestuur van Amsterdam tot den
minister het verzoek gericht het daarheen
te leiden, dat de theologische faculteit zou
worden opgeheven. Eenige leden maakten
daartegen ernstig bezwaar, andere leden
vercenigden zich geheel met dit denkbeeld.
Wederom werd ernstig geklaagd over het
groenloopen.
Eenige leden drongen opnieuw aan op
instelling van een leerstoel in homeopathie.
Voorts werd aangedrongen op vestiging van
een leerstoel in de koloniale economie aan
de universiteit te Leiden. Gewenscht werd
een memoriepost om aan de universiteit te
Utrecht een tweeden leerstoel te vestigen in
de mineralogisch-geologische vakken. Op
nieuw werd geklaagd over de toestanden in
de rijksklinieken te Utrecht. De voorge
stelde benoeming van den lector in de pae-
dagogiek tot hoogleeraar, tevens te belasten
met onderwijs in de psycho-techniek, acht
ten eenige leden niet aanbevelenswaardig.
Gevraagd werd hoe het staat met de
plannen om voor de studeerenden te Delft
het diploma voor natuurkundig ingenieur
in te stellen.
In verband met de intrekking van het in
1922 ingediende wetsontwerp tot regeling
van het voorbereidend hooger en algem.
vormend M. O., werd algemeen aange
drongen op spoedige indiening van een
nieuw wetsontwerp.
Men vroeg de meening der regeering ten
aanzien van het rapport der commissie-
Ru tgers.
Sommige leden oordeelden, dat het ge
heele stelsel van bezoldiging der leeraren
aan R.H.B.S. diende gewijzigd te worden..
Verscheiden leden vroegen duidelijk in
lichtingen over den ongunstigen uitslag der
eindexamens aan de H. B. S. te Delft en te
Schiedam.
Sommige leden wenschten, dat het eind
examen der H.B.S. 5-j. c. ook zou omvatten
de hoofdzaken uit de algemeene natuur
kundige en sociale aardrijkskunde, bene
vens in het bijzonder de natuurkundige en
sociale aardrijkskunde van Nederland, Ned.
Oost- en West-Indië en eenige belangrijke
landen.
Van verschillende zijden werd zeer aan
gedrongen op intrekking van art. 11 der wet
van 28 Juli 1924, bepalende, dat voorshands
ten behoeve van na 1 Mei 1924 opgerichte
nijverheidsscholen geen subsidie uit 's rijks
kas meer wordt beschikbaar gesteld. Som
mige leden drongen aan op verhooging van
de bedragen uitgetrokken voor het nijver
heidsonderwijs aan meisjes.
Sommige leden bepleitten, het meisjes-
nijverheidsonderwijs vooral practisch te
houden.
Eenige leden wenschten krachtiger be
vordering van het landbouw-huishoudon-
derwijs
Van verschillende zijden werd gewezen
op de dringende behoefte aan wettelijke re
geling van het handelsonderwijs.
Onder deze afdeeling is ondergebracht de
school voor verkoopster te Amsterdam. Metf
meende, dat deze niet tot het handelsonder
wijs behoort, maar tot het vakonderwijs.
Verscheidene leden hadden zich gestoo-
ten aan de toelichting op art. 182 der be
grooting van de hoogere raming der kosten
van het bijz. 1. o. Dat het voor 1927 toege
staan bedrag thans reeds met f 300.000
overschreden is, wordt daarin toegeschre
ven aan twee oorzaken: vooreerst de nog
steeds sterke stijging van het aantal leer
lingen der bestaande bijz. lagere scholen,
en ten tweede het voortdurend oprichten
van nieuwe bijz. scholen, waaraan thans
wordt toegevoegd, dat het aantal bijzondere
scholen ook in 1927 nog is toegenomen, n.l,
tot 1 Juli 1927 met 68. Men achtte deze toe
lichting weinig gelukkig en niet strekkend
tot verheldering van inzichten; zij wekt
den indruk, alsof de Minister gehoopt, al
thans ondersteld had, dat het eindelijk uit
zou zijn geweest met den groei van het bij
zonder onderwijs.
Andere leden waren van oordeel, dat niet
te ontkennen is, dat de gelijkmaking van
het onderwijs ons onderwijs duur maakt en
nog geruimen tijd duur zal maken. Som
mige leden waren dan ook van oordeel, dat
paal en perk dient gesteld te worden aan de
stichting van nieuwe lagere scholen.
Verschillende leden hoopten, dat het aan
gekondigde wetsontwerp tot' vervroegde in
voering der zevenjarige leerverplichting
zeer spoedig bij de Kamer zal inkomen.
Andere leden wezen op het groeiend verzet
tegen de zevenjarige leerverplichting, vooral
ten plattelande.
Verschillende leden wezen op den tegen-
woordigen overvloed van onderwijzers en:
onderwijzeressen, toch achtten zij het niet
onwaarschijnlijk, dat er over drie jaren,
wanneer op tijdelijke bezuinigingsmaatre
gelen zal zijn teruggekomen, weer een te
kort aan onderwijzers zal zijn. Men drong
aan op een regeling ter opleiding, zoodanig
dat elk jaar het benoodigd aantal onder
wijzers en niet meer dan dat, wordt afge
leverd.
Sommige leden vroegen of het niet tijd!
wordt met de stichting van nieuwe Rijks
kweekscholen op te houden.
Verscheidene leden waarschuwden tegen
het denkbeeld, om ook aan de U. L.
scholen een schoolexamen in te voeren,
zooals de Bond van Ned. Ond. wil.
Gevraagd werd, hoe de minister thans
oordeelt over verbetering van de bezoldiging
der onderwijzers.
Aangedrongen werd op opheffing van hef
instituut der assistenten.
Enkele leden betreurden dat toen te Am
sterdam een aubade voor de prinses werd
gegeven, besloten moest worden de kinde
ren der openbare scholen niet tot deelne
ming uit te noodigen, omdat de onderwij
zers de kinderen toch de nationale liederen
niet zouden willen leeren.
Het ware gewenscht, ook bij het openb,
onderwijs aan de ouders der leerlingen in
vloed te geven op de benoeming van de
onderwijskrachten.
Men vroeg naar de plannen ten aanzien
van onderwijs aan doove, blinde en zwak
zinnige kinderen. Verscheidene leden wezen
op de noodzakelijkheid het onderwijs aan'
schipperskinderen krachtiger te bevorderen.
Knnsten en Wetenschappen,
Evenals vorige jaren spraken verschei
dene leden hun teleurstelling uit, dat ter
bevordering van kunsten en wetenschappen
zoo weinig door het Rijk gedaan wordt.
Andere leden oordeelden dat, voor zooveel
in het .bijzonder bevordering der kunst door
de overheid betreft, uitgegaan wordt van
een beginsel, dat zij als juist konden er
kennen.
Gevraagd werd of de kunstschatten in de
Rijksmusea tegen brand, diefstal e. d. ver
zekerd zijn. De aandacht werd gevestigd op
misstanden op het gebied van muziekon
derwijs.
Eenige leden gaven In overweging een
subsidie toe te kennen aan de Nederland
sche Journalistenvereeniging, die gelden
verzamelt om gedurende de Olympische
Spelen in 1928 de ontvangst van buiten-
landsche journalisten te bekostigen.
Sommige leden wezen op den grooten
achterstand op het gebied der monumenten
zorg. Men wenschte het volgend jaar meer
subsidie te zien toegekend. Daarentegen
meenden andere leden, dat belanghebben
den behooren te leeren minder op het Rijk
te steunen.
Het werd verkeerd geacht, dat bij de reor
ganisatie van het Rijksmuseum te Amster
dam van de lijsten der schilderijen de om
schrijving van het voorgestelde was weg
genomen. Overigens kon men de reorgani
satie goedkeuren.
Gewezen werd op de zeer onvoldoende
huisvesting van het Conservatorium en de
Muziekschool van de Mij. tot bevordering
der Toonkunst te Amsterdam. Gevraagd
werd door samenwerking met de provincie
en gemeente, daarin verbetering te brengen.
Nu de Minister het subsidie voor de
Co-opera-tie terugneemt en de Kamer niet
weet aan wie het subsidie nu toegekend zal
worden, achtten sommige leden het beter
den geheelen post te schrappen. Andere
leden wilden hierin den Minister vrijheid
laten.
S3