Purol bij Ruwe en Springende Handen. Doos 30 ct. KERK- EN SCHOOLNIEUWS. RADIO-PROGRAMMA wapen zyn en ook een goede preventieve werking hebben. Het spijt hem voorts, dat de Regeering 100 afwijzend Btaat tegenover een bijslag op de pensioenen der oud-gepensionneerden. Deze lage pensioenen acht spr. onbillijk tegenover de pensioenen van thans, welke veel hooger zjjn. Ook zou hij gaarne zien, dat iets werd gedaan voor de weduwen van de vóór ltKÖ gepunsionneerden, die een zeer schraal pensioentje genieten. Daarna komt spr. tot een bespreking van de werf te Hellevoetsluis en hij vraagt-, waarom op deze werf, in tegenstelling met de verklaring in de Memorie van Antwoord, particuliere booten op deze werf worden opgelegd, looals spr. zelf heeft kannen con- stateeren. De verdediging van Indië. De heer BRAUTIGAM (S.D.), die het be leid van den Minister entiseert, meent, dat het schip dar Marine nog altijd hopeloos zonder stuur is. Het standpunt van den minister, toen hij voor den eersten koer als zoodanig optrad, was, dat voor de verdediging van Indië het grootste gedeelte van onze vloot noodig is en dit gedeelte moest worden ondergebracht bj; Koloniën en dat het kleinste gedeelte van do vloot, bestemd voor de defensie van het moederland, zou kunnen worden onderge bracht bij het in te stellen Departement van Landsverdediging. Wat is er van dit stand punt overgebleven? Eerst Is de minister gedeeltelijk tegemoetgekomen aan de oppo- eitie van oud-minister Van Dijk c.s. en dus is het niet onwaarschijnlijk, dat de minister op den duur geheel diens standpunt zal gaan innemen. Wjjzigt de minister niet al te spoedig z(Jn Inzichten telkens? In dit verband wijst hij ook nog naar het veranderde standpunt van den minister ten aanzien van den marine- vliegdienst. Eerst wilde de minister algeheeie afschaffing van de watervliegtuigen, welke afschaffing de kroon zou zetten op het streven tot vereeniging van de defensie te land en te water. De minister noemde den dienst een overbodige luxe en zelfs voor de opleiding achtte hjj geen watervliegtuigen noodig. Is dit standpunt gehandhaafd? Het is spr. gebleken van biet en al heeft de minister tian ook niet zijn geheele standpunt gewjjzrigd, er is toch een belangrijke correctie van zjjn vroeger inzicht, nu het vliegkamp de Mok zal bljjven bestaan voor de opleiding met watervliegtuigen. Van verschillende zijden fa er uit de Kamer aangedrongen op meer aanbouw van nieuw materieel en het is ook merkwaardig hoe de minister onder dezen aandrang is gezwicht. Vroeger heeft de minister mede gedeeld, dat een reorganisatie van het personeel niet mogelijk is voordat bekend is, welke formatie de vloot in 1930 zal hebben en toen ook gezegd, hoe hij zich die formatie dacht. Meer achtte de minister toen met noodig, en met minder kon niet worden volstaan. En thans geeft de minister dis zjjn persoonlijke meening te kennen, dat het streven moet zijn om de vloot na 1930 uit te breiden tot 12 jager- en 16 onder zeebooten voor Indië, terwijl bovendien 2 onderzeeboot-mijnleggers moeten worden aan gebouwd. Ook op dit punt zijn dus de vroegere inzichten van den minister weer gecorrigeerd. En zullen de genoemde aan tallen thans de maxima zjjn? of zullen er o*er eenige jaren weer meerdere booten noodig blijken. Er zal een derde divisie komen in Indië. Is daarvoor niet een derde kruiser noodig? Na de door den minister tbans voorgestane vlootuitbreiding zullen we een vloot hebben van ruim 180 millioen, waarbij vergeten moeten worden de be langrijke onderhoudskosten. Hoe denkt de minister zich de oplossing van het personeel vraagstuk, mede in verband mei genoemde uitbreiding der vloot? Wat de begrooting zelve betreft, komt spr. met nadruk op tegen den aanbouw van nieuwe onderzeebooten. Kan de minister aan geven, welke belangrijke rol de onderzoe- boolen vervullen in een zeeslag? Naar spr. s oordeel kunnen ze alleen gebruikt worden tegen koopvaardijschepen en uit menscheljjk- beidso ver wegingen verzet hij zich daartegen ten sterkste. De Regeering moet zich juist krachtig tegen den duikbootoorlog verzetten, omdat hoi een groot Nederlandsch belang is, dat de koopvaardijschepen ongehinderd de reis kunnen voortzetten. Voorts bespreekt hij het optreden tegen schepelingen, die brieven ontvingen, waarvan men vermoedde, dat zij convocaties inhielden van zekere vereeniging. Deze schepelingen zijn geprest de brieven in bijzijn van de autoriteiten open te maken, om te laten zien, of de inhoud werkelijk bestond uit een convocatie. Spr. ziet hierin een ernstige schending van het briefgeheim, waartegen hij met klem wenscht op te komen. De heer SNOECK HENKEMANS (C.-H.) deelt de grieven tegen het beleid van den minister geenszins en is integendeel van meening, dat zijn beleid de marine op een behoorlijk peil brengt. Desniettegenstaande betreurt hij, dat 't beheer van beide depar tementen (Oorlog en Marine) in een hand wordt gehouden, mede met het oog op den RECLAME. 1251 RECLAME. Voorde ontwikkeling van 'n krachtig gestel heeft Uw kind veel kalk noo dig. Geef het die, voor zijn groeiend lichaam onontbeerlijke bouwstof, met Kalzan, hetKalkvocdsel. Kalzan zal het krachtig maken en bescher men tegen verslapping, prikkelbaar heid en verzwakking van zijn gebit. Koop nog heden een bus. Verkrijgbaar bij alle Apotb. en Drog. hf 1,25 en 2,25 per verpakking (45 en 90 tabletten). 1230 indruk, welke een vereenigd beheer in het buitenland zal kunnen wekken, n.l. dat het behee' van een zoo belangrijk departement als dat van marine zoo licht wordt opgevat, dat het gemakkelijk bjj de landsverdediging kan worden ondergebracht. Ook meent hij, dat het niet kan worden ontkend, dat ten aanzien van verschillende onderwerpen de inzichten van den minister zeer zeker zjjn gewijzigd. Spr. verzoekt den minister alsnog eens in ernstige overweging te nemen de vraag, of het niet meer gewenscht is den marine- vliegdienst te behouden. In tegenstelling met den heer Brautigam verklaarde hij, dat do n.ededeeling over de formatie van de vloot na 1930 hem en velen met hem zeer heelt verheugd. Alleen vraagt hij zich af, of niet een derde kruiser noodig moet worden geacht. Immers er zrjn thans eenige schepen, du de diensten van een kruiser zouden kunnen verrichten, maar deze zijn reeds zoo verouderd, dat ze binnenkort buiten dienst zullen moeten worden gesteld. Spr. vraagt dan ook, of het niet gewenscht zou ziji, dat met den bouw van de „Celebes'*, welke is gestaakt, weder voortgang zou worden gemaakt. Ten slotte dringt hjj met klem aan op behoud van de werven te Helder en Helle voetsluis. Do heer DROOGLEEVER FORTUYN, (V.-B.) wjjst op 3 punten van het beleid van den minister, welke hem aantrekken, 3l is er wel wat juist in de critiek op de wisselingen in zijn beleid. In de eerste plaats trekt spr. aan de opvatting van den minister omtrent het aandeel, dat Indië moet hebben in de vloot, ook in de zeggenschap daarover. In Indië is van verschillende zijde in den Volksraad aangedrongen op uitbreiding van do vloot. Men is bereid daarvoor belang rijke offers te brengen. Hoe is nu de houding van den minister terzake den aanbouw? De minister wil den eersten termijn van den aanbouw van 2 K-booten nog niet op de begrooting brengen, maar eerst op die van 1929. Hij schat dezen termijn van aanbouw op 3 in plaats van op 4 jaar. Spr. vraagt, of die termijn mitsdien als standaardtermijn kan worden aangenomen. Een tweede punt, waaromtrent meeningsverschil bestond tus- schen den minister en zijn militaire adviseurs, was die over watervliegtuigen. Het rapport dier desbetreffende commis-ie kan niet veel waarde hebben, daar deze in haar doelstelling door den minister gebonden was. De heer Erautigam verweet den minister, dat hij thans van meening veranderd is. Sp. ziet de zaken anders en verheugt zich, dat de minister niet stijfhoofdig aan een zaak vast houdt, nadat hem van zeer deskundige zijde is aangetoond, dat, wat hij mogelijk achtte, niet mogelijk was. De marinevliegers zullen dus hier blijven opgeleid. Maar waarom zullen zij worden opgeleid op oefenvliogtui- gen en niet op oorlogsvliegtuigen? Of is het de bedoeling, dat de Fokkervliegtuige-n zullen zijn de oorlogsvliegtuigen voor Indië? Een ander punt is de financieele betceke- nis van de vloot. Men is er niet mee af. een bedrag in eens op de begrooting le brengen, en zou elk jaar een zeker bedrag moeten uittrekken. Ook in den Volksraad is er op gewezen, dat als men de 9chepen langer laat meevaren dan hun eigenlijke levens duur is, de reparaliekosten aanmerkelijk zullen stijgen, terwijl de gevechtswaarde daalt. Alvorens dus tot uitbreiding van de vloot over te gaan, moet men de zekerheid hebben dat de financiën van Nederland en Indië de hoogere kosten zullen kunnen dra gen. Het laatste punt betreft het personeel- vraagstuk. Hiermede zullen nog jaren ge moeid gaan en het is z. i. wel optimistisch, als de minister thans beweert, dat het prac- tisch opgelost is, al geeft spr toe, dat de richting, waarin de minister de oplossing zoekt, een gelukkige is. Ten slotte vraagt hij, of hel niet mogelijk is, dat de zeevliegtuigen, die voor Indië ge reed zijn, daarheen zullen vliegen. De MINISTER; Deze zaak is in sludie. De heer DROOGLEVER FORTUYN (V. B.) hoopt dan, dat deze studie er inderdaad toe zal leiden, dat de vliegtuigen naar Indië zullen vliegen. De heer OUD (V. D.) sluit zich aan bij de opmerking van den heer v. d. Bilt ten aan zien van de oud-gepensionneerden en van de weduwen van de voor 1909 gepension- neerden. Wat het marinebeleid in het algemeen be treft, merkt spr. op dat het beginsel, waar van de minister uitgaat, een ander is dan dat van spr. en zijn partij, welke zich stelt op het standpunt van nationale onlwape ning. Spr. ziet den toestand in deze Kamer zoo, dat er is een groep die voor nationale ontwapening is, een groep, die steeds meer wil uitgeven voor leger en vloot, en een cen- trumgroep. Geen der groepen heeft echter een meer derheid, zoodat er steeds een middenweg tusschen twee der groepen moet worden ge zocht. Als hem eenige vrees bekruipt ten aan zien van het beleid van dezen minister, is het die dat de minister langzaam zal afzak ken naar het standpunt van de militairisti- sche groep ter rechterzijde. Als de minister had blijven innemen zijn aanvankelijk oordeel ten aanzien van de vlootformalie, dan had hij het voor sprekers fractie niet zoo moeilijk gemaakt, om achter den minister le blijven staan, al is spr.'s fractie het dan ook principieel niet met den minister eens. De vrees van spr. is nog versterkt na de redevoering van den heer Snoeck Henke- mans, die zich zeer ingpnomen loonde met het beleid van den minister. Wat den vliegdienst betreft meent spr. dal hel verschil van inzichten van den minister niet zoo groot is als de heer Bra ui gam het voorstelt Spr is van meening dat de minis ter niet zoozeer zijn principieel standpunt heeft prijsgegeven en spr. hoopt, dat de mi nister niet zaltingaan op het denkbeeld van den heer Henkemans, om toch de afzonder lijke vliegdiensten te handhaven. Ook ten opzichte van het personeel-vraag- stuk ware het spr. aangenamer geweest, wanneer de minister zijn oorspronkelijk standpunt had gehandhaafd, al moet spr. erkennen, dat de minister ten aanzien van het overcompleet meer bereikt heeft, dan voordien ooit een andere minister heeft kun nen bereiken. In tegenstelling met den heer Droogleever meent spr., dat de minister geenszins le ver is gegaan met de inkrimping in de hoogere rangen. Immers onze marine was topzwaar, en om de menschen maar een emplooi te geven, werden zij belast met commando's, welke beneden de waardigheid van hun rang zijn. Zoo werd b.v. een schout-bij nacht belast met het commando van een enderzeekazerne. Spr. is dus van meening, dat de minister op den goeden weg is, wan neer hij in de hoogere rangen een opruiming houdt. De Marine en.het dansen! De heer KERSTEN (S. G. P.) is eenigs- zins ongerust over het beleid van den mi nister en dringt er op aan nauwkeurige be hartiging van onze defensiebelangen, ook te water. De richting, waarin de verzorging van de godsdienstige belangen geschiedt is z. i. in strijd met de roeping van de Over heid in verband met onze historie. Hij zou liever alles prijsgeven dan den beslaanden toestand handhaven. Ook ten aanzien van de lectuur moet de Regeering alles weren wat verderfelijk is. Hij dringt voorts aan op geheele handha ving van de Zondagsrust voor zoover de dienst het toelaat, hij verzet zich sterk tegen het dansen. Wil de minister met alsnog hel onderwijs in het dansen laten vervallen? De heer J. J. C. VAN DIJK (A. R.) stelt eenige vragen ten aanzien van het mate rieel en van hel personeelvraagstuk. Hij merkt op dat thans voor nieuwbouw weer een geringer bedrag i9 uitgetrokken en acht dit bedenkelijk. De minister heeft vroeger gezegd, dat een bepaald stelsel niet kon ontwikkeld worden, voordat het personeelvraagstuk zou zijn af gedaan, maar deelt thans mede, dat het praclisch is opgelost, en erkent daarmede dat ook de belemmering voor de vlootfor- matie uit den weg is geruimd. De minister deelt alleen mede, dat in 1929 gelden zullen worden uitgetrokken, niet voor nieuwbouw, doch slechts als eerste termijn voor de vervanging van de K 2. de K 3 en de K 4. Hiermede behoeft in 1928 nog geen aanvang te worden gemaakt, omdat uit Indië bericht is. dat de levensduur der be treffende booten in plaats van op 12 jaar op 14 jaar moet worden gesteld. De minister beroept zich voorts op den financieelen toestand en zegt, dat voor ver vanging van de O 5 geen gelden beschik baar zijn. Dit alles leidt spr. tot de conclu sie, dat de minister thans belangrijk min der voor vervanging heeft aangevraagd dat hij het vorig jaar heeft medegedeeld, dat hij voor nieuwbouw geen gelden op de begroo ting uittrekt, en dat we tot 1930 wel zullen moeten vols'aan met hetgeen we thans heb ben. Welke plannen heeft de minister voor het indienststellen van schepen voor vlag- en machtsvertoon? Is het juist, dat dit jaar slechts een schip daarvoor is aangewezen, de Hertog Hendrik" en dat daarop 5 op leidingen waren geplaatst; dat het schip gedeeltelijk ontwapend was, en wordt door dit alles aan de opleiding geen afbreuk gedaan? Kan de minister toezeggen, dat meer schepen voor dit vertoon zullen wor den aangewezen? Wat de vliegdiensten betreft betwijfelt spr. of een opleiding van 15 landvliegers tot zeevliegers voor Indiê wel voldoende is en meent voorts, dat watervliegtuigen uit de oorlogsformatie niet kunnen worden ge mist, en handhaving van het watervlieg tuig ook uit economisch oogpunt aan te be velen is. Wat het personeelvraagstuk betreft, komt de minister lot de conclusie, dat de totale sterkte is verminderd met 600 man, doch hij vergeet mede te tellen het personeel ge plaatst op de beide schepen, die naar In dië zijn. Is de bemanning van de vloot thans ook verzekerd voor oorlogstijd en is er vol doende reserve? Is er in Nederland en Indië aanwezig voldoende personeel voor de ma- rine-rpserve en in Indië voldoende Euro- peesch personeel voor die reserve? Ten slotte vraagt spr. waarom het niet mogelijk is, om ook voor de oude marine mannen een oplossing te vinden. De hoer DROP (S.-D.) bespreekt de rechtspositie van het marinepersoneel. In de eerste plaats de arbeidsvoorwaar den. Sedert 1920 zijn op de bezoldigingen belangrijke kortingen toegepast, en her haaldelijk heeft dan ook de C.A.M.B O. ge tracht om deze bezoldigingen weder op een hooger peil te brengen. Van de Regeering heeft dit personeel echter niets te wachten. Het marinepersoneel leeft in een toe stand van rechteloosheid, waarbij alle macht is overgelaten aan den minister Daarom is het dringend gewenscht. dat spoedig een regeling voor het klachten recht wordt getroffen. Militairen van de Marine mogen wel deel nemen aan betoogingen, maar niet aan demonstraties. Maar wie maakt uit. wat een betooging is en wat een demonstratie? Het personeel is overgeleverd aan een wille keur. waaraan spoedig een einde moet wor den gemaakt Voorts vraagt spr welke bezwaren er bij het Indische legerbestuur beslaan om aan korporaals te vergunnen, hun gezin voor landsrekening naar Indië over te voeren en dringt er op aan, dat ze in de 3de klasse zullen worden vervoerd. Daarna critiseert hij de verlenging van den turn voor ongehuwden van 2 tot 3 jaar, welke voor deze ongehuwden in hooge mate ongewenscht is. Hij sluit zich ten slotte aan bij den aan drang om te komen tot verbetering van de pensioenen der oud-marine-mannen en hun weduwen. Minister LAMBOOY heeft van den aan vang van zijn bewind af de oplossing van het personeelvraagstuk steeds gezocht in dezelfde lijn. Als de heer Duymaer van Twist zegt, dat hier sprake is van den boel door elkaar halen, dan is hij hierin geheel onjuist. De minister breekt zijn rede af. De vergadering wordt verdaagd tot heden 1 uur. PREDIKBEURTEN. VOORHOUT. Ned.-Herv. Kerk: Woensdagnam., 7 uur, ds. F. G. H. Nicolal. LISSE. Chr. Geref. Kerk: Donderdag nam., 7 u., ds. S. van der Molen. Geref. Gera.: Donderdagnam., 7 uur, Iees- di ernst. NED. HERV. KERK. Drietal: Te Utrecht: G. Bolkestein, te ApeldoornJ. H. Grolle, te Hillegom, en A. J. Wormgoor, te Bussum. Beroepen: Te WiiligeLangerak en Reeuwjjk: W. Rynsburger, cand. te Utrecht; Te Metslawier: P. Prina van Wijngaarden, cand. te Velp (Gld.). Aangenomen: Naar Veenendaal: N. van der Snoek, te Kralingen. Bedankt: Voor WilsumC. Vlastblom, te Driesum. GEREF. KERKEN. Beroepen: Te Ambt-Vollenhove: G. D. Kuiper, cand. te Kampen; Te Tjjnje: H. Brinkman, te Harmeien. Bedankt: Voor Surhuisterveen: J. Het- tinga, te Wijckel en Balk; Voor Koog-Zaan dijk: G. Staal, te Culemborg. CHR GEREF KERK. Bedankt: Voor Broek onder Akker- woude: J. D. Barth, te Alphen a. "d. Rijn. REMON. BROEDERSCHAP. Aangenomen: Naar Boskoop en Wad- öinxveen: W. N. van Nooten, prop. te Leiden. DOOPSGEZ GEMEENTE. Bedankt: Voor Den HornNoordhorn: M. J. Kosters, te St. Anna-Parochie. ALGEMEENE SYNODALE COMMISSIE DER NED. HERV. KERK. Vergadering te Den Haag. De algemeene synodale commissie der Ned. Herv. Kerk heeft gisleien haar na jaarsvergadering geopend in het gebouw der Synode le Den Haag. De commissie is aldus samengesteld: dr. G. J. Weyland, president, D. Zoete, vice- president, D. den Breems, secretaris en ad- viseerend lid, D. Eilerls de Haan, dr. W. J. Aalders, J. Barbas, J. D. J. Idenburg, A. M. Bloem, mr. H. E. Cost Budde. De president verwelkomde de nieuwe le den, de heeren Bloem en mr. Cost Budde en herinnerde aan het feit, dat de algemeene synodale commissie gedurende honderd ja ren in de Herv. Kerk haar arbeid heeft ver richt. Ter tafel was een brief van dr. H. H. Meulenbelt, waarin aan de afsluiting van dat tijdperk wordt herinnerd. De secretaris las het verslag van de tus- schontijds afgedane zaken. Door de Prov. Kerkbesturen moest hoof delijk worden gestemd over zeven weiswijzi gingen. waarvan de synode had besloten, dat zij behooren te worden vastgesteld. De wijziging van het reglement op de vorming van buurtgemeenlen behoeft, omdat zij ver andering van het algemeen reglement noo dig maakt, twee derde van het aantal der uitgebrachte stemmen. Zooals wij reeds heb ben medegedeeld, is dit aantal echter niet bereikt. Er waren 38 voor en 29 tegen, zoo dat het gewijzigd reglement is verworpen. Hetzelfde geldt voor de tweede wijziging, welke betrekking heeft op de terugbrenging van de Waalsche gemeenten tot de bevoegd heden van een classis. Hiervoor verklaarden zich 42 en tegen 25 stemmen. Aangezien het getal minstens 4-5 had moeten zijn, is ook deze wijziging, waarover zooveel te dóen is geweest, zeker wel tot vreugde van de Walen zelf, verworpen. De overige vijf wij zigingen zijn aangenomen resp. met 67. 56, 66. 67 en 67 stemmen en zullen worden uit gevaardigd op 1 Jan. 1928. Dr. Aalders rapporteerde namens gecom mitteerden over het toezicht op de admi nistratie van den quaestor-generaal. Het rapport gaf geen aanleiding tot opmerkin gen. De president benoemde verschillende com missies: 1. voor de beoordeeling van afschriften van besluiten, uitspraken en beslissingen, de heeren Eilerts de Haan en dr. Aalders; 2. voor behandeling van de vraag over de inrichting van den Ligger van het predi- kanlslraklement, Ie heeren Barbas Bloem, Cost Budde en Eilerts de Haan; 3 betreffende de vraag, waar in de regle menten verduidelijking van de bepaling van meerderjarigheid noodig is. de heeren Cost Budde en Idenburg, 4 voor behandeling van een brief van de Synode de l'Union des Eglises évangéliques protestantes de Belgique, betreffende pen sioenregeling, de heeren Zoete en dr. Aal- 1 ders; 5. voor behandeling van het voorstel van eenige bepalingen in het reglement voor kerkelijk opzicht en tucht, de heeren Eilerti de Haan, Idenburg en Bloem. De voorbereiding van de wijdingssamea- komst op den eersten dag van de vergad*. ring der Synode werd aan het Moderaraen opgedragen. Vervolgens werden de prov. corresponded ten aangewezen voor de behandeling van de verschillende aanvragen om steun Voor Gelderland zal de heer Cost Budde optreden, voor Zuid-Holland de heer Eilerts de Hnanl voor Noord-Holland dr. Weyland, voor Zee land dr. Aalders en voor Friesland de keer Barbas. Den heer Zoete werden Utrecht en Overijsel toevertrouwd Groningen en Drente den heer Bloem; Noord-Brabant met Lim burg den heer Idenburg. CHRISTELIJKE VERZORGING VAN ZENUWLIJDERS. Gisteren is le Utrecht de algemeene ver gadering gehouden van de Vereeniging tot Christelijke verzorging van zenuwlijders. In zijn openingswoord heeft de voorzitter, prof. dr. H. Visscher, den kort geleden over leden secretaris der vereeniging ds. A. van Andel te Hilsersum herdacht, Spr. merkte verder op, dat de toestand der vereeniging in het afgeloopen jaar gezond bleek. Zij vervult een gewichtige philan- tropische of beter: sociale taak, en met kracht. Spr. dankte dr. C. W. Scheffer en ds. J. G. Klomp voor hun arbeid en het overige personeel voor hun trouwe plichtsbetrach-i ting. Volgens het jaarverslag van den secreta- ri9 ds. Rijk Kramer is in overweging de be* noeming van een derden geneesheer. Even eens is in voorbereiding de bouw van een paviljoen voor acute psychose. In 1926 wer den 201 patiënten opgenomen, waarvan 129 verbeterden of herstelden, 69 verergerden en 4 overleden. In dienst waren 44 verpleeg sters en 10 verplegers. Prof. dr. H. Visscher en de heer F. Gun- nink te Kampen werden als bestuursleden herkozen. In de open plaatsen-Van Andel en Van Beesk Colhoen werden als bestuurs leden gekozen ds. W. H. Gispen te Haas trecht en de heer Smilde te Rotterdam. Aan den afgetreden penningmeester mr. H. J. H. baron Van Boetzelaer te Utrecht werd voor zijn arbeid in het belang der ver eeniging dank gebracht. Aan de Koningin-Moeder, bescherm vrouwe der vereeniging, werd een telegram van hulde gezonden. De eerstvolgende jaarvergadering zal In het begin van 1929 worden gehouden. VOOR DONDERDAG 17 NOVEMBER. Hilversum (1060 M.). 12 u.: Politieber. 12.352 uur: Lunchmuziek door het trio John Helden, viool; M. v. 't Woud, cello, G. Verhey, piano. 34 uur: Uurtje voor de Wees- en Ziekenhuizen door mevr, Atn. v. Dijk. 44.30: Huisvrouwen- halfuurtje. 5.307.15: Concert door het ANRO-orkest, 0. 1. v. Nico Treep. Het 2de gedeelte bestaat uit oude dansmuziek. So liste: Jacqueline Verlinden, sopraan. 7.15: Engelsche les voor meergevorderden. 7.45: Politieber. 8.10: Concertge bouwconcert. Aansluiting van het Concert gebouw te Amsterdam. Orkest 0. 1. v. Pierre Monteux. 10.30: Persber. In de studio zingt mevr. Menage Challa. Huizen (1840 M.) (na 6 uur 1950 M.). 12.301.30: N. G. R. V., lunchmuziek. Hr, Charlenry, cello; hr. M. Koning Jr., bari- tonè 45 uur: Ziekenuurtje te Leiden door ds. A. C. G. den Hertog, N. C. R. V., te R'dam. 67 uur: N. C. R. V. Cursus Paedagogiek (les 3). 77.30: Lessen. 7.308 uur: Spr. N. C. R. V., de heer H J. Bekkering, accountant te A'dam, lid v. h, adviesbur. v. d. middenstand. 8 uur: N. C. R. V. Concert. Het Draper-kwartet te Enschedé (D. A. G. Draper, le viool; M. Draper, 2e viool; A. Draper, alt; Agnes Draper, cello). Davenlry (1600 M.). 11.20: Davenlry-' kwartet en solisten (piano, sopraan). I.202.20: Gramofoonmuziek. 2.50: Le- zing. 3.20: Vesper i. d. Westm. Abbey, 4.05: Lezing. 4.20: Orkestconcert. 4.35: Lezing. 4.50: Orkestconcert. 5.20: Concert, orgelbespeling. 5.35' Kin deruurtje. 6.20: Dansmuziek. 6.50: Nieuwsb. 7.05: Berichten. 7.20. Le zing: New Vovels. 7.35: Fuge's r3n Bach (piano). 7.45: Lezing. 8.05: Ka mermuziek. Brosa-strijkkwartet. M. Raphel bariton. 9.20: Nieuwsb. 9.35: Lezing: Arnold Bennett. 9.50: Nieuwsb. 9.55: Variété. 10.5012.20: Dansmuziek. Parijs ..Radio-Paris" (1750 M.). 10.50 11 uur: Concert. 12.502.10: Orkest- concert 5.055.55: Koersen. 8.50 10.50: Concert. Fragmenten uit een opera- comique. Orkest, soli. Langenberg (469 M.). 12.30150: Orkestconcert. 5.206.20: Orkeslcon- eert. 7.35: Bonte avond E. Mu?--"'» sopraan; J. Berce, tenor; H. Schnenf. bari ton; P v. d. Osten, declamatie; H. Frobsi j en P. Hailing, declamatie; K. Martseller, harp; H. Klauenberg. dierengeluiden-iniHa- lor. Sehrammeltrio. Tot 11.20 Dansmuziek Königswusterhausen (1250 M.). 1-50-"* 7.30: Lezingen en lessen. 8 20: Mozart' avond. Symphonie-orkest 0. 1. v. G Szé'L 9.50: Dansles en daarna tot 11.50 Dans* muziek. Hamburg (395 M3.35: Vocaal con cert. 4.20: Dansmuziek. 5.20: Vroo* lijke muziek. 7 20 ..Jugendfreunu^ klucht in 4 aclen van Fulda. Daarna II.10 Dansmuziek. Brussel (509 M.V 5.20—6.20: Kinder uurlje. 8.35-10.85: Concert door b" radio orkest. 9-3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 10