WIE IS EDMUND GRAY? 68ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 8 November 1927 Tweede Blad No. 20752 BINNENLAND. KERK- EN SCH00LNIEUWS. GEMENGD NIEUWS. Neasverkoadheid FEUILLETON. W DE VLIEGTOCHT NAAR SURINAME. Geen belangstelling in de West. In „De West" van 18 October lezen wij: Uit een schrijven van den heer van On langs, reserve 2de luitenant vlieger, blijkt, dat hij nog steeds vasthoudt aan het denk beeld van een reis naar Suriname, via de Noordkust van Aimka en Brazilië. De tocht zou ondernomen worden met een Fokker verkeersvliegtuig, voorzien van drie lucht- gekoelde Wrightmotoren. In verband met den bouwtijd van dit toestel en de weers omstandigheden, zou de vlucht niet in October, maar in Januari of Februari wor den ondernomen Het spijt ons te moeten mededeelen, dat in Suriname de belangstelling voor dezen tocht totdusve-r niet groot is. De overheer- gchende opvatting hier schijnt te zijn, dat de tocht meer van sportieve dan praktische beteekenis ia. Dat de reis per vliegtuig langs de aangegeven route mogelijk is, is bewezen door de Pinedo en ook door den Portugeesohen riieger Beires, al moest door een ongeluk, de laatste zijn reis af breken in Brazilië. Evenmin kan de tocht van luitenant van Onlangs gelden als een proeftocht, daar wel niemand zich zal voorstellen, dat in de eerste tijden sprake zal zijn van een geregelden luchtdienst op Suriname, via Afrika en Brazilië. Wij vreezen daarom, dat als de tocht af hankelijk is van bijdragen uit Suriname, de kans op verwezenlijking niet groot is. Wat ons spijt voor de goede bedoelingen van den heer van Onlangs. VOORZIENING BEHOEFTE KASGELD INDISCHE DIENST. Ingediend is een wetsontwerp ter voorzie ning in de behoefte aan het geld voor den Indischen dienst hier te lande gedurende het jaar 1928 op denzelfden voet als de regeling, welke voor het loopende jaar werd vastge steld bij de wet van 30 December 1926. Volgens de aanhangige Indische begroo ting voor 1928 zal in dat jaar hier te lande een tekort te dekken zijn van rond f 166 mil- lioen. Met inbegrip van een bedrag van f 4 millioen, hetwelk op het einde van het jaar 1927 de dienst hier te lande mogelijk nog als ongedekt tekort zal aanwijzen, wordt derhalve het totaal tekort hier te lande op het einde van 1928 geraamd op f 170 mil lioen. Dekking van die som zal voornamelijk geschieden door remitteering uit Indië van gelden, vooreerst uit het overschot van ruim f 115 millioen, dat naar verwachting de mid delen daar te lande boven de uitgaven zul len opleveren, verder uit aldaar te plaatsen schatkistpapier en ten slotte uit bij de Java- sche Bank op te nemen gelden. Mede zal voor dekking van bedoeld tekort worden overgegaan tot de uitgifte van schuldbewijzen tot een reëel bedrag van ruim f 36 millioen, zijnde het restant van de som van f 300 millioen, welke krachtens de Ned. Indische Leeningwet 1923 mocht worden uitgegeven. Met het oog op de onzekerheid, welke be staat niet alleen nopens het hooger vermeld overschot in Indië, doch mede ten opzichte van het tijdstip, waarop in den loop van 1928 zal kunnen worden overgegaan tot hoogerbedoelde uitgifte van schuldbewijzen met langjarigen looptijd en van de tijdstip pen, waarop de Indische remises zullen ge schieden, meent de regeering het ter voor ziening in de behoeften aan kasgeld beschik baar te stellen bedrag veiligheidshalve te moeten stellen op f50 millioen. DE KORTE-GOLFTELEFONIEZENDER VAN DE RIJKSTELEGRAAF TE KOOTWIJK. Vanwege het hoofdbestuur der Posterijen en Telegrafie wordt medegedeeld: Terwijl de uitslag van de telefonieproeven met Ned. Oost-Indië tusschen'' 1 en 4 uur nam. (Greenwichtijd) zeer gunstig is te noe men, zijn de resultaten der proeven tus schen 7 en 11 uur 's morgens, de tijd waar op het ook in Ned.-Indië dag is, hoewel hoopvol, minder gunstig. Althans voor dit jaargetijde zijn ze van dien aard, dat het, om een goede uitkomst te verkrijgen, noodzakelijk zal zijn groote hulpmiddelen te gebruiken, zooals krach tige energie, een uitgebreide zendbaan en een dito ontvangbaan. HOLLANDSCHE ZANGERS IN 1928 NAAR WEENEN. Te Utrecht is een bijeenkomst gehouden van vertegenwoordigers van bonden van zangveTeenigingen en eenige groote mannen koren ter bespreking van he»t plan om met een sterke groep Hollandsche zangers het groote zangersfeest van den Duitschen zan- gersbond, dat in 1928 te Weenen wordt ge houden bij te wonen. Na uitvoerige uiteenzetting van het plan door den heer Stuiting voorzitter van het Utrechtsch mannenkoor Euterpe" werd dit plan door alle aanwezigen met instemming ontvangen, zegt de „Msb." Algemeen was men van meening. dat de verdere voorbereiding en uitwerking in han den gesteld moest worden van de landelijke en plaatselijke zangvereenigingen. Door een voorloopig comité zullen die ver- eenigingen ten spoedigste worden uitgenoo- digd de veidere leiding op zich te willen nemen. Kolonel M. Belzer, commandant van de He inf. brig, te Ede, zal, volgens de Msb., benoemd worden tot lid van het Hoog Militair Gerechtshof te Den Ilaag in de va cature ontstaan door het overlijden van luit.-generaal J. G. H. A. Quack. Aan de sigarenfabriek der firma K. v. Wely en Zonen te Roosendaal zijn gisteren honderd man in staking gegaan. De staking gaat in hoofdzaak om den eisch, dat de firma zich zal organiseeren en het collectieve contract op alle arbeiders zal toepassen. De audiëntie van den Minister van Koloniën zal Vrijdag niet plaat® hebben. PREDIKBEURTEN. VOOR WOENSDAG. 9 NOVEMBER. LEIDERDORP. Ned.-Herv. Kerk Nam. 7 uur, Bijbel lezing dis. H. Mondt. VOORHOUT. Ned.-Herv. Kerk: Nam. 7 uur, ds. F. G. H. NicoLaï. (Dankstond voor het gewas). OEGSTGEEST. Irene: Nam. half acht, Bijbellezing. NED.-HERV. KERK. Bedankt: Voor Heerde: C. M. Luteyn, te Apeldoorn; Voor Hoorebeeke (België): M. van der Voet. te Kuinre; Voor Middelburg: J. G. L. Brouwer, te De Meern (U.) GEREF. KERKEN. Beroepen: Te NieuwerkeTk a. d. IJ9sel en te Velsen (Noord): G D. Kuiper, cand. te Kampen; Te Oosterzee: Th. Boersma, cand. te Leeuwarden. Bedankt: Voor Andel, GiessenNijkerk: D. Drenbh, te Zuidlaren; Voor Almelo: J. G. Houtzagers, te Reeuwijk. CHRIST GEREF KERK. Tweetal: Te Baarn: J. de Bruin, te Vlaar- dingen en H. A Hilbers, te Enschedé; Te Harderwijk: J. D Barth, te Alphen en P. dei Groot, te Rotterdam. EVANG. LUTH KERK. Beroepen: Te MiddelburgVlissingen: P. Boendermaker, te Hilversum. H8- PROF. DE LOUTER EERE-DOCTOR. De Utrechtsche oud-hoogleeraar prof. dr. J de Louter, te Hilversum is benoemd tot doctor in de rechten „honoris causa" van de universiteit te Keulen. NEDERLANDSCHE PROTESTANTENBOND. Ter inleiding en wijding van de 58e jaar vergadering, welke morgen en overmorgen te Den Haag gehouden wordt, is gisteravond in het Gebouw van den Bond te Den Haag een wijdingsuur gehouden, waarin ds. G. Hulsman voorging Hij zei te willen spre ken over het talent aan den Protestanten bond geschonken. Ter inleiding las hij de Gelijkenis der Talenten voor Hij sprak daar na naar aanleiding van Tim. 6 20. Be waart het pand u toevertrouwd. De zanger Ravelli luisterde den avond op met het zingen van Beethoven's Bitten en Luthers; Een vaste burcht is onze God Vervolgens had een receptie plaats, waar in Prof. Carpentier Alting en ds. Drijver het woord voerden. HET EEUWFEEST VAN HET NED. GODSDIENSTIG TRACTAATGEN00T3CHAP Men meidt ons uit Amsterdam: Van de Bijbelsche Almanak is zoo juist de honderdste verschenen. Het was dus in 1827 dat deze almanak als een uitgave van het Ned. Godsdienstig Tractaatge- noot'schap het licht zag, Dit feit zal niet onopgemerkt voorbijgaan. Op 25 November hoopt het genootschap dit feit in het open baar in grooten kring te herdenken. Met de uitgave van deze bekende almanak is zooals vanzelf spreekt de geschiedenis van het Ned. Godsdienstig Tractaatgenootschap nauw saamgeweven. Het Genootschap is een kind van Engelschen bodem. In 1820, het was Augustus, kwamen m de Engel- sche Kerk op 't Begijnhof eenige heeren uit Londen en Amsterdam samen Uit En geland wilden zij den arbeid van het Lon- densch Tractaat-Genootschap (The Tract- Society) overbrengen naar Amsterdam en als gevolg daarvan werd opgericht het ,,Amsterdamsch Godsdienstig Tractaat Ge nootschap." Het bestuur werd samenge steld uit Amsterdammers en Engelschen. Toen in 1S21 de Engelschen zich terug trokken, bleek dat dit jonge genootschap de aandacht had getrokken van het geheele land. Daarom werd de naam veranderd in Nederlandsch Godsdienstig Tractaat-Ge. nootschap. De vraag naar geschriften groeide bij de maand en overal werden af- deelingen en correspondentschappen opge richt. Het doel was om aan ons volk het reine Evangelie te brengen. Er was voor het uitgeven van „tractaatjes" geen bede van steun noodig Het geld vloeide er rij kelijk voor in de tas van het Genoot schap. Zoo groeide de arbeid en de tractaten werden met duizenden in ons land ver spreid op aanvraag van predikanten af deelingsbesturen en de correspondent schappen. Het was in 1827 de bekende secretaris van het Genootschap ds. D. M. Kaake- been die het voorstel in het bestuui bracht om een Bijbelschen Almanak uit te geven. In dat jaar verscheen de eerste in een op laag van 30O0O exemplaren gedrukt bij C. A. Spin. De oplaag was heel spoedig uit verkocht. De almanak werd in den loop der jaren uitgebreid. Van jaar tot jaar werd de oplaag grooter In 1859 werd het hoogste punt bereikt Er werden toen 80.000 exemplaren gedrukt, verkocht en verspreid. Na I860 gaat het bergafwaarts toch is het aantal Almanakken nooit minder geweest dan 26000. Zooals het ging mek de almanak ging het ook met de tractaatjes In tijden van beroering en epidemiën wer- den duizenden tractaatjes verspreid. Dik wijls verscheen er eens per week een. Tot ver over de grenzen gingen deze geschrif ten, naar Oost en West Ze werden ver taald in het Maleisch, en andere Ooster- sche talen. Mannen van naam en beteeke nis hebben hun krachten gegeven voor de tractaatjes. Echter ondanks pogingen van de verschillende besturen bleek do ach teruitgang niet te stuiten. Dat laat zich ook zien uit de contributies In 1839 werd ont- vangen f 10000, 1871 een bedrag van f 650Ö en in 1926 was dit f 900 Ten langen leste heeft het bestuur het verzoek gericht tot den Centralen Bond voor Inwendige Zen ding, dat deze nog eenmaal zou beproeven het oude genootschap nieuw leven in te blazen. De Bijbelsche Almanak mocht met ondergaan. Het gevolg van dit besluit is geweest dat de belangstelling voor het Genootschap *eer begint te herleven. Het 100-jarig bestaan van het genoot schap in 1920 is in stilte herdacht, ten ge volge van de tijdsomstandigheden. Zooals wij reeds zeiden zal de uitgifte van de 100ste Almanak met onopgemerkt voorbij gaan Van deze almanak zijn 50000 exem plaren gedrukt. Het genootschap hoopt dat de belangstelling groot zal zijn, ook wat de financieele kant betreft. GAS VERSTIKKING TE DEN HAAG. Door onvoorzichtigheid. Te Den Haag is gisterochtend de 20-jar rige mej. P. v. d. H., wonende aan de Obrechtstraat, ten gevolge van gasverstik- king, dood op haar bed gevonden. Door onvoorzichtigheid was de gaskraan in haar slaapvertrek niet gesloten. Twee doktoren hebben met het zuurstof apparaat geruimen tijd tevergeefs getracht de levensgeesten weer op te wekken. DOOR EEN TREIN GEGREPEN. Ernstig ongeval in de Residentie. Gistermiddag om halfdrie is op het em placement der Hollandsche Spoor te Den Haag een ongeluk gebeurd, waarbij een rangeerder ernstig gewond is geworden. De 30-jarige J. A, L., wonende in de Jacob Cat-sstraat was werkzaam bij het rangeeren van treinen. Op een gegeven oogenblik kon hij niet spoedig genoeg weg komen en weid door een naderenden trein gegrepen. De man kwam met zijn voet on der den trein, tengevolge waarvan hij ern stig gewond werd. De Geneeskundige Dienst bracht hem naar het ziekenhuis. OPLICHTSTER GEARRESTEERD. Te Den Haag is gearresteerd een Fran- gai&e, die een haJi jaar geleden in Amster dam talrijke firma's heeft opgelicht voor naaimachines en stofzuigers. Ze heeft die in de Residentie in de Bank van Leening gezet, Met haar is gearresteerd een heer, die vooral als haar tolk heeft gefungeerd. Het meerendeel der opgelichte artikelen is teruggevonden. VALSCHHEH) IN GESCHRIFTE. Ten bedrage van f 150.000. Op last der Dordtsche justitie zijn Vrij dagavond te Rotterdam aangehouden drie heeren, een wonende te Rotterdam en twee te Dordrecht De eersten beiden directeur, de laatste beambte bij de te Dordrecht ge vestigde sleepvaartmaatschappij ,,Rhea". De beambte wordt verdacht van valschheid in geschrifte, gepleegd met assurantiever- klaringen en de beide directeuren van net uitlokken der vervalschingen. De fraude loopt oveT eenige jaren en over zeer aan zienlijke bedragen. Er wordt een bedrag genoemd van 150.000 gulden. Gisteren zijn de beide directeuren uit de preventieve hechtenis ontslagen tegen borgtocht, het arrest van den beambte bleef gehandhaafd. De directeuren ontkennen iedere schuld. Het ,,Hbld." meent nog te weten dat de aangehoudenen niet ten eigen bate moet-en hebben gehandeld, maar slechts bedoeld moeten hebben hun onderneming, wier za ken niet al te gunstig stonden, uit moei lijkheden te redden. IN EEN SLOOT GEREDEN. Op den Rotterdamschen weg nabij de Overslag te Delft, is een dame uit 's-Gra- venhage met een door haar zelf bestuurde auto, waarmede zij van Rotterdam kwam, van don berm vain den weg gereden, over den kop geslagen en in de langs den weg loopende sloot terecht gekomen. De be stuurster bekwam een diepe vleeschwonde in een been. De chauffeur en de overige inzittenden, haar beide kinderen en twee familieleden, hebben geen ernstig letsel bekomen. RECLAME. Doos 45 ets VROEG BEDORVEN. Een detailhandelaar. Bij een engros-zaak in toiletartikelen aan den Singel te» Amsterdam was een jongeling van 18 jaar werkzaam. Deze jongeman heeft kans gezien uit de voorraden kammen, sierspelden enz. telkens kleine partijtjes weg te nemen Dat wil zeggen, het begrip klein is betrekkelijk. Uit de groote voorraden viel de vermissing van een paar pakjes met kam men en van enkele kaarten spelden niet dadelijk op. maar in korten tijd had de jon geman zich toch voor enkele honderden guldens toegeëigend zegt het „Hbld." Hij bracht het verduisterde niet naar een opkooper, doch hij dreef een de'tailhandeltje. Een jongen, die nog geen 18 jaar oud is. was hem behulpzaam. Tot in Helder had da jongeman zijn „afzetgebied". Ten slotte zijn zijn misdrijven aan het licht gekomen. Hij is gearresteerd en in zijn woning is een huiszoeking gedaan. Doozen vol met spelden, kammen, poederdoosjes enz. zijn gevonden. AUTO IN HET NOORDZEEKANAAL. Op weg van IJmuiden naar Zaandam is een auto van de Velsensche pont in het Noordzeekanaal gereden. De bestuurder had n.l. den steiger bij de losplaats voor den we£ aangezien. De drie inzittenden konden rich redden, terwijl de auto later op den kant werd gebracht. EEN VECHTPARTIJ. Eenige weken geleden heeft voor de Haarlemsche rechtbank terechtgestaan het raadslid E. uit Beverwijk, wegens het ver spreiden in de verkiezingsdagen van pam fletten met beleedigenden inhoud. Door dit pamflet achtte een lid van een politieke partij zich beleedigd. In deze zaak was als getuige opgetreden een aannemer uit Beverwijk. Naar aanleiding daarvan be gaf E. rich Zaterdagavond naar het bouw werk, waar de aannemer werkzaam is. Er ontstond toen een vechtpartij tusschen hem en den aannemer, waarbij deze een schop kreeg en met een lat bedreigd werd. De aannemer gaf E. een schop tegan den buik. E. ging toen naar huis haalde een hamer en toen hij op den Alkmaarschenweg den aannemer in diens auto ontmoette, wierp hij den hamer door de ruit naar den aan nemer, maar raakte hem gelukkig niet.- Zoowel E. als de aannemer hebben aangif te bij de politie gedaan. E. heeft zich on der dokters-behandeling moeten stellen. MOORDAANSLAG. Zondagavond omstreeks elf uur verwij derde de caféhouder W. te Hoensbroek een tweetal gasten, die in beschonken toestand verkeerden, uit zijn locaiiteit. De twee per sonen, M. en W. genaamd, mijnwerker® te Hoensbroek, waren hierover gebelgd en namen een dreigende houding aan. De caféhouder ging hierop achter de deur van zijn café staan, waarop een der twee bui ten gezette personen plotseling een mes trok en hiermede door de ruit naar den caféhouder sloeg. Deze wist echter achter uit te springen. Een oogenblik later ver liet de 24-jarige M. Eggen, eveneen® uit Hoensbroek, het café. De twee personen overvielen dezen en een van hen bracht hem een levensgevaarlijken steek in den rug toe, waarbij een der longen en nieren geraakt werd. De jongeman werd naar het ziekenhuis te Heerlen vervoerd. De ver dachten M. en W. werden gearresteerd. Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch vaii WALTER BESANT. door Mej. E HOOGEWERF. 61) „Zoo. Heel belangrijk! Maar Checkley, dit verhaal verklaart in het minst niet je vreemde opgewondenheid van dezen och tend Heb je nog iets meer te zeggen? Ik rie wel, dat het zoo is. maar het schijnt je bijzondeT moeilijk te vallen er mee voor den dag te komen." De klerk aarzelde. ..Kent u Gray's Inn ook?" vroeg hij ein delijk. >.Ik geloof, dat ik er wel eens geweest ben Al jaren geleden. Waarom?" „Maar u is er dan toch niet onlangs nog geweest?" „Neen, zeker in geen veertig jaar, of daaromtrent. Waarom?" „Ik dacht, dat uzelve mr. Edmund Gray misschien kon ontmoet hebben, op zijn ka mers kon zijn geweest, of zool" Mr. Dering ging rechtop zitten en legde zijn hand op de brieven: „Checkley," sprak hij. „ik ben altijd be reid wat door de vingers te zien van men- echen, die in wanhoop verkeeren Maar nu beb ik toch lang genoeg geduld gphad zou *k cneenen: kom er nu regelrecht mee te voorschijn' Heb j' geld verloren?" -Neen. dat niet. Zóó erg is het nog niet 200 n verlies zou ik niet kunnen dragen, want daarvoor heb ik niet genoeg gespaard. Maar ik heb een schok gehad, deels door den persoon, dien ik ontmoette, deels door dengeeai. die hij bij zich had." „Wie was dat dan? Zullen we nu wat verder komen?" „Dat had ik u nog niet gezegd. Maar de- geen, die met hem aan het open venster zat, die met hem beneden kwam en het plein overging, was niemand meer of minder dan uw eigen pupille; miss Elsie Arundel!" „En waarom ook niet? Ze heeft me gis teren, geloof ik, nog verleid, dat ze hem kent." „Als ik haar met iemand anders had samen gezien." begon Checkley weer. „dan zou mij dit niets verwonderd hebben. Maar die twee daar samen te zien! Dit was mij iets onoverkomenlijksl" „Waarom dan toch? Miss Elsie Arundel heeft mij al verteld, dat zij Edmund Gray kende; ik begrijp waarlijk niet, Checkley, hoe je daar nu zoo iets bijzonders in ziet Denk je. dat mijn pupille iets doet, wat het licht niet mag zien? Ze heeft mij verteld, dat die man ee<n volkomen eerwaardig mensch is." „En nu is het genoeg van Edmund Gray. Er is wel een ander punt waaromtrent ik een duidelijk antwoord van je zou willen hebben Mijn broer beweert. ik meen op jouw gezag dat Athelstan Arundel ergens in een Londensche voorstad heeft gewoond en dat hij er heel armoedig aan toe was. in het begin van het jaar Is dit waarlijk op jouw zeggen?" „Wel, ik hoorde hem erkennen of al thans niet ontkennen dat hij in Canterbury had gewoond, in slecht gezelschap In de Salutation hoorde ik dit. Hij zag mij niet. Ik hield mijn hoofd achter een krant ver borgen. Hij ontkende het niet" „Nu, er was zeker voor de eene beschul diging al net zoo vee'l reden als voor de andere. Drie of vier jaar geleden was hij, zooals ik weet. in Amerika. Daar vandaan heeft hij mij geschreven. En nu heb ver nomen op gezag van zijn zuster, dat hij pas een maand terug is en dat hij was en nog is. in dienst van een Amerikaansch blad Wat heb je daartegen in te brengen?" „Niets, 't Ligt alles omver." „Ja, als dat waar is, vriend, valt je heele kunstig opgebouwde theorie omver, wat betreft Athelstan Arundel. Daar hij in Maart en April niet in Londen was, kon hij niet de hand hebben gehad in die laatste vervalschingen. En het moet dezelfde hand zijn, die nu en zoo veel jaren vroeger is bezig geweest." „O ja, dezelfde "hand, zeker, gewis, die hand heeft alles gedaanI" „Wat wordt er dan ook van je beschul diging van mijn deelgenoot? En daar hield je nog al streng aan vast. Mijn broer even eens. Toch had je geen van beiden bewij zen AI9 dezelfde hand in die tweeërlei ver valschingen is bezig geweest, dan kan het niet de hand zijn van George Austin. Wat zeg je hierop?" „Nietsl Ik zal mijn leven lang niets meer zeggen." „Maar je hebt het met zoo veel klem be tuigd Checkley. Nu moet je of meer bewij zen bijbrengen, of je beschuldigingen in trekken." „Ja, dat doe ik dan ook. rk trek alles in." „Maar waarom ben je dan met de beschul diging te voorschijn getreden. Bovendien heb je op het kantoor tegenover de klerken dingen van hem gezegd. Als nu blijkt, dat hij niets heeft uit te slaan met het heele geval, zit je er leelijk in!" „Ik trek alles in, alles!" herhaalde de oude klerk, maar niet kleinmoedig. Hij deed het, omdat hij niet anders kon, omdat hij er toe gedrongen werd. „Bedenk wel, dat jij het ook was, die de beschuldiging uitsprak tegen den jongen Arundel. „Ik trek alles in, alles!" „Je bent laatst zelfs zoo ver gegaan, dat je zei, hoe je hem de banknoten in de safe had zien leggen. Wat zeg je nu?" „Ik trek alles in." „Maar dit was een verklaring van een ooggetuige. Was ze waar of niet? Ik ken je waarlijk niet, Checkley: Eerst ben je heele- maal van streek. Dan vertel je dingen, die in het geheel niet waard zijn, om er je zoo zeer over op te winden. En dan trek je een beschuldiging in. die je eigenlijk niet dan met de sterkste bewijzen had mogen uit spreken. En nu wil je zelfs terugtrekken, wat je als een feit hebt uitgesproken I" Hulpeloos schudde Checkley het hoofd. „Ik erken, dat de zaak even geheimzin nig blijft als te voren. Er is nog niets uit gevonden. Maar er blijft een bittere vijand schap van jouw kant tegen twee jongelui. Waarom? Wat hebben se je dan toch ge daan?" Checkley antwoordde, boud-weg: Alles, alles trek ik in. Wat den jongen Arundel betreft, die was een verwaande kwast Hij zag op ons neer De heele wereld behoorde hem Hij deed mij na en maakte dat de klerken mij uitlachten Ik haalfè hem. Ik haatte hem nog. Hij kon toch zelf we! begrijpen dat een oude man van zeven' tig, haast zonder opvoeding, niet kan spre ken als een jongeman, die had gestudeerd in Oxford en Cambridge! Het was mij dan ook een geweldige voldoening, toen hij boos wegliep. Hij was tusschen u en mij ge treden. Ja, ik zag het wel. Heel listig had hij dit aangelegd." „Was je dan jaloersch Checkley?" „Ik was blij, toen hij wegliep. En ik dacht altijd, dat hij het ook gedaan had. Wat be treft dat terugleggen van den wissel in de safe: ik begrijp nu, dat ik hem dit niet heb' zien doen. En toch meende ik het mij toen vast te herinneren. Maar nu begrijp ik dat hij dit ook niet eens had gekund. Daar was hij niet slim genoeg voor. 0 ja, ik weet wel, wal u nu vragen gaat: Hoe ik dan tegenover numero twee sta! Dien haat ik ook. Ik haat hem, omdat hij al net zoo'n verwaande kwast is, ab de ander, en omdat hij u net zoo lang gevleid heeft, tot u hem uw deelgenoot hebt gemaakt Ik heb zestig jaar lang het vuur uit mijn sloffen gewerkt voor u. en. in een jaar tijds, schuift die jon gen mij opzij!" „Maar Checkley, ik kon jou toch ook niet tot mijn deelgenoot maken?" „U had geen deelgenoot ncodig. U kon uw werk doen en ik het mijne, en het uwe ook, als u 's middags soms eens mocht insla pen." „Dat is toch wel wat heel erg. Je haatte Athelstan Arundel en daarom bracht je die leelijke beschuldiging tegen hem in." „Neen, ik meende, dat hij schuldig was. Dat dacht ik echt. Alles wees er op. Ik be grijp dien jongen Arundel dan ook niet, want hij kwam in de Salutation met den Cambridge-man. die zich daar iedpren avond bedrinkt en hij zei dal hij achl jaar in Carnbprwell had gewoond, in slecht ge zelschap Ik meende, dat hij schuldig was. Zoo waar, dat dacht ik. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 5