BRONCHITIS-hoest echte AKKER'* ABDIJSIROOP 63ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 5 November S927 Derde Blad No. 20750 Buiteni. Weekoverzicht Van den voet der Pyreneeën. Voorde Borst Italië toont een gewapende vnist Raikan-misère Herstellend Turkije. Allereerst zullen wij den blik eens rich ten naar de Middellandsche Zee, want daarvoor is ongetwijfeld alle reden, dank zij den coup-de langer, door Italië gesla gen. Men zal zich wellicht nog herinneren, hoe in 1912 ex-keizer Wilhelm een Duitseh oorlogsschip, de „Panther" naar Agadir, m Marokko, zond om aldus te demonstree- ren voor de Duitsche belangen in dit sul tanaat en eveneens, hoe deze gebeurtenis heel wat onrust heeft gebracht en onge twijfeld meetelt bij de producten, waarvan tenslotte ln 191-3 de wereldoorlog de som was. Het was een wel zeer duidelijke de monstratie van de Duitsche gewapende vuist en als zoodanig ook niet misverstaan. Het militante Italië van el duce heeft dit ex-keizerlijk gebaar gemeend te moe ten herhalen m verbeterde editie. Zond Duitschland in 1912 één kruiser, Italië zond naar Tanger een eskader. En alsof dat nog niet duidelijk genoeg was, gaf Musso lini er maar een verklaring bij, hierop neerkomend, dat Italië, als de „grootste macht der Middellandsche Zee" totdus- ver werd Frankrijk altijd daarvoor aange zien, zoowel door Marianne zeli als door anderen! in de regeling der Tanger kwestie gekend wilde worden. •Vlsof dat ook niet op wat beleefder, doch daarom niet minder begrijpelijke wijze kenbaar had kunnen zijn gemaakt en zelts met meer kans op gehoor. Doch dat is nu eenmaal niet de mode van de-n fascisti- schen dictator, die steunt op geweer en bajonet, gelijk hij in een van zijn brallende toespraken tot de fasces bij de herdenking van het vijfde jaar van den fascistischen staat zoo glashelder naar voren bracht. Met dit al is de Tanger-affaire opeens weer in het volle licht gebracht. Spanje en Frankrijk, die samen Marokko beheer- schen Frankrijk als de Spaansche helper zijn het over Tanger nooit eens kunnen wc-rden, alleried onderhandelingen, die juist op het punt staan te worden hervat, ten spijt. Spanje zou zich gaarne in deze belangrijke havenplaats nestelen als heer en meester, doch daaryan wil Parijs niet weten. En zelfs Engeland, dat thans zoo lonkt met Primo de Rivera, evenmin, daar Engeland er niets voor voelt tegenover zijn Gibraltar, dat totduaver alleen den ingang- der Middellandsche Zee beheerscht, een gevaarlijk concurrent to zien ontstaan. Krijgen de Engelse-hen hun zin, dan blijft Tanger verdeeld tusschen belanghebben den en daarom zal Engeland den nieuwen mededinger niet ongaarne ten tooneele zien verschijnen; een mededinger, die juist door dat Tanger Gibraltar's evenknie kan wor den, een duitje mee in het zakje wil doen. In Fnankrijk, waar Italië toch reeds lang niet meer gezien is, gelet ook op het Ita- liaansohe streven op den Balkan, heeft het jongste gebaar van den duce grootelïjks ontstemming gewekt. Daar wijst men er op, hoe destijds Italië Marokko overliet aan den Fransctien invloed, voor zoover als Spanje tenminste niet meetelde, terwijl Frankrijk Italië de vrije hand liet in Tri polis. M.a.w. Frankrijk wil van een Ita- liaansch meepraten niet hooren. Tanger hoort tot Marokko en dus Door een en ander zijn de verhoudingen daar rondom dc MiddelLaiflisehe Zee danig vertroebeld en niet zonder gevaar gewor den, ook als behoeft daarbij niet direct nog aan oorlog to worden gedacht. Nieuwe brandstof daarvoor is echter aangedragen en licht brandbare ook. En dit, terwijl het daaraan in Europa's Zuiden toch al niet hapert. In Albanië is een sterke stroo ming merkbaar tegen het Italiaansche pro tectoraat-, die vermoedelijk vanuit Belgrado wel zal worden gevoed, zoodat de ver standhouding tusschen Rome en Belgrado, toch niet erg innig, meer en meer het vriespunt nadert. Uit don aard der zaak wroeten de com munisten op-den Balkan wat zij kunnen. Nog is niets bewezen van een communis- tischen opzet bij den moordaanslag op Griekenland's president Kondoeriotis, maar vertrouwen doet men de geschiedenis niet- KONDOERIOTIS. In Bulgarije worden de Macedoniërs on- getwijfeld vanuit Moskou gesteund. In Roemenië, waar Bratianu voorloopig mees- ter van den toestand blijft, zooals we voor den, ligt eveneens een vruchtbaar land voor gestook, gelijk overal, waar de rede nen tot ontevredenheid voor het opschep pen liggen, zoodat een natuurlijke yoe- dk. ibodem voor het communisme aanwe es s. Brandstof oorlogsbrandstof voor 1 ripen. Het is daarom wel noodig, dat bij voort during de vredesidee ondei de volkeren wordt gepropageerd, volgens, den stelre gel frappez, frappez toujours. Zelfs is er a'le reden voor de beangstigende vraag, of °P den duur Mars toch niet zal winnen, 0 het. gevaarlijk spelen met kruit, en lood door machten als Mussolini geschiedt, ^et ongelukken zal tengevolge hebben. Zulke geesten, eenmaal wakker geroe pen... Bovendien blijft Turkije, dat zich nog precies in Europa's uithoek heeft weten staande te houden, zich snel ontwikkelen onder leiding van Kemal pasja, die juist als president is herkozen. Zelfs is de vraag gewettigd, ot de sneltreinvaart, waarmede de-ze opvolger van den padisja de moderne hervormingen doorzet, niet te snel ie voor het in menig opzicht achterlijke land. Van een „Zieke Man", zooals dat vroe ger het geval was, is reeds geen sprake meer. Zelfs zou men kunnen zeggen, dat van alle verslagenen uit den wereldoorlog geen zich zoo heeft weten te herstellen als juist Turkije. XXII. Na een afwezigheid van meer dan een jaar en na een killen zomer op Noorde lijker breedte kwam ik terug in dit mooie land Béarn, dat zich koesterde in een zeld zaam zonnig najaar. Laat mij billijk zijn en er bij zeggen, dat ook hier de zomer niet gunstig is geweest. Maar ik, die dit niet aan den lijve had ondervonden, kwam meer dan ooit onder de bekoring van deze heerlijke streek. Van mijn kort verblijf hier heb ik ge bruik gemaakt voor een nieuw bezoek aan het bekende Kasteel van Pau, welks be schrijving ik reeds lang geleden in uitzicht had gesteld. Trouwens, het Kasteel is de voornaamste bezienswaardigheid van deze stad en verdient niet door mij te worden doodgezwegen. Het slot ligt ten Westen van de stad aan het uite'nae van den boulevard en is ver moedelijk in de Middeleeuwen aangelegd om den overtocht van de Gave de Pau te beletten aan vijanden, welke de stad uit het Zuiden mochten bedreigen. Aan den voet van het plateau, waarop de versterking was gesticht, is de Gave doorwaadbaar; ook heeft daar een brug gelegen, waarvan de overblijfselen nog zichtbaar zijn en die later, iets Westelijker, vervangen is door de brug, welke heden nog bestaat. Een der zijd al en aan den overkant leidt naar den Val d'Osssu, welke toegang geeft tot Spanje. Wie langs dien weg tot de rivier was doorgedrongen zou den overgang bestreken hebben gevonden door dc be zetting van het kasteel. Zooals bij vele andere gebouwen hier, bestaan de muren uit steenen, afkomstig uit de bedding van de Gave. Hoewel gaan deweg, ter verfraaiing, grootendeels over dekt, zijn deze steenen nog op verscheidene muurvakken zichtbaar, o.a. op de binnen plaats. Naar men wil, is de bouw begonnen in de 11de eeuw. Het kasteel had dus reeds een eerbiedwaardigen leeftijd, toen het in de 16de eeuw een verjongingskuur onder ging, zelfs een „wedergeboorte"; immers men bracht er den geest in van de Renais sance. Dit gebeurde onder Hendrik van Albret en men kan wel aannemen op aandrang van zijn vrouw Margaretha van Valois. be kend gebleven onder den naam „la Margué- rite des Marguérites". als beoefenaarster van kunst en letterkunde. Op allerlei wijze werd het oude gebouw verfraaid; lucht en licht werden door tal- rije vensters toegang verschaft; terrassen en tuinen aangelegd; medaillons l'antique" en andere muurversicringen aan gebracht Dit alles was algemeen bekend, doch voor de verdere geschiedenis van het kasteel heb ik het uitstekende boekje geraadpleegd, dat door den tegenwoordigen conservator Emile Lemaitre l) als gids voor den bezoeker is samengesteld. Het zou niet slechts onge oorloofd, maar ook ondankbaar zijn, deze bron niet te vermelden, nu ik het voorrecht heb gehad, te zamen met een anderen be zoeker, door den schijver te worden rond geleid en te genieten van zijn kostelijken humor, die overigens ook in het boekje doorstraalt. Ik volg den gids dus als leiddraad. De eenige dochter van Hendrik en Mar garetha was de bekende Jeanne van Albret, gehuwd met een Bourbon. Onder hen heeft het kasteel geen andere geschiedenis dan door de geboorte van hun zoon, den lateren koning Hendrik IV van Frankrijk, wiens naam thans aan het kasteel is vastgeknoopt. De heer Lemaitre is van oordeel, dat deze er, na zijn jongensjaren, slechts zelden heeft verblijf gehouden Tijdens de burgeroorlogen kwam hij er voornamelijk om de uitgeputte krijgskas aan te vullen. Kennelijk geen legi timist, gaf de conservator ons mondeling zijn voorstelling van Hendrik IV's strijd en streven naar de kroon. Deze had felle partijgangers achter zich en naast zich, die hem steeds aandreven; niet dat Hendrik zelf niet wilde, voegde hij er bij. maar ik zie hem niet als den vorst die strijdt voor het goddelijke recht, verkregen door zijn afstamming van een koning, die drie eeuwen vroeger had geregeerd, doch als een ondernemend, handig en dapper partijhoofd, oregeven door makkers die uit de overwin ning ook eigen voordeel verwachten en die nooit ophouden hem toe te roepen; „Vooruit dan toch!" Toen hij in werkelijkheid koning van Frankrijk was, kon het niet uitblijven, dat hij aan zijn geboorteland en zijn voor vaderlijk slot minder en minder aandacht kon wijden. Wel deed hij een poging om het kasteel te onttrekken aan het oude beginsel, dat de persoonlijke goederen van de koningen van Frankrijk aan de kroon behooren. maar hij stuitte op zooveel weer stand. dat hij zijn Bearneesch Erfgoed af stond. Zelfs werd een deel van den waar- devollen inboedel naar andere koninklijke verblijven in Frankrijk overgebracht. x) Le Chateau Henri IV (Palais National de Pau) Guide - Souvenir illustré. A Pau au Palais National.. Zijn opvolgers schijnen zich over hun afkomst uit Bearn nooit te hebben bekom merd. Geen hunner heeft het kasteel waar hun stamvader was geboren, in eere ge houden. De laatste vorstelijke telg. die er gewoond heeft, was Hendriks zuster Calharina van Bourbon; daarna wordt het overgelaten aan de zorg van intendanten. Lemaitre noemt als oorzaken van ver val onder hun beheer: een geweldigen brand in 1659, waarvan de schade met te groote zuinigheid werd hersteld; militaire bezetting; misbruik der groote vertrekken door de ambtenarij, welke, uit behoefte aan ruime lokalen, er zich ging nestelen; het inrichten van een der torens als gevange nis; de parasieten welke er, evenals in alle verwaarloosde gebouwen, hun intocht hielden. Het was dus in een toestand van alge- meenen achteruitgang dat het kasteel in 1791 door de „Constituante" als „bien na tional" ten bate van de berooide schatkist aan den algemeenen uitverkoop zou zijn prijsgegeven, als niet de nationale trots der Bearneezen dit onheil had bezworen. Hun afgevaardigden stelden alles in het werk opdat de tastbare herinnering aan den roem van het kleine vorstendom niet onder den hamer zou komen. De koning had nog een schijntje van macht en aanzien en mocht aan de Constituante het verzoek richten om eenige bezittingen van den verkoop uit te sluiten. Het was de afgevaardigde Barère, welke in de Constituante het desbetreffende voor stel aanbeval door Lodewijk XVI te verge lijken met Hendrik IV „wiens deugden hij navolgde"; en door als hulde aan de nage dachtenis van den „overwinnaar van de Ligue" aan te bevelen, dat de plek, waar hij geboren was, niet zou worden ver vreemd. „Dit is de wensch van alle Franschen; het zal dus ook de uwe zijn". Aldus besloot Barère de inleiding van zijn voorstel, waar van het slot luidde: „Art. VIII. Zal ook aan flen koning blijven het Kasteel van Pau met zijn park, als een hulde door de natie gebracht aan de nagedachtenis van Hendrik IV". Het decreet werd aangenomen en hoewel het volgende jaar de constilutioneele mo narchie overging in een republiek, bleef het kasteel voor den verkoop behoed. Echter hadden de regeerders in de dagen der eerste republiek weinig tijd en gelegen heid en vermoedelijk even weinig lust en aanleg om zich met het herstellen en onder houden van de „ci-devant" vorstelijke ver blijven te bemoeien. Het gebouw diende afwisselend tot gevangenis, kazerne, hospi taal en arsenaal, een behandeling waar onder geen rechtgeaard paleis zijn karakter kan bewaren. Sedert Napoleon's verheffing tot keizer is het kasteel tot 1870. kroondomein gebleven om toen aan den staat terug te keeren. De verschillende vorsten hebben met horten en stooten aan het verbeteren van den toestand gewerkt, maar veelal zonder samenhang in hun pogingen. Napoleon I vond het in 1808 in een zoo- danigen toestand van vervuiling, dat hij ergens anders zijn intrek moest nemen. Hij gaf bevel tot het ontruimen van den ge vangenis-toren. doch dit werd in den wind geslagen. Tot 1822 zou die toren dezelfde bestemming behouden. Natuurlijk laten de Bourbons zich iets meer aan de bakermat van hun voorvader gelegen liggen. De noodigste herstellingen worden verricht; Lodewijk XVIII schenkt het beroemde standbeeld van Hendrik IV; men plaatst er opnieuw de schildpadschaal, die dezen tot'wieg heeft gediend. Eerst onder Louis Philippe en Napo leon III worden groolere werken onderno men, volgens Lemaitre even bedroevend door hetgeen bekend is van dc plannen als van hun uilslag. Verscheidene architecten hebben hun talenten beproefd op deze middeleeuwsche vesting, wier stroef karakter zoozeer was verzacht door het huwelijk met de Renais sance. Daar zoowel Louis Philippe als Napoleon III meer het oog hadden op het onbewoon baar maken voor het geval zij er verblijf wilden houden, dan op kunst en geschiede nis „leidde de samensmelting aldus Le maitre van de inzichten dier kunste naars met de voorschriften dier vorsten, tot een geheel dat den artist en den oudheid kenner tegen de horst stuit, zoowel door hetgeen is vernield als door hetgeen is bij gevoegd". De conservator acht zich gelukkig, dat den bezoeker, zelfs al stoot hij zich aan anachronismen, zooveel schoons kan wor den geboden, dat hij ruimschoots bevredi ging vindt. De groote aantrekkingskracht gaat uit van de prachtige muurtapijten, waarvan men kan genieten zonder zich het hoofd te breken met de vraag hoe en wanneer die terecht zijn gekomen in een omgeving die in stand heet te worden gehouden om de herinnering aan Hendrik IV levendig te houden. Laat u echter toch maar door den gids inlichten over de herkomst der tapijten. Als iets ongelooflijks wordt u verteld dat men onder Louis Philippe, om te bezuinigen op de aankleeding der vertrekken van het slot. een aantal tapijten uit het „garde-meuble" van het rijk afstond, van wier groote waarde men zich toen niet bewust was. Wel is een deel er van later teruggeno men, maar een overvloed van oude Vlaam- sche en Fransche tapijten blijft er de wan den versieren. Wat nu de voorwerpen betreft, die wèl op Hendrik IV betrekking hebben, zoo is de Conservator dankbaar doch niet voldaan. Men vindt er verscheidene standbeelden en borstbeelden van den lieveling der Bear neezen; zijn doodsmasker; een verkleind model van zijn vroegere standbeeld op den Pont-Neuf, tijdens de revolutie vernield: Sèvres-vazen met voorstellingen van de oprichting van het beeld dat dit laatste heeft vervangen; zes prachtige kleine gobe RECLAME. 702 Bij ontsteking der broaches (luchtpijp takken) bedenk hoe dicht zij bij de longen is zal een middel, dat tegelijk snel en krachtig ingrijpt, fan groot belang zijn. Akker's Abdijsiroop doet beide en beeft daar door duizenden foor ernstige gevolgen be waard Onschadelijk! De hoest Is het natuurlijke wapen van het lichaam tegen zich in de luchtwegen ophoopend en vastzettend slijm. Maakt men de longen nu ongevoelig voor den hocst- prikkel door ze te verdooven - vaak het eenige „succes" van vele z.g.n. middelen tegen den hoest - dan houdt dc hoest op. zeker, maar het met schadelijke bacteriën ver zadigde slijm blijft tevens in het lichaam en oefent daar zijn schadelijken invloed uit. De mede uit zuivere planten sappen bereide Akker's Abdijsiroop echter bevat geen enkele stof. die in eenig opzicht schadelijk voor het lichaam zou kunnen zijn. maar lost snel en krachtig het vastzittende slijm op. zoodat dit gemakkelijk kan worden opgegeven, terwijl zij tegelijkertijd het ademhalings orgaan versterkt. Hierdoor worden de hoestbuien bij bronchitis dadelijk minder benauwd en verdwijnt op den duur de aanleiding tot den hoest en dus de hoest zelf Overal verkrijgbaar In kokers van 1.50, 2.75 en 4.50 lins met tafreelen uit Hendrik's geschiede nis; afbeeldingen van zijn vrienden en tijdgenooten. Echter bestaan er zwaarden, helmen en wapenrustingen, die te Parijs worden vast gehouden omdat zij daar deel uitmaken van series vorstelijke wapenen; verder portret ten, medailles, prenten; alles zaken, welke de conservator hier zou willen zien bijeen gebracht. Het is zeer te betwijfelen of deze wensch ooit zal worden verwezenlijkt. De hoofdstad zal wel altijd den voorrang houden. Over den oorsprong der voornaa'mste ta pijten geeft de gids merkwaardige bijzon derheden. Een aantal jacht-tafreelen vormen „Les Chasses de Maximilien", vervaardigd in de fabriek der Gobelins, in navolging van de oorspronkelijke serie, welke omstreeks 1527 te Brussel voor Karei V geweven moet zijn. Een eeuw later bevond de verzameling zich in handen van den Hertog de Guise (langs welken weg zij daarheen geraakte, is onbe kend). Deze verpandde haar aan Mazarin, uit wiens boedel Lodewijk XIV haar in kocht De kopieën werden omstreeks 1725 door de „Gobelins" geweven. Een andere reeks muurkleeden: „Les Mois Grotesques ou Arabesques", uit Brus sel afkomstig, moet eveneens langs de Guise en Mazarin in Lodewijk XIV's bezit zijn gekomen. Verder vindt men vier stukken, bekend als „Les Mois Lucas", naar den naam van den vermoedelijken ontwerper Lucas van Leyden. Deze zijn in de 17e eeuw door de „Gobelins" naar de Brusselsche origineelen vervaardigd. Behalve nog eenige tapijten van Brusselschen oorsprong, naar Teniers, verdienen bijzonder de aandacht die welke de Geschiedenis van Psyche voorstellen. Zij zijn het werk van wevers, die Hen drik IV uit Vlaarderen had doen overkomen (omstreeks 1601) en hebben stukken tot voorbeeld gehad van een Vlaming, die den invloed van Raphael had ondergaan; som migen zijn van meening, dat naar Raphael's eigen kunst is gewerkt. Over de Gobelins naar onderwerpen uit Hendrik IV's eigen geschiedenis is hier boven reeds gesproken. Zij daleeren uit het einde van Lodewijk XVL's regeering en zijn van een fijnheid van bewerking, welke Le maitre als iets bijzonders van de Gobelins- fabriek kenschetst. De overvloed van kostbare muurkleeden is vermoedelijk mede toe te schrijven aan de vrees voor het overbrengen van overer felijke ziekten. Tapijten immers zijn moei lijk te ontsmetten en zij worden niet. gelijk papieren behangsel, nu en dan vervangen. Men achtte het daarom veiliger er een on bewoond gebouw mede aan te kleeden. Echter, zooals reeds gezegd, er is een tijd geweest, waarin deze kunst niet naar waarde werd geschat. Zoo kon het dan ge beuren, dat een der voorgangers van d:-n heer Lemaitre vier van de besten, misschien de besten van allen, dezer tapisserieën er gens in een donkeren vleugel vond, waar zij een kwijnend bestaan leidden. Thans vormen zij, als de Tenture de Saint Jean- Baptisle". een der glanspunten van de ver zameling. Hun afkomst is onzeker; slechts weet men dat zij reeds vóór drie eeuwen tot de meubelen der Kroon behoorden. Ken ners meenen dat zij in Vlaarderen zijn ge weven. Lemailre's gids bevat ook een hoofdstuk over de gasten, die het kasteel hebben be zocht. Zij zijn velen en.... velerlei! In 1559 bracht Elisabeth van Valois er een week door op weg naar Spanje waar zij met Philips II in het huwelijk zou tre den; ongetwijfeld haar laatste week van geluk, voegt Lemaitre er bij. Dan brengt Ravaillac, de vader van Hen drik IV's moordenaar, er in 1611 tachtig dagen in gevangenschap door. Lodewijk XIII bezocht het slot in 1620 en veranderde in zes dagen tijds de privi leges door zijn grootmoeder Jeanne d'Albret aan de Hugenoten verleend, in privileges ten gunste der Katholieken. Napoleon en Josephine maakten tijdens hun verblijf te Bayonne in 1808. een reis naar Pau, en bezichtigden het kasteel, dat toen onbewoonbaar leek. In 1811 werd, reeds den dag voor Napo leon's abdicatie, de wille vlag geheschen op een der torens. In 1823 komt de Hertogin van Angoulême er de wieg van haar stamvader, de bekende schildpadschaal, opsieren met de witte vlag gen en den gepluimden helm, die eerder aan een apotheose dan aan een kinder kamer doen denken. De beeldstormers der revolutie meenden deze wieg te hebben verbrand, maar een der notabelen uit Pau was vooruitziend genoeg geweest om de echte wieg door de schaal van een andere schildpad te vervangen. Toen het gevaar jaren lang voorbij was, werd de wieg van Hendrik weer in zijn eigen omgeving terug geplaatst. Prinsen én prinsessen van Bourbon en Orleans verschijnen nu en dan binnen zijn muren; Victor Hugo wijdt er eenige regelen aan; abd-el-Kader wordt er in 1848 geïn terneerd na zijn nederlaag en onderwerping. Als merkwaardigheid wordt vermeld, dat na een verblijf van zes maanden ten ge volge van de ritueele afwasschingen van hem en zijn volgelingen de put een aan zienlijk lager peil aanwees dan ooit te voren. Het water was 18 Meter gedaald! Napoleon 111 en Eugenie hebben nu en kan korten tijd op het kasteel vertoefd De keizerin had zelfs plannen gemaakt voor langere bezoeken, maar het is bij plannen gebleven. In 1868 verleende het kasteel gastvrijheid aan Isabella II, de verdreveD koningin van Spanje. Zij bleef er een maand. Toen onlangs het Marokkaansch opper hoofd Abd-el-Krim zich had overgegeven, werd in Pau de mogelijkheid besproken dat hij, evenals Abd-el-Kader, hier een ge dwongen gastvrijheid zou ondergaan. Of de daling in 1848 van het water in den put de vrees heeft doen postvatten dat een nieuwe Muzelmansche bewoner dien geheel zou ledigen! In ieder geval is het kasteel, dat thans meer als museum te beschouwen is en voor het inlerneeren van overwonnen vijanden, ook buiten de watervrees, niet het aangewezen verblijf, gelukkig voor dit be zoek bewaard gebleven. Als besluit wil ik nog bijvoegen, dat het opschrift van een der schilderijen dezer dagen stof tot vermaak heeft gegeven. Het gold de voorstelling van Ravaillac's aan slag op Hendrik IV. waarop te lezen slaat- Assassinat de Henri IV par Housez (Gustave)". Een Spaansche student vond hierin aan leiding in een Arragonsch blad te schrijven, dat de schilder, wiens naam het opschrift vermeldt, gevaar loopt door onwetenden te worden gehouden voor den koningsmoorde naar, om welke reden hij protesteert tegen deze dubbelzinnige redactie! H. v. P. Pau, 20 October 1927. RECLAME. Voor Allen, die Sukkelen met Verstopping of moeilijken, tragen en onregelmaligen Stoelgang zijn Mijnhardt's Laxeertabletten onmisbaar. Werken vlug zonder kramp of pijn. Bij Apothekers cn Drogisten. Doos 60 ct 743

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 9