Het bezoek van Prins en Prinses Ri aan Leiden. v8N'-' e V II AMSTERDAM- 68ate Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 28 October 1927 Tweede Blad No. 20743 JfggPTF BINNENLAND. DE VLIEGTOCHT HOLLAND-INDIÈ VICE-VERSA LOOPT TENEINDE. Toto's W. Bleazé, Leiden. -:v: ""•T? 'L Prins en Prinses Ri van Korea met gevolg bij hun bezoek aan het Ethnografisch Museum op het Rapenburg gefotografeerd. Gistermiddag heeft het aangekondigde i bezoek van de Prins en Prinses van Korea aan onze stad plaats gehad. Om half vier kwamen de Prins en Prin ses in wier gevolg waren meegekomen de heeren dr. J. Shinoda, vice-opperhofmaar- Echalk van Prins Ri, kolonel Ozen Kin, ka merheer; luit.-kol. S. Sato, adjudant; de heer T. Takashina, hofmaarschalk; mevr. Yagoro Miura, hofdame van prinses Ri; mr. D. Adachi, secretaris; de heer Miyake, secre taris en vicomte Motono, attaché, beiden yan de Japansche legatie uit Den Haag, in auto's bij het Ethnografisch Museum op het Rapenburg aan. Daar werden zij aan den ingang verwelkomd door den rector-magni- ficus prof. dr. A. J. Wensinck, die den prins in het Engelsch, de prinses in het Fransch begroette. Hij geleidde de gasten vervolgens naar de bibliotheek van het Museum, waar o.m. aanwezig waren prof. dr. M. W. de Visser, hoogleeraar in het Japansch aan de Leidsche Hoogeschool, dr. H. H. Juynboll, directeur van het Museum en de lector in het Chineesch aan de Leidsche Universiteit, de heer J. J. L. Duyvendak. Nadat de gasten op Chineesche stoelen hadden plaats genomen, nam prof. de Visser het woord, die een begroetingswoord in het Japansch sprak. Spr. achtte het zich een groote eer het gezelschap te mogen ontvan gen. Dit Museum, aldus vervolgde spr., is het oudste Japansche museum van Europa. De oorsprong van het museum is te danken aan een verzameling voorwerpen, die Van Siebold ongeveer honderd jaar geleden uit Japan heeft meegebracht. Later is het ge leidelijk uitgebreid tot een algemeen ethno- graphisch museum. In deze gebouwen zijn speciaal verzameld voorwerpen uit het verre Oosten, o.a. uit Britsch-Indië, als mede oud-Japansche kunst Nog vertelde prof. de Visser, dat het aantal voorwerpen te groot is om deze in den korten tijd, die voor het bezoek beschikbaar kon gesteld worden, te kunnen bezichtigen, waarom men uit de interessantste en mooiste voor werpen een keuze had gedaan. Spr. noodigde prins en prinses Ri uit, hun handteekening in het boek voor hooge be zoekers te willen plaatsen, aan welk ver zoek zij gaarne voldeden. Daarop werden den gasten de collectie getoond. Na het bezoek aan het Museum wandel den de gasten naar de Universiteitsbiblio theek, waar de bibliothecaris dr. F. G. Wie der ter ontvangst aanwezig was. Daar werden de Chineesch-Japansche leeszaal en de lokalen van het Legatum Warnerianum bezichtigd. Ook de conserva tor dr. C. van Arendonk was bij het bezoek tegenwoordig. Van de Universiteitsbibliotheek begaven de hooge gasten zich naar de Senaatskamer waar met prof. Wensinck, prof. de Visser en de heer Duyvendak, de assessoren prof. dr. W. B. Kristensen en prof. mr. G. van Vollenhoven ter ontvangst aanwezig waren. In de Senaatskamer waren bovendien de dames mevr. Van Ei5singaVan Hogendorp, mevr. Wensinck en mej. Bosman, presidente der V.V.S.L. met nog eenige andere dames studenten ter ontvangst aanwezig. Om na 7 uur verlieten de Prins en Prinses met hun gevolg per auto Leiden. Op het Rapenburg viel wel eenige belang stelling voor het bezoek waar te nemen. ONZE MARINE. Eet beleid van den minister Critiek en waardeering. V er schenen is het Voorl. Verslag over het Vide Hoofdstuk (Marine) der Staate- begrootmg voor 1928 Sommige leden hadden den indruk, dat 0e Minister niet voldoende doordrongen ia Tan de noodzakelijkheid om onze marine Eoodanig in stand te houden en uit te rusten, dat zij de ge<wichtige taak, die voor de verdediging van Nederland en de over- ceesche gewesten op haar kan komen te rusten, naar behooren kan vervullen. De bezwaren dezer leden richtten zich Voornamelijk tegen het beleid van den Mi nister ten aanzien van het materiaal. Hier treedt een zoo groote beperking aan den dag, dat voor de behoorlijke instandhou ding der vloot niet meer voldoende worat gezorgd Het heeft, zoo merkten eenige leden op, bijna den schijn alsof een gelei delijke liquidatie der marine wordt be oogd. Wat op deze begrooting voor nieuwen fcanbouw wondt aangevraagd, is zelfs niet voldoende voor de instandhouding der yloot volgens het besnoeide plan. Gevraagd werd, hoe de Minister zich de formatie der vloot in Indië na 1830 gedacht heeft. Het vervallen van de watervliegtuigen mt de formatie hier te lande werd beden kelijk geacht, afgezien van de bezwaren krijgskundigen aard Onder deze om- etandigheden behoeft het niet te verwon deren, dat ook deze vliegdienst een ern stig beeld van verwaarloozing oplevert. Verscheidene andere leden konden zdch met de critiek niet vereenigen. Zij gaven onbewimpeld toe, dat ook naar hun mee ring nauwelijks voldoende gelden worden aangevraagd voor het op peil houden van het bestaande materieel, doch in stede van dit te betreuren, juichten zij zulks toe. Hun critiek is dan ook van anderen aard. Zij betreurden, dat de Regeering vastr houdt aan het denkbeeld van een gevechts- vloot Zij betoogden, dat Indië slechte ge baat kan zijn bij een goede politievloofc. Vooral meenden deze leden zich te moeten verzetten tegen den aanbouw van onder- ïeebooten De bezwaren tegen de samen- beging der militaire vhegdiensten kon- deze ledeD niet deelen. Aandere leden waren van oordeel, dat «et beleid van dezen Minister meer waar deering verdient. Minister beseft terecht, dat met het °°S op de sociale nooden de defensieuit- ff&ven tot het strikt noodzakelijke moeten beperkt worden, omdat anders de draag kracht van on® land zou overschreden worden. Aan den anderen kant is van een weerloos maken van Nederland in mari tiem opzicht geen sprake. Andere leden zagen voor kleine staten in de onderzee boot een machtig verdedigingswapen tegen de groote gevechtsschepen. Gevraagd werd, hoe de Indische Regee- ring tegenover de aanvragen van materieel voor Indië en het tempo van aanbouw staat. Men zou gaarne, zoo mogelijk, verne men, hoeveel in bet geheel de intrekking van de opdrachten betrekkelijk den bouw van den kriuseT „Celebes" den lande ge kost heeft. Inlichtingen werden gevraagd omtrent de sterkte en het verloop van het perso neel. Is een behoorlijke bemannng van al onze schepen gewaarborgd 1 Naar het oor deel der hier aan bet woord zijnde beden is het Indische personeel in het algemeen niet geschikt voor den dienst op de vloot. Sommige leden meenden, dat bij de te genwoordige regeling reeds te weinig per soneel in Nederland is bij verschillende diensten. Andere leden meenden tegen deze ge ringschattende opvatting van de hoedanig heden der inlandsche schepelingen te moe ten opkomen. Verscheidene leden hadden bezwaar te gen het optreden der regeering tegenover ht personeel, waar het de uitoefening van het ver een igingsr echt geldt. Ook klaagden sommige leden over de stroeve werking van het georganiseerd overleg. DE CONFERENTIE-COLIJN TE GENèVE. Gedelegeerde Posthnma komt inlichtingen brengen. Uit Genève wordt gemeld, dat nu de be raadslagingen op de conferentie over in- en uitvoerverboden onder voorzitterschap van den heer Colijn zich dusdanig ontwikkeld hebben, dat het duidelijk te zien is in welke richting men een uitweg uit de moeilijkheden zoekt, gisteren de eerste Nederlandsche gede legeerde, de oud-minister Pothuma het oogenblik heeft geacht om de Nederl. Re geering persoonlijk omtrent den toestand in te lichten. De heer Posthuma is gistermiddag tot dit doel uit Genève naar Nederland teruggekeerd en hoopt Dinsdag weder op de conferentie aanwezig te' zijn. DE VEILIGHEID BIJ ONZE SPOORWEGEN. Na het ongeluk bij Voorschoten. Het lid van de Tweede Kamer, de heer Drop. heeft aan den Minister van Waterstaat gevraagd of hij in verband met de jongste ongevallen op de Nederlandsche Spoorwegen bij Rijswijk en Voorschoten alsnog bereid is uitvoering te geven aan de op 10 December 1926 zonder hoofdelijke stemming aange nomen motie-Van Braambeek, luidende als volgt: „De Kamer: van oordeel, dat een grondig onderzoek naar den algemeetaen veiligheids toestand bij de Ned. Spoorw. door een des kundige commissie, waarin ook de vakver- eenigingen zijn vertegenwoordigd, ge- wenscht is. gaat over tot de orde van den dag". DE ZUIDERZEEVISSCHERIJ. Tot 1933 nog mogelijk. Naar uit Enkhuizen aan de ,,Ned." wordt gemeld, heeft de minister bericht ge zonden, dat bet visscherijbedrijf nog tot 1933 zal kunnen worden uitgeoefend. Bij de gedeeltelijke afsluiting der Zuiderzee zal er door de nog open geulen visch van uit de Noordzee binnen kunnen komen. Hierbij dienen de visschers evenwel te overwegen dat het binnenzwermen van de visch door de afsluitingswerken gaande weg zal minderen en met het jaar 1933 ge heel onmogelijk zal worden DE LICHTING 1928. Voor de lichting 1928 worden in totaal 23.652 dienstplichtigen aangewezen voor inlijving; vau dezen zijn er 950 bestemd voor de zeemacht. DE CORRUPTIE IN DE GASINDUSTRIE. De directeur te Utrecht wordt ontslagen. Naar het „Utr. Nieuwsblad" verneemt, zat den raad van Utrecht spoedig een voordracht bereiken om den directeur der gemeente lijke gasfabriek den heer Bruinwold Riedel, tegen 1 Nov. a.s. oneervol ontslag te ver- leenen. CENTRALE VAN NEDERLANDSCH OVERHEIDSPERSONEEL. Te Utrecht is vanwege de centrale van NederLandsche overheidspersoneel een drukbezochte vergadering gehouden, waar. in de heeren M .M. Cohen, H, Freen en A. Kooiman een herziening van de sala rissen der ambtenaren hebben bepleit. Met algemeene stemmen werd een motie aangenomen, waarin de vergadering zich homogeen verklaart met het adre®, door het bestuur van de C.N.O.P. op 18 Octo ber 1.1. tot de regeering gericht, waarbij in afwachting van de herziening van het bezoldigingsbesluit vrijstelling wordt ge vraagd van de 5pCt korting voor het weduwen- en weezenpensioen. Heden om 4 uur op Schiphol verwacht. LUITENANT KOPPEN. ELLERMAN. De vliegtocht Holland-Indië, vice-versa, loopt teneinde. Na Van der Hoop en zijn tochtgenooten, en na Geijssendorffer en zijn mannen dus thans luitenant Koppen met Frijns den K.L.M.-piloot en Ellerman. Ook Koppen's reis is een zegetocht gewor den. Hij heeft zijn reis van Amsterdam naar Batavia en terug in recordtijd volbracht! Indien de laatste etappe tenminste geen tegenslag brengt. Van der Hoop die in 1921 de eerste was die den tocht door de'lucht naar Java heeft aangedurfd was al heel verheugd toen hij na veel moeilijkheden te hebben overwon nen na een lange reis op Java landde. En eenmaal daar gekomen liet hij zijn toestel de helaas intusschen vergane H-NACC demonteeren, inpakken enper boot naar Patria zenden. Per boot keerden ook Van der Hoop en zijn makkers terug. Want heen en terug vliegen. daarvan was in 1924 nog geen sprake. Daarvoor waren de terreinsgesteldheden op den langen weg cLie Amsterdam van Batavia scheidt te slecht en te verschillend en daartoe achtte men toen ook het Fokkertoestel niet geheel in staat. Nauwelijks drie jaren later vertrokken Geysendorffer c.s. Ook zij vlogen een Fokker. En ook deze Fokkermachine van het verbeterde type Vila, werd slechts door één motor gedreven. Maar gebruik makende van de ervaringen van de pioniers voor den luchtweg Holland- FRIJNS. Fokker HNAEA op Schiphol, Tanwaar hd3 ook startte, terugkeeren. Koppen's vlucht leerde ons weer anderei belangrijke dingen. Zijn succes, het weL» slagen van zijn vlucht overeenkomstig zijn plannen, doet ons overtuigend zien hoezeer wel de luchtverbinding van ons land met de deelen van het Rijk in Azië mogelijk is en hoe snel daardoor het vervoer van post en van kleine pakketten kan plaats hebben. Koppen heeft een recordtijd gevlogen. En hij deed dit niet om een record op zijn naam te krijgen, doch beoogde met zijn snelle vlie- gen uitsluitend, nadrukkelijk te toonen, dat Batavia werkelijk niet verder van Amster-» dam verwijderd ligt, dan op een afstand van negen, hoogstens tien dagen 1 Voor wie al* thans de luchtvaart vertrouwen schenkeni wil. Terwijl men zoowel in Nederland als ixï Indië in parlementaire en regeeringskringen zich aandachtig bezig houdt met de bestu* deering die de mogelijkheden van de lucht-» vaart voor post en passagiersvervoer biedt, terwijl men overweegt in hoeverre de lucht* vaart, het door de K. L. M. in Nederland schitterend georganiseerde burgerluchtver-i keer moet worden bevorderd en geldelijk gesteundterwijl men tevens overweegt het nut dat de post van deze vervoerwijze nu en in de toekomst kan verwachten. terwijl anderen confereerden, rekenden efl overwogen, hebben Koppen, Frijns en ElleM Indië, Van der Hoop c.s., wist Geijs erin te slagen zijn toestel, de HNADP in een tijd veel korter dan Van der Hoop ervoor had noodig gehad van Schiphol naar Tjililitan te sturen. Geysendorffer had de groote verantwoor delijkheid op zich genomen op de hem en zijn makkers geheel onbekende route pas sagiers mede te nemen. En de bemanning van de HNADP heeft bewezen dat zij die verantwoordelijkheid heeft kunnen dragen. Niet alleen hebben zij hun Amerikaanschen passagier naar Java gebracht door de lucht, na een oponthoud van enkele dagen vertrok ken zij ook weer met hem en, dat was de hoofdzaak, zij brachten den heer Van Lear Black ook zonder eenige vertraging weer op Schiphol terug. Zoo werd de tweede vlucht naar Indië, de eerste vlucht vice-versa tevens, de eerste vlucht met passagiers. En ook de reis van de HNADP had groote waarde voor dege nen die zich aan prestaties, aan voorbeelden wilden houden bij de beoordeeling van de kansen die de luchtvaart biedt voor een practische geregelde verbinding van ons Moederland met zijn koloniën. En thans zal Koppen met zijn „Postduif" na een reis van 19 vliegdagen hopelijk he denmiddag behouden met zijn drie-motorige man door hun vlucht die wél op het juiste, moment werd ondernomen, al deze conferee-» rende heeren en de geheele wereld, door hun nieuwe, schitterende prestatie een nieuw; „feit" ter beoordeeling geboden. Door den afstand van Holland naar Java en terug te vliegen in minder dan een maand in 19 dagen, hebben zij opnieuw een sym-» pathieke en effectvoller propaganda ge-» maakt voor de aviatiek als nuttige vervoer* gelegenheid. Sportief moge het succe9 van de Postdui* ven onovertroffen zijn, grooter, interessanter dan de sportieve waarde van hun prestatie mag zeker de economische beteekenis van hun vlucht in recordtijd worden genoemd. Ook Koppen, Frijns en Ellerman Neer* land's jongste luchthelden, kranige en on-» baatzuchtige kerels, goede en betrouwbare vliegeniers, verdienen den dank en erkente lijkheid van heel Nederland. Want het werk dat zij hebben verricht, komt zeker het nationaal belang, de ge meenschap ten goede. In de naaste toekomst wellicht reeds! Luitenant Koppen seinde gisteren uit Bel grado dat hij daar na een vlucht van elf uur uit Aleppo is aangekomen. Getracht zal worden heden om uur in den namiddag op Schiphol te zijn. j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 5