WIE IS EDMUND GRAY?
STER-TABAK
68"° Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 21 October 1927
Tweede Blad No. 20737
BINNENLAND.
VEREAÜEN's PARIJSCEE WAFELS, ALTIJD WELKOM
INGEZONDEN.
Gevatte Koude
Sanapirin-Tabletten
FEUILLETON.
het verblijf der koningin-moeder
in garmisch-partenkirchen.
Tochtjes in den omtrek.
Van de Kur-directie van Garmisch-Par-
tenkirchen (Opper Beieren) alwaar H.M.
de Koningin-Moeder op het oogenblik ver
toeft, moehten wij het volgende bericht om
trent H. M. ontvangen, waarvan de gege
vens verstrekt werden door den kamer
heer van H. M.
H. M. voelt zich zeer goed in het huis
Schönblick", alwaar Zij Haar intrek heeft
heeft genomen. De heerlijke lucht bekomt
Haar uitstekend en door de hooge ligging,
welke voor den gezondheidstoestand van
H. M. buitengewoon geschikt is, is net
Haar mogelijk om wandelingen te maken
van soms lVfj uur, zonder dat Zij ook maar
eenige teekenen van vermoeienis toont. De
Koningin-Moeder maakt dagelijks wande
lingen, tochtjes per rijtuig en per auto in
de naaste omgeving en verderen omtrek.
Zoo bezocht Zij reeds het Walchenrneer,
het bekende dorp der passiespelen Ober-
ammergau, alwaar Zij zich geruimen tijd
onderfneld met den voorsteller van de
Christusfiguur, Georg Lang; ook het idyl
lisch gelegen slot Lmderhof, het prach
tige bouwwerk van Konmg Lodcwijk d©
Tweede werd door Haar bezocht. Op een
dag, waarop het anders wolkenvrije dal,
waarin Garmisch-Partenkirchen gelegen is,
geen zonneschijn had, maakt© H. M. van
het bergspoor gebruik om een tocht te
maken naai den op 1652 Meter hoog gele
gen Kreuzeck, alwaar Zij na door de wol
kenzee gegaan te zijn de heerlijke hoogte-
zon opzich liet inwerken^
O VERVULDE TREINEN?
Tnsschen Den Haag en Leiden.
Het lid der Tweede Kamer, de heer
Schaper, heeft aan den Minister van Wa
terstaat gevraagd of hij bereid is op korten
termijn een onderzoek in te stellen naar de
bezetting der treinen, rijdende tusschen
's-Gravenhage en Leiden, in het bijzonder
naar die van trein 10 88, vertrekkende van
Den Haag om 17.27, waar telkens, volgens
betrouwbare ooggetuigen, ten aanzien van
de derde klasse een onbehoorlijk gedrang
ontstaat om in den trein te komen, terwijl
bij vertrek de derde klasse wagens op er
gerlijke wijze zijn overvuld, zoodat tien
tallen van reizigers op elkander gedrongen
moeten staan.
Wil de Minister, zoo wordt verder ge
vraagd. fndien deze toestand als bovenom
schreven wordt bevonden, ten spoedigste
maatregelen uitlokken om aan dien misi
stand een eind te maken?
DE LEIDERS VAN BETOOGINGEN DIIJ
WANORDELIJKHEDEN VEROORZAKEN.
De minister zal strenge bestraffing
niet bevorderen.
Op de vragen van den heer Braat betref
fende het instellen van een strafvervolging
tegen leiders van volksbetoogingen, welke
wanordelijkheden op den publieken weg
veroorzaken, heeft minister Donner geant
woord dat van een strafvervolging, c. q.
bestraffing, naar ons recht eerst sprake
kan zijn, indien het overtreding geldt van
wet of wettelijke voorschriften.
Zoodanige overtreding nu heeft het ge
drag van de leiders der bedoelde betoo
gingen niet opgeleverd, behoudens dat in
één geval ter gelegenheid van dat optreden
overtreding van een bepaling der straat-
verordening heeft plaats gevonden, welke
echter, gelet mede op de beteekenis van
dat concrete feit en te meer waar het
iemand betrof, die den sterken arm der
politie reed9 aan den lijve had ondervon
den, ook naar het oordeel van den minister
onvervolgd kon worden gelaten.
In verband met een en ander is de mi
nister niet bereid te bevorderen dat bedoelde
leiders streng worden gestraft.
WERKGELEGENHEID TIJDENS STAKING.
Op vrageD van den heer Brautigam om
trent een door den burgemeester van Hui
zen verspreide rircuiare betrerfende het
aanbieden van werkgelegenheid tijdens de
staking bij de Scheepvaartvereeniging
Noord t© Amsterdam heeft de Minister van
B nnenlandsche Zaken en Landbouw ge
antwoord, dat uit de hem verstrekte inlich
tingen blijkt, dat in de gemeente Huizen
veel werkloosheid heerscht. Ter bestrijding
daarvan pleegt de burgemeester de aan
dacht te vestigen op elke werkgelegenheid,
die te zijner kennis komt. Ook de in de
vragen bedoelde circulaire was een uit
vloeisel van dit op zich zelf lofwaardig
streven. Kennelijk was dan ook den bur
gemeester de gedachte ver om zich partij
te stellen in een conflict tusschen werk
gevers en werknemers.
Dl INENTING TEGEN POKKEN.
Mevrouw De VriesBruins, Tid van de
Tweede Kamer, heeft aan den Minister van
Arbeid, Handel en Nijverheid de volgende
vragen gesteld
1. Is de Minister van oordeel, dat na
de ervaringen, die sedert 22 Augustus l.i.
met de neuro-vaccine zijn opgedaan, da
aflevering van deze entstof kan worden
voortgezet?
2. Zoo neen, is de Minister dan bereid,
deze aflevering zoo spoedig mogeljjk stop
te zetten?
3. Indien deze noodzakelijkheid zich voor
doet, is de Minister dan niet van oordeel,
dat de keuze van de entstof, die daarna
afgeleverd zal kunnen worden, met buiten
gewone omzichtigheid zal moeten plaats
Lebben, ten einde niet opnieuw, naast ge
vaar, onzekerheid en onrust te brengen?
4. Acht de Minister, in verband met bet
bovenstaande, de benoeming van een com
missie van deskundigen, bestaande uit een
seroloog, een dierenarts, een klinicus, een
neuroloog en een pateoloog-anatoom niet
den aangewezen weg en is hij bereid een
dergelijke commissie samen te teil en?
VERBLUFTOELAGEN VOOR HET LEGER.
Verhooging te wachten.
Dezer dagen zal volgens de ,,Avp." een
legerorder verschijnen, waarbij in de rege
ling omtrent de verblijfsvergoeding voor
militairen wijziging zal worden gebracht.
Tengevolge van deze wijzigingen zal de
verblijfsvergoeding, zooals deze thans is
vastgesteld in de Regeling van d© Bezol
diging der Landmacht worden verhoogd
voor
Opperofficieren met 0.60 per dag.
Hoofdofficieren met 0.50
Subalt. officieren met 0.50 n
Onderofficieren met 0.25
Jaarw. genietende kor.
póraals en soldaten 0.60
Soldijgeniet. soldaten 0 10
Voorts zal de vergoeding voor gemis van
tweede ontbijt worden verhoogd voor offi
cieren met 0 25 per dag, voor onderoffi
cieren met 0.15 per dag en voot korporaals
en mindierèn met f 0.15 per dag.
Het ligt in de bedoeling 'deze regeling
op 1 Januari a.s. t© doen ingaan.
EEN GOED JAAR VOOR DE K. L. M.
Het aantal passagiers verdub
beld. De toekomstplannen.
In een persconferentie heeft de heer Hans
Martin, waarnemend directeur der Kon.
Luchtvaart-Maatschappij, medegedeeld, dat
de in den afgeloopen zomer behaalde resul
taten zeer bevredigend zijn.
Het vervoer van-reizigers is verdubbeld,
het goederenvervoer vermeerderde met
ruim 50 pCt.. de post wrd achtmaal zoo
groot, de pakketpost driemaal.
De belangstelling voor het luchtverkeer
is inderdaad in zeer sterke mate toege
nomen De vliegtochten van den heer Van
Lear Black hebben hun propaganda niet
gemist. Amsterdam is daarbij meer en meer
het centrum geworden van het nationale
luchtverkeer, hoewel ook Rotterdam veel
interesse trok.
In het geheel voerden de K. L. M.-vlieg
tuigen op de regelmatige lijnen 1466 vluch
ten uit waarbij in 4109 uren 676.656 K.M.
werd afgelegd, of wel ongeveer 17 maal de
omtrek van de aarde.
Ook het aantal plezierreizigers is verba
zend, toegenomen. (1-926 2464; 1927: 15.253)
En met het verkeer en het vervoer stijgt
de regelmatigheid. Deze bedroeg op de zui
vere K.L.M -lijnen 98 pCt., op de gemengde
lijnen 97 pCt. Dit hoog percentage heeft
men voor een groot gedeelte te danken aan
de uitstekende kwaliteit van de Fokker
vliegtuigen.
Op 3 October is de winterdienst inge
gaan. Drie lijnen blijven in exploitatie,
t. w. AmsterdamLonden, Amsterdam
Parijs en AmsterdamHamburg. De pro
paganda voor het goederenvervoer zal
krachtig worden voortgezet. In Londen had
men reeds een eigen organisatie voor het
goederenvervoer, zulk een organisatie heeft
men nu ook in Kopenhagen gesticht. Bin
nenkort zal worden overgegaan tot een
eigen dienst in Parijs.
Bij Fokker in Amsterdam staan 6 twee-
motorige vligtuigen op stapel. Zij zijn van
dezelfde constructie als de Fokker, die bij
Seven Oaks tot zulk een droevig einde
kwam door het breken van een spandraad
aan het roer. Natuurlijk heeft men de erva
ring benut. De roerconstructie zal aanmer
kelijk versterkt worden. Er bestaan ook nog
plannen voor een driemotorig toestel. Fok
ker heeft er al teekeningen voor gemaakt.
Als de K. L. M. een driemotorig toestel
neemt, moet het er een zijn met drie Jupi-
termotoren van 440 P.K., met plaats voor
20 passagiers. Voorloopig houdt men het
echter bij de tweemotoren. De resultaten
van de H-N.A.D.U. zijn alleszins bevredi
gend. Met 5000 K.G. lading kan het toestel
op één motor vliegen. Bij volle belasting
(5500 K.G.) heeft men zoo weinig hoogte-
verlies, dat het eenmaal, toen een der mo
toren het .begaf, rustig van Calais naar
Oostende geslogen is.
Met deze toestellen hoopt men spoedig
ook in Indië te gaan werken. De resultaten
van het bezoek van den directeur, den heer
A. Plesman, in Indië, zijn gunstig. De In
dische regeering besloot tot steunverle
ning. 1 September 1928 hoopt men in Indië
te kunnen beginnen.
Mr. van Laer Black reist dezer dagen
met zijn beide piloten in Amerika. Voor het
volgend jaar heeft hij groote plannen.
Hij wil naar Allahabad, waar hij op zijn
reis naar Indië goede vrienden geworden is
mt den Consul van Engeland; verder naar
Kaapstad, naar Rusland, Siberië, China en
Japan. De K. L. M. heeft alles in studie
genomen. In principe bestaat er geen be
zwaar tegen deze tochten, integendeel, de
K.L.M. en de bestuurders zullen ze gaarne
ondernemen. Alleen is het zaak, secuur na
te gaan, of het mogelijk is op de diverse
étappen olie en benzine te deponeeren. Men
is daartoe met verscheidene regeeringen in
overleg getreden. Vooral het Engelsche Mi
nisterie van Luchtvaart verleent veel me
dewerking. De zin voor sport speelt hier
blijkbaar een groote rol.
VEREEN. „GROEN VAN PRINSTERER".
De vereeniging van burgemeesters, wet
houders en secretarissen van Calvinistische
Levens- en Wereldbeschouwing „Groen v.
Prinsterer" kwam in jaarvergadering te
Utrecht bijeen onder voorzitterschap van
den heer C. P. J. Dommisse, burgemeester
van Maassluis.
De aftr. bestuursleden J. J. Talsma, bur
gemeester van Kamerik en Zegveld en P.
G. Laernous, wethouder van Vlissingen,
werden herkozen.
Tot leden der commissie belast met het
uitbrengen vaD een rapport aan de ver.
over het voorstel der Staatscommissie in
zake de regeling der financieel verhouding
tusschen het rijk en de gemeenten, werden
RECLAME.
9920
rjöwii
Er is heel wat veranderd in de jaren, die achter
ons liggen. En veel daarvan verjaagt de rust. welks
vroegere tijden kenmerkte.
Is het dan niet goed te weten, dat er onder al
hetgeen veranderde en nog dagelijka wisselt, één
ding is dat bleef en het karakter van het verleden in
het heden bewaart?
ROODErSTER-tabak vormt dit rustpunt temidden
van alles, wat komt en gaat STER-TABAK vxu
goed. b goed en zal goed biljoen
Wie daarom waarlijk smakelijk Wit rodlcen, feest
ROODE-STER, dia zichzelf gelijk bleef en dus
waarborg voor de toekomst biedt
SLV. aK THEODORUS NtEMEUER. Gonthjw en RoUaJa»{
RKCLAME.
9928
benoemd de heeren mr. E. Verkerk, bur
gemeester van Hedel, J. v. d. Molen, ld.
van Renkum, A. M. van Nieuwenhuizen,
secretaris van Maassluis, Q. Oprei, burge
meester van Zwartsluis, E. J. de Lange,
eecretaris van Utrecht, W. J. v. Veen, idem
van Zwijndrecht, mr. Bruch, wethouder van
Haarlem, J. J. Talsma, burgemeester van
Kamerik en Na/uta, burgemeester van Daru
tumadeel.
'8 Middags hield pro', dr. D. P. D. Fa-
bius, lid van den Laad van State en oud-
Ihoogleeraar aan de Vrije Universiteit, een
referaat over Groen van Prinsterer.
Het dreigende arbeidsconflict tusschen
de directie van de Hengelosche weverij „In-
eulinde" en de arbeidersorganisaties, naar
aanleiding van het ontslag van twee werk
nemers, is voorkomen.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie)
Copie van al of niet geplaatste stukken
wordt niet teruggegeven.
DE AANSTAANDE ZENDINGSWEEK.
Blijkens mededeeling in de dagbladen
zal dit jaar de Zendingsweek worden ge
houden van 613 November, als een week
van gebed, toewijding en offer.
Gezien het resultaat van de Zendings
week van het vorige jaar wat het „offer"
betreft, dat gebracht werd, komt het mij
voor dat dit resultaat heel wat meer zou
hebben opgeleverd, indien in ieder Christe
lijk gezin een werkelijk offer was gebracht.
De doorsneegift mag als regel dien naam
niet dragen. De gedachte aan „offer" is
daaraan vreemd.
Nu stel ik bij deze voor: laat in de ko
mende Zendingsweek ieder die belangstelt
in de Zending, gedurende die week zich
onthouden van het gebruik van een of an
der, dat best gemist kan worden, en het
daardoor bespaarde bedrag bestemmen voor
de Zending en als „offer" daaraan afdragen.
Ik zal me niet wagen aan een berekening,
doch dit durf ik wel voorspellen dat, indien
dit geschiedde, de Zending uit den nood
zou zijn.
Tevens zou hierdoor bereikt worden, dat
gedurende die week duizenden, bij herha
ling, bepaald zouden worden bij het doei
van het offer, dat men zoodoende bracht,
wat natuurlijk in geestelijken zin aan da
zending ten goede zou komen.
Kom, laat nu de aanstaande Zending»,
week ook werkelijk eens staan in het tee.
ken van het „offer".
Ik geloof en hoop, dat het resultaat vei»,
rassend groot zal zijn.
EEN BELANGSTELLENDE IN HET
WERK DER ZENDING.
RECLAME.
en Rheumatische Pijnen verdrijft men
spoedig door de genezende Mijnhardfa
(Wettig beschermd tegen vervalsching).
Bij Apoth. en Drog. Buisje 76, 40 en 29 ct,
9966
Geautoriseerd© vertaling naar het Engelsch
van
WALTER BESANT.
door Mej. E. HOOGEWERF.
36)
„Ja, juist wel. Want zie je, Athelstan moet
al dien tijd in Londen hebben gewoond, in
Camberwell, een noodlottige buurt, waar
allemaal van die menschen moeten wonen,
die iets op het geweten hebben. Nu pas is
bij in Gray's Inn gezien blijkbaar onder
zijn eigen naam doorgaande. Checkley heeft
hem gezien en nog een ander ookl"
„Ben je me nu dus komen vertollen, dat
Athelstan van de nieuwe misdaad beschul
digd werd?"
„De vervalscher moet een medeplichtige
op het kantoor hebben gehad, iemand, die in
de safe kan komen, die de brieven kan
onderscheppen, die bekend is met de ge
woonten van mr. Dering, zoo een als bij
voorbeeld Checkley, of de ander, die dan
alleen nog overblijft, George!"
Hilda hield even op
>,0 maar dat is toch al te gek!.... Denk
je nu nog, dat George, mijn George," her
haalde ze vol trots, „de bondgenoot was van
Athelstan, of nu, van een vervalscher?"
„Ze werden samen gezien. Ze werden sa
men gezien in het huis. vanwaar uit de ver
valscher zijn brieven verzendt Heeft
George je verteld, dat hij al zoo lanc wel
jaren, heeft geweten, waar A =ian
m Londen was?"
Let wel, hoe die enkele opmerking in de
gelagkamer van de „Salutation Inn", dat
Athelstan zeker in Camberwell had gescho
len, nu tot een erkende daadzaak was ge
worden, die dan nog uitgewerkt was tot een
medeplichtigheid van acht jaren!
Hilda twijfelde er niet in het minst aan.
Het was haar immers genoeg, dat Checkley
dit zoo had gezegd.
„Als George mij dit niet heeft verteld,"
antwoordde Elsie, dan had hij zeker hier
zijn reden wel voor. Misschien had hij zijn
woord gegeven op geheimhouding."
„Lieve kind," sprak Hilda, met grooten
nadruk, „de hand die den brief vervalschte,
is de hand, die -den wissel vervalschte, de
hand van je broer. De hand, die de certifi
caten uif de safe nam," ze legde haar eigen
hand op die van Elsie, de hand van den
bondgenoot, arm kind, is de hand van je ge
liefde."
„Ik wi9t, zei Elsie, „dat je dit zou gaan
zeggen. Dat heb ik al van hel begin aan ge
voeld."
„Bedenk dat het geval bedreven werd in
de maanden Februari, Maart en April. Voor
eerst was Athelstan. toen als nu, wanhopend
arm. En bovendien had het leven dal hij
gedurende acht jaren had geleid zeker te
niet gedaan al wat hij nog mocht bezitten
aan eergevoel Et komt een tijd, heb ik ge
lezen. in hel bestaan van iederen slechten
man, dat hij niet langer draalt om toe te
slaan, welke middelen aan geldmaken hem
dan ook aan de hand worden gedaan Het
wordt er dan ook voor gehouden, dat Athel
stan het plan heeft bedacht. Beste Elsie, dit
is een ware zondenval voor onze familie, de
grootste ramp die ons al treffen kon!"
Elsie vatte haar zuster bij den pols.
„In Godsnaam Hilda, heb je mij daar nu
verteld, wat bewezen en waar is of wat
enkel maar gedacht wordt?"
„Wat zoo goed als bewezen is."
„O!" Elsie haalde diep adem. „Zooals ook
Athelstan's schuld, nu acht jaar geleden 1"
Ze sprong op en liep het vertrek door.
,,'t Is verwonderlijkI Verwonderlijk I Wat
een familie zijn wijl We hadden een broer
en we meenden, dat hij een eervolle jonge
man was, zooals de zoon van zijn vader
moest wezen. Er volgde een beschuldiging,
berustend op niets, dan wat kón zijn ge
beurd! Wij geloofden in de beschuldi
ging..
„Omdat we het wel gelooven moesten,
ElsieI" viel haar zuster haar in de rede.
„Denk je, dat we er voor ons genoegen ge
loof aan sloegen?"
„We hadden hem onschuldig moeten ge
looven, tot zijn schuld bewezen was. Maar
dat deden we niet. We wierpen hem uit van
ons en nu hij na acht jaar, zooals je zegt,
arm teruggekomen is, en zóó diep gezonken,
dat hij zich schaamt .om zijn familie te
gaan opzoeken, slaan wij weer geloof aan
een andere beschuldiging, eveneens gegrond
op wat-k^n-zijn-gebeurd en wat-kón-zijn-
gebeurd 1. Neen. Hilda. Ik geloof het niet.
En dan. wat George betreft. Als ik ophoud
te gelooven aan zijn eer en zijn oprechtheid,
dan geloof ik ook nergens meer aanl Hij
voelt zich toch niet bezwaard door die zaak?
Hij lacht immers om dat dolzinnig bewe
ren van dien ouden man! George beweert
juist, dat Checkley zelve aandeel zou heb
ben in beide zaken."
Hilda schudde het hoofd.
„Neen, Elsie, neen De oude man is boven
verdenking verheven."
„Waarom zou hij eer ..boven verdenking
verheven" zijn, dan George? En je ver
langt van mij, dat ik op de eerste de beste
beschuldiging George zou behandelen, zoo
als jij dat Athelstan deed. Neen, Hilda, dat
doe ik niet."
„Ik wil je op alle mogelijke wijze tegemoet
komen Elsie. Het is een vreeselijke, een
hartbrekende geschiedenis. Intusschen, wat
ben je van plan te doen?"
„Niets! Wat zou ik doen? Ik houd mij
eenvoudig, of er niets gebeurd is.
„Sir Samuel droeg mij op, je zéér ernstig
te waarschuwen. Als je er in toestemt, hem
weer te ontvangen...,"
„Er in toestemt?Waarom zou ik
weigeren? Binnen veertien dagen is hij
mijn heer en meester, wien ik gehoorzamen
moet"
Ze ging nu zitten en barstte in tranen
uit.
„Als je hem weerziet," ging Hilda voort,
„waarschuw hem dan, dat hij het land uit
gaat! De zaak heeft al zoo veel zekerheid,
dat binnen een paar dagen de bewijzen vol
ledig zullen zijn en dan is het te laat.
Maar beter nog, Elsie, ontvang hem niet
en laat hem aan zijn lot over."
„We hebben Athelstan al zien gaan. Die
had ook moeten blijven. Als ik George raad
geef, dan zal ik hem raden op zijn post te
blijven en de zaak af "te wachten. En, verliet
hij het land, dan ging ik met hem mee."
„Dat zou toch de dwaasheid ten top ge
dreven zijn, Elsie I Ik hoop maar, dat hij
uit zichzelven zoo verstandig is. om te
vluchten. Intusschen valt er nog iets bij in
het oog te houden."
„Wat dan? Spaar me maar niet. Hilda?
Na wat nu vooraf gegaan is. moet het nog
maar een punt van zeer ondergeschikt be
lang zijn."
„Je bent bitter, Elsie, en dat verdien ik
niet aan je! Maar dat is minder, op zulke
oogenblikken moet alles vergeven worden..
Het betreft den dag van je huwelijk. Dia
was bepaald op den twaalfden van de vol
gende maand, dus nog geen drie weken
later. Houd je voorbereid, dat dit uitgesteld
moet worden."
„Ja, waarlijk?Omdat je beweert, dat
Iets onmogelijks zoo goed al9 bewezen is?
Zeker niet, Hilda."
„Ik ben hi€T van daag gekomen, Elsie, op
uitdrukkelijk verlangen van sir Samuel om
den slag te verzachten en je te waarschu-»
wen. Of je het dien ongelukkigen jongeman
wilt vertellen, moet je zelve weten. Maar
misschien, als je het doet, dat hij dan het
voorbeeld van onzen onwaardigen broeder
volgt en het land uitgaat. Doet hij dit niet,
dan kan de slag morgen of overmorgen val
len. Hij zal gearresteerd worden en voor
den rechter worden gebracht. O, Elsie, en
wilde je nu zoo'n man trouwen? Je drijft je
geloof in hem te verl We meenen wel altijd
dat we bemind worden door de besten onder
de mannen, dat geeft on9 zoo'n gevoel of
we de beste onder de vrouwen zijn! Maar
in dit geval, nu ik je toch verzeker, dat sir
Samuel, een man. die altijd onder geld heeft
geleefd., zoo te zeggen, en dus weet. wat een
een sterke verleiding geld is, zich vast over
tuigd houdt van George'9 medeplichtigheid,
kon je je toch nog wel eens even bedenken.
Wat heeft mr. Dering gezegd in het geval
van Athelstan?.... Alles is mogelijk." En
zóó zeg ik nu, in dit geval van George
Austin."
„Neen, toch niet allesl Dit bijvoorbeeld
niet."
CWordt vervolgd}.