WIE IS EDMUND GRAY? STER-TABAK 68"° Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 21 October 1927 Tweede Blad No. 20737 BINNENLAND. VEREAÜEN's PARIJSCEE WAFELS, ALTIJD WELKOM INGEZONDEN. Gevatte Koude Sanapirin-Tabletten FEUILLETON. het verblijf der koningin-moeder in garmisch-partenkirchen. Tochtjes in den omtrek. Van de Kur-directie van Garmisch-Par- tenkirchen (Opper Beieren) alwaar H.M. de Koningin-Moeder op het oogenblik ver toeft, moehten wij het volgende bericht om trent H. M. ontvangen, waarvan de gege vens verstrekt werden door den kamer heer van H. M. H. M. voelt zich zeer goed in het huis Schönblick", alwaar Zij Haar intrek heeft heeft genomen. De heerlijke lucht bekomt Haar uitstekend en door de hooge ligging, welke voor den gezondheidstoestand van H. M. buitengewoon geschikt is, is net Haar mogelijk om wandelingen te maken van soms lVfj uur, zonder dat Zij ook maar eenige teekenen van vermoeienis toont. De Koningin-Moeder maakt dagelijks wande lingen, tochtjes per rijtuig en per auto in de naaste omgeving en verderen omtrek. Zoo bezocht Zij reeds het Walchenrneer, het bekende dorp der passiespelen Ober- ammergau, alwaar Zij zich geruimen tijd onderfneld met den voorsteller van de Christusfiguur, Georg Lang; ook het idyl lisch gelegen slot Lmderhof, het prach tige bouwwerk van Konmg Lodcwijk d© Tweede werd door Haar bezocht. Op een dag, waarop het anders wolkenvrije dal, waarin Garmisch-Partenkirchen gelegen is, geen zonneschijn had, maakt© H. M. van het bergspoor gebruik om een tocht te maken naai den op 1652 Meter hoog gele gen Kreuzeck, alwaar Zij na door de wol kenzee gegaan te zijn de heerlijke hoogte- zon opzich liet inwerken^ O VERVULDE TREINEN? Tnsschen Den Haag en Leiden. Het lid der Tweede Kamer, de heer Schaper, heeft aan den Minister van Wa terstaat gevraagd of hij bereid is op korten termijn een onderzoek in te stellen naar de bezetting der treinen, rijdende tusschen 's-Gravenhage en Leiden, in het bijzonder naar die van trein 10 88, vertrekkende van Den Haag om 17.27, waar telkens, volgens betrouwbare ooggetuigen, ten aanzien van de derde klasse een onbehoorlijk gedrang ontstaat om in den trein te komen, terwijl bij vertrek de derde klasse wagens op er gerlijke wijze zijn overvuld, zoodat tien tallen van reizigers op elkander gedrongen moeten staan. Wil de Minister, zoo wordt verder ge vraagd. fndien deze toestand als bovenom schreven wordt bevonden, ten spoedigste maatregelen uitlokken om aan dien misi stand een eind te maken? DE LEIDERS VAN BETOOGINGEN DIIJ WANORDELIJKHEDEN VEROORZAKEN. De minister zal strenge bestraffing niet bevorderen. Op de vragen van den heer Braat betref fende het instellen van een strafvervolging tegen leiders van volksbetoogingen, welke wanordelijkheden op den publieken weg veroorzaken, heeft minister Donner geant woord dat van een strafvervolging, c. q. bestraffing, naar ons recht eerst sprake kan zijn, indien het overtreding geldt van wet of wettelijke voorschriften. Zoodanige overtreding nu heeft het ge drag van de leiders der bedoelde betoo gingen niet opgeleverd, behoudens dat in één geval ter gelegenheid van dat optreden overtreding van een bepaling der straat- verordening heeft plaats gevonden, welke echter, gelet mede op de beteekenis van dat concrete feit en te meer waar het iemand betrof, die den sterken arm der politie reed9 aan den lijve had ondervon den, ook naar het oordeel van den minister onvervolgd kon worden gelaten. In verband met een en ander is de mi nister niet bereid te bevorderen dat bedoelde leiders streng worden gestraft. WERKGELEGENHEID TIJDENS STAKING. Op vrageD van den heer Brautigam om trent een door den burgemeester van Hui zen verspreide rircuiare betrerfende het aanbieden van werkgelegenheid tijdens de staking bij de Scheepvaartvereeniging Noord t© Amsterdam heeft de Minister van B nnenlandsche Zaken en Landbouw ge antwoord, dat uit de hem verstrekte inlich tingen blijkt, dat in de gemeente Huizen veel werkloosheid heerscht. Ter bestrijding daarvan pleegt de burgemeester de aan dacht te vestigen op elke werkgelegenheid, die te zijner kennis komt. Ook de in de vragen bedoelde circulaire was een uit vloeisel van dit op zich zelf lofwaardig streven. Kennelijk was dan ook den bur gemeester de gedachte ver om zich partij te stellen in een conflict tusschen werk gevers en werknemers. Dl INENTING TEGEN POKKEN. Mevrouw De VriesBruins, Tid van de Tweede Kamer, heeft aan den Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid de volgende vragen gesteld 1. Is de Minister van oordeel, dat na de ervaringen, die sedert 22 Augustus l.i. met de neuro-vaccine zijn opgedaan, da aflevering van deze entstof kan worden voortgezet? 2. Zoo neen, is de Minister dan bereid, deze aflevering zoo spoedig mogeljjk stop te zetten? 3. Indien deze noodzakelijkheid zich voor doet, is de Minister dan niet van oordeel, dat de keuze van de entstof, die daarna afgeleverd zal kunnen worden, met buiten gewone omzichtigheid zal moeten plaats Lebben, ten einde niet opnieuw, naast ge vaar, onzekerheid en onrust te brengen? 4. Acht de Minister, in verband met bet bovenstaande, de benoeming van een com missie van deskundigen, bestaande uit een seroloog, een dierenarts, een klinicus, een neuroloog en een pateoloog-anatoom niet den aangewezen weg en is hij bereid een dergelijke commissie samen te teil en? VERBLUFTOELAGEN VOOR HET LEGER. Verhooging te wachten. Dezer dagen zal volgens de ,,Avp." een legerorder verschijnen, waarbij in de rege ling omtrent de verblijfsvergoeding voor militairen wijziging zal worden gebracht. Tengevolge van deze wijzigingen zal de verblijfsvergoeding, zooals deze thans is vastgesteld in de Regeling van d© Bezol diging der Landmacht worden verhoogd voor Opperofficieren met 0.60 per dag. Hoofdofficieren met 0.50 Subalt. officieren met 0.50 n Onderofficieren met 0.25 Jaarw. genietende kor. póraals en soldaten 0.60 Soldijgeniet. soldaten 0 10 Voorts zal de vergoeding voor gemis van tweede ontbijt worden verhoogd voor offi cieren met 0 25 per dag, voor onderoffi cieren met 0.15 per dag en voot korporaals en mindierèn met f 0.15 per dag. Het ligt in de bedoeling 'deze regeling op 1 Januari a.s. t© doen ingaan. EEN GOED JAAR VOOR DE K. L. M. Het aantal passagiers verdub beld. De toekomstplannen. In een persconferentie heeft de heer Hans Martin, waarnemend directeur der Kon. Luchtvaart-Maatschappij, medegedeeld, dat de in den afgeloopen zomer behaalde resul taten zeer bevredigend zijn. Het vervoer van-reizigers is verdubbeld, het goederenvervoer vermeerderde met ruim 50 pCt.. de post wrd achtmaal zoo groot, de pakketpost driemaal. De belangstelling voor het luchtverkeer is inderdaad in zeer sterke mate toege nomen De vliegtochten van den heer Van Lear Black hebben hun propaganda niet gemist. Amsterdam is daarbij meer en meer het centrum geworden van het nationale luchtverkeer, hoewel ook Rotterdam veel interesse trok. In het geheel voerden de K. L. M.-vlieg tuigen op de regelmatige lijnen 1466 vluch ten uit waarbij in 4109 uren 676.656 K.M. werd afgelegd, of wel ongeveer 17 maal de omtrek van de aarde. Ook het aantal plezierreizigers is verba zend, toegenomen. (1-926 2464; 1927: 15.253) En met het verkeer en het vervoer stijgt de regelmatigheid. Deze bedroeg op de zui vere K.L.M -lijnen 98 pCt., op de gemengde lijnen 97 pCt. Dit hoog percentage heeft men voor een groot gedeelte te danken aan de uitstekende kwaliteit van de Fokker vliegtuigen. Op 3 October is de winterdienst inge gaan. Drie lijnen blijven in exploitatie, t. w. AmsterdamLonden, Amsterdam Parijs en AmsterdamHamburg. De pro paganda voor het goederenvervoer zal krachtig worden voortgezet. In Londen had men reeds een eigen organisatie voor het goederenvervoer, zulk een organisatie heeft men nu ook in Kopenhagen gesticht. Bin nenkort zal worden overgegaan tot een eigen dienst in Parijs. Bij Fokker in Amsterdam staan 6 twee- motorige vligtuigen op stapel. Zij zijn van dezelfde constructie als de Fokker, die bij Seven Oaks tot zulk een droevig einde kwam door het breken van een spandraad aan het roer. Natuurlijk heeft men de erva ring benut. De roerconstructie zal aanmer kelijk versterkt worden. Er bestaan ook nog plannen voor een driemotorig toestel. Fok ker heeft er al teekeningen voor gemaakt. Als de K. L. M. een driemotorig toestel neemt, moet het er een zijn met drie Jupi- termotoren van 440 P.K., met plaats voor 20 passagiers. Voorloopig houdt men het echter bij de tweemotoren. De resultaten van de H-N.A.D.U. zijn alleszins bevredi gend. Met 5000 K.G. lading kan het toestel op één motor vliegen. Bij volle belasting (5500 K.G.) heeft men zoo weinig hoogte- verlies, dat het eenmaal, toen een der mo toren het .begaf, rustig van Calais naar Oostende geslogen is. Met deze toestellen hoopt men spoedig ook in Indië te gaan werken. De resultaten van het bezoek van den directeur, den heer A. Plesman, in Indië, zijn gunstig. De In dische regeering besloot tot steunverle ning. 1 September 1928 hoopt men in Indië te kunnen beginnen. Mr. van Laer Black reist dezer dagen met zijn beide piloten in Amerika. Voor het volgend jaar heeft hij groote plannen. Hij wil naar Allahabad, waar hij op zijn reis naar Indië goede vrienden geworden is mt den Consul van Engeland; verder naar Kaapstad, naar Rusland, Siberië, China en Japan. De K. L. M. heeft alles in studie genomen. In principe bestaat er geen be zwaar tegen deze tochten, integendeel, de K.L.M. en de bestuurders zullen ze gaarne ondernemen. Alleen is het zaak, secuur na te gaan, of het mogelijk is op de diverse étappen olie en benzine te deponeeren. Men is daartoe met verscheidene regeeringen in overleg getreden. Vooral het Engelsche Mi nisterie van Luchtvaart verleent veel me dewerking. De zin voor sport speelt hier blijkbaar een groote rol. VEREEN. „GROEN VAN PRINSTERER". De vereeniging van burgemeesters, wet houders en secretarissen van Calvinistische Levens- en Wereldbeschouwing „Groen v. Prinsterer" kwam in jaarvergadering te Utrecht bijeen onder voorzitterschap van den heer C. P. J. Dommisse, burgemeester van Maassluis. De aftr. bestuursleden J. J. Talsma, bur gemeester van Kamerik en Zegveld en P. G. Laernous, wethouder van Vlissingen, werden herkozen. Tot leden der commissie belast met het uitbrengen vaD een rapport aan de ver. over het voorstel der Staatscommissie in zake de regeling der financieel verhouding tusschen het rijk en de gemeenten, werden RECLAME. 9920 rjöwii Er is heel wat veranderd in de jaren, die achter ons liggen. En veel daarvan verjaagt de rust. welks vroegere tijden kenmerkte. Is het dan niet goed te weten, dat er onder al hetgeen veranderde en nog dagelijka wisselt, één ding is dat bleef en het karakter van het verleden in het heden bewaart? ROODErSTER-tabak vormt dit rustpunt temidden van alles, wat komt en gaat STER-TABAK vxu goed. b goed en zal goed biljoen Wie daarom waarlijk smakelijk Wit rodlcen, feest ROODE-STER, dia zichzelf gelijk bleef en dus waarborg voor de toekomst biedt SLV. aK THEODORUS NtEMEUER. Gonthjw en RoUaJa»{ RKCLAME. 9928 benoemd de heeren mr. E. Verkerk, bur gemeester van Hedel, J. v. d. Molen, ld. van Renkum, A. M. van Nieuwenhuizen, secretaris van Maassluis, Q. Oprei, burge meester van Zwartsluis, E. J. de Lange, eecretaris van Utrecht, W. J. v. Veen, idem van Zwijndrecht, mr. Bruch, wethouder van Haarlem, J. J. Talsma, burgemeester van Kamerik en Na/uta, burgemeester van Daru tumadeel. '8 Middags hield pro', dr. D. P. D. Fa- bius, lid van den Laad van State en oud- Ihoogleeraar aan de Vrije Universiteit, een referaat over Groen van Prinsterer. Het dreigende arbeidsconflict tusschen de directie van de Hengelosche weverij „In- eulinde" en de arbeidersorganisaties, naar aanleiding van het ontslag van twee werk nemers, is voorkomen. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie) Copie van al of niet geplaatste stukken wordt niet teruggegeven. DE AANSTAANDE ZENDINGSWEEK. Blijkens mededeeling in de dagbladen zal dit jaar de Zendingsweek worden ge houden van 613 November, als een week van gebed, toewijding en offer. Gezien het resultaat van de Zendings week van het vorige jaar wat het „offer" betreft, dat gebracht werd, komt het mij voor dat dit resultaat heel wat meer zou hebben opgeleverd, indien in ieder Christe lijk gezin een werkelijk offer was gebracht. De doorsneegift mag als regel dien naam niet dragen. De gedachte aan „offer" is daaraan vreemd. Nu stel ik bij deze voor: laat in de ko mende Zendingsweek ieder die belangstelt in de Zending, gedurende die week zich onthouden van het gebruik van een of an der, dat best gemist kan worden, en het daardoor bespaarde bedrag bestemmen voor de Zending en als „offer" daaraan afdragen. Ik zal me niet wagen aan een berekening, doch dit durf ik wel voorspellen dat, indien dit geschiedde, de Zending uit den nood zou zijn. Tevens zou hierdoor bereikt worden, dat gedurende die week duizenden, bij herha ling, bepaald zouden worden bij het doei van het offer, dat men zoodoende bracht, wat natuurlijk in geestelijken zin aan da zending ten goede zou komen. Kom, laat nu de aanstaande Zending», week ook werkelijk eens staan in het tee. ken van het „offer". Ik geloof en hoop, dat het resultaat vei», rassend groot zal zijn. EEN BELANGSTELLENDE IN HET WERK DER ZENDING. RECLAME. en Rheumatische Pijnen verdrijft men spoedig door de genezende Mijnhardfa (Wettig beschermd tegen vervalsching). Bij Apoth. en Drog. Buisje 76, 40 en 29 ct, 9966 Geautoriseerd© vertaling naar het Engelsch van WALTER BESANT. door Mej. E. HOOGEWERF. 36) „Ja, juist wel. Want zie je, Athelstan moet al dien tijd in Londen hebben gewoond, in Camberwell, een noodlottige buurt, waar allemaal van die menschen moeten wonen, die iets op het geweten hebben. Nu pas is bij in Gray's Inn gezien blijkbaar onder zijn eigen naam doorgaande. Checkley heeft hem gezien en nog een ander ookl" „Ben je me nu dus komen vertollen, dat Athelstan van de nieuwe misdaad beschul digd werd?" „De vervalscher moet een medeplichtige op het kantoor hebben gehad, iemand, die in de safe kan komen, die de brieven kan onderscheppen, die bekend is met de ge woonten van mr. Dering, zoo een als bij voorbeeld Checkley, of de ander, die dan alleen nog overblijft, George!" Hilda hield even op >,0 maar dat is toch al te gek!.... Denk je nu nog, dat George, mijn George," her haalde ze vol trots, „de bondgenoot was van Athelstan, of nu, van een vervalscher?" „Ze werden samen gezien. Ze werden sa men gezien in het huis. vanwaar uit de ver valscher zijn brieven verzendt Heeft George je verteld, dat hij al zoo lanc wel jaren, heeft geweten, waar A =ian m Londen was?" Let wel, hoe die enkele opmerking in de gelagkamer van de „Salutation Inn", dat Athelstan zeker in Camberwell had gescho len, nu tot een erkende daadzaak was ge worden, die dan nog uitgewerkt was tot een medeplichtigheid van acht jaren! Hilda twijfelde er niet in het minst aan. Het was haar immers genoeg, dat Checkley dit zoo had gezegd. „Als George mij dit niet heeft verteld," antwoordde Elsie, dan had hij zeker hier zijn reden wel voor. Misschien had hij zijn woord gegeven op geheimhouding." „Lieve kind," sprak Hilda, met grooten nadruk, „de hand die den brief vervalschte, is de hand, die -den wissel vervalschte, de hand van je broer. De hand, die de certifi caten uif de safe nam," ze legde haar eigen hand op die van Elsie, de hand van den bondgenoot, arm kind, is de hand van je ge liefde." „Ik wi9t, zei Elsie, „dat je dit zou gaan zeggen. Dat heb ik al van hel begin aan ge voeld." „Bedenk dat het geval bedreven werd in de maanden Februari, Maart en April. Voor eerst was Athelstan. toen als nu, wanhopend arm. En bovendien had het leven dal hij gedurende acht jaren had geleid zeker te niet gedaan al wat hij nog mocht bezitten aan eergevoel Et komt een tijd, heb ik ge lezen. in hel bestaan van iederen slechten man, dat hij niet langer draalt om toe te slaan, welke middelen aan geldmaken hem dan ook aan de hand worden gedaan Het wordt er dan ook voor gehouden, dat Athel stan het plan heeft bedacht. Beste Elsie, dit is een ware zondenval voor onze familie, de grootste ramp die ons al treffen kon!" Elsie vatte haar zuster bij den pols. „In Godsnaam Hilda, heb je mij daar nu verteld, wat bewezen en waar is of wat enkel maar gedacht wordt?" „Wat zoo goed als bewezen is." „O!" Elsie haalde diep adem. „Zooals ook Athelstan's schuld, nu acht jaar geleden 1" Ze sprong op en liep het vertrek door. ,,'t Is verwonderlijkI Verwonderlijk I Wat een familie zijn wijl We hadden een broer en we meenden, dat hij een eervolle jonge man was, zooals de zoon van zijn vader moest wezen. Er volgde een beschuldiging, berustend op niets, dan wat kón zijn ge beurd! Wij geloofden in de beschuldi ging.. „Omdat we het wel gelooven moesten, ElsieI" viel haar zuster haar in de rede. „Denk je, dat we er voor ons genoegen ge loof aan sloegen?" „We hadden hem onschuldig moeten ge looven, tot zijn schuld bewezen was. Maar dat deden we niet. We wierpen hem uit van ons en nu hij na acht jaar, zooals je zegt, arm teruggekomen is, en zóó diep gezonken, dat hij zich schaamt .om zijn familie te gaan opzoeken, slaan wij weer geloof aan een andere beschuldiging, eveneens gegrond op wat-k^n-zijn-gebeurd en wat-kón-zijn- gebeurd 1. Neen. Hilda. Ik geloof het niet. En dan. wat George betreft. Als ik ophoud te gelooven aan zijn eer en zijn oprechtheid, dan geloof ik ook nergens meer aanl Hij voelt zich toch niet bezwaard door die zaak? Hij lacht immers om dat dolzinnig bewe ren van dien ouden man! George beweert juist, dat Checkley zelve aandeel zou heb ben in beide zaken." Hilda schudde het hoofd. „Neen, Elsie, neen De oude man is boven verdenking verheven." „Waarom zou hij eer ..boven verdenking verheven" zijn, dan George? En je ver langt van mij, dat ik op de eerste de beste beschuldiging George zou behandelen, zoo als jij dat Athelstan deed. Neen, Hilda, dat doe ik niet." „Ik wil je op alle mogelijke wijze tegemoet komen Elsie. Het is een vreeselijke, een hartbrekende geschiedenis. Intusschen, wat ben je van plan te doen?" „Niets! Wat zou ik doen? Ik houd mij eenvoudig, of er niets gebeurd is. „Sir Samuel droeg mij op, je zéér ernstig te waarschuwen. Als je er in toestemt, hem weer te ontvangen...," „Er in toestemt?Waarom zou ik weigeren? Binnen veertien dagen is hij mijn heer en meester, wien ik gehoorzamen moet" Ze ging nu zitten en barstte in tranen uit. „Als je hem weerziet," ging Hilda voort, „waarschuw hem dan, dat hij het land uit gaat! De zaak heeft al zoo veel zekerheid, dat binnen een paar dagen de bewijzen vol ledig zullen zijn en dan is het te laat. Maar beter nog, Elsie, ontvang hem niet en laat hem aan zijn lot over." „We hebben Athelstan al zien gaan. Die had ook moeten blijven. Als ik George raad geef, dan zal ik hem raden op zijn post te blijven en de zaak af "te wachten. En, verliet hij het land, dan ging ik met hem mee." „Dat zou toch de dwaasheid ten top ge dreven zijn, Elsie I Ik hoop maar, dat hij uit zichzelven zoo verstandig is. om te vluchten. Intusschen valt er nog iets bij in het oog te houden." „Wat dan? Spaar me maar niet. Hilda? Na wat nu vooraf gegaan is. moet het nog maar een punt van zeer ondergeschikt be lang zijn." „Je bent bitter, Elsie, en dat verdien ik niet aan je! Maar dat is minder, op zulke oogenblikken moet alles vergeven worden.. Het betreft den dag van je huwelijk. Dia was bepaald op den twaalfden van de vol gende maand, dus nog geen drie weken later. Houd je voorbereid, dat dit uitgesteld moet worden." „Ja, waarlijk?Omdat je beweert, dat Iets onmogelijks zoo goed al9 bewezen is? Zeker niet, Hilda." „Ik ben hi€T van daag gekomen, Elsie, op uitdrukkelijk verlangen van sir Samuel om den slag te verzachten en je te waarschu-» wen. Of je het dien ongelukkigen jongeman wilt vertellen, moet je zelve weten. Maar misschien, als je het doet, dat hij dan het voorbeeld van onzen onwaardigen broeder volgt en het land uitgaat. Doet hij dit niet, dan kan de slag morgen of overmorgen val len. Hij zal gearresteerd worden en voor den rechter worden gebracht. O, Elsie, en wilde je nu zoo'n man trouwen? Je drijft je geloof in hem te verl We meenen wel altijd dat we bemind worden door de besten onder de mannen, dat geeft on9 zoo'n gevoel of we de beste onder de vrouwen zijn! Maar in dit geval, nu ik je toch verzeker, dat sir Samuel, een man. die altijd onder geld heeft geleefd., zoo te zeggen, en dus weet. wat een een sterke verleiding geld is, zich vast over tuigd houdt van George'9 medeplichtigheid, kon je je toch nog wel eens even bedenken. Wat heeft mr. Dering gezegd in het geval van Athelstan?.... Alles is mogelijk." En zóó zeg ik nu, in dit geval van George Austin." „Neen, toch niet allesl Dit bijvoorbeeld niet." CWordt vervolgd}.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 5