UITGEWOGEN
yiOKKf^i
DE FONDSENMARKT.
KUNST EN LETTEREN.
I KATWIJK AAN DEN RUN.
Ned. Herv. Kerk: Voorm. halltien en nam,
B uur, ds. Bollee.
Geref. Kerk: Voorm. halftien en nam. 6
uur, ds. Meijering.
LISSE.
Ned. Herv. Kerk: Voorm. 10 en nam. 5
Uur, ds. G. van Dijk Azn.
Geref. Kerk: Voorm. halftien en nam. A
uur, ds. Th. Ruys Jr.
Chr. Geref. Kerk: Voorm. 10 en nam. S
uur, leesdienst.
Geref. Gem.: Voorm. halftien en nam. 5
uur, ds. H. A. Minderman.
NOÓRDWIJKERHOUT.
Ned. Herv. Kerk: Voorm. 10 uur, ds. F. G.
H. Nicolal, van Voorhout.
OEGSTGEEST.
Ned. Herv. Gem. (Groene Kerkje): Voorm.
10 uur (H. A ds. G. Hennemann.
„Irene": Nam. 5 uur, ds. T. J. Jansen
Schoonhoven.
SASSENHEIM.
Ned. Prot. Bond; Voorm. halfelf, ds. G.
Hulsman, van Den Haag.
Ned. Herv. Kerk: Voorm. 10 en nam. 5
uur, ds. Krijkamp.
Geref. Kerk (Bloemlust): Voorm. halftien,
ds. Boeijenga; nam. uur, ds. Gunst.
Geref. Kerk („Concordia"): Voorm. half
tien, ds. Gunst; nam. 5 uur. ds. Boeijenga.
WARMOND.
Ned. Herv. Kerk: Voorm. 10 en nam. 6
uur, dr. J. J. Woldendorp.
WOUBRUGGE.
Ned. Herv. Kerk: Voorm. halftien en nam.
halfzeven, ds. Joh. Kijne.
Geref. Kerk: Voorm. halftien .en nam.
halfzeven, ds. D. Nauta.
ZWAMMERDAM.
Ned. Herv. Kerk: voorm. 10 uur en nam.
halfzeven, ds. Kloots.
Geref. Kerk: Voorm. halftien en nam.
halfzeven, ds. Wissink.
NED.-HERV. KERK.
Beroepen: Te Vreeswjjk: G. P. van
Itterson, te Gelselaar; Te Harderen: A. G.
Oosterhuis, te Ernst; Te Lage Vunrscho:
J. C. van Apeldoorn, te Bennekom; Te Wet-
eingeSauwerd (Gr.): P. Tichelaar, te Bei-
len (Dr.).
Aangenomen: Naar Oudenhoorn: M.
Bons, cand. te Den Haag.
Bedankt: Voor Almkerk: A. Buurman,
te Wijk bij Duurstede.
GEREF. KERKEN.
Beroepen: Te Amsterdam-ZuidC.
Bouma, te Zwolle.
HET GOUDEN FEEST DER UNIVERSITEIT
TE AMSTERDAM.
De herdenking.
Bij de hooger-onderwijswet van 1876 werd
aan de gemeente Amsterdam toegestaan haar
instelling van Hooger Onderwijs, bekend
onder den naam van Athenaeum Illustre,
in te richten tot Universiteit, die ten aan
zien van de door haar te verleenen graden
en af te nemen examens gelijke rechten
zou hebben als de rijksuniversiteit
Het gemeentebestuur heeft van deze gele
genheid onmiddellijk gebruik gemaakt, door
de benoeming van een groot aantal hoog
leeraren en het inrichten van de noodige
laboratoria. De nieuwe universiteit werd 15
Mei 1877, onder groote belangstelling der
burgerij, feestelijk geopend.
De Universiteit viert heden doze gebeur
tenis op plechtige wijze.
De Senaat, voorafgegaan door de besturen
der erkende studenten-vereenigingen, begaf
zich tegen 11 uur van het Universiteits
gebouw in ambtsgewaad naar het stadhuis
om bij het gemeentebestuur zijn opwachting
te maken. De burgemeester met de wet
houders waren daar aanwezig, alsmede vele
raadsleden.
De rector-magnificns, prof. E. Burger,
hield een toespraak, waarop door burge
meester De Vlugt werd geantwoord.
Na deze toespraken bleef men nog eenige
öogenblikken bijeen, waarna de stoet op
dezelfde wijze terugging naar de Universi
teit, waar hij werd ontbonden.
Om halléén werd door het gemeentebestuur
in het paviljoen Vondelpark een noenmaal
aangeboden aan den Senaat der Universiteit.
In den middag vond een plechtige bijeen
komst plaats in de aula van het Koloniaal
Instituut, waar o. m. aanwezig zullen z(jo
de Minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen, de Commissaris van de Ko
ningin in Noord-Holland en tal van vertegen
woordigers van instellingen van hooger
onderwijs hier te lande.
Ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan
dezer Universiteit heeft de Koninklijke Be
geer een gedenkpenning vervaardigd, waar
van de beeldhouwer C. H. v. d. Hoef de
ontwerpen vervaardigde. De voorzijde stelt
voor het Amsterdamsche Wapen, geflankeerd
door twee lauwertakken met randschrift
„Univ. Amst. Lustrum X 1877—1927", ter
wijl de keerzijde het Oudemanhuispoortje
stelt op den Kloveniersburgwal met het
randschrift „Vivat crescat floreat Alma
Mater".
RECLAME.
9702
VRAAGT UWEN WINKELIER
Was het verleden week de Duitsche Rijks
bank welke voor een verrassing zorgde,
thans is het de Nederlandsche Bank ge
weest, welke op monétair gebied de gemoe
deren in beweging heelt gebracht, door haar
even onverwachte als plotselinge verhoo
ging van alle rentetarieven.
Alle rentetarieven zijn verhoogd en thans
als volgt bedragen: Wisseldisconto 4'/j pCt.,
promessendisconto 5 pCt., beleening van
binnenlandsche effecten 5 pCt., van buiten-
landsche effecten 5'/» pCt. en van goederen
5 pCt., voorschotten in rekening-courant
6 pCt
Het blijkt dus, dat het wissel- en promes
sendisconto met een vol procent zijn ver
hoogd, ook de rentevoet voor de beleening
op goederen, terwijl de rentevoet voor be
leening van binnen- en buitenlandsche ef
fecten en voorschotten in rekening-courant
met een half procent is verhoogd.
De laatste wijziging van wissel- en pro
messendisconto vond plaats op 3 October
1925. op welken datum een verlaging met
een half procent intrad. De rentevoet voor
beleening van binnen- en buitenlandsche
effecten en voorschotten in rekening-cou
rant werd het laatst veranderd op 3 Febr.
1927, nl. een verhooging met een half pro
cent.
De nog pas enkele dagen geleden gepubli
ceerde weekstaat gaf niet de minste aan
leiding om een dergelijken ingrijpenden
maatregel van de zijde van onze centrale
bank te mogen verwachten. Wel vertoonde
de positie van de Nederlandsche Bank ten
opzichte van het buitenland een verzwak
king door afgifte van in totaal ca. f 12 mil-
lioen aan buitenlandsche wissels en saldi,
doch deze teruggang der wisselportefeuille
was nog niet van dien aard, dat hieruit de
conclusie van disconto-verhooging gerecht
vaardigd was. Immers in Februari en Juni
van dit jaar, toen men vrij algemeen reke
ning hield met een dergelijken maatregel
van de zijde van onze centrale bank, was
de steunverleening op de wisselmarkt veel
omvangrijker en werden in enkele weken
lijds niet minder dan f 60 millioen van bui.
tenlandsche wissels afgegeven.
Hoewel de afgifte van buitenlandsche
wissels den laatsten tijd beperkt bleef en de
betreffende post thans zelfs een hooger be
drag aanwijst dan op 7 Juni j.l„ moet toch
niet uit het oog verloren worden, dal de
positie der Nederlandsche Bank ten op
zichte van het buitenland sedert dien door
afgifte van goud verder verzwakt is.
Het is duidelijk, dat de leiding van de
Nederlandsche Bank eerst de ontwikkeling
van den toestand na het intreden van het
vierde kwartaal even heeft willen afwach
ten, alvorens een beslissing te nemen, maar
de omvang van die ontspanning heeft blijk
baar teleurgesteld. Het particulier disconto
bleef zich voortdurend boven den officieelen
rentevoet bewegen en het oploopen van den
koers van catl-gelden tot 4 1/4 bewees wet,
dat de banken niet zoo ruim meer in haar
middelen zitten. Voor een deel vindt dit zijn
verklaring in de omstandigheid, dat de ban
ken nog steeds aanzienlijke saldi in Londen
en in Duitschland hebben uitstaan Welis
waar zijn hier nog steeds aanzienlijke bui
tenlandsche kapitalen aanwezig, doch deze
werden wegens den lagen rentestand bij
voorkeur wel op korten termijn aangehou
den, zoodat de geldmarkt daarvan slechts
in geringe mate den invloed ondervond.
Daarbij kwam een andere factor, de nood
zakelijke afgifte van Ponden om een stij
ging van het devies boven het gouduitvoer-
punt te voorkomen. Ook na het af3'.uiten
van den jongsten weekstaat is de bank met
deze afgifte moeten voortgaan.
Het is natuurlijk moeilijk na te gaan.
welke factor bij de beweging van het Fond
Sterling het zwaarst weegt. Maar voor het
geval hier tot uiting komt een omzetting
in Ponden van de opbrengst van leeningen,
die ten behoeve van de verschillende geld
behoevende staten in Amerika en elders
zijn geplaatst, zou men wellicht rekening
moeten houden met een tangeren duur van
een hoogen Sterlingkoers
Ook uit ons land heeft die kapitaalstroom
naar het buitenland als gevolg van hier ge
plaatste buitenlandsche leeningen aange
houden.
De gevolgen, welke de disconto-verhoo
ging zal uitoefenen, zullen van verschil
lenden aard zijn. Ongetwijfeld zal hierdoor
een wegtrekken van gelden naar de Lon-
densche markt worden voorkomen. De beide
geldcentra, Londen en Amsterdam, hebben
thans immers weder een gelijk disconto
niveau.
Anders gesleld is het met Duitschland.
Hier blijft de marge nog steeds 2'/i pCt.,
zoodat afgewacht dient te worden in hoe
verre de kapitaalsstroom naar dit land ge
temperd wordt.
De discontomarkt komt thans natuurlijk
in een minder voordeelige positie te staan
ten opzichte van Londen dan tot nu toe het
geval was. Zoo lang het Pond Sterling in
het internationale verkeer zoo vast blijft,
lijkt de kans, dat Londen zal volgen, niet
groot. Maar voor het oogenblik blijft er
tusschen het particulier disconto te Londen
en (e Amsterdam toch nog een marge ten
gunste van onze markt beslaan. Bovendien
heeft de markt thans de moeilijkheden van
de eerste ontwikkelingsjaren voor een groot
deel overwonnen en de zaken hebben in
het toopende jaar een bevredigende uitbrei
ding ondergaan. Er schijnt dan ook aan
leiding te bestaan voor de veronderstelling,
dat de discontomarkt niet in sterke mate
de nadeelige gevolgen van de disconto-ver
hooging zal ondervinden.
Uiteraard bleef de disconto-verhooging
der Nederlandsche Bank ook in het buiten
land niet onopgemerkt.
Zoo schrijft naar aanleiding hiervan het
,,Berl. Tagebl dat men moet aannemen,
dat tengevolge van de verhooging van het
Duitsche Rijksbankdisconto de afvloeiing
van geld uit Nederland naar Duitschland
sterker is geweest dan men had verwacht..
Met het oog op de te verwachten najaars-
eischen, die aan de Nederlandsche Bank
zullen worden gesteld, heeft zij zich niet er
mee tevreden gesteld te wachten, totdat de
geldmarkt dientengevolge overmatig gespan
nen zou worden, doch heeft zij vooruitziend
het disconto verhoogd.
De „Deutsche Allg. Ztg." wijst er op, dat
het zwaartepunt der Duitsch-Nederlandsche
betrekkingen op de geldmarkt in de rem-
bourscredieten is gelegen. Het tot dusverrn
buitengewoon lage Nederlandsche rem-
bourscrediet van circa 3l/i pCt. zal thans
natuurlijk stijgen aldus het blad. Men
verwacht echter, dat deze stijging slechts
pCt. zal bedragen. Maar reeds een derge
lijke betrekkelijk geringe stijging doet het
tusschen Londen en Amsterdam ten gunste
van laatstgenoemde plaats bestaande ver
schil belangrijk inkrimpen, waardoor de
monopoliepositie van Amsterdam ten op
zichte der rembourscredieten opgeheven
wordt
Dat de Londensche discontopolitiek door
de discontoverhooging van de Nederland
sche Bank beïnvloed zal worden, is vol
gens het blad nauwelijks aan te nemen
Daarentegen wordt het niet uitgesloten ge
acht, dat het Nederlandsche voorbeeld door
Zwitserland zal worden gevolgd.
De verhooging in het disconto van de
Nederlandsche Bank, zegt de „Times", werd
in financieele kringen algemeen verwacht
met het oog op de jongste verhooging van
het Duitsche disconto. Amsterdam namelijk
is een geldmarkt, waar Berlijn vrijelijk
fondsen opneemt en de betrekkelijke goed.
koopte van het geld in Amsterdam door de
verhooging van het Duitsche disconto
maakte een aanpassing wenschelijk, in het
bijzonder omdat de Nederlandsche geld
markt en de koers van den gulden teekenen
van spanning begonnen te vertoonen.
7 October 14 October
Londen 12.13 7/8 12.12 5/8
Berlijn 59.44 59.40
Parijs 9.78 3/4 9.77 1/2
Brussel (Belga's) 34.73 1/2 34.68
New-York 2.49 3/8 2.48 15/16
Na de vaste stemming van verleden week
viel de markt bij het begin dezer berichts-
ptriode sterk tegen. In enkele afdeelingen
lagen de toonaangevende fondsen zwaarder
in de markt en in die fondsen, die zich den
laatsten tijd door een voortgezette stijging
hebben onderscheiden, bleek overwegend
aanbod te bestaan. Dit gold in hoofdzaak
aand. Philips, die weliswaar vast openden,
maar op de verhoogde koersen al spoedig
aanbod uitlokten, waarbij de nieuwe aan-
deelen sterk terugliepen.
De afdeeling voor industrieele waarden,
die den laatsten tijd zoo sterk de aandacht
heeft getrokken, was overigens vrijwel
doorloopend eenigszins verdeeld, maar voor
het meerendeel bleek er toch aanbod te be
staan.
De houding van New-York voorts is ook
niet geschikt om den ondernemingslust te
verhoogen en zoo blijft er over het alge
meen met het oog op het vrij hoog opge
voerde koerspeil van verschillende fondsen
een zekere terughouding waar te nemen.
Toch hebben de belangen, die den laat-
slen tijd sterk hebben geopereerd, de markt
nog niet geheel losgelaten. Dit bleek b.v.
wel in de afdeeling voor industrieele waar
den, waarin Philips de aandacht trokken
door een hernieuwde koersbeweging.
Het uiteindelijke verloop dezer berichts-
periode was vrijwel algemeen zwak te
noemen.
In de meeste hoeken bleek er eenig aan
bod ie bestaan, als gevolg ook van de vrij
onverwachte disconto-verhooging door de
Nederlandsche Bank met een vol procent,
waartegenover vraag zoo goed als geheel
ontbrak. Het gevolg was, dat bijna alle af
deelingen op een eenigszins lager niveau
kwamen. Vrij sterk reageerden Philips aan-
deelen, oude zoowel als nieuwe. De overige
binnenlandsche industrieele soorten waren
ook alle ongeanimeerd en iets lager.
Verder waren Jurgens een paar procent
lager. Ook waren kunstzijde-aandeelen aan
geboden. De andere soorten waren een paar
procent lager.
Int. Beton en Van Berkel niet veel ver
anderd.
Ruhberaandeelen waren eenigszins ver
deeld hetgeen blijkbaar verband hield met
de sterke stijging van den Londenschen
voorraad en wel mei 1648 ton, waardoor de
voorraad tot boven 70.000 ton is gestegen.
De meeste soorten bewegen zich een klei
nigheid onder de oude prijzen, doch daar
entegen waren enkele andere soorten, welke
belangen hebben bij koffiecultuur, vast van
toon, al bleven zij doorgaans onder 't beste
punt van verleden week.
Ver. Majanglanden trokken intusschen
sterk de aandacht en in dit fonds ging vrij
veel om. De koers stelde zich belangrijk
hooger.
Wat de overige afdeelingen betreft waren
oiiewaarden vast. Koninklijke eenige pro-
centen hooger in verband met het bericht
omtrent een overeenkomst tusschen de Ko-
ninklijke-Shell en de Fransche regeering.
waardoor aan Sovjet-Rusland op het gebied
der petroleumindustrie een gevoelige slag
zou zijn toegebracht.
Van de Roemeensche soorten waren
Steaus vaster.
Suikeraandeelen kalm, maar meerendeel»
prijshoudend. H. V. A. stelden zich eenige
procenten hooger.
Tabaksaandeelen waren eerder iets aan
geboden en voor alle soorten een paar pro
cent lager.
Scheepvaartaandeelen in reactie en voor
Japanlijn en Unie een paar procenten lager.
Amerikaansche waarden prijshoudend.
De geldmarkt was vaster. Blijkbaar heeft
zich de invloed doen gevoelen van de ver
dere afgifte van Ponden-materiaal door de
Nederlandsche Bank.
Prol. 4 na 3 3/41
Part. disconto 31/23 9/16 pCt.
7 Oct.
14 Oct.
6 pCt. Nederland 1922
106%
105?»
6 pCt Nederland 1918
102
101?»
41/» pCt Nederland 1916
100?/
99*4
4pCt. Oost-Indiê 1926a/b
98>5/3j
98?/,
Amsterdamsche Bank
182
180?»
Koloniale Bank
29144
285?»
Cert. Ned. Handel-Mij.
179h
177
Holt. Kunstzijde
158*4
142*4
Ned. Kunstzijde
417*»
396
Maekubee
129tg
118?»
Jurgens gew. aand.
2384/
238?/
Philips Gloeilampen
558h
548
Redjang Lebong
153
145
Singkep Tin
450
428
Geconsolideerde Petroleum
217
205
Kon. Petroleum
344?»
344*4
Amsterdam Rubber
291m
288
Hessa Rubber
425
422)4
Holland-Amprika-Lijn
89?»
83
Nederl Scheepvaart Unie
202
186*4
Stoomv.-Mij. „Nederland
199)4
199
Cultuur-Mij Vorstenlanden
185*»
182*4
Handetsver. Amsterdam
834)4
824?»
Arpnd=burg Tabak Mij.
668?»
Deli Mij.
486)4
477?»
Senembah Tahake-Mij
500
487
Cert. Dn ion Pacific
192
189
WEEKBLADEN.
De WERELDPOST bevat deze week on
der meer plaatjes van: de Valkstraat te
Haarlem; Zwitserland en het Beiersche
hooggebergte; een schaakwedstrijd met le
vende figuren te Hoorn, en de 3-October-
feesten te Leiden.
De VRIJDAGAVOND schrijft over: de
Joden in AustraliS; tentoonstellingen; de
kabinetsformateur van Letland; het jubi
leum der Portugeesche gemeente in Ham
burg, en de Joodsche Folklore.
In de HAAGSCHE POST treffen wij o a.
beschouwingen aan over: de forensenwet,
zeevisscherij; luchtschip of vliegmachine;
menschen uit het verleden; en het finan
cieele beheer der gemeenten.
De GROENE AMSTERDAMMER schrijft
over: de Doorluchtige School van Amster
dam; het nationaal inkomen; de schoon
heid van het schip; prof. dr. Otto Lanz, enz.
HET LEVEN heeft foto's van :een seance
van den telepaath Maloitz; Louis Saalhorn
thuis, en achter de schermen in „Flora".
Onze Telefoonnummers
DIRECTIE en ADMINISTRATIE
2500 (op 2 lijnen)
REDACTIE1507
gebleven; waar hij niet aan gedacht heeft.
Nu laatstleden Februari ontving de direc
teur weer een brief van u en in Maart en
Aptril andermaal, waarbij u hem certifi
caten toezondt en hem verzocht de dividen
den te innen. Eigenhandig plaatste u de
papieren in de Bank. Ik zag de brieven. Ik
zou zweren op uw handschrift."
„Die lui hebben evenveel handigheid als
durtl"
„In alle deden was hel een brief van u,
een brief, die de knapste schriftkundige voor
uw schrift zou gehouden hebben. Uw naam
dekt en waarborgt alles."
„Heb je den directeur meegedeeld, wat er
heeft plaats gehad?"
„Zeker. Ik heb hem alles verteld. En dit
Is in groote trekken de lezing, die hij er op
nahoudt: „Uw deelgenoot," zei hij, „be
weert. dat de papieren bemachtigd zijn door
vervalsching in geschrifte. Hij zegt, dat de
introductiebrief een vervalsching is. Goed.
't Is mogelijk 1 MaaT ik heb dit crediet ge
opend voor een klant, de met een introductie
te voorschijn kwam van den besten pro
cureur uit Londen, wiens handschrift ik ken
en dal ik ook wel degelijk herken in den
brief. Enkel op zulk een bewering zou ik
dus niet mogen afgaan. Tot hem een proces
werd aangedaan, kan ik niet anders doen,
dan hem behandelen als iederen anderen
klant. Intusschen zal ik onderzoek instellen
naar zijn verleden."
„Juist." zei mr. Dering.
„Vervolgens vroeg ik hem. wat hij doen
zou. als de klant de papieren wilde terug
hebben Hij zei, dat. als den klant een pro
ces werd aangedaan, hij dan hoogstwaar
schijnlijk een wenk van hoogerhand zou
krijgen, die hem de papieren zou doen hou
den en afgeven als deel uitmakend van
de documenten voor het rechtsgeding."
„Juist, juistl De directeur kent de wel."
„,En, wat de wissels betreft." ging hij
voort, „die zal ik ook betalen of ontvangen,
tenzij ik van hoogerhand gewaarschuwd
word."
„Ik geloof, George, dat wii heel goed
gedaan hebben, dat wij er nog geen zaak
van hebben gemaakt," zei mr. Dering. zich
in de handen wrijvend. „Toch zijn hel geen
handige schurken, alles wel beschouwd. Ze
meenden de aandacht van zich al te leiden
door mijn naam te gebruiken, daar dachten
ze zich achter te verschuilen. Ze hadden
de stukken onverwijld moeten verkoopen.
Des te beter, intusschen. Nu hebben wij de
hand gelegd op de stukken. Het zou de zaak
verbazend veel ingewikkelder hebben ge
maakt, als die verkocht waren. Wat dat be
treft, zijn we veilig. Want je begrijpt, dat
ze, na wal ze nu gehoord hebben, ze aan de
Bank zeker niet zouden uitgeven zonder
ons eerst te waarschuwen. Het blijft voor
ons nu enkel de vraag: hoe kwam die Ed
mund Gray in het bezit van ons eigen
dom?"
Hij zat een paar minuten stil na te den
ken. Toen begon hij weer: Het verlies van
het geld zou een zware slag voor mij zijn
geweest. Wel heb ik nog genoeg over. Maar
loch zou het een zware slag zijn. Dat gevoel
van beroofd te worden, is zoo ellendig zie
jel Ik begrijp nog niet, waarom de dood
straf is afgeschaft voor degenen, die zich
vergrijpen aan het eigendom van een ander.
Op dat oogenblik trad Checkley binnen,
met een kaartje van den directeur van de
Bank.
„Ik ben hier gekomen," sprak de bezoe
ker haastig, „om u iels belangrijks te ver
tellen, wat hedenochtend plaats vond. Toen
wij de zaak bespraken, mr. Austin, wist ik
dit nog niet. Het gebeurde om tien uur, zoo
dra de deuren open gingen. Er werd een
briet gebracht van mr. Dering.
„Nog een vervalsching! Wanneer komt
daar ooit een einde aan?"
„....verzoekende de certificaten mee te
geven aan den brenger van den brief. De
certificaten van mr. Edmund Gray. Dit werd
gedaan. Ze zijn dus niet langer aan de
Bank."
„O, dan zijn ze natuurlijk gewaar
schuwd!" riep George. „Wie was de bode?"
„Een jongen. Het leek wel een kantoor-
looper."
„Ik zal dadelijk navraag doen, of het een
van onze jongens was. Gaat u voort."
„Dit maakte een eind aan de moeilijkheid,
hoe wij moesten handelen in geval de papie
ren door u verlangd werden. Wij hebben ze
nu niet meerl En wat de dividenden be
treft, we zullen die blijven ontvangen, tol
we een order ot een opdracht krijgen."
„Voor het oogenblik hebben we dus enkel
de brieven." zei George. „Het moeilijke is nu
om Edmund Gray persoonlijk betrokken te
krijgen bij het gevalt Neem eens aan. dat
hij verklaart er niets van te weten. Wat
moeten we dan beginnen? Heeft hij ook
een wissel van u ontvangen?"
„Neen. We hebben nooit een wissel aan
hem uitbetaald."
„Hebt u hem gezien?"
„Neen, ik heh hem nooil gezien."
,,'t Is een raadsel1 Met het terughalen
van de papieren echtrr kan geen andere
bedoeling zijn geweest, dan om ze te ver
koopen. en dan moet hij tcoh ook iemand
daarvoor een opdracht geven. Op de een of
andere maniet volgt dan toch een open
baring van zijn bestaan."
„Hij kan immers net zoo goed als een
ander een opdracht geven, als hij dit mij
deed, in naam van mr. Dering?"
„Nog een vervalsching danl"
„Ja," zei George. „We zullen maar aller
eerst eens onderzoeken of een van de jon
gens, bij ons op het kantoor, den brief aan
de Bank, heeft gebracht
Geen van hen was met die boodschap
uitgestuurd.
HOOFDSTUK XIV.
Checkley's geval.
Dien avond was mr. Checkley niel op
zijn gewone plaats in de „Salution Inn",
waar zijn tegenwoordigheid anders sterk
verlangd werd. Hij verscheen eerst laat:
om kwart voor elven.
Mr. Checkley trad binnen, met zegevie
rend air en bijzonder veerkrachligen tred.
Hij riep Robert en bestelde op eigen koslen
een kostbaren drank, een mengsel van Ja-
maica-rum. warm water, suiker en citroen,
ofschoon het een avond in Juli was en!
voor den tijd van het jaar, aangenaam
warm.
De reden van deze ongewone vroolijk-
heid was als volgt:
„Het stond bij Checkley vast, dal de
jonge deelgenoot, dien hij haatte met onuit-
sprekelijken haat, de schuldige moest zijn.
Daar was hij even zeker van als indertijd
van Athelstan Arundel, en vrijwel om de
zelfde reden. Toch had hij nog niel durven
spreken. Maar nu vanavond
Om halfacht, toen hij ging. was iedereen
al weg van het kantoor. Hij liep de leege
vertrekken nog eens door en keek open
laden na: je kunt immers nooit weten, wat 1
je daar nog eens vindt. Hij keek ook hel
vertrek bij mr. Austin na, balde de vuisten
en grijnsde, in de richting van den leegen
stoel:
„Ik zal je wel krijgen!" zei hij. „Al zou
ik er dan ook dertig jaar op moeten wach
ten I"
Toen Checkley nu ook van hel kanfoor
weg was. ging hij naar Gray's Inn en las
daar de namen aan de deuren, steeds uit
kijkend naar no. 22. Al heel gauw werd hij
voor zijn moeite beloond: Een hem bekende
gedaante, lang en flink gebouwd, het hoofd
fier achterover geworpen, trad de straat in
en stapte regelrecht op no. 22 af. Het was
niemand anders dan Alhelstan Arundel De
oude man hield zich schuil in een portiek,
vanwaar hij duidelijk zien kon. dat A f hei
stan de trap opliep en daar binnenging. Hij
hoorde mannenstemmen praten.
Ha," zei Checkley, dien hebben wij vastl"
Maar dit was nog niet alles. Want al heel
gauw kwam Austin eveneens aangewandeld
en begaf zich ook naar no. 22
Nu wachtte Checkley niet meer, maar
riep een vigilante aan.
Was hij nog even gebleven, dan zou hij
don jongen deelgenoot het huis weer hebben
zien uitkomen en weggaan Had hij hem de
trap op gevolgd, dan zou hij hem hebben
zien b -Hen aan de gesloten buitendeur van
mr. Edmund Gray. Had hij aan de deur
daar legenover gebeld, dan zou hij. in het
vertrek aldaar, inr. Athelstan Arundel heb
ben gevonden met zijn kennis, mr. Freddy
Carstone. den Camhridge-man. het sieraad
van den kring in de „Salutation Inn". Maar
in zijn overijling kwam hij lol gevolgtrek
kingen, die hem een vigilante deden aanroe
pen. (Wordt vervolgd).
2-3