WIE IS EDMUND GRAY? 68ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 8 October 1927 Derde Blad No. 20726 HAAGSCHE KALEIDOSCOOP. U Buitenl. Weekoverzicnt. VOOR DE HUISKAMER. RECHTZAKEN. FEUILLETON. XI. Waarom eri hoè de vijand je te pakken gekregen heeftJe weet het je later niet meer te herinneren. Toen de bekende hui verende rilling, van 't achterhoofd via de rug tot in de lendenen, mij alleronvriende- lijkst tot het besef riep, dat men in ons gezegend klimaat bij de welhaast voltrok ken wisseling van zomer op herfst niet straffeloos in tropen-kleedij mag blijven rondwandelen, trachtte ik met een buisje aspirine den vijand afdoende te verslaan. Zulk een geniepigen aanval noemden onze voorouders „binnenkoorts" of „besloten koliek", Italië stelde ons later den onver- hoedschen lafaard voor onder den véél te welluidenden naam „Influenza", thans zeg gen we kort, scherp en bits „Griep". Helaas maakte dr. Bayer's afweergeschut niet den minsten indruk: de griep hield mij stevig in haar greep en toen ik. snakkend naar de buitenwereld, eigenmachtig en on tijdig mijn huisarrest verbrak, loom ter been en slap van spieren, sloop de vijand mij geruischloos op de wankele hielen. De tweede stoot trof mij ernstiger dan de eerste en ik gevoelde me als de recidivist, die het pas doorstane lijdensprogram andermaal te „verwerken" krijgt, thans echter met een dubbel pijnlijk verlengstuk. En zoo komt het, dat de recidivist de^Haagsche bood schap No. 11 thans eerst, na 'n flinke hiaat kan overbrengen. Alhoewel een kalei- doscoop, door de grilligheid harer aspecten, aan orde, regelmaat noch logische samen hang gebonden is, ben ik verplicht te me- moreeren (mijn lieve nicht Stéphie is na tuurlijk volkomen in 't vergeetboekje ge raakt!) dat ik met de comtesse Stéphanle Etang de la Cour, mijn charmante gast, met jhr. Ter Piere, generaal Boulanger en mijn achtbaar gezin een afspraak gemaakt had voor den avond van ons even gezellig als vermoeiend dagbezoek aan de Schevening- sche stranden. Intusschen, van de afspraak van dien avond kwam niets terecht. In roerende eensgezindheid werd tot uitstel be sloten. Mooier konden wij het niet getroffen hebben: een avond uit duizenden, warm en bladstil. De week tevoren hadden wij ons uithoudingsvermogen lichtelijk over schat De vroege ochtendwandeling in het Rosarium, vermoeiend als elk drentelen met ontelbare stopplaatsen, de inspectie van zee, strand en boulevard, gevolgd door het koffieuurtje in het Paviljoen van „De Witte" (fatigant als een ouderwetsch-Duitsche „Kaffeeklatsch mit Kuchen"), waarna de copieuse, véél te lange hoewel allergezel ligste lunch in het Palace-Holel, dit een en ander had ons ten eenenmale onbe kwaam gemaakt, geestelijk maar vooral lichamelijk, de praestaties van luitenant Boer's eminente Koninklijke Militaire Kapel naar behooren te kunnen verwerken. Tep Piere en generaal Boulanger kon ik nog tijdig per -telefooji bereiken. Dit telefoontje viel in goedé aarde: beiden verlangden, evenals Stéphie en mijn gezin, naar een welverdiende avond-siësta in volmaakte rust. Het plannetje werd dus verschoven naar den volgenden Woensdagavond, 31 Augustus, den natioflalen feestavond bij uitnemendheid. En wij troffen, zooals ge zegd, een avond uit duizenden, warm en bladstil 1 Ingewijden weten, dat bij de bijzondere feestconcerten der Koninklijke Militaire Kapel in „De Tent van het Bosch" voorafgaande maatregelen noodzakelijk zijn Het moge wellicht allerminst gracieus klin ken in de deftige entourage van het Witte- complex te spreken van een wedloop der feestgangers. De nuchtere werkelijkheid toont ons echter inderdaad op eiken Ko- ninginne-avond zulk een wedloop in optima forma. Ziehier den voorafgaanden maat regel: 's middags half 1 diner, half 6 sou per.... klokke 6 werd ik eenvoudigweg „uitgezonden" om te trachten een behoor lijke tafel met 7 stoelen te „veroveren", zoo dicht mogelijk bij den muziektempel De uiterste noodzakelijkheid van den maatregel bleek terstond bij mijn aankomst ter plaatse, kwart na 6! (het concert zou om 8 uur be ginnen). De beste tafeltjes" waren bereids wèggesnoept, onder de galerij en onder de hoornen, door eenlingen (generaal, zoon. oom of neef), mannelijke voorposten zooals ik. Voor elk afzonderlijk „geval" sterkte de bewaking zich uit over 1 tafeltje, geflan keerd door 3 tot 8 stoelen. Bewakings-attri- buten: 'n kleintje koffie en véél couranten! Kort beraad was geboden, want achter mij hield de wedloop der voorposten gestadig aan. Gezegd moet worden, dat deze wed strijd een ordelijk, deftig verloop had: ge spurt werd er niet, hoogstens markeerde een versnelde pas de bedoeling. Sinds jaren getraind voor dit nobele concours, slaagde ik nè. snelle verkenning in een ommezien. Ik plantte mijn vlag jas, wandelstok en handschoenen op de veroverde tafel, schikte in keurige regelmaat 7 stoelen om de vesting, vleide mij in voldane stemming neer, bestelde 'n kleintje koffie in navol ging mijner eenzame lotgenooten, ontvouw de m'n avondblad en wachtte gelaten op de dingen, die komen moesten. Plots flitste, verblindend in electrischen luister, aan den ingang van het terrein de eerepoort machtig óp, hoewel op 't zomertijd-avond uur geen zweem nog van invallenden sche mer te speuren viel. Rappe handen, alom, haakten behendig oranje-ballons, aan lange staken geheven, in kwistige veelheid om de boomtwijgen tusschen de bladeren. Feeste lijk straalde het Tentgebouw in de hèl- verlichte lijnen der facade. Opgesierd met een golvende franje van lichtende oranje appels, pronkte het koepeldak van den mu ziektempel, doelwit straks der geestdriftige toejuichingen eener onafzienbare menigte. Aldus het spel van alle jaren op Koninginne- avond en, als alle jaren, genoten de een zame wachters bij de veroverde panden van de welkome afwisseling dezer welbekende toebereidselen. Half 8: alle wachters van hun taak ontheven, alle stoelen bezet, de vreedzame invasie heeft zich voltrokken. Om mijn tafeltje gonst een prettige conver satie. Het spreekt vanzelf dat overluide ge sprekken in dit milieu niet worden gehoord. Inderdaad wordt er rondom zóó lustig en toch met veel distinctie gegonsd en ge zoemd (pas op, zetter!) dat Stéphie ver klaart deze bijenkorf van het Haagsche Bosch te prefereeren boven haar naamge noot van de Wagenstraat, waarop ik onver hoeds een veeg uit de pan krijg te incas- seeren: „beste neef doe me 'n plezier en „houd in 's hemelsnaam op met dat eeuwige „groeten naar links en naar rechts! Je weet „heel goed, dat ik gesteld ben op goede „manieren, maar je moet de dingen niet „overdrijven". Touché! zegt de generaal, eertijds ver maard schermer en dezen avond bij uitstek shram en kaarsrecht in z'n overdadig met ridderorden bestrooid gala-tenue. Nu kan ik best tegen 'n vingerwijzing en 'n grapje, vooral uit den mond van m'n lieve logée, maar.in presentie mijner telgen (on deugend seinen ze elkaar met de oogen) kost het me toch moeite 'n zuurzoei grijnsje te forceeren! Even lag 'n hoffelijke repliek op m'n lip pen (ik móest toch wel de groet van den referendaris reciproce'eren en ik kón toch niet de vrouw van den secretaris-generaal negeeren en gisteren pa9 had ik nog gedi neerd bij Baron d'Avanbois.lieve Stéphie wil je' nou heusch dat ik onbeleefd zal zijn?) maar tijdig bedenk ik dat, zoo ooit, thóns zwijgen goud is. Ter Piere bestudeert intus schen aandachtig de 2e en 3e pagina van het programma, waarop het tarief der natte ver snaperingen in verblijdende verscheiden heid is vastgelegd. Comtesse, zegt hij dan, u moet dit heer lijk epos even ter hand nemen als 'n goede „kennis van jaren her, 'n steekje conserva tisme dat verheugend aandoet in onze „dagen van moderne verdwazing!" „Stéphie léést en plotseling roept ze uit: „Gunst, lieve menschen! hoe hebben jullie „die antiquiteit zóóveel lange jaren kunnen „vasthouden? Allemaal ouwe kennissen uit „m'n kinderjaren vind ik terug. „Bepaald „,'n snoezige' lijst! Luister maar 'ns: voel „jullie b.v. iets voor „een groot glas water „en fleur d'Orange" of voor „een groot glas „spuitwater met of zonder suiker?" Mis- „sc'hien willen jullie liever „een glas Tene- „riffe" of „een flacon Ginger ale dry?" M'n „lic-Ve neef smacht natuurlijk naar „een „groot gla9 licht bier van het vat" en Ter „Piere moest vanavond maar eens „een li- „keurglas Zoutmanszoet" probeeren! Is 't „niet snoezig en leven we weer niet in 't „laatste kwartaal der vorige' eeuw? Goeie, „ouwe Janus zaliger gedachtenisse! breng „me de theestoof met 't kooltje vuur en de „groote trekpot en och! wil je even Vaders „hooge Zijden weer glanzend strijken?.... „Dit tarief met z'n omschrijvende titels past „roerend in de omgeving en de atmosfeer „van dese Tent aller tenten. Ik neem 't „ding mee naar Parijs: Etang de la Cour zal „er van smullen! Klokke 8: Luitenant Boer heft de dirigeer stok. de Kapel reist op uit haar zetels, in de bijenkorf valt de stilte.... en als de dui zenden op 't terrein en rondom in 't Woud rechtop staan geheven, stort het koper en het hout in gewijde devotie de nationale hymne breeduit golvend over de scharen uit! „Mon cher, 't is heerlijk je weer eens echt „Hollander te voelen nó. deze prachtig ge- „blazeto inleiding! II est vraiment épatant, „votre petit lieutenant! Wat 'n zeldzaam „mooi ensemble! Aldus de eerste indruk der Koninklijke Mi litaire Kapel op 't enthousiast gemoed mijner Parijsche logée. Als een der fraaiste sie raden van Den Haag heeft de Kapel recht op een aparte film. een extra beurt. Met voor liefde wil ik haar belichten. Hier neemt „Cunaeus" afscheid. Hij dacht een schim te zijn, moederziel-alleen en on gekend ronddolend tusschen de menschen en de dingen, zonder maagschap of naamgenoot. Hij vergiste zich deerlijk. De in blakenden welstand nog levende afstammelingen van het oude geslacht protesteerden. Een zéér rechtzinnig protest. „Cunaeus" is ter ziele, zijn dubbelganger zet de zaken op denzelfden voet voort. P. E. F. RECLAME. De Sluis' Kalender 1928 wordt buitengewoon mooi en leerzaam) Deze kalender, bestaande ulM2 maand bladen, uitgevoerd In 6 kleurendruk, la voor onze clientèle gratl» verkrijgbaar. Vraagt Inlichtingen aan Uw winkelier. 8621 Nog altijd Tannenberg Frankrijk in „oorlog" met de V. St. Inwendige strijd in het commnnisme De strijd in Mexico en China. Hindenburg's rede te Tannenberg blijkt in uitwerking steeds meer nadeelig voor de Duitsche zaak. Zoowel in 't binnenland als in 't buitenland. In 't binnenland, om dat de Duitsch-nationalen er gebruik van maken voor een felle partij-politiek, het geen de eenheid van het Duitsche volk meer dan ooit bedreigt. Het is dan onge twijfeld ook geen toeval, dat de maarschalk uit het keizerrijk en de tweede president der republiek op zijn 80en verjaardag, die glorieus is gevierd, doch feitelijk maar door een deel van het Duitsche volk, spe ciaal den nadruk legde op de wenschelijk- heid van den terugkeer van wat de slot regel van een der bekendste Duitsche volksliederen zoo warm aanbeveelt: Das ganze Dentschland soil es sein. Hoever is het daarvan echter niet af. En tooh was dat op Hindenburg's verjaar dag niet noodig geweest, daar voor hem ieder Duitsch hart in zekeren zin wel klopt. Edoch de partijpolitiek, door graaf Westarp, den leider der Duitsch-nationalen zoo scherp belicht In 't buitenland heeft de rede van Tan nenberg nieuwen wind geblazen in de zeilen dergenen, die altijd nog er op uit zijn Duitschland zoo klein mogelijk te hou den als anderszins. Vooral ook door do negatie van eenige schuld en door de be wering dat het Duitsche leger geheel met reine handen uit den oorlog is gekomen. Het is voor Briand c.s., die een meer soepele toenaderingspolitiek voorstaan een geduchte streep door de rekening. Wel op vallend is dan ook, dat geen der staats hoofden van de z.g. Locarno-mogendheden persoonlijk het Duitsche staatshoofd heeft gefeliciteerd Stresemann heeft, dat blijkt daaruit overduidelijk, den indruk niet weten te verzachten en ziet zich aldus voor groote moeilijkheden geplaatst. Eenige afleiding geeft wellicht, dat tus- scben Frankrijk en de Vereenigde Staten weinig minder dan een tariefoorlog is ont brand. De V. St. hebben blijkbaar op deze wijze hun ongenoegen willen demonstree- ren over de halsstarrigheid van Frankrijk inzake de schuldregeling en de besprekin gen over een handelsverdrag, die vastge- loopen waren. Het is ongetwijfeld een zeer opvallende demonstratie, die ten voordeele komt van hen, die streven naar oen V. St. van Europa, als tegenwicht tegen die daar aan dc andere zijde van den haringvijver, die evenwel vooreerst door haar geldelijk overwicht nog de eerste viool kunnen spe len. Wij vermoeden, dat ook Frankrijk, al gaat men daar ook nog zoo te keer, dat wel zal ervaren. De Fransche financiën zijn door Poincaré zeer verbeterd, maar nog niet safe gestold Het zijn beide dingen, die aan do ont moeting tusschen Chamberlain en Briand, die weldra zal plaats hebben, wanneer de Engelsche minister van buitenlandsche zaken via Parijs repatrieert, meer dan ge woon belang doen hechten. Waarbij als Dritte iin Bunde dian nog dient bijgevoegd, dat Brisni wel zeer nieuwsgierig zal zijn wat naders te vernemen over het onder houd tusschen Chamberlain en den Spaan- schen dictator Primo de Rivera, dat onge twijfeld ook de Tanger-kwestie wel zal hebben beroerd, die Frankrijk en Spanje nog altijd te regelen hebben Zooals er over de wereld nog zooveel te regelen overblijft. Ieder land hoeft zijn eigen en veelal anderer moeilijkheden. Zie b.v. sovjet-Rusland., Mexico en China. Deze drie voorbeelden spreken voor zich zelf. De communistische partij in Rusland beleeft misschien inwendig een van haar ernstigste crises, ooit nog doorgemaakt. De strijd tusschen Stalin en Trotzky heeft zijn hoogtepunt bereikt. Trotzky is uit het bestuur gezet en zelfs dreigt hem het ge vaar buiten de partij te worden gestooten. Het gaat thans hard om hard. Het moest eens zoover komen. Onwillekeurig dringt zich naar voren de vergelijking met de Fransche revolutieDanton en Robespierre. Oogenschijnlijk is Stalin's zege verze kerd, doch betrouwbare gegevens over de juiste verhoudingen ontbreken, daar Stalin beschikt over de pers etc en daarvan ducn- tig gebruik maakt. Doem van alle revolutionairen is altijd geweest, door revolutie zelf te vergaan. Voor de Russische communisten zal het o.i. op den duur niet anders zijn. Onaangenaam, na de volslagen breuk met Engeland, is vooi de sovjets de Ra- kofski-affaire. Thans nog over te gaan om den gezant te Parijs terug te roepen, zou een zeer flagrante nederlaag beteekenen. Doch Parijs heeft hero onomwonden persona non grata genoemd... Het bederft in den grond cïe verhoudingen volledig, alle ge ruststelling van weerszijden over het hand haven der betrekkingen ten spijt. In Mexico wordt voor de zooveelst-e maal weer eens opruiming gehouden onder de „generaals." Een troost voor Mexico is, dat er even vlug weer anderen voor in de plaats komen. Nu de presidentsverkie zing nadert, hebben eenige leiders ge poogd door een pronunciamento het bewind in handen te krijgen, maar president Cal- les schijnt het roer te vast in handen te DE MAGNETISCHE LUCIFER. Sen lucifer wordt op de tafel gelegd en een tweede hierbij gebalanceerd. Een derde wordt daarop vochtig gemaakt dan het uiteinde, of op een andere wijze „behandeld", waarna men met deze be handelde lucifer de tweede kan aantrek ken of afstooten. Dit wordt bereikt door als men met de behandelde lucifer dicht bij de gebalanceerde lucifer komt, tevens voorzichtig tegen dc laatste te blazen. Het vochtig maken of op andere wijze behan delen van de derde lucifer is slechts bluf om de omstanders van het serieuze van dien truc te doordringen. hebben. De opstandigen zijn gevut en, naar Mexicaansdie gebruik direct gefusilleerd. Voor de verkiezing zullen nieuwe pogingen om de macht te veroveren o.i. nog wel volgen, dat is in Mexico gewoon: l'histoiro se repète! CALLES. Hetzelfde is in China het geval. Daar golft oudergewoonte de strijd tusschen de „machtigen" op en neer. Tsjang-tso-lin, de dictator van Moekden en beheerscher van Peking, is op het moment, dat hem de overwinning toelachte, door onverwacht op- trec&en van een nieuwen vijand, c.q. den heerscher van Sjansi, in het nauw ge bracht. Zelfs Peking loopt gevaar. Het heet, dat de communist Borodin aan het partij-kiezen van Sjansi's machthebber met Russisch geld niet vreemd ia. Met aandacht volgt men Japan's hou ding. Japan was eens de groote vriend van Tsjang-tso-lin, doch deze vriendschap be koelde. En in Japan is Tsjang-kai-sjek, de gevluchte leidieir van Nanking VAN MEINEED GESPROKEN. Een jeugdige boerenzoon uit Alphen was in een vaderschapsactie als getuige tegen zijn broer opgetreden. Er werd beweerd, dat hij in die civiele procedure een valschen eed had afgelegd en werd deswege vervolgd en door de Rechtbank te Utrecht ter zake van meineed veroordeeld tot één jaar ge vangenisstraf. Van dit vonnis kwam de verdachte bq het Gerechtshof te Den Haag in hooger beroep. De advocaat-generaal mr. Bauduin edschte bevestiging van het vonnis. Mr. Th. Muller Massis, de verdediger, pleitte vrijspraak en verzocht vervroeging van 's Hofs uitspraak. Hieraan heeft het Hof voldaan. Het achtte het ten laste gelegde niet bewezen, sprak den verdachte vrij en ontsloeg hem uit de preventieve hechtenis, waarin hjj negen maanden had doorgebracht. Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch van WALTER BESANT, door Mej. E. HOOGEWERF. 25) HOOFDSTUK XI. Verdere ontdekkingen. Nadat de safe geheel nagekeken was, bleven er nog een kast, twee la-tafels en twintig of dertig blikken trommels na te zien. Checkley keek de drie bewaarplaatsen na. Te vergeefs. Er was nergens een spoor van de certificaten. „Toch moeien ze ergens zijn," sprak mr. Dering. „Ze kunnen niet wegvliegen! Bo vendien niemand anders heeft er iets aan." „Heeft u ze ook mee naar huis geno men?" „Waarom zou ik dit doen. Ik heb thuis gc-en safe of kluis." „Heeft u ze dan ook ter meerdere veilig heid naar de Bank gezonden, al zouden ze daar dan ook niets veiliger zijn?" „Ga den directeur dan nog eens vragen, of hij ook certificaten van mij heeftI" De oude klerk wilde onmiddellijk dit hevel gaan uitvoeren. Maar mr. Dering hield hem terug. Als hij de papieren had, zou er toch dividend op zijn gekomen. „Wat kan ik er toch aan doen?" Voor het eerst van zijn leven, misschien, had de notaris de gewaarwording die hij dikwijls bij cliënten had opgemerkt, of er niets veilig was; zelfs geen eigendom. Zijn hoofd duizelde, de grond echeen als onder zijn voelen weg le zinken, en het was hem, als viel hij door de tafel en den vloer.... steeds dieper en dieper....! „Wat kan ik doen?" herhaalde hij. „Checkley, ga loch maar naar den direc teur. Er kan misschien nog wat ontdekt worden. Ik kan niet goed denken." Toen de klerk weg was, legde hij het hoofd op de handen en trachlle hij zich de zaak nog eens heel duidelijk voor te stellen. „Waar kunnen de certificaten zijn?" vroeg hij zich af en herhaalde deze vraag zeker wel twintig maal. Als hij door een cliënt was geraadpleegd over een dergelijk iels, zou hij onmiddellijk, met de grootste vaardigheid, precies het juiste geraden heb ben. Maar voor zichzelven wist hij totaal niets. Dergelijke stukken, als hij miste, wor den haast niet gestolen, want men heeft er niets aan. Ze kunnen toch niet verkocht worden zonder toestemming vari den eige naar. Die overdracht moet hij lèekenen; waren ze gestolen, dan zouden de dividen den nog precies zoo aan den eigenaar uit betaald worden. Bovendien...." Toen hij zóó ver gekomen was, dacht hij ineens aan zijn Bankboek: Als de stukken verkocht waren, zou hij het bedrag daar aangeteekend vinden. Haastig keek hij het boek in; maar er was geen bedrag bij, dat de verkoop van deze stukken kon vertegenwoordigen. Hij wist, wat ieder boeking beduidde en wan neer het bedrag ingekomen was. Zijn ge heugen was volkomen helder op dit punt. Toen viel hem Checkley's vraag weer in: Had hij de certificaten mee naar huis geno men? Dit kon hij gedaan hebben, cm de een of andere reden, die hij nu vergeten was. Ja, dit was dan ook de eenig-mogelijke verklaring. Dit moest hij gedaan hebben. Een oogenblik herademde hij, voor een oogenblik, want, toen dacht hij toch ook weer dat hij zeker zoo iets niet gedaan had, als die bewijsstukken meenemen naar huis, waar hij nooit zaken behandelde. En zoo keerden zijn eerste vrees en ontsteltenis weer. Waar had hij de papieren toch gela ten? En als er geen dividend was uitbe taald, dan moesten de papieren zelf er dus ook niet meer wezen? Gedurende de vijftig jaren dat mr. Dering zijn beroep nu al uitoefende, had hij nooit een fout gemaakt, naar hij zelf meende. Had hij zijn geld niet altijd op de voordee- ligste wijze belegd, hij had het dan toch altijd veilig geplaatst. Hij maakte wel niet den interest, dien sommige mannen in de City verwachtten; maar hij maakte ook geen verliezen. En er kwam hem niets geen licht, geenerlei verklarende herinnering viel hem te binnen. In zijn wanhoop dacht hij al. hoe het iemand zou vergaan, die met dit geval bij hem als rechtskundige1 om raad zou komen. Taen Checkley terugkwam, vond hij zijn chef achterover leunende in zijn stoel, met wijdopen oogen en hem aanstarende, zonder ie'ts te zien. „Goede hemel 1" prevelde hij. „Is de tijd gekomen? Zou hij sterven gaan?" „Hij heeft zeker een soort attaque," dacht de oude klerk. Ineens sloot mr. Dering de oogen. Zijn hoofd viel voorover, hij zuchtte eens diep, bewoog het hoofd en sloeg de oogen op. Hij was weer bij De allaque, van welken aard die dan ook we'zen mocht, was afge trokken. „Checkley/' zei hij. „ik heb getxacht, mijzelven het geval voor te stellen, of een ander en cliënt er bij mij mee aan kwam. Zoo hoorde ik mijn eigen geschie denis aan. Maar op een of andere manier vergat ik, wat de geschiedenis was." Ongeduldig schudde hij het hoofd. „Vergeten!vergeten 1en altijd nog eens vergeten!.... Maar ik herinner mij wel. dat het niet de geschiedenis was, die ik van hem verlangde, maar een heel andere! Hij vertelde mij niet, wat ik juist zoo zeer verlangde te weten, dat wil zeg gen wat er met de certificaten is ge beurd Zóó ben ik du9 niets nader, dan ik was! Hij beweerde, dat ik de certificaten zelve had verkocht." „U dwaalt een beetje," zei Checkley, hem angstig gadeslaand. „Dat is al. Maar het zal wel weer gauw in orde komen. U is van streek geraakt door die certificaten en die banknoten allemaal. Als ik u was nam ik iets opwekkends." „Neen neen, ik kom dadelijk wel weer bij. Ja, dat is het. Ik ben van streek geraakt door die zaak. Op de een of andere manier schijn ik niet in staat er helder over te denken. Laat een9 kijken." Hij zuchtte zwaar, „ik geloof, dat jij voor mijuitgeweest bent.éér. éér die ander kwam." „In 's hemels naam, spreekt u nu niet van dien anderl Zoo iemand is er niet. Ja, ik ben voor u naar den directeur van de Bank gegaan, om te hooren, of die ook certificaten voor u bewaarde." „De directeur van de Bank?O, juist' En heeft hij ook wat in bewaring?" „Geen stuk! En ook nooit gehad van u!" „Maar Checkley!" en mr Dering liet hulpeloos de handen op de knieën vallen, wat moeten we dan doen." „Ik weet het niet, zoo waar!" antwoord de de klerk met nagenoeg dezelfde hulpe loosheid. „Ik heb nooit eerder van zoo iets gehoord: Acht-en-dertig duizend pond! Maar misschien zijn ze hier in huis toch nog ergefis anders! Laten we nog eens nazoe ken." „Neen, dat geeft toch niets. Kijk ik heb geen dividenden gehad. De aandeelen waren alle overgedragen, en er is niets voor betaald. De aandeelen zijn gestolen, Check ley. Ik kan niet denken. Voor het eerst van mijn leven kan ik niet denken. Ik moet iemand hebben, die mij raad schaft. Ik ruoot het geval iemand in handen geven." „Roep uw jongen deelgenoot dan! Met een een goede gelegenheid voor hem. om te toonen, dat hij zijn salaris waard is." Toeft de deelgenoot een paar minuten later kwam, vond hij den chef het vertrek op en neer slappend, in groote agitatie. Op tafel lag de heele inhoud van de 9afe uit gestald. En hiervóór stond de oude klerk, met hoofd, handen, knieën en schoud-rs trillende, volgende de bewegingen van zijn chef, met oogen vol schrik en angst. Die vreemde bui. dat vergeet-achtig zijn, dat verward gepraat van den ander, di9 rusleloosheid. hadden hem verschrikt „Zoo, ben je daar? Nu, mijn deelgenoot, hoor het geval eens aan en los de moeilijk heid voor ons op. als je kunt. Vertel het hem, Checkley, of ik zal het hem zelf ver tellen. Of heb ik mijn verstand en mijn geheu gen verforen, of ben ik bestolen?" (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 9