WIEIS EDMUND GRAY?
HEBT ÖU ÉÉN VAN DUE REEPEN NOG NIET GEPROEFD
$vamjehoo^
68ate Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 5 October 1927
Tweede Blad No. 20723
BINNENLAND.
DORTMUNDER
FE
HOOGE RAAD TAN ARBEID.
Vaststelling der adviezen Win
kelsluitingswet, werktijdenbe
sluit en verplegingsbesluit.
De Hooge Raad van Arbeid heeft onder
leiding van den Minister van Arbeid, Han
del en Nijverheid zijn adviezen vastge
steld omtTent de voorontwerpen van een
Winkelsluitingswet, een werktijdenbesluit
voor winkels en een verplegingsbesluit, die
bij dat college aanhangig waren gemaakt.
In een uitvoerige discussie omtrent de
beide eerstgenoemde voorontwerpen bleek,
dat enkele leden van oordeel waren, dat
het in verband met de hjudige omstandig
heden niet gewenscht is verdere stappen
te doen tot het invoeireii van die beide
voorontwerpen en dat daarvoor een meer
geschikt tijdstip zou dienen te worden af-
gewaeht.
Een groote meerderheid in den Raad
vond echter geen aanleiding den minister
te adviseeren op grond van de huidige om
standigheden de regeling van deze materie
te laten rusten.
De leden, die deze meerderheid vormen,
waren integendeel van oordeel, dat het
alleszins wenschelijk is, dat de overheid
thans de regeling van deze materie ter
hand neemt.
De Raad sprak bovendien unaniem als
zijn meening uit, dat het in bet algemecu
gewenscht zou zijn, dat gelijktijdig met de
invoering van het Werktijdenbesluit voor
winkels de Winkelsluitingswet in werking
zou treden. Een meerderheid in den Raad
(1811 achtte drie koppeling zelfs in dien
zin noodzakelijk, dat zij van oordeel is, dat
het Werktijdenbesluit niet behoort te wor
den ingevoerd, zoolang de Winkelsluitings
wet niet in werking treedt. Een minder
heid in den Raad was daarentegen van mee
ning, dat de invoering van een Werktijden
besluit voor winkels zoo urgent is, dat die
invoering niet op het tot stand komen van
een Winkelsluitingswet behoort te wach
ten. Voorts gaf een groote meerderheid in
den Raad den minister in overweging in
het voorontwerp van de Winkelsluitingswet
een uitzondering op te nemen voor win
kels waar uitsluitend of althans in hoofd
zaak brood, gebak, suikerwerk en choco
lade verkocht wordt, doth uitsluitend voor
den verkoop van deze waren.
Deze uitzondering zou echter niet voor
den geheelen Zondag daenen te gelden,
doch slechts voor eenige uren ter keuze
van den winkelier. Het werd aannemelijk
geacht, dat het publiek zich dan aan deze
gewijzigde omstandigheden zou weten aan
te passen.
Bij de bespreking van het voorontwerp
van een werktijdenbesluit voor winkels
bleek een meerderheid in den Raad (15-12)
zich met de in dat voorontwerp voorge
stelde regeling, bevattende een 9-urigen
arbeidsdag en een 50-urige arbeidsweek, te
kunnen vereenigen. Eenge dezer leden oor
deelden zelfs een 49-urige arbeidsweek ge
wenscht. Een vrij groote minderheid in
den Raad achtte daarentegen een verlen
ging van de genoemde werktijden tot 10
uur per dag en 55 uur per week noodza
kelijk.
Het voorontwerp van een verplegings
besluit gaf den Raad niet tot bijzondere
opmerkingen aanleiding.
MINISTER BEELAERTS VAN BLOKLAND
AAN HET WOORD.
Het noenmaal van den Nederl.
J onmalistenkring.
Gistermiddag heeft in het hotel Paulez,
te Den Haag een noenmaal plaats gehad,
dat het bestuur van den Nederlandsen en
Journalistenkring aanbood aan den Minister
van Buitenlandsche Zaken jhr. rar. F. Bee-
laerts van Blokland, vertegenwoordiger van
Nederland in den Raad van den Volkenbond.
Tot de deelnemers van het noenmaal be
hoorden in de eerste plaats het dagelijkseh
bestuur van den Journalistenkring, de nee-
ren D. Hans, voorzitter, Henri Dekking,
vice-voorzilter, en W. N. v. d. Hout, secre
taris, de bestuursleden de heeren D. Kouwe-
naai en G. Polak Daniels. Voorts de cere-
voorzitter, mr. L. J. Plemp van Duiveland,
en het eerelid P. A. Haaxman Jr.
Bq het begin van den maaltqd uitte de
heei D. Hans, voorzitter van den Jourat
listenkring tegenover den Minister zqn
vreugde dezen als gast welkom te mogen
heeten.
Tqdens den maaltijd voerde de Ministei
van Buitenlandsche Zaken, jhr. mr. Beelaerts
van Blokland, het woord. Spr. dankte voor
de vriendelijke woorden, waarmee de voor
zitter hem had verwelkomd. De uitnoodiging
om als gast aan dit noenmaal aan te zitten,
had hij bijzonder gewaardeerd.
Wanneer spr. aan de achtste vergadering
van den Volkenbond te Genève denkt, wil
hq zich beperken tot de groote kwestie,
die zoo veler hoofd en hart bezighoudt:
de kwestie der ontwapening. Ontwapening
is een verkorte en niet geheel juiste term.
Wanneer men er onder zou willen verstaan
liet ter zqde leggen van alle bewapening,
dan moet men er zich rekenschap van geven,
dat daaraan de eerstvolgende generaties nog
niet zullen kunnen denken. Ontwapening
dient men te begrqpen als beperking van
bewapening en als men iets verder wil
gaan als vermindering van bewapening.
De kwestie is neergelegd in art. 8 van
het Volkenbondsverdrag, f/aarin de leden
erkennen, dat het behoud van den vrede
vermindering der bewapening ebcht tot het
minimum, dat is overeen te brengen met de
veiligheid Vermindering der bewapening is
een levenskwestie voor den Volkenbond;
wanneer hq nalatig zou zqn in het nastreven
daarvan zou de Volkenbond een groot deel
van zqn beteekenis verliezen, wanneer wij
terugkeerden tot den wedloop in bewapening,
die van vermindering het onvermqdelqk ge
volg is, dan zou de Volkenbond ons niets te
zeggen hebben.
De voorbereidende Ontwapeningscommissie
onder voorzitterschap van den heer Loudon,
waaraan de Nederlandsche delegatie, onder
leiding van den heer Rutgers, deelnam, heeft
me+ grooten qver gewerkt, nochtans waren
de resultaten van haar arbeid droevig. Eind
April is zq uiteen gegaan; er was gebleken
van groot meeningsverschil en de commissie
zou later weer bqeen komen.
Daarna is samengekomen In Genève een
vergadering van afgevaardigden der groote
zeemogendheden: Amerika, Engeland, Japan,
in welke vergadering afgevaardigden van
Frankrijk en Italië als toehoorders aanwezig
waren en die zou beraadslagen over ver
mindering der bewapening ter zee.
Deze vergadering was niet bijeengeroepen
door den Volkenbond, die immers streeft
naar universaliteit, doch door president
Coolidge.
Nadat spr. ook haar mislukking gememo
reerd had, gaf hq een uitvoerig overzicht
van het ter laatste Volkenbondsvèrgadering
verhandelde, waarbq hq er echter op wee^
dat, zoolang de staten nog verkeeren onder
den indruk van vrees, er van werkelijke
ontwapening nog niets komen kan. Elke
peging leidt dan tot teleurstelling.
Er waren echter een aantal moedgevende
feiten, die de overweging rechtvaardigden,
dat hernieuwde bespreking der kwestie nut
zou kunnen hebben. Duitschland was toe
getreden tot den Volkenbond. Op grond van
die redenen heeft de Nederlandsche dele-
gatio gemeend, dat het nut zou hebben een
hcrieuvvde bestudeering aan de Vergadering
vcoi te leggen. De uitkomst heeft de Nederl.
delegatie niet in het ongelijk gesteld. Een
eerste voorwaarde is echter, dat er een
atmosfeer van vertrouwen komt. Maar de
vooruitzichten der Ontwapeningsconferentie
aq:i ongetwqfeld aanmerkelijk verbeterd.
De rede van den Minister werd zeer
toegejuicht.
DE HOLLAND—INDIË-VLUCHT.
De „Postduif" te Karachi
Luitenant Koppen seinde gisternamiddag
uit Karachi aan het Ilaagsche Aneta-kan-
toor:
Wij zijn om 4 uur te Bushire opgestegen
en na een vlucht van 10 uur alhier vlot
geland. Afstand 1830 K.M.
Wij hadden een goede reis en mooi weer.
Er was groote belangstelling op het vlieg
veld.
Heden wordt de reis voortgezet naar
Allahabad.
DE WEGENBELASTING.
Wat de eerste maand opbracht.
Volgens de Septemberaflevering van het
Maandschrift van het Centraal Bureau voor
de Statistiek zqn sinds de invoering van de
wegenbelasting op 1 Mei j.L tot en met
30 Jum 1927 door de ontvangers der directe
belastingen in totaal 99.930 be.astingkaarten
uitgereikt, waarvoor in totaal f4.88b.798.77
aan wegenbelasting werd ontvangen.
Dit aantal wordt hieronder gespecificeerd
naar de verschillende soorten motorrijwielen.
Rqwielen, waarop of waaraan een hulp
motor is aangebracht 543. Motorrijwielen
op twee wielen, geen rijwiel met hulpmotor
zqnde 28.344. Motorrijtuigen op meer
dan twee wielen, geen rqwiel met hulp-
motor zijnde en ingericht voor het vervoer
van niet meer dan 7 personen 44.791; idem
meer dan 7 personen 3023; idem niet in
gericht voor personenvervoer 23.229. Totaal
aantai 99.930.
HET INWERKING-BRENGEN OF HOUDEN
VAN AUTOBUSDIENSTEN.
Een adies aan H. M. de Koningin.
Men schrijft ons:
Sinds de wet van 23 April 1880 gewijzigd
is bij de wet van 30 Juli 1926 is voor het in
werking brengen of houden van een auto
busdienst een concessie noodig.
In de bovengenoemde wet is de bevoegd
heid tot het verleenen dier concessies opge
dragen aan de Gedeputeerde Staten der on
derscheidene provincies. Thans is door ver
schillende provinciale besturen reeds een
zoodanig aantal concessies verleend, dat
door de Ned. Vereeniging van Locaalspoor-
wegen en Tramwegen ernslige vrees wordt
gekoesterd voor de ontwikkeling van het
openbare landelijke vervoer. Immers het in
handen geven van een gedeelte van dat ver
voer aan een groot aantal, over het alge
meen, kleine ondernemingen beteekent een
versnippering welke voor dat vervoer en
dus voor het algemeen belang in de toe
komst slechts oneconomische gevolgen kan
hebben. Het gevaar dat bestaande groote
ondernemingen, welke vooral voor het
massavervoer onontheerlijk zijn, ten slotte
zullen verdwijnen, moet zelfs niet denk
beeldig geacht worden.
Genoemde vereeniging welke zich van dat
gevaar terdege bewust is heeft zich daarom
tol H. M. de Koningin gewend met eon mis
sive waarin zij haar waarschuwende stem
heeft laten hooren, hopende dat door tijdige
maatregelen nog een betere toestand ge
schapen kan worden.
PROVINCIALE WET.
In een Nota naar aanleiding van het ver
slag over het wetsontwerp tot aanvulling
van de Provinciale wet wordt meegedeeld
dal de Minister van Waterstaat de indiening
zal bevorderen van een wetsontwerp lot I
schrapping van art 44 der Walerstaatswet
1900 c.a. indien de in het nieuwe voorge
stelde art. 153 bis der Prov. Wet de daar be
doelde regelingen niet worden beperkt tot
den Waterstaat. In dien zin is het ontwerp
gewijzigd, voorts zijn er enkele redactie-
verbeteringen aangebracht.
HET INKOMEN VAN DEN G.-G.
Ingediend is een wetsontwerp tot nadere
wijziging en verhooging van hoofdstuk II der
Indische Begrooling voor 1927.
De in 1921 tol sland gekomen verhooging
van het ambtelijk jaarlijksche inkomen van
den G.-G. van f 132.000 tot f 180.000, heeft
haar doel gemist, dat de toegedachte meer
dere inkomsten geheel voor belastingen wor
den opgevorderd. Daarom stelt de Minister
van Koloniën voor, over te gaan tot splitsing
van de ambtelijke inkomsten van den G.-G.
in een jaarwedde van f80 000 en een toe
lage voor represenlatiekoslen van f 100.000.
Na aftrek der op de jaarwedde drukkende
belastingen blijft dan ongeveer f 163 000
voor den landvoogd beschikbaar, hetgeen
nagenoeg overeenkomt met de oude jaar
wedde van f 132 000 verhoogd met f 30 000.
De bedoeling is, dezen maatregel te doen
terugwerken tot 1 Januari 1927.
UITVERKQOPEN.
Het bestuur van den Ned. Middenstands
bond, den Ned. R.-K. Middenstandsbond, en
do Ver. van den Chr. Handeldrqvenden en
RECLAME.
9132
Industrieelen Middenstand in Nederland, heb
ben besloten het euvel der ontijdige en zeer
langdurige uitverkoopen, waarover zeer ge
klaagd wordt, in studie te nemen.
Aan den heer K. Meima, voorzitter van
laatstgenoemde organisatie te Sie k. is ver
zocht een rapport te dezer zake samen te
stellen. Dit rapport zal moeten bevatten:
lo. de uitwassen, welke de uitverkoopen in
ons land kenmerken2e. wat in andere
landen daartegen is gedaan. (In Denemarken
bestaan bqv. wettelijke bepalingen op dit
terrein); 3e. voorstellen tot bestrqding van
datgene, wat den reëelen handel schaadt.
De gelegenheid wordt aan elkeen geboden
om aan den rapporteur mededeeling van
bezwaren e. d. te doen.
RHEUMATIEKBESTRIJDING.
Een wetenschappelijk-medische commissie.
De Nederlandsche Vereeniging voor
Rheumatiekbestrijding hield le 's-Graven-
hage een algemeene vergadering, waarin de
voorzitter, dr. N. M. Josephus Jilla, een
overzicht gaf van hetgeen de vereeniging en
haar bestuur sederl de oprichting verleden
jaar hadden verricht. Deze werkzaamheden
hebben in hoofdzaak beslaan uit propa
ganda, waarvoor bovendien een bijzondere
commissie is ingesteld. Het ontwerp-huis-
houdelijk reglement werd goedgekeurd.
Voorts werd prof. mr. M. W. F. Treub tot
eerelid benoemd wegens zijn bijzondere ver
diensten bij de oprichting der vereeniging.
Men is voornemens voor de begrooting
voor 1929 bij de Regeering een subsidie aan
te vragen van 10.000 gulden. Ook werd be
sloten, dat de commissie voor de pers en
propaganda, onder voorzitterschap van prof.
dr. J. G. Sleeswijk, zich in verbinding zal
stellen met een aantal medewerkers in ver
schillende provinciën om propaganda voor
het doel der vereeniging (e maken en te
trachten hel ledental te vergrooten.
Na afloop van deze vergadering had een
bijeenkomst van een aantal belangstellende
geneeskundigen uit het geheele land plaats,
die besloten, zich le conslilueeren tot een
wetenschappelijk-medische commissie ter
bestudeering van het vraagstuk. Van deze
commissie zal prof. Kuenen alhier, de voor
zitter zijn.
STAKING ONDER GARNALENVISSCHERS.
Maandagavond werd in een algemeene
vergadering van de afd. Stellendam van
den Chr. Zeeliedenbond door de garnalen-
visschers besloten tot algemeene staking,
wegens de weigering dooi de garnalcnhan-
delaars om den prijs van 22tot 30 ct. per
K.G. te verhoogen.
Naar men mededeelt, zullen alle vaar
tuigen blijven liggen en de visschers, die te
Stellendam thuis behooren, doch elders vis-
schen. ook naar de haven van Stellendam
terugkeeren.
De gewone audiëntie van den Minister
van Arbeid, Handel en Nijverheid zal op
Donderdag 6 Oct. 1927 niet plaats hebben.
UIT NED. OOST-INDIE.
DE WIJZIGING VAN DE STAATSREGELING
BATAVIA, 4 Oct. (Aneta). Een der
tiental vooraanstaande figuren, o. w. do
heeren mr. L. J. A. Trip, president van
de Javasche Bank, Groskamp, president van
de Factory, Th. C. Sandrock, directeur van
do "Ned. Indische Escc-mpto Mij., S. W.
Zeverqn, lid van de firma Tiedeman en Van
Kerchem, Wouter Cool, voorzitter van de
Ned. Ind. Spoorweg Mq. en G. Otten, hoofd
agent te Batavia van de Java—China—
Japan-lijn, zonden een request aan den Volks
raad met verzoek er bij de regeering met
klem op aan te dringen, do voorgestelde
wijziging van de staatsregeling terug te
nemen, althans wat betreft de nieuwe samen
stelling van den Volksraad.
Adressanten meenen, dat de nieuwe rege-"
ling niet onmiddellijk stelling moet nemen
tegen wat kort geleden door den wetgever,
wèl overwogen en op principieele gronden,
besloten is. Daardoor ontstaat onzekerheid,
terwql verbittering en tweedracht worden
aangewakkerd. Het adres constateert de
huidige sfeer van onrust en de Volksraad
kan en mag niet beraadslagen over een
onderwerp, dat politiek gekleurd is en waar
van zoowel de verwerping als de aanneming
de verhoudingen zal versterken en beroering
wekken.
Handteekeningen zullen op dit adres wor
den ingezameld.
RECLAME.
Zacht van
smaak
BROU»CRlJ O ORANJEBOOM-ROTTERDAM
6183
Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch
van
WALTER BESANT.
door Mej. E. HOOGEWERF.
22)
Men durfde elkaar niet aankijken.
„Die vreemde droom," ging mr Dering
voort, „maakl geen deel uit van die zins
begoocheling, ofschoon hij er wel verband
mee schijnt te houden En gelijk ik zei
meestal komt die in den avond. Onlangs
echter op den middag; ik geloof, dat ik op
mijn kantoor in slaap viel.
„Heb je mij in slaap gevonden, Checkley?
Het was Vrijdag?"
„Neen Vrijdag is u uitgegaan."
„Nu. dan toen ik terugkwam; ik was
heelemaal vergelen, dat ik uitging, zie je.
Maar deze sleeds-terugkeerende droom
opent een wereld van nieuwe ideeën en din
gen, die naar ik merk. als ik wakker ben
geheel onwerkelijkheid en bedriegelijk zijn
Toch doen ze aangenaam aan Ik zie mij
zelve, zooals ik reed? zei. geluk versprei
dende mei open handen De wereld, die
zoo gelukkig wordt gemaakt, beslaat geheel
uit armen Ongezipn. beweeg ik mij in hun
midden Ik luister naar hen. ik zie, wat zij
doen. en ik hoor wat zij zeggen. Let wel.
dil alles lijkt mij even waar, of hel werke
lijk gebpurd is Hef vervuil mij met bewon
dering voor den gezpgenden staat van arm
le zijn. In mijn droom beklaag ik de rijken
van ganscher harle. Om rijk te worden,
denk ik. in dezen droom, moeten ze zoo vele
teleurstellingen hebben doorgemaakt."
„BroederI Broeder!"
Sir Samuel hield beide handen op, met
een manend gebaar.
„In mijn droom enkel in mijn droom!
De vriendelijke glimlach verdween van
zijn gelaat; hij werd weer ernstig en zwaar
wichtig en met zijn spraakzaamheid was
het ook gedaan, voor de rest van den avond.
...Checkley" het was op den drempel,
dat sir Samuel even wachtte op zijn vrouw,
die nog een paar lieftalligheden zei tot haar
zuster. ..wat kan mijn broer vanavond
toch bezield hebben?"
„Ik weet het waarlijk niet. sir Samuel.
Ik heb hem nog nooit zoo hooren spreken.
Ik denk. dat er inwendig iets niet goed is
bij hem en dat hem dat in het hoofd ge
slagen is."
„Practische weldadigheid 1 Heb je hem in
den laatsten tijd ook over iets hooren
klagen?"
„Neen. sir Samuel. Hij klaagt nooit. Hij
eet goed en hij werkt, zooals hij altijd heeft
gewerkt. Wei-doen.. En de zegen van
arm-zijn! Nu sir Samuel, ik heb zelve
dien zegen genoten en ik weet wat het zeg
gen will Een gewoon prediker mag nu
zulken onzin verkoopen maar uw bekwame
broer sir Samuel dat die nu zulk een
dwaasheid verkondigt neem me niet
kwalijk, dal ik dp woorden van mijn ge
leerden en geëerbiedigden chef zoo noem,
sir Samuel. dat is toch verbazingwek
kend!"
„Hij zei. dat het een droom was, weel je
wel? Maar ik ben het met je eens. Check
ley. dat het verbazingwekkend klinktl"
„De zegen van arm te zijnl En dat onder
het genot van zulk een glas porti Ik dacht,
dat ik van mijn stoel zou rollen. Ja waar
lijk I Maar hier is uw echtgenoote, sir
Samuel."
„Elsie," zei mrs. Arundel, in het rijtuig,
,.ik geloof, dat het hoog tijd werd. dat mr.
Dering een deelgenoot nam. Hij droomt van
„practische weldadigheid".
HOOFDSTUK IX.
Voor de poorten van het Paradijs.
Vele vrouwen hebben de leer verkondigd,
dat het de gelukkigste tijd van haar leven
was, die van haar engagement. En dit is
van haar standpunt uit dan ook zeer
goed te begrijpen, daar zij immers zoo graag
het hof worden gemaakt.
Elsie waren een heelen tijd zooveel be
zwaren in den weg gelegd, dat haar veel
van het genot bedorven was; tot alle
moeilijkheden verdwenen waren als sneeuw
voor de zon Haar moeders gelaat, dat eerst
als een aanklacht had gestaan, straalde nu
van voldoening en moederlijken trots. En
Hilda gaf een groot diner, ter officieele vie
ring van de opname van haar zwager in
den familiekring, en ze gaf ook een baL
waarop zij zelve de schoonste vrouw was.
Den heelen avond stond ze als een stand
beeld op één plaats waar haar plastische
schoonheid op z'n voordeeligsl uitkwam;
en Elsie was hel aardigste jongemeisje van
het bal. Zij had al lijd veel vrienden en
vriendinnen bezeten maar nu telde zij ze
wel bij hondprden! Ze ontving gelukwen-
schen, ze werd gevierd en gevleid, dat
menig ander het hoofd op hol zou zijn ge
bracht.
En het huis van haar moeder, dat vele
jaren zoo saai en verlaten was geweest,
werd nu druk bezocht, lederen avond kwa
men er veel jongelui. Want George- had ge
noeg vrienden. Hij was gezellig van natuur,
en biljarten, jagen en visschen, het ging
hem alles even gemakkelijk af en dit
zijn bejewaamheden. die de vriendschap
zoo goed onderhouden.
Wel zes liefdesgeschiedenissen ontwik
kelden zich naar aanleiding van die eene,
alle even belangwekkend, als iemand maar
de moeite had genomen, om ze op te schrij
ven. Drie weken lang ging dit zoo door.
Het gelukkige paar zou half Augustus
trouwen. Hun wittebroodsweken zouden ze
in Frankrijk doorbrengen, eerst een paar
dagen in Parijs blijven en dan de streek
langs de Loire bezoeken. En, tegen dat ze
dan terugkwamen, zouden ze een mooie flat
betrekken, met alle denkbare gerieflijk
heden, een lift en ruime vertrékken, want
ze' zouden dikwijls diners hebben te geven,
of recepties. De bedienden waren ook aan
genomen. lederen dag ging Elsie naar haar
nieuw tehuis, om het oog te houden op heel
de inrichting. Wal had zij het druk!....
En dan haar uitzeil Êen ieder weet toch
wel de zorg. die daaraan altijd wordt be
steed!
Vier weken duurde dit geluk zoo voort.
Toe-n George haar eens op een avond
verliet, ging hij Athelstan opzoeken.
„Zoo." begon de aanstaande zwager,
I „ben jij daar. Ga zitten en neem een sigaar.
Nu kan je het samen héél goed hebben, is
't niet? Elsie's bescheiden fortuin zal best
een beetje helpen?"
„Nu, dat geloof ik ook!"
uIk ben heel blij, dat het kind dat gei-
lukje had! Wie zou haar toch dat geld ge
geven hebben? O, er zit geld genoeg onder
de Arundels, daar kan je we zeker van
zijn. De meesten van ons hebben aanleg
voor geld-maken. Al9 wij maar ergens,
midden in de City tusschen veel menschen
zitten, dan kan je er van op aan. dat wij
binnen zeer afzienbaar tijdsverloop den in
houd van hun zakken in de onze weten,
over le pakken."
„Maar nu moet dien ouden wrok toch op
geven, Athelstan! Keer terug tot je eigen
familie en kom op onze-- bruiloft?"
„Dat kan ik onmogelijk, tenzij je mij
vertelt-, wie dien wissel vervalschte. Hoe
kan ik nu terugkeeren ondere de menschen
die mij nog altijd schuldig achten? Als je
getrouwd bent kan ik Elsie vrij komen op-
zoeken. Je hebt niemand toch gesproken
over mijn terugkomst?"
„Zeker niet. Niemand, die er eenig ver
moeden van heeft, niemand praat of denkt
over je."
Athelstan lachte.
„Dat is niet bepaald een complement,
zeg Moet ik er mij over verheugen, of niet,
dat ik zoo geheel vergelen ben?"
„Je bent in het geheel niet vergeten,
maar alleen ze spreken niet over je."
„Nu George dil zullen we ook maar ver
der laten rusten Ik ben blij. dat je van
avond gekomen bent, want ik heb den
commissionnair gevonden die den wissel
aan de Bank geïnd heeft."
„Na al die jaren?"
(Wordt vervolgd).