WIEIS EDMUND GRAY? HEBT ÖU ÉÉN VAN DUE REEPEN NOG NIET GEPROEFD $vamjehoo^ 68ate Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 5 October 1927 Tweede Blad No. 20723 BINNENLAND. DORTMUNDER FE HOOGE RAAD TAN ARBEID. Vaststelling der adviezen Win kelsluitingswet, werktijdenbe sluit en verplegingsbesluit. De Hooge Raad van Arbeid heeft onder leiding van den Minister van Arbeid, Han del en Nijverheid zijn adviezen vastge steld omtTent de voorontwerpen van een Winkelsluitingswet, een werktijdenbesluit voor winkels en een verplegingsbesluit, die bij dat college aanhangig waren gemaakt. In een uitvoerige discussie omtrent de beide eerstgenoemde voorontwerpen bleek, dat enkele leden van oordeel waren, dat het in verband met de hjudige omstandig heden niet gewenscht is verdere stappen te doen tot het invoeireii van die beide voorontwerpen en dat daarvoor een meer geschikt tijdstip zou dienen te worden af- gewaeht. Een groote meerderheid in den Raad vond echter geen aanleiding den minister te adviseeren op grond van de huidige om standigheden de regeling van deze materie te laten rusten. De leden, die deze meerderheid vormen, waren integendeel van oordeel, dat het alleszins wenschelijk is, dat de overheid thans de regeling van deze materie ter hand neemt. De Raad sprak bovendien unaniem als zijn meening uit, dat het in bet algemecu gewenscht zou zijn, dat gelijktijdig met de invoering van het Werktijdenbesluit voor winkels de Winkelsluitingswet in werking zou treden. Een meerderheid in den Raad (1811 achtte drie koppeling zelfs in dien zin noodzakelijk, dat zij van oordeel is, dat het Werktijdenbesluit niet behoort te wor den ingevoerd, zoolang de Winkelsluitings wet niet in werking treedt. Een minder heid in den Raad was daarentegen van mee ning, dat de invoering van een Werktijden besluit voor winkels zoo urgent is, dat die invoering niet op het tot stand komen van een Winkelsluitingswet behoort te wach ten. Voorts gaf een groote meerderheid in den Raad den minister in overweging in het voorontwerp van de Winkelsluitingswet een uitzondering op te nemen voor win kels waar uitsluitend of althans in hoofd zaak brood, gebak, suikerwerk en choco lade verkocht wordt, doth uitsluitend voor den verkoop van deze waren. Deze uitzondering zou echter niet voor den geheelen Zondag daenen te gelden, doch slechts voor eenige uren ter keuze van den winkelier. Het werd aannemelijk geacht, dat het publiek zich dan aan deze gewijzigde omstandigheden zou weten aan te passen. Bij de bespreking van het voorontwerp van een werktijdenbesluit voor winkels bleek een meerderheid in den Raad (15-12) zich met de in dat voorontwerp voorge stelde regeling, bevattende een 9-urigen arbeidsdag en een 50-urige arbeidsweek, te kunnen vereenigen. Eenge dezer leden oor deelden zelfs een 49-urige arbeidsweek ge wenscht. Een vrij groote minderheid in den Raad achtte daarentegen een verlen ging van de genoemde werktijden tot 10 uur per dag en 55 uur per week noodza kelijk. Het voorontwerp van een verplegings besluit gaf den Raad niet tot bijzondere opmerkingen aanleiding. MINISTER BEELAERTS VAN BLOKLAND AAN HET WOORD. Het noenmaal van den Nederl. J onmalistenkring. Gistermiddag heeft in het hotel Paulez, te Den Haag een noenmaal plaats gehad, dat het bestuur van den Nederlandsen en Journalistenkring aanbood aan den Minister van Buitenlandsche Zaken jhr. rar. F. Bee- laerts van Blokland, vertegenwoordiger van Nederland in den Raad van den Volkenbond. Tot de deelnemers van het noenmaal be hoorden in de eerste plaats het dagelijkseh bestuur van den Journalistenkring, de nee- ren D. Hans, voorzitter, Henri Dekking, vice-voorzilter, en W. N. v. d. Hout, secre taris, de bestuursleden de heeren D. Kouwe- naai en G. Polak Daniels. Voorts de cere- voorzitter, mr. L. J. Plemp van Duiveland, en het eerelid P. A. Haaxman Jr. Bq het begin van den maaltqd uitte de heei D. Hans, voorzitter van den Jourat listenkring tegenover den Minister zqn vreugde dezen als gast welkom te mogen heeten. Tqdens den maaltijd voerde de Ministei van Buitenlandsche Zaken, jhr. mr. Beelaerts van Blokland, het woord. Spr. dankte voor de vriendelijke woorden, waarmee de voor zitter hem had verwelkomd. De uitnoodiging om als gast aan dit noenmaal aan te zitten, had hij bijzonder gewaardeerd. Wanneer spr. aan de achtste vergadering van den Volkenbond te Genève denkt, wil hq zich beperken tot de groote kwestie, die zoo veler hoofd en hart bezighoudt: de kwestie der ontwapening. Ontwapening is een verkorte en niet geheel juiste term. Wanneer men er onder zou willen verstaan liet ter zqde leggen van alle bewapening, dan moet men er zich rekenschap van geven, dat daaraan de eerstvolgende generaties nog niet zullen kunnen denken. Ontwapening dient men te begrqpen als beperking van bewapening en als men iets verder wil gaan als vermindering van bewapening. De kwestie is neergelegd in art. 8 van het Volkenbondsverdrag, f/aarin de leden erkennen, dat het behoud van den vrede vermindering der bewapening ebcht tot het minimum, dat is overeen te brengen met de veiligheid Vermindering der bewapening is een levenskwestie voor den Volkenbond; wanneer hq nalatig zou zqn in het nastreven daarvan zou de Volkenbond een groot deel van zqn beteekenis verliezen, wanneer wij terugkeerden tot den wedloop in bewapening, die van vermindering het onvermqdelqk ge volg is, dan zou de Volkenbond ons niets te zeggen hebben. De voorbereidende Ontwapeningscommissie onder voorzitterschap van den heer Loudon, waaraan de Nederlandsche delegatie, onder leiding van den heer Rutgers, deelnam, heeft me+ grooten qver gewerkt, nochtans waren de resultaten van haar arbeid droevig. Eind April is zq uiteen gegaan; er was gebleken van groot meeningsverschil en de commissie zou later weer bqeen komen. Daarna is samengekomen In Genève een vergadering van afgevaardigden der groote zeemogendheden: Amerika, Engeland, Japan, in welke vergadering afgevaardigden van Frankrijk en Italië als toehoorders aanwezig waren en die zou beraadslagen over ver mindering der bewapening ter zee. Deze vergadering was niet bijeengeroepen door den Volkenbond, die immers streeft naar universaliteit, doch door president Coolidge. Nadat spr. ook haar mislukking gememo reerd had, gaf hq een uitvoerig overzicht van het ter laatste Volkenbondsvèrgadering verhandelde, waarbq hq er echter op wee^ dat, zoolang de staten nog verkeeren onder den indruk van vrees, er van werkelijke ontwapening nog niets komen kan. Elke peging leidt dan tot teleurstelling. Er waren echter een aantal moedgevende feiten, die de overweging rechtvaardigden, dat hernieuwde bespreking der kwestie nut zou kunnen hebben. Duitschland was toe getreden tot den Volkenbond. Op grond van die redenen heeft de Nederlandsche dele- gatio gemeend, dat het nut zou hebben een hcrieuvvde bestudeering aan de Vergadering vcoi te leggen. De uitkomst heeft de Nederl. delegatie niet in het ongelijk gesteld. Een eerste voorwaarde is echter, dat er een atmosfeer van vertrouwen komt. Maar de vooruitzichten der Ontwapeningsconferentie aq:i ongetwqfeld aanmerkelijk verbeterd. De rede van den Minister werd zeer toegejuicht. DE HOLLAND—INDIË-VLUCHT. De „Postduif" te Karachi Luitenant Koppen seinde gisternamiddag uit Karachi aan het Ilaagsche Aneta-kan- toor: Wij zijn om 4 uur te Bushire opgestegen en na een vlucht van 10 uur alhier vlot geland. Afstand 1830 K.M. Wij hadden een goede reis en mooi weer. Er was groote belangstelling op het vlieg veld. Heden wordt de reis voortgezet naar Allahabad. DE WEGENBELASTING. Wat de eerste maand opbracht. Volgens de Septemberaflevering van het Maandschrift van het Centraal Bureau voor de Statistiek zqn sinds de invoering van de wegenbelasting op 1 Mei j.L tot en met 30 Jum 1927 door de ontvangers der directe belastingen in totaal 99.930 be.astingkaarten uitgereikt, waarvoor in totaal f4.88b.798.77 aan wegenbelasting werd ontvangen. Dit aantal wordt hieronder gespecificeerd naar de verschillende soorten motorrijwielen. Rqwielen, waarop of waaraan een hulp motor is aangebracht 543. Motorrijwielen op twee wielen, geen rijwiel met hulpmotor zqnde 28.344. Motorrijtuigen op meer dan twee wielen, geen rqwiel met hulp- motor zijnde en ingericht voor het vervoer van niet meer dan 7 personen 44.791; idem meer dan 7 personen 3023; idem niet in gericht voor personenvervoer 23.229. Totaal aantai 99.930. HET INWERKING-BRENGEN OF HOUDEN VAN AUTOBUSDIENSTEN. Een adies aan H. M. de Koningin. Men schrijft ons: Sinds de wet van 23 April 1880 gewijzigd is bij de wet van 30 Juli 1926 is voor het in werking brengen of houden van een auto busdienst een concessie noodig. In de bovengenoemde wet is de bevoegd heid tot het verleenen dier concessies opge dragen aan de Gedeputeerde Staten der on derscheidene provincies. Thans is door ver schillende provinciale besturen reeds een zoodanig aantal concessies verleend, dat door de Ned. Vereeniging van Locaalspoor- wegen en Tramwegen ernslige vrees wordt gekoesterd voor de ontwikkeling van het openbare landelijke vervoer. Immers het in handen geven van een gedeelte van dat ver voer aan een groot aantal, over het alge meen, kleine ondernemingen beteekent een versnippering welke voor dat vervoer en dus voor het algemeen belang in de toe komst slechts oneconomische gevolgen kan hebben. Het gevaar dat bestaande groote ondernemingen, welke vooral voor het massavervoer onontheerlijk zijn, ten slotte zullen verdwijnen, moet zelfs niet denk beeldig geacht worden. Genoemde vereeniging welke zich van dat gevaar terdege bewust is heeft zich daarom tol H. M. de Koningin gewend met eon mis sive waarin zij haar waarschuwende stem heeft laten hooren, hopende dat door tijdige maatregelen nog een betere toestand ge schapen kan worden. PROVINCIALE WET. In een Nota naar aanleiding van het ver slag over het wetsontwerp tot aanvulling van de Provinciale wet wordt meegedeeld dal de Minister van Waterstaat de indiening zal bevorderen van een wetsontwerp lot I schrapping van art 44 der Walerstaatswet 1900 c.a. indien de in het nieuwe voorge stelde art. 153 bis der Prov. Wet de daar be doelde regelingen niet worden beperkt tot den Waterstaat. In dien zin is het ontwerp gewijzigd, voorts zijn er enkele redactie- verbeteringen aangebracht. HET INKOMEN VAN DEN G.-G. Ingediend is een wetsontwerp tot nadere wijziging en verhooging van hoofdstuk II der Indische Begrooling voor 1927. De in 1921 tol sland gekomen verhooging van het ambtelijk jaarlijksche inkomen van den G.-G. van f 132.000 tot f 180.000, heeft haar doel gemist, dat de toegedachte meer dere inkomsten geheel voor belastingen wor den opgevorderd. Daarom stelt de Minister van Koloniën voor, over te gaan tot splitsing van de ambtelijke inkomsten van den G.-G. in een jaarwedde van f80 000 en een toe lage voor represenlatiekoslen van f 100.000. Na aftrek der op de jaarwedde drukkende belastingen blijft dan ongeveer f 163 000 voor den landvoogd beschikbaar, hetgeen nagenoeg overeenkomt met de oude jaar wedde van f 132 000 verhoogd met f 30 000. De bedoeling is, dezen maatregel te doen terugwerken tot 1 Januari 1927. UITVERKQOPEN. Het bestuur van den Ned. Middenstands bond, den Ned. R.-K. Middenstandsbond, en do Ver. van den Chr. Handeldrqvenden en RECLAME. 9132 Industrieelen Middenstand in Nederland, heb ben besloten het euvel der ontijdige en zeer langdurige uitverkoopen, waarover zeer ge klaagd wordt, in studie te nemen. Aan den heer K. Meima, voorzitter van laatstgenoemde organisatie te Sie k. is ver zocht een rapport te dezer zake samen te stellen. Dit rapport zal moeten bevatten: lo. de uitwassen, welke de uitverkoopen in ons land kenmerken2e. wat in andere landen daartegen is gedaan. (In Denemarken bestaan bqv. wettelijke bepalingen op dit terrein); 3e. voorstellen tot bestrqding van datgene, wat den reëelen handel schaadt. De gelegenheid wordt aan elkeen geboden om aan den rapporteur mededeeling van bezwaren e. d. te doen. RHEUMATIEKBESTRIJDING. Een wetenschappelijk-medische commissie. De Nederlandsche Vereeniging voor Rheumatiekbestrijding hield le 's-Graven- hage een algemeene vergadering, waarin de voorzitter, dr. N. M. Josephus Jilla, een overzicht gaf van hetgeen de vereeniging en haar bestuur sederl de oprichting verleden jaar hadden verricht. Deze werkzaamheden hebben in hoofdzaak beslaan uit propa ganda, waarvoor bovendien een bijzondere commissie is ingesteld. Het ontwerp-huis- houdelijk reglement werd goedgekeurd. Voorts werd prof. mr. M. W. F. Treub tot eerelid benoemd wegens zijn bijzondere ver diensten bij de oprichting der vereeniging. Men is voornemens voor de begrooting voor 1929 bij de Regeering een subsidie aan te vragen van 10.000 gulden. Ook werd be sloten, dat de commissie voor de pers en propaganda, onder voorzitterschap van prof. dr. J. G. Sleeswijk, zich in verbinding zal stellen met een aantal medewerkers in ver schillende provinciën om propaganda voor het doel der vereeniging (e maken en te trachten hel ledental te vergrooten. Na afloop van deze vergadering had een bijeenkomst van een aantal belangstellende geneeskundigen uit het geheele land plaats, die besloten, zich le conslilueeren tot een wetenschappelijk-medische commissie ter bestudeering van het vraagstuk. Van deze commissie zal prof. Kuenen alhier, de voor zitter zijn. STAKING ONDER GARNALENVISSCHERS. Maandagavond werd in een algemeene vergadering van de afd. Stellendam van den Chr. Zeeliedenbond door de garnalen- visschers besloten tot algemeene staking, wegens de weigering dooi de garnalcnhan- delaars om den prijs van 22tot 30 ct. per K.G. te verhoogen. Naar men mededeelt, zullen alle vaar tuigen blijven liggen en de visschers, die te Stellendam thuis behooren, doch elders vis- schen. ook naar de haven van Stellendam terugkeeren. De gewone audiëntie van den Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid zal op Donderdag 6 Oct. 1927 niet plaats hebben. UIT NED. OOST-INDIE. DE WIJZIGING VAN DE STAATSREGELING BATAVIA, 4 Oct. (Aneta). Een der tiental vooraanstaande figuren, o. w. do heeren mr. L. J. A. Trip, president van de Javasche Bank, Groskamp, president van de Factory, Th. C. Sandrock, directeur van do "Ned. Indische Escc-mpto Mij., S. W. Zeverqn, lid van de firma Tiedeman en Van Kerchem, Wouter Cool, voorzitter van de Ned. Ind. Spoorweg Mq. en G. Otten, hoofd agent te Batavia van de Java—China— Japan-lijn, zonden een request aan den Volks raad met verzoek er bij de regeering met klem op aan te dringen, do voorgestelde wijziging van de staatsregeling terug te nemen, althans wat betreft de nieuwe samen stelling van den Volksraad. Adressanten meenen, dat de nieuwe rege-" ling niet onmiddellijk stelling moet nemen tegen wat kort geleden door den wetgever, wèl overwogen en op principieele gronden, besloten is. Daardoor ontstaat onzekerheid, terwql verbittering en tweedracht worden aangewakkerd. Het adres constateert de huidige sfeer van onrust en de Volksraad kan en mag niet beraadslagen over een onderwerp, dat politiek gekleurd is en waar van zoowel de verwerping als de aanneming de verhoudingen zal versterken en beroering wekken. Handteekeningen zullen op dit adres wor den ingezameld. RECLAME. Zacht van smaak BROU»CRlJ O ORANJEBOOM-ROTTERDAM 6183 Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch van WALTER BESANT. door Mej. E. HOOGEWERF. 22) Men durfde elkaar niet aankijken. „Die vreemde droom," ging mr Dering voort, „maakl geen deel uit van die zins begoocheling, ofschoon hij er wel verband mee schijnt te houden En gelijk ik zei meestal komt die in den avond. Onlangs echter op den middag; ik geloof, dat ik op mijn kantoor in slaap viel. „Heb je mij in slaap gevonden, Checkley? Het was Vrijdag?" „Neen Vrijdag is u uitgegaan." „Nu. dan toen ik terugkwam; ik was heelemaal vergelen, dat ik uitging, zie je. Maar deze sleeds-terugkeerende droom opent een wereld van nieuwe ideeën en din gen, die naar ik merk. als ik wakker ben geheel onwerkelijkheid en bedriegelijk zijn Toch doen ze aangenaam aan Ik zie mij zelve, zooals ik reed? zei. geluk versprei dende mei open handen De wereld, die zoo gelukkig wordt gemaakt, beslaat geheel uit armen Ongezipn. beweeg ik mij in hun midden Ik luister naar hen. ik zie, wat zij doen. en ik hoor wat zij zeggen. Let wel. dil alles lijkt mij even waar, of hel werke lijk gebpurd is Hef vervuil mij met bewon dering voor den gezpgenden staat van arm le zijn. In mijn droom beklaag ik de rijken van ganscher harle. Om rijk te worden, denk ik. in dezen droom, moeten ze zoo vele teleurstellingen hebben doorgemaakt." „BroederI Broeder!" Sir Samuel hield beide handen op, met een manend gebaar. „In mijn droom enkel in mijn droom! De vriendelijke glimlach verdween van zijn gelaat; hij werd weer ernstig en zwaar wichtig en met zijn spraakzaamheid was het ook gedaan, voor de rest van den avond. ...Checkley" het was op den drempel, dat sir Samuel even wachtte op zijn vrouw, die nog een paar lieftalligheden zei tot haar zuster. ..wat kan mijn broer vanavond toch bezield hebben?" „Ik weet het waarlijk niet. sir Samuel. Ik heb hem nog nooit zoo hooren spreken. Ik denk. dat er inwendig iets niet goed is bij hem en dat hem dat in het hoofd ge slagen is." „Practische weldadigheid 1 Heb je hem in den laatsten tijd ook over iets hooren klagen?" „Neen. sir Samuel. Hij klaagt nooit. Hij eet goed en hij werkt, zooals hij altijd heeft gewerkt. Wei-doen.. En de zegen van arm-zijn! Nu sir Samuel, ik heb zelve dien zegen genoten en ik weet wat het zeg gen will Een gewoon prediker mag nu zulken onzin verkoopen maar uw bekwame broer sir Samuel dat die nu zulk een dwaasheid verkondigt neem me niet kwalijk, dal ik dp woorden van mijn ge leerden en geëerbiedigden chef zoo noem, sir Samuel. dat is toch verbazingwek kend!" „Hij zei. dat het een droom was, weel je wel? Maar ik ben het met je eens. Check ley. dat het verbazingwekkend klinktl" „De zegen van arm te zijnl En dat onder het genot van zulk een glas porti Ik dacht, dat ik van mijn stoel zou rollen. Ja waar lijk I Maar hier is uw echtgenoote, sir Samuel." „Elsie," zei mrs. Arundel, in het rijtuig, ,.ik geloof, dat het hoog tijd werd. dat mr. Dering een deelgenoot nam. Hij droomt van „practische weldadigheid". HOOFDSTUK IX. Voor de poorten van het Paradijs. Vele vrouwen hebben de leer verkondigd, dat het de gelukkigste tijd van haar leven was, die van haar engagement. En dit is van haar standpunt uit dan ook zeer goed te begrijpen, daar zij immers zoo graag het hof worden gemaakt. Elsie waren een heelen tijd zooveel be zwaren in den weg gelegd, dat haar veel van het genot bedorven was; tot alle moeilijkheden verdwenen waren als sneeuw voor de zon Haar moeders gelaat, dat eerst als een aanklacht had gestaan, straalde nu van voldoening en moederlijken trots. En Hilda gaf een groot diner, ter officieele vie ring van de opname van haar zwager in den familiekring, en ze gaf ook een baL waarop zij zelve de schoonste vrouw was. Den heelen avond stond ze als een stand beeld op één plaats waar haar plastische schoonheid op z'n voordeeligsl uitkwam; en Elsie was hel aardigste jongemeisje van het bal. Zij had al lijd veel vrienden en vriendinnen bezeten maar nu telde zij ze wel bij hondprden! Ze ontving gelukwen- schen, ze werd gevierd en gevleid, dat menig ander het hoofd op hol zou zijn ge bracht. En het huis van haar moeder, dat vele jaren zoo saai en verlaten was geweest, werd nu druk bezocht, lederen avond kwa men er veel jongelui. Want George- had ge noeg vrienden. Hij was gezellig van natuur, en biljarten, jagen en visschen, het ging hem alles even gemakkelijk af en dit zijn bejewaamheden. die de vriendschap zoo goed onderhouden. Wel zes liefdesgeschiedenissen ontwik kelden zich naar aanleiding van die eene, alle even belangwekkend, als iemand maar de moeite had genomen, om ze op te schrij ven. Drie weken lang ging dit zoo door. Het gelukkige paar zou half Augustus trouwen. Hun wittebroodsweken zouden ze in Frankrijk doorbrengen, eerst een paar dagen in Parijs blijven en dan de streek langs de Loire bezoeken. En, tegen dat ze dan terugkwamen, zouden ze een mooie flat betrekken, met alle denkbare gerieflijk heden, een lift en ruime vertrékken, want ze' zouden dikwijls diners hebben te geven, of recepties. De bedienden waren ook aan genomen. lederen dag ging Elsie naar haar nieuw tehuis, om het oog te houden op heel de inrichting. Wal had zij het druk!.... En dan haar uitzeil Êen ieder weet toch wel de zorg. die daaraan altijd wordt be steed! Vier weken duurde dit geluk zoo voort. Toe-n George haar eens op een avond verliet, ging hij Athelstan opzoeken. „Zoo." begon de aanstaande zwager, I „ben jij daar. Ga zitten en neem een sigaar. Nu kan je het samen héél goed hebben, is 't niet? Elsie's bescheiden fortuin zal best een beetje helpen?" „Nu, dat geloof ik ook!" uIk ben heel blij, dat het kind dat gei- lukje had! Wie zou haar toch dat geld ge geven hebben? O, er zit geld genoeg onder de Arundels, daar kan je we zeker van zijn. De meesten van ons hebben aanleg voor geld-maken. Al9 wij maar ergens, midden in de City tusschen veel menschen zitten, dan kan je er van op aan. dat wij binnen zeer afzienbaar tijdsverloop den in houd van hun zakken in de onze weten, over le pakken." „Maar nu moet dien ouden wrok toch op geven, Athelstan! Keer terug tot je eigen familie en kom op onze-- bruiloft?" „Dat kan ik onmogelijk, tenzij je mij vertelt-, wie dien wissel vervalschte. Hoe kan ik nu terugkeeren ondere de menschen die mij nog altijd schuldig achten? Als je getrouwd bent kan ik Elsie vrij komen op- zoeken. Je hebt niemand toch gesproken over mijn terugkomst?" „Zeker niet. Niemand, die er eenig ver moeden van heeft, niemand praat of denkt over je." Athelstan lachte. „Dat is niet bepaald een complement, zeg Moet ik er mij over verheugen, of niet, dat ik zoo geheel vergelen ben?" „Je bent in het geheel niet vergeten, maar alleen ze spreken niet over je." „Nu George dil zullen we ook maar ver der laten rusten Ik ben blij. dat je van avond gekomen bent, want ik heb den commissionnair gevonden die den wissel aan de Bank geïnd heeft." „Na al die jaren?" (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 5