WIE IS EDMUND GRAY? i 68slA Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 23 September 1927 Tweede Blad No. 20714 BINNENLAND. in den rug Kloosterbalsem FEUILLETON. DE REGELING VAN HET RADIO VERKEER. Eet voorloopig verslag der Tweede Kamer. - Wijziging telegraaf- en telefoonnet. Verschenen is het voorloopig verslag over het wetsontwerp tot aanvulling en wijziging van de telegraaf- en telefoonwet 1904, zoo als deze laatstelijk is aangevuld en gewij zigd bij de wet van 31 Mei 1923. Algemeen was de indiening van een wets ontwerp tot regeling van de in het wets voorstel behandelde materie met instem ming gezien. Het stelsel, waarop de voorge stelde regeling is gebouwd, vond intusschen bij een aantal leden bestrijding. Vooreerst werd èrop gewezen, dat het ontwerp zich eigenlijk tot een louter formeele regeling van het onderwerp bepaalt en de vaststelling van den inhoud der krachtens deze wet uit te vaardigen voorschriften nagenoeg geheel overlaat aan de inzichten van de Kroon. Deze leden hadden er bezwaar tegen, dat bij alg. maatregel van bestuur regelen zul len worden gesteld,omtrent den inhoud van de gedachtenuitingen door middel van den radio-omroep en een controle der regeering daarop zal worden ingesteld. Voor zoover er behoefte blijkt te bestaan aan controle, be hoort die in de wet geregeld te worden. De thans ingeslagen weg kan leiden tot regee- ringscensuur. Deze leden achtten het ook een bezwaar, dat de regeering hetgeen in de practijk zal beteekenen de dienst der P. en T. zal uitmaken, wie wel of niet zal mogen uitzenden. Ook een belastingheffing dient op wettelijke basis te rusten en niet aan het goedvinden der administratie te worden overgelaten. Andere leden deelden deze bezwaren, al ferkenden zij, dat een in onderdeelen treden de wettelijke regeling van het radioverkeer nog niet mogelijk is. Dit kan echter geen beletsel zijn, in de wet reeds nu eenige nor men aan te geven, waar binnen de uit te .vaardigen algemeene maatregel van bestuur zich zal moeten bewegen. Hiertegenover werd opgemerkt, dat in het tegenwoordige stadium van ontwikkeling van het radioverkeer, de wet zich wel tot het aangeven van de groote lijnen moet be palen en veel moet overlaten aan de uitvoe rende macht. Het is immers niet wensche- lijk, dat een wet binnen korten tijd her haaldelijk moet gewijzigd worden. Men woeg wat de bedoeling van de re- jgeering- ie ten aanzien van de retributie- heffing. Men had vernomen, dat de regee ring voornemens is van iederen radio-be zitter 10 gulden te heffen, onverschillig hoe sterk het toestel is. Dit achten vele leden ontoelaatbaar. Er dient rekening mede te worden gehouden, dat er verschil is tusschen een toestel, waarmede letterlijk alles op volmaakte wijze kan worden opge vangen en een ander, dat door een arbei der in zijn vrijen tijd met zeer gebrekkige hulpmiddelen in elkaar is gezet. Naair de meening van andere leden be hoort d'e wet leiding te geven ten einde te voorkomen, dat door het optreden van het steeds toenemend aantal uitzendver- eenigingen een betreurenswaardige split sing op dit gebied in ons volk ontstaat. Naar de meening dezer leden diende de radio-omroep te worden gecentraliseerd in den vorm van een Staatsbedrijf. Door het Staatsbedrijf zou ten behoeve van alle aan geslotenen een radio-omroep moeten wor den geëxploiteerd, waarvan de program ma's door een uit een door de luisteraars benoemde commissie in overleg met den directeur van "het Staatsbedrijf zouden moe ten worden vastgesteld zoodanig, dat met de wenschen en stroomingen van allen zoo veel mogelijk rekening zou worden gehou den. Gevraagd word of de regeering niet een regeling in dezen geëst zou willen bevor deren.- Verscheidene andere leden verklaarden, ttat een zoodanig regeling hun -instem ming niet had. Zij wenschten op dit ge bied geen Staatsmonopolie. Het uitzenden door verschillende groepen sluit ook geens zins een alomvattende organisatie van Staatswege uit. BESCHERMING DER INDUSTRIE. Dubbel tarief In voorbereiding? Naar „De Maasbode" verneemt, worden binnen eenige dagen van de regeering voor stellen verwacht tot eteun en bescherming onzer industrie, in het bijzonder voor de keramische industrie en de lijm- en gelatine- fabrieken. Voor deze laatste zal dit o. m. bestaan in een uitvoerverbod van beenderen. Bovendien kan het blad, als gevolg van inlichtingen van de meest bevoegde zgde, thans mededeelen, dat de raadselachtige passage in de Troonrede geen andore be- teekenis geeft, dan dat een dubbel tarief in voorbereiding is. RADIO-TELEFONIE MET INDIfi VAN KOOTWIJK UIT. Een belangrijke stap verder. De radiotelefonische verbinding met Indië is weer een belangrijke stap gevorderd. Gistermiddag 6 uur is het n.L gelukt om ook met den door den Rrjksradiodienst zelf gebouwden korte golfzender te Kootwijk een zeer goed geslaagd kruisgesprek met Bandoeng te voeren. Ook dit gesprek werd gevoerd door middel van een gewoon abonnements-telefoontoestel, dat zich bevond in de woning van den hoofdingenieur der Telegrafie, den heer SBL J. Boetje, te Den Eaag. EEN AUTO-WEG VOOR SNELVERKEER Van Rotterdam via Leiden en Amsterdam naar Dnitschland, Een voorloopig comité gevormd. Op uitnoodiging van den heer S. ten Bok- kel Huinink uit Zand voort zijn gisternamid- dag eenige belanghebbenden bij en belang stellenden in diens destijds naar voren ge brachte plan van een autoweg Rotterdams- Den Haag Leiden Aalsmeer Schip hol Amsterdam Vreeland Utrecht Arnhem Nijmegen Duitschland in een der zalen van het Koninklijk Instituut voor Ingenieurs te 's-Gravenhage bijeen gekomen, ter bespreking van de te nemen maatregelen. De heer Ten Bokkel Huinink deed voorle zing van een verslag van de in 1923 gehou den bijeenkomst, waarin zijn plan in be perkt comité werd behandeld en hij consta teerde, dat sindsdien de omstandigheden voor de exploitatie er zeker niet minder gunstig op waren geworden. De betrokken groote steden zijn het plan sympathiek ge zind, zoo was hem uit de correspondentie gebleken, en het autoveekeer is sinds 1923 nog aanmerkelijk toegenomen en zal in de toekomst nog zeer belangrijk stijgen. Van de zijde van het departement had spr. zooal geen tegenwerking, dan toch weinig mede werking ondervonden. Hij had den indruk, dat men daar den aanleg van zoo'n spe cial en weg voor auto's, indien gewenscht, niet aan het particulier initiatief wilde toe vertrouwen, althans, dat men daar sprekers plan als van te fantastisch en aard achtte. Om de opvatting, dat spreker niet voldoende serieus zou werkzaam zijn als onjuist te kwalificeeren, bracht hij eenige vroeger ondernomen werken, zoo bijv. de verbinding van de Jangtse Kiang met Sianghai en de rol, welke sprekers onderneming daarbij met zooveel succes heeft gespeeld, in her innering. En het plan van den autoweg die 20 k 25 M. breed zou moeten worden en f 35 mil- lioen k niveau of f 45 millioen op hoog- viaduct zou moeten kosten zou z.i. zeker niet minder succes hebben. Ook vele om liggende gemeenten zouden er door gebaat zijn. Zoo ligt het in de bedoeling een zijtak van Aalsmeer via Hoofddorp en Haarlem naar Zandvoort en een van Vreeland naar Hilversum in den weg op te nemen. In Duitschland zou de route aansluiten op Hamburg Hannover Cassel Frank fort a. Main en verder op Bazel, Zwitserland en Italië. Een zij-verbinding Keulen Dus- seldorf Crefeld Goch Nijmegen be hoort mede tot het Duitsche plan. De heer Ten Bokkel Huinink lichtte nog toe, dat gerekend wordt op een gemiddelde passage van 150 k 200 auto's per uur over den weg, en dart per auto f2 toegangsgeld zou kunnen worden gerekend. Aldus kwam hij tot een opbrengst van f 2.160.000 aan toegang voor vrachtauto's e. d. en f 8.240.000 aan bijdragen van autobusdiensten, du9 in totaal f 10.400.000 opbrengst, terwijl de exploitatie-uitgaven, rente enz. worden be cijferd op f 8.200.000 voor den weg k niveau. Na eenige discussie werd op voorstel van het Tweede-Kamerlid, den heer J. M. Krij ger, besloten de tusschenkomst van belang hebbende organisaties en instellingen in te roepen. Een voorloopig comité werd samen gesteld uit de heeren C. G. Vattier Kraane, Amsterdam, F. 's Jacob, directeur Holland- Amerika Lijn, mr. G. Ruys, Amsterdam, ir, J. H. Wilton, Wassenaar, dr. L. Th. Peters, Den Haag, H. J. A. Raedt van Oldenbarne- velt, Den Haag, A. M. Touw, directeur Kon. Grofsmederij Leiden, S. Prins, Bloemen- daal, I. v. d. Velde en S. ten Bokkel Hui nink, Zandvoort. Voorts hebben zich daar toe tevoren schriftelijk bereid verklaard de heeren mr. A. Slob, burgemeester van Haar lemmermeer, A. H. baron van Harden- broek van Ammerstol, J. v. d. Molen te Oos terbeek, R. W. H. Hofstede Gröll, voorzitter K. v. K. te Arnhem, ir. G. Sprang en G. H. v. d. Straaten. De heer Krijger meende geen zitting in het comité te moeten nemen, omdat hij van oordeel was, dat de volksvertegenwoordi ging, waarvan hij deel uitmaakt, in haar be schouwing van het plan onafhankelijk be hoort te staan. Het comité zal worden uitgebreid met vertegenwoordigers van belanghebbende or ganisaties; eerst daarna zal een dagelijksch bestuur worden gekozen. WEER EEN BRUGGENBOUW-KWESTIE. Opnieuw aan het buitenland de voorkeur? In verband met den bouw van een brug over het Katerveer bij Zwolle gaan er hard nekkige! geruchten, die wel niet geheel zon* der grond zullen zijn, dat de bouw, even als onlangs die van de Koninginnebrug te Rotterdam, zal worden opgedragen aan een buitenlandsche firma. Hierover nu is een storm van verontwaardiging opgegaan. De Alg. R.-K. Werkgeversvereniging, alsmede het bestuur van het N^ederjandsch Verbond van Vakverenigingen, hebben een telegram gezonden aan de minister van Waterstaat, waarin dringend verzocht wordt in het be lang van den goeden naam der Nederland- sche Industrie en van de werkverruiming de brug over het Katerveer in het binnenland te doen uitvoeren. Veriiomen wordt verder dat het Tweede Kamerlid, dr. E. van den Tempel, eenige vragen heeft gericht tot den minister inzake deze kwestie. TH. M. KETELAAR GEHULDIGD. 30 jaar Kamerlid. Een groot aantal vrienden en geestver wanten van den heer Th. M. Ketelaar had den zich gisteravond in een der zalen van het American Hotel te Amsterdam ver- eenigd om den heer Th. JÏ. Ketelaar bij de herdenking van zijn 30-jarig Kamerlidmaat schap te huldigen. De vrijz. dem. vereeni- ging had daartoe deze bijeenkomst uitge schreven. Toen de jubilaris onder hartelijke toe juichingen met zijn echtgenoote w^s ver welkomd nam mr. A. B. Gompertz, voorzit ter van de vrijz* dem. vereeniging het woord. Met genoegen constateerde hij, dat de meerderheid der Kamerfractie, leden van het hoofdbestuur van den Vrijz. Dem. Bond en van het hoofdbestuur van den Bond van Ned. Onderwijzers aanwezig waren. Ketelaar, aldus spr. is steeds met beide beenen, met hoofd en hart midden in het maatschappelijk leven blijven staan en daardoor is hij steeds een goed volks vertegenwoordiger gebleven, daaraan heeft hij in de Kamer zijn gezag te danken en huiten de Kamer zijn populariteit. Zijn werkzaamheden in den loop der jaren vor men een lange lijst. Hij is begonnen als onderwijzer; behalve Kamerlid is hij ge^ weest, Gedeputeerde, Raadslid, School opziener en eindelijk wethouder. Maar ook zijn semi-publieke functies mogen genoemd worden, n.l. die van centraal bedelaar voor leniging van nooden ontstaan door groote rampen" Met de beste wenschen voor den heer Ketelaar en diens ega eindigde spre ker. Vervolgens sprak de voorzitter van de, Vrijz. Dem. Tweede Kamer-fractie mr. H. P. Marchant, die groote hulde bracht aan het groote scherpe staatkundige inzicht van den heer Ketelaar. Tot slot ging spr. de wethou ders quaestie na, waarbij hij de houding der S. D. A. P. na de stemming laakte. Prof. mr. Kranenburg, voorzitter van het hoofdbestuur huldigde Ketelaar als een ge boren volksvertegenwoordiger. Hij dankte hem namens den Bond voor de trouw waar mede hij zijn taak als zoodanig heeft ver vuld. Mevr. PolakKiek, sprak nog namens de Vrijz. Dem. Vrouwen en de heer Lamers namens den Bond van Nederl. Onderwij zers, namens de Kamerfractie, heeft mevr. BakkerNort den heer en mevr. Ketelaar een zilveren bloembak met inschrift aange boden. Onder degenen die den heer Ketelaar persoonlijk kwamen gelukwenschen waren ook mr. H. Smeenge en Gen. R. A. Ophorst. De heer Ketelaar dankte in hartelijke be woordingen voor de overstelpende blijken van hulde en zeide op dezelfde wijze de be langen van het Nederlandsche volk te zul len blijven dienen als hij tot dusver had gedaan. VERBOND VAN NEDERLANDSCHE WERKGEVERS. Het eerste verslag. Verschenen is het uitvoerige verslag van het Verbond van Nederlandsche Werkge vers over het eerste anderhalf jarig tijdvak van zijn bestaan, waarin zeer uitvoerig den economischen toestand hier te lande wordt besproken en in. verband daarmede de so ciale en fiscale zaken. Er blijkt uit, dat het Verbond voor problemen van den meest uiteenloopenden aard werd gesteld en zien op bevredigende wijze van zijn taak heeft gekweten. Wat ons alduis het verslag in steeds sterkere mate treft is dat de regeering zich in het algemeen zoo weinig rekenschap geeft van de economische moei lijkheden waarmede onze industrie te kam. pen heeft. De verkorte balans geeft die volgende cijfers: Aan activa: Roerende en onroerende goederen f 57.251; kas en kassier f4648.05; debiteuren f 1296.96; totaal f 63.196.04. Aan passiva: kapitaal f52.168.21; reserve f6652.19; crediteuren. f4375.64; totaal f 63.196.04 Het aantal individueele ledeai bedroeg bij den aanvang van de verslagperiode 414 Het lidmaatschap werd aangevraagd en verkregen door 33 individueele leden, ter wijl er 23 bedankten. Verder zijn aangeslo ten 47 vereenigmgen, waarvan er 10 fede ratief zijn verbonden. Het totaal ledental dezer vereenigmgen kan op ongeveer 970 worden vastgesteld. Het totaal aantal adhaerenten van het Verbond mag mitsdien gesteld worden op ongeveer 1394 HERHALINGSOEFENINGEN. Bij het wapen der infanterie zullen ln 1928 de lichtingetn 1922, 1923 en 1925 voor herhalingsoefeningen onder de wapenen worden geroepen. HET JUBILEUM VAN „PATRIMONIUM". De voortgezette vergadering. Gistermorgen werd de algemeene verga dering van „Patrimonium" te Utrecht voortgezet. Door den heer J. van Vliet Jr., die de bij eenkomst presideerde, werd medegedeeld, dat de heer C. Smeenk zijn benoeming tot voorzitter, na rijp beraad, had aangenomen. Op voorstel van den heer Kruithof, afd. Utrecht, werd hierop de heer Van Vliet tot eere-voorzitter benoemd. De heer Smeenk huldigde vervolgens den aftredenden voorzitter in warme bewoor dingen. Spr. herinnerde er aan, hoeveel de heer Van Vliet voor wijlen minister Talma is geweest. Hierdoor is de band tusschen Van Vliet en het het Verbond zeer ver sterkt. Vervolgens las spr. de oorkonde van het eere-voorzitterschap voor, waarna de vergadering den scheidenden voorzitter staande de zegebede uit Psalm 134 toezong. De heer Van Vliet dankte vervolgens met RECLAME. 1/iepns is hel' er.... Ineens, terwijl Ge een stoel verzet, een krant opraapt of een andere oogenseïijn- lijk onschuldige beweging maakt, schiet de pijn in Uw rug. Als ge er het minst op voorbereid bent, krijgt Ge het Spit in Uw rug. Hebt Ge Akker's Klooster- balsem ln hols - en omdat dit middel in zoovele gevallen te paj komt, zijn velen niet gerust, wan neer niet een pot ln hun kast staat - dan kunt Ge U van stonde aan met dezen weldadlgen balsem laten wrijven. Het zal U verbazen hoe snel Uw aanval verdwijnt» AKKER'» Groote pot 60 et Zeer groote pot f L— „Geen Goud zoo goed" 8513 een kort woord voor de bewijzen van liefde en genegenheid, dien morgen ondervonden. Nadat ook nog de heer Smedes, die deel uit* maakte van het eerste verbondsbestuur, vriendelijke woorden tot den heer Van Vliet had gericht, begaf men zich om elf uur naar het stadhuis ten einde officieel door het Utrechtsch gemeentebestuur te worden ontvangen. Met den burgemeester waren te begroe- ting aanwezigde wethouders De Boer, Smulders, Bottemeg en Bekker, benevens tal van raadsleden. In zijn toespraak zeide de burgemeester, de heer Fockema Andreae, o.m. dat de herdenking van het 50-jarig be staan van het Verbond geen einde mocht nemen zonder dat de burgerlijke overheid van de stad, die met de geschiedenis van „Patrimonium" door tal van banden is ver bonden, bestuur en leden officieel had ont vangen. Ter adstructie zijner woorden stipte de burgemeester eenige data aan uit de oudste geschiedenis van „Patrimonium". Daarop bracht hij in het bijzonder huidei aan den eenig overlevenden en mede aan wezigen oprichter van het Verbond, den heer Beeremans. Ook herinnerde hij eraan, dat het krach tig geloof van de voormannen hen gesterkt had om door te zetten wat zij als plicht zagen. Ook thans beschikt „Patrimonium" over goede krachten, zoodat de toekomst vol vertrouwen tegemoet kan worden gegaan., De heer Van Vliet dankte daarop dea burgemeester voor de eer hier officieel ten1 stadhuize te zijn ontvangen. Een dergelijk feit heeft zich gedurende de vijftig jaar van' het bestaan van „Patrimonium" nog niet voorgedaan en daarom i9 hij er te meeij erkentelijk voor. Spr. eindigde met den burgemeester? kracht toe te wenschen bij het bestuur van Utrecht, opdat deze stad ook in de komende moeilijke jaren in bloei mocht toenemen- Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch van WALTER BESANT, door Uej. E. HOOGEWERF. 12) „Wat is dit nu?" vroeg hij. „Heb it zeven uur achtereen geslapen? Zeven uur? Ik sliep niet toen Checkley wegging. Waarom viel ik in slaap? Ik had toch iets gedaan was toch ergens mee bezig geweest? Maar waarmee! Dat kan ik mee niet herinneren. Die vreemde gewaarwording komt met kor ter tusschen poozen terug. Het wordt tijd dat ik een deelgenoot neem eer er iets ergers gebeurt Ik ben oud oud. Hij stond op en liep het vertrek door; kaars-recht en met flinken tred. Ik ben oud en versleten. Het wordt tijd, om de sleutels over te geven." HOOFDSTUK IIL In besloten kring. Dien Zaterdagavond om half-ell bevatte de „Salutation Inn" te High Holborn haar meeste stamgasten. Ze kwamen iederen avond om acht uur en zaten tot elf uur te drinkeD en te praten De meesten van die stamgasten kenden elkaar, en, zoo niet, dan hoorde het tot de „burgerbeleefdheid'", geen naam te vragen. De gelagkamer van de „Salutation Inn was een ruim vertrek, beschoten, en met een zand-be9trooiden vloer. Er stonden een twaalftal houten stoelen en drie ronde ta feltjes, terwijl de stoelen in een kring waren gezet om het bepaald samenscholen van enkelen te vermijden. De vrijheid, gelijkheid en broederschap werden in die gelagkamer hoog gehouden. Het vertrek was laag van verdieping en 's avonds altijd waTm door de beide onbe schutte gaspitten. Het venster ging enkel 's morgens open en er hing altijd een zware lucht van tabak, bier en sterke dranken. Onder de stamgasten, die anders tot een groepje „vervallen grootheden" hoorden dient wel allereerst genoemd te worden omdat hij de rijkste was mr. Robert Hel- lyer, woekeraar en geldschieter. Niemand heeft veel op met dit ambt. Mr. Hellyer moest buitensporig rijk zijn en dit kan dan geen wonder heelen, als het waar is wat er wel weid verteld, dat iemand, die bijvoor beeld een bankbiljet van vijf pond van hem geleend had, zich al gelukkig mocht achten, als hij er afkwam met het verlies van vijf en zeventig pond: dikwijls schoot hij er ook zijn meubilair bij in en de helft van zijn inkomen, voor den tijd, dat hij nog leefde. Mr. Robert Hellyer was geen aangenaam mensch, om mee om te gaan. Een aardig heid begreep hij niel, hij lachte nooit Iederen avond dit was zijn eenge zwak heid dronk hij zooveel, als hij maar heb ben kon. Hij zag dan ook rood in het gelaat. Hij leed niet aan overmaat van welopgevoed^" heid; integendeel, sommigen beweerden zelfs, dat hij in het geheel geen opvoeding had. genoten. Mr. Robert Hellyer zat aan den eenen kant van den haard en aan den anderen kant een groote tegenstelling vormend met zijn grof en onbeschaafd uiterlijk zat een al vrij oudachtig heer, lang en slank van gestalte, met een jas, die, aan de mou wen vooral, blijk van slijtagei gaf. Zijn ge laat was droevig; zijn trekken waren nog fijn; hij was ongetwijfeld van zeer goede afkomst. Hij was advocaat, maar had geen succes behaald in zijn vak. Hij woonde dan ook op een zolderkamertje in Gray's Inn. Er zijn vele van die min-gelukkige pleitbezorgers, maar weinigen toch zóó hopeloos-vervallen, als deze arme mant Hij hield zich toch nog, of hij praktijk uit oefende en verdiende af en toe een guinje met een misdadiger te verdedigen. Yan deze wisselvallige verdiensten moest hij bestaan. Al in geen jaren had hij een over jas gehad; op regenachtige en koude dagen droeg hij een dunne cape, diei hij over de schouders sloeg. De hemel weet, hoe en waar hij at; 's avonds, behalve op warme zomerdagen, kwam hij hier, voor licht en voor warmte. Als hij niet al te arm was, nam hij een pint bier en las de courant. Soms praatte hij, maar nief dikwijls. Soms bood de een of ander van het gezelschap hem een kostbaarder drank aan, wat hij altijd met groote hoffelijkheid aanvaardde. Vrienden en bloedverwanten bezat hij niet. Als hij praatte, werd hij soms opgewekt en vertelde anecdoten van de balie, van bijna vijftig jaar geleden, toen hij zijn loopbaan begop. Naast dezen rechtskundige zat ook een vrij bejaard heer, die een bloeiende zaak had verkocht en stil was gaan leven, om zioh geheel aan de liefhebberij van drin ken over te geven. Hij dronk op één dag in drie herbergen, de een in Fleet Street, waar hij zijn glaasje nam om drie uur; de ander, dicht bij Drury Lane Theatre, waar hij 't rekte met wat whiskey tot negen uur; en dit was zijn derde pleisterplaats. Het was een bezadigd, kalm mensch. met veel ge voel van eigenwaarde. Op den avond sprak hij in het geheel niet, om versohillende redenen; maar welwillend richtte hij het gelaat den kant uit vanwaar hij toegespro ken werd. Naast hem zat een jonge man, wiens praktijk bestond in het verdedigen van hen, die voor de politie-rechübank geroepen wa ren. Hij was in gezelschap van twee vrien den en had veel praats, want hij hield zich zeiven voor heel knap. Naast hem zat een agent voor het verhu ren van huizen en dan was er nog een, wiens vrouw in café chantans zong, opdat de gelukkige echtgenoot den heelen dag in herbergen kon zitten, wat hij dan ook deed. En met voorbijgaan van nog enkele andere leden van den kring, zullen we nu enkel spreken van Oheckley, die naast den geld schieter zat. Hier heette hij: mr. Checkley. Hij verscheen iederen avond om negen uur, .tot s Zondags toe. Gelijk de geldschieter, had hij toch ook behoefte aan eenige af wisseling. Hier voelde hij zich geëerbiedigd, •niet zoo zeer om zijn bijzondere deugden, of de bekwaamheid in zijn vak, als om zijn geld. Het komt niet dikwijls voor, dat een notaris-klerk er „warmjes in zit", maar als hij al jong begonnen is geld te sparen en hij heeft zich daar steeds met hart en ziel op toegelegd, tot zijn vijf-en-zeventigste jaar, dan kan men van zelf begrijpen, dat hij het een heel eind brengen mocht. En om dit nog nader toe te lichten: Van zijn achttiende tot zijn vijf-en-twintigste jaar had hij een inkomen van gemiddeld vijf- en-zevenig pond. Hier gebruikte hij jaarlijks vijftig pond van. Van zijn vijf-en-twinligete ■tot zijn vijf-en-dertigste werd hij door prac- tische beweegredenen gedreven tot eeta hu welijk met een aanmerkelijk oudere vrouw, die duizend pond bezat. Ze was nog gieriger; dan hij, en ongeveer een jaar na het huwe lijk overleed ze aan verval van klachten, •tengevolgel van ondervoeding. In ieder geval had hij toch duizend pond gewonnen, dacht hij. Van zijn vijf-en-dertigste tot zijn vijl- en-veertigste steeg zijn inkomen tot twee honderd pond; toen bleef het vijf-en-twin tig jaren lang op drie honderd pond. Op zijn. Zeventigste jaar gal mr. Dering hem vier honderd pondl Zoo had hij het gebracht tot de som van :11.675 pond en dit geld had hij zorgvuldig belegd in huizen, die hij bij gedeelten ver huurde en waarvan bij er een goed aantal bezat; verder aandeelen in bouwonderne mingen en hypotheken. Zelve woonde hij op de benedenverdieping van een van zijn huurwoningen. Hij werd met de jaren al gieriger. Den Iaalsten tijd had hij getracht nog onder de 50 pond per jaar te blijven. Hij beheerde zijn eigen zaken in den avond na kantoortijd en vóór negen uur. Zijn bezit lag in een stadsge-jeelte ten oosten vair Gray's Inn Road; de woning, waar hij zelf huisde, slond op een pleintje, waarvan hij verreweg de helft van de huisjes bezat. Om negen uur kwam hij in de herberg. Hier kostte zijn traktatie hem niets. In den loop der jaren had de geldschieter het tot een gewoonte gemaakt, om hem te raadple gen omtrent duistere punten in zijn prak tijk; want hij wist het altijd zóó aan te leg gen, dat hij zicb nooit in den vinger sneed, maar precies zoo ver ging als de wet het toeliet. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 5