68ste Jaargang
LËIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 17 September 1927
Tweede Blad No. 20709
Buitenl. Weekoverzicnt.
Wat het leven mij leerde.
SCHETSEN UIT CHINA.
Hallo ouwe jongentrek
in 'n sigaret?/ Neem deze,
betere heb je nooit gerookt/
VIRGINIA
Ook met kurk en goud mondstuk
Bij Scheren
PUROL
Nederlagen der grooten te
Genève Frankrijk en
Rusland Spaansche
schijn.
De Volkenbond schijnt den goeden weg
op te gaan, zouden we bijkans willen con-
clucLeeren uit het feit alleen, dat de macht
der grooten, die vroeger wet was, meer en
meer inkrimpt en wordt vervangen door een
algemeens medezeggenschap van alle leden,
dus ook van de kleineren en zelfs kleinen.
Reeds twee nederlagen zijn toegebracht
aan het oude systeem va nalle zeggenschap
aan de grooten, waarvan er één slechts
kwaad behoefde tè kijken, om het onwel
kome voorstel of wat het dan betrof, te
doen inslikken onder een beleefde betui
ging van leedwezen, dat het ooit was geuit.
De eerste nederlaag was, dat de Neder-
landsche resolutie, uitsprekende de wen-
6chelijkheid van een opnieuw onder de
oogen zien van het z.g. protocol van Ge
nève (1924), niet eenvoudig is geweigerd,
Engeland's beslisten tegenstand ten spijt,
doch naar de desbetreffende commissie is
verwezen Erkend zij, dat onze minister
jhr. Beelaerts, het den EngeLschen in zoo
verre gemakkelijk heeft gemaakt, door
alles, wat in de resolutie rechtstreeks aan
het protocol kon doen herinneren, terug te
nemen. In wezen is er echter niets veran
derd, daar immers arbitrage, veiligheid en
ontwapening als een soort drie-eenheid
volkomen werden overeind gehouden. Waar
het woord protocol op Engeland werkt als
een roode lap op een stier, waarom dat
niet verwijderd 1 Tegelijk werd naar dezelf
de commissie verwezen het Poolsche voor
stel inzake oorlog aan den oorlog en in
deze commissie is men nu druk bezig van
Ibeide voorstellen één te maken. Het Pool
sche zal wat moeten worden uitgedijd, het
Nederlandsche wat ingekrompen en ten
slotte zal er wel iets pasklaars te voorschijn
worden gebracht, dat genade kan vinden
in aller oog. En daarom practiech niet veel
jfce beteekenen zal hebben.
Doch iets practisch mocht in de huidige
(omstandigheden ook niet worden verwacht.
Daarvoor was de tijd te Genève nog niet
rijp. De groote bet eek ©nis van het optre
den van onzen minister is, dat opnieuw
der wereld de weg is gewezen van den
waren vrede. Moreel is dat van niet te
taxeeren waarde, daar juist de moraliteit
ernstig dient te worden geruggesteund^ en
versterkt, voor en aleer er practiech iets
te bereiken zal zijn. En daarom willen wij
er ook niet op ingaan, dat wij de volgorde
der drie-eenheid liever aldus gewijzigd
zouden, willen zienarbitrage, ontwapening,
veiligheid, van oordeel dat zonder daad
werkelijke ontwapening de veiligheid een
fictie blijft. Nederland heeft te Genève de
vredesgeesten nog eens helder wakker ge
schud en wanneer men er nu maar in
slaagt, deze wakker te houden, dan zal eens
het practische nut ongetwijfeld voor het
grijpen zijn
Dat daarnaar nog lang gestreefd zal moe
ten worden, het is zeker onnoodig, dat te
verzekeren. Het zal een langdurig proces
zijn, waarbij de kans van een totale onder
breking, helaas, zelfs niet is uitgesloten.
De tweede nederlaag voor de groote mo
gendheden is de niet-herkiezing van België
als lid van den Volkenbondsraad. Om her
kiesbaar te zijn, moest eerst een besluit,
dat daartoe recht gaf, met een meerder
heid van 2/3 der stemmen worden geno
men. België bleef vier stemmen onder die
benoodigde 2/3. Dit was niet zoozeer om
België onaangenaam te zijn, dan wel om
te doen zien, hoe men het ingestelde rou-
leer-systeem zonder onderbreking wenschte
te zien toegepast. Alle grooten" hadden
geijverd voor België het liep mis. Bel-
gië's eerste gedelegeerde Vandervelde heeft
België's populariteit niettemin ten zeerste
bevorderd door de zeer verstandige \yijze,
waarop hij de nederlaag aanvaardde.
Ongetwijfeld is België's echec voor een
deel ook toe te schrijven aan het feit, dat
de landen die vochten om een zetel in den
raad, zeer terecht inzagen, dat de strijd
om drie zetels drie leden waren aftre
dend, met België nog San Salvador en
Tsjecho-Slowakije meer kans bood dan
bij een gevecht om twee.
Als nieuwe Volkenbondsraadsleden zijn
gekozen Cuba, Finland en Canada. Bijzon
dere vermeldenswaardigheden zijn niet
daarbij,' behalve misschien, dat de keuze
van Canada een pleister is op de wonde
yoor Engeland, dat zijn vaz;al Griekenland
niet is-vgekozen. Doch Poldtis heeft door
zijn zwenkingen inzake de vredesresoluties,
waarmee hij bij allen in hot gevlei dacht te
blijven, zich zelf veèl kwaad gedaan.
Voor Frankrijk is de wisseling van leden
misschien het ergste, daar het twee trouwe
vazallen zag heengaanVandervelde en
Benesj. Of het onder de nieuw gekozenen
evenveel steun zal genieten, valt te bezien.
Overigens duurt in Frankrijk de strijd
om Rakofski nog voort, dooh zijn heengaan
wordt steeds minder waarschijnlijk, gelijk
wij voorzagen. De sovjets zien in zijn terug
roepen een eersten stap naar het afbreken
der betrekkingen, en tot zoo'n vèr-gaanden
stap overgaan durft Frankrijk niet. Al
thans vooreerst nog niet. Dat de sovjets
alle schuld der wrijving op Engeland schui
ven, is natuurlijk. Voor iedere tgenslag
hebben de sovjets thans maaT één leus:
dat heeft Engeland gedaan, 't Is eenvou
dig. Maar afdoende
Niet bepaald afdoende is de terugkeer
van Spanje tot het parlementaire systeem.
Allesbehalve zelfs. Primo de Rivera's par
lement is weinig meeT dan ©en schijn- ver-
tooning. Macht bezit dit lichaam aller
minst, slechts een adviseerende stem, waar
mede de regeermg kan doen en laten wat
zil wil. Van een kennen der kiezers is uit
den aard der zaak dan ook geen sprake
Voorloopig zal Spanje dat echter wel slik
ken. Maar eens zal op deize reactie actie
volgen, dat staat o.i. vast. En dan breekt
voor koning Alfonso een kwade tijd aan,
gezien hoe de leider der vroegere conser
vatieve partij hem zelfs den troon onwaar
dig noemde door het besluit tot instellen
van zoo'n schijn-parlement te teekenen.
Doch wie durft hieromtrent iets te voor
spellen 1 Andere tijden, andere nooden en
wat dan voor remedie nuttig zal worden
geoordeeld... Het boek der toekomst
blijft gesloten. Zoowel voor het individu
als voor volkeren en de gansche gemeen
schap. En dat is maar goed ook!
(Het is ons gelnkt voor ons blad beslag
te leggen op artikelen van de hand van
leidende Enropeesche persoonlijkheden.
Heden zijn wij in de gelegenheid onzen
lezers een bijdrage aan te bieden van
Ramsay Mac Donald, den leider der Labonr
Party in Engeland, Wij hopen in staat te
zijn deze reeks regelmatig voort te zetten.
Red. L. D.).
BEKENTENISSEN VAN EEN STAATSMAN.
door J. Ramsay Macdonald, den leider der
oppositie in het Britsche Lagerhuis en
voormalig eerste minister.
Het moet wel een merkwaardig en stellig
geen wijs man geweest zijn, die zeggen
zou, dat het leven hem niets heeft geleerd.
Welke eigenschappen wij ook mogen heb
ben of welke ons mogen ontbreken, indien
wij de vaardigheid missen om uit onze er
varingen iets te leeren zouden wij hopeloos
verloren zijn. De meeste menschen, die
probeeren de resultaten van hun ervarin
gen te toetsen aan hun verworven levens
wijsheid, zullen, geloof ik, toegeven dat het
resultaat in den regel niet sensationeel is;
het zal hun zelfs gering toeschijnen. Mij
heeft het leven geleerd, dat sensationeel
iets minderwaardigs is. Ik heb gezien, hoe
sensationeel mannen en gebeurtenissen op
den voorgrond traden en spektakel maak
ten om plotseling in het duister te ver
dwijnen.
Ik ben er op voorbereid, dat men mij
critiseeren zal wanneer ik zeg, dat de op
rechte vreugde, die ik in harden arbeid
smaak, de beste is, wat het leven mij ge
leerd heeft. Toen ik voor het eerst in Lon
den kwam, had ik het geluk in handen te
vallen van een strengen meester, die mij
eenigen tijd het leven zuur genoeg maakte,
maar ik ben er hem steeds dankbaar voor
gebleven, dat ik van hem tucht leerde en
mij er aan gewende, mij hardnekkig te
houden aan elke taak, die mij was opge
dragen.
Hiermee hangt nauw samen de leer, dat
men nooit goed werk kan verrichten wan
neer men dat niet van harte doet. Dat
leerde ik eens heel aardig uit den arbeid
van een mijnwerker, dien ik in de ooste
lijke districten leerde kennen. Hij was tot
voor korten tijd een erge ruwe kerel ge
weest en ik vroeg hoe hij er toe gekomen
was, zich zoo te veranderen. Toen vertelde
hij mij, dat hij gewerkt had als een ma
chine, tot het hem door een of andere ge
beurtenis duidelijk was geworden, dat door
zijn arbeid het haardvuur in de keukens
zijner medemenschen werd gevoed. Sedert
dien werkte hij evenzeer met zijn hart als
met zijn armen. Dit is dan ook een van de
merkwaardigste stelregels, die men zich
voor oogen moet houden: indien gij met uw
hart niet bij uw werk zijt, kunt gij niets
uitrichten, dat volmaakt is.
In dezen tijd van algemeene ontevreden-*
heid en maatschappelijke onzekerheid zou
het voor ons allen goed wezen, d&firaan
herinnerd te worden, dat het genoeg is,
wanneer iedere dag iets goeds oplevert. Mij
heeft het leven althans stellig geleerd, of
schoon ik hardnekkige uitzonderingen heb
aanschouwd, die het tegendeel schenen te
bewijzen. Om te voorkomen, dat dit stukje
philisophie verkeerd wordt uitgelegd door
scherpe critici, die zouden kunnen vragen:
„Waarom dan nog meer te werken?"
voeg ik er bij, dat het goede oneindig veel
rijke vruchten kan brengen aan karakter
vorming en levensgeluk. Het goede van
den eenen dag is slechts de voorkamer van
het goede van den volgenden dag en het
maakt den weg daarheen vrij. De beteeke-
nis van het leven is niet beperking, maar
uitbreiding. Wanneer ik zeg, dat het genoeg
is, dat elke dag iets goeds moet hebben,
wil ik daarmee niet zeggen, dat het voor
morgen genoeg is. Wij moeten er op passen
dat ons optimisme niet ontaardt in zelfge
noegzaamheid, welke, evenals pessimisme
en verbittering ons streven verlamt. Tus-
schen deze beide uitersten zweven de nul
len van deze wereld heen en weer, en wijs
en nuttig is alleen hij die ze beide vermijdt.
Nog iets anders heb ik van het leven ge
leerd en ik twijfel er aan, of dat door de
menschen wel op den waren prijs wordt
gesteld, n.l. dat men voor alles, wat men
bezit, den prij-s moet betalen. Dat geldt zoo
wel den shilling, dien gij in de beurs
draagt, als het aanzien, dat gij in de wereld
geniet. Hoe meer succes gij hebt. des te
grooter wordt uw last. Nooit komt gij klaar
met uw leven. Gij gaat het leven in. en hoe
verder gij komt, des te meer verheugt het
u. Niet omdat gij meer rust en tijd voor u
zelf krijgt en uw tevredenheid toeneemt,
maar omdat gij de moeilijkheden te gemak
kelijker draagt naarmate zij interessanter
zijn. Ik zou willen zeggen: uw lasten wor
den zwaarder, maar zij worden voornamer.
Het leven leert ons nog iets anders, dat
zeer merkwaardig is. Uw inkomen mag nóg
zoo groot wezen, gij kunt het altijd opma
ken en nog vinden, dat het niet toereikend
is. Ik heb in Londen vorstelijk geleefd van
12 sh. 6 d. (drie rijksdaalders) in de week
en daarbij nog geld overgehouden. Tk heb
echler ook wel drie rijksdaalders per uur
verdiend. Deze lijden kunnen niet met
elkaar worden vergeleken; zij hadden, elk
op hun manier, hun voor- en nadeelen. De
menschelijke natuur bezit een buitenge
wone vaardigheid tot ontwikkeling en tege
lijkertijd een opmerkelijk aanpassingsver
mogen. Wat mijn persoonlijke neigingen en
wenschen aangaat geloof ik, dat ik er vol
komen tevreden mee zou wezen, wanneer
ik terug moest keeren naar de drie rijks
daalders in de week, maar dan zou natuur
lijk de weg smaller en de muren zouden
hooger wezen.
Wanneer het leven mij nu dit alles heeft
gegeven, heeft het mij dan niets ontnomen?
Heeft het geen illusies verstoord, geen voor
opgezette meeningen bevestigd? Ik zou al
zeer ontevreden wezen als ik dit moest toe
geven, want het is geen compliment om te
hooren, dat wij niets veranderd zijn en
niets nieuws ontdekt hebben. Hem kan het
leven niets leeren, die in zijn voortdurende
wisselingen slechts de bevestiging zoekt
van zijn eigen theorieën en onderstellingen.
Logisch verband, is iets anders dan stil
stand, en de jeugd treedt het leven nooit
onbevooroordeeld tegemoet. Wij verwachten
en wij hopen veel en het leven brengt, ge
lijk de gang van het leven nu eenmaal is,
als iedere dag. donkere en zonnige uren.
Men doet wijs als men deze dingen op
een behoorlijken afstand beschouwt en als
men zelfs teleurstellingen beziet in het
juiste perspectief. Teleurstellingen moet meu
niet te licht opnemen; een teleurstelling is
zeer vaak een goed dat nog niet verwezen
lijkt is of de weg naar een goed, dat alleen
door verdere proeven met ideeën bereikt
kan worden. De groote ideeën van het leven
veranderen nooit; dat geldt voor het idee
van den dienst aan de gemeenschap, de
samenwerking en de verbetering van het
leven der massa. Ik ben dikwijls teleur
gesteld geworden in mijn arbeid en in de
menschen, maar niet in dien zin, dat men
cynisch wordt of zijn geloof verliest. Op den
avond overziet men vele wegen, waarop
men weer zou moeten terugkeeren, omdat
zij niet voerden naar het gewenschte doel,
maar zij moesten worden nagespoord vóór
men ze opgaf. Dat nasporen beduidt noch
verloren gegane tijd, noch fouten. Het be
hoort bij het plan. Het beteekent, dat een
mensch, met ideeën en idealen leven moet
in een wereld, waarvan men zeer weinig
weet en die hare waarheden slechts doet
kennen na nauwgezet onderzoek.
In weinige woorden gezegd: het leven
leert ons veel, dat ons cynisch zou kunnen
maken, maar nog meer, dat ons helpt om
ons geloof te bewaren. Het goede over-
heerscht in het leven wij moeten echter
zoeken om het te vinden.
m.
Een van de merkwaardigheden van
Shanghai is het stadsbestuur. De verhou
ding van vreemdelingen tot Chineezen is
daar nauw mee verbonden en dat geeft
aanleiding tot vele moeilijkheden.
Het deel van Shanghai bekend als de
Vreemde Nederzettingen wordt door vreem
delingen bestuurd.
Ik kan u die moeilijkheden niet beter doen
voelen dan door Shanghai in Holland te
verplaatsen. Stel u voor dat een groep van
dertigduizend Chineezen het bestuur van
Amsterdam in handen had, en de Hollan
ders er maar mochten wonen, volgens Chi-
neesche regelen moesten bouwen, alle offi-
cieele stukken in het Chineesch moesten
stellen, belasting moesten betalen zonder
iets in het bestuur te mogen zeggen, en niet
in het Vondelpark mochten komen, hetgeen
voor de Chineezen zou gereserveerd blijven.
Hoe zou u zich voelen?
Al hadden zij Amsterdam gesticht en
groot gemaakt met uwe hulp natuurlijk,
zou u niet oproerig worden en zou de haat
niet hoog loopen? Ik moet er bij vermelden
dat zij in andere deelen van Holland niet
veilig zouden zijn en dikwijls hun leven be
dreigd zou zijn. Welnu, zooals u zich zoudt
voelen, zoo voelen zich de Chineezen in
Shanghai.
Geloof niet, dat ik daar mee zeggen wil
dat ik de houding van de Chineezen tegen
over de vreemdelingen goedkeur. Zoover
gaat de vergelijking niet.
Onder het beheer van de vreemdelingen
is Shanghai tot een machtige stad gegroeid
waar de Chineesche kooplieden veilig hun
handel kunnen drijven, heel wat beter dan
in hun eigen steden.
Nu zult u vragen, is onze houding hier
dan zoo on-resonabel. Hebben de Chineezen
gelijk als ze tegen de verdragen morren,
waarvan ze beweren, dat ze hun opge
drongen zijn?
Laten we de zaak eens rustig bezien. De
houding van de -Chineezen tot ons is altijd
min of meer vijandig geweest. Een ieder
mag de aangenaamste herinneringen heb
ben aan goede Chineesche vrienden, maar
over het algemeen worden wij als indrin
gers beschouwd en hebben wij voor onze
veiligheid moeten strijden. De gedwongen
ontruiming van de vreemdelingen uit het
binnenland gedurende de laatste troebelen
is heusch niet voor de grap geschied.
De houding van de vreemdelingen die zich
kwamen vestigen om handel te drijven is
dus altijd een verdedigende, een afwerende
geweest en het stadsbestuur is daar een af
spiegeling van.
De eerste vestiging van de vreemdelingen
op de hun aangewezen modderpoel was
klein. Zij groeide spoedig tot een stad en de
bloei trok vele Chineezen, die er zich ook
vestigden. Het bestuur bleef in handen van
de vreemdelingen. De bevolking groeide tot
een millioen en wij hebben de moreele ver
plichting behouden voor hun veiligheid en
gezondheid zorg te dragen. De Chineezen
toch droegen bij tot het betalen van het
onderhoud, de uitbreiding en de beveiliging
der stad omdat zij er toch ook hef genot
van hadden. Nu wenschen zij de rollen om
te draaien
Shanghai wordt bestuurd door een ge
RECLAME.
6272
(hiefWhip
meenteraad bestaande uit Engelsche en
Amerikaansche vertegenwoordigers alsmede
een Japanner. Zij worden bijgestaan door
commissies, terwijl de dagelijksche leiding
berust bij afdeelingen zooals Publieke Wer
ken, Gezondheidsdienst, Financiën, Politie,
evenals bij ons.
De raadsleden worden gekozen door de
vreemde belastingbetalenden, niet door de
Chineezen,
De Chineezen hebben zich tot gilden ver-
eenigd naar de steden waar ze vandaan
komen, zooals het Ningpo-gilde, het Canton-
gilde, naar beroepen zooals timmerlieden,
rijstverkoopers, waschbazen, slagers, of naar
de straten waar ze wonen. Zij hebben een
Kamer van Koophandel en de vreemdelin
gen hebben getracht een Chineesche raad
gevende Commissie te vormen, welke op
niets uitliep door de houding der radicale
partij, die alles of niets wenschte te heb
ben. Hun werden 3 zetels in den raad aan
geboden. maar ook dat is afgeslagen.
De te betalen belasting is gering, 14 pCt.
van de huur van het huis, dat men be,
woont. Deze is thans tot 16 pCi verhoogd.
Verder zijn er belastingen voor handkarren
en vrachtwagens, auto's, laden en lossen,
uithangborden, toezicht op bouw, in het
algemeen voor die dingen, waar de betref
fende profijt van trekt lot nadeel van het
algemeen. Waarlijk niet te veel in verge
lijking met de Hollandsche belastingen.
Voor de veiligheid zorgt de politie en een
miniatuur leger, geheel uit vrijwilligers op
gebouwd; kooplieden, die hun vrijen tijd
er gaarne voor geven om te oefenen in den
wapenhandel, en die in tijden van troe
belen opgeroepen worden om voor de vei
ligheid zorg te dragen. Hun aantal was
onvoldoende tijdens de jongste onlusten en
het is aan het tijdig zenden van Engelsche
troepen te danken, dat Shanghai nog veilig
is. Later hebben de andere naties door het
zenden van troepen ook daartoe bijge
dragen.
Waarom nu aan de Chineezen geen halve
vertegenwoordiging gegeven?
Omdat hun idee van besturen zoo ge
heel verschilt van de onze. Op het belang
van de stad wordt minder gelet. De hoofd
zaak is, dat de burgervader en zijn tra
wanten aangesteld door den militairen ge
zaghebber van de veroverde provincie, zoo
spoedig mogelijk rijk worden. Hun plicht
is het vullen van de schatkist van den ge
neraal. Meestal^ wordt de Kamer van Koop
handel er voorgespannen geld te verschaf
fen. De Chineesche banken moeten schat
kistbiljetten aannemen en in omloop bren
gen, zoogenaamd gedekt door het surplus
van de zoutbelasting, hetgeen er niet is
en toch reeds verscheidene malen verpand
werd
Geen wonder, dat zulk papier gauw in
waarde daalt.
De bevolking blijft er mee zitten, als bij
ons met marken en roebels.
Op het oogenblik probeert de militaire
gezaghebber geld bijeen le brengen fe
Shanghai in de vreemde nederzettingen, I
waar ze niets te maken hebben. Twee
maanden huishuur willen ze van een ieder
vorderen. Zijn agenten werken met bedrei-.
gingen en ontzien zich niet gegoede Chi-i
neesche kooplieden in hun huis op te lich
ten en losgeld te doen betalen. De mogend-*
heden grijpen niet in.
In Chineesche handen vervuilt de stad,
wordt het drinkwater een cholera-kweek-
plaats, wordt recht onrecht, wordt de opium-
verkoop een bron van inkomsten en is
corruptie de eenige meester. De stad staat
bloot aan brandstichting en de hoofden
van hoosdoeners worden aan de lichtpalen
ten toon gespreid.
Kerken en kerkhoven worden vernield,
hospitalen verbrand en doktoren vermoord.
Zoo is het buiten onze nederzetting.
Wij zijn overtuigd, dat Shanghai voor
vreemdelingen onbewoonbaar werd. zoo
dra de Chineezen er zouden regeeren. Wij
dienen in de eerste plaats voor veiligheid
en gezondheid te zorgen. Zoolang de Chi
neezen niet kunnen bewijzen, dat zij dit
zelf kunnen doen in eigen omgeving, moe
ten wij maatregelen treffen voor eigen vei-i
ligheid en voor de twee millioen Chineezen,
die wij in de nederzettingen herbergen.
Laten wij thans verder gaan met het
verhaal over Shanghai's bestuur.
De gemeenteraad is niet de opperste
macht. De raad van Consuls heeft een be
langrijke stem in het bestuur. Zij houden
ruggespraak met de Gezanten te Peking
en beslissen slechts in internationale moei
lijkheden. Zij bemoeien zich zelden met in
terne aangelegenheden. Tn de grondwet van
Shanghai, de z.g. Land Regulaties, zijn de
bevoegdheden van het stadsbestuur om
schreven.
De vreemdelingen hebben het recht door
hun eigen landgenooten, volgens hun eigen
wetten berecht te worden. Dit noemt men
het recht van extra-territorialiteit. De
rechtspraak in deze internationale stad
vormt een dusdanig interessant geheel, dat
ik er een afzonderlijk artikel aan zal
wijden.
Ten slotte moeten wij erkennen, dat Voor
een stad, die wel de meeste naties van de
wereld herbergt, er een merkwaardige har
monie heerscht onder haar bewoners,
welke bij tusschenpoozen ernstig op de
proef gesteld wordt als beroeps-agitatoren
het rauwe Chineesche element opzweepen
tegen het werkelijk uitstekende stadsbe
stuur.
RECLAME.
géén Pijn en naschrijnen of stukgaan
dei hnid, indien men vóór het inzeepen
de baardoppervlakte inwrijft met
Doos 30, Tnbe 80 ct.
8298