i/ct/v
WIE IS EDMUND GRAY?
68ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 16 September 1927
Tweede Blad No. 20708
BINNENLAND.
FEUILLETON.
GEMENGD NIEUWS.
RECLAME.
In de sterrckunde onderscheidt men de sterren naar hare licht
sterkte in sterren van de «eerste, tweede, derde grootte" enz.
De sterren van de eerste grootte zijn het die ons des avonds
het eerst opvallen en door hare schittering tot bewonderend
opzien dwingen.
Wanneer wij de „ROODE-STER" hiermede in verband brengen,
dan is het, omdat ook deze «ster" waarlijk van de eerste grootte
genoemd mag worden.
Trekken haar schitterende eigenschappen niet terstond de aan
dacht? Stemt ook de ROOIMEESTER niet tot nadenken, tot
erkenning, dat even onveranderlijk als jaar na jaar de sterren
aan den hemel staan, de ROODE-STER haar eerste plaats
blijft innemen onder de pijptabakken?
Onovertroffen van kwaliteit, volmaakt van samenstelling
io het wonder, dat heel Nederland STER-TABAK rookt?
ROODE-STER - VAN DE EERSTE GROOTTE!
NV. oJi. THE0D0RUS NIEMEIJER. Groningen en RoflerJam.
WIJZIGING DER GEMEENTEWET.
Betreffende de plaatselijke belastingen.
Ingediend is een wetsontwerp tot wij
ziging van enkele artikelen van de Gemeente
wet betreflende de plaatselijke belastingen.
Het is een gevolg van het 11 Augustus 1924
bij de Kamer ingediende ontwerp tot wijzi
ging van de Gemeentewet met betrekking
tot de plaatselijke belastingen. Verschillende
van de daarin voorgestelde bepalingen zou
den van zoodanigen nadeeligen invloed zijn
op de financiën van sommige gemeenten, dat
de Regeering meent, dat ze althans in dezen
vorm niet tot wet behooren te worden ver
heven.
In afwachting van een eventueele verdere
behandeling dezer algemeene herziening is
het raadzaam geacht, op enkele speciale
punten, die in bijzondere mate urgent zijn
en waaromtrent groot verschil van gevoelen
zich niet behoeft voor te doen, een voor
ziening te treffen. In de eerste plaats moet
daarbij worden gedacht aan de werkforensen
met kleine inkomens, voorts aan de woon-
forensen en ten slotte ook aan andere punten
van wel is waar ondergeschikt belang, maar
waarvan toch in de practqk der belasting
administratie de bezwaren zich hebben doen
gevoelen.
Het belasten van z.g.n. woonforensen naar
hun inkomen heeft tot vele bezwaren aan
leiding gegeven. De bestaande regeling drijft
buitenplaatsbezitters tegen den wil en het
belang van de forensaal-gemeenten uit hun
buitenplaatsen. Het is daarom zoowel in het
belang van de belastingplichtigen als van
forensaal-gemeenten noodig, dat de belasting
der woonforensen wordt los gemaakt van
de plaatselijke inkomstenbelasting om te
bljjven voortbestaan als een afzonderlijke
heffing, waarvan het tarief samenhangt met
datgene wat den band tusschen de gemeente
en den belastingplichtige karakteriseert, b.v.
met den Huur van het verblijf of met de
huurwaarde van de woning.
Maakt men de belasting der woonforensen
los van de plaatselijke inkomstenbelasting,
dar. kan men aan de gemeenten overlaten te
beoordeelen of zij die belasting moet heffen.
Ook de heffing zelve van de belasting wordt
dan aan de gemeenten overgelaten.
Nu de woonforensen voortaan, zooals het
ontwerp voorstelt, in een afzonderlijke be
lasting zullen worden betrokken, zal de wet
van 29 April 1925 tot bevordering van de
richtige heffing der directe belastingen te
hunnen aanzien geen toepassing.meer kunnen
erlangen, tenzij die wet van toepassing wordt
verklaard.
Een bron van bezwaren der tegenwoordige
regeling is gelegen in de omstandigheid,
dat reeds de enkele aanwezigheid tot ver
vulling van een betrekking belastingplicht
doet ontstaan. Deze bezwaren worden onder
vangen. O.m. wordt niet als forens beschouwd
iemand die meer dan 90 dagen in een
beursgebouw aanwezig is als beursbezoeker
en niet de beschikking heeft over een in
het bijzonder voor hem bestemde nis of
een andere bepaaldelijk voor hem gereser
veerde ruimte.
Voorkomen wordt, dat openbare ambtena
ren, wier werkkring zich over meer dan
één gemeente uitstrekt, in de gemeenten
buiten hun standplaats als forens belasting
plichtig zijn.
Het wordt gewenscht geacht, forensen
met lage inkomens tegemoet te komen; daar
om i3 bepaald, dat werkforensen, wier in
komen blijft beneden f2000, in de forensaal-
gemeente slechts één derde zullen hebben
te betalen van wat zij schuldig zouden zijn
als zü in die gemeente hoofdverblijf hadden
zor.der elders werkforens te zijn.
Voorts bevat het ontwerp wijzigingen in
zake den beroepstermijn en het indienen van
bezwaren door de gemeenten.
DE TABAKSWET.
Uitbreiding der commissie van deskundigen.
Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi
ging van de art. 53 en 88a der Tabakswet.
Herhaaldelijk toch hebben sigarettenfabri-
kanten geklaagd dat geen hunner zitting
heeft in de commissie van deskundigen
voor den tabaksaccijns, bedoeld in artikel
53, waardoor hun belangen daar geen
woordvoerder vinden. Die klacht acht de
Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch
van
WALTER BESANT.
door Mej. E. HOOGEWERF.
6)
Ik heb ABhelston niet beschuldigd,"
sprak hij. „Het is echter een waarheid, dat
hier een diefstal heeft plaats gehad en we!
van een groote som gelds; niet meet of
minder dan zeven honderd en twintig
pond."
„Maar wat heeft dat met mijn zoon te
maken?"
„We hebben een voorloopig onderzoek
ingesteld. Ik zal voor u doen. mrs. Arundel,
wat ik voor uw zoon deed en u begrijpt
zelve wel, hoe hij met dit onderzoek in
verband moet staan."
Koud ep zakelijk, zonder bijvoeging van
eigen oordeel, ging mr. Dering voort met
het meedeelen van de feiten. Intusschen
voe'lde mrs. Arundel zich hoe langer hoe
meer beklemd. En, tegen dat hij klaar was
met zijn betoog, was zij wel zoo goed als
zeker van de schuld van haar zoon.
„Ik achtte het 't best." ging hij voort,
„hem onmiddellijk de feiten mee te deelen.
Is hij onschuldig, dacht ik. dan zal hij des
te beter in staat wezen, zijn onschuld te dra
gen en misschien den schuldige te vinden,
is hij schuldig, dan, kan hij, mogelijk, tot
minister gegrond, sedert het lid der com
missie, dat daarin aanvankelijk zitting had
en vroeger de sigarettenfabricage had uit
geoefend, vervangen is door een die zich
hiermede nooit heeft bezig gehouden. De
commissie bestaat, met inbegrip van den
bij Kon. besluit benoemden voorzitter uit
zeven leden, v. w. zes, evenals hun plaats
vervangers, zijn gekozen uit verschillende
bij den tabakshandel en tabaksnijverheid
betrokken categorieën. Voor iemand, van
nabij bekend met de belangen der sigaret-
tenfahrikanten, is er derhalve geen plaats
in te maken, zoüder de belangen van een
andere groep te schaden. De minister acht
't gewenscht hierin verandering te bren
gen en omdat het zou kunnen blijken, dat
het aantal leden ook uit anderen hoofde
nog uitbreiding moet ondergaan, houdt hij
de mogelijkheid hiertoe open door dg thans
voorgestelde redactie van ten minste zeven
en ten hoogste negen leden.
De omstandigheden drie in vorige jaren
hebben geleid tot het verlengen van den
termijn vermeld in artikel 88a, doen zich
nog steeds gelden, zoodat het noodfig is
daartoe andermaal over te gaan. Vandaar
dat de minister voorstelt in art. 88a het
jaar 1928 te wijzigen in 1929.
Het aantal ontheffingen, aanvankelijk
2262 bedragende, was in 1926 ge-slonken tot
1503 en is thans gedaald tot 1247; van de
fabrikanten wier werkplaatsen niet vol
deden aan artikel 23, al. 1, of art. 24,
neemt het aantal ook af. Bovendien wint
de controle aan intensiteit, nu de ambte
naren allerwegen met de uitvoering ver
trouwd zijn geraakt.
VLIEGDIENST HOLLAND—INDIË.
Invoering over negen maanden?
In een persgesprek te Medan heeft de
administrateur van de K. L. M., de heer
Plesman, zich zeer optimistisch uitgelaten
over de met de regeering te houden bespre
king en de eventueele resultaten. Hij hoopt
dat de vliegdienst na negen maanden zal
zijn ingevoerd en besprak de mogelijkheid
om de toestellen, die gebruikt zullen wor
den, naar Indië te doen vliegen. De verbin
ding Nederland-Indië is afhankelijk van de
inrichting van het burgerlijk luchtverkeer
in Indië.
RIJKSUNIFORMEN.
Rapport der kleeding-commissie.
De commissie, in Juli 1924 door den Mi
nister van Financiën ingesteld met de op
dracht te onderzoeken of een meer economi
sche wijze van vervaardiging, levering en
verstrekking van Rijkswege van alle uni
form- en dienstkleeding mogelijk is, heeft
het nuttig gevonden, alvorens haar defini
tief rapport vast te stellen, een ontwerp Ko
ninklijk Besluit tot regeling van de uniform-
kleeding van het geheele burgerlijk rijksper
soneel aan den Minister van Financiën en
door diens tusschenkomst aan den Minister
raad ter beoordeeling toe te zenden.
De voornaamste bepalingen van de nieuwe
regeling zijn:
1. Voor alle rijksdiensten zal één en de
zelfde regeling gelden.
2. Inhouding op het salaris wegens uni
formverstrekking blijft gehandhaafd.
3. Voor de vervaardiging der uniformklee-
ding zal zooveel mogelijk gebruik gemaakt
worden van Rijksgestichtsarbeid.
4. In snit en in te gebruiken grondstoffen
wordt eenheid gebracht.
5. Er wordt ingesteld een permanente
Rijkskleeding-Commissie, die op de naleving
van de nieuwe bepalingen toezicht zal hou
den; verder wordt ingesteld een Rijksklee-
dingbureau, dat centraal de aan de dienst-
kleedingvoorziening verbonden administra
tie voert en als uitvoerend orgaan de Rijks-
kleeding-commissie behulpzaam is in haar
taak. Het bureau ressorteert onder het
Staatsbedrijf Posterijen en Telegrafie. De
kosten van het bureau worden pondsgewijze
door de gezamenlijke diensten gedragen.
De Commissie raamt dat door opvolgen
van haar voorstellen pl.m. 3 ton per jaar zal
worden bezuinigd, ondanks de omstandig
heid, dat voor verscheidene diensten de hoe
veelheid verstrekte kleeding grooter zal zijn
en de hoedanigheid van het verstrekte, in
alle opzichten uitstekend wordt geacht en
ten deele zelfs wordt verbeterd in vergelijk-
békentenis gebracht worden. De feiten be
treffende chèque-boek en safe zijn heel dui
delijk. Ik ben zeker, dat de safe met gee'rï
anderen sleutel is opengemaakt. De eenige,
voor wie ze openstond, zijn Checklev en uw
zoon. En Checkley kan het niet gedaan
hebben; dit is ten eenenmale onmogelijk!"
Mrs. Arundel kreunde:
„Verschrikkelijk is het."
„Intusschen dragen de banknoten een
nummer. Verdere uitgifte is stopgezet. Dus
zullen we' den schuldige door middel van
dit bankpapier nog wel vinden."
„Mr. Dering." mrs. Arundel stond op
en legde haar hand nu op de zijne „u is
een heel oud vriend. Vertel u mij eens. als
die ongelukkige jongen nu hier weggaat,
als hij teruggeeft, hetgeen nog over is van
het geld. als ik de rest bijpas, zal er dan.
verder gevolg gegeven worden aan de
zaak?"
„Hij zou een zware misdaad hebben be
dreven. maar.... als hij bekent en terug
geeft, dan zullen we nog eens zien."
Mr9. Arundel reed weer naar huis. Zij
voor zich voelde zich droevig overtuigd,
dat haar zoon. haar eenige' zoon. en geen
ander, de schuldige moest wezen. Ze kende
het vertrek van mr. Dering zeer goed, ze
had daar wel honderd malen gezeten, ze
kende de safe, ze kende ouwen Checkley.
Ze vatte ook het ten eenenmale onwaar
schijnlijke'. dat de oude klerk zoo iets zou
gedaan hebben.
Op hoe schaamtevolle wijze werd al haar
hoop vernietigd op een mooie loopbaan voor
haar jongen.
Voor het oogenblik bleef er niets anders
over, dan den jongen man eerst tot beken
tenis te brengen en hem dan hier weg te
krijgen.
king met hetgeen tot dusverre werd ver
strekt.
Onder de categorieën van ambtenaren,
welke naar de kleedingcommissie meent,
voor verstrekking van uniformkleeding in
aanmerking zouden komen, noemt zij o.a.
hoofdkommiezen, kommiezen en assistenten
der directe belastingen, invoerrechten en
Accijnzen voor den grensdienst, voor zooveel
de Minister van Financiën voor hen het dra
gen van uniformkleeding heeft voorgeschre
ven.
DE REORGANISATIE
DER ONBEREDEN ARTILLERIE.
De Minister van Oorlog heeft, naar „De
Avp." meldt, omtrent de reorganisatie van
de onbereden artillerie een beslissing ge
nomen, overeenkomstig de door den in
specteur der artillerie gedane voorstellen.
Uit de thans bestaande onbereden artillerie
zullen twee regimenten worden gevormd.
Het le regiment, met totaal drie school-
compagnieën, komt in garnizoen to Gorin-
cbem, terwijl het 2e regiment, met totaal
twee school compagnieën, te Naarden in
garnizoen komt.
Hot korps Luchtdoelartillerie, hetwelk
sterke uitbreiding zal ondergaan, blijft te
Utrecht in garnizoen, terwijl voorts eveneens
te Utrecht de School voor Verlofsofficieren
zal bleven ondergebracht. Utrecht raakt
derhalve het detachement onbereden artillerie
hetwelk er thans aanwezig is, kwjjt, als
mede den staf van het regiment, die te
Gcrinchera zal worden ondergebracht.
De garnizoenen IJmuiden en Hoek van
Holland worden opgeheven.
Het regiment, dat te Gorinchem in gar
nizoen komt, wordt ingedeeld bij de 3de
artillerie brigade te Breda, terwijl dat te
Naarden wordt ingedeeld bjj de 4de artillerie
brigade te Amersfoort.
Omtrent de samenstelling van de regi
menten onbereden artillerie wordt medege
deeld, dat deze ongeveer zal overeenkomen
met die van een regiment veldartillerie.
De reorganisatie zal uiterlijk 15 Dec. a.s.
tot dit voering moeten zijn gekomen.
TWEEDE KAMER.
De leden van de Tweede Kamer zijn in
openbare vergadering bijeengeroepen op
Dinsdag a.s. te 3 uur. Dan zijn aan de orde
de aanbieding dor Staatsbegrooting 1928
en het opmaken van de nominatie voor het
vo or zi ttersch ap
AFWIJKING ARBEIDSWET VOOR
ISRAËLITISCHE BAKKERIJEN.
De Minister van Arbeid, H. en N. heeft
vergund dat in Israël, broodbakkerijen in
alle gemeenten des Rijks door hoofden of
bestuurders en door bakkersgezellen: a. in
den nacht van 25 op 26 Sept. en in de nach
ten van 4 op 5, 9 op 10 en 16 op 17 Oct. a.s.
te middernacht met den bakkersarbeid
wordt aangevangen; b. op 29 Sept. en op
13 en 20 Oct. a.s. baJskersarbeid wordt ver
richt tusschen 4 en 6 uur des voormiddags,
of indien om 5 uur v.m. met den bak
kersarbeid mag worden aangevangen
tusschen 3 en 5 uur des voormiddags. Bo*
vendien mag voor zoover betreft brood
bakkerijen. aan welke eene vergunning,
als bedoeld in art. 37, eerste lid, der Ar
beidswet 1919, is verleend op die dagen
gedurende twee uren vóór het tijdstip,
waarop alsdan de bakkersarbeid mag aan
vangen, arbeid, bestaande in het gereedma
ken van deeg en ovens, verricht worden;
een en ander onder voorwaarde, dat op 27
en 28 Sept. en op 6, 11, 12, 18 en 19 Oct.
in de bakkerijen, waar van deze vergun
ning. gebruik wordt gemaakt, geen arbeid
wordt verricht.
Voorts is vergund dat het in die onder
nemingen na 8 uur des voormiddags van
den vorigen dag gebakken of opgewarmd
brood, of deeg, op 26 en 29 Sept. en op 5,
10, 13, 17 en 20 Oct. a.s. van 8 uur des
voorm. af wordt vervoerd, verkocht of afge
leverd.
Aan deze vergunningen zijn voorwaarden
verbonden, in de desbetreffende ministe-
rieele beschikking vermeld.
BOND VAN NEDERLANDSCHE
SCHILDERSPATROONS.
Op het Woensdagmiddag voortgezexte
congres te Groningen kwam o.m. in behan
Toen zij thuiskwam, was hij kalm, maar
nóg sprekende over de zaak: hij zou wach
ten. tot de ware man ontdekt was en dan
zou de oude heer Dering wel anders praten.
Binnen een paar dagen zou de zaak zeker
in orde komen. Daar twijfelde hij geen
oogenblik aan. Hij was overtuigd, dat het
Checkley was; die oude schurkI
Niet, dat die het alleen gedaan zou heb
ben. Maar hij had natuurlijk medeplich
tigen. Zijn deelname in den diefstal bestond
waarschijnlijk daarin, dat hij het chèque-
boek genomen en het den ander in handen
gespeeld had.
„Wel moeder?" vroeg Athelstan.
Zijn moeder ging zitten, er bleek en
ellendig uitziend.
„Moeder!" riep Hilda. „Toe! Wat zegt
mr. Dering?"
„Hij betschuldigt hem," antwoordde zij,
op harden, stroeven toon. Maar...."
„Maar wat?"
„Hij heeft mij alles en alles verleidt"
Ze barstte in snikken uit, ofschoon ze
anders verachtelijk neerzag op vrouwen,
die huilen, ,,'t Is verschrikkelijk!Ver
schrikkelijk!Ongelooflijk! En toch, wat
moet ik er van denken? Wat moet een
ieder wel denken. Gaat jullie weg. meis
jes!"
Hoewel schoorvoetend, gaven Hilda en
Elsie gevolg aan dien wenk.
„O. mijn zoonHoe kan ik het ge
looven I En toch, aan den eenen kant, een
jongen van twee en twintig, blootgesteld
aan alle verzoekingen van het groote-stads-
leven; en aan den anderen kant een klerk
van vijftig trouwen diensttijd. En toen de
feiten voor je beiden blootgelegd werden,
kalm en bezadigd, vlieg je op en loopt weg,
terwijl Checkley, bedaard, het resultaat vaa
deling het punt betreffende concurrentie
bij inschrijving, dat werd verworpen.
Medegedeeld werd dat als lid van het
hoofdbestuur herbenoemd is de heer L. de
Groot te Rotterdam, met bijna algemeene
stemmen, en dat benoemd zijn de heeren
A. Suiding te Groningen en J. F. Keppel
te 's-Gravenhage.
De gekozenen namen de benoeming aan.
Donderdag werd de vergadering aange
vangen met het jaarverslag over het or
gaan ,,De Schilder."
Blijkens het jaarverslag van den secre
taris den heer L. de Groot te Rotterdam,
heeft de Schildersbond zititnng gekregen ra
de nationale commissie, benoemd om de
fouten in het aanbestedingswezen onder de
oogen te zien.
De aftredende leden der commissie van
redactie, de heeren J. L. Walraven en A.
van Berkum, werden bij acclamatie her
kozen en namen de benoeming aan.
De afd. Hoorn stelde voor, het hoofd
bestuur te verzoeken, zich te wenden tot
do daartoo aan te wijzen Arbeidsbeurzen
met het verzoek de vragen naar bekwaam
heid, werkkracht enz. omtrent aangevraagd
personeel meer serieus te behandelen.
Besloten werd onderhandelingen aan te
knoopen met den directeur-generaal van
den arbeid om eerst informaties te zenden
aan de patroons.
Zwolle stelde voot: de algemeene verga
dering drage het hoofdbestuur op, het
daarheen te leiden, dat uitvoering van on
derhoudswerken vpor het bijzonder onder
wijs voor alle werkgevers mogelijk wordt
gemaakt.
De voorzitter wees op de moeilijkheid
van het voorstel.
Een besluit werd niet genomen.
Als plaats waar de volgende algemeene
vergadering zal worden gehouden werden
Leiden, Middelburg en Deventer genoemd.
Het hoofdbestuur zal de beslissing later
bekend maken.
De begrooting werd in ontvangst en uit
gaaf vastgesteld op een bedrag van f 24.500
Bij de rondvraag werden eenige interne
zaken ter sprake gebracht.
Het hoofdbestuur werd nog gemachtigd
het onderzoek blijft afwachten. O jongen 1"
en ze legde haar hand op zijn arm, maar
durfde de oogen niet opslaan naar dat
schuldige gelaat. „Athelstan, toe, beken nu
en maak nog goed, wat er goed te maken
valt! Beken, toe mijn jongen! Anders word
je nog in hechtenis genomen en gevonnist!
En o!Ik kan niet zeggen hoe verschrik
kelijk allemaal, want die banknoten, die je
gewisseld hebt, waren alle genummerd,
en
Athelstan's drift was nu gestegen tol een
soort waanzin:
„U!" riep hij, „U!.... Mijn eigen moew
der! U gelooft dal? Neen maar! O, nu wor
den we allemaal gek! Word ik dan hier uit
huis gejaagd. Nu. ik zal gaan, ik ga al
Maar dat zweer ik, nooit, nooit, nooit kom
ik weer thuis, tot u. mijn eigen moeder, mij
vergiffenis komt vragen.'
Buiten in den hall, stonden de zusjes vol
vrees te wachten.
.Athelstan!" riep de oudste. In '9 hemels
naam wat heb je uitgevoerd?"
„Vraag dat maar aan Moeder. Die' zal
het je wel vertellen. Ze schijnt het beter
te welen dan ik. Ik ben weggejaagd door
mijn eigen Moeder! Ze zegt. dat ik schuldig
ben, schuldig aan vervalsching in ge
schrifte!"
„Als ze dat zegf, Athelstan," antwoordde
Hilda koud, dan zal ze daar wel haar reden
voor hebben. Ze zou je niet wegjagen voor
niets. Toe. staar me nu niet zoo aan. Be
wijs liever je onschuld!"
„Wat? Jij ook? O. nu word ik door mijn
zusters al evenzeer verjaagd 1"
„Neen. Athelstan, neenl" riep Elsie, zijn
hand vattend. „Niet door alle twee je zus
jes!"
w0ch, kind," sprak hij, haar een kus op
8198
inzake heit collectief arbeodecontract sa
men te werken met andere organisaties-
Hierna werd het congres gesloten.
Bij Kon. besluit is benoemd tot bur
gemeester van Nistelrode de heer J. F. van
de Ven.
PRINS HENDRIK BEZOEKT
INSPECTEUR PAUL.
Prins Hendrik heeft gistermorgen inspec
teur Paul, de onlangs te Den Haag neer
geschoten inspecteur, in het Roode Kruis
Ziekenhuis met een bezoek vereerd.
De Prins informeerde belangstellend naar
den toestand en complimenteerde den in
specteur met zijn kranige houding.
De heer Paul wist van te voren niet dat
de Prins zou komen en was dus niet wei
nig verrast.
ONEERLIJKE DIENSTBODE.
Bij de familie Van T. te Gouda was een
dienstbode in betrekking geweest, die dezer
dageai te Sohoophoven in een anderen
dienst ging. Toen zij goed en wel weg was,
miste mevr. Van T. verschillende pakken
nieuw ondergoed. De veTdecking viel op
de vertrokken dienstbode, de 25-jarige M.
G. van B. en bij huiszoeking werd het ge-
stolene inderdaad teamggevonden. Tevens
bleek de dievegge in haar nieuwen dienst
van den heer des huizes een portefëuille
met f 100 t»e hebben gestolen. Zij is door
de politie gearresteerd en naar Rotterdam
overgebracht.
ERNSTIG ONGELUK VOORKOMEN.
Op den bewaakten overweg bij Haarlem.
Gistermorgen is er aan den bewaakten
spoorwegoverweg aan de Kleverlaan te
Haarlem bijna een ernstig ongeluk gebeurd.
Daar passeerde n.l. een spoortrein uit de
richting Velsen, terwijl de boomen, zoowel
over de trambaan als over den rijweg niet
het voorhoofd drukkend. „Ze zullen jou
ook wel laten gelooven, wat ze zeiven ge
looven. Ze haasten zich, om het te geloo
ven. Ze zijn er blij oml"
„Neen, Alhelstan, ga toch niet wegl"
tlsie sloeg de armen om hem heen. Toon
liever dat ze zich vergissen. Je bent on
schuldig. Ik zal het nooit, nooit gelooven."
Hij kuste haar andermaal en ijlde toen
weg de voordeur met een ruk achter zich
dichtslaand. Ze hoorden zijn voetstappen
nog tot builen weerklinken. Nu was hij
wegl
Toen barstte Elsie in snikken uit. Maar
Hilda ging haar moeder troosten. „Moeder,"
vroeg ze, „Heeft hij het werkelijk gedaan?"
„Mat kan ik anders gelooven? Of hij,
of die oude klerk, moet het gedaan heb
ben. Waar is hij?"
„Hij is weg. Hij zegt, dat hij zal terug-
komen, als zijn onschuld bewezen is. Maar,
moeder, als hij onschuldig is, waarom loopt
hij dan weg? 't Is toch te ongerijmd, dat
hij dit alleen zou doen, omdat wij het ge
looven? Ik heb niets anders gezegd, dan
dat u niet zonder redenen gelooven zoudt.
Onschuldige jongelui loopen toch niet weg,
als ze van diefstal beschuldigd worden. Die
blijven de zaak uitvechten."
Nadat haar moeder en zij eerst wat be
komen waren, trachtte Hilda het geval nog
eens wat kalmer te beschouwen Ze bezat
niet dat heldere doorzicht van haar moe
der; maar ze was ook nog zoo jong.
(Wordt vervolgd).