i/ct/v WIE IS EDMUND GRAY? 68ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 16 September 1927 Tweede Blad No. 20708 BINNENLAND. FEUILLETON. GEMENGD NIEUWS. RECLAME. In de sterrckunde onderscheidt men de sterren naar hare licht sterkte in sterren van de «eerste, tweede, derde grootte" enz. De sterren van de eerste grootte zijn het die ons des avonds het eerst opvallen en door hare schittering tot bewonderend opzien dwingen. Wanneer wij de „ROODE-STER" hiermede in verband brengen, dan is het, omdat ook deze «ster" waarlijk van de eerste grootte genoemd mag worden. Trekken haar schitterende eigenschappen niet terstond de aan dacht? Stemt ook de ROOIMEESTER niet tot nadenken, tot erkenning, dat even onveranderlijk als jaar na jaar de sterren aan den hemel staan, de ROODE-STER haar eerste plaats blijft innemen onder de pijptabakken? Onovertroffen van kwaliteit, volmaakt van samenstelling io het wonder, dat heel Nederland STER-TABAK rookt? ROODE-STER - VAN DE EERSTE GROOTTE! NV. oJi. THE0D0RUS NIEMEIJER. Groningen en RoflerJam. WIJZIGING DER GEMEENTEWET. Betreffende de plaatselijke belastingen. Ingediend is een wetsontwerp tot wij ziging van enkele artikelen van de Gemeente wet betreflende de plaatselijke belastingen. Het is een gevolg van het 11 Augustus 1924 bij de Kamer ingediende ontwerp tot wijzi ging van de Gemeentewet met betrekking tot de plaatselijke belastingen. Verschillende van de daarin voorgestelde bepalingen zou den van zoodanigen nadeeligen invloed zijn op de financiën van sommige gemeenten, dat de Regeering meent, dat ze althans in dezen vorm niet tot wet behooren te worden ver heven. In afwachting van een eventueele verdere behandeling dezer algemeene herziening is het raadzaam geacht, op enkele speciale punten, die in bijzondere mate urgent zijn en waaromtrent groot verschil van gevoelen zich niet behoeft voor te doen, een voor ziening te treffen. In de eerste plaats moet daarbij worden gedacht aan de werkforensen met kleine inkomens, voorts aan de woon- forensen en ten slotte ook aan andere punten van wel is waar ondergeschikt belang, maar waarvan toch in de practqk der belasting administratie de bezwaren zich hebben doen gevoelen. Het belasten van z.g.n. woonforensen naar hun inkomen heeft tot vele bezwaren aan leiding gegeven. De bestaande regeling drijft buitenplaatsbezitters tegen den wil en het belang van de forensaal-gemeenten uit hun buitenplaatsen. Het is daarom zoowel in het belang van de belastingplichtigen als van forensaal-gemeenten noodig, dat de belasting der woonforensen wordt los gemaakt van de plaatselijke inkomstenbelasting om te bljjven voortbestaan als een afzonderlijke heffing, waarvan het tarief samenhangt met datgene wat den band tusschen de gemeente en den belastingplichtige karakteriseert, b.v. met den Huur van het verblijf of met de huurwaarde van de woning. Maakt men de belasting der woonforensen los van de plaatselijke inkomstenbelasting, dar. kan men aan de gemeenten overlaten te beoordeelen of zij die belasting moet heffen. Ook de heffing zelve van de belasting wordt dan aan de gemeenten overgelaten. Nu de woonforensen voortaan, zooals het ontwerp voorstelt, in een afzonderlijke be lasting zullen worden betrokken, zal de wet van 29 April 1925 tot bevordering van de richtige heffing der directe belastingen te hunnen aanzien geen toepassing.meer kunnen erlangen, tenzij die wet van toepassing wordt verklaard. Een bron van bezwaren der tegenwoordige regeling is gelegen in de omstandigheid, dat reeds de enkele aanwezigheid tot ver vulling van een betrekking belastingplicht doet ontstaan. Deze bezwaren worden onder vangen. O.m. wordt niet als forens beschouwd iemand die meer dan 90 dagen in een beursgebouw aanwezig is als beursbezoeker en niet de beschikking heeft over een in het bijzonder voor hem bestemde nis of een andere bepaaldelijk voor hem gereser veerde ruimte. Voorkomen wordt, dat openbare ambtena ren, wier werkkring zich over meer dan één gemeente uitstrekt, in de gemeenten buiten hun standplaats als forens belasting plichtig zijn. Het wordt gewenscht geacht, forensen met lage inkomens tegemoet te komen; daar om i3 bepaald, dat werkforensen, wier in komen blijft beneden f2000, in de forensaal- gemeente slechts één derde zullen hebben te betalen van wat zij schuldig zouden zijn als zü in die gemeente hoofdverblijf hadden zor.der elders werkforens te zijn. Voorts bevat het ontwerp wijzigingen in zake den beroepstermijn en het indienen van bezwaren door de gemeenten. DE TABAKSWET. Uitbreiding der commissie van deskundigen. Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi ging van de art. 53 en 88a der Tabakswet. Herhaaldelijk toch hebben sigarettenfabri- kanten geklaagd dat geen hunner zitting heeft in de commissie van deskundigen voor den tabaksaccijns, bedoeld in artikel 53, waardoor hun belangen daar geen woordvoerder vinden. Die klacht acht de Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch van WALTER BESANT. door Mej. E. HOOGEWERF. 6) Ik heb ABhelston niet beschuldigd," sprak hij. „Het is echter een waarheid, dat hier een diefstal heeft plaats gehad en we! van een groote som gelds; niet meet of minder dan zeven honderd en twintig pond." „Maar wat heeft dat met mijn zoon te maken?" „We hebben een voorloopig onderzoek ingesteld. Ik zal voor u doen. mrs. Arundel, wat ik voor uw zoon deed en u begrijpt zelve wel, hoe hij met dit onderzoek in verband moet staan." Koud ep zakelijk, zonder bijvoeging van eigen oordeel, ging mr. Dering voort met het meedeelen van de feiten. Intusschen voe'lde mrs. Arundel zich hoe langer hoe meer beklemd. En, tegen dat hij klaar was met zijn betoog, was zij wel zoo goed als zeker van de schuld van haar zoon. „Ik achtte het 't best." ging hij voort, „hem onmiddellijk de feiten mee te deelen. Is hij onschuldig, dacht ik. dan zal hij des te beter in staat wezen, zijn onschuld te dra gen en misschien den schuldige te vinden, is hij schuldig, dan, kan hij, mogelijk, tot minister gegrond, sedert het lid der com missie, dat daarin aanvankelijk zitting had en vroeger de sigarettenfabricage had uit geoefend, vervangen is door een die zich hiermede nooit heeft bezig gehouden. De commissie bestaat, met inbegrip van den bij Kon. besluit benoemden voorzitter uit zeven leden, v. w. zes, evenals hun plaats vervangers, zijn gekozen uit verschillende bij den tabakshandel en tabaksnijverheid betrokken categorieën. Voor iemand, van nabij bekend met de belangen der sigaret- tenfahrikanten, is er derhalve geen plaats in te maken, zoüder de belangen van een andere groep te schaden. De minister acht 't gewenscht hierin verandering te bren gen en omdat het zou kunnen blijken, dat het aantal leden ook uit anderen hoofde nog uitbreiding moet ondergaan, houdt hij de mogelijkheid hiertoe open door dg thans voorgestelde redactie van ten minste zeven en ten hoogste negen leden. De omstandigheden drie in vorige jaren hebben geleid tot het verlengen van den termijn vermeld in artikel 88a, doen zich nog steeds gelden, zoodat het noodfig is daartoe andermaal over te gaan. Vandaar dat de minister voorstelt in art. 88a het jaar 1928 te wijzigen in 1929. Het aantal ontheffingen, aanvankelijk 2262 bedragende, was in 1926 ge-slonken tot 1503 en is thans gedaald tot 1247; van de fabrikanten wier werkplaatsen niet vol deden aan artikel 23, al. 1, of art. 24, neemt het aantal ook af. Bovendien wint de controle aan intensiteit, nu de ambte naren allerwegen met de uitvoering ver trouwd zijn geraakt. VLIEGDIENST HOLLAND—INDIË. Invoering over negen maanden? In een persgesprek te Medan heeft de administrateur van de K. L. M., de heer Plesman, zich zeer optimistisch uitgelaten over de met de regeering te houden bespre king en de eventueele resultaten. Hij hoopt dat de vliegdienst na negen maanden zal zijn ingevoerd en besprak de mogelijkheid om de toestellen, die gebruikt zullen wor den, naar Indië te doen vliegen. De verbin ding Nederland-Indië is afhankelijk van de inrichting van het burgerlijk luchtverkeer in Indië. RIJKSUNIFORMEN. Rapport der kleeding-commissie. De commissie, in Juli 1924 door den Mi nister van Financiën ingesteld met de op dracht te onderzoeken of een meer economi sche wijze van vervaardiging, levering en verstrekking van Rijkswege van alle uni form- en dienstkleeding mogelijk is, heeft het nuttig gevonden, alvorens haar defini tief rapport vast te stellen, een ontwerp Ko ninklijk Besluit tot regeling van de uniform- kleeding van het geheele burgerlijk rijksper soneel aan den Minister van Financiën en door diens tusschenkomst aan den Minister raad ter beoordeeling toe te zenden. De voornaamste bepalingen van de nieuwe regeling zijn: 1. Voor alle rijksdiensten zal één en de zelfde regeling gelden. 2. Inhouding op het salaris wegens uni formverstrekking blijft gehandhaafd. 3. Voor de vervaardiging der uniformklee- ding zal zooveel mogelijk gebruik gemaakt worden van Rijksgestichtsarbeid. 4. In snit en in te gebruiken grondstoffen wordt eenheid gebracht. 5. Er wordt ingesteld een permanente Rijkskleeding-Commissie, die op de naleving van de nieuwe bepalingen toezicht zal hou den; verder wordt ingesteld een Rijksklee- dingbureau, dat centraal de aan de dienst- kleedingvoorziening verbonden administra tie voert en als uitvoerend orgaan de Rijks- kleeding-commissie behulpzaam is in haar taak. Het bureau ressorteert onder het Staatsbedrijf Posterijen en Telegrafie. De kosten van het bureau worden pondsgewijze door de gezamenlijke diensten gedragen. De Commissie raamt dat door opvolgen van haar voorstellen pl.m. 3 ton per jaar zal worden bezuinigd, ondanks de omstandig heid, dat voor verscheidene diensten de hoe veelheid verstrekte kleeding grooter zal zijn en de hoedanigheid van het verstrekte, in alle opzichten uitstekend wordt geacht en ten deele zelfs wordt verbeterd in vergelijk- békentenis gebracht worden. De feiten be treffende chèque-boek en safe zijn heel dui delijk. Ik ben zeker, dat de safe met gee'rï anderen sleutel is opengemaakt. De eenige, voor wie ze openstond, zijn Checklev en uw zoon. En Checkley kan het niet gedaan hebben; dit is ten eenenmale onmogelijk!" Mrs. Arundel kreunde: „Verschrikkelijk is het." „Intusschen dragen de banknoten een nummer. Verdere uitgifte is stopgezet. Dus zullen we' den schuldige door middel van dit bankpapier nog wel vinden." „Mr. Dering." mrs. Arundel stond op en legde haar hand nu op de zijne „u is een heel oud vriend. Vertel u mij eens. als die ongelukkige jongen nu hier weggaat, als hij teruggeeft, hetgeen nog over is van het geld. als ik de rest bijpas, zal er dan. verder gevolg gegeven worden aan de zaak?" „Hij zou een zware misdaad hebben be dreven. maar.... als hij bekent en terug geeft, dan zullen we nog eens zien." Mr9. Arundel reed weer naar huis. Zij voor zich voelde zich droevig overtuigd, dat haar zoon. haar eenige' zoon. en geen ander, de schuldige moest wezen. Ze kende het vertrek van mr. Dering zeer goed, ze had daar wel honderd malen gezeten, ze kende de safe, ze kende ouwen Checkley. Ze vatte ook het ten eenenmale onwaar schijnlijke'. dat de oude klerk zoo iets zou gedaan hebben. Op hoe schaamtevolle wijze werd al haar hoop vernietigd op een mooie loopbaan voor haar jongen. Voor het oogenblik bleef er niets anders over, dan den jongen man eerst tot beken tenis te brengen en hem dan hier weg te krijgen. king met hetgeen tot dusverre werd ver strekt. Onder de categorieën van ambtenaren, welke naar de kleedingcommissie meent, voor verstrekking van uniformkleeding in aanmerking zouden komen, noemt zij o.a. hoofdkommiezen, kommiezen en assistenten der directe belastingen, invoerrechten en Accijnzen voor den grensdienst, voor zooveel de Minister van Financiën voor hen het dra gen van uniformkleeding heeft voorgeschre ven. DE REORGANISATIE DER ONBEREDEN ARTILLERIE. De Minister van Oorlog heeft, naar „De Avp." meldt, omtrent de reorganisatie van de onbereden artillerie een beslissing ge nomen, overeenkomstig de door den in specteur der artillerie gedane voorstellen. Uit de thans bestaande onbereden artillerie zullen twee regimenten worden gevormd. Het le regiment, met totaal drie school- compagnieën, komt in garnizoen to Gorin- cbem, terwijl het 2e regiment, met totaal twee school compagnieën, te Naarden in garnizoen komt. Hot korps Luchtdoelartillerie, hetwelk sterke uitbreiding zal ondergaan, blijft te Utrecht in garnizoen, terwijl voorts eveneens te Utrecht de School voor Verlofsofficieren zal bleven ondergebracht. Utrecht raakt derhalve het detachement onbereden artillerie hetwelk er thans aanwezig is, kwjjt, als mede den staf van het regiment, die te Gcrinchera zal worden ondergebracht. De garnizoenen IJmuiden en Hoek van Holland worden opgeheven. Het regiment, dat te Gorinchem in gar nizoen komt, wordt ingedeeld bij de 3de artillerie brigade te Breda, terwijl dat te Naarden wordt ingedeeld bjj de 4de artillerie brigade te Amersfoort. Omtrent de samenstelling van de regi menten onbereden artillerie wordt medege deeld, dat deze ongeveer zal overeenkomen met die van een regiment veldartillerie. De reorganisatie zal uiterlijk 15 Dec. a.s. tot dit voering moeten zijn gekomen. TWEEDE KAMER. De leden van de Tweede Kamer zijn in openbare vergadering bijeengeroepen op Dinsdag a.s. te 3 uur. Dan zijn aan de orde de aanbieding dor Staatsbegrooting 1928 en het opmaken van de nominatie voor het vo or zi ttersch ap AFWIJKING ARBEIDSWET VOOR ISRAËLITISCHE BAKKERIJEN. De Minister van Arbeid, H. en N. heeft vergund dat in Israël, broodbakkerijen in alle gemeenten des Rijks door hoofden of bestuurders en door bakkersgezellen: a. in den nacht van 25 op 26 Sept. en in de nach ten van 4 op 5, 9 op 10 en 16 op 17 Oct. a.s. te middernacht met den bakkersarbeid wordt aangevangen; b. op 29 Sept. en op 13 en 20 Oct. a.s. baJskersarbeid wordt ver richt tusschen 4 en 6 uur des voormiddags, of indien om 5 uur v.m. met den bak kersarbeid mag worden aangevangen tusschen 3 en 5 uur des voormiddags. Bo* vendien mag voor zoover betreft brood bakkerijen. aan welke eene vergunning, als bedoeld in art. 37, eerste lid, der Ar beidswet 1919, is verleend op die dagen gedurende twee uren vóór het tijdstip, waarop alsdan de bakkersarbeid mag aan vangen, arbeid, bestaande in het gereedma ken van deeg en ovens, verricht worden; een en ander onder voorwaarde, dat op 27 en 28 Sept. en op 6, 11, 12, 18 en 19 Oct. in de bakkerijen, waar van deze vergun ning. gebruik wordt gemaakt, geen arbeid wordt verricht. Voorts is vergund dat het in die onder nemingen na 8 uur des voormiddags van den vorigen dag gebakken of opgewarmd brood, of deeg, op 26 en 29 Sept. en op 5, 10, 13, 17 en 20 Oct. a.s. van 8 uur des voorm. af wordt vervoerd, verkocht of afge leverd. Aan deze vergunningen zijn voorwaarden verbonden, in de desbetreffende ministe- rieele beschikking vermeld. BOND VAN NEDERLANDSCHE SCHILDERSPATROONS. Op het Woensdagmiddag voortgezexte congres te Groningen kwam o.m. in behan Toen zij thuiskwam, was hij kalm, maar nóg sprekende over de zaak: hij zou wach ten. tot de ware man ontdekt was en dan zou de oude heer Dering wel anders praten. Binnen een paar dagen zou de zaak zeker in orde komen. Daar twijfelde hij geen oogenblik aan. Hij was overtuigd, dat het Checkley was; die oude schurkI Niet, dat die het alleen gedaan zou heb ben. Maar hij had natuurlijk medeplich tigen. Zijn deelname in den diefstal bestond waarschijnlijk daarin, dat hij het chèque- boek genomen en het den ander in handen gespeeld had. „Wel moeder?" vroeg Athelstan. Zijn moeder ging zitten, er bleek en ellendig uitziend. „Moeder!" riep Hilda. „Toe! Wat zegt mr. Dering?" „Hij betschuldigt hem," antwoordde zij, op harden, stroeven toon. Maar...." „Maar wat?" „Hij heeft mij alles en alles verleidt" Ze barstte in snikken uit, ofschoon ze anders verachtelijk neerzag op vrouwen, die huilen, ,,'t Is verschrikkelijk!Ver schrikkelijk!Ongelooflijk! En toch, wat moet ik er van denken? Wat moet een ieder wel denken. Gaat jullie weg. meis jes!" Hoewel schoorvoetend, gaven Hilda en Elsie gevolg aan dien wenk. „O. mijn zoonHoe kan ik het ge looven I En toch, aan den eenen kant, een jongen van twee en twintig, blootgesteld aan alle verzoekingen van het groote-stads- leven; en aan den anderen kant een klerk van vijftig trouwen diensttijd. En toen de feiten voor je beiden blootgelegd werden, kalm en bezadigd, vlieg je op en loopt weg, terwijl Checkley, bedaard, het resultaat vaa deling het punt betreffende concurrentie bij inschrijving, dat werd verworpen. Medegedeeld werd dat als lid van het hoofdbestuur herbenoemd is de heer L. de Groot te Rotterdam, met bijna algemeene stemmen, en dat benoemd zijn de heeren A. Suiding te Groningen en J. F. Keppel te 's-Gravenhage. De gekozenen namen de benoeming aan. Donderdag werd de vergadering aange vangen met het jaarverslag over het or gaan ,,De Schilder." Blijkens het jaarverslag van den secre taris den heer L. de Groot te Rotterdam, heeft de Schildersbond zititnng gekregen ra de nationale commissie, benoemd om de fouten in het aanbestedingswezen onder de oogen te zien. De aftredende leden der commissie van redactie, de heeren J. L. Walraven en A. van Berkum, werden bij acclamatie her kozen en namen de benoeming aan. De afd. Hoorn stelde voor, het hoofd bestuur te verzoeken, zich te wenden tot do daartoo aan te wijzen Arbeidsbeurzen met het verzoek de vragen naar bekwaam heid, werkkracht enz. omtrent aangevraagd personeel meer serieus te behandelen. Besloten werd onderhandelingen aan te knoopen met den directeur-generaal van den arbeid om eerst informaties te zenden aan de patroons. Zwolle stelde voot: de algemeene verga dering drage het hoofdbestuur op, het daarheen te leiden, dat uitvoering van on derhoudswerken vpor het bijzonder onder wijs voor alle werkgevers mogelijk wordt gemaakt. De voorzitter wees op de moeilijkheid van het voorstel. Een besluit werd niet genomen. Als plaats waar de volgende algemeene vergadering zal worden gehouden werden Leiden, Middelburg en Deventer genoemd. Het hoofdbestuur zal de beslissing later bekend maken. De begrooting werd in ontvangst en uit gaaf vastgesteld op een bedrag van f 24.500 Bij de rondvraag werden eenige interne zaken ter sprake gebracht. Het hoofdbestuur werd nog gemachtigd het onderzoek blijft afwachten. O jongen 1" en ze legde haar hand op zijn arm, maar durfde de oogen niet opslaan naar dat schuldige gelaat. „Athelstan, toe, beken nu en maak nog goed, wat er goed te maken valt! Beken, toe mijn jongen! Anders word je nog in hechtenis genomen en gevonnist! En o!Ik kan niet zeggen hoe verschrik kelijk allemaal, want die banknoten, die je gewisseld hebt, waren alle genummerd, en Athelstan's drift was nu gestegen tol een soort waanzin: „U!" riep hij, „U!.... Mijn eigen moew der! U gelooft dal? Neen maar! O, nu wor den we allemaal gek! Word ik dan hier uit huis gejaagd. Nu. ik zal gaan, ik ga al Maar dat zweer ik, nooit, nooit, nooit kom ik weer thuis, tot u. mijn eigen moeder, mij vergiffenis komt vragen.' Buiten in den hall, stonden de zusjes vol vrees te wachten. .Athelstan!" riep de oudste. In '9 hemels naam wat heb je uitgevoerd?" „Vraag dat maar aan Moeder. Die' zal het je wel vertellen. Ze schijnt het beter te welen dan ik. Ik ben weggejaagd door mijn eigen Moeder! Ze zegt. dat ik schuldig ben, schuldig aan vervalsching in ge schrifte!" „Als ze dat zegf, Athelstan," antwoordde Hilda koud, dan zal ze daar wel haar reden voor hebben. Ze zou je niet wegjagen voor niets. Toe. staar me nu niet zoo aan. Be wijs liever je onschuld!" „Wat? Jij ook? O. nu word ik door mijn zusters al evenzeer verjaagd 1" „Neen. Athelstan, neenl" riep Elsie, zijn hand vattend. „Niet door alle twee je zus jes!" w0ch, kind," sprak hij, haar een kus op 8198 inzake heit collectief arbeodecontract sa men te werken met andere organisaties- Hierna werd het congres gesloten. Bij Kon. besluit is benoemd tot bur gemeester van Nistelrode de heer J. F. van de Ven. PRINS HENDRIK BEZOEKT INSPECTEUR PAUL. Prins Hendrik heeft gistermorgen inspec teur Paul, de onlangs te Den Haag neer geschoten inspecteur, in het Roode Kruis Ziekenhuis met een bezoek vereerd. De Prins informeerde belangstellend naar den toestand en complimenteerde den in specteur met zijn kranige houding. De heer Paul wist van te voren niet dat de Prins zou komen en was dus niet wei nig verrast. ONEERLIJKE DIENSTBODE. Bij de familie Van T. te Gouda was een dienstbode in betrekking geweest, die dezer dageai te Sohoophoven in een anderen dienst ging. Toen zij goed en wel weg was, miste mevr. Van T. verschillende pakken nieuw ondergoed. De veTdecking viel op de vertrokken dienstbode, de 25-jarige M. G. van B. en bij huiszoeking werd het ge- stolene inderdaad teamggevonden. Tevens bleek de dievegge in haar nieuwen dienst van den heer des huizes een portefëuille met f 100 t»e hebben gestolen. Zij is door de politie gearresteerd en naar Rotterdam overgebracht. ERNSTIG ONGELUK VOORKOMEN. Op den bewaakten overweg bij Haarlem. Gistermorgen is er aan den bewaakten spoorwegoverweg aan de Kleverlaan te Haarlem bijna een ernstig ongeluk gebeurd. Daar passeerde n.l. een spoortrein uit de richting Velsen, terwijl de boomen, zoowel over de trambaan als over den rijweg niet het voorhoofd drukkend. „Ze zullen jou ook wel laten gelooven, wat ze zeiven ge looven. Ze haasten zich, om het te geloo ven. Ze zijn er blij oml" „Neen, Alhelstan, ga toch niet wegl" tlsie sloeg de armen om hem heen. Toon liever dat ze zich vergissen. Je bent on schuldig. Ik zal het nooit, nooit gelooven." Hij kuste haar andermaal en ijlde toen weg de voordeur met een ruk achter zich dichtslaand. Ze hoorden zijn voetstappen nog tot builen weerklinken. Nu was hij wegl Toen barstte Elsie in snikken uit. Maar Hilda ging haar moeder troosten. „Moeder," vroeg ze, „Heeft hij het werkelijk gedaan?" „Mat kan ik anders gelooven? Of hij, of die oude klerk, moet het gedaan heb ben. Waar is hij?" „Hij is weg. Hij zegt, dat hij zal terug- komen, als zijn onschuld bewezen is. Maar, moeder, als hij onschuldig is, waarom loopt hij dan weg? 't Is toch te ongerijmd, dat hij dit alleen zou doen, omdat wij het ge looven? Ik heb niets anders gezegd, dan dat u niet zonder redenen gelooven zoudt. Onschuldige jongelui loopen toch niet weg, als ze van diefstal beschuldigd worden. Die blijven de zaak uitvechten." Nadat haar moeder en zij eerst wat be komen waren, trachtte Hilda het geval nog eens wat kalmer te beschouwen Ze bezat niet dat heldere doorzicht van haar moe der; maar ze was ook nog zoo jong. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 5