68s" JAARGANG DINSDAG 13 SEPTEM8ER 1927 No. 20705 Officieele Kennisgevingen. STADSNIEUWS. Het voornaamste nieuws van heden. LEIDSCH DAGBLAD PRJJS DER ADVERTENTIËN: 30 Cts. per regel. Bij regeiabonnement belangrijk lageren prijs. Kleine Advertentiën uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts. bij een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van brieven 10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts. Bureau Noordeindspleln Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postchèque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54 PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden 2.35, per week0.18 Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week 0.18 Franco per post 2.35 portokosten. Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen EERSTE BLAD. DRANKWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemeene kennis, dat J. Bruininkx, te Alphen aan den Rijn, een verzoek heeft ingediend ter bekoming van verlof voor den verkoop van alcoholhou denden, anderen dan sterken drank, voor gebruik ter plaatse van verkoop in het benedenlokaal van het perceel Zuid singel 30. A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 13 September 1927. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Le^n brengen ter algemeene kennis, dat door nen de beslissing op het verzoek van J. C. Oua, om vergunning tot het oprichten van een een inrichting voor het bewerken van vleesch in hel perceel Janvossensleeg No 30, kadastraal bekend Gemeente Leiden, Sectie H. No. 1239, is verdaagd. A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 12 September 1927. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemeene kennis, dat zij uit sluitend ten aanzien van den verkoop van artikelen op 13, 16 en 18 dezer tijdens en op de tentoonsleling van de afd. Leiden van de-Kon. Ned. Maatschappij van Tuin bouw- en Plantkunde in de Stadsgehoor zaal, ontheffing hebben verleend van het stuitingsuur voor winkels. A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 13 September 1927. HET HALVE-EEUWFEEST VAN DE LE1DSCHE AFDEELING DER KON. MIJ. VOOR TUINBOUW- EN PLANTKUNDE. Het is reeds geruimen tijd geleden, dat het bestuur van de afdeeling Leiden der Koninklijke Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde in een harer maandelijksche ledenvergaderingen met het voorstel kwam om het vijftigjarig bestaan der aldeeling op feestelijke wijze te herden ken. Er zijn ook in het verenigingsleven zekere gebeurtenissen, waarvan een volko men negeeren vrij wel gelijk zou slaan met een miskenning, soms zelfs ontkenning van het bestaansrech' en wie geregeld de ver slagen van de afdeelingsvergadenngen leest, welke door de vriendelijke bemiddeling van den heer Maler in ons Blad plegen te ver schijnen, zal daaruit zonder veel moeite hebben kunnen concludeeren. dat de plaat selijke aldeeling van bovengenoemde maat schappij zich in een opgewekt verenigings leven mag verheugen, om van eenigen twij fel omtrent haar bestaansrecht maar niet te spreken. Het behoefde om deze reden dan ook aller minst verwondering te wekken, dat, waar het hier een dergelijk gewichtig feit ^Is het vijftigjarig bestaan betrof, het bestuursvoor stel bi] de leden een enthousiast onthaal vond. Er vormde zich onmiddellijk een rege lingscommissie, welke onder voorzitter schap van den president, den heer E. 1 h. Witte, aanstonds naarstiglijk hare werk zaamheden aanving. Zoo af en toe lekte er eens iets van de feestplannen tot de buitenwereld door, wat de perspectieven tot een grootsche feestvie ring opende, maar het Techte wist men er toch niet van Totdat, na maanden langen, gestadigen voorbereidenden arbeid, in de vak- en dag bladpers het feestprogramma in zijn geheel verscheen, dat de gekoesterde verwachtin gen nog vene overtrof. De lezer kent het. een tentoonstelling, van bloeiende planten, waarvan in verband met den bloeitijd de dahlia's de voornaamste zouden zijn. vormde den hoofdschotel; het Hoofdbestuur deed toezegging de jaarlijksche vriendschappelijke bijeenkomst in de feest- week in Leiden te doen plaats vinden, ter wijl last not least een tweetal opvoeringen zou worden gegeven van Koeberg's schep ping „Bloemensproke". bij vele stadgenoolen welbekend van de lustrumviering in 1915. Voorwaar een veelbelovend programma! En die belofte is heden voor wat het eerste gedeelte betreft, in vervulling ge gaan. Wie in de komende dagen lot en met Zondag a.s een bezoek brengt aan de Stads gehoorzaal, zal evenals wij vanmiddag, verwonderd staan over de schitterende bloe menpracht, welke daar is tentoongesteld. Hij zal, wanneer hij een leek is, tot de conclusie komen, dat het begrip „dahlia" zeer vaag is en zichzelf moeten bekennen nimmer geweten te hebben, dat er zóóvele variëteiten in dahlia's bestonden; is hij evenwel vakman, dan zal hij niet kunnen nalaten goedkeurend te knikken over het geen de leden van de afdeeling Leiden op dit gebied hebben weten te bereiken. Maar beiden, zoowel vakman als leek, zullen grif erkennen, dat èn de regelings- ccmmissie èn de leden in alle opzichten eer van hun werk hebben en kosten noch moeite gespaard zijn geworden om aan deze tentoonstelling een karakter te verleenen, de viering van een gouden jubileum eener bloeiende vereeniging waardig. Op de inzendingen zelve, welke behalve een gedeelte van de hall, de groote en kleine zaal benevens den foyer in beslag nemen, hopen wij morgen uitvoeriger terug te komen. Hedenmiddag te ruim halfdrie heeft in de receptiekamers der Stadsgehoorzaal de offi cieele opening plaats gehad. Onder de talrijke genoodigden merken wij o.m. op de burgemeester en zijn echtge- noole, de heer en mevr. Van de Sande Bak- huyzen, de commandant van het 4de regt. infanterie, overste Kist, jhr. van Tets van Goöichalxoord, baron v. Palland van Roo sendaal en de heer J. C. M. Mensing als leden van het Hoofdbestuur der Maat schappij, de heer K. C. van Nes, architect van den Leidschen Hout, de dijkgraaf van Rijnland, de heer Pijnacker Hordijk, prof. mr. E. M. Meyers als vertegenwoordiger van den Academischen Senaat, de heer K. H. M. van der Zande, inspecteur bij het Land- en Tuinbouwonderwijs, ir. Touw als voorzitter van de Rotary-club, de praeses collegii, jhr. J.G. A. de Ranitz, de gemeente secretaris, mr. v. Strijen en de referendaris ter gemeente-secretarie, de heer Rosier, be nevens tal van belangstellenden en andere personen. De voorzitter, de heer E. Th. Witte opende de tentoonstelling met het uitspreken van een rede, waaraan wij het volgende ont- leencn: Rede van den heer Witte. Toen de eerste circulaire, waarin steun voor deze feesten werd gevraagd, in zee ging, stond daarin woordelijk vermeld: In dit tijdsverloop heeft de afdeeling veel nuttig werk op tuinbouwgebied kunnen ver richten, zoodat er alle aanleiding bestaat dit jubileum feestelijk le herdenken. Spr. stelde daarna de vraag; heeft de af deeling dit werkelijk gedaan en dus voldaan aan hetgeen artikel 2 van het huishoudelijk reglement haar voorschrijft, nl. lo. het be vorderen van vakkennis en tuinbouwonder wijs. Het antwoord op deze vraag luidt; ruim 27 jaar heeft de afdeeling onafgebro ken een algemeenen tuinbouwc.ursus gehou den en reeds voor dien lijd onderhield zij leergangen in tuinteekenen. Gedurende 25 jaar zijn bijna onafgebro ken onderhouden speciaalcursussen in tuin teekenen, bloemisterij, bemestingsleer, don- drologie, enz. Dit jaar staat te openen een algemeenen tuinbouwcursus met 28 en een speciaal- cursus in aanleg en onderhoud van tuinen met 25 leerlingen. Hierin heeft zij steeds aangenaam samen gewerkt met de Leidsche Tuiniers- en Bloe- mistenvereeniging „Door Eendracht Ver bonden", met de Leidsche afdeeling van den Bond van Oudleerlingen van Winlercursus- sen en niet het minst met den Rijks Tuin- bouwconsulent. In antwoord op de tweede vraag: heeft de afdeeling voldoende aandacht geschonken aan het organiseeren en steunen van keu ringen en tentoonstellingen, merkt spr. op, dat reeds vanaf de oprichting plaatselijke tuinbouwtentoonstellingen in „Zomerzorg" en later demonstraties van bloemen van een bepaald seizoen in Zomerzorg en de Gehoorzaal werden gehouden. Toen kwamen de tijden der keuringen en zijn er door de afdeeling in samenwerking met de vaste-keuringscommissie en de Ned. Dahliavereeniging een groote keuring en twee speciale Dahlia-keuringen georgani seerd. Op één verregende na zijn alle, in ieder opzicht een succes geweest. Ook het houden van vergaderingen en bijeenkomsten behoorde tot het vaste werk plan der afdeeling. Gedurende vijftig jaar werden zeker ieder jaar steeds *3 a 7 ver gaderingen gehouden, die gemiddeld door 30 lot 40 leden werden bezocht Tal van buitengewone vergaderingen, voordrachten, cursussen en wandel-leera- ren tot film-avonden toe werden georgani seerd. Wat betreft het inrichten en instand houden van proeftuinen, zegt spr., dat reeds 27 jaar geleden de eerste proeftuinen voor proeven met hulpmeststof'en op de kwee- kerijen van de heeren Kriest en Bal lego werden aangelegd. Nog drie keer daarna werden proeftuinen voor dahlia's aange legd, doch telkens slechts dan, wanneer de wenschelijkheid er toe bleek. De afdeeling stelde zich steeds op het standpunt, dat de verdiensten van hen, die zich op tuinbouwgebied op een of an dere wijze onderscheidden, erkend moesten worden. Toen de maatschappij zelf alleen voor veertig-jarigen dienst een blijk van erkenning gaf. deed de afdeeling diï reeds dertig jaar geleden voor 25-jarigen dienst en gaf daarmede aan alle afdeelingen het voorbeeld. Steeds worden de jubilarissen opgezocht en in vergaderingen de medailles uitgereikt. Steeds werd gebruik gemaakt van alle wettige middelen, die tot het doel zouden kunnen leiden. Spr. wil hier verder nog slechts noemen de gehouden excursies; er werd geholpen aan het organiseeren van Floraliatenloonstellingen; de kweekwed- slrijden der Ver. Door Eendracht Verbonden werden gesteund; er werden prijzen be schikbaar gesteld voor tuintjeswedstrijden en voor prijsvragen; het initiatief werd ge nomen tot het oprichten der Vereeniging v. School- en Werktuinen; de afdeeling wend de zich tot het gemeentebestuur voor het verbeteren van parkaanleg, zoo in zake bet Kooipark en v. d. Werfpark; de advies- bureaux voor tuinbouw-aangelegenheden werden door de afdeeling opgericht. Komende aan het einde van zijn betoog zeide de heer Witte, dat, volgens artikel 1 van haar huishoudelijk reglement, de a\<l. ten doel heeft het bevorderen van den Tuinbouw in den meest uitgebreiden zin. Zij heeft dus vijftig jaar loyaal aan dit voorschrift en daarmede aan de statuten der Maatschappij voldaan en zal daarmede blijven voortgaan, zoolang eensgezindheid onder de leden en vertrouwen in het be stuur blijven bestaan. En daarom meende de heer Witte ook. dat er inderdaad aanleiding bestond het vijftig-jarig bestaan der afdeeling feestelijk te herdenken. Na deze toespraak volgden luide toejui chingen, waarna drt heer Witte den burge meester verzocht de openingsplechtigheid te willen verrichten. Rede van den burgemeester. U heeft mij de eer aangedaan aldus ving de heer van de Sande Bakhuyzen aan mij te verzoeken de tentoonstelling die Uwe Afde'eling organiseert ter herdenking van haar 50-jarig bestaan te openen. Ik dank U daarvoor en geef gaarne gevolg aan dit verzoek. Ik vang dan aan, gelijk het past, wanneer men bij een jarige op bezoek komt. u een hartelijken gelukwensch aan te bieden met dit voor u en voor de gemeente zeer heuglijke feit. een gelukwensch namens de gansche burgerij. De gansche burgerij toch heeft reden om zich met u te verheugen, de geheele gemeen schap is u veel dank verschuldigd, omdat het resultaat van uw werk voor ons tot uiting komt in een vervroolijking van ons leveh, een versiering van hof en huis, een verlustiging van ons oog. Leiden heeft echter naast de reden tot dankbaarheid ook reden om trotsch te zijn op wat uwe afdeeling en haar individueele leden tot stand bre'ngen. Gij, mijne heeren, vertegenwoordigt een Leidsch bedrijf dat voor zichzelf en voor de stad naam gemaakt heeft lot builen de grenzen van ons land- Het oude Leiden, en nu spreek ik van de dage'n van mijn jeugd, toen de singels nog de stad afsloten, was omgeven door tal van kweekerijen, zij vormden een gordel van schitterende.kleuren, kleuren die ons land schap, wanneer de zon ons onthouden wordt zoo broodnoodig heeft om de stemming op te wekken. De uitbreiding van de stad heeft die kweekerijen gedeeltelijk ingebouwd, ge deeltelijk naar de nieuwe grenzen gedreven, om straks misschien, als wij niet waak zaam zijn, buiten de gemeente terecht te komen. Een tuinstad in den zin waarin we dat tegenwoordig van verscheidene nieuwe ge meenten mogen zeggen, is Leiden niet, maar Leiden is en was altijd in hooge mate een stad van tuinen. Tal van heerenhuizen in alle deelen der stad hebben schitterende en zeer typische stadstuinen. Het publiek ziet die niet, maar onze plantsoenen en parken mogen gezien worden en deze zoowel als ons pronkjuweel, de hortus, vergoeden ons veel van hetgeen sommige doodsche muren ons onthouden. De nieuwe uitleg van de stad echter bood u de gelegenheid meer voor het oog te treden van het publiek en de kunde der Leidsche bloemisten, de pro ducten der Leidsche kweekers vervroolijken tal van nieuwe en anders zeer doodsche straten. Maar de Leidsche kweekerijen hebben meer gedaan dan gelijken tred houden met de uitbreiding der stad. Ik aarzel niet te verklaren, dat zij hun werkingssfeer tot ver builen de grenzen hebben kunnen uit breiden. Zag ik niet, toen ik nog in den vreemde vertoefde, en het deed mijn hart goed, dat een Leidsche kweeker den hof van een Noorsch koning sierde? en hem werd op gedragen de Nederlandsche inzending op een tentoonstelling in St.-Petersburg uit te stallen. Die tegenwoordige kweekers en bloemis ten, die zoo bij uitstek nijvere klasse van onze burgerij, zij doen niet anders dan een mooie traditie op krachtdadige en succes volle wijze voortzetten. Ik mag hier noemen de namen van bloe misten als Arenlz en Rodbard. die een we reldreputatie genoten en zou ik vandaag zwijgen van Siebold. die meer dan eenig ander misschien gedaan heeft voor de wor ding van het kweekbedrijf en aan hem en zijn culluurchef Mater danken wij nog vele fraaie planten. De kweekers hebben niet stil gezeten en zijn op den ingeslagen weg voortgegaan. Gelijk in alle vakken is de ontwikkeling gegaan in de richting van specialiseering en zoo hebben de Leidsche bloemisten, die vroeger zich vooral toelegden op het onder houden en voorzien van de stadstuinen, zich ontwikkeld lot kweekers, die vooral op een soort bloemen al hun energie concen- treeren, doch daarin dan ook de volmaakt heid nabij komen. De Leidsche dahlia's hebben hun plaatsen gevonden in de cata logi over de geheele wereld. En nu weet ik niet of gij de menschheid hebt overgehaald de beteekenis, de waarde van bloemen te leeren kennen, dan wel dat de menschheid uit zich zelf de behoefte aan bloemen kreeg en daardoor U in staat stelde Uw kweekerijen te vergrooten, Uw weten schappelijke behandeling van het vak loo- nend en mogelijk te maken. Zeker is het, dat de bloemenvelden in afmetingen jaar lijks toenemen, dat de bloemenhandel tot ongekende hoogte is gestegen. Dat gij er echter, hoe dan ook, belangrijk toe bijge dragen hebt de kweekkunst in en om Lei den tot zulk een hoog peil od te voeren, daarvan ben ik zeker. En wanneer ik nu ga bedenken, hoe gij zoo schoone ontwikkeling hebt kunneh be reiken, dan kom ik natuurlijk weer terug op mijn uitgangspunt, het vijftig-jarig be staan van Uwe Afdeeling. Ik weet niet wie het was, die het initia tief tot de oprichting heeft genomen, doch ik mag in dit verband drie» namen in de her innering terugroepen, twee van bekende tuinbezitters de notaris Obreen, die toen maals ihet 'huis van Jhr. de Gijselaar met zijn mooien tuin bewoonde, die de eerste voorzitter Uwer Afdeeling was, de heer Ger- lings, wiens sdhitterende tuin door zijn kinderen in eere gehouden is en tot de al- leriDcsten van zijn soort behoort en eindelijk noem ik U den naam van den heer Witte,, den oudere, die natuurlijk de bezielende, de leidende, de scheppende geest geweest is. Van hem dateeren de eerste pogingen om puiblieke belangstelling te wekken voor het mooie van planten- en boomengroei. De Afdeeling Leiden van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde heeft in het geheele bloemen en plantenvak gebracht dat geen zonder het welk het nooit tot ontwikkeling, tot groote blijvende resultaten had kunneft komen, n.l. 'een goede organisatie en een voortref felijke onderlinge samenwerking. De Af deeling is de schakel geworden lusschen wetenschap en praktijk en zoo groeit en bloeit de tuinbouw onder de best denkbare voorwaarden. Een belangrijke lak van Uwe activiteit mag ik niet onvermeld laten, die' de moeite, die Uwe Afdeeling zich geeft om in samen werking met anderen het tuinbouwonder wijs te verzorgen en te» leiden. Dit alles zou ook een vereeniging niet presteeren indien daarin niet zeer bijzon dere krachten scholen. Sta mij toe, dat ik al die namen niet noem, doch eene uitzondering moge ik ma ken. De heer Witte, de jongere, die meer dan 25 jaren voorzitter is, mag het 50-jarig feest meemaken en leiden en dat is voor hem een voldoening en ik wensch hem daar mede in het bijzonder geluk. Voor u en voor ons allen is zijn voortdurende werkzaam heid een geruststelling, een waarborg, dat de toekomst uwer vereeniging, dat de toe komst van den tuinbouw in en om Leiden verzekerd is. Dagelijks kunnen wij zijn ca paciteiten als man van de praktijk m de schitterende Academie-tuin dankbaar be wonderen. En nu, dames en heeren, gij zijt gekomen om nieuwe bloemen niet alledaagsche bur gemeesters le zien, te lang reeds hield ik u en uw geduld is genoegzaam op proef ge steld. Mij rest slechts de tentoonstelling ge opend te verklaren Moge zij, bij allen in de smaak vallen-, een groot succes zij haar toegewenscht. Na deze eveneens warm toegejuichte rede werd de gelegenheid geopend 't afdeeling - bestuur te complimenteeren, waarvan een druk gebruik werd gemaakt. Nfldal gezamenlijk de tentoonstelling was bezichtigd, en deze ook voor het pu bliek toegankelijk was gesteld, vereenigen zich te zes uur bestuur, commissie, genoo digden en deelnemers aan een gemeen- sehappelijken maaltijd in café-restaurant „In den Vergulden Turk" waarna 's avordj» een vriendschappelijke samenkomst in de Graanbeurs het programma van dezen dag zal besluiten. Wij kc.nen op een en ander morgen terug. ONTSPANNINGSAVOND VOOR HERHALINGSPLICHTIGEN. Ter aangename afwisseling tussehen het weinig-opwindende exerceeren en hetgeen zooal meer lot de dagelijksche bezigheden van herhalingsplichtige militairen behoort, had het algemeen comité voor ontspanning van herhalingsplichligen bij het 4de regi ment infanterie gisteravond voor degenen in de feestelijk aangekleede groote Stadszaal een ontspanningsavond georganiseerd. De voorzitter van genoemd comité, de heer Aug. L. Reimeringer sprak er in zijn openingsrede z'n voldoening over uit. dat zij, voor wien deze avond in de allereerste plaats bestemd was, in zoo groote getale aan de uitnoodiging om tegenwoordig te willen zijn. gehoor hadden gegeven, daar mede blijk gevende het te hunnen behoeve verrichte werk op prijs te stellen. BINNENLAND. Prinses Juliana heeft zich heden onder den naam van Freule van Bnnren laten inschrijven als lid van de Vereeniging van Vrouwelijke Studenten alhier. (Laatste Ber., le blad). Het halve-eeuw-feest van de afdeeling Leiden der Kon. Ned. Maatschappij voor Tuinbouw- en Plantkunde. (Stadsnieuws, le blad). De resultaten der wereldpostconferentie. (Binnenland, 2e blad). De kwestie der wethondersverkiezingen te Amsterdam. (Binnenland, 2e blad). Het rapport der commissie van belang hebbenden in zake het tramongelnk te Laren. (Gemengd, 2e blad). BUITENLAND. Een rede van jhr. London in de derde Volkenbondscommissie. (Buitenl., le blad). Besprekingen tussehen ministers der Bal- tische randstaten. (Buitenland, le blad). Een moordaanslag op den Italiaanschen vice-consul te Parijs. (Buitenland, le blad), Het wrak van de „Old Glory" gevonden. (Telegrammen, le blad). Voorts heette hij in het bijzonder de tal rijke burgerlijke en militaire autoriteiten welkom, waarvan wij slechts noemen den regimentscommandant, overste Kist, den weihouder, den heer Goslinga, den oud wethouder, den heer Sanders, de verschil lende comitéledcn en vele anderen, die door hun aanwezigheid blijk gaven van hun be langstelling. Een woord van warmen dank bracht spr. aan allen, die door hun medewerking de samenstelling van een goed programma mogelijk maakten en aldus het welslagen van dezen avond verzekerden. Wanneer spr. een welkomstwoord toe roept aan hen, die momenteel hier vertoe ven om hun plicht als Nederlander na te komen, dan doet hij dat ook namens een groot gedeelte van de burgerij, dat in onze weermacht ziet een lichaam, hetwelk in tijden van gevaar een hecht bolwerk zal vormen tegen buitenlandsche inmenging cn waarachter het vrouw en kind veilig acht, Eerst wanneer wij in het buitenland ver-» keeren, aldus spr., gevoelen wij de waar deering voor het eigen land, bespeuren wij in ons binnenste een gevoel van fierheid, dat wij vrije, onafhankelijke Hollanders zijn, maar onmiddellijk daarna valt in ons hart een gevoel van dankbaarheid op, dat aan het hoofd van dat kleine landje een vrouw staat als onze Koningin. .Met een driewerf hoera voor Koningin Wilhelmina door alle aanwezigen spontaan herhaald, besloot spr. zijn korte toespraak, waarna het Leidsch Muziekcorps het Wil helmus inzette. Over het verdere programma kunnen wij eigenlijk kort zijn en volstaan met de mede- deeling, dat het inderdaad een gezellige avond was, rijk aan afwisseling en steeds boeiend. De pittige muziek van ons Leidsel Mu ziekcorps onder leiding van den heer Joh. G. Geyp, de voortreffelijke zang van San ders' Gemengd Koor „De Ster", onder haar bekwamen diresteur den heer W. J. Mizee en de leutige voordrachten van den Veluw- schen dichter-zanger Jan van Riemsdijk, dit alles oogstte een langdurig en welverdiend applaus, dat somwijlen geen einde scheen te nemen en de concertgevers herhaaldelijk lot toegiftjes dwong. Wij zijn er van overtuigd, dat niet alleen de manschappen, maar ook de officieren cn verdere autoriteiten zich kostelijk hebben vermaakt. Moge deze voldoening het comité een aansporing zijn om op den ingeslagen weg voort le gaan. EEN NIEUWE KOOLSOORT. Onze stadgenoot de bloemist J. E. Heenk, heeft wij hebben er wel eens eerder aan herinnerd zich vele jaren moeite gege ven om in de papaverplanten verbetering tc brengen met name door een nauwkeurige en jaren volgehouden selectie hybridatie en kruising. Hij heeft daarmede belangrijke belangrijke successen verkregen, wat op verschillende tentoonstellingen, zoowel hier als elder3, is gebleken. Ook op de thans al hier gehouden tentoonstelling zal hij zeker weder goed uitkomen. Wij willen thans er echter op wijzen, dat hij zich niet alleen tot de verschillende bloemsoorten bepaalt, doch zijn veredelings-theorie ook is gaan loepassen op voedergewassen. Zoo is he; hem thans gelukt uit de door hem ge kweekte vormen uit de bloemkool ..Le Cerf" een soort le winnen, waarin, verge leken bij de oorspronkelijke ..Le Cerf". niet minder dan 13 verbeteringen zijn aange bracht met betrekking tot de kwaliteit, terwijl hij den omvang in hel gewicht met circa 50 pet. heeft welen doen toenemen Deze nieuwe koolsoort wordt thans ge kweekt in de tuinderij van den heer W. Bink, alhier.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 1