No. 20693
DINSDAG 30 AUGUSTUS
Anno 1927
0FFIC1EELE KENNISGEVING
STADSNIEUWS.
Het voornaamste nieuws
van heden.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
30 Cts. per regel. Bij regeiabonnement belangrijk lageren prijs.
Kleine Advertentiën uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en
Zaterdags 50 Cts. bij een maximum aantal woorden van 30.
Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van brieven
10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postchèque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden ƒ2.35, per week
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week
Franco per post 2.35 portokosten.
ƒ0.18
0.18
Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen
EERSTE BLAD.
BUREAUX RAADHUIS.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
brengen ter algemeene kennis, dat de bu
reaux der Gemeente-Secretarie en van
den Gemeente-Ontvanger op Woensdag 31
Augustus a.s., ter gelegenheid van den ver
jaardag van H. M. de Koningin, slechts
zullen geopend zijn van des voormiddags
9 tot des namiddags 121/s uur.
A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN,
Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 30 Augustus 1927. 7491
KONINKLIJKE ONDERSCHEIDING.
Telr gelegenheid van de verjaardag van
Hare Majesteit de Koningin werd hedenmor
gen, ten kantore van de N. V. Gebr.'s van
Hoeken's Houthandel alhier, aan den heer
W. F. Arbouw werkmeester bij voormelde
vennootschap uitgereikt, het eteremetaal in
zilver van de Huisorde van Oranje Nassau,
hem toegekend wegens langdurige trouwe
dienstvervulling. (Zie ook onder Laatste
Berichten in dit blad).
Onze burgemeester heteft hedenmorgen in
tegenwoordigheid van de patroons en een
aantal werklieden aan den begiftigde van
dit besluit mededeeling gedaan en hem, on
der hartelijke bewoordingen, getuigende van
.waardeering voor zijn veeljarigen arbeid, de
zilveren medaille op de borst gespeld.
De oudste Directeur, de heer A. J. van
Hoeken wenschte daarna den heter Arbouw
geluk met deze onderscheiding en roemde
de ijver en trouw, die hij in de 47 1/2 jaar
dat hij hij de vennootschap werkt, heeft ge
toond.
De jubilaris had hierop een enveloppe met
inhoud in ontvangst te nemen en de Directie
zegde hem een vrije dag op Koningin's ver
jaardag toe.
De jubilaris dankte daarop met een enkel
woord voor de verrassing hem bezorgd en in
het bijzonder den Burgemeester voor het
uitgereikte ordeteeken.
AFSCHEID VAN DEN HEER SCHIPPERS.
In een eenvoudige, doch hartelijke plech
tigheid heeft de heer Schippers, aan wien
met ingang van 1 September eervol ontslag
is verleend als custos der Rijksuniversiteit
alhier, afscheid genomen uit zijn werkkring.
Bij deze plechtigheid, die door verschil
lende hoogleeraren werd bijgewoond, heeft
de Rector-Magnificus prof. mr. E. M. Meyers,
den scheidenden custos namens den Acad.
Senaat toegesproken en hem gehuldigd voor
de vele verdiensten, die hij als beambte der
Universiteit heeft gehad. Spr. noemde het
een verlies voor de Universiteit dat de heer
Schippers, die om gezondheidsredenen ont
slag had gevraagd, heengaat. Prof. Meyers
overhandigde den scheidenden custos een
enveloppe met inhoud.
De plechtigheid werd o.a. ook door den
secretaris van den Academischen Senaat,
prof. dr. Wensinck, bijgewoond.
HANDEL OP OOSTENRIJK.
De Kamer van Koophandel en Fabrieken
voor Rijnland brengt ter algemeene kennis,
dat, naar door den tijdelijk zaakgelastigde
te Weenen is bericht, in de „Zollausschluss"
voor boter niet, zooals in de aanhangige
tariefnovelle vermeld staat, een recht van
60 Goudkronen per 100 K.G. is voorgesteld,
doch van 80 Goudkronen.
Tevens is nog voorgesteld post 48 b 3
„Baume und Straucher. ausgenommen
Forstpflanzen" van 16 tot 36 goudkronen
te verhoogen Ook over deze verhoogingen
zal vooraf advies worden ingewonnen bij
een commissie van vakmenschen. die. vol
gens den tijdelijk zaakgelastigde, over een
paar weken rapport zal uitbrengen.
De tijdelijk zaakgelastigde te Weenen
heeft te bevoegder plaatse reeds gewezen
op de groote schade, welke door 'Nederland-
sche exporteurs door de eventueele verhoo
gingen zou worden geleden. Men kon hem
echter niet met de hoop vleien, dat de voor
gestelde verhoogingen niet tot stand zou
den komen.
Het zal intusschen voor de Nederlandsche
exporteurs van belang zijn zich te dezer
zake in verbinding te stellen met hun af
nemers in Oostenrijk, ten einde te trachten
het daarheen te leiden, dat deze bij de
commissie van vakmenschen bezwaren
tegen de voorgestelde verhoogingen te berde
brengen.
VERSLAG VAN DE BRANDWEER OVER
HET JAAR 1926.
Uit het verslag van den Commandant van
de Brandweer de heer P. J. Verhoog °ver
het dienstjaar 1926 blijkt dat al was 19J-»
geen bijzonder jaar ten opzichte van plaats
gehad hebbende branden, de aanschaffing
Van het nieiuwe materiaal, de reorganisatie
en de preventieve maatregelen tegen brand
gevaar, het jaar tot een buitengewoon druk
jaar maakten voor de plaatselijke Brand
weer.
Gedurende 1926 braken in totaal 52 bran
den uit, t.w. 13 schoorsteenbranden, 26
kleine binnenbranden, 4 kleine uitslaande
branden, 8 buitengewone branden en 1
scheepsbrand.
Door de omliggende gemeenten werd in
1926 de hulp van de Leidsche Brandweer
geen enkele maal ingeroepen.
De vermoedelijke oorzaien van de bran
den kunnen gegroepeerd worden als volgt:
Niet vegen van een schoorsteen 13; Slecht
gebouwde schoorsteen 3; Vuur uit de
kachellade enz. 3; Valsche exploisie van
eten motor 4; Slechte aansluiting van een
kachel aan schoorsteen 1; Goederen te dicht
bij brandende kachel, oven enz. 5; Met
vuur spelende kinderen 3; Onvoorzichtig
omgaan met vuur, wegwerpen van een
brandende sigaret, sigaar, lucifer enz. 6;
Afsteken van vuurwerk L; Brand in een
rookkast 2; Overkoken van een mastiek-
ketel 1; Theemuts op brandend spiritustoe-
stel 1; Gordijnen bij brandend theelichtje 1;
Gebruik van gas (gummislang) 1; Gebruik
van electric-iteit 3; Nat worden van onge-
blusdhte kalk 2; Onbekend 2.
Ongevallen door brand hadden in 1926
voor zoover bekend niet plaat9. Tot de vrij
ernstige branden behoorden in 1926 die in
een werkplaats van de Ned, Rotogravure-
maatschappij en die bij de Leidsche Vuur
werkfabriek.
In den brandwacht-machinist J. Jongen-
dijk verloor de Brandweer een bekwaam en
vertrouwd brandweerman. In de vacature
werd op 1 Januari 1927 voorzien door de
benoeming tot brandwacht-chauffeur-meca
nicien van den heer M. Vlaardingerbroek.
Het jaar 1926 was ten opzichte van het
brandweermateriaal zeer belangrijk en wel
door de' in dienst stelling van de automobiel-
motorbrandspuit met afneembare ladder
Met toestemming van Burgemeester en
Wethouders werd op de vergadering te Zut-
fen van de Koninklijke Nederlandsche
Brandweervereniging voor daar aanwezige!
brandweerautoriteiten een demonstratie met
de automobiel-motorbrandspuit met afneem
bare ladder gegeven.
Er werden 20 brandkranen geplaatst in
de verschillende nieuwe wooncomplexen,
zoodat thans in de geheele gemeente ten
dienste van de Brandweer aanwezig zijn:
490 brandkranen van de gemeente, en voor
zooveel bekend 21 van het Rijk en 13 van
particulieren.
Op ongeregelde tijden wordt door de
vaste brandwachts onder leiding van den
Commandant of den Onder-Commandant ge
oefend met het brandweermateriaal en het
laatste halfjaar wel in hoofdzaak met de
automobiel-motorspuit met afneembare lad
der.
Ook was bij deze' oefeningen eenige malen
het vrijwillig personeel aanwezig en bleek
dat voor het nieuwe materiaal bij hen meer
ambitie bestaat dan voor het oude.
In het op- en afladen van de ladder, het
in- en uitschuiven 'en het rijden van de lad
der op de groote wielen, werd de vereischte
vlugheid en accuratesse verkregen.
Den 9den September werd voor het Ge
meentebestuur en genoodigden, waaronder
vele brandweerdeskundigen, een demon
stratie gegeven met het thans ter beschik
king zijnde groot blusch- en reddingsmate
riaal, bediend door het vaste- en vrijwillige
personetel.
Tot de overige verrichtingen van de
Brandweer behoorden ook in 1926 het toe
zicht op het werk van schilders en lood
gieters aan wie ontheffing van het bepaalde
bij art. 3 der verordening ter voorkoming
van brand, toezicht op de naleving van de
opgelegde voorwaarden bij vergunningen tot
het stallen van motorrijtuigen.
Wegens het geheel of gedeeltelijk niet
nakomen van bij de verleende vergunning
gestelde voorwaarden, werden enkele pro
cessen-verbaal opgemaakt.
De alarmeeringsinrichting in de Hoofdpost
voldeed naar behooren, al werd menigmaal
hef gemis gevoeld, dat op de centraalpost de
beide of ten minste een der Commandanten
niet is aangesloten.
Ook in vergelijking met 1925 was 1926
een gunstig jaajr. In 1925 kwamen hier 68
branden voor. in 1926 slechts 52.
VERSLAG VAN HET BOUW- EN WONING
TOEZICHT VAN DE GEMEENTE LEIDEN
OVER 1926.
Aan het verslag van den directeur van
het Bouw- en Woningtoezicht, den heer G.
F. E. Kiers, ontleenen wij het volgende:
De kosten van den dienst hebben bedra
gen: aan jaarwedden vast personeel f 19 300;
aan salaris tijdelijk personeel f2100; aan
bureaukosten, enz. f 1488.167»; totaal dus
f 22.888.167a.
Bouwvergunning werd in het verslagjaar
verleend niet inbegrepen de werken, uit
gevoerd door Gemeentewerken of de Be
drijven voor den bouw van:
nieuwbouw: 130 perceelen, o.m. omvat
tende 163 woningen; herbouw: 38 percee-
leh, o.m omvattende 31 woningen; veran
deren, uitbreiden en vernieuwen 232 per
ceelen, o.m. omvattende 207 woningen.
Ook werd vergunning verleend voor den
bouw van 15 kleine bouwwerken, als schuur
tjes en dergelijken, waaronder 1 woonkeet.
Voltooid en in gebruik genomen in het
verslagjaar werden:
nieuwbouw: 284 perceelen, o.m. omvat
tende 445 woningen; herbouw: 11 percee
len, o.m. omvattende 7 woningen; veran
deren, uitbreiden en vernieuwen: 204 per
ceelen, o.m. omvattende 184 woningen.
Op 31 December van het verslagjaar wa
ren nog in uitvoering:
nieuwbouw: 408 perceelen, o.m. omvat
tende 4-14 woningen; herbouwf 28 percee
len, o.m. omvattende 24 woningen; en ver
anderen, uitbreiden en vernieuwen: 89 per
ceelen, o.m. omvattende 73 woningen en
11 kleine bouwwerken.
Het aantal in de gemeente aanwezige
perceelen en woningen vermeerderde door:
Perceelen Woningen
Nieuwbouw me.t ,284 o.m. omvattende 445
Herbouw met 11 7
Te zamen 295
Door 't veranderen
van perc. met
Totaal met 295
452
15
467
Het aantal verminderde door:
Perceelen Woningen
Slooping met 71 en met 61
Veranderen met 13
71 en met 64
14
29
71 en met 107
Te zamen
Door 't onttrekken
aan de bestemming
als woning zonder
verbouwing met
Door ontruiming
van onbewoonbaar
verklaarde wonin
gen met
Te zamen
De vermeerdering bedroeg dus 224 per
ceelen en 360 woningen.
In totaal werd voor de uitgereikte 424
vergunningbriefjes voor het plaatsen van
steigers, schuttingen, in-gebruik-nemen van
gemeentegrond voor het neerleggen van
bouwmaterialen betaald f 4096.35.
Vergunningen wegens noodzakelijkheid
werd verleend tot het onttrekken aan haar
bestemming van 65 woningen.
In het verslagjaar kwamen 340 klachten
over gebreken aan woningen in. In 325 ge
vallen werden op aanzeggen van het Bouw
en Woningtoezicht de vereischte herstel
lingen of verbeteringen aangebracht. Vijf
tig gevallen waren aan het eind van het
verslagjaar nog in behandeling.
Gedurende 1926 werden 134 vergunnin
gen verleend voor het aanbrengen van er
kers, zonneschermen, marquisen, reclame
borden, stoepen, enz.
Bij het einde van dit verslagjaar waren
van de in de jaren 1922 en 1923 369 onbe
woonbaar verklaarde woningen nog 226
bewoond, 45 afgebroken of verbouwd en
98 onbewoond of hadden een andere be
stemming verkregen.
Ten aanzien van 156 woningen, die
sedert de onbewoonbaarverklaring niet
waren ontruimd geweest, werd de termijn
tot ontruiming door den Raad verlengd.
Wegens het wederom als woning in ge
bruik geven van een reeds ontruimde onbe-
woonbaarverklaarde woning, werd in 3 ge
vallen proces-verbaal opgemaakt tegen den
eigenaar, evenals tegen den hoofdbewoner
van het gezin, dat de woning had betrokken.
Opgemeten werden 79 localiteiten.
Ten aanzien van 29 localiteiten werd
door de Drankwet-inspectie voorwaardelijk
afwijking van de gestelde eischen verleend.
Geschouwd werden 9 woonwagens en 12
woonschepen, waarvan proces-verbaal van
opname werd gemaakt.
VERSLAG VAN HETGEEN MET
BETREKKING TOT VERBETERING DER
VOLKSHUISVESTING IN 1926 IS
VERRICHT.
Verleend werden vergunningen voor:
a. Gebouwen b. Gebouwen
waarin waarin
woningen, geen woningen.
Nieuwbouw 27 20
Herbouw 13 7
Verbouw 173 46
Gereed gekomen woningen.
Aantal woningen, dat in den loop van het
dienstjaar is beschikbaar gekomen door:
A. aan-, her- of verbouw 467 woningen
B. verandering van be
stemming zonder ver
bouwing M
Vervallen woningen.
Aantal woningen, dat in den loop van het
dienstjaar is vervallen door:
A. Slooping 51 woningen
B. Verbouw 13 M
G. Verandering van be
stemming zonder ver
bouwing 43
inbegrepen 29 ontruimde onbewoonb.
verklaarde woningen.
Er kwamen 340 klachten over gebrek aan
woningen bij het Bouw- en Woningtoezicht
in. In 325 gevallen werden op aanzeggen
van hef Bouw- en Woningfoezicht de ver
eischte herstellingen verricht aan 496 wo
ningen.
De te Leiden toegelaten woningbouw-ver-
eenigingen zijn: de Vereen, tot bevordering
van den bouw van Werkmanswoningen;
Woningbouwvereeniging „De Eendracht";
Woningbouwvereeninig „Ons Belang; Wo
ningbouwvereeniging „De Goede Woning";
Woningbouwvereeniging „Eensgezindheid"
Woningbouwvereeniging „Tuinstadwijk"
Woningbouwvereeninig „Ons Doel",
VERSLAG VAN DE WERKZAAMHEDEN
VAN DEN KEURINGSDIENST VAN
WAREN VOOR HET DISTRICT
LEIDEN, GEDURENDE 1926.
Uit het verslag van den directeur-schei-
kundige van den Keuringsdienst van Waren
in het District Leiden, dr. J. J. van Eek,
blijkt o.m. het volgende:
Op 31 Deteember 1926 bestond het per
soneel uit de volgende personen: Dr. J. J.
van Eek, Directeur-Scheikundige. Mej. H.
S. J. Fuhri Snethlage, Scheikundige. W. H.
van der Heide, Hoofdkeurmeester. W. F. v.
d. Broe'k. Keurmeester. J. S. v. d. Meer, Keur
meester. K. West, Keurmeester. W. Immink
Keurmeester. I. Snoek, Ketormeester. Mej. A.
M. Christiaanse, Analyste. J. W. Schneider,
Boekhouder. Mej. F. G. M. de Kruijs, Klerk.
A. Hollebeek, Bediende.
Als volontairs zijn sedert 12 April op het
laboratorium werkzaam de dames M. W.
Briejer, S. H. den Older en A. Zuidhoff.
In de algemeefoe wijze van werken van
den keuringsdienst werden geen veranderin
gen van beteekenis aangebracht. Evenmin
als in vroegere jaren werden ook in dit ver
slagjaar bijzondere moeilijkheden bij de be
monsteringen of bij de contróle ontmoet en,
behoudens enkele uitzonderingen van on
dergeschikt belang werd in het algemeen
een zeer gewenschte medewerking onder
vonden.
In zeer ruime en steeds toenemende mate
weid in het afgeloopen jaar door hen tefeen
wie door den keuringsdienst om de een of
andere reden proces-verbaal was opgemaakt
gebruik gemaakte van de door de wet ge
boden gelegenheid tot transigeeren.
Zonder twijfel wordt door deze wijze van
doen veel omslag en tijdverlies voorkomen
en is de invoering daarvan toe te juichen in
gevallen waar heit overtredingen geldt van
minder eTnstigen aard die meer door onacht
zaamheid dan uit boos opzet worden bedre
ven. Minder gunstig echter werkt deze nieu
we maatregel bij inderdaad ernstige over
tredingen en in gevallen waarbij tot het op
maken van proces-verbaal eerst is overge
gaan. nadat heihaalde waarschuwingen
zonder uitwerking zijn gebleven. Immers
door „transigeeren" wordt het uitspreken
van een vonnis voorkomen en wordt dien
tengevolge ook de mogelijkheid van publi
catie van een vonnis voorkomen.
Tevens wordt de openbare behandeling
van de zaak, van welke eveneens een groote
preventieve werking kan uitgaan, vermeden
terwijl als laafste bezwaar nog kan gelden
de omstandigheid dat de opsporingsambte
naren van den keuringsdienst die zich niet
zelden veel moeiten hebben moeten ge'troos-
ten om een overtreder te betrappen, al zeer
weinig bemerken van het resultaat van hun
werk, al moet worden erkend dat door de
mededeeling der plaatsgevonden transactie'3
aan den keuringsdienst hierin eenige ver
betering is gekomen.
Het zou om deze redenen aanbeveling ver
dienen indien de ambtenaren van het
Openbaar Ministerie vóórdat tot dergelijke
transactie's wordt besloten, zich op de hoogte
zouden willen stellen van de ernst diet een
bepaalde overtreding in de oogen van den
keuringsdienst heeft ook in verband met
de voorgeschiedenis der uitgelokte gerech-
terlijke vervolging.
Op het laboratorium werden onderzocht
9127 monsters. Opgemerkt zij dat naarmate
de grove knoeierijen uit den handel verdwij
nen, het onderzoek der monsters uitvoeriger
geschiedt en dus tijdroovender wordt.
Het aantal partijen waren (voornamelijk
eet- en drinkwaren) dat ter plaatse werd ge
kleurd óf alleen organoleptisch óf met be
hulp van eenvoudige hulpmiddelen bedroeg
155422, terwijl in den verslagtijd 3303 win
kels of pakhuizen grondig werden geïnspec
teerd. Oppervlakkige inspectie's zijn in dit
totaal niet opgenomen.
De op het laboratorium onderzochte mon
sters bestonden uit:
Melk 6740
Afgeroomde melk 48
Karnemelk 170
Andere melkproducten 17
Kaas 5
Boter, Margarine en Melange 83
Spijsoliën en vetten 274
Worst en vleeschwaren 84
Vleeschextracten 4
Diverse meelsoorten 145
Gedroogde vruchten en zaden 12
Brood en gebak 111
Cacao en cacaoproducten133
Suiker, honing, snoepgoed 144
Koffie en thee 8
ffipsurrogaten "136
vrijen 379
^uut 3
Alcoholica 31
Azijn 138
Vruchtensappen 64
Limonade e. v. 69
Jam 91
Verdelgingsmiddelen v. insecten 8
Water 40
Diversen 47
Totaal 9127
BINNENLAND.
De onderscheidingen ter eere van den
verjaardag van H. M. de Koningin. (Laatsta
Ber. Ie Blad).
Afscheid van den Leidschen Raad. (2a
Blad).
De intellectneele samenwerking (nsschen
Nederland en België. (Binnenland, 2e Blad
'en Laatste Ber., Ie Blad),
Plannen voor de oprichting van spoor*
wegvakscholen (Binnenland, 2e Blad).
Vergadering van de Vereeniging van
Leeraren bij het M. O. (Kerk en School, 2a
Blad).
Moord te Capelle aan den IJssel. (Ge
mengd, 2e Blad).
BUITENLAND.
Lord Cecil inderdaad afgetreden als En*
gelsch minister. (Buitenl., Ie Blad).
De Interparlementaire Unie bespreekt hef
ontwapeningsvraagstnk. (Buitenl., Ie Blad).
Schlee en Broek te Mflnchen. Heden
gaan zij verder. (Buitenl., 3e Blad).
Levine vliegt van Parijs naar Croydon.
(Buitenl., 3e Blad).
VERSLAG VAN HET BURGERLIJK
ARMBESTUUR TE LEIDEN OVER
HET JAAR 1926.
Het Burgerlijk Armbestuur bestond in
het jaar 1926 uit de heeren J. F. X. San
ders, wethouder-voorzitter, J. P. Mulder,
ondervoorzitter, H. W. Blote, J. Karstens,
H. J. Planjer, J. Zitman, J. J. Vallentgoed
en de dames D. J. M. Coebergh, C. Korsse.
Secretaresse mej. A. M. de Vries.
Het personeel bestond uit: secretaresse-
boekhoudster (in vasten dienst), armmees-
ter (in vasten dienst), 1 vrouwelijke klerk
(in lossen dienst), 3 armbezoekers (in los
sen dienst, voor korten tijd 4 armbezoekers)
1 armbezoekster (in lossen dienst) en 1
schrijfster (voor korten tijd in lossen dienst)
De duur van den onderstand varieerde
van twee weken tot drie maanden, al naar
gelang van de oorzaak van het verzoek.
Meervoudige bedeeling kwam in 1926
277 maal voor, d.w.z., dat het aan het
Burg. Armbestuur bekend was, dat 277 be
deelden nog in natura gesteund werden,
door andere instellingen van weldadigheid.
Ook werd in 1926 door het Burgerlijk
Armbestuur in bijzondere gevallen hulp
verstrekt door het bijplakken der zegels of
aanzuiveren der ontbrekende premiën ten
einde de betrokkenen op een vastgestelden
tijd in het bezit van ouderdomsrente of
eventueele invaliditeitsrente te doen ge*
raken.
Bovendien werd evenals de laatste jaren,
thans bij Gemeenteraadsbesluit van 27
September 1926, in den winter, n.l. van 30
October 1926 tot en met 28 Maart 1927
geklopte coke9 verstrekt; daartoe werd we
kelijks afgegeven een bon ter waarde van
y» H.L. In tegenstelling met de voorgaande
jaren werd over de maanden December,
Januari en Februari een dubbele hoeveel
heid, dus 1 H.L. cokes, per week versfrekt.
Hulp werd voorts verleend door behoefti-
gen of zieken te plaatsen in de daarvoor
bestemde inrichtingen. Werd in dergelijke
gevallen de hulp van het Burgerlijk Arm
bestuur ingeroepen, dan werd evenals bij
de aanvrage om een wekelijksche onder
steuning, de betrokkene eerst verwezen
naar zijn kerkelijke gemeente of naar de
op zijn geval betrekking hebbende instel
ling van weldadigheid, die dan vaak als
contractante optrad, zoodat het Burgerlijk
Armbestuur zich meestal bepaalde tot het
verstrekken van een bijdrage in de ver-
pleegkosten.
Vrijwel was in alle voorkomende geval
len plaatsing in. een inrichting of een ge
sticht te vinden: alleen gehuwde paren zijn
moeilijk onderdak te brengen.
De zorg voor de plaatsing van kinderen
al of niet verlaten door hun ouders, blijft
bij voortduring de aandacht van het Bur
gerlijk Armbestuur vragen. Zoo moesten
acht kinderen verzorgd worden, de moeder
was overleden en de vader opgenomen in
het Acad. Ziekenhuis, terwijl opzending
van de oudste dochter naar Zetten hoogst
noodzakelijk bleek: de zeven andere wer
den geplaatst in het gesticht .Voordorp",
voorloopig voor rekening van het Burger
lijk Armbestuur, tot ontheffing uit de ouder
lijke macht van den vader had nlaats gehad.
Drie kinderen, waarvan de moeder in
bot Acad. Ziekenhuis verpleegd werd en
die door den vader verlaten waren, werden
hij familie ondergebracht Twee kinderen,
totaal verwaarloosd, werden door de Zus-