No. 20693 DINSDAG 30 AUGUSTUS Anno 1927 0FFIC1EELE KENNISGEVING STADSNIEUWS. Het voornaamste nieuws van heden. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DER ADVERTENTIËN: 30 Cts. per regel. Bij regeiabonnement belangrijk lageren prijs. Kleine Advertentiën uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts. bij een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van brieven 10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postchèque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54 PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden ƒ2.35, per week Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week Franco per post 2.35 portokosten. ƒ0.18 0.18 Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen EERSTE BLAD. BUREAUX RAADHUIS. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemeene kennis, dat de bu reaux der Gemeente-Secretarie en van den Gemeente-Ontvanger op Woensdag 31 Augustus a.s., ter gelegenheid van den ver jaardag van H. M. de Koningin, slechts zullen geopend zijn van des voormiddags 9 tot des namiddags 121/s uur. A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 30 Augustus 1927. 7491 KONINKLIJKE ONDERSCHEIDING. Telr gelegenheid van de verjaardag van Hare Majesteit de Koningin werd hedenmor gen, ten kantore van de N. V. Gebr.'s van Hoeken's Houthandel alhier, aan den heer W. F. Arbouw werkmeester bij voormelde vennootschap uitgereikt, het eteremetaal in zilver van de Huisorde van Oranje Nassau, hem toegekend wegens langdurige trouwe dienstvervulling. (Zie ook onder Laatste Berichten in dit blad). Onze burgemeester heteft hedenmorgen in tegenwoordigheid van de patroons en een aantal werklieden aan den begiftigde van dit besluit mededeeling gedaan en hem, on der hartelijke bewoordingen, getuigende van .waardeering voor zijn veeljarigen arbeid, de zilveren medaille op de borst gespeld. De oudste Directeur, de heer A. J. van Hoeken wenschte daarna den heter Arbouw geluk met deze onderscheiding en roemde de ijver en trouw, die hij in de 47 1/2 jaar dat hij hij de vennootschap werkt, heeft ge toond. De jubilaris had hierop een enveloppe met inhoud in ontvangst te nemen en de Directie zegde hem een vrije dag op Koningin's ver jaardag toe. De jubilaris dankte daarop met een enkel woord voor de verrassing hem bezorgd en in het bijzonder den Burgemeester voor het uitgereikte ordeteeken. AFSCHEID VAN DEN HEER SCHIPPERS. In een eenvoudige, doch hartelijke plech tigheid heeft de heer Schippers, aan wien met ingang van 1 September eervol ontslag is verleend als custos der Rijksuniversiteit alhier, afscheid genomen uit zijn werkkring. Bij deze plechtigheid, die door verschil lende hoogleeraren werd bijgewoond, heeft de Rector-Magnificus prof. mr. E. M. Meyers, den scheidenden custos namens den Acad. Senaat toegesproken en hem gehuldigd voor de vele verdiensten, die hij als beambte der Universiteit heeft gehad. Spr. noemde het een verlies voor de Universiteit dat de heer Schippers, die om gezondheidsredenen ont slag had gevraagd, heengaat. Prof. Meyers overhandigde den scheidenden custos een enveloppe met inhoud. De plechtigheid werd o.a. ook door den secretaris van den Academischen Senaat, prof. dr. Wensinck, bijgewoond. HANDEL OP OOSTENRIJK. De Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rijnland brengt ter algemeene kennis, dat, naar door den tijdelijk zaakgelastigde te Weenen is bericht, in de „Zollausschluss" voor boter niet, zooals in de aanhangige tariefnovelle vermeld staat, een recht van 60 Goudkronen per 100 K.G. is voorgesteld, doch van 80 Goudkronen. Tevens is nog voorgesteld post 48 b 3 „Baume und Straucher. ausgenommen Forstpflanzen" van 16 tot 36 goudkronen te verhoogen Ook over deze verhoogingen zal vooraf advies worden ingewonnen bij een commissie van vakmenschen. die. vol gens den tijdelijk zaakgelastigde, over een paar weken rapport zal uitbrengen. De tijdelijk zaakgelastigde te Weenen heeft te bevoegder plaatse reeds gewezen op de groote schade, welke door 'Nederland- sche exporteurs door de eventueele verhoo gingen zou worden geleden. Men kon hem echter niet met de hoop vleien, dat de voor gestelde verhoogingen niet tot stand zou den komen. Het zal intusschen voor de Nederlandsche exporteurs van belang zijn zich te dezer zake in verbinding te stellen met hun af nemers in Oostenrijk, ten einde te trachten het daarheen te leiden, dat deze bij de commissie van vakmenschen bezwaren tegen de voorgestelde verhoogingen te berde brengen. VERSLAG VAN DE BRANDWEER OVER HET JAAR 1926. Uit het verslag van den Commandant van de Brandweer de heer P. J. Verhoog °ver het dienstjaar 1926 blijkt dat al was 19J-» geen bijzonder jaar ten opzichte van plaats gehad hebbende branden, de aanschaffing Van het nieiuwe materiaal, de reorganisatie en de preventieve maatregelen tegen brand gevaar, het jaar tot een buitengewoon druk jaar maakten voor de plaatselijke Brand weer. Gedurende 1926 braken in totaal 52 bran den uit, t.w. 13 schoorsteenbranden, 26 kleine binnenbranden, 4 kleine uitslaande branden, 8 buitengewone branden en 1 scheepsbrand. Door de omliggende gemeenten werd in 1926 de hulp van de Leidsche Brandweer geen enkele maal ingeroepen. De vermoedelijke oorzaien van de bran den kunnen gegroepeerd worden als volgt: Niet vegen van een schoorsteen 13; Slecht gebouwde schoorsteen 3; Vuur uit de kachellade enz. 3; Valsche exploisie van eten motor 4; Slechte aansluiting van een kachel aan schoorsteen 1; Goederen te dicht bij brandende kachel, oven enz. 5; Met vuur spelende kinderen 3; Onvoorzichtig omgaan met vuur, wegwerpen van een brandende sigaret, sigaar, lucifer enz. 6; Afsteken van vuurwerk L; Brand in een rookkast 2; Overkoken van een mastiek- ketel 1; Theemuts op brandend spiritustoe- stel 1; Gordijnen bij brandend theelichtje 1; Gebruik van gas (gummislang) 1; Gebruik van electric-iteit 3; Nat worden van onge- blusdhte kalk 2; Onbekend 2. Ongevallen door brand hadden in 1926 voor zoover bekend niet plaat9. Tot de vrij ernstige branden behoorden in 1926 die in een werkplaats van de Ned, Rotogravure- maatschappij en die bij de Leidsche Vuur werkfabriek. In den brandwacht-machinist J. Jongen- dijk verloor de Brandweer een bekwaam en vertrouwd brandweerman. In de vacature werd op 1 Januari 1927 voorzien door de benoeming tot brandwacht-chauffeur-meca nicien van den heer M. Vlaardingerbroek. Het jaar 1926 was ten opzichte van het brandweermateriaal zeer belangrijk en wel door de' in dienst stelling van de automobiel- motorbrandspuit met afneembare ladder Met toestemming van Burgemeester en Wethouders werd op de vergadering te Zut- fen van de Koninklijke Nederlandsche Brandweervereniging voor daar aanwezige! brandweerautoriteiten een demonstratie met de automobiel-motorbrandspuit met afneem bare ladder gegeven. Er werden 20 brandkranen geplaatst in de verschillende nieuwe wooncomplexen, zoodat thans in de geheele gemeente ten dienste van de Brandweer aanwezig zijn: 490 brandkranen van de gemeente, en voor zooveel bekend 21 van het Rijk en 13 van particulieren. Op ongeregelde tijden wordt door de vaste brandwachts onder leiding van den Commandant of den Onder-Commandant ge oefend met het brandweermateriaal en het laatste halfjaar wel in hoofdzaak met de automobiel-motorspuit met afneembare lad der. Ook was bij deze' oefeningen eenige malen het vrijwillig personeel aanwezig en bleek dat voor het nieuwe materiaal bij hen meer ambitie bestaat dan voor het oude. In het op- en afladen van de ladder, het in- en uitschuiven 'en het rijden van de lad der op de groote wielen, werd de vereischte vlugheid en accuratesse verkregen. Den 9den September werd voor het Ge meentebestuur en genoodigden, waaronder vele brandweerdeskundigen, een demon stratie gegeven met het thans ter beschik king zijnde groot blusch- en reddingsmate riaal, bediend door het vaste- en vrijwillige personetel. Tot de overige verrichtingen van de Brandweer behoorden ook in 1926 het toe zicht op het werk van schilders en lood gieters aan wie ontheffing van het bepaalde bij art. 3 der verordening ter voorkoming van brand, toezicht op de naleving van de opgelegde voorwaarden bij vergunningen tot het stallen van motorrijtuigen. Wegens het geheel of gedeeltelijk niet nakomen van bij de verleende vergunning gestelde voorwaarden, werden enkele pro cessen-verbaal opgemaakt. De alarmeeringsinrichting in de Hoofdpost voldeed naar behooren, al werd menigmaal hef gemis gevoeld, dat op de centraalpost de beide of ten minste een der Commandanten niet is aangesloten. Ook in vergelijking met 1925 was 1926 een gunstig jaajr. In 1925 kwamen hier 68 branden voor. in 1926 slechts 52. VERSLAG VAN HET BOUW- EN WONING TOEZICHT VAN DE GEMEENTE LEIDEN OVER 1926. Aan het verslag van den directeur van het Bouw- en Woningtoezicht, den heer G. F. E. Kiers, ontleenen wij het volgende: De kosten van den dienst hebben bedra gen: aan jaarwedden vast personeel f 19 300; aan salaris tijdelijk personeel f2100; aan bureaukosten, enz. f 1488.167»; totaal dus f 22.888.167a. Bouwvergunning werd in het verslagjaar verleend niet inbegrepen de werken, uit gevoerd door Gemeentewerken of de Be drijven voor den bouw van: nieuwbouw: 130 perceelen, o.m. omvat tende 163 woningen; herbouw: 38 percee- leh, o.m omvattende 31 woningen; veran deren, uitbreiden en vernieuwen 232 per ceelen, o.m. omvattende 207 woningen. Ook werd vergunning verleend voor den bouw van 15 kleine bouwwerken, als schuur tjes en dergelijken, waaronder 1 woonkeet. Voltooid en in gebruik genomen in het verslagjaar werden: nieuwbouw: 284 perceelen, o.m. omvat tende 445 woningen; herbouw: 11 percee len, o.m. omvattende 7 woningen; veran deren, uitbreiden en vernieuwen: 204 per ceelen, o.m. omvattende 184 woningen. Op 31 December van het verslagjaar wa ren nog in uitvoering: nieuwbouw: 408 perceelen, o.m. omvat tende 4-14 woningen; herbouwf 28 percee len, o.m. omvattende 24 woningen; en ver anderen, uitbreiden en vernieuwen: 89 per ceelen, o.m. omvattende 73 woningen en 11 kleine bouwwerken. Het aantal in de gemeente aanwezige perceelen en woningen vermeerderde door: Perceelen Woningen Nieuwbouw me.t ,284 o.m. omvattende 445 Herbouw met 11 7 Te zamen 295 Door 't veranderen van perc. met Totaal met 295 452 15 467 Het aantal verminderde door: Perceelen Woningen Slooping met 71 en met 61 Veranderen met 13 71 en met 64 14 29 71 en met 107 Te zamen Door 't onttrekken aan de bestemming als woning zonder verbouwing met Door ontruiming van onbewoonbaar verklaarde wonin gen met Te zamen De vermeerdering bedroeg dus 224 per ceelen en 360 woningen. In totaal werd voor de uitgereikte 424 vergunningbriefjes voor het plaatsen van steigers, schuttingen, in-gebruik-nemen van gemeentegrond voor het neerleggen van bouwmaterialen betaald f 4096.35. Vergunningen wegens noodzakelijkheid werd verleend tot het onttrekken aan haar bestemming van 65 woningen. In het verslagjaar kwamen 340 klachten over gebreken aan woningen in. In 325 ge vallen werden op aanzeggen van het Bouw en Woningtoezicht de vereischte herstel lingen of verbeteringen aangebracht. Vijf tig gevallen waren aan het eind van het verslagjaar nog in behandeling. Gedurende 1926 werden 134 vergunnin gen verleend voor het aanbrengen van er kers, zonneschermen, marquisen, reclame borden, stoepen, enz. Bij het einde van dit verslagjaar waren van de in de jaren 1922 en 1923 369 onbe woonbaar verklaarde woningen nog 226 bewoond, 45 afgebroken of verbouwd en 98 onbewoond of hadden een andere be stemming verkregen. Ten aanzien van 156 woningen, die sedert de onbewoonbaarverklaring niet waren ontruimd geweest, werd de termijn tot ontruiming door den Raad verlengd. Wegens het wederom als woning in ge bruik geven van een reeds ontruimde onbe- woonbaarverklaarde woning, werd in 3 ge vallen proces-verbaal opgemaakt tegen den eigenaar, evenals tegen den hoofdbewoner van het gezin, dat de woning had betrokken. Opgemeten werden 79 localiteiten. Ten aanzien van 29 localiteiten werd door de Drankwet-inspectie voorwaardelijk afwijking van de gestelde eischen verleend. Geschouwd werden 9 woonwagens en 12 woonschepen, waarvan proces-verbaal van opname werd gemaakt. VERSLAG VAN HETGEEN MET BETREKKING TOT VERBETERING DER VOLKSHUISVESTING IN 1926 IS VERRICHT. Verleend werden vergunningen voor: a. Gebouwen b. Gebouwen waarin waarin woningen, geen woningen. Nieuwbouw 27 20 Herbouw 13 7 Verbouw 173 46 Gereed gekomen woningen. Aantal woningen, dat in den loop van het dienstjaar is beschikbaar gekomen door: A. aan-, her- of verbouw 467 woningen B. verandering van be stemming zonder ver bouwing M Vervallen woningen. Aantal woningen, dat in den loop van het dienstjaar is vervallen door: A. Slooping 51 woningen B. Verbouw 13 M G. Verandering van be stemming zonder ver bouwing 43 inbegrepen 29 ontruimde onbewoonb. verklaarde woningen. Er kwamen 340 klachten over gebrek aan woningen bij het Bouw- en Woningtoezicht in. In 325 gevallen werden op aanzeggen van hef Bouw- en Woningfoezicht de ver eischte herstellingen verricht aan 496 wo ningen. De te Leiden toegelaten woningbouw-ver- eenigingen zijn: de Vereen, tot bevordering van den bouw van Werkmanswoningen; Woningbouwvereeniging „De Eendracht"; Woningbouwvereeninig „Ons Belang; Wo ningbouwvereeniging „De Goede Woning"; Woningbouwvereeniging „Eensgezindheid" Woningbouwvereeniging „Tuinstadwijk" Woningbouwvereeninig „Ons Doel", VERSLAG VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN DEN KEURINGSDIENST VAN WAREN VOOR HET DISTRICT LEIDEN, GEDURENDE 1926. Uit het verslag van den directeur-schei- kundige van den Keuringsdienst van Waren in het District Leiden, dr. J. J. van Eek, blijkt o.m. het volgende: Op 31 Deteember 1926 bestond het per soneel uit de volgende personen: Dr. J. J. van Eek, Directeur-Scheikundige. Mej. H. S. J. Fuhri Snethlage, Scheikundige. W. H. van der Heide, Hoofdkeurmeester. W. F. v. d. Broe'k. Keurmeester. J. S. v. d. Meer, Keur meester. K. West, Keurmeester. W. Immink Keurmeester. I. Snoek, Ketormeester. Mej. A. M. Christiaanse, Analyste. J. W. Schneider, Boekhouder. Mej. F. G. M. de Kruijs, Klerk. A. Hollebeek, Bediende. Als volontairs zijn sedert 12 April op het laboratorium werkzaam de dames M. W. Briejer, S. H. den Older en A. Zuidhoff. In de algemeefoe wijze van werken van den keuringsdienst werden geen veranderin gen van beteekenis aangebracht. Evenmin als in vroegere jaren werden ook in dit ver slagjaar bijzondere moeilijkheden bij de be monsteringen of bij de contróle ontmoet en, behoudens enkele uitzonderingen van on dergeschikt belang werd in het algemeen een zeer gewenschte medewerking onder vonden. In zeer ruime en steeds toenemende mate weid in het afgeloopen jaar door hen tefeen wie door den keuringsdienst om de een of andere reden proces-verbaal was opgemaakt gebruik gemaakte van de door de wet ge boden gelegenheid tot transigeeren. Zonder twijfel wordt door deze wijze van doen veel omslag en tijdverlies voorkomen en is de invoering daarvan toe te juichen in gevallen waar heit overtredingen geldt van minder eTnstigen aard die meer door onacht zaamheid dan uit boos opzet worden bedre ven. Minder gunstig echter werkt deze nieu we maatregel bij inderdaad ernstige over tredingen en in gevallen waarbij tot het op maken van proces-verbaal eerst is overge gaan. nadat heihaalde waarschuwingen zonder uitwerking zijn gebleven. Immers door „transigeeren" wordt het uitspreken van een vonnis voorkomen en wordt dien tengevolge ook de mogelijkheid van publi catie van een vonnis voorkomen. Tevens wordt de openbare behandeling van de zaak, van welke eveneens een groote preventieve werking kan uitgaan, vermeden terwijl als laafste bezwaar nog kan gelden de omstandigheid dat de opsporingsambte naren van den keuringsdienst die zich niet zelden veel moeiten hebben moeten ge'troos- ten om een overtreder te betrappen, al zeer weinig bemerken van het resultaat van hun werk, al moet worden erkend dat door de mededeeling der plaatsgevonden transactie'3 aan den keuringsdienst hierin eenige ver betering is gekomen. Het zou om deze redenen aanbeveling ver dienen indien de ambtenaren van het Openbaar Ministerie vóórdat tot dergelijke transactie's wordt besloten, zich op de hoogte zouden willen stellen van de ernst diet een bepaalde overtreding in de oogen van den keuringsdienst heeft ook in verband met de voorgeschiedenis der uitgelokte gerech- terlijke vervolging. Op het laboratorium werden onderzocht 9127 monsters. Opgemerkt zij dat naarmate de grove knoeierijen uit den handel verdwij nen, het onderzoek der monsters uitvoeriger geschiedt en dus tijdroovender wordt. Het aantal partijen waren (voornamelijk eet- en drinkwaren) dat ter plaatse werd ge kleurd óf alleen organoleptisch óf met be hulp van eenvoudige hulpmiddelen bedroeg 155422, terwijl in den verslagtijd 3303 win kels of pakhuizen grondig werden geïnspec teerd. Oppervlakkige inspectie's zijn in dit totaal niet opgenomen. De op het laboratorium onderzochte mon sters bestonden uit: Melk 6740 Afgeroomde melk 48 Karnemelk 170 Andere melkproducten 17 Kaas 5 Boter, Margarine en Melange 83 Spijsoliën en vetten 274 Worst en vleeschwaren 84 Vleeschextracten 4 Diverse meelsoorten 145 Gedroogde vruchten en zaden 12 Brood en gebak 111 Cacao en cacaoproducten133 Suiker, honing, snoepgoed 144 Koffie en thee 8 ffipsurrogaten "136 vrijen 379 ^uut 3 Alcoholica 31 Azijn 138 Vruchtensappen 64 Limonade e. v. 69 Jam 91 Verdelgingsmiddelen v. insecten 8 Water 40 Diversen 47 Totaal 9127 BINNENLAND. De onderscheidingen ter eere van den verjaardag van H. M. de Koningin. (Laatsta Ber. Ie Blad). Afscheid van den Leidschen Raad. (2a Blad). De intellectneele samenwerking (nsschen Nederland en België. (Binnenland, 2e Blad 'en Laatste Ber., Ie Blad), Plannen voor de oprichting van spoor* wegvakscholen (Binnenland, 2e Blad). Vergadering van de Vereeniging van Leeraren bij het M. O. (Kerk en School, 2a Blad). Moord te Capelle aan den IJssel. (Ge mengd, 2e Blad). BUITENLAND. Lord Cecil inderdaad afgetreden als En* gelsch minister. (Buitenl., Ie Blad). De Interparlementaire Unie bespreekt hef ontwapeningsvraagstnk. (Buitenl., Ie Blad). Schlee en Broek te Mflnchen. Heden gaan zij verder. (Buitenl., 3e Blad). Levine vliegt van Parijs naar Croydon. (Buitenl., 3e Blad). VERSLAG VAN HET BURGERLIJK ARMBESTUUR TE LEIDEN OVER HET JAAR 1926. Het Burgerlijk Armbestuur bestond in het jaar 1926 uit de heeren J. F. X. San ders, wethouder-voorzitter, J. P. Mulder, ondervoorzitter, H. W. Blote, J. Karstens, H. J. Planjer, J. Zitman, J. J. Vallentgoed en de dames D. J. M. Coebergh, C. Korsse. Secretaresse mej. A. M. de Vries. Het personeel bestond uit: secretaresse- boekhoudster (in vasten dienst), armmees- ter (in vasten dienst), 1 vrouwelijke klerk (in lossen dienst), 3 armbezoekers (in los sen dienst, voor korten tijd 4 armbezoekers) 1 armbezoekster (in lossen dienst) en 1 schrijfster (voor korten tijd in lossen dienst) De duur van den onderstand varieerde van twee weken tot drie maanden, al naar gelang van de oorzaak van het verzoek. Meervoudige bedeeling kwam in 1926 277 maal voor, d.w.z., dat het aan het Burg. Armbestuur bekend was, dat 277 be deelden nog in natura gesteund werden, door andere instellingen van weldadigheid. Ook werd in 1926 door het Burgerlijk Armbestuur in bijzondere gevallen hulp verstrekt door het bijplakken der zegels of aanzuiveren der ontbrekende premiën ten einde de betrokkenen op een vastgestelden tijd in het bezit van ouderdomsrente of eventueele invaliditeitsrente te doen ge* raken. Bovendien werd evenals de laatste jaren, thans bij Gemeenteraadsbesluit van 27 September 1926, in den winter, n.l. van 30 October 1926 tot en met 28 Maart 1927 geklopte coke9 verstrekt; daartoe werd we kelijks afgegeven een bon ter waarde van y» H.L. In tegenstelling met de voorgaande jaren werd over de maanden December, Januari en Februari een dubbele hoeveel heid, dus 1 H.L. cokes, per week versfrekt. Hulp werd voorts verleend door behoefti- gen of zieken te plaatsen in de daarvoor bestemde inrichtingen. Werd in dergelijke gevallen de hulp van het Burgerlijk Arm bestuur ingeroepen, dan werd evenals bij de aanvrage om een wekelijksche onder steuning, de betrokkene eerst verwezen naar zijn kerkelijke gemeente of naar de op zijn geval betrekking hebbende instel ling van weldadigheid, die dan vaak als contractante optrad, zoodat het Burgerlijk Armbestuur zich meestal bepaalde tot het verstrekken van een bijdrage in de ver- pleegkosten. Vrijwel was in alle voorkomende geval len plaatsing in. een inrichting of een ge sticht te vinden: alleen gehuwde paren zijn moeilijk onderdak te brengen. De zorg voor de plaatsing van kinderen al of niet verlaten door hun ouders, blijft bij voortduring de aandacht van het Bur gerlijk Armbestuur vragen. Zoo moesten acht kinderen verzorgd worden, de moeder was overleden en de vader opgenomen in het Acad. Ziekenhuis, terwijl opzending van de oudste dochter naar Zetten hoogst noodzakelijk bleek: de zeven andere wer den geplaatst in het gesticht .Voordorp", voorloopig voor rekening van het Burger lijk Armbestuur, tot ontheffing uit de ouder lijke macht van den vader had nlaats gehad. Drie kinderen, waarvan de moeder in bot Acad. Ziekenhuis verpleegd werd en die door den vader verlaten waren, werden hij familie ondergebracht Twee kinderen, totaal verwaarloosd, werden door de Zus-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 1