No. 20688
WOENSDAG 24 AUGUSTUS
Anno 1927
STADSNIEUWS.
GEMEENTEZAKEN.
Het voornaamste nieuws
van heden.
KERK- EN SCHOOLNIEUWS.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DER ADVERTENTIËN
30 Cts. per regel. Bij regelabonnement belangrijk lageren prijs.
Kleine Advertentiën uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en
Zaterdags 50 Cts. bij een maximum aantal woorden van 30.
Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van brieven
10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts.
Bureau Noordefndsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postchèque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden ƒ2.35, per week
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week
Franco per post 2.35 portokosten.
ƒ0.18
„0.18
Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen
EERSTE BLAD.
STORMEAMP-COMITE.
Bij het Stormramp-comité zijn nog de
volgende giften ingekomen: Mejuffrouw J.
d. H. f 5, Oegstgeest; W. J. D. f 2.50, Oer
geest.
Giften worden nog gaarne ingewacht Lij
den penningmeester, den heer F. Muys van
de Moer, Plantsoen -19, postgiro No. 57-171.
DE HUISZOEKINGEN
BU DE INDONESISCHE STUDENTEN.
De te Semarang verschijnende „Locomo
tief" schrijft o.a.:
„Ook over den inval bij de inlandsche
studenten in Nederland zal gaarne ein
delijk een betrouwbare lezing worden ver
nomen," om dan voort te gaan:
„Vooral in inlandsche kringen op Java
men mag veilig zeggen: in alle inland
sche kringen houdt deze zaak de ge
moederen bezig. Aan stellige feiten is ons
tot nu toe weinig geseind. Dat het orgaan
van de Perhimpoean Indonesia oproerige
taal bevatte, wist men sinds lang; wij we
zen er vele maanden geleden op. Dat de
vereeniging extremistisch was wist een
ieder. Dat leden dier vereeniging zich met
de Anti-koloniale Liga inlieten, was even
zeer bekend. Nochtans werd dat alles nu
eensklaps als ontihulling gemeld, terwijl
tevens ineens van een „verboden" vereeni
ging werd gesproken. Nieuw is echter de
zeer belangrijke mededeeling, dat de Per-
himpoenan Indonesia de leiding van de
P.K.I. op zich zou hebben genomen. Doch
ook hierover werd verder niets gemeld
ook niet het voornaamste: of dit feit aan
alle leden der vereeniging bekend was.
De regeering zou er goed aan doen in
dien zij zorg droeg, tijdig en zoo volledig
mogelijk inlichtingen te verschaffen over
den juisten toestand. Er zijn opk beschul
digingen geuit aan het adres van politieke
personen, die met de vereeniging heetten
in te stemmen maar kenden die figuren
haar verborgen doel? Wisten de leden, de
gewone studeerenden in Nederland, daar
iets van?
Wij hebben lang geleden al maatregelen
tegen de leiders dezer vereeniging ge
vraagd; wij hebben met citaten er op ge
wezen, in welk gevaarlijk spoor zij de
inlandsche studeerenden in Nederland
brachten. Maar wij weten hoezeer de zaak
in inheemsche kriiwen de aandacht trekt
en hoe verwarrend daarbij de spaar
zame med^deelingen van hei departement
van.... Justitie werken Ook hier moet,
vóór alles, tot klaarheid komen aller
eerst over de vraag, wie zich door Moskou
lieten verleiden."
Voor het examen hoofdacte slaagde
mej. G. E. A. Gooszen, alhier.
Voor uitzending naar Ned.-Indië, als
ingenieur der 3de klasse bij den dienst der
B.O.W., is bestemd de heer ir. A. J. P.
Dieben, alhier.
Voor de hedenmorgen in café-restau
rant „Zomerzorg" gehouden aanbesteding
van het bouwen van een landhuis met bij-
behoorende werken op een terrein aan den
Boerhaaveweg nabij de „Luwte" te Noord-
wijk aan Zee waren ingekomen 32 inschrij
vingen.
Ingeschreven werd als volgt: L. Outshoorn
en Zn., Leiden, f56890, schilderwerk f4000;
M. Haspers, Wassenaar, f58.835; J. War-
naar, Leiden, f79.900, schilderwerk f3800;
J. Buis, Vogelenzang, f54.200. schilderwerk
f4900; M. Kool, Warmond, f52.900, f3900;
Fa. J. van Riet, f55.500, f3700; D. Kraai,
Leiden, f 65.500D. v. Leeuwen, Den Haag,
f55.300; J. Olivier, Leiden, f60.400;. G. Boel
Voorburg, f58 370, f3500; W. G. Proper,
Oegstgeest, f57.500; A. v. d. Lots-Meijer,
f 57.000; J. Sonnaville, Amersfoort, f68.800;
Fa. Marcelis en Heemskerk, Leiden f57.644,
f3748; N.V. Noordwijk's Betonbedrijf, dir.
G. Krauw, f51.350; J. v. d. Wall en J. Klop
penburg, Vel sen, f58.633, f4000; E. de
Bruijn, Hoogland, f67.180; J. F. de Best,
Noordwijk a. Zee, f53 000, f5800, Wed. H.
v. Driel, Koudekerk, f53.000; f 4000; G. de
Best Jr., Katwijk, f56.000, f 5200; P. A.
Sliesendrecht, Rijswijk f57.700 fa. v. Duren
en Vink, Noordwijk, f 59.450, f 5000; Gebr.
Deest, Zandvoort, f50.990, f5575; D. Ouwe
hand, Noordwijk-Binnen. f51.386; N.V. Mij.
„Erica", woningbouwbedr. te Noordwijk,
f49.750, f3975; Honing. Haarlem, f63.500,
G. Vogelaar, Noordwijk-Binnen, f51.190,
f5350; H. Oudshoorn, Velsen, f51.200,
f5400; Gebr. Slingerland, Katwijk a. Zee,
f50,797, f5200; A. de Best, Katwijk a. Zee,
f54.000, f5200; Zwanenburg en v. d. Bent,
Katwijk, f52.000, f4950; Kort en v. d. Wiel,
Noordwijk-Leiden, f 49.244-, in massa
f53.144-, -
Gisteravond, te omstreeks 6 15 uur
namiddag, heeft 't Leidsch Politie-Muziek-
gezelschap haar directeur, den heer M.
Bolderdijk, gehuldigd, in verband met het
behaalde succes op het concours te De
Meern.
Het gezelschap ging omstreeks halfzes
onder het spelen van opgewekte marsch-
muziek, vanaf de grens dezer gemeente
naar de woning van den heer Bolderdijk,
aan de Mauritslaan te Oegstgeest, waar de
marsch „Cameradas", waarmede het ge
zelschap in den marsch wedstrijd een lsten
prijs heeft behaald, werd gespeeld.
Na nog eenige nummers gespeeld te
hebben werden de musiceerende politie
mannen verzocht door den heer Bolderdijk
om in diens woning te komen, en na
dat daar de eerewijn was rondgediend
nam de voorzitter van het gezelschap, de
heer J. Dragt, het woord, en dankte den
heer Bolderdijk voor al hetgeen deze heeft
gedaan in het belang van het gezelschap;
aan u hebben wij ons succes te danken
aldus spr. als blijk van dankbaarheid
bied ik u namens het gezelschap deze
bloemenmand aan, in de hoop, dat het ge
zelschap onder uw leiding, nog eens in de
afdeeling uitmuntendheid moge uitkomen.
De heer Bolderdijk beantwoordde den
voorzitter van het gezelschap en zeide o.a.:
Het doet mij genoegen, dat u allen, zon
der uitzondering, na een zware dagtaak,
mij hebt willen huldigen, door het brengen
van een serenade en het aanbieden van een
bloemenhuldeik zeg u ook namens mijn
vrouw voor deze hulde hartelijk dank, en
hoop, evenals u, dat het gezelschap nog
eens moge uitkomen in de eere-afdeeling.
Nadat het gezelschap zich nog eens liet
hooren, was de eenvoudige huldiging ten
einde.
De Artteiders-muziek-vereen. „Nieuw
Leven" geeft Zondagmiddag van 3 tot 5
uur een concert in „De Bataaf" in Den
Haag.
Een nieuwe uitvinding van leerhout
is thans, dank zij de uitvinding van den
Zweedschen ingenieur Forssman, in gebruik
gekomen voor het maken van koffers, die
uitmunten door sterkte, lichtheid en die
bovendien zeer goedkoop te bekomen zijn.
Door een speciaal procédé hout, jong
hout weet men te metamoforseeren in leer
hout, waarvan men dan koffers vervaar
digt. Het materiaal ondergaat, na uiterst
dun geschild te zijn ,een chemische bewer
king, waardoor alle levende houtcellen
gedood worden, de wanden van de koffers
beslaan uit vijf samengeperste lagen van
dit geprepareerde hout en al die lagen te
zamen zijn nog geen anderhalve millimeter
dikl Door het persen heeft het hout een
groole soepelheid en spankracht gekregen.
Men kan boven op den koffer gaan staan:
het lijdend voorwerp zal daarvan geen
schade ondervinden. In Engeland, Duitsch-
land en Amerika worden deze koffers reeds
ingevoerd en nu is Holland aan de beurt.
Ze zijn te zien in de étalage Noordeinde 11
en aldaar voor billijken prijs te bekomen.
Omstreeks twaalf uur werd gisteren
den twaalfjarigen jongen G. B., bij bet
oversteken van de Haarlemmerstraat, ko
mende uit de Pelikaanstraat door een door
G. W. bestuurde auto aangereden. Hij be
kwam geen letsel doch zijn rijwiel werd
totaal vernield.
ELECTRICITEITSLEVERING AAN DE
GEMEENTE RIJNSBURG.
Commissarissen der Stedelijke Fabrieken
van Gas en Electriciteit deelden B. en W.
mede, dat op verzoek van bet gemeente
bestuur van Rijnsburg de directie der Fa
brieken met dit bestuur in onderhandeling
is getreden omtrent de voorwaarden, waar
op Leiden bereid zou zijn electriciteit aan
Rijnsburg te leveren. Aangezien Rijnsburg
er de voorkeur aan geeft den stroom en
gros van Leiden ^e betrekken én een eigen
distributiebedrijf in het leven te roepen,
zoowel ten behoeve van de electriciteits-
als van de gaslevering aan zijn ingezete
nen, was het noodig tegelijkertijd in on
derhandeling te treden omtrent de vervan
ging van het op 26-28 November 1910
gesloten gasleveringscontract (met distri
butie door Leiden) door een nieuwe over
eenkomst voor gaslevering en gros. *De
gevoerde onderhandelingen hebben tot
resultaat gehad, dat omtrent de voorwaar
den, in twee concept-overeenkomsten
neergelegd, volledige overeenstemming met
het gemeentebestuur van Rijnsburg is be
reikt en dat de Raad dier gemeente bereids
zijn goedkeuring aan deze overeenkomst
heeft gehecht.
De inhoud van beide overeenkomsten is,
behoudens enkele op verzoek van Rijnsburg
aangebrachte wijzigingen van onderge
schikt belang, vrijwel gelijk aan die van
de in de laatste jaren afgesloten contracten
met andere gemeenten.
Nieuw is de bepaling in het laatste lid
van art. 3 der electriciteitsovereenkomst,
krachtens welke Rijnsburg zich verbindt
na de tot standkoming van deze overeen
komst ten spoedigste een verordening uit
te vaardigen, waarbij het leggen van lei
dingen of kabels voor gas, electriciteit of
andere energie binnen de gemeente Rijns
burg zonder schriftelijke vergunning van
B. enW. van Rijnsburg zal zijn verboden.
Voor de gemeenten, met welke Leiden reeds
overeenkomsten heeft besloten, is de ver
plichting tot 'het vaststellen van een der
gelijke verordening onlangs krachtens een
afzonderlijke regeling in het leven geroe
pen, zoodat de nieuwe bepaling in bijgaand
contract feitelijk een bevestiging vormt van
de bestaande practijk op dit punt.
Voorts is in art. 15 niet opgenomen de
bepaling, dat Rijnsburg na afloop van het
contract verplicht is het niet door Leiden
benoodigde gedeelte van het kabelnet in
Rijnsburg over te nemen. In verband met
de voorgenomen wijzé van stroomlevering,
aflevering van hoogspanningsstroom op één
punt, bestond tegen inwilliging van 't des
betreffend verzoek van Rijnsburg geen
bezwaar.
Met betrekking tot de nieuwe gasleve-
ringsovereenkomst valt het volgende op te
merken.
De bestaande overeenkomst werd in 1910
gesloten voor een tijdvak van 30 jaren,
alzoo eindigende in 1940; de nieuwe en
gros-overeenkomst zal worden aangegaan
voor gelijken tijdsduur als het nieuwe
electriciteitscontract, d. i. tot 31 December
1957. Leiden is er dus van verzekerd de
gemeente Rijnsburg nog ruim 17 jaren
langer tot zijn gasdebiet te kunnen re
kenen.
Tn art. 2 is op verzoek van Rijnöburg
niet opgenomen de gebruikelijke voorwaar
de, dat Leiden de bevoegdheid heeft om
eventueel zelf in onderhandeling te treden
omtrent gaslevering aan groot-verbruikers
waartegen dezerzijds geen bezwaar bestaat.
Voorts is in het laatste lid van art. 3
eenzelfde bepaling opgenomen als in art. 3
van de electriciteitsovereenkomst, welke
hierboven reeds is toegelicht.
Ten slotte moest, als gevolg van den
nieuwen vorm, waarin de gaslevering aan
Rijnsburg voortaan zal geschieden, een
regeling worden getroffen ten aanzien van
de overneming-van het in Rijnsburg aan
wezige en aan Leiden toebehoorende bui
zennet met den gashouder, de fitterwoning
enz. Ook op dit punt is volledige overeen
stemming met Rijnsburg bereikt; het gas-
buizennet en de inrichtingen, dienende voor
de distributie van het gas in Rijnsburg,
worden door Rijnsburg overgenomen voor
f 98.500, welke prijs is gebaseerd op over
neming per 1 Januari 1927.
In dit bedrag zijn niet begrepen de aan
sluitingen met meters en toebehooren
dienende voor de gaslevering aan de per-
ceelen op het grondgebied van Oegstgeest,
doch aangesloten op hot distributienet van
Rijnsburg Dit gedeelte van het gasbuizen-
net blijft dus eigendom van Leiden, terwijl
omtrent de wijze van gaslevering aan deze
perceelen nog een nadere regeling met
Rijnsburg en Oegstgeest zal worden ge
troffen.
Het voor de uitbreiding van het kabelnet
der ElecLriciteitsfabriek benoodigde bedrag
ad f 12.000 kan voorloopig uit de beschik
bare gelden der fabrieken worden bestre
den, zoodat voorshands geen nieuw kapi
taal voor deze onderneming behoeft te
worden verstrekt.
ITet door de overdracht van het gasbui-
zennet vrijkomende kapitaal kan naar de
meening van de commissie als kapitaals
verstrekking voor de normale uitbreidingen
1927-1928 worden aangewend, zoodat
extra aflossing van deze gelden achterwege
kan blijven.
B. en W. vereenigen zich geheel met dit
voorste] van commissarissen.
B. EN W. ACHTEN IN LEIDEN GEEN
PERSONEELRESERVE NOODIG.
Blijkens het in 1925 ingezonden adres
van het Comité ter Behartiging van de
Algemeene Belangen van Overheidsperso
neel (A.C.O.P.) is bedoeld comité van
oordeel, dat de instelling van een perso-
neelsreserve voor de grootere gemeenten
ten zeersteaanbeveling verdient, terwijl
het voor zooveel betreft de kleinere ge
meenten, welke geen of een onvoldoende
wachtgeldregeling hebben, meent te moe
ten aandringen op de invoering van een
wachtgeldregeling c.q. afdoende verbete
ring van de bestaande wachtgeldregeling.
Een en ander brengt adressant in verband
met de wijziging van de Pensioenwet 1922
per 1 Juli 1925, welke, wijziging o.m. ten
gevolge heeft, dat den ambtenaar bij op
heffing van zijn betrekking na 30 Juni 1925
geen wachtgeldpensioen meer wordt toege
kend.
Op grond hiervan acht het comité het ten
zeerste wenschelijk, „dat door den Raad
maatregelen worden getroffen, opdat de
ambtenaren niet de drupe worden van het
ontbreken eener wachtgeldregeling of van
de onvolkomenheid eener bestaande rege
ling."
Het is niet zonder bevreemding, dat B.
en W. van dit adres kennis namen, ornaat
reeds ingevolge de verordening van 20 Fe
bruari 1922, regelende het verleenen van
wachtgeld aan gemeente-ambtenaren, aan
uit vasten dienst eervol ontslagen gemeen
te-ambtenaren, die hun betrekking verbe
zen door haar opheffing of door een nieuwe
organisatie van het dienstvak, waartoe zij
behoorden, een gemeentelijk wachtgeld
wordt toegekend.
Blijkbaar heeft het A.C.O.P. het wen
schelijk geacht op groote schaal een adres
aan de verschillende gemeenteraden in ons
land te richten, zonder rekening te hou
den met plaatselijke omstandigheden. Tot
dit vermoeden geeft de vage en algemeene
redactie alleszins aanleiding, meenen B.
en W.
Zij vestigen er nog de aandacht op, dat
volgens artikel LXXXVU der wet van 28
Mei 1925, S. no. 216, een ambtenaar, die
wordt ontslagen op grond van opheffing
van zijn betrekking of op grond van een
nieuwe organisatie van zijn dienstvak en
ten aanzien van wien van Rijkswege een
wachtgeldregeling niet is vastgesteld, bin
nen een maand na ingang van zijn ontslag
de beslissing van de Kroon kan inroepen,
indien hem geen of een, naar zijn oordeel,
onvoldoend wachtgeld wordt toegekend.
Het betrokken lichaam is gehouden zich
naar die beslissing te gedragen.
Tegen een onvoldoend wachtgeld biedt
de Pensioenwet 1922 derhalve alle moge
lijke bescherming.
Vermits de hier geldende wachtgeldrege
ling aan redelijke eischen voldoet en aan
de in het adres uitgesproken wanschelijk-
heid „dat de ambtenaren niet de dupe
worden van het ontbreken van een wacht
geldregeling of van de onvolkomenheid
eener bestaande regeling" derhalve reeds
ruimschoots is voldaan, zijn B. en W. van
oordcel, dat uit dien hoofde instelling vau
een personeelsreserve niet noodig is, zoo
dat het onderwerpelijk adres vóór kennis
geving kan worden aangenomen.
Thans willen zij nog eenige beschouwin
gen wijden aan het indertijd in handen
van hun College gesteld voorstel van den
heer Van Eek, luidende:
„De raad besluit tot de instelling van
een arbeidsreserve van ambtenaren en
werklieden ter vervanging van het tegen
woordige losse overheidspersoneel."
Bij de behandeling van de begrooting
voor 1926 toch gaven zij te kennen, dat
het hun voornemen was het. praeadvies op
het voorstel van den heer Van Eek tegelijk
met dat op het adres van het A.C.O.P. bij
den Raad aanhangig te maken, na tevoren
omtrent een en ander het gevoelen van de
Algemeene Ambtenaren- en Werklieden-
Commissie te hebben ingewonnen, zooals
ook door den heer Baart blijkens zijn mede
in verband hiermede gedaan voorstel werd
gevraagd.
Blijkens de toelichting tot het voorstel
vau den heer Van Eek, door dezen in de
raadszitting van 11 Juli 1921 gegeven, acht
deze een arbeidsreserve nüet alleen in het
belang van het losse personeel, doch ook
in dat van, de gemeente.
Voor het losse personeel zou een derge
lijke regeling van belang zijn, omdat het
thans een rechtspositie mist.
Automatisch zouden zij als zij in het
eene bedrijf konden worden gemist, beschik
baar gesteld worden voor éen ander bedrijf.
Een deel van het tegenwoordige losse per
soneel zou daardoor overbodig worden.
B. en W. geven aan wat men eigenlijk
onder „arbeidsre'serve" heeft te verstaan. In
Amsterdam waar dit instituut beslaat was
het aanvankelijke doel met de instelling be
oogd te komen tot een uit sociaal oogpunt
doelmatige oplossing van het losse-werklie-
den-vraagsluL en tot regularisatie in de
aanneming van personéel door de bedrijven
en diensten. Men heeft nu in die gemeente
daarvoor deze regeling getroffen, dat al het
benoodigde losse personeel door de plaatsing
in de arbeidsreserve bij de instelling be
trof het aantal van 2200 personen gedurende
het geheele jaar in dienst wordt gehou
den en bij verschillende diensten in het
werk gesteld. Het bleek echter spoedig, dat
de reserve in deze haar toegedachte taak
geen voldoend emplooi vond en er moest
ander werk worden gezocht. Na dit nog
nader te hébben uitgewerkt concludeeren
B. en W. dat althans voor Leiden een ar
beidsreserve allerminst in het financieel be
lang der gemeente kan worden geacht. In
het algemeen toch komt los personeel
slechts voor bij Gemeentewerken en bij de
Lichtfabrieken; bij Gemeentewerken moe
ten alleen gedurende eenige wintermaanden
enkele losse boomsnoeiers in dienst worden
genomen, terwijl de Lichtfabrieken alleen in
het drukst van het seizoen, d.i. eveneens
gedurende eeni:!- wintermaanden, aan een
beperkt aantal losse wérklieden behoefte
hebben, een aantal, hetwelk voor aanzien
lijke beperking vatbaar is, indien, zooals
Commissarissen in hunne missive van 27
Mei 1926 berichten aldaar de voorgenomen
betere bedrijfsmethoden, vergrooting van
machine-eenheden en volmaking van de
machinale inrichtingen zullen zijn inge
voerd. En aangezien de overige diensten en
bedrijven los personeel niet noodig hebben,
zou overplaatsing daarbij van deze even
tueel in een arbeidsreserve opgenomen
werklieden gedurende de overige maanden
van het jaar niét mogelijk zijn. Instelling
van een arbeidsreserve in onze gemeente
zou er derhalve alleen toe leiden, dat aan de
enkele losse boomsnoeiers en dc-i weinige
losse werklieden, die gedurende enkele win
termaanden bij Gemeentewerken en de
Lichtfabrieken in dienst worden genomen,
gedurende de rest van het jaar een garantie
loon zou worden verzekerd zonder dat er
eenig redelijk uitzicht bestond hen produc
tieven arbeid te1 kunnen doen verrichten.
Daarmede is noch het gemeentebelang noch
het welbegrepen belang dier losse werklie
den gediend.
Instelling van een arbeidsreserve ook
voor ambtenaren, zooals de heer van Eek
blijkens zijn voorstel mede wenscht, is prac-
tisch onuitvoerbaar. Immers een arbeids
reserve moet. wil zij aan haar doel kunnen
beantwoorden, zoodanig zijn samengesteld,
dat al het voorkomende losse wérk door de
personen, die er deel van uilmaken, kan
BINNENLAND.
Het middenstandscongies te Den Haag.
(Binnenland, 2e Blad.
Het verblijf der Koninklijke familie in
Noorwegen. (Binnenland, 2e Blad).
Consumptie-pluim vee komt onder de
Vleesclikenringswet. (Binnenland. 2é Blad).
BUITENLAND.
Nog eenige relletjes na de executie van
Sacco en Vanzetti. (Buitenl. en Tel. Ie Blad)
Overleden is de Egyptische staatsman
Zagloel pasja. (Buitenl. Ie Blad).
Voorstel tot afschaffing der doodstraf in
Zwitserland. (Buitenl. Ie Blad).
worden verricht. Bij de werklieden nu levert
dit geen overwegend bezwaar op; men ver
plicht eenvoudig den vakman, die tot de
reserve behoort, zoo noodig ook ongeschool
den arbeid te verrichten.
Bij de ambtenaren daarentegen, dn aan
de meest uileenloopende, vaak bij of krach
tens de wet gestelde, bijzondere eischen
moeten voldoén, Is het opleggen van een
dergelijke verplichting in het algemeen ten
eenenmale uitgesloten. Doch afgezien van
dit gewichtig bezwaar, slechts bij hooge
uitzondering worden ambtenaren hier in
iossen diénst genomen, zoodat instelling
van een arbeidsreserve ook voor hen, ge
steld al dat het mogelijk ware, alle prac-
tische beteekenis zou missen.
EEN OVERZICHT VAN B. EN W. TER
BEOORDEELING VAN DE EINDCIJFERS
DER GEMEENTEREFENING 1926.
Uit een uitvoerig met cijfers gestaafd
overzicht door B. en W. aan den Raad over
gelegd blijkt dat bij de beoordeeling van de
eindcijfers der rekening over 1926 moet
worden in acht genomen, dal het voordeei'g
kassaldo der gewone middelen, ten bedrage
van f 314.192.85 moet worden verhoogd met
f 72.986.70 voor bij het sluiten van den
dienst 1926 nog te ontvangen gelden, doch
daarentegen met f 65 626.20 moet worden
verlaagd, in verband met onbetaalde vorde
ringen of onverbruikt of onverwerkt geble
ven credieten. Hieruit volgt, dat de gewone
dienst van 1926 een voordeelig exloi-
iatife-saldo van f" l i.192.85 172.986.70
f65.626.20 f321.553.35 heeft opgeleverd.
Bij de beoordeeling van het exploitatie
saldo van den gewonen dienst 1926 moet
evenwel in aanmerking worden genomen,
dat aan dat dienstjaar een aanzienlijk be
drag uit vroegere diensten is ten goede ge
komen.
Blijkens de gemeenterekening over 1926
bedraagt het batig saldo van Hoofdstuk I
„Vroegere diensten f922.420.24 Hierin is
echler begrepen lo. het bedrag van
f 200.000, dat, tengevolge van eene wijziging
in de toepassing van de administratieve
voorschriften, van de opbrengst der inkom
stenbelasting 1925/1926 meer op het dienst
jaar 1925 is verantwoord, dan bij de be
grooting was geraamd en dientengevolge als
gedeelte van het vermoedelijk batig slot van
den dienst 1925 op dien van 1926 is overge
bracht en 2o. een bedrag van f 14.700.23,
waartegenover uilgaven op andere hoofd
stukken staan. Beide bedragen mogen bij ie
berekening van hetgeen door den „gewonen"
dienst van 1926 uit vroegere diensten is ont
vangen, niet in aanmerking worden geno
men.
Uit vroegere diensten is dus aan den
dienst 1926 ten goede gekomen een bedrag
van f 922.420 24—f214 700.23 (f200.000 -f-
f 14.700.23 f707.720 01, zoodat de ge
wone inkomsten en uitgaven van het dienst
jaar 1926 feitelijk sluiten met een nadee-
lig exploitatie-saldo van f707.720.01
f 321.553.35 f386.166.66.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Godlinze (toez.): J.
Eikema, te Witmarsumte 's-Grevelduin-
CapeileF. van Asch, te Den Ham.
Aangenomen: Naar Wildervank
J N. van Druten, te Noordwolde; naar
Jorwerd (Fr): W. P. Stratingh, te Noord
broek (Gr.)
Bedankt: Voor Putt-ershoekJ. J. v.
<1 Pol, te Oud-Alblas.
GEREF. KERKEN.
Bedankt: Voor Bussum: C. Bouma,
te Zwolle; voor Hemenoord en voor Hoek
van Holland: D. Bremmer, te Brumisse-
Oosterlandvoor Middelburg: A. Derck-
sen, te Pijnacker-Noot-dorp; voor Utrecht:
M. Hofman, te Krabbendijke.
CHR. GEREF. KERKEN.
Beroepen: Te Steenwijk: L. H.
Beekamp, te Harlingen.