Groote Fabrieksbrand te Leidschendam
STUKKEN ZOOLLEDER
ONRECHTMATIG BEZIT
NIEUW! TOFFEE MET CHOCOLADE
No. 20682
LËIDSCH DAGBLAD, Woensdag 17 Augustus
Tweede Blad
Anno 1927
BINNENLAND.
VRAAGT
UW WINKELIER
FEUILLETON.
De Graanmalerij en Veevoederfabriek der Firma N. BLONK Zn., een prooi der vlammen
Schade geschat op twee tot drie ton.
Foto W Bleozé. Lelden.
DE RUïNE VAN DE FABRIEK.
Men ziet duidelijk de verbogen zware dakspanten, die bleven hangen.
In de buurtschap Leidschendam onder de
gemeente Stompwijk heeft gistermiddag een
brand gewoed, zooals er in deze gemeente
sinds jaren geen voorgekomen is.
De brand brak uit in een van de gebouwen
waarin de groote malerij en voederfabriek
is gevestigd van de firma N. Blonk Zn.,
die nog geen zes jaar geleden, op 13 Sept.
1921, toen de oude gebouwen eveneens door
een hevigen brand waren verwoest, nieuw
en volgens moderne bouwmethoden waren
opgetrokken.
Omtrent de oorzaak van den brand, die
tusschen vier uur en halfvijf is uitgebroken,
tastte men, toen wft tegen het vallen van
de duisternis gisteravond het terrein van
den brand verlieten, nog in onzekerheid,
doch het schijnt wel vast te staan, dat er
iets is gebeurd met de stofinrichting, waar
door wrijving en later brand is ontstaan.
Op het oogenblik, dat de brand uitbrak
waren in de fabriek behalve twee firmanten
een viertal arbeiders aanwezig het per
soneel van dit machinale bedrijf telt niet
veel meer arbeidskrachten die nog ge
poogd hebben het vuur met eenige emmers
water in de kiem te smoren. Het mocht
even wei niet baten, want in een oogwenk
breidde het vuur zich uit en deelde zich
op verschillende punten in de aangrenzende
gebouwen mede.
Toen om ruim half vijf de brandweer uit
Voorschoten door den gemeente-secretaris
den heer H. J. van Delft gealarmeerd
op het terrein van den brand verscheen,
was het duidelijk, dat men met een ernstigen
uitslaanden brand te doen had en de com
mandant, de heer P. C. Elsevier, gaf dan
ook terstond last zooveel mogelijk water
te geven. Nauwelijks twee minuten na de
aankomst van de beide Voorburgsche motor
spuiten, waren zes stralen uitgelegd en kort
daarop gaf de Voorburgsche brandweer, op
volle capaciteit werkende, met acht stralen
op bedde spuiten water. Doch hoe sterk ook
de aanval tegen de vlammen was, het vuur
bleef hevig woeden en breidde zich nog
steeds uit. Men waarschuwde ook de Haag-
sche brandweer, die om 6.35 uur met een
motorspuit verscheen en in een oogwenk
met drie dikke stralen water de Voorburg
sche brandweer te hulp kwam. Het blus-
schingswerk werd vanaf dat oogenblik ver
deeld en terwijl de Haagsche brandweer
lieden den gevel van de gebouwen aan de
zijde van de Vliet onder water hielden,
bepaalde de Voorburgsche brandweer zich
toe het inwendige van de gebouwen en de
zij- en achtergevels, die zij met acht stralen
bleef nat houden.
Om halfacht woedde de brand nog fel,
maar de vlammen, die aanvankelijk boven de
gebouwen uitkwamen, verminderden en de
gebouwen in den naasten omtrek lagen in
een dikken rook gehuld. In de gebouwen
was de rook op sommige oogenblikken ver
stikkend, want al sloegen de vlammen niet
meer uit, de vuurhaard was nog lang niet
gedoofd en de sloopende kracht van den
rooden haan wreekte zich hardnekkig en
telkens vielen met donderend geraas heele
stukken van de hechte muren in puin.
Om acht uur geleken de gebouwen waarin
nauwelijks eenige uren te voren het orde
lijke bedrijf nog in vollen gang wa9 ge
weest een waren chaos. Op den grond lagen
de voorraden graan en pulp en lijnkoeken
te verdrinken in de groote hoeveelheid wa
ter die in een korte spanne tijds binnen was
gespoten en hoogerop brandden de muren
en vooral alles wat van hout was fel.
Maar ook de zwaarste ijzeren balken vielen
ten prooi aan de vlammen en toen wij om
acht uur vanaf het water, uit een roeibootje
don toestand in de brandende fabriek beke
ken, bleek dat tengevolge van de grootte
hitte die er binnen moet hebben geheerscht
zware ijzeren balken als zijden lintjes af
hingen, losgebrand uit de muren, die ten
deele reeds gevallen waren, len deele spoe
dig dreigden in te storten.
Ook de brandweer achtte het gevaarlijk
de nog staande muren van het middelste ge
bouw, waar de brand het hevigste gewoed
had te laten staan en men deed herhaalde
pogingen om de nog staande wanden om te
trekken.
Het achterste gebouw had intusschen
eveneens hevig van het vuur te lijden en
ook daar vertoonden zich spoedig groote
scheuren in de dikke steenen muren.
De brand had veel belangstelling getrok
ken in het dorp en langs beide oevers van
de Vliet stonden honderden naar het ver
loop van de brand en het werk van de kra
nige brandweermannen te kijken.
Ook verschillende plaatselijke autoritei
ten uit Voorburg waren zelfs intusschen ge
komen. De burgemeesler die in militairen
dienst te Venlo vertoeft was niet aanwezig
en ook de loco-burgemeester, wethoudeT L.
J. Wijsman was verhinderd ter plaatse te
zijn. Wel zagen wij den gemeente-secre
taris en den wethouder van Voorburg mr.
Smele.
Toen wij om over negenen het terrein van
den brand verlieten deelde men ons mede
dat de Haagsche Brandweer spoedig zou in
rukken en dat de Brandweer uit Voorburg
den geheelen nacht de z.g. nablussching
zou blijven waarnemen.
Nog steeds woedde het vuur met onweer
staanbare hardnekkigheid alles wat het ont
moette verwoestend.
De 9chade werd geschat op twee lot drie
honderd duizend gulden, doch wij verna
men van een van de heeren Blonk dat de
gebouwen legen brand en waterschade en
de fabriek tevens tegen bedrijfsschade op
beurspolis verzekerd was.
Toen wij hedenmorgéh om half zeven nog
eens een kijkje gingen nemen in Leidschen
dam. bleek het dat het vuur nog steeds niet
gedood was.
Een van de molorspuiten uit Voorburg''
was dan ook nog op het fabrieksterrein aan
wezig en gaf nog steeds water om op ver
schillende plaatsen waar het nog smeulde
en waar nog veel rook uit opsteeg nat te
houden.
Het bleek intusschen dat er van de fabriek
niet veel meer dan een groote ruïne was
overgebleven. Wat nog staat van de gebou
wen is zoo zwaar door de hitte beschadigd,
dat het zal moeten worden gesloopt. Met
de slooping wordt door de brandweer reeds
heden een aanvang gemaakt.
Alleen de machinekamer en het ketel
huis zijn er vrij goed afgekomen en de om
liggende stallen en de boerderij bleven
eveneens gespaard
Omtrent de oorzaak van den noodlottigen
brand deelde een van de heeren Blonk ons
hedenmorgen nog mede, dat, toen het be
drijf rustig in gang was. plotseling vlam
men werden waargenomen in een op een
der hooger gelegen verdiepingen geplaat
sten stoffilter, waarvan een linnen stofzak
door tot nu toe onverklaarbare oorzaak in
brand schijnt te zijn gevlogen. Daar de
stofzak tusschen een trekinrichting van
koude en warme lucht hing, is het begrij
pelijk dat nog eer deze zuiginrichting kon
worden uitgeschakeld het hout van den
filter en vervolgens de zoldering in lichten
laaie geraakten.
Omtrent de plannen voor wederopbouw
van een nieuwe fabriek slaat, zoo deelde
men ons hedenmorgen mede. nog niets vast.
DE REIS VAN DE KONINGIN
EN DE PRINSES.
Een telegram uit Noorwegen meldt, dat
de Koningin en Prinse3 Juliana gisteren
te Sinrtegroe zouden blijven logeeren. Van
daar gaan zij verder naar Loerdal in Sogn
en dan naar Bygdin, waar het gezelschap
Donderdag te negentien uur zal aankomen.
Het weer is prachtig.
PRINS HENDRIK.
Een Wolff telegram uit Berlijn meldt, dat
Trins Hendrik der Nederlanden, vergezeld
door een der leden van de Nederlandse he
legatie, een bezoek heeft gebracht aan do
Centrale Vlieghaven te Ten^pelhol. Na de
bezichtiging van de verkeersinrichtingen en
terreinen deed de Prins een korte rondvlucht.
VLIEGTOCHT HOLLAND—AMERIKA.
Naar wij vernemen, zegt het „Vad.", be
staan bij een groote Haagsche onderneming
ernstige plannen om tegen 1 September a.s.
een vliegtocht van Rotterdam naar Chicago,
met tusschenlanding te New-York, te onder
nemen voor het bezoeken van en het voe
ren van besprekingen met een aldaar ge
vestigde groote fabriek. Het zou in de
bedoeling liggen om 10 September weer
in Den Haag terug te zijn. Nadere gege
vens konden wij nog niet verkrijgen.
DE HEER PLESMAN NAAR INDIË.
Het staat thans, volgens de „Tel.",
definitief vast, dat de heer Plesman, direc
teur van de K. L. M., zijn indische reis
zal ondernemen. Hij vertrekt te dien einde
op Woensdag 24 Aug. des avonds dit Den
Haag naar Genua, alwaar hij zich aan boord
vin hel s.s. „Grotius" zal inschepen. In
totaal zal de reis vermoedelijk een half jaar
duren. Het ligt in de bedoeling van den
kee* Plesman om na de besprekingen, die
hg in Indië over de organisatie van "het
luchtverkeer aldaar zal voeren, via Amerika
n-'xi.i Nederland terug te keeren.
DE RIJKSMIDDELEN.
De rijksmiddelen hebben over de aïgeloo-
pen maand f 3.13 millioen meer opgebracht
dan over Juli 1926; over de eerste zeven
maanden f 14.01 millioen meer dan over die
periode in het vorige jaar.
NEDERLANDSCHE JAARBEURS.
Aan een drukwerkje over de najaarsbeurs,
die van 6 tot en met 15 September te
Utrecht wordt gehouden, is het volgende
ontleend
De deelneming is vlot van stapel geloopm,
vlotter dan in jaron het geval geweest is.
liet geheele jaarbeursgebouw is met zaken-
firma's gevuld en de voorbereiding heeft
reeds doen zien, dat verscheidene groote
firma's dezen keer de langzamerhand inge
burgerde gewoonte zullen volgen om op de
RECLAME.
6987 HET ADRES:
L. v. ESCH Wzn., Haarl.straat 210
aanstaande beurs met hun nouveauté's te
verschijnen; hun nieuwe modellen, uitvin
dingen, verbeteringen, hun nieuwe merken
en verpakkingen tot de jaarbeurs te bewaren»
om er voor het eerst op de najaarsbeurs
mede voor den dag te komen.
De meubelbeurs op de vjjfde verdieping
is voller dan ooit te voren en van groote
verscheidenheidde reorganisatie van de
groep textiel en confectie op de vierde
verdieping zich heeft voortgezet door toetre
ding van nieuwe textiel- en confectiefirma's^
die vroeger nog nimmer aan de jaarbeurs
hebben deelgenomen of langen tijd afwezig
zijn gebleven en een groote zakelijke attrao*
Lie zal op deze verdieping zijn de belangrijke
Oostenrijkse he groep, die een geheelen vlou-
gol van het gebouw inneemt. De derde ver
dieping is geheel gevuld met in hoofd
zaak de groep voedings- en genotmidde
len, op de tweede verdieping heeft de groep
glas- en aardewerk en huishoudelijke arti
kelen wederom een flinke uitbreiding onder
gaan. Radio-apparaten zal men door het
geheele gebouw verspreid vinden; machine
rieën, electro-technische werktuigen, koper
werk en metaalbewerking vullen de eerste
verdieping, de trappen hal en de groote
stpnözaal, terwijl de nieuwe tusschanhal
geheel als automobiel-hal zal worden m-
gc-ricfcl.
Op het terrein voor het gebouw, een
groot gedeelte van het Vredenburg, zullen
de houten paviljoens verrijzen, waar even
eens in de open lucht de groote machine
rieën zullen worden opgesteld.
De Nederlandsche Spoorwegen verleen jn
wederom reductie op de reizigerstarieven
voor bezoekers van de jaarbeurs.
KLOMPENJAARBEURS.
De 10e Nederlandsche Klom pen jaarbeurs
te Epe is gisteren door den burgemeester
geopend. Er waren meer inzendingen dan
verleden jaar uit verschillende deelen de3
lands. De handel was vrij goed.
BESTRIJDING DER
RUNDERENTUBERCULOSE.
Minister Kan is heden naar Brussel ver
trokken. In veTband daarmede deelt de Ned.
Bond van Veehandelaren mede, dat naar
aanleiding der door België in te voeren
maatregelen ter bestrijding der runderen-
tuberculose, de Veeartsenijkundige Dienst in
Den Haag verzocht kenbaar te maken hoe
de Nederlandsche veehandel, voorzoover hij
daarbij betrokken is, tegenover deze maat
regelen staat.
Hierop is geantwoord, dat het hem voor
komt, dat hierdoor de toestand zal terugkee-
ren, die jaren geleden reed9 werd afgeschaft.
Deze toestand zal weder een belemmering
vormen voor onzen export en verhooging
der prijzen voor den Belgischen consument
met zich mede brengen. Voorts zal hij, zoo
wel aan deze als aan gene zijde der grens
uitlokken tot ontduikingen, waarvan weder
hel gevolg zal worden, dat de maatregelen
RECLAME.
6970
Naar 't Engelsch van DOROTHEA GERARD.
Doot Mr. G KELLER.
46)
Zeker, haar kansen stonden goed, maar
ook de zijne, die van Marcin Klobinski wa
ren niet slecht, en hij was niet van plan ze
ongebruikt te laten Ondanks haar connec
ties, ondanks haar naam, was zij te erg ge
compromitteerd door de geschiedenis van
haar paspoort, om hem afdoende het hoofd
te kunnen blijven bieden, vooral nu. onder
het tegenwoordige schrikbewind, zelfs de
hoogstgeplaatsten moeite genoeg hadden om
voor eigen veiligheid te zorgen om niet al te
hard te denken aan die van hun vrienden.
Er was weer een glimlach gekomen op
het tanige gelaat van den commissaris, ter
wijl hij met zijn smalle hand over zijn sluik
haar streek.
HOOFDSTUK III.
Een morgenbezoek.
„Het is maar gelukkig, dat er geen haar
op mijn hoofd groeit, anders zou het allang
grijs zijn geworden." zei Malania Petrowna.
terwijl zij bedroefd haar pruik kamde voor
de knetterende porceleinen kachel, waarop
deze had liegen bakken.
Katya zat met de ellebogen op de knieën
de kin op haar handen gesteund er de
oogen gericht op de vlammen die voor het
open traliewerk van de kachel waren te
zien. In haar zwart haar, in een opgerolde
vlecht op haar hoofd opgemaakt, was geen
zilveren draad zichtbaar, en toch was er
gisteren een in haar kam blijven zitten.
O, die droeve, pijnlijke terugkeer! Soms
vroeg zij zich af, hoe zij het had kunnen
overleven. Als er nog iets als hoop in haar
hart leefde, dan flikkerde die op bij de her
innering aan haar afscheid van Kazimira.
Het was een oogenblik van droefheid ge
weest, maar Kazimira zelve had beslist
geweigerd te wanhopen. Want haar gene
genheid voor Katya had den schok door
staan van de onthullingen van' haar waren
naam, misschien omdat Kazimira het stand
punt had bereikt, vanwaar alleen men de
menschelijke dingen op hun juiste waarde
weet te schatten Als vrouw kon zij niet
twijfelen aan Katya's liefde voor haar
broeder. Dat eenmaal de dag mocht aan
breken, waarop haar kijk op de dingen zou
gedeeld worden door Tadeuse, was de hoop,
waaraan zij zich vastklemde in het pijnlijke
uur der scheiding. En niettemin liet zij haar
broeder heengaan zonder een woord ten
gunste van Katya te laten hooren. daar zij
wel zeer goed begreep, dal deze zaak slecht3
in orde kon komen door verloop van tijd
of door de omstandigheden
In den afscheidsbrief, tot hem gericht op
den avond van zijn vertrek naar Warschau,
werd geen klacht geuit, enkel hartelijke,
moedige woorden, vurige wenschen. zuster
lijk en vaderlandslievend voor het welsla
gen van zijn onderneming Zij wist dat zij
hem nooit zou wederzien maar zij was
tevens overtuigd dat hij zich slechts door
de crisis heen zou kunnen slaan door on
afgebroken inspanning Zelfs van Katva
nam zij afscheid zonder een traan te storten
hoewel zij wist. dat het een afscheid voor
goed was
„Als je hem lief hebt. gelijk ik geloof,
dat het geval is en het lot je gunstig is, zal
je hem toch nog kunnen winnen." waren
haar afscheidswoorden, en in de zware
maanden, welke op de scheiding volgden,
had Katya ze ah een schat in haar hart
bewaard En met eiken dag. die voorbij
ging. was zij dieper overtuigd dat zij hem
lief had Ach. zou het lot haar waarlijk nog
eens gunstig kunnen zijn? Die' vraag kwel
de haar voortdurend
Van tijd tot tijd ontving zij een paar
regeltjes bericht. Een der eerste tijdingen,
welke zij vernam, wa9. dat Tadeusz naar
Warschau was gegaan, doch de opwinding
bij de gedachte, dat hij betrekkelijk zoo
dicht bij haar in de buurt was. maakte al
spoedig plaats voor de gedachte aan het
gevaar, dat hij liep Gedurende den eerst-
volgenden zomer hoorde zij niets, tot zij
onder haar brieven een enveloppe vond met
het ongelijke schrift van Kazimira. alleen
nog wat ongelijker dan den laatsten keer
„Men heeft hem gearresteerd. De klacht
luidt voorloopig nog gebruik van valsche
papieren, maar het kon wel eens op wat
ernsfigers uitloopen daar hij zeer onvoor
zichtig is geweest Ik weet dat je hem zult
willen redden als je het eenigszins kunt.
Je hebt vrienden De woorden waren
verder gevlekt, alleen was er een vermoe
delijke .K als onderteekening te lezen
Een uur later waren de koffers van
Katya voor haar vertrek naaT Warschau
gepakt Zij was het nog niet eens met zich-
zelvp waf zij zou doen als zij eenmaal daar
was HpI p-enitrp wat zij mpt beslistheid wist
was, dal het voor haar onmogelijk zou zijn
lijdelijk te blijven terwijl hij in dë gevange
nis zat.
Met vreezen en beven was Malania Pe
trowna haar gevolgd.
Het eenige. wat zij als voorwaarde had
gesteld, was. dat Timosh haar zou verge
zellen; haar vroegere tegenstander was in
haar oogen in een zeer aannemelijke lijf
wacht veranderd.
Voorloopig kon Katya op weinig succes
bogen. Haar afgezonderd leven op Lubynia
had haar al te veel buiten officieele krin
gen en vroegere vrienden van de familie
doen leven, dan dat het gemakkelijk wa9
om er weer mee in aanraking te komen.
Wel was haar naam bij velen bekend,
maar in de tegenwoordige onrustige tijden
zou die kans loopen geen indruk te ma
ken, zelfs niet bij menschen, die nie't zoo
veel met hun eigen zaken hebben te stel
len. dan zij zich herinnerden, dat zij een
rijk erfgename was.
Toen het ruchtbaar werd, wie die rijke
erfgename was die in de stad was gekomen
met de bedoeling om een jongmensch
en nog wel een Pool, uit de gevangenis te
bevrijden, tot wien zij, naar werd beweerd,
inzekere verstandhouding stond, waarvan zij
trouwens geen geheim maakte, verloren de
ouders van voor het huwelijk rijpe jongelui
alle belangstelling in haar Zij had reeds
een gansche reeks van mannen van hooge
positie opgezocht zonder eenig tastbaar re
sultaat. Swigello? Ja. er stond een Swigello
op de lijst van gevangenen in de Piwiak. ge
arresteerd wegens gebruik van valsche pa
pieren Een vriend van haar? Geen enkele
reden om zich ook maar eenigszins ongerust
te maken Het gebruife van valsche papieren
was geen halsmisdaad. Wanneer zijn zaak
behandeld zou worden? Dal viel moeilijk te
zeggen. De gevangenissen waren op het
oogenblik zoo vol. en er wachtten zooveel
belangrijker zaken op een beslissing. Als zij
misschien bereid was over een maand nog
eens aan te komen
Deze en dergelijke onbestemde, gerust
stellende verzekeringen was alles wat zij
tol nog toe gewonnen had.
Neen. onmiddellijk succes liet op zich
wachten. Zij wist zulks reeds na enkele da
gen. Slechts langs een omweg zou het haar
mogelijk zijn lot de gevangenis door te drin
gen. Die draden van oude vriendschap,
welke gedurend welhaast twee geslachten
ongebruikt waren gelaten, konden slechts
op diplomatieke wijze en met geduldig over
leg worden aangeknoopt. Zij moest weer in
aanraking komen met haar eigen landge-
nooten, zij moest bezoeken afleggen, met
veel meer menschen kennis maken, zich
kleeden. glimlachen, desnoods zelfs Mirten,
koTtom allerlei dingen doen, welke een per
soonlijke belangstelling uitlokken, die ten
slotte leidt tot het gebruiken van persoon
lijken invloed. Welnu, al? het moest, dan-
moest het maar! Katya zeide het tot zich-
zelve. terwijl zij voor de kachel zat. Over
het algemeen zou het haar gemakkelijker
gevallen zijn om Tadeusz' cel in de Pawiak
te deelen. gemakkelijker ook om zijnentwille
te hongeren en te dorslen Maar om zijnent
wil zou zij ook in staat zijn salons te betre
den. glimlachend, zij het ook met den dood
in het hart.
(Wordt vervolgd).