R.H.W. Fruit-Soda
HOLLANDSCH'ZWITSERSCHE LOCARA REEPEN
ONRECHTMATIG BEZIT
BEREID VOLGENS
ONZE NIEUWSTE METHODE
No. 20664
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 27 Juli
Tweede Blad
Anno 1927
UIT DE RAADZAAL.
Prov. Staten v. Zuid-Holland.
HET TRAMONGEVAL TE SASSEN HEIM
Mineraalwater met vruchiensmaak
FEUILLETON.
Een gerekte sitting met een
dnnr slot.
De Leidscüe gemeenteraad ie altijd een
verrassend element. Was het nu werkelijk
Maandag noodig een avondzitting te hou
den voor een intei-pellatie 1 D.w.z. dus
voor iets, dat, zooals altijd met interpel
laties, het geval is, geen resultaat ople
verde 1 Beide volgende punten hadden geen
baast, gingen er bovendien glad door. Het
wordt voor de gemeente een duur geval:
een kleine f 600 voor een interpellatie
Met eenige beperking was men 's mid
dags bovendien heel gemakkelijk gereed
kunnen komen. Beperking is echter een
ding, dat maar weinigen gegeven is in
onzen raad. Was het b.v. na de uitvoerige
behandeling van vorig jaar van de kwestie
van een keerpunt op de Rijn- en Schiekade
nog noodzakelijk om nog eens de al of
niet noodzakelijkheid daarvan te gaan be
spreken 1 De vraag was alleen maar, of
men de kosten van de mogelijkheid, door
B. en W., hoewel zelf tegenstanders aan
de hand gedaan, als gevolg van het aan
nemen in 1926 van de motie-Groeneveld,
voor zoo iets overhad. O.i. terecht zeide
de raad in meerderheid neen. Geen keer
punt derhalve.
Zeer uitvoerig is gedebatteerd over de
opcenten der gemeente op de personeele
belasting, B en W. stelden voor afschaf
fing der progressie, de heer v. Eek wilde
handhaving daarvan. In den kern der zaak
ging het in hoofdzaak om het principe, niet
in de eerste plaats om den druk, op de
belastingbetalers gelegd. En dit te meer
niet, waar beide partijen het roerend eene
waren, dat de gemeente voor de f 56000,
die door de nieuwe rijksregeling verloren
gaat, naar raming, een equivalent moest
zoeken en vinden in deze materie zelf, en
niet door meerdere winst uit de Lichtfa
brieken (waarbij ook geen progressie is!)
of door verhooging der inkomstenbelasting,
die hier al een bedenkelijke hoogte be
reikte. Dat die f 56000 van gewicht zijn
viel na de vrij pessimistische uitlatingen
van den wethouder van financiën, al heele.
maal niet meer te betwijfelen.
Zuiver principieel verdient het progres
sieve stelse' zeker de voorkeur, maar prac-
trisch waren er toch wel bezwaren voor de
middenstof, naar het ons voorkomt. B, en
W. wonnen het pleit.
Tenslotte zij nog even vermeld, dat aan
de Chr. HB S een subsidie werd ver
leend op denzelfden basis als vorig jaar,
d.w.z. 60 pCt, van het gevraagde. Uit de
mentaliteit van de meerderheid van den
raad viel reeds op te maken, dat de sub
sidie in de toekomst op hooger niveau
zal worden vastgelegd op een bepaald per
centage. Feitelijk geeft Leiden met deze
gestie een cadeau aan de buitengemeenten,
die, daar zij tot niets zijn verplicht, zich
afmaken van de subsidie zoo goedkoop mo
gelijk, nauwelijks 1/3 van wat zij moeten
geven voor de gemeente-H.B.S. 't ls te
hopen, dat de actie, die B. en W. blijk
baar voeren, om ook verplichting te ver
krijgen van subsidieering voor het Bijz.
Middelb. Onderwijs, succes moge hebben
't Is niet meer dan billijk.
Bovendien geeft de bestaande toestand
als van zelf de buitengemeenten in om,
als 't kan, pressie te oefenen op de ouders,
hun kinderen naar de Chr. H B.S te zen
den Op kosten van Leiden I
De dure interpellatie leverde, gelijk ge
zegd geen resultaat op. Interpellant en
wethouder Meynen hebben ieder hun stand
punt en deze twee standpunten dekken
elkaar niet en zullen dat nooit doen. Onder
geen enkele verordening.
Het Spinozahnis Verpleging
van krankzinnigen Subsidies
opleidingsschip voor de han
delsvaart.
(Vervolg van gisteren).
De heer HEUKELS (Ged.), de subsidie
verlening voor het Spinoza-huis bespre
kende, maakt de verdediging van het voor
stel los van de gevoerde bestrijding en
verdediging. Ged. Staten fiebben zich af
gevraagd wat de bedoeling is van al der
gelijke subsidies. De gedragslijn is, dat
advies gevraagd wordt van de archeologi
sche commissie en van de rijkscommissie
voor de monumentenzorg, indien een ver
zoek om subsidie komt voor onderhoud van
een historisch monument. In dit geval heb
ben beide commissiën verklaard, dat deze
gevel is een historisch monument. Hij staat
bovendien op de lijst van monumenten.
En waar de gedragslijn steeds is geweest
voor de restauratie daarvan subsidie te
verleenen, daar vroeg spr. zich af of i<n
dit speciale geval het subsidie moet wor
den geweigerd.
De heer VERAART (R.-K.) stelt voor
de discussie te sluiten.
De heer v. BURINK (C.-P.O zal daarte
gen stemmen, omdat hij tegen belemme
ring van het vrije woord is. Spr. wil den
heeren, die er behoefte aan hebben zich te
blameeren, de gelegenheid daartoe niet
ontnemen.
De heeren L1NGBEEK (H.G.S.) en
KERSTEN (G.S.P.) wenschten gelegen
heid om te antwoorden op de aanvallen.
De heer DE VISSER (C.P.) geeft den
raad de motie in te trekken.
De heer VERAART trekt de motie in.
De vergadering wordt te 1.35 geschorst
tot halfdrie.
Na heropening der vergadering replicee-
ren de heeren Kersten, Lingbeek, Berg-
meyer, Hofmann, waarna het voorstel van
Ged. Staten om een subsidie van f 500 te
geven, werd aangenomen met 5815 stem
men. (Tegen de heeren Lingbeek (H.G.S.P.
C. Warnaer (A.-R.), Alblas (H G.S.P.).
Guit (R.-K.), Rutgers (A.-R.), Hofmann
(R.-K v. d. Vijver (R.-K.), v. Hondt
(S.G.P.), Braat (PI. B.), v. Muyswinkel
(A.-R), Bergshoeff, Kersten, Mast (alle
(S.G.P.), De Wikle (A.-R.) en Mooyman
(R.-K.)
Bij het voorstel tot veriiooging van het
aantal plaatsen in het krankzinnigenge
sticht te Utrecht betoogde de heer TER
LAAN (S.-D.), dat de provincie de verple
ging van krankzinnigen uit handen heeft
gegeven en uitbesteed heeft aan particu
liere gestichten, die meerendeels van con
fessioneel karaktr zrm Slechts vier niet-
confessioneele gestichten zijn er in Zuid-
Holland, n.l Maasoord te Rotterdam, Oud-
Rosenburg te 's-Gravenhage, St. Joris te
Delft en het gesticht te Oepstgeest. Deze
gestichten zijn regelmatig bezet, zoodat
men krankzinnigen moet onderbrengen in
particuliere gestichten Een oplossing zou
liggen in uitbreiding der bestaande of
bouw van een nieuw neutraal gesticht In
het hier gevolgde stelsel is voor dit laatste
een vereeniging noodig. die er niet is
Komt die. er ook niet, dan zal een provin
ciaal gesticht moeten worden gebouwd,
tenzij men de patiënten van naet-confes-
sioneelen huize in confessioneele gestich
ten wil onderbrengen, waar zij niet hoo-
ren. Spr. zou gaarne het oordeel van Ged
Staten willen hooren.
De heer v. BAREN (A.-R.) merkt op,
dat de Staten geen provinciaal gesticht
willen. De provincie heeft niet te zorgen
voor de verpleging der krankzinnigen, maar
krachtens de wet voor ruimte en het is dus
de vraag of die ruimte er is En nu meen
de spr. dat er in St. Joris nog een 150
plaatsen open zijn, terwijl hij voorts wees
op de contracten met Utrecht. Er is dus
voor neutrale patiënten ruimte genoe>g.
Doch aan uitbreiding der Chr. gestichten
is dringend behoefte.
De heer BEEKENKAMP (V.-B.) sloot
zich aan bij den heer Van Baren en be
toogde, dat er geen behoefte bestaat aan
een provinciaal gesticht.
De heer BORG HOLS (Ged.) wees er
op, dat het onderhavige contract weer
ruimte schept voor neutrale patiënten. Spr.
begreep dan ook niet, dat de heer Ter
Laan voor een provinciaal gesticht bleef
pleiten. In de neutrale gestichten zijn 218
Katholieke patiënten ondergebracht, die
daar niet hooren. Er is dus behoefte aan
ruimte voor confessioneele patiënten. Spr.
voelde alles voor het particulier initiatief,
dat zoo uitstekend® resultaten heeft opge
leverd, en niets voot een provinciaal ge
sticht.
De heer HOFMANN sloot zich geheel
bij den laats ten spr. aan, mede op zuinig-
heidsgronden.
De heer TER LAAN repliceerde en vroeg
een overzicht van de plaatsing der patiën
ten in verband met hun geloofsbelijdenis,
alsmede een overzicht van de arbeidsvoor
waarden in die gestichten, uit welk laatste
overzicht z.i. zou blijken, dat het parti
culier initiatief duurder is dan het oveT-
heidsgesticht.
Na replieken werd het voorstel z.h.st.
aangenomen.
Naar aanleiding van de rekeningen 1926
en balans per 31 Dee. 1926 van het ge
neeskundig gesticht voor krankzinnigen
Oud Rosenburg en wijziging der statuten,
brengt de heer BEEKENKAMP (V.-B
die moeilijk te volgen was van de tribune,
hulde aan den directeur van het gesticht
vcor de intensieve werktherapie, die hij
toepast. De patiënten bewerken U/2 H.A.
tuingrond en voorzien in de geheele menage
van het gesticht.
De rekeningen en balans werden goedge
keurd en de statutenwijzigingen vastge
steld.
Bij het voorstel tot het verleenen van
subsidies over 1927 en 1928 voor bet oplei
dingsschip voor de handelsvaart te Rotter- j
dam, betoogde de heer BRA UT] GAM
(S.-D dat de vakbpkwaamheid voor den
matroos binnen het jaar in de gewone
vaart kan worden verkregen en dat. daar
voor geen opleidingsschip noodig is. Bo
vendien vaart van de opgeleiden geen en
kele als matroos. We! is waar zijn er 32
stuurman geworden, doch om dat te wor
den is de opleiding voor matroos niet noo
dig, omdat men daarvoor twee jaren dek-
dienst moet hebben gehad als men geen
H.B.S -opleiding heeft. De meeste jongens
mislukken, worden havenwerker, bootwer
ker. De vereeniging moet dan ook de ba
kens verzetten zij moet een opleiding voor
stuurman openen.
De heer HEUKELS (GecL) wees er op,
dat een groot aantal jongens, dank zij deze
opleiding, in hoogere rangen gekomen zijn.
Het heerlijke van het vakonderwijs is juist,
dat de leerlingen voor wat meer geschikt
worden gemaakt dan voor het eenvoudig
ste werk.
Het voorstel werd z.h.st. aangenomen.
Bij het afwijzende praeadvies van Ged.
Stalen op de subsidie-aanvrage van 's-Gra
venhage ten behoeve van openbare inrich
tingen van handels-onderwijs aldaar kwam
de heer DREES (S.-D.) er tegen op. dat
Ged. Staten zich bepalen tot een verwijzing
naar de discussie van 1925. In die discussie
is juist lot uiting gekomen, dat men subsi-
dieering een overheidstaak vond, doch men
wilde niet incidenteel ingrijpen. Evenwel
werd aan Ged. Staten gevraagd hun oordeel
Gistermorgen is, zooals wij reeds mede
deelden, nabij Warmonderdam te Sassen-
heim een locomotief van de N. Z. H. T. M.
uit de rails geloopen en op den straatweg
gekanteld. Doordat de koppelstang brak,
bleven de drie drukbezette volgrijluigen
overeind slaan en werd een groot onheil
voorkomen.
Bij het onmiddellijk door de directie in
gestelde onderzoek bleek, dat een schroef,
waarmede een bout aan den wissel was
bevestigd, óf was losgedraaid óf zich zelf
had losgewerkt.
Verschillende bladen veronderstellen
kwaadwilligheid, doch naar ons bij infor
matie werd medegedeeld, is dienaangaande
momenteel nog niets met zekerheid te
melden.
Onze zegsman achte de tweede veronder
stelling de meest waarschijnlijke.
over een algemeene regeling te zeggen. Ge
deputeerde Staten verwijzen hiervoor nu
naar de toezegging door den Minister van
een wettelijke regeling, doch niemand weet
wanneer die regeling zal komen. En Ged
Staten moeten daarop niet wachten. Zij
moeten een regeling treffen en kunnen die
altijd herzien als er een wettelijke regeling
komt.
Spr. wees er op, dat Ged. Staten thans
de financiën van 's-Gravenhage goed noe-
Tnen, doch dat zij Den Haag noodlijdend
noemden toen deze gemeente een kleine
verhooging van het subsidie aan het Resi
dentie-Orkest wilde geven.
Spr. verzocht het afwijzend praeadvies
aan te houden in afwachting van het
praeadvies op de motie-Van Zadelhoff. dat
in 1925 is toegezegd.
De heer HEUKELS (Ged.) betoogde, dat
het aan Gedep. Staten bekend was, dat in
de Troonrede van 1926 een mededeeling
gedaan zou worden, dip een provinciale
regeling monnikenwerk zou maken Inmid
dels hpbben Gedep. Staten een middenweg
gekozen en voor Den Haag gezegd, dat de
oude weg moet worden bewandeld, doch
voor Schiedam gemeend, dat er iets gp-
daan moet worden.
De heer VAN AALTEN (V.-D.) zou met
Ged Staten mee kunnen gaan. indien zij
zouden kunnen toezeggen, dat zij tegpn de
winlerzitting paeadvies op de motie-Zadel-
hoff van 1925 zullen uitbrengen.
De heer DB EES repl iceerde.
De heer HEUKELS dupliceerde.
De heer RUTGERS (A.-R.), die zich kon
vereenigen met het standpunt van Ged.
Staten jegens 's-Gravenhage. vroeg zich af,
of het voorstel om Schiedam wel subsidie
te geven, nu niet in een ander licht komt.
Hier worden consequenties aan verbonden
en argumenten aan onllpond. Spr. meende,
dat dan ook aan deze gemeente niets moet
worden uitgekpprd.
De heer v AALTEN zou nu ook stemmen
tegen de subsidieering van Schiedam, om
dat anders een systeem zou worden be
stendigd. dat onbillijk zou zijn.
Het voorstël-inzake 's-Gravenhage werd
aangenomen met 3922 stemmen.
Aan de orde was daarna het voorstpl om
aan Schiedam, ten behoeve van de avond
RECLAME.
Let op liet merk R. H. W.
1900
handelsschool aldaar, een subsidie te ver
leenen. Dit werd aangenomen z. h. st.
De heer v. HOUDT (S. G. P.) vroeg aan
houding van het voorstel tot verleening van
subsidie aan de Prins Hendrikvereeniging
te Rotterdam, voor huisvesting van school
gaande schipperskinderen, lot de winter-
zilting, ten einde Ged. Staten gelegenheid
te geven de financieels gestie van de ver
eeniging te onderzoeken, die blijkens een
officieel rapport niet in orde schijnt te zijn.
De secretaris-penningmeester is niet bij
machte behoorlijke inlichtingen te geven
en erkende, dat verschillende bedragen ir
de rekening en verantwoording niet juist
waren.
De heer HEUKELS (Ged.) meende, dat de
heer v. Houdt gelegenheid moet hebben het
rapport, waaruit hij citeerde, aan Gedep.
Stalen -over te leggen.
De heer v. HOUDT merkte op. dat het
een officieel rapport is, uitgebracht aan B.
en W. van Rotterdam.
De heer HEUKELS: Door wie?
De heer v. HOUDT: Dat kan men bij B.
en W. van Rotterdam informeeren. Spr. wist
niet of hij recht heeft het officieele lichaam,
dat het rapport uitbracht, te noemen.
De heer HEUKELS dupliceerde.
De heer TER LAAN (S.-D.) meende dat
Ged. Staten in deze omstandigheden uit
eigen beweging een rapport aan de Staten
moeten overleggen, waaruit blijkt, dat do
financieele gestie in orde is.
De heer HEUKELS bleef bij zijn stand
punt.
Het punt werd aangehouden tot de vol
gende zitting.
De vergadering werd te 5.10 verdaagd tot
heden 11 uur
RECLAME.
30
6191
Naar 't Engelsch van DOROIHEA GERARD.
Door, Mr. G. KELLER.
Een knorrig moederlijk antwoord was daar
op gevolgd, niet te verstaan, maar blijkbaar
toch niet instemmend.
Toen later op den avond Katya naar be
neden ging naar den salon om hare ringen
te halen, die zij had afgedaan onder de zit
ting van dien morgen, en daarna had ver
geten, zag zij twee gestalten op de veranda,
welke haast op dezelfde plaats stonden als
zij den vorigen dag naast Witek Swigello.
Een de personen was Witek, en de andere
Olympia Grabinska, het bekende terra-cotta
costuum was voldoende aanwijzing voor
haar Zij stonden veel dichter naast elkaar
dan zij en Witek ooit hadden gestaan, en
kon zij zich vergissen? Neen, er was maar
één verklaring voor die donkere streep
over haar terra-coltakleurige taille, te breed
voor een lint en tamelijk bewegelijk En dat
in verband gebracht met het gedempte ge
fluister Onhoorbaar verdween Katva
weer zij wist nu al wat zij weten wilde.
Wat zij dien morgen had meenen op te
merken, werd nu bevestigd en haastig en
vroolijk ging zii naar haar kamer terug Het
was natuurlijk een bittere vernedering voor
baar ijdelheid. ..en ontzettende tegenvaller,
welke den hndem insloeg aar alle waar
schijn liikheden. Maar wal gevoelde zij zich
bevrijd van een gewicht, dat haar bijna had
doen bezwijken, hoe radicaal, maar op wel
ke een gelukkige wijze was deze Gordiaan-
sche knoop doorgehakt!
„Hij is al verloofd, dat is duidelijk", be
peinsde zij. het hoofd reeds op het kussen.
„Het kan mijn plicht niet zijn met hem
te huwen, nu hij het er blijkbaar op gezet
heeft met een ander te trouwen. Natuur
lijk zijn nu mijn kansen op de helft ver
minderd. Maar in ieder geval blijft de ander
nog over".
Waarop zij in een diepen, doch misschien
niet droomloozen slaap viel.
HOOFDSTUK IV.
„Mojè Zdrowie" (Mijn gezondheid)
„Is dat portret nu nog niet klaar?" vroeg
Maliania Petrowna aan Katya, die weer voor
den spiegel stond om den zilveren sikkel van
het Litausch costuum in het haar te steken.
Zij had er den slag van gekregen, wat niet
te verwonderen was, wanneer men bedenkt,
hoe vele malen zij in die vier weken die
kleedij had aan- en uitgetrokken.
Na hare ontdekking op de veranda was
Katya er volkomen op voorbereid, dat het
schilderen van het portret zou worden ooge-
geven. Dat zou waarschijnlijk ook we! ge
schied zijn. als Kazimira er niet geweest
was. Hare gedachten waren steeds vervuld
met den wensch naar het schilderij in
Litausche kleedij met de hardnekkigh°id
van een ziekelijke verbeelding. En het
moest het portret van Katya zijn en van
niemand anders Of hel de betoovering was
die uitging van een persoon, die Lubvnia
kende, dan we! enkel een van die gevallen
van haast magnetische aantrekkingskracht I
van gezondheid op ziekte van den sterke op
den zwakke viel moeilijk te zeggpn Do Ji
één feit was duidelijk: naarmate de ziekte
voortschreed, waarvoor zelfs de lucht van
Zalkiew geen geneeskracht scheen te bevat
ten, klemde het veroordeelde meisje zich
des te krampachtiger aan hare nieuwe
vriendin vast en vond zij in haar een ge
ruststellender gezelschap dan in de bleeke
en kieskeurige Olympia. „Mojè Zdrowie
(mijn gezondheid) noemde zij haar graag,
terwijl zij met hare magere vingers streek
langs de wangen waarin hel rijke, roode
bloed zoo warm stroomde.
Zich in de omstandigheden schikkende
voegde Witek dus eiken dag een paar stre
ken aan het schilderij toe. Hij had natuur
lijk geen haast, daar het schilderij nu dienst
deed als middel tot uitstel. Dientengevolge
was zijn verblijf, dat oorspronkelijk drie
dagen zou duren, met goed gevolg gerekt tot
bijna vier weken en nog moeslen de laalste
penseelstreken worden gezet .Olympia Gra
binska en haar schrandere moeder zagen
dat met gemengde, doch uiteenloopende ge
voelens aan. Want, al vond zij l\et heerlijk
dat haar geliefde ai lijd aanwezig was, zoo
vervulden toch die langdurige séances van
een zeer ontvlambaar artist en een buiten
gewoon knap model haar met ongerustheid.
Maar in moeder Grabinska's oogen leverden
die séances redding op Nipts zou haar aan-
genamei geweest zijn dan dat de schilder
verliefd was geworden op de rijke en excen
trieke jonge vreemde. Ondanks veeljarige
vriendschap had het sentimenteele engage
ment tusschen Witek en Olvmpia nooit hare
officipele toestemming verworven pn zij zou
dip ook nimmer geven Daarvoor was haar
°erbied voor haar ge'd te groot
rntusschen gingen de kostbare weken
voorbij pn van de komst van den oudslen
Swigello werd niet? bemerkl Nu pn dan
hoorde zij het een en ander over hel werk,
dat hem te Krakau vasthield of van den
werkkring in Bulgarije, welke hij in den
herfst zou aanvaarden. Dit laatste beteeken-
de, dat hij dan zoo onverwijld moest ver
trekken. dat al haar plannen er door in dui
gen zouden vallen Welke kansen bestonden
er. dat zij dezen eenigen nog beschikbaren
Swigello aan hare voeten zou zien liggen
vóór hij Oostenrijk verliet? Zou dal mis
schien wel ooit het geval zijn? Als hij eens
bleek een tweede teleurstelling te zijn. een
copie van zijn broeder? Zou zij dan nog den
moed blijven behouden, ook al wilde zij dat,
om haar programma ten uitvoer te brengen?
Nooit had. sedert zij haar plan had gesmeed,
de toekomst er zoo hopeloos uitgezien, en
nooit had zij er zulk een onzekeren kijk op
gehad. Als Kazimira er niet geweest was,
en als deze zich niet met zoo ontroerende
genegenheid aan haar (rastkampte, deden
zich oogenblikken voor. waarop zij haar
koffers in een handomdraaien had willen
pakken.
„Ik geloof, dat het de laatste zitting zal
zijn." zei Katya ten antwoord aan Malanii.
„maar ik heb dat at zoo herhaaldelijk ge
loofd, en telkens moest er weer de laatste
hand aan gelegd worden."
„En als het af is. gaan we dan weg?"
„Misschien, ik kan het nog niet mei zeker
heid zeggen
„Waarheen?"
„Natuurlijk naar Lubynia."
„Zou het niet verslandig zijn te wachten
tot de zaken een beetje weeT tot rust zouden
zijn gekomen Er zijn toch nog wel meer
plaatsen in Oostenrijk, die een bezoek waard
zijn"
..Ik ben er volstrek! nipt op gesteld om die
te hpzneken matnnshka Als wij vertrekken,
gaan wij naar Lubynia."
Malania zuchtte diep droevig gestemd.
Maar toen Katya reeds bij de deur wa3,
vroeg zij onverwacht:
„Zou er geèn gevaar bestaan, dat de schil
der op jou in plaats van op Panna Olympia
verliefd werd?"
„lleelemaal niet, matoushka. Maak u daar
maar niet ongerust over. Ik ben voor hein
geen mensch alleen een model."
De laalste hand bleek ditmaal werkelijk
de laatste hand te zijn, en ditmaal was Wi
tek het zelf daarmee eens, daar hij ernstig
aan zijn vertrek begon te denken, gedeelte
lijk gewaarschuwd door de holle klank, die
zijn beurs deed hooren, maar ook een naar
hij vond tamelijk ernstigen brief van zijn
broeder Tadeusz.
„Hij zou bijna in staat zijn om. als ik mij
niet haastte, mij bij mijn haren weg te sle
pen." verklaarde de schilder aan Katva aan
het eindp van de laatste zitting, terwijl hij
mei een sombeT gezicht zijn penseeien
schoonmaakte.
Met de handen in de schoot en de oogen
wijd open op het schilderij gericht, scheen
Kazimira geheel in dp aanschouwing er van
op te gaan Niet zonder reden want het waf
ongetwijfeld tot Witeks beste werken le re
kenen. zeide zij.
„Als hij mij niet heeft geflatteerd, nu dan
hen ik werkelijk een mooi meisje," dacht
Katya. toen zij voor de laatste maal het ge-
improviseerde atelier verliet in haar wit en
lichtgroen costuum.
(Wordt vervolgd)