No. 20657
DINSDAG 19 JULI
Anno 1927
STADSNIEUWS.
r
Het voornaamste nieuws
van heden.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
30 Cts. per regel. Bij regelabonnement belangrijk lageren prijs.
Kleine Advertentiën uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en
Zaterdags 50 Cts. bij een maximum aantal woorden van 30.
Incasso volgens postrecht. Voor eventueele c
10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 5
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postcheque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden ƒ2.35, per week
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per weck
Franco per post 2.35 portokosten.
ƒ0.18
0.18
Dit nummer bestaat alt TWEE Bladen
EERSTE BLAD.
ZESDE INTERNATIONAAL CONGRES
VOOR DE GESCHIEDENIS
DER GENEESKUNDE.
Na de openingszitling in het Groot-Audi
torium van de Universiteit alhier, hebben
de congressisten een bezoek gebracht aan
het graf van Herman Boerhaave in de Pie
terskerk, waarna men naar het Stadhuis
is gegaan, waar het Gemeentebestuur tegen
vijf uur het congres heeft ontvangen.
schied-enis van Leiden te hebben gememo
reerd, uitte spr. de hoop, dat het weten
schappelijk werk der congresleden voldoen
den tijd zal laten om de merkwaardigheden
van Leiden te bezoeken. Hij herinnerde
daarbij aan de groote mannen, welke Lei
den in den loop der eeuwen op het gebied
van kunst én weienschap onder haar bur
gers heeft gehad. In dit verband wees spr.
op de Leidsche universiteit. Alle takken van
wetenschap, aldus spr., zijn aan onze uni
versiteit vertegenwoordigd. Wij zouden ge
neigd zijn te gelooven, dat men in Leiden
alles weet cn dat datgene wat men er niet
weet, geen wetenschap is. Daarom is het
vooral, dat spreker het bezoek van het con
gres op zulk een hoogen prijs stelt, omdat j
bij alles, waarmede de wetenschap zich
bezig houdt, men de beoefening van de ge- 1
schiedenis der geneeskunde in ons land
Gistermiddag werd alhier het zesde Internationaal Congres voor de geschiedenis
der Geneeskunde in aanwezigheid van Z. K. H. Prins Hendrik officieel geopend.
Prins Hendrik begroet bij zijn aankomst aan het Academiegebouw
Jhr. Mr. Dr. de Gijselaar.
In de kamer van B. en W. heeft, nadat
Z. K. H. Prins Hendrik met zijn adjudant,
de Minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen, de president-curator van
de Universiteit alhier en eenige andere
autoriteiten met de congressisten, daar
waren vereenigd, de burgemeester, mr. A.
van de Sande Bakhuyzen, het congres on
geveer als volgt toegesproken:
Koninklijke Hoogheid, Excellentie, dames
en heeren leden van het zesde internatio
naal congres voor de Geschiedenis van de
Geneeskunde.
Namens het gemeentebestuur van Leiden
dank ik u, dat u gevolg hebt willen geven
aan onze uitnoodiging, Leiden als de plaats
te kiezen om dit congres te houden. Ik heet
u°namens het bestuur van deze stad har
telijk welkom in ons midden.
Na eenige bijzonderheden omtrent de ge-
te zeer verwaarloosd heeft. Gelukkig is de
Leidsche universiteit de eerste geweest,
welke daarvoor een leerstoel heeft gesticht.
Het is daarom uitstekend, dat gij hier zijt
gekomen, om te bewijzen, dat deze tak van
wetenschap .niets minder is dan welke
andere ook.
Indien er nog een andere factor is, welke
u er toe heeft geleid naar Leiden te komen,
dan is het zeker wel deze, dat het leven
van Boerhaave zich in deze stad heeft af
gespeeld, waarvan gij nog" overal sporen
zult vinden. Bij uw aankomst in de stad
zijt gij nog een standbeeld voorbijgekomen
en het pathologisch-a,natomisch laborato
rium draagt zijn naam. Ook zult gij wel
een oogenblik hebben stilgestaan voor het
huis, waar hij heeft gewoond en een blik
hebben geworpen op zijn graftombe.
De burgemeester betreurde, dat de kliniek.
Op het Stadhuis alhier werden de deelnemers aan hel Congres door het
Gemeentebestuur officieel ontvangen.
Congressisten op de stoep van het Raadhuis.
waar hij zijn patiënten behandelde, niet
meer in den toestand verkeert welke over
eenkomt met haar historisch en monumen
taal belang, maar dit is juist daarom een
reden te meer waarom uw verblijf hier zoo
nuttig is, omdat het niet zal nalaten een
gunstigen invloed uit te oefenen: een d^ad
van piëteit, welke de stad Leiden aan de
nagedachtenis van dezen man verschul
digd is.
Mr. Van de Sande Bakhuyzen besloot
met den congresleden een aangenaam ver
blijf toe te wenschen en met de hoop uit
te spreken, dat hef congres met succes zou
worden bekroond.
De rede van onzen burgemeester werd
met luid applaus begroet, en door den voor-
ziller van het Congres, dr. J. G. de Lint,
met enkele welgekozen woorden beant
woord. Spr. dankte het gemeentebestuur
voor zijn medewerking bij de ontvangst
van het Congres en veindigde met „Leve
Leiden en haar burgemeester." (Applaus").
Na deze beide in de Franschc taal uit-
•csproken redevoeringen, werden verver-
sehingdn rondgediend en werden de con
gressisten in de gelegenheid gesteld het
badhuis te bezichtigen.
Om circa kwart voor zes verliet Z. K.'IT.
net den Minister van O., K. en W„ uitge-
eide gedaan door B. en W., het Stadhuis.
Buiten werd Z. K. H. door de aanwezige
belangstellenden, terwijl hij in de Ko
ninklijke auto slapte, hartelijk toegejuicht.
In de Stadsgehoorzaal.
In den foyer van de Stadsgehoorzaal heeft
gisteravond om halfnegen dr. C. U. Arriëns
tappers, voorzitter der Nederlandsche Ver
eniging voor het Wetenschappelijk onder-
wek der therapie van zenuw- en zielsziekten,
een voordracht gehouden over de geschie
denis en den tegenwoordigen stand dezer
therapie.
Dr. Arriëns Kappers wees erop, dat in
de oudste geschriften mededeelingen voor
komen omtrent geestesziekten (Saul, Nebu-
kadnezar) en pogingen deze te genezen, die
aanvankelijk meestal aan de (immers god
delijk geïnspireerde) priesters waren toe
vertrouwd, zooals in sommige oostersche
landen thans nog het geval is,
Reeds Hippocrates achter in de 5de eeuw
v. Chr. wees er op, dat men ze, evenals
andere ziekten, volgens natuur-wetenschap-
pelyke methoden moest behandelen eon
standpunt, ook ingenomen in de eerste eeuw
n. Chr. door Aretaeus van Kappadocië (van
wiens werk Wiggan te Oxford, 1723, en
Boerhaave, te Leiden, 1731, nog een uit
gave bezorgde), en ook door Ualonus en
Coelius Aarolianus verdedigd.
Dit standpunt ondervond in de midden
eeuwen een terugslag toen vele dezer
patiënten als bezeten werden beschouwd,
die men soms door folter werktuig of brand
stapel van hun demon trachtte te ontdoen,
of als hun gedrag geen aanstoot gaf aan
de kerk liet rondloopen, bloot gesteld aan
het weinig medelijdende publiek of in al
gemeen e gasthuizen opnam.
Speciale gestichten voor krankzinnigen
ontstonden eerst in het eind der midden
eeuwen en in het begin van den nieuweren
tijd, zoo in Holland in 1442 het gesticht
„Reynier van Arckel", te 's-Hertogenbosch
en de „Willem Arntzhoeve", te Utrecht,
ir. 1461, voorts een £root gesticht in Flo«
rence in 1645, in Avignon in 1681, enz.
De opname en behandeling der patiënten
beoogde aanvankelijk meer de samenleving
tegen hun excessen te beschermen dan hen
te genezen en hen te beschermen tegen de
toenmaals zeer ruwe maatschappij. Alhoewel
wij in het archief van het gesticht Reynier
van. Arckel reeds voorschriften vinden van
het jaar 1748, waarbij den bppasser op
het hart gedrukt wordt, de grootste zacht
moedigheid te betrachten jegens deze pa-
1 tier ten en zulke voorschriften zeker elders
ook wel voorkwamen, is het toch verrassend
hoelang er ketenen gebruikt zijn om de
onrustigen onder hen aan banden te leggen.
Zoo vermeldt Conoly, dat in 1820 in een
Engelsch gesticht nog 17 pet. der patiënten
geketend waren en als uitzondering kwam
het bij ons nog in 1842 voor, zooals bleek
uit een onderzoek door de toenmaals in ons
land voor het eerst benoemde staatsinspec-
leurs. Ook bestond destijds in de meeste
landen het euvel de patiënten voor een
kleine bijdrage aan de gestichtskas het
publiek te laten zien. De bekende plaat van
Hogarth heeft dit vereeuwigd.
Toch gingen er in het eind der 18e eeuA
I en in de eerste helft der 19e eeuw reeds
in vele landen stemmen op op deze toe
standen te verbeteren. Op den 24en Mei
1798 verloste de geneesheer Pinel persoon
lijk 49 krankzinnigen van hun ketenen in
de Bicètre te Parijs. In hetzelfde land werd
ook door Esquirol, in Italië door Chianigi,
in Duitschland door Hayner, in Engeland
door Conolly, in Nederland door Schroeder
van der Kolk, ten gunste eener grondige
reorganisatie gepleit. Dit had verbeteringen
en bovendien in vele landen een staats
toezicht op de gestichten tengevolge.
Toch meende men het zonder dwangmid
delen niet te kunnen stellen en zoo ontstond
de dwangbuis met gesloten mouwen, de
dwangstoel, waaraan de patiënt in rustende
hcuding gebonden kon worden en dergelijke
apparatuur, waarvan voorbeelden voorkomen
in het medisch historisch museum te Am
sterdam.
De gunstige resultaten der behandeling
bij acute en subacute maniën -en melanch>
lia agita in Santoport verkregen (Stuurman,
Dozy en Gans) zijn opvallend. Voorts is er
de groote verbetering naast het broom door
het luminal of garendal (Hörlein) gebracht
in de behandeling der epilepsie (Hauptmann\
en haar equivalenten, waarover in ons land
Schim van der Loeff en Barnhoorn uit
voerig berichtten en het resultaat der try-
parsamide (Brown en Pearce), vooral ech
ter der malaria behandeling by progres
sive paralyse door Wagner von Jauregg,
waardoor een groot aantal van deze patiën
ten, vroeger als hopeloos beschouwd, weder
hun arbeid kunnen opnemen, en een even-
groot aantal althans aanzienlyk verbeterd
worden. Ook deze therapie wordt thans in
bijna alle landen, in het bijzonder ook in
R ea er land, toegepast.
Ook de behandeling der organische ze
nuwziekten, waar de geestelijke symptomen
minder op den voorgrond treden dim dc
lichamelijke, is in de laalsle decennia zeer
veel hoopvoller geworden, zooals bijv. de
toepassing der scrumbehandcling van Yail-
lard en Roux bij tetanus, de behandeling
der Afrikaansche slaapziekte e.a.
Na nog gewezen te hebben op hel me'er-
dere inzicht dat men tegenwoordig heeft in
den invloed der endocrincklieren op de re-
guU'ering der normale functie van het ze
nuwstelsel en de groote vooruitgang dor
neurologische chirurgie, vooral in Amerika
(Cushing, Dandy) en Frankrijk (Le Riche),
welke grootendeéls te danken is aan de
meerdere kennis der liersen-analomie cn
physiologie en de verbetering in de topo-
grapisoh diagnostische hulpmiddelen, wijd
de' spreker nog uitvoerig uit over de betee-
kenis van het dieet voor het zenuwstelsel,
zopals voornamelijk gebleken is uit de on
derzoekingen v. Eykman', Vorderman,
Grijns e.a. over het ontstaan van perifere
verlammingen (bij beri-beri) tengevolge van
een vitaminarm of vitaminloos voedsel. In
verband met 'l dagdijksch dieet noemde hij
ook de bestrijding van hel alcoholisme en ni
cotinisme.
Terwijl dus de verpleging der patiënten er
tegenwoordig in slaagt hun dagelijksch be
staan zoo aanzienlijk te verbeteren en ook
de kansen eener volledige genezing bij e'en
zeer groot aantal vormen van zenuw- en
zielsziekten zeer veel beter zijn geworden,
toch is 't te wenschen dat de belangstel
ling van particulieren en bovenal ook van
den Staat dit streven 'steeds meer steune.
Spreker acht het dan een gelukkig ver
schijnsel dat in zoovele landen tegenwoor
dig vereenigingen zijn opgericht die' een
geestelijke hygiëne bevorderen of die, zoo
als de Nederlandsche vereeniging' voor het
wetenschappelijk onderzoek der therapie
van zenuw- en zielsziekten waarvan
ieder lid kan worden (penningmeester prof.
L. Bouman, Utrecht) het onderzoek naar en
de toepassing van de beste geneesmethode
in de hand werken.
Ieder die dit streven steunt doet een
werk dat de ongelukkigsten in de samen
leving tot hulp strekt.
Na afloop van de lezing vereenigden de
congressisten zich met hun dames in de
Groote Zaal die geheel uitgeruimd en fees
telijk versierd was.
Men had er van de balcons af de vlag
gen opgehangen van alle aan het congres
deelnemende landen.
Een keurig buffet was er ingericht en
een klein strijkje speelde dans- en andere
muziek. Het was een zeer geanimeerde
soirée, die nog werd opgeluisterd door het
vrij onverwachte .bezoek van Z.K.H. Prins
Hendrik met zijn adjudant, den minister
van O. K. en W., den burgemeester en den
president-curator deT Leidsche Universi
teit, die met den voorzitter van het Con
gres dr. J. G. de Lint en eenige andere
heeren van het diiner ten huize van jhr.
mr. dr. N. C. de Gijselaar kwamen en nog
gedurende eenigen tijd te midden van de
Congressisten bleven verkeeren.
Z.K.H. droeg een rokcostuum waarop het
Grootkruis van den Nederlandschen Leeuw
prijkte.
Eerst na toeven van bijna drie kwartrter
vertrok de Prins met zijn adjudant later
per auto naar de Residentie. De minister,
de burgemeester en jhr. mr. dr. De Gijse
laar bleven nog langer te midden van de
congressisten.
Langs de wanden van de groote zaal had
men een verzameling platen en affiches
opgehangen betrekking hebbende op medi
sche en hygiënische onderwerpen en ten
doel hebbende de bestrijding van ziekten
enz., als de tuberculose, enz. Deze platen
waren uit alle landen verzameld en trok
ken zeer de aandacht van de congressisten.
Het congres heeft heden zijn werkzaam
heden begonnen. Des morgens werden in
het Groot-auditorium en in den middag in
het Natuurkundig laboratorium verschillen
de voordrachten gehouden.
Om halfvier sprak dr. C. A. Crommelin
over ,,Les Musschenbroek", waarna de
congressisten de tentoonstelling bezichtig
den van instrumenten van beroemde Ne
derlandsche physici uit de 18dp eeuw.
Om halfvijf nam daarop de voorzitter
van het congres dr. J. G. de Lint, onder
groote belangstelling het woord, tot het
uitspreken van de volgende rede*
BINNENLAND.
De uitspraak van den Raad van de
Scheepvaart betreffende de kwestie der
reddingsboeien op visschersvaartuigen (Bin
nenland, 2de blad).
Een adres van het Verbond van Nederl.
Werkgevers inzake de Ongevallenverzeke
ring (Binnenland, 2e blad).
De actie der commnnisten in Indië; een
berucht leider gearresteerd (Uit Ned. Oost-
Indië, 2de blad).
Snoek wint het nationale wielerkampioen
schap achter groote motoren (Sport. 2de
blad).
BUITENLAND.
Een Engelsch-Japansch accoord te Genève
(Buitenland, 1ste blad).
De verkeersstaking te Weenen geëindigd
(Buitenland, lsle blad).
Rede dr. J. G. de Lint.
Spr. zeide zich gelukkig te gevoelen 'dal
de plannen, een herinnering aan Boerhaave
aan zijn sterfhuis aan te brengen, zijn ver.
wezenlijkt en dat de stad Leiden, waar
Boerhaave gewoond heeft, zijn werk heeft
gegeven, verrijkt is met nog een monument
ter herinnering aan onzen beroemden land
genoot.
De gecshriften van Boerhaave zijn tal
rijk. Er is geen boek over de geschiedenis
der geneeskunde, dat niet eenige bladzijden
aan hem wijdt, en bij de herdenking van
zijn 250steTi geboortedag, den 30sten De
cember 1919, zijn wij nog te zamen geko
men om dezen grooten geleerde tc huldi
gen. De ontwikkeling der medische weten
schap moge in den loop der jaren veran
derd zijn, maar tot op heden kan men niet
zeggen dat de eerbied voor zijn naam ook
maar ecnigermate verminderd is. De wer
ken van Boerhaave schijnen verouderd,
maar in waarheid hebben zij meer dan
historische waarde.
Na de beide hoofdrichtingen, welke ten
tijde van Boerhaave op het gebied der ge
neeskunde bestonden, te hebben bespro
ken, vervolgde spr., dat Boerhaave 'n ge
leerde was, die volkomen gelijken tred
hield met de vorderingen van de weten
schap in zijn tijd. Hij was een man, die
in zijn werken heeft willen neerleggen
alles, wat er voor nieuws op het gebied
der medische wetenschap werd voortge
bracht.
Spr. haalt vervolgens het oordeel van
verschillende vooraanstaande geleerden
over Boerliaavc's redevoeringen en ge
schriften aan, o.a van Hector Trcub, Wil
liam Cullen en Daremberg, en wees er ver
der op, dat Boerhaave zulk een wereld be
kendheid genoot, dat een brief uit het bui
tenland, die als adres niet anders ver
meldde dan: „Monsieur Boerhaave, méde-
cin en Europe", hem bereikte.
Gisteren vervolgde spr., hebben wij zijn
graftombe in de Pieterskerk te Leiden be
zocht. Wij hebben dit eenvoudige monu
ment, dat ons er aan herinnert, dat Boer
haave daar begraven ligt, gezien. Thans
gaan wij den gedenksteen in oogenschouw
nemen, welke is geplaatst in het huis,
waar hij 23 September 1738 is gestorven.
Het devies van Boerhaave: „Simplex Veri
Sigillum", heeft ons geleid bij het oniwer-
peri van het monument. Zonder ornamen
ten, slechts de slangenstaf en het devies
vergezellen den naam Boehaave en den
datum van zijn dood.
Dr. de Lint dankte hierna allen voor
hun tegenwoordigheid, meer in het bijzon
der mr. Fokker, van wien het denkbeeld
is uitgegaan, voor zijn toestemming deze
herinnering te mogen aanbrengen, dr.
Kalff, directeur van de commissie voor de
Nederlandsche monumenten, prof. Odé te
Delft en verder alle anderen, die tot de
verwezenlijking van het plan hebben bij
gedragen.
Na afloop van deze met eerbiedige aan
dacht aangeihoorde voordracht begaven do
congressisten zich naar het sterfhuis van
Herman Boerhaave, waar aan den gevel
de onthulde gedenkplaat werd bewonderd
en waar de congressisten ontvangen wer
den door de togenwoordige bewoners van
het huis Rapenburg 31, de heer en mevTouw
mr. Fokker.
EXCURSIE NAAR BOSKOOP.
Door mooi, droog weer begunstigd werd
door de vereeniging D. V. V. van admini
stratieve ambtenaren bij 's Rijksbelastin
gen alhier een fietstocht ondernomen naar
Boskoop om aldaar de rozen- en boom-
kweekerijen van de Gebr. Ellerbroek le be
zichtigen.
Onder'leiding van de heeren Ellerbroek
werd een wandeling door de kweekerijen