IN HECTORS HOK.
CORRESPONRENTIE.
badpakje, in liet bosch. Zij stapten regel
recht op haar doel af.
Bij den vijver gekomen, mocht Johanna
duiken.
Maar, o, wal zag zij er treurig uit, toen
ze weer uil het water kwam! Haar mooie
krullen waren heeleinaal nat. En haar ge
zichtje scheen ook al niet legen het water
te kunnen: alle kleur was niokeling van
haar wangen verdwenen. Dientje en Kitty
vergaten heelemaal. dat Tony, die een echte
badpop was, wel tegen wafer kon, maar dit
met Johanna niet het geval was,
„Het is niet erg," zei Kitty. „Ze zal wel
weer beter zijn. als ze droog is. Ze moet er
natuurlijk eerst nog wat aan wennen
Wel een half uur lang z ten de kinderen
aan den kant van het water met Johanna te
spelen. Gelukkig waren zij voorzichtig erj
was het aan den kant niet diep, want an
ders.
Eindelijk begon het Kitty te vervelen en
ging zij wat heen en weer loopen Plotse
ling riep zij uit, terwijl zij Johanna in haar
arm hield:
„O kijk eens, wat een mooie tak om op
le zitten, Dientje!" en meieen klauterde zt]
op den tak. Deze was echter oud en half
verrot. Hij brak en Kitty viel in het wa'er.
Johanna ging nu heelemaal koeie-onder.
Gelukkig voelde Kilty grond onder zich.
Dientje stond vlak bij haar en riep:
„Kom er toch uit, Kitty! Kom er toch
.uit!"
„Dat kan ik niet," antwoordde Kitty, „'tis
net, alsof mijn voelen al dipper en dieper
in de modder wegzinken! Oh oh!" en
2ij snikte het uit.
„Grijp mijn hand, dan zal ik je er uit
trekken," zei Dientje. Maar al stak zij haar
banden ook nog zoo ver uit. zij kon toch
niet bij Kitty komen en dreigde zelf voor
over in den vijver te vallen.
„Help! Help!" riep zij, zoo hard als zij
Jkon.
Jn het volgend oogenblik kwam de tuin
man aangesneld.
Gelukkig had hij een hark in de hand. Hij
slak deze Kilty toe en trok haar. nadat zij
de hark gegrepen had, naar den kant.
Arme Kitty, wat zag zii er uitf Zij was
spierwit, het water droop uit beur haar, uit
baar jurk en overal uit. Haar lichte kousen
Zaten vol modder.
„Loop maar vlug naar huis." zei de tuin
man. „anders vat je nog kou."
„Wil je alsjeblieft Johanna ook redden?
Zij ligt nog in den vijver en zal zeker ver
drinken zei Kilty.
„Wie is Johanna?" vroeg de tuinman
verschrikt, want hij dacht niet anders of
Johanna was een kind.
Kitty antwoordde-
..Zii is mijn lievelingspop. O, redt haar
alsjeblieft."
Nu zei de tuinman nadat hij eenige po
gingen met zijn hark aangewend had. dat
hij Johanna niel vinden kon. Zij was stellig
afgedreven naar het midden van den vijver,
waar het heel diep was.
Snikkend liep Kittv na naar huis. op de
hielen gevolgd door het eveneens snikken
de Dientje,
Moeder stopte Kilty vlug in bad en legde
haar daarna in haar bedje. Moeder was
eigenlijk heel boos op haar beide doch
tertjes. maar toen zij zag. hoe bedroefd zij
waren en hoeveel spijt zij hadden, vergaf
zij het haar.
Kitty lag nog in bed te snikken over het
lot van haar lievelingspop. Op haar teenen
sloop Dientje naar haar toe en zei-
„Huil maar niet. Kitl We zullen spelen,
dat Johanna naar de Feeön in het Toover-
sloot is gegaan."
Jaren later toen Kilty heelemaal groot
was. moest zij, als zij den vijver met de
waterjuffers en de overhangende boomen
zag, nog dikwijls denken aan het ongeluk
en hoe „Johanna's Tooverslot" haar ge
hoorzaamheid had geleerd!
Verhaaltje op Rijm
door
C. E. DE LILLE IIOGERWAARD.
Op een zomeravond
Kwam Tom uit zijn bed.
Wou voor Hector spelen;
Jongens, wat een pretl
Hij joeg trouwen Hector
Uit zijn hok en zei:
Ik wil „waakhond" wezen;
Ben jij nu niet blij?
Jij bent vrij vannacht, hoor!
Waken kan ik best;
Waf waf! 't is zoo'n kunst niet,
't Blaffen en de rest!
Kwam er nu een dief toch
't Erf maar even op,
Dan zou 'k blaffen. Hector,
Nou, of ik hem fop[
Hctor schudt zijn haren;
Wat is 't baasje dom!
'n Goede waakhond wezen,
Is niet makk'lijk, Tom!
Nooit in slaap te vallen
En bij 't minst geluid
Aan te slaan, bij noodweer
Daad'lijk 't hok maar uit!
Tom wrijft in zijn oogen
Liever toch geen dief!
Zucht hij: 'k Lig in bed toch
Eig'lijk wel zoo lief!
In elkaar gedoken
Zit nu bibb'rend Tom.
Komt er iemand nader.
Juist het hoekje om?
Tom begint te schreeuwen,
Angstig klinkt zijn stem.
Moeder roept- Ja Vader,
Ja, nu heb ik hem!
In haar armen draagt zij
Tommy vlug naar huis.
Zegt: In 't hok van Hector,
Hoor jij toch niet thuis!
Tom vertelt nu alles,
't Komt er snikkend uit.
Pakt zijn Moeder stevig
En zegt tot besluit:
Maar het valt niet mee, hoor:
Waken heel den nacht!
Voortaan zeg ik: Hekkie,
Houdt jij maar de wacht.
Hebben jullie onder de raadsels gezien,
dat ik de volgende week in Breda logeer;
allen die de brieven over de post zenden,
vinden daar het heele adres. Raadseljeugd
uit Katwijk. Nieuwkoop. Noorwijkerhoul,
enz., enz., leest goed wat er onder de raad
sels staat en zendt de brieven niet naar
Den Haag, maar naar Breda.
Vóór de groote vacantie krijgen jullie nog
prijsraadsels zooals ieder jaar, want in de
vacantie zelf doe ik het niel, omdat er dan
zóóvelen afwezig zijn.
Jan en Coba van den Born, 2 brieven
van ieder oütvangen, ook die der vorige
week. Verheugen jullie je al op de zomer-
vacantie en ga je dan uit logeeren? waar
naar toe? Gaat Coba met September naar
eene andere school?
Coba en Maartje Haasnoot het is heel
goed als je om beurten schrijft, de ecne
week kan Coba er een woordje bijdoen en
eene volgende keer doet Maartje het eens;
je hebt er goed nu aan gedacht dat ik in
Haarlem was en de volgende week ben ik
in Breda.
J. en C. Rodenburg (Rijnsburg) willen
jullie voortaan je voornaam voluit schrij
ven, dat doet ieder kind.
Kees Boer je wenschen voor mij dat ik in
Haarlem mooi weer zou treffen, zijn nog
niet vervuld, ik ben hier nu al eene week,
en altijd maar slecht weer, veel regen, koud,
wind, niets geen zomerweer. Jij bent zeker
ook nog niet uit roeien geweest
Ilennie Waterreus zat je zoo in de ver-
huisdrukte? natuurlijk is het dan erg vol
en druk in huis Ja hoor jij had goed opge
past en je briefje bijtijds naar Haarlem ge
zonden, denk dan de volgende week maar
goed aan Breda.
Wijntje Haasnoot neen hoor ik had nog
geen mooi weer in Haarlem. In Kalwijk zijn
er zeker nog niet veel badgasten met dit
koude natie weer?
Nelly Eikelenboom zoo druk op school
met alle repetities voor de groote vacantie?
Wanneer begint bij jullie de zomervacan-
iie? Neen het was Zondag niels geen weer
om eens prettig naar de Vink le gaan.
Willy van Booma ik vind het heel naar
dat je moeder zoo ziek is, ik hoop dal ze
gauw weer hersteld, zal zijn. wanl zoo altijd
liggen, zal ze we! heel naar vinden. Wil je
voorlaan je naam ook onder je briefje zet
ten. niet enkel op het couvert zooals je nu
had gedaan.
Jan Wassenaar ik logeer nu wel in Haar
lem maar ik kom dit jaar niet in Noordwij-
kerhout. met dat slechte weer heeft men
niets geen zin in uitgaan. Ben je nu weer
heelemaal beter? mag je weer naar school?
Hoe is het mei Eempicus been?
Berlus en Nelly Boom. aardig raadsel, ik
zal het later eens plaalsen. Jullie vragen of
het hier ook zoo regent, o. verschrikkelijk
veel, aJles is kletsnat, en koud en guur. er*
is hier 's avonds nog altijd een houtvuurtje
in de haard.
Adri den Duik ja niet waar, die laatste
weken vóór de groote vacantie met al die
repetities op school zijn heel erg druk, dus
van zelf schieten de raadsels er dan wel
eens bij in. Marielje van Daalen jij en Adri
hebt precies hetzelfde postpapier, hoe grao-
pig. Is Mollv zoo'n leuk speelsch katje. Hier
in huis, waar ik logeer, i9 een allerliefste
keeshond, zoo'n trouw lief dier. en hij laat
maar met zich sollen door alle kinderen,
alles vindt hij goed en mij kent hij ook al
zóó goed, we waren gauw goede vrienden.
Neelie en Marietje de Best hoe is hel met
alle kuikenljes? ze verlangen zeker ook erg
naar warmte en zonneschijn om te groeien?
Nettie en Mientje van Riessen dat is jam
mer dat Nellie niet te zien is op dat por
tret, dat er net iemand voor haar ging
staan. Hoe grappig dat kleine poes de trap
niet af durfde gaan omdat de hond er
stond. En is de hond eigenlijk ook boos tegen
het kleine poesje?
Gerda en Christiaan Eggink, jullie mo
gen allebei meedoen. Denkt er om. dat als
ik eens prijsraadsels geef. dan moet ieder
op. een apart papier de oplossingen schrij
ven en mogen Grietje en Nellv en Marietje
niet onder Gerda's raadsels onderleekenen,
dat mag bij prijsraadsels volstrekt niet.
Dirkje Hopman, is de keel weer beter?
Het kwam zeker door dat koude, natte
weer, dat maakt de menschen verkouden.
Heb je nu geen een poes meer? Of wel de
moeder-poes.
Bertus .Slegtenhorst, dat raadsel van die
5 dagen heeft er al eens ingestaan; dus
dat kan ik niet weer plaatsen.
Annie de l'Ecluse. gelukkig dat je het
zoo naar je zin hebt, dan zal je wel met
veel pleizier werken en daar helpen en
bezig zijn. 's Avonds ga je zeker naar huis
en ben je Zondags ook thuis?
Nellv van der Voet, dat is heerlijk, dat
je zuster er Zondag is geweest met de kin
deren. Is het een lief kindje, dat aller
kleinste? Ja nu heb je mij de volgende
wpek wal te vertellen over de kleine nicht.
Truus van Hees, was het een vroolijke
feestdag, je moeders verjaardag? Vond zij
het een verrassing toen je een versje op zei.
Woon je ver van het bureau L. D.? Dan
begrijp ik, dat je toen niet den brief mocht
wegbrengen toen het zoo regende en woei.
I^ouise en Beppie Planje, gaat L. nu met
dit akelige, koude weer toch zwemmen?
Pas maar op dat je niet ziek wordt Ik heb
nooit gezwommen en ik heb er ook nooit
zin in gehad. Heb jij wel eens meegedaan
met een zwemwedstrijd?
Neeltje Hoogerdijk, zoo is je lanjeskalie
nu weg; spijt het je niet erg? Wat een
grappig plaatje heb jij op je postpapier, bet