Een leerzame Excursie naar Boskoop
Prov. Staten v. Zuid-Holland.
LAND- EN TUINBOUW.
UIT DE RIJNSTREEK.
Een droevig relaas van een nijvere bevolking, en een
Spoorwegverbinding die maar niet tot stand kwam.
om arbeiders een eigen woning te ver
schaffen.
Een beoeheiden proef tot het verleenen
van premies om ten behoeve van krot-
oprniraing arbeiders ten plattelande een eigen
woning te verschaffen, kan zonder veel be
nvaren worden ondernomen.
De Landarbeiderswet, mits met kennis van
zaken en groot verantwoordelijkheidsbesef
uitgevoerd, kan een zegenrijke werking
hebben, allerminst is thans reeds de nood-
«aak gebleken deze te wijzigen, hetzij door
haar te beperken of door haar uit te
breiden.
De regeling voor de stichting van boer
derijen op woesten grond werkt uitstekend.
Door het in eigendom verkrijgbaarstellen
van woningen kunnen vooral ten plattelande
de gemeenten nuttig werk doen.
Het komt mij voor, dat het niet ge
bleken is, dat althans in de naaste toekomst,
verdere maatregelen moeten worden geno
men Stap voor stap en in overeenstemming
met de volkspsyche moeten dergelijke in
grijpende hervormingen plaats vinden. Ge
beurt het overhaast, ja zelfs met geweld,
dan wordt er onherstelbaar kwaad verricht,
en blijkt het weldra, dat men in plaats
van vooruit, achteruit is gegaan 1
We zijn in ons land, naar mijn meening,
op den goeden weg. Naast of liever boven
de overheidsmaatregelen kan het particulier
initiatief in deze veel doen en doet dat
ook. Een enkele overheidsmaatregel kan in
sneller tempo uitgevoerd worden. Bovendien
kunnen meerdere gemeenten, waar do toe
standen dit vereischen, naar het voorbeeld
van Gendt, Zandvoort en Helmond, zelfstan
dig steun verleenen.
Hierover had eenige gedachtenwisseling
plaats.
ALGEM. VERGADERING ONS LEGER.
Onder voorzitterschap van den oud-mi-
misler van oorlog, den heer J. J. C. v. Dijk,
heelt in het sociëteitsgebouw van de Dier
gaarde de algemeene vergadering van de
Koninklijke Vereeniging Ons Leger plaats
gt'had.
Het jaarverslag, uitgebracht door den
waarnemenden secretaris, kapitein W. J. hl-
Linden, vermeldt o.a. dat het ledental onge-
yeer 1-400 bedraagt.
Het totaal van de ontvangsten over 1926
bedroeg f 4695 20, uitgegeven is f 6139.76.
Het nadeelig saldo is f 1445.66. Het bezit
van de vereeniging bedraagt f3737.61.
Bij acclamatie worden de aftredende
hoofdbestuursleden J. J. C. v. Dijk, E. J. H.
J. Schut, J. P. Boots en K. E. Oudendijk her
kozen.
De volgende vergadering zal waarschijn
lijk in een der plaatsen van den Achterhoek
gehouden worden. Getracht zal worden
daaraan een militair schouwspel te ver
binden.
VEREEN. VAN VERLOFSOFFICIEREN
In een van de zalen van het sociëteits
gebouw van de Rotterdamsche Diergaarde is
onder voorzitterschap van prol. mr. J. C.
Jüelslra de jaarlijksche vergadering gehou
den van de algemeene' vereeniging van ver-
lolsoflic.ieren van de Nedtrlnndsche land
en zeemacht.
Prol. mr. J. C. Kielslra en de heer E. P.
Weber werden bij acclamatie herbenoemd
als voorzitter en secretaris.
Deventer werd aangewezen als plaats
Voor de volgende algemeene vergadering.
Aan generaal SnijdeTs is het eerelidmaat-
echap aangeboden en in dank aanvaard.
VEREENIGING VAN NEDERLANDSCHE
GEMEENTEN.
Ann het verslag over 1926 van de Veree
niging van Nederlandsche Gemeenten, dat
ruim 200 bladzijden omvat, ontleenen wij
het volgende.
Ook dit jaar nam het aantal leden der
Vereeniging toe: het bedroeg op 31 Decem
ber 1926 741 gemeenten met 6.604.781 in
woners, dat is 89 pCL van liet totaal inwo
ners van Nederland op 31 December 1925.
Onder deze 741 gemeenten bevinden zich
o.m. alle 14 gemeenten boven de 50 000 in
woners. van de 32 gemeenten met 20
50.000 inwoners zijn er 31 lid en van de 74
met 1020.000 inwoners 67. Hel verslag is
verdeeld in drie hoofdstukken. Het eerste
hoofdstuk bevat mededeelingen omtrent de
huishoudelijke organisatie der Vereeniging,
derhalve over het aantal leden, samenstel
ling van het bestuur, algemeene vergadering
en congres, enz. Het tweede hoofdstuk geeft
een overzicht van de bemoeiingen
dor Vereeniging, verdeeld in a. die
voor de gezamenlijke leden en b. die voor
de gemeenten afzonderlijk terwijl hoofdstuk
drie' een overzicht geeft van de werkzaam
heden van de bureaux der Vereeniging. Ten
slotte zijn in het verslag een aantal bijlagen
opgenomen, welke mededeelingen bevatten
over de werkzaamheden der provinciale af-
deelingen dek Vereeniging.
Geneeskundig schooltoezicht
ten plattelande.
Ged. Staten hebben in hun missive van 16
November 1926 de Staten in kenni9 gesteld
van het mislukken der pogingen in de prov.
Utrecht ingesteld tot het organiseeren van
het geneeskundig schooltoezicht ten platte
lande van die provincie. Op grond van die
mislukking onritden zij het volgen van het
Utrechtsche voorbeeld in deze provincie.
Ged. Staten hebben zich daarna in ver
binding gesteld met de afdee'ling Zuid-Hol
land van de Vereeniging van Nederlandsche
gemeenten en van detze een rapport ontvan
gen. waaruit blijkt, dat zij een oplossing
mogelijk acht in den geest van die. welke
tevergeefs is beproefd in de provincie Utrecht
zij het ook. dat door haar de regelende taak
der provincie ruimer is gedacht.
In dit rapport wordt o.m. opgemerkt, dat
de vorming van kringen gewenscht is. Van
de veronderstelling uitgaande, dat een
schoolarts, geassisteerd door een schoolver-
pleelgster 5 a 6 duizend schoolgaande kin
deren onder zijn toezicht kan nemen, meent
de afdeeling, dat er kringen gevormd moe
ten worden, welke ongeveer dit aantal
schoolgaande kinderen leveren.
De vorming van deze kringen over te
laten aan de gemeenten, lijkt niet doenlijk.
In het rapport wordt daaraan toegeschre
ven, dat het stelsel in Utrecht niet die resul
taten heeft opgeleverd, welke daarvan ver
wacht zijn. De kringen zullen dan ook ge
vormd moeten worden door het provinciaal
bestuur. De gemeentebesturen zullen zien
daarna bij die kringen moeten kunnen aan
sluiten. In de kosten zou de provincie voor
60 pCt. behooren deel te nemen.
Het bestuur der afdeeling is bereid alle
medewerking te verleenen bij het vormen
der kringen, hetgeen zou kunnen geschie
den door een vergadering te' houden met alle
gemeente- en schoolbesturen tot de te vor
men kringen behoorende.
Het bestuur is genegen dezei vergadering
te beleggen en te leiden. Wat de financieele
gevolgen betreft merkt het bestuur op, dat
deze' geheel afhankelijk zijn van het aan
tal kringen, dat eventueel gevormd kan wor-
w orden.
Wanneer dit gesteld wordt op 6 a 8 en
aangenomen wordt, dat voor eiken kring aan
salarissen voor dokter en verpleegsters als
mede eenige kleinere onkosten f 10.000 per
jaar noodig is, dan zullen de kosten bij 3
kringen (het maximum waarop voor Zuid-
Holland gerekend wordt) f80.000 bedragen,
waarvan f40.000 voor rekening der pro
vincie.
Na kennisneming van dit rapport hebben
Ged. Staten zicht lot de Zuid-Holl. Vereni
ging Het Groene Kruis gewend, welks hoofd
bestuur zich bereid heeft verklaard het
grootst mogelijke aandeel in de voorberei
ding van de organisatie van het geneeskun
dig schooltoezicht op zich te nemen.
Ged. Staten 9lellen in verband met het
bovenstaande voor een provinciaal subsidie
van ten hoogste 50 pCt. in de kosten te ver
leenen, Voor het overige zal moeten worden
afgewacht wat de voorbereidende werk
zaamheid van het Groene Kruis zal opleve
ren.
Wegen ver ontrelniging.
Ged. Sfalen stellen aan de Prov. Staten
voor in het reglement op de wegen en voet
paden in Zuid-Holland een bepaling op te
nemen ter voorkoming van verontreiniging
van het wegdek, luidende als volgt:
Het is verboden modder, mest, vuilnis,
ruigte, puin, steen, pulp of andeTe stoffen of
voorwerpen, welke aanleiding kunnen geven
tot benadeeling. tot beschadiging of tot een
slechte afwatering van den weg, het voet
pad of het kunstwerk of welke het verke'er
daarover kunnen hinderen, daarop te wer
pen, te plaatsen of te laten vallen en te
laten liggen. De voerlieden zijn verplicht de
klei of de modder der akkers, welke zich
daaraan mocht bevinden, van de wielen te
verwijderen, alvorens met hunne voertuigen
op den weg le klasse te komen.
Prov. Workliedenreglemeni.
He't Prov. Werkliedenreglement voor Zuid-
Holland. moet volgens art. 45, tweede lid,
binnen tien jaren na den da^g van zijn in
werkingtreding worden herzien. Eene her
ziening zal in verband daarmede in de a.s.
zomerzitling moeten geschieden. Ged. Staten
meenen, dat het voorloopig weder voor den
tijd van één jaar ongewijzigd kan worden
vastgesteld. Om daartoe te kunnen beslui
ten, moet in art. 45 tweede lid, echter gele
zen worden, inplaats van ..binnen tien jaar
na den dag van zijne inwerkingtreding",
„voor 1 September 1928". Ged. Staten stellen
voor deze wijziging aan te brengen.
Subsidie aan de Geitenfokkerij.
Ged. Staten van Zuid-Holland stellen
voor aan de Prov. Commissie ter bevordering
van de gei ten fokkerij in Zuid-Holland vo^r
het jaar 1927 een subsidie van f 2000 uit de
provinciale fondsen toe te kennen ten be
hoeve van den Prov. en den R.-K. Bond van
Geitenfokvereenigingen in Zuid-Holland.
RECLAME.
Kruschen Salts
maakt slank.
Kroachen Salta rorgt er voor dal alle
Toot Uw lichaam overbodige en daarom
ongewenachte vochtdeelen, op natuur
lijke wijie worden verwijderd. Daarom
zal het regelmatig gebruik tan Kruschen
Salta Uw gewicht doen verminderen.
Prijs i f 1.60 per flacon.
Fabr.i E. Griffith* Hujhe* Ltd. Manchester.
Importeur»;
RowntreeHandeltmijKeizert^. 124. A'dam
•1968
HOLLANDSCHE MAATSCHAPPIJ
VAN LANDBOUW.
De heer D. de Boer te Stompeloren zal
ultimo Januari a.s. moeten aftreden als
voorzitter van de Hollandsche Maatschappij
van Landbouw. Zijn opvolger voor de ko
mende 5 jaren zal iemand uil Zuid-Holland
moeien zijn.
In verband hiermede vernemen wij. dat
voor de vacature is aangezocht dr. J G.
Lovlnk, vroeger-direcleur-generaal van den
landbouw, thans burgemeester van Alphen
aan den Rijn.
Ergens ten Zuiden van Alphen op nog
geen 20 K.M. alstand van Leiden ligt het
nijvere Boskoop, een dorpje met nog geen
zeven duizend inwoners, dat nochtans in
zich het spreekwoord „Klein maar dapper"
bewaarheid vindt. Want zoo klein als deze
gemeente moge zijn en hoe verscholen hst
dorp daar moge liggen temidden van schier
onafzienbare weilanden, waarin hondenden
koeien rustig loopen te grazen, heeft dit
plaatsje een wereldnaam verworven door
zijn vermaarde kweekerijen, welker voort
brengselen tot over de gansche aarde wor
den verspreid. Wellicht schuilt juist in het
feit, dat van de Boskoopsche producten
circa 98 percent naar het buitenland wordt
geëxporteerd, één der primaire oorzaken
van de groote onbekendheid, welke ten aan
zien van dit dorp in de kringen der nict-vak-
menschen blijkt te bestaan.
Maar er is daarvoor nog een andere reden
en dat is zijn geïsoleerde ligging; weliswaar
heeft het vervoermiddel bij uitnemendheid
voor op ze smalle polderwegen, de autobus
daarin eenige verbetering gebracht, maar
niettemin als produceerend centrum met een
aanzienlijken uitvoer ligt Boskoop als ge
volg van het ontbreken van goede verbin
dingswegen op zijn zachtst uitgedrukt alles
behalve gunstig.
Maar er is toch de Gouwe, zult ge zeggen,
een gedeelte van den grooten waterweg Am
sterdamRotterdam, welke een schitterende
gelegenheid biedt tot transport. Volkomen
juist, geachte opmerker, en voor een groot
gedeelte geschiedt dat ook, d. w. z. voor zoo
ver het den export naar Canada, Amerika,
Engeland, Afrika, enz. betreft naar welke
landen de producten per boot naar Rotter
dam worden vervoerd en daar in de oceaan-
stoomers worden overgeladen.
Maar de groole bezwaren gelden ook niet
ten opzichte van het vervoer te water, doch
voor dat te land.
Boskoop is niet aangesloten aan het spoor
wegnet en zoodra er derhalve uitvoer moet
plaat9 vinden naar Duitschland, Zwitser
land, Zweden, Noorwegen of een der andere
landen van het Europeesche continent, moe
ten de kweekers eerst per vlet langs de
Gouwe naar Alphen, vanwaar ze dan hun
producten bij ettelijke wagonladingen lege-
lijk kunnen verzenden.
Dat dit extra-transport en overladen voor
de Boskoopsche kweekers een hooge kosten
rekening met zich brengt, laat zich begrij
pen en evenzeer derhalve ook hun verlan
gen naar een spoorwegverbinding.
Immers waar de builenlandsche handel
toch al zoozeer bemoeilijkt wordt door pro
tectionisme in den vorm van verscherpte
invoerbepalingen en hooge invoerrechten,
is het voor de kweekers zaak den concur
rentiestrijd zoo scherp mogelijk te voeren
en daarvoor zijn do bijzondere onkosten
hierboven genoemd niet erg bevorderlijk.
Zoodat het bezit van een spoorwegver
binding voor de Boskoopsche bevolking, die
geheel en al leeft van en door de boom-
en in de laatste jaren ook rozpn- en pioenen-
kweekerij min of meer een kwestie is van
„lo be or not to be".
Nieuw is dit vraagsluk allerminst: reeds
dertig jaar geleden werd deze behoefte ge
voeld en werd toentertijd een spoorweg
commissie ingesteld en nadat er heel veel
over deze materie in en buiten het parle
ment was gesproken, werd eindelijk in 1916
het ontwerp van wet tot aanleg van de lijn
GoudaBoskoopAlphen goedgekeurd.
De hoop in de harten der Boskoopsche be
volking herleefdeBoskoop zou een
spoorweg krijgenMen kent de verdere
lijdensgeschiedenis: de oorlog vertraagde
aanvankelijk do uitvoering der plannen,
maar eindelijk werd dan toch een begin ge
maakt met den aanleg van de spoorlijn,
welke Boskoop uit zijn isolement zou ver
lossen.
Verschillende perceelen land werden ont
eigend en overal verrezen in de polders de
bruggehoofden, waarover binnen atzienba-
ren tijd, naar men hoopte en dacht,,de trei
nen zouden snorren.
Helaas, opnieuw kwam er een kink in
den kabel en zooals men kort geleden in de
bladen heeft kunnen lezen, heeft de minis
ter van Waterstaat in antwoord op hem
door het Eerste Kamerlid dr. J. H. Lovink
gestelde desbetreffende vragen medegedeeld,
dat de werkzaamheden aan de spoorlijn
GoudaBoskoopAlphen voorloopig waren
gestaakt
Terloops zij hier nog medegedeeld, dat de
totaalkoslen van den aanleg waren geraamd
op f 4 800.000, waarvan reeds is uitgegeven
een bedrag van f 1 500 000, zoodat nog uit
gegeven moest worden f 3 300.000.
Hier van komt f 1.000.000 ten laste van
de provincie en de gemeenlen, zoodat door
hel Rijk nog moest worden belaali
f 2.300.000, van welk bedrag reeds een
groot gedeelte is uitgetrokken op de Staats-
begrooting voor 1927.
Zooals le begrijpen valt, 'zijn de Bos
koopsche kweekers allesbehalve ingenomen
met dit nieuwe uitstel, temeer waar het bui
tenland steeds scherpere invoerbepalingen
in het leven roept, waardoor hun vitale be
langen meer en meer in hel gedrang komen.
En het behoett dus evenmin verwondering
te wekken, dat een man als de burgemees
ter van Boskoop, de heer P. A. Colijn, die
reeds meermalen getoond heeft een open
oog te bezitten voor de belangen zijner ge
meentenaren, na samenspreking met do
Vereeniging van Boskoopsche Handelaren
op het denkbeeld kwam om de Haagsche
Journnlislenvereeniging en de Builenland
sche Persvereeniging uit te noodigen tot het
organiseeren van een excursie van journa
listen naar Boskoop teneinde met eigen
oogen het vergevorderde stadium, waarin
de werkzaamheden zich thans bevinden, te
aanschouwen en vervolgens de aandacht
van het Nederlandsche publiek te vestigen
op deze voor Boskoop in het bijzonder, doch
voor de Rijnstreek in hel algemeen, zoo be-
langrijke aangelegenheid. (Denk slechts
aan de vele en groote meubelfabrieken in
Waddinxveen, die eveneens groot belang
hebben bij het tot stand komen van deze
spcorlijnl)
De exenrsie.
En zoo kwam dan Zaterdagmorgen op het
stationsplein te Gouda een groot aantal bin
nen- en buitenlandsche journalisten bijeeh,
waar ter begroeting een twintigtal Boskoop
sche ingezetenen, hoofdzakelijk kweekers
aanwezig waren, die het geheele gezelschap
met hun particuliere auto's naar de plaats
van bestemming vervoerden, nadat eerst
nog op het Goudsche marktplein de burge
meester dezer gemeente, de heer Gaarland,
zich bij het gezelschap had gevoegd.
Onder groote belangstelling van de bur
gerij der Pijpenstad, die waarschijnlijk nog
nooit een dergelijke lange file van circa 25
auto's door de straten had zien trekken,
werd de tocht aanvaard. Vooreerst werd
halt gemaakt bij een der negentien reeds
voltooide viaducten, waarover de nieuwa
spoorlijn zal loopen.
De heer J. H. van Slraaten van Nes, een
der voormannen uit de Boskoopsche kwee
kerswereld en zelf sedert 30 jaar lid der
spoorwegcommissie deed hier eenige mede
deelingen met betrekking tot den aanleg en
verzocht daarna de excursisten wederom in
de auto's plaats te nemen teneinde den
tocht naar „den tweeden chaos" voort te
zetten.
Deze bleek te worden gevormd door de
plek, waar eens het station Boskoop zal
moeten verrijzen en waar twee groote be
tonnen fundeeringen de vage belofte voor de
verwezenlijking van de hoop der Boskoopero
vormden.
Na een hoog9t interessante rondrit door
Boskoop, welke een uitstekend beeld gaf
van den omvang van het kweekersbedrijf
ter plaatse en waarbij den deelnemers op
viel, hoe keurig alles onderhouden wordt,
werd uitgestapt in hotel „Klaassen", waar
het gemeentebestuur het gezelschap een
lunch had aangericht.
Rede van den heer Colijn.
Hierbij voerde in de eerste plaats de bur-
gemester, de heer P. A. Colijn het woord, die
erop wees, dat Boskoop uit haar eeuwen
oude historie den vreemdeling geen enkel
monument kan laten zien, doch wel iets
anders, een blik in de heerlijkheid der na
tuur, in de schoonheid en rijke verscheiden-
he;d der producten, welke hier op meer dan
700 kweekerijen worden geteeld.
Moge Boskoop, aldus vervulde spr., tot
heden toe verstoken zijn van door toerist
gezochte bezienswaardigheden, er bestaat
uitzicht, dat wij eerlang hoezeer ook tot
onzen spijt zullen kunnen bogen op een
plaatselijke merkwaardigheid in den vorm
van een onvoltooide spoorweg, welken wij,
indien de woorden niet eernigermate een
contradictio in terminus vormden, zouden
kunnen noemen „Boskoop's perpetuum im
mobiel".
Spr. noemt het absurd, dat een plaats als
Boskoop met een export naar Europa's vas
teland om niet te spreken van Engeland,
Noord- en Zuid-Amerika, Canada, Argen
tinië, Australië en Afrika, niet aan het
spoorwegnet is aangesloten ondanks het feit,
dat reeds elf jaar geleden door de Staten-
Generaal de urgentie werd erkend en inmid
dels reeds een belangrijk bedrag aan ont
eigening en uitvoering werd ten koste gelegd
en nog maar een betrekkelijk gering bedrag
voor den afbouw noodig is.
In de aanwezigheid van den burgemees
ter van Gouda zeide spr. het bewijs le zien,
dat ook van die zijde al het mogelijke zal
worden gedaan om voor dit verkeerspro
bleem een gewenschte oplossing te verkrij
gen. Naast de voortdurende belemmering,
welke Boskoops handel door het gemis der
spoorwegverbinding ondervindt, wordt het
hoofdbedrijf ernstig geschaad door de in
bijna alle landen, hooger wordende invoer
tarieven alsmede door het onjuist optreden
van sommige phytapathalogische diensten.
Deze tarieven vormen een beletsel voor
het normale handelsverkeer en moeten
daarom verdwijnen.
De economische conferentie te Genève,
aldus besloot spr., moge daartoe misschien
den weg hebben geëffend, de aanval zelf zal
vanuit de onderscheiden landen door de
georganiseerde belanghebbenden moeten
worden ondernomen, waarbij men zich wel
licht uit het tuighuis van Genève van wa
penen kan voorzien, doch waarbij bij mede
werking van de pers niet kan worden ge
mist.
Met een beroep op de aanwezige journa
listen om deze te verleenen, eindigde spr.
zijn rede.
Namens de H. J. V. voerde hierna de voor
zitter, de heer van Bolhuis het woord, die
den wensch uitsprak, dat Boskoop spoedig
uit haar isolement verlost zou worden, niet
omdat zulks enkel een zuiver plaatselijk
belang geldt, maar terdege ook een gemeen
schapsbelang, daar het hier een kapitaals
vernietiging op groote schaal betreft zonder
eenig productief effect.
Ook de vertegenwoordiger der Buiten
landsche Persvereeniging, de heer van Ditl-
har liet zich in dien geest uit.
Nadat nog de heer van Slraaten van Nes
medegedeeld had, dat het braakliggend ter
rein een waarde vertegenwoordigde van
anderhalf millioen, ferwijl dit, wanneer het
voor de culturen, bestemd was, zeker zeven
millioen gulden had kunnen opbrengen,
voerde als laatste spreker het woord de heer
Jac. Smils, uit Naarden. voorzitter van den
Bond van Plantenhandelaren.
Rede van den heer Jao. Smits.
Na uitvoerig en op dikwerf geestige wijze
geschetst te hebben, welk een groole male
van onkunde er nog bestaat ten aanzien van
de boomkweekerij, zeide spr. dat in de laat
ste vijftig jaar het bedrijf zich enorm ont
wikkeld heeft.
Kende men toen nog slechts cultures van
vruchtboomen, van laanboomen voor weg-
beplanting, voor bebossching of haagplant
soen. geheel en al bestemd voor inlandsch
gebruik, thans heelt men de veel grootere
cultures van rozen, rhodondendron, azalea,
coniferen, groen blijvende bladplanten, sier
heesters enz., hoofdzakelijk dienende ter
versiering van onze groote steden in den
vorm van parken.
Ook export was 60 jaar geleden een on-
gekend iets; de bestellingen in bet binnen-
land werden per paard en wagen over grooie
afstanden thuisbezorgd; 30 jati later bereis
den de Nederlandsche kweekersexporteurs
vrijwel alle landen, welke door ligging en
klimaat geschikt waren voor onze produc
ten en zoo bleef het tot aan den grooten
wereldoorlog, doch daarna ging het hard
achteruil, niet omdat onze producten min
der goed waren dan voorheen maar als ge
volg van het in vele landen streng doorge
voerde protectionisme.
Helaas worden in diverse landen onze
planten belast, waarvan het gevolg is, dat
de buitenlander zelf. gaat verder kweeken
met de uit Holland ontvangen artikelen,
veel minder goede resultaten bereikt en
veel hoogere prijzen verlangt dan men bij
aankoop in Holland zou moeien betalen.
Spr. staafde dit met eenige welsprekende
voorbeelden. Gaat dit zoo voort, dan zullen
de gewone planten zóó duur worden, dat al
leen de allerrijkste ze zullen kunnen aan
schaffen en dat de aanleg van parken in de
groote steden sterk zal afnemen.
Gelukkig wordt in den laatslen tijd in
bevoegde kringen een beter geluid gehoord
en zal zich naar het zich laat aanzien de
export wederom een betere toekomst tege
moet gaan.
Met den wensch'. dat dit zoo zou mogen
zijn, besloot spr. zijn met groote aandacht
gevolgd betoog.
Na afloop der lunch werd nog gezamen
lijk een der honderden Boskoopsche kwee
kerijen bezichtigd en daarna keerden wij
hoogst voldaan over onze leerzame excursie
naar deze „tuinbouw-oase in de gras-
woestijn" huiswaarls.
De heeren G. van Lange en A. Jonkheid,
leden van den gemeenteraad van Wad-
dinxveen, hebben voorgesteld, om het be
sluit van den gemeenteraad van 25 Juni
1923, waarbij besloten werd aan de regee
ring te verzoeken om aan de plannen tot
het aanleggen van den spoorweg Gouda
BoskoopAlphen aan den Rijn geen uitvoe
ring le geven, in te trekken en om een
nieuw besluit te nemen, waarbij er bij de
betrokken autoriteiten met klem op wordt
aangedrongen, met den afbouw van den
spoorweg den meesten spoed te betrachten.
In de toelichting wordt o.m. gezegd, dat
de voorstellers, gezien de enorme bedragen,
die reeds aan den aanleg van den spoorweg
zijn besteed, van meening zijn, dat de spoor
weg bepaald moet worden afgebouwd, voor
al ook omdat Waddinxveen met zijn belang
rijke landbouw, industrie en handel, daarbij
ten zeersle zal zijn gebaat. De voorstellers
geven te kennen, dat de Waddinxveensche
industrieelen gelegenheid moeten hebben
hun materialen en producten per spoor te
vervoeren. Al wordt ook beweerd, dat de
spoorweg nooit gunstige financieele resulta
ten zal opleveren, wat trouwens nog een
groote vraag is, dan nog moet de spoorweg
tot stand worden gebTacht. De spoorweg is
er niet om groote winsten te maken, doch;
hij is er ten gerieve van handel, industrie
en landbouw. Er mag niet uit het oog wor
den verloren, dat de spoorweg komt te lig
gen in het hartje van de provincie Zuid-Hol
land. midden tusschen de groote steden van
ons land, en loopende langs plaatsen, die op
het gebied van land- en tuinbouw, handel
en industrie inderdaad van groole beteeke-
nis zijn.
B. en W. deelen naar aanleiding van dit
voorstel mede, dat zij zich van schriftelijk
praeadvies zullen onthouden, om in da
eerstkomende raadsvergadering ieder voor
zich, hun standpunt toe te lichten en nader
uileen te zetten.
ALPHEN.
Burgerlijke Stand.
Bevallen; A. A. v. Vol, geb. Mulder, z.
S. v. d. Horst, geb. Munnik, z.
M C. Nieuweboer, geb. Plaum, d. G.
M. Haverkamp, geb. Oortwijn, z. T.
Rgnsburger, geb. v, Rhijn, 4. H. v. d.
Oost, geb. v. Vugt, d. J. v. d. Bijl,
geb. Marbus, d. N.- v. Keeken, geb.
Knijper, d. E. M. v. Donk, geb. Mulder, z.
Overleden; J. Werneke, wednr. v. M. L.
Nahon, 74 j. L. A. Reijers, 1 jr.
GevestigdD. Koper, echtg. v. P. v.
d. Leek, Vinkebuurt 76, uit Den Haag.
Ij. D. Kuil, v. Boetselaerstraat 7a, uit Leeu
warden, IV. Comen, Torenstraat 35, uit
Baineveld. Ja. Zondag, Oudshoornsche-
weg 146, uit Den Haag. Ca. W. v. Tol,
Otu-eg 1, uit Gouda. Wa. C. Zevenhoven,
Stationsstraat 6, uit Leiden. J. v. Lien-
den. uit Leimuiden. E. H. Erinckman,
Raadhuisstraat 281, uit Den Haag. G.
v. Egmond. Raadhuisstraat 243, uit Alk-
ni8ar. Ja, v. d. Hoven, echtg. v. F.
W. Baerveldt, Emmalaan 49, uit Giessen-
dam. Ja, M. de Leeuw van Weenen,
echtg. v. H. v. Noord, uit Halsteren.
D. A. H. Beumer, Lindenhovenstraat 33,
uit Haarlem. E. Stapper, Hedastraat 8,
uit Leiden. B. Toor en gezin, Oranje
straat 47, uit Soest. J. v. Egmond,
Steekterweg 122, uit Bodegraven. Ca.
C. v. Tol, Otweg 20, uit Gouda. J.
Bol, Willerastraat 28, uit Koudekerk.
Vertrokken: E. A. Redegeld, naar Nieaw-
veen. J. Klink, naar Leiden, Wielma-
kersteeg 12. D. M. Goedhart, naar
Renkum. J. M. v. Veen, naar Lichten
voorde. H. C. Odgk, naar Zeist.Dorps
straat 5. F. Schmal Jr. naar Brummen.
Ha. M. Breukel, naar Avereest. J.
D. Herrewjjn, naar Nieuwkoop.
Voor 't maken van zandstortingen voor
den bouw van een schutsluis en den aanleg
van een vaartverbinding tusschen den Hoil.
IJsel en de Gouwe onder de gemeenten
Gouda en Moordrecht waren de laagste in-
srhrgvers de heeren G. Gesman en C.
Zcetemeijer, alhier voor de som van
f 329.S90.
2—3