Een leerzame Excursie naar Boskoop Prov. Staten v. Zuid-Holland. LAND- EN TUINBOUW. UIT DE RIJNSTREEK. Een droevig relaas van een nijvere bevolking, en een Spoorwegverbinding die maar niet tot stand kwam. om arbeiders een eigen woning te ver schaffen. Een beoeheiden proef tot het verleenen van premies om ten behoeve van krot- oprniraing arbeiders ten plattelande een eigen woning te verschaffen, kan zonder veel be nvaren worden ondernomen. De Landarbeiderswet, mits met kennis van zaken en groot verantwoordelijkheidsbesef uitgevoerd, kan een zegenrijke werking hebben, allerminst is thans reeds de nood- «aak gebleken deze te wijzigen, hetzij door haar te beperken of door haar uit te breiden. De regeling voor de stichting van boer derijen op woesten grond werkt uitstekend. Door het in eigendom verkrijgbaarstellen van woningen kunnen vooral ten plattelande de gemeenten nuttig werk doen. Het komt mij voor, dat het niet ge bleken is, dat althans in de naaste toekomst, verdere maatregelen moeten worden geno men Stap voor stap en in overeenstemming met de volkspsyche moeten dergelijke in grijpende hervormingen plaats vinden. Ge beurt het overhaast, ja zelfs met geweld, dan wordt er onherstelbaar kwaad verricht, en blijkt het weldra, dat men in plaats van vooruit, achteruit is gegaan 1 We zijn in ons land, naar mijn meening, op den goeden weg. Naast of liever boven de overheidsmaatregelen kan het particulier initiatief in deze veel doen en doet dat ook. Een enkele overheidsmaatregel kan in sneller tempo uitgevoerd worden. Bovendien kunnen meerdere gemeenten, waar do toe standen dit vereischen, naar het voorbeeld van Gendt, Zandvoort en Helmond, zelfstan dig steun verleenen. Hierover had eenige gedachtenwisseling plaats. ALGEM. VERGADERING ONS LEGER. Onder voorzitterschap van den oud-mi- misler van oorlog, den heer J. J. C. v. Dijk, heelt in het sociëteitsgebouw van de Dier gaarde de algemeene vergadering van de Koninklijke Vereeniging Ons Leger plaats gt'had. Het jaarverslag, uitgebracht door den waarnemenden secretaris, kapitein W. J. hl- Linden, vermeldt o.a. dat het ledental onge- yeer 1-400 bedraagt. Het totaal van de ontvangsten over 1926 bedroeg f 4695 20, uitgegeven is f 6139.76. Het nadeelig saldo is f 1445.66. Het bezit van de vereeniging bedraagt f3737.61. Bij acclamatie worden de aftredende hoofdbestuursleden J. J. C. v. Dijk, E. J. H. J. Schut, J. P. Boots en K. E. Oudendijk her kozen. De volgende vergadering zal waarschijn lijk in een der plaatsen van den Achterhoek gehouden worden. Getracht zal worden daaraan een militair schouwspel te ver binden. VEREEN. VAN VERLOFSOFFICIEREN In een van de zalen van het sociëteits gebouw van de Rotterdamsche Diergaarde is onder voorzitterschap van prol. mr. J. C. Jüelslra de jaarlijksche vergadering gehou den van de algemeene' vereeniging van ver- lolsoflic.ieren van de Nedtrlnndsche land en zeemacht. Prol. mr. J. C. Kielslra en de heer E. P. Weber werden bij acclamatie herbenoemd als voorzitter en secretaris. Deventer werd aangewezen als plaats Voor de volgende algemeene vergadering. Aan generaal SnijdeTs is het eerelidmaat- echap aangeboden en in dank aanvaard. VEREENIGING VAN NEDERLANDSCHE GEMEENTEN. Ann het verslag over 1926 van de Veree niging van Nederlandsche Gemeenten, dat ruim 200 bladzijden omvat, ontleenen wij het volgende. Ook dit jaar nam het aantal leden der Vereeniging toe: het bedroeg op 31 Decem ber 1926 741 gemeenten met 6.604.781 in woners, dat is 89 pCL van liet totaal inwo ners van Nederland op 31 December 1925. Onder deze 741 gemeenten bevinden zich o.m. alle 14 gemeenten boven de 50 000 in woners. van de 32 gemeenten met 20 50.000 inwoners zijn er 31 lid en van de 74 met 1020.000 inwoners 67. Hel verslag is verdeeld in drie hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk bevat mededeelingen omtrent de huishoudelijke organisatie der Vereeniging, derhalve over het aantal leden, samenstel ling van het bestuur, algemeene vergadering en congres, enz. Het tweede hoofdstuk geeft een overzicht van de bemoeiingen dor Vereeniging, verdeeld in a. die voor de gezamenlijke leden en b. die voor de gemeenten afzonderlijk terwijl hoofdstuk drie' een overzicht geeft van de werkzaam heden van de bureaux der Vereeniging. Ten slotte zijn in het verslag een aantal bijlagen opgenomen, welke mededeelingen bevatten over de werkzaamheden der provinciale af- deelingen dek Vereeniging. Geneeskundig schooltoezicht ten plattelande. Ged. Staten hebben in hun missive van 16 November 1926 de Staten in kenni9 gesteld van het mislukken der pogingen in de prov. Utrecht ingesteld tot het organiseeren van het geneeskundig schooltoezicht ten platte lande van die provincie. Op grond van die mislukking onritden zij het volgen van het Utrechtsche voorbeeld in deze provincie. Ged. Staten hebben zich daarna in ver binding gesteld met de afdee'ling Zuid-Hol land van de Vereeniging van Nederlandsche gemeenten en van detze een rapport ontvan gen. waaruit blijkt, dat zij een oplossing mogelijk acht in den geest van die. welke tevergeefs is beproefd in de provincie Utrecht zij het ook. dat door haar de regelende taak der provincie ruimer is gedacht. In dit rapport wordt o.m. opgemerkt, dat de vorming van kringen gewenscht is. Van de veronderstelling uitgaande, dat een schoolarts, geassisteerd door een schoolver- pleelgster 5 a 6 duizend schoolgaande kin deren onder zijn toezicht kan nemen, meent de afdeeling, dat er kringen gevormd moe ten worden, welke ongeveer dit aantal schoolgaande kinderen leveren. De vorming van deze kringen over te laten aan de gemeenten, lijkt niet doenlijk. In het rapport wordt daaraan toegeschre ven, dat het stelsel in Utrecht niet die resul taten heeft opgeleverd, welke daarvan ver wacht zijn. De kringen zullen dan ook ge vormd moeten worden door het provinciaal bestuur. De gemeentebesturen zullen zien daarna bij die kringen moeten kunnen aan sluiten. In de kosten zou de provincie voor 60 pCt. behooren deel te nemen. Het bestuur der afdeeling is bereid alle medewerking te verleenen bij het vormen der kringen, hetgeen zou kunnen geschie den door een vergadering te' houden met alle gemeente- en schoolbesturen tot de te vor men kringen behoorende. Het bestuur is genegen dezei vergadering te beleggen en te leiden. Wat de financieele gevolgen betreft merkt het bestuur op, dat deze' geheel afhankelijk zijn van het aan tal kringen, dat eventueel gevormd kan wor- w orden. Wanneer dit gesteld wordt op 6 a 8 en aangenomen wordt, dat voor eiken kring aan salarissen voor dokter en verpleegsters als mede eenige kleinere onkosten f 10.000 per jaar noodig is, dan zullen de kosten bij 3 kringen (het maximum waarop voor Zuid- Holland gerekend wordt) f80.000 bedragen, waarvan f40.000 voor rekening der pro vincie. Na kennisneming van dit rapport hebben Ged. Staten zicht lot de Zuid-Holl. Vereni ging Het Groene Kruis gewend, welks hoofd bestuur zich bereid heeft verklaard het grootst mogelijke aandeel in de voorberei ding van de organisatie van het geneeskun dig schooltoezicht op zich te nemen. Ged. Staten 9lellen in verband met het bovenstaande voor een provinciaal subsidie van ten hoogste 50 pCt. in de kosten te ver leenen, Voor het overige zal moeten worden afgewacht wat de voorbereidende werk zaamheid van het Groene Kruis zal opleve ren. Wegen ver ontrelniging. Ged. Sfalen stellen aan de Prov. Staten voor in het reglement op de wegen en voet paden in Zuid-Holland een bepaling op te nemen ter voorkoming van verontreiniging van het wegdek, luidende als volgt: Het is verboden modder, mest, vuilnis, ruigte, puin, steen, pulp of andeTe stoffen of voorwerpen, welke aanleiding kunnen geven tot benadeeling. tot beschadiging of tot een slechte afwatering van den weg, het voet pad of het kunstwerk of welke het verke'er daarover kunnen hinderen, daarop te wer pen, te plaatsen of te laten vallen en te laten liggen. De voerlieden zijn verplicht de klei of de modder der akkers, welke zich daaraan mocht bevinden, van de wielen te verwijderen, alvorens met hunne voertuigen op den weg le klasse te komen. Prov. Workliedenreglemeni. He't Prov. Werkliedenreglement voor Zuid- Holland. moet volgens art. 45, tweede lid, binnen tien jaren na den da^g van zijn in werkingtreding worden herzien. Eene her ziening zal in verband daarmede in de a.s. zomerzitling moeten geschieden. Ged. Staten meenen, dat het voorloopig weder voor den tijd van één jaar ongewijzigd kan worden vastgesteld. Om daartoe te kunnen beslui ten, moet in art. 45 tweede lid, echter gele zen worden, inplaats van ..binnen tien jaar na den dag van zijne inwerkingtreding", „voor 1 September 1928". Ged. Staten stellen voor deze wijziging aan te brengen. Subsidie aan de Geitenfokkerij. Ged. Staten van Zuid-Holland stellen voor aan de Prov. Commissie ter bevordering van de gei ten fokkerij in Zuid-Holland vo^r het jaar 1927 een subsidie van f 2000 uit de provinciale fondsen toe te kennen ten be hoeve van den Prov. en den R.-K. Bond van Geitenfokvereenigingen in Zuid-Holland. RECLAME. Kruschen Salts maakt slank. Kroachen Salta rorgt er voor dal alle Toot Uw lichaam overbodige en daarom ongewenachte vochtdeelen, op natuur lijke wijie worden verwijderd. Daarom zal het regelmatig gebruik tan Kruschen Salta Uw gewicht doen verminderen. Prijs i f 1.60 per flacon. Fabr.i E. Griffith* Hujhe* Ltd. Manchester. Importeur»; RowntreeHandeltmijKeizert^. 124. A'dam •1968 HOLLANDSCHE MAATSCHAPPIJ VAN LANDBOUW. De heer D. de Boer te Stompeloren zal ultimo Januari a.s. moeten aftreden als voorzitter van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw. Zijn opvolger voor de ko mende 5 jaren zal iemand uil Zuid-Holland moeien zijn. In verband hiermede vernemen wij. dat voor de vacature is aangezocht dr. J G. Lovlnk, vroeger-direcleur-generaal van den landbouw, thans burgemeester van Alphen aan den Rijn. Ergens ten Zuiden van Alphen op nog geen 20 K.M. alstand van Leiden ligt het nijvere Boskoop, een dorpje met nog geen zeven duizend inwoners, dat nochtans in zich het spreekwoord „Klein maar dapper" bewaarheid vindt. Want zoo klein als deze gemeente moge zijn en hoe verscholen hst dorp daar moge liggen temidden van schier onafzienbare weilanden, waarin hondenden koeien rustig loopen te grazen, heeft dit plaatsje een wereldnaam verworven door zijn vermaarde kweekerijen, welker voort brengselen tot over de gansche aarde wor den verspreid. Wellicht schuilt juist in het feit, dat van de Boskoopsche producten circa 98 percent naar het buitenland wordt geëxporteerd, één der primaire oorzaken van de groote onbekendheid, welke ten aan zien van dit dorp in de kringen der nict-vak- menschen blijkt te bestaan. Maar er is daarvoor nog een andere reden en dat is zijn geïsoleerde ligging; weliswaar heeft het vervoermiddel bij uitnemendheid voor op ze smalle polderwegen, de autobus daarin eenige verbetering gebracht, maar niettemin als produceerend centrum met een aanzienlijken uitvoer ligt Boskoop als ge volg van het ontbreken van goede verbin dingswegen op zijn zachtst uitgedrukt alles behalve gunstig. Maar er is toch de Gouwe, zult ge zeggen, een gedeelte van den grooten waterweg Am sterdamRotterdam, welke een schitterende gelegenheid biedt tot transport. Volkomen juist, geachte opmerker, en voor een groot gedeelte geschiedt dat ook, d. w. z. voor zoo ver het den export naar Canada, Amerika, Engeland, Afrika, enz. betreft naar welke landen de producten per boot naar Rotter dam worden vervoerd en daar in de oceaan- stoomers worden overgeladen. Maar de groole bezwaren gelden ook niet ten opzichte van het vervoer te water, doch voor dat te land. Boskoop is niet aangesloten aan het spoor wegnet en zoodra er derhalve uitvoer moet plaat9 vinden naar Duitschland, Zwitser land, Zweden, Noorwegen of een der andere landen van het Europeesche continent, moe ten de kweekers eerst per vlet langs de Gouwe naar Alphen, vanwaar ze dan hun producten bij ettelijke wagonladingen lege- lijk kunnen verzenden. Dat dit extra-transport en overladen voor de Boskoopsche kweekers een hooge kosten rekening met zich brengt, laat zich begrij pen en evenzeer derhalve ook hun verlan gen naar een spoorwegverbinding. Immers waar de builenlandsche handel toch al zoozeer bemoeilijkt wordt door pro tectionisme in den vorm van verscherpte invoerbepalingen en hooge invoerrechten, is het voor de kweekers zaak den concur rentiestrijd zoo scherp mogelijk te voeren en daarvoor zijn do bijzondere onkosten hierboven genoemd niet erg bevorderlijk. Zoodat het bezit van een spoorwegver binding voor de Boskoopsche bevolking, die geheel en al leeft van en door de boom- en in de laatste jaren ook rozpn- en pioenen- kweekerij min of meer een kwestie is van „lo be or not to be". Nieuw is dit vraagsluk allerminst: reeds dertig jaar geleden werd deze behoefte ge voeld en werd toentertijd een spoorweg commissie ingesteld en nadat er heel veel over deze materie in en buiten het parle ment was gesproken, werd eindelijk in 1916 het ontwerp van wet tot aanleg van de lijn GoudaBoskoopAlphen goedgekeurd. De hoop in de harten der Boskoopsche be volking herleefdeBoskoop zou een spoorweg krijgenMen kent de verdere lijdensgeschiedenis: de oorlog vertraagde aanvankelijk do uitvoering der plannen, maar eindelijk werd dan toch een begin ge maakt met den aanleg van de spoorlijn, welke Boskoop uit zijn isolement zou ver lossen. Verschillende perceelen land werden ont eigend en overal verrezen in de polders de bruggehoofden, waarover binnen atzienba- ren tijd, naar men hoopte en dacht,,de trei nen zouden snorren. Helaas, opnieuw kwam er een kink in den kabel en zooals men kort geleden in de bladen heeft kunnen lezen, heeft de minis ter van Waterstaat in antwoord op hem door het Eerste Kamerlid dr. J. H. Lovink gestelde desbetreffende vragen medegedeeld, dat de werkzaamheden aan de spoorlijn GoudaBoskoopAlphen voorloopig waren gestaakt Terloops zij hier nog medegedeeld, dat de totaalkoslen van den aanleg waren geraamd op f 4 800.000, waarvan reeds is uitgegeven een bedrag van f 1 500 000, zoodat nog uit gegeven moest worden f 3 300.000. Hier van komt f 1.000.000 ten laste van de provincie en de gemeenlen, zoodat door hel Rijk nog moest worden belaali f 2.300.000, van welk bedrag reeds een groot gedeelte is uitgetrokken op de Staats- begrooting voor 1927. Zooals le begrijpen valt, 'zijn de Bos koopsche kweekers allesbehalve ingenomen met dit nieuwe uitstel, temeer waar het bui tenland steeds scherpere invoerbepalingen in het leven roept, waardoor hun vitale be langen meer en meer in hel gedrang komen. En het behoett dus evenmin verwondering te wekken, dat een man als de burgemees ter van Boskoop, de heer P. A. Colijn, die reeds meermalen getoond heeft een open oog te bezitten voor de belangen zijner ge meentenaren, na samenspreking met do Vereeniging van Boskoopsche Handelaren op het denkbeeld kwam om de Haagsche Journnlislenvereeniging en de Builenland sche Persvereeniging uit te noodigen tot het organiseeren van een excursie van journa listen naar Boskoop teneinde met eigen oogen het vergevorderde stadium, waarin de werkzaamheden zich thans bevinden, te aanschouwen en vervolgens de aandacht van het Nederlandsche publiek te vestigen op deze voor Boskoop in het bijzonder, doch voor de Rijnstreek in hel algemeen, zoo be- langrijke aangelegenheid. (Denk slechts aan de vele en groote meubelfabrieken in Waddinxveen, die eveneens groot belang hebben bij het tot stand komen van deze spcorlijnl) De exenrsie. En zoo kwam dan Zaterdagmorgen op het stationsplein te Gouda een groot aantal bin nen- en buitenlandsche journalisten bijeeh, waar ter begroeting een twintigtal Boskoop sche ingezetenen, hoofdzakelijk kweekers aanwezig waren, die het geheele gezelschap met hun particuliere auto's naar de plaats van bestemming vervoerden, nadat eerst nog op het Goudsche marktplein de burge meester dezer gemeente, de heer Gaarland, zich bij het gezelschap had gevoegd. Onder groote belangstelling van de bur gerij der Pijpenstad, die waarschijnlijk nog nooit een dergelijke lange file van circa 25 auto's door de straten had zien trekken, werd de tocht aanvaard. Vooreerst werd halt gemaakt bij een der negentien reeds voltooide viaducten, waarover de nieuwa spoorlijn zal loopen. De heer J. H. van Slraaten van Nes, een der voormannen uit de Boskoopsche kwee kerswereld en zelf sedert 30 jaar lid der spoorwegcommissie deed hier eenige mede deelingen met betrekking tot den aanleg en verzocht daarna de excursisten wederom in de auto's plaats te nemen teneinde den tocht naar „den tweeden chaos" voort te zetten. Deze bleek te worden gevormd door de plek, waar eens het station Boskoop zal moeten verrijzen en waar twee groote be tonnen fundeeringen de vage belofte voor de verwezenlijking van de hoop der Boskoopero vormden. Na een hoog9t interessante rondrit door Boskoop, welke een uitstekend beeld gaf van den omvang van het kweekersbedrijf ter plaatse en waarbij den deelnemers op viel, hoe keurig alles onderhouden wordt, werd uitgestapt in hotel „Klaassen", waar het gemeentebestuur het gezelschap een lunch had aangericht. Rede van den heer Colijn. Hierbij voerde in de eerste plaats de bur- gemester, de heer P. A. Colijn het woord, die erop wees, dat Boskoop uit haar eeuwen oude historie den vreemdeling geen enkel monument kan laten zien, doch wel iets anders, een blik in de heerlijkheid der na tuur, in de schoonheid en rijke verscheiden- he;d der producten, welke hier op meer dan 700 kweekerijen worden geteeld. Moge Boskoop, aldus vervulde spr., tot heden toe verstoken zijn van door toerist gezochte bezienswaardigheden, er bestaat uitzicht, dat wij eerlang hoezeer ook tot onzen spijt zullen kunnen bogen op een plaatselijke merkwaardigheid in den vorm van een onvoltooide spoorweg, welken wij, indien de woorden niet eernigermate een contradictio in terminus vormden, zouden kunnen noemen „Boskoop's perpetuum im mobiel". Spr. noemt het absurd, dat een plaats als Boskoop met een export naar Europa's vas teland om niet te spreken van Engeland, Noord- en Zuid-Amerika, Canada, Argen tinië, Australië en Afrika, niet aan het spoorwegnet is aangesloten ondanks het feit, dat reeds elf jaar geleden door de Staten- Generaal de urgentie werd erkend en inmid dels reeds een belangrijk bedrag aan ont eigening en uitvoering werd ten koste gelegd en nog maar een betrekkelijk gering bedrag voor den afbouw noodig is. In de aanwezigheid van den burgemees ter van Gouda zeide spr. het bewijs le zien, dat ook van die zijde al het mogelijke zal worden gedaan om voor dit verkeerspro bleem een gewenschte oplossing te verkrij gen. Naast de voortdurende belemmering, welke Boskoops handel door het gemis der spoorwegverbinding ondervindt, wordt het hoofdbedrijf ernstig geschaad door de in bijna alle landen, hooger wordende invoer tarieven alsmede door het onjuist optreden van sommige phytapathalogische diensten. Deze tarieven vormen een beletsel voor het normale handelsverkeer en moeten daarom verdwijnen. De economische conferentie te Genève, aldus besloot spr., moge daartoe misschien den weg hebben geëffend, de aanval zelf zal vanuit de onderscheiden landen door de georganiseerde belanghebbenden moeten worden ondernomen, waarbij men zich wel licht uit het tuighuis van Genève van wa penen kan voorzien, doch waarbij bij mede werking van de pers niet kan worden ge mist. Met een beroep op de aanwezige journa listen om deze te verleenen, eindigde spr. zijn rede. Namens de H. J. V. voerde hierna de voor zitter, de heer van Bolhuis het woord, die den wensch uitsprak, dat Boskoop spoedig uit haar isolement verlost zou worden, niet omdat zulks enkel een zuiver plaatselijk belang geldt, maar terdege ook een gemeen schapsbelang, daar het hier een kapitaals vernietiging op groote schaal betreft zonder eenig productief effect. Ook de vertegenwoordiger der Buiten landsche Persvereeniging, de heer van Ditl- har liet zich in dien geest uit. Nadat nog de heer van Slraaten van Nes medegedeeld had, dat het braakliggend ter rein een waarde vertegenwoordigde van anderhalf millioen, ferwijl dit, wanneer het voor de culturen, bestemd was, zeker zeven millioen gulden had kunnen opbrengen, voerde als laatste spreker het woord de heer Jac. Smils, uit Naarden. voorzitter van den Bond van Plantenhandelaren. Rede van den heer Jao. Smits. Na uitvoerig en op dikwerf geestige wijze geschetst te hebben, welk een groole male van onkunde er nog bestaat ten aanzien van de boomkweekerij, zeide spr. dat in de laat ste vijftig jaar het bedrijf zich enorm ont wikkeld heeft. Kende men toen nog slechts cultures van vruchtboomen, van laanboomen voor weg- beplanting, voor bebossching of haagplant soen. geheel en al bestemd voor inlandsch gebruik, thans heelt men de veel grootere cultures van rozen, rhodondendron, azalea, coniferen, groen blijvende bladplanten, sier heesters enz., hoofdzakelijk dienende ter versiering van onze groote steden in den vorm van parken. Ook export was 60 jaar geleden een on- gekend iets; de bestellingen in bet binnen- land werden per paard en wagen over grooie afstanden thuisbezorgd; 30 jati later bereis den de Nederlandsche kweekersexporteurs vrijwel alle landen, welke door ligging en klimaat geschikt waren voor onze produc ten en zoo bleef het tot aan den grooten wereldoorlog, doch daarna ging het hard achteruil, niet omdat onze producten min der goed waren dan voorheen maar als ge volg van het in vele landen streng doorge voerde protectionisme. Helaas worden in diverse landen onze planten belast, waarvan het gevolg is, dat de buitenlander zelf. gaat verder kweeken met de uit Holland ontvangen artikelen, veel minder goede resultaten bereikt en veel hoogere prijzen verlangt dan men bij aankoop in Holland zou moeien betalen. Spr. staafde dit met eenige welsprekende voorbeelden. Gaat dit zoo voort, dan zullen de gewone planten zóó duur worden, dat al leen de allerrijkste ze zullen kunnen aan schaffen en dat de aanleg van parken in de groote steden sterk zal afnemen. Gelukkig wordt in den laatslen tijd in bevoegde kringen een beter geluid gehoord en zal zich naar het zich laat aanzien de export wederom een betere toekomst tege moet gaan. Met den wensch'. dat dit zoo zou mogen zijn, besloot spr. zijn met groote aandacht gevolgd betoog. Na afloop der lunch werd nog gezamen lijk een der honderden Boskoopsche kwee kerijen bezichtigd en daarna keerden wij hoogst voldaan over onze leerzame excursie naar deze „tuinbouw-oase in de gras- woestijn" huiswaarls. De heeren G. van Lange en A. Jonkheid, leden van den gemeenteraad van Wad- dinxveen, hebben voorgesteld, om het be sluit van den gemeenteraad van 25 Juni 1923, waarbij besloten werd aan de regee ring te verzoeken om aan de plannen tot het aanleggen van den spoorweg Gouda BoskoopAlphen aan den Rijn geen uitvoe ring le geven, in te trekken en om een nieuw besluit te nemen, waarbij er bij de betrokken autoriteiten met klem op wordt aangedrongen, met den afbouw van den spoorweg den meesten spoed te betrachten. In de toelichting wordt o.m. gezegd, dat de voorstellers, gezien de enorme bedragen, die reeds aan den aanleg van den spoorweg zijn besteed, van meening zijn, dat de spoor weg bepaald moet worden afgebouwd, voor al ook omdat Waddinxveen met zijn belang rijke landbouw, industrie en handel, daarbij ten zeersle zal zijn gebaat. De voorstellers geven te kennen, dat de Waddinxveensche industrieelen gelegenheid moeten hebben hun materialen en producten per spoor te vervoeren. Al wordt ook beweerd, dat de spoorweg nooit gunstige financieele resulta ten zal opleveren, wat trouwens nog een groote vraag is, dan nog moet de spoorweg tot stand worden gebTacht. De spoorweg is er niet om groote winsten te maken, doch; hij is er ten gerieve van handel, industrie en landbouw. Er mag niet uit het oog wor den verloren, dat de spoorweg komt te lig gen in het hartje van de provincie Zuid-Hol land. midden tusschen de groote steden van ons land, en loopende langs plaatsen, die op het gebied van land- en tuinbouw, handel en industrie inderdaad van groole beteeke- nis zijn. B. en W. deelen naar aanleiding van dit voorstel mede, dat zij zich van schriftelijk praeadvies zullen onthouden, om in da eerstkomende raadsvergadering ieder voor zich, hun standpunt toe te lichten en nader uileen te zetten. ALPHEN. Burgerlijke Stand. Bevallen; A. A. v. Vol, geb. Mulder, z. S. v. d. Horst, geb. Munnik, z. M C. Nieuweboer, geb. Plaum, d. G. M. Haverkamp, geb. Oortwijn, z. T. Rgnsburger, geb. v, Rhijn, 4. H. v. d. Oost, geb. v. Vugt, d. J. v. d. Bijl, geb. Marbus, d. N.- v. Keeken, geb. Knijper, d. E. M. v. Donk, geb. Mulder, z. Overleden; J. Werneke, wednr. v. M. L. Nahon, 74 j. L. A. Reijers, 1 jr. GevestigdD. Koper, echtg. v. P. v. d. Leek, Vinkebuurt 76, uit Den Haag. Ij. D. Kuil, v. Boetselaerstraat 7a, uit Leeu warden, IV. Comen, Torenstraat 35, uit Baineveld. Ja. Zondag, Oudshoornsche- weg 146, uit Den Haag. Ca. W. v. Tol, Otu-eg 1, uit Gouda. Wa. C. Zevenhoven, Stationsstraat 6, uit Leiden. J. v. Lien- den. uit Leimuiden. E. H. Erinckman, Raadhuisstraat 281, uit Den Haag. G. v. Egmond. Raadhuisstraat 243, uit Alk- ni8ar. Ja, v. d. Hoven, echtg. v. F. W. Baerveldt, Emmalaan 49, uit Giessen- dam. Ja, M. de Leeuw van Weenen, echtg. v. H. v. Noord, uit Halsteren. D. A. H. Beumer, Lindenhovenstraat 33, uit Haarlem. E. Stapper, Hedastraat 8, uit Leiden. B. Toor en gezin, Oranje straat 47, uit Soest. J. v. Egmond, Steekterweg 122, uit Bodegraven. Ca. C. v. Tol, Otweg 20, uit Gouda. J. Bol, Willerastraat 28, uit Koudekerk. Vertrokken: E. A. Redegeld, naar Nieaw- veen. J. Klink, naar Leiden, Wielma- kersteeg 12. D. M. Goedhart, naar Renkum. J. M. v. Veen, naar Lichten voorde. H. C. Odgk, naar Zeist.Dorps straat 5. F. Schmal Jr. naar Brummen. Ha. M. Breukel, naar Avereest. J. D. Herrewjjn, naar Nieuwkoop. Voor 't maken van zandstortingen voor den bouw van een schutsluis en den aanleg van een vaartverbinding tusschen den Hoil. IJsel en de Gouwe onder de gemeenten Gouda en Moordrecht waren de laagste in- srhrgvers de heeren G. Gesman en C. Zcetemeijer, alhier voor de som van f 329.S90. 2—3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 6