KINADRUPPELS Mijn indrukken uit Amerika. HAAGSCHE KALE1DOSCOOP. Voor Vrouwen INDISCHE KRONIEK. nationaliteit fataal. De meneer, met wien het noodlot ons in aanraking bracht, was een gepensioneerd kapitein, die tijdens den oorlog in Vlaanderen gevochten had en groote voorliefde voor onze Vlaamsche broe ders had opgevat. Daar Vlaanderen en Holland voor hem één pot nat was (als bekend is aardrijkskunde niet bepaald het fori der Franschen), voelde hjj zich ver plicht ook als gastheer voor ons te fun- geeren. Hij liet ons niet meer los en wilde persoonlijk al het merkwaardige van Romme toor.en. Werkelijk een gedienstig, voortref felijk mensch, maar op den duur werden zijn vriendschapsbetuigingen toch wel 'n beetje benauwend. En nadat wij in een schuurtje, prijkend met den naam van „Restaurant", do onvermijdelijke omelette verorberd had den, wisten wij te ontsnappen. Plotseling hiaken we op, den kapitein met zijn nog niet beëindigde lunch achterlatende. „Het voetpad rechts!" schreeuwde hjj ons met vollen mond achterna, „gaat naar Pralong. Ik haal jullie wel in." All right. En' zoodra wij uit het gezicht, waren, vluchttèn wij 'dadelijk linksaf, het bosch in. Nu wa-ren we vooreerst veilig. Maar helaas, van een pad was weldra geen sprake meer. Wat wij daarvoor hadden aangezien ontpopte zich als een afvoerweg voor hout, die midden in het bosch, en een heel eind boven Romme plotseling eindigdörTerugkeeren naar Romme :en daar weer in de armen van den kapitein vallen? Dat nooit! Liever op goed geluk een weg door het bosch gezocht. Maar dit viel niet mee. We dwaalden afwisse lend door dicht geboomte en door kreu pelhout, dwaalden door moerassige weiden, maar van een dorp, of iets dat daarop lèek, geen spoor. Na een paar uur tobben 'hoorden wij een hond aanslaan. Daarop af. En opeens stonden wij voor de Bergère, bezig met breien, tegelijkertijd een oogje 'houdend op een troep koeien en geiten. ,.Hoe komen wij in Pralong?" „Heeiemaal naar beneden, steeds rechts aanhouden." „Daardoor? Is er geen bruggetje?" „Nalnur- ïijk niet, je kunt er best door." We hadden geen keus. En dus manmoedig door de beek geplast, en toen opnieuw 't dichte bosch in. Nergens eenig uitzicht, maar ver trouwend op het advies van de herderin, sukkelden wij maar steeds in de aangegeven lichting door. Ook aan dit bosch kwam een einde, en toen wachtte ons een ver rassing, die met één slag de stemming weer ophaalde. Want in de diepte voor ons, in een stille kloof, geleund tegen de witte, maakte rotsen van de Pointe Percée zagen wij een beeld der Middeleeuwen, een com plex van gebouwen, tallooze afzonderlijke cellen met klokketorens, kerk en zware muren. Zooals het daar lag, ongeschonden, volkomen door den tijd gespaard, in abso lute stilte en eenzaamheid leek het iets onwezenlijks, een slot uit een sprookje. De wog had ons toevallig juist gebracht naar bet hoofddoel onzer excursie-; La Chartreuse du Reposoir, het oude Karthuizer klooster. .Vanaf de stichting in 1511 is het bewoond geweest door les Pères Blanches, de mon- aiiken met de witte pij, tot in 1907 de leden dezer orde door le wet Combes uitgedreven werden. Toen de monniken het klooster verlaten hadden, werd het herschapen in een hotel. Maar het lag te eenzaam en was te moeilijk te bereiken, zoodat na eenige jaren het nogmaals van bestemming veranderde en particulier eigendom werd van de weduwe van een bekend auto-fabri kant. Sindsdien is de toegang voor het publiek gesloten. Maar toch blijft dit kloos ter een copie van de meer bekende moedor- instelling la Grande Chartreuse bij Gre- r.obio, de moeite waard te bezichtigen, al is het ook maar aan den buitenkant. Boven dien leent deze geheele streek, met name het dal van de Reposoir, zich uitstekend tot grootere en kleinere excursie's. Over steile, glibberige weiden daalden we naar de brug van het dorp Pralong aan den grooten weg in de kloof. We hadden nog ten tippel van4 12 K.Mf voor den boeg door de zwaar beboschte vallei. Evenals boven was het er doodstil. We ontmoetten geen sterveling, tot wij in de verte een wandelaar bespeurdende kapitein. Ver scholen achter een boschje wachtten we tot lijj gepasseerd was, en toen de pas er in. Hoe dieper we in de kloof daalden, des te heetor werd het. De laatste loodjes begonnen ongemakkelijk te wegen en het was een uitkomst, dat we achterhaald wer den door een praehistorisch karretje. „Mee- rijdc-n?" riep de koetsier. Dankbaar aanvaard den we de uitnoodiging en deden aldus op glorieuse wijze onzen intocht in Cliïses. TwiDtig jaar geleden, toen de ljjn naar Chamonix aangelegd werd, ontstond hier een kolonie van duizenden Italiaansche ar beiders, ingenieurs en kooplieden. De Clu- senaren dachten dat nu de gouden eeuw voor hen aangebroken was, gingen op groote schaal aan het bouwen en maakten een boulevard, waarop je gemakkélyk met een tiental auto's naast elkaar kunt rijden. De toeristenstroom, die het goud in Cluses zou brengen, vloeide echter voorbij, ging rechtstreeks naar Chamonix. Cluses verzonk weer in de oude stilte, werd een stadje, gestoken in een nieuw confectiepakje, dat veel te groot was. liet eenige bezienswaardige is de Ecole Nationale d'Horlogerie, een groote, prima geoutilleerde vakschool, geheel op zijn plaats in dit centrum der Fransche uurwerk industrie, sinds onheuglijke tijden een be langrijke tak van huisnijverheid in de dorpen van dit bekoorlijk stukje bergland. Wij stelden ons tevreden met het ferme gebouw even van buiten te bewonderen. In een restaurant onder de oude arcaden gauw een casse-croüte en een fleschje land- wijn verschalkt en toen me? de P. L. M. weer huistoe. Genève, Juni 1927, Dr. KLAUS. RECLAME. Dr. h.NANNING'S EETLU5T-0PWEKKEND. 1.30 p. fl. 8582 door Dr. NEIL VAN AKEN. Hre de Amerikaan zijn huiselijke plichten waarneemt. Een voor beeldig echtgenoot. Hoe gemak* kelijk de huishouding geregeld wordt. Ijskasten, stofzuigers, liften en radiotoestellen. Ook iets over opvoeding. New-York, 1 Juni In mijn laatste ar.tikel heb ik het voor naamste gehad over de uiterlijke verschil len tusschen de Amerikaansche en de Euro- peesche vrouw, hetgeen dan vooral neer kwam op het feit, dat de Amerikaansche onder veel gunstiger omstandigheden leeft, zelf haar brood verdient en door eigen werk geheel voorziet in haar behoeften. Ik geef dadelijk toe, dat dit uiterlijke verschil voor di n Europeaan een reden te meer zou kun nen zijn om een gunstig oordcel over de Amerikaansche vrouw op te schorten. Daarom wou ik gaarne een artikel wijden nan de plaats, die de Amerikaansche vrouw iniiee it in het gezinsleven. ITet schijnt, cat de Amerikaansche zoo langzamerhand den Amerikaan heeft kunnen overtuigen, dat de verantwoordelijkheid voor den goe de;! gang van zaken, ook wat het huishou delijke gedeelte van het echtelijk leven be treft. heeiemaal niet alleen door de vrouw moet gedragen worden. En het scheelt vol gens mijn meening maar heel weinig of de Amerikaansche vrouw keert de rollen om en laat haar echtvriend al de onaangename huiskarwcitjys opknappen. Of de vrouw een inferieur wezen is vergeleken met den man, is een kwestie, die het Amerikaan sche volk geen hoofdbreken kost. Ik weet maar al te goed, dat dit vraagstuk in Europa nog steeds hangende en onbeslist is. Als 11 hot wagen zoudt in dit land van vrije man nen en vrije vrouwen, deze vraag te oppe ren, dan zoudt u beschuldigd worden van achterlijkheid en onwetendheid. Omdat de Amerikanen Parijs als Europa beschouwen, hebben zij hun meening omtrent de Euro- peesche vrouw dan ook heeiemaal geregeld naar wat zij van de Parisienne gezien en gehoord hebben. En dat vinden zij in ver gelijking met de Amerikaansche niet zoo gunstig, ofschoon qe het zeker ook op prijs zouden stellen om met meer eerhied en als desterke hecrschcrs van het zwakke ge slacht Beschouwd en behandeld le worden. De Amerikaansche is er echter op uit, niet om de eereplaals te bekleeden in het gezinsleven, maar om in de machinerie van het industrieele en sociale leven op absoluut gelijken voet behandeld te worden al9 haar gemaal, en daarom neemt zij gewoonlijk er geen genoegen mede, dat haar echtgenoot een betere kostwinner is. Wat in Holland nog beschouwd wordt als een zeer onaange name noodzakelijkheid, namelijk, dat „moe der de vrouw" ook moet gaan werken om de twee eindjes aan elkaar te knoopen, wordt hier aanvaard als iets zeer gewoons. Vooral ook, omdat het de geldelijke zorgen verlicht, mogelijkheden opent voor den aan koop van allerlei, dat anders nooit zou kun nen gekocht worden en voorts als een goede gelegenheid om te sparen. Dat heeft natuur lijk tot gevolg, dat zij des avonds min of meer vermoeid van hun werk lerugkeeren cn beiden hun handen aan het huishoude lijke werk slaan, dat echter lang niet zoo.- veel is als in Europa, omdat het leven van dé Amerikanen op een gehed anderen voet ingericht is. Er zijn zooveel groote en kleine elcclri- sche en mechanische instrumenten onder het bereik van den Amerikaan, dat er heusch slechts weinig handenarbeid over blijft. Hel zou vermakelijk zijn om eeps na te gaan, hoeveel tijd een Amerikaansche eiken dag aan haar huishoudelijk werk be-^ steden moet, vergeleken met een Europee-' sche huisvrouw. In een van de New-York- sche buitenwijken worden kleine flats en bovenwoningen le huur aangeboden met de vermelding, dat behalve de gebruikelijke ijs kasten, keukenkasten, electrische stofzuiger, keukenlift, badkamer, enz., ook een inge bouwd radiotoestel ter beschikking van den huurder gesteld wordt. En op elk uur van den dag en den nacht is er kokend water. Die dingen zijn voor de geboren huisvrouw natuurlijk om van le waterlanden. De Ame rikaansche heeft dus, indien ze niet gaat werken, maar heel weinig lijd noodig om het huis in orde te brengen. Er moet niet veel gestold worden ook, want er hangen geen shawls en doeken aan den muur,- die gewoonlijk niet behangen, doch geschilderd zijn. De opmerking is dan ook wel eens ge maakt, dat de Amerikaanshe vrouw een veel betere kennis heeft van kunst en letter kunde, dan haar echtgenoot. Zij heeft meer. tijd beschikbaar om te lezen en daar maakt zij dan ook gebruik van. De man zal een onderhoudend gesprek voeren over handel en sport, maar zwijgt in den regel als zijn vrouw haar opinie uit over hel laatst ver schenen boekwerk. Ondertusschen verdrin gen zij hier en daar den man van de oude efcreplaatsen. In een van de Staten stond verleden jaar als gouverneur een vrouw aan hot hoofd. Zij is echter niet herkozen ge worden. Zoodra het huisgezin vermeerderd wordt met kinderen, dan verandert de toestand, maar papa is de man, die met den kinder wagen uitgaat. Als men dat voor het eerst ziet, dan lijkt dat een uitzondering te zijn, raaar al spoedig merkt men, dat het regel is. Een Amerikaansche vriend van me, die met kinderen gezegend is en thuis de vaten helpt wassohen en de dienstbode bij aller lei behulpzaam is, zei eens schamper tegen me, toen ik hem schroomvallig, doch plech tig begeleidde op een van zijn tochten met den kinderwagen ,,In Europa zou ik zeker tot een bespotting worden, omdat ik mijn eigen kinderen in een wagentje rondrij En ik moet bel^pnnen, dat hij niet ver naast de waarheid was. Intusschen is bij het goede en voorbeeldige exemplaar van een goeden Amerikaan Een Duitsche jonge vrouw, die niet lang geleden naar Amerika overgestoken was en eens om zich heen gekeken had, ver telde, dat zij haar Duitsche verloofde af geschreven had, omdat hij niet meer vol deed aan de eischen, die zij nu aan een toekomstigen echtgenoot stelde. Het bleek, dat zij mijn bovengenoemden vriend be schouwd had als het ware voorbeeld van een goed echtgenoot en dat ze verder ge concludeerd had, dat alle Amerikanen uit hetzelfde hout gesneden waren, hetgeen wel wat overdreven is. De opvoeding nu der kinderen is wel een der ernstigste pro blemen voor elk volk. Ik moet bekennen, dat de Europeesche wijze van opvoeding gunstig afsteekt bij het Amerikaansche op- voedingsbegrip. Ook in dit opzicht vindt het Amerikaansche volk over het geheel, dat opvoeding een vraagstuk van zelfontwik keling is, en dat, opa dit te bevorderen, vrijheid en onafhankelijkheid noodzakelijke vereischten zijn. Hoe zich dat, indien over dreven, tenslotte op den opvoeder, zoowel als op het kind wreekt, hoeft geen betoog. Het resultaat is dan ook niet altijd bij zonder bevredigend. Plet is mij dikwijls opgevallen, dat Amerikaansche kinderen een overdreven vrijheid genieten, en. dat veel ongestraft dooi de vingers gezien wordt. Natuurlijk kan dit niet van alle ouders gezegd worden, maar ook in de 6cholen ontwikkelt zich een eigenaardige geest van vrijheid, van eigendunkelijk han delen, hetgeen den kleinen lang niet goed staat, en waarvoor zij op den duur toch moeten boeten. In de laatste maanden is in. de pers meer dan ooit aandacht gewijd aan de toename van zelfmoorden ondei de schooljeugd, hctgeeD de vraag heelt doen ontstaan, waar de fout zat: bij het kind, het huisgezin of de school 1 Dat zal voorloopi? wel een onopgeloste! vraag blijven, maar hot 19 zeker, dat de vrije Amerikaansche wijze van opvoeding niet geheel onlaakbaar is. Als een jongen op groeit voor de galg, dan kan in sommige omstandigheden etrn der onrechlstreeksche oorzaken dikwijls gezocht worden in het familieleven. Juridisch onderzoek zal im mers nooit nalaten te onderzoeken uit welke kringen dc beklaagde komt, en hoe zijn jeugd geweest is. Ik zou niét gaarne wille'n aangewezen worden om aan te geven, waar de schoen wringt, maar het staat vast, dat de Amerikaansche opvoeding iets te kort komt. En dat is. meer dan in Europa, een gebrek aan eerbied voor de ouders en de opvoeders. Ik wil hier niet mee' zeggen, dat van den kant der ouders de opvoeding der kinderen verwaarloosd wordt, maar dat de begrippen van vrijheid en onafhankelijk heid, het Amerikaansche leven zoozeer be- heerschen.-dat zij op elk gebied toegepast worden. Reeds op jeugdigen leeftijd begint voor de kinderen de/ zelfvorming van het karakter, en het kwaad, dat daardoor ver oorzaakt wordt vanwege het gebrek aan leiding; kan hun duur lei slaan komen. Als zijn ouders niet bemiddeld zijn, dan begint hij al jong den strijd om het bestaan, wil hij echter sludeeren en langs dien weg car rière maken, dan is hij ook in staat om in zijn eigen levensonderhoud te voorzien en terzei fderlijd de scholen af te loope'n. Het is bekend, dat meer dan de helft studeerende jeugd aan de' Amerikaansche universiteiten hun eigen studie bekoétigen. met geld, dat zij verdienen in den zomer als boerenknecht of winkelbediende, of door arbeid te ver richten in hun vrije uren. Dat veel mannen van wetenschap op deze wijze hun opvoe ding zelf voltooid hebben is bekend. Vooral in de zakenwereld worden de belangrijkste plaatsen hekleed door hen, die in hun jonge jaren getoond hebben voldoende ener gie-1 en wilskracht te bezitten om de hinder palen van armoede te overkomen. En dit dan mag misschien beschouwd worden als een der goede vruchten van de vrije Amerikaansche opvoeding! NEIL VAN AKEN. RECLAME. modern mensch over de geheele wereld gebruikt O d o 1. Waarom hebt U 't nog niet geprobeerd Uw tanden worden er wit van en het houdt ze gezond. VI. Dit beeldje slaat in het teeken der woe dende elementen. Het doet mij leed dat ik in de tweede helft van Junimaand geen liefelijken kleuren op mijn palet vermag te mengen. Pessimisten hebben 't over een „verschuiven van aard-as" en over .zon eclipsen, over 't naderend einde aller dagen tot straf voor de tallooze zonden en onge rechtigheden van onze frivole samenleving. Met den besten wil ter wereld kan ik dit redeloos razen der tempeesten niet zoo maar botweg negeeren: ik ben er tè vol van! Intusschen, de stad onzèr inwoning mag zich gelukkig prijzen, dat zij gespaard bleef voor ijselijke tormenten als waarvan de kranlen alom gewagen, ten gevolge van nijdig aanrukkende windstooten, doodend hemelvuur, neerklelterende hagelsteenen. als knikkers groot en hard De maand Maart, die gemeenlijk haar staart danig pleegt te roeren en, als 'n sarrende straat bengel, alleronhebbelijkst optrad tegen den bibberenden, hoestenden en snuitendpn stedeling, dit jaar méér dan ooit hunkerend naar „Aprilletje-znet" desnoods met ..wit ten hoed" éls dan ten langen leste maar de Meizon den kwakkel-griep-wintpr wègstoven zou uit den doorweekten bodem en uit de j stormverzadigde luchten, deze Maart 1927 heeft naar vlegelmanier beslag gelegd op vier volle maanden. Dit is waarlijk onge hoord, niet toelaatbaar en 'n bron van erger nis, 'n hevig benauwende cauchemar voor onze erenlleste weerproleten, die zoo wijs en voorzichtig het Koninklijk Neder- landsch Instituut in de Bildt" bedienen en wars van elke bedotterij, gedwongen zijn iederen ochtend en iederen avond, schering en inslag, het ontmoedigend beeld op le hangen van louter „naderende nieuwe de pressies"! Vier maanden lang is het nu gegaan als met den grenzeloos-geduldigen, edoch onervaren hengelaar. Hij dénkt dat hij héét heeft en als hij opslaat is het pover resultaat: z'n worm door den haak of 'n af gezogen deegje! De zon wou niet „pakken" cn als ze pakte voor één, twee dagen, kwamen als norsche spelbrekers donderend onweer, gierende storm en kletterende regenvlagen een nieuwe periode van kille narigheid inluiden. Waar schier héél het lieve vaderland zuchtte en kreunde onder zóó hardnekkige wreedheid, ontsnapte Den Haag als 'n wonder! Het Haagsche Bosch, de Scheveningsche Boschjes, parken en lanen moesten hier en daar een offer plengen van jonge twijgen en zware tak ken, onze onvolprezen Haagsche Brand weer had materiaal en handen le kort om het gevaar van hellende schoorsleenen en schuttingen te keeren.... zwére wonden werden hier niet geslagen. Integendeel; dit maal bleek de „llaagsche wind" een radi cale geneesheer le zijn! Een aantal nijvere Hagenaars, bewoners der historische plek waar Jan de Witt in opperste vergeving troont op den-zetel van eerherstel, steekt thans zoowaar de loftrompet! Wat toch is geschied? Zondagmorgen, 19 Juni, heeft de wind z'n kahs schoon gezien: in 'n omme zien lagen dc drie zware boomen. roo'vers van licht en lucht, sinds fang 'n bron van ergernis voor de bewoners der winkel pa leizen aan de Plaats, neergeveld voor im mer. Onlangs hadden deze nijveren een verzoekschrift gericht tot het gemeentebe stuur om deze drie boomen le doen rooien als zijnde duldelooze kwelgeesten, ergerlijke sla-in-den-weg's voor d^ vruchtbare uit oefening van het eerzaam winkelbedrijf. Een verzoekschrift, het moge nóg zoo ratio neel, nóg zoo van „urgent belang" zijn, heeft nu eenmaal z'n behoorlijk of on behoorlijk langen weg af te leggen via: conferentie, stemming, aanneming, con cept, hernieuwde conferentie, vaststelling van 't concept, indiening, naar: aankomst ter bevoegder plaatse, kennisneming, over weging, indiening, prae-advies, behandeling, aanhouding, hér-behandeling. waarnüL indien alles verder van een leien dakje loopt aanneming of verwerping van het verzoek volgt, Al<Jps het officieele ,,'s-Gra- venhage". In dit speciale geval was ech ter buiten den waard gerekend. Verzoek schrift? Uw hunkerende ziel in lijdzaam heid bezitten en afwachten?Geen spréke van. giert de storm. Gij zijt volkomen in uw recht en bovendien, deze drie zware boomen staan hier verkeerd in 't stads beeld: wég er mee!.... Toén gebeurde het. Zondag j.l. in den vroegen ochtend heeft de storm het. verzoekschrift op z'n langen'weg den pas afgesneden, in kort geding vonni3 „geveld" in den letterlijken zin des woords. Daar stonden eerst drie zware boo men.... théns juichen de nij veren! Maar wie. ocherm, niet juicht, dat is ons verruk kelijk Zeebadbednjf. Ik vraag U in gemoede: voelt gij cr iets voor inv naakte ledematen te wentelen in ijzig-kille, troebel-kleurige branding, uw keurig gesoigneerde sched,el- haren te dompelen in vliegend, spattend, óp- kruivend schuim van onsmakelijke tint? Savoureert gij van harte uw geurig kleintje koffie, uw koele biertje, uw prikkelende cocktail, met de jaskraag hoog opgetrokken in den nek?.... Zejcer, gij kunt u prachtig opbergen in een der vele „etablissementen" van de hadplaats, bij Jean Louis o.a Wie Jean Louis is?Haha, u hebt volko men gelijk! Ik vergat 'n wijle, dat wij Ha genaars den man, dien gij wellicht beier kent onder den naam „Swiep", bij voorkpur „Jean Louis" noemen. „Swiep" klinkt on tegenzeggelijk kort, gemoedelijk en fami liaar, maar onze Haagsche nuance is beter ingesteld op „Jean Louis", 't Klinkt ons smeuïger en tegelijk gedistingeerder in de Haagsche ooren. Uw „Swiep" alias onze „Jean Louis" huist in de Kurhausbar na z'n glorieuse terugkomst uit den Oost. Wilt gij den afgesneden adem terugvinden, na eerst zorgvuldig oor, neus en oog gezuiverd te hebben van 't binnengestoven zand, uw kippevel weer inruilen - tegen de gladde huid, door den killen Noordenwind u .ont stolen, treed dan binnen in de heilige halle waar Jean Louis Pisuisse met zijn Zomer- sche Gezellen u den zomer tooveren zal in 't verkleumde gemoed! Zijt gij wellicht ter piere, moegebeukl door de huilende winden, hijgend weggescholen achter de glazen schutting, waarom zoudt gij niet het Pavil joen betreden? Acrobaten en koorddansers lokken u tot een rustpoos onder den wijden koepel en het zal u bepaald gezellig aandoen af en toe, haast onmerkbaar te voelen hoe, diep onder den vloer, waarop ge behagel ijk in uw stoel zit neergevleid, de branding beukt tegen de pijlers van het piergebouw. De Kurhauszaal blijft buiten beschou wing, valt niet in hel kader van schuil plaats of veilige haven. Weêr of geen weêr, Vrouw Musica kan rekenen op de trouw harer volgelingen, doof voor de cécophonie der elementen. Zij komen niet voor de badplaats met haar „attracties", evenmin voor het wondere lied der zee en de zondoorstoofde stranden. Stelt gij dezen tempelgangers de vraag „of zij geen kou leden op 'f Kurhausterras?" hel ant woord luidt: „Schnéevoigt is toch maar 'n kranig dirigent!" Vandaag schrijven we 21 Juni, de langste dag, begin van den zomer: Bij het vallen van den avond gieren om mijn huis de gierzwaluwen in wedstrijd met de Weste lijke winden, M'n jongste dochter is van daag voor 't eerst in zee gekropen. Het was niet tegengevallen, de temperatuur bleek vrij mild. Al gedraagt de barometer zich wispelturig, in stilte koester ik .V>up op-be- slcnclig zomerweer. Tn m'n brievenbus ploft de avondkrant. Weerkundige Waarnemin gen; „Over het Noorden van Europa volgen „de depressies elkander Oostwaarts op. De „wind is meest uit Westelijke richtingen en „waait krachtig over het Zuidelijk deel dpr „Noordzee en bij Ierland. De bewolking is „zwaar in het depressiegebied", Addio, oh gij. Aprilletje-zoet. gij lieve Mei en zon nige Junimaand, gekomen en gegaan met strak gelaat, zonder lach om de bleeke lippen!.... Verschuiving der aard-as? Zon-eclips?Het einde der dagen? Alles goed en wel. méér: wét moet ik toch beginnen met Stéphie Elang de la Cour in 'n zomersch Haagje, gebeukt door storm, gestriemd door regen?.... Ze komt pas einde Juli, het kén verkeeren! „Niet zoo somber!" zegt de generaal, die over rn'n schouder meêleest. „Als Zaterdag „dit duistere beeldje je lezers onder 't oog „komt, tien tegen één dat 't zonnig, bladstil „weertje is en de spreeuwen dood van de „daken vallen!" Boulanger kan gelijk hebben: we leven in tijden van uitersten. CUNAEUS. RECLAME. Vrouwen vooral, hebben nu en dan be hoefte aan de hulp van Foster's Rugpijn Nieren Pillen. Vanaf de vorming tot voor bij den middelbaren leeftijd treden in het vrouwelijk organisme voortdurend veran deringen op, d>e veei inspanning van de nieren vorderen. Eveneens in het kritieke tijdperk en in ,de maanden voor en na de geboorte van kinderen, krijgen de nieren veel extra werk te doen. Het is daarom geen wonder, dat vrouwen zoo vaak lijden aan rugpijn, afmattende pijnen,- water zuchtige zwe'lir.gen, hoofdpijn, duizelig heid, zenuwachtigheid en urinestoornissen. Vrouwen behooren te weten, dat de nieren de gewichtige levenstaak hebben om de onzuivere stoffen uit het bloed te filtreeren. Als de nieren verzwakt of over spannen zijn, wordt de bloedsomloop ge ïnfecteerd en het geheele gestel aange daan, waardoor spit. blaasontsteking, rheu- matiek, lendezwakte enz. kunnen ontstaan. Foster's Rugpijn Nieren Pillen zullen voor vrouwen in tiid van nood een zegen blijken. Zij worden aanbevolen door vele dankbare, verstandige vrouweD, die haar herstel en welzijn aan het tijdig gebruik van dit versterkend niesmiddel te danken hebben. 4880 Verkrijgbaar (in glasverpakking met geel etiket let hitx vooral op)'bij apo theken en drogisten f 1.75 per flacon. door D. BAUDU1N. Banda. Een stnkje Holland verloren in de wereldzee. Hollandsche namen, kerken, huizen en graven. Bahdil- lah. Een vronw, die de broek aan heelt. Varsity in de Banda-baai. Boeton. Bier en eenzaamheid. Banda is het verst verwijderde stukje Holland, dat wij aandoen op onze reis. De naam van dit eiland roept visioenen op van Hollandsche ondernemingsgeest eh van het tijdperk der roemruchte perkeniers. Maar veel meer heeft die naam helaas niet meer le zeggen aan de meeste Nederlanders, die nauwelijks weten waar Banda ligt. Ons zal bij het bezoeken van dit verloren plekje grooler emotie beroeren. Bij het klieken van den dag aan dek zien w'ij de zuiver kegel vormige piek van den Goenoeg Api (lett. Vuurberg) uit de ochtendnevelen opdoemen en weldra aanschouwen wij het op deze reis reeds gewoon geworden schouwspel van een grillig gevormd bergachtig eiland, bedekt met de overdadige weelde van tro pische vegetatie. Alleen de alles dominee- rende Goenoeg Api maakt hierop ditmaal een uitzondering. Op zijn mpt asch en sin tels bedekte flanken wil zelfs-geen Indische boom groeien. 'Bij het naderen van het eiland verandert echter spoedig de aanblik. Een nauwe doorvaart wordt zichtbaar, waarin liet schip zich waagt. Wij varen tusschen twee groene muren, zoo nabij, dat het is, alsof wij af en toe de overhangende takken der boomen kunnen grijpen. Maar voorondiepten behoeft onze kapitein toch niet te vreezen, want de zee is tusschen en om deze beboschte koraaleilanden duizen den mc-ters diep. Slechts de zwakheid van het menschel ijk oog belet deze bodemlooze diepten te peilen, want hel water is hier overal van een won derlijke helderheid, die ons later in slaat zal stellen om de beroemde onderzeesche koraalluinen te bewonderen. Het einde van de'doorvaart .door dit nauwe kanaal brengt ons de verrassing van een wondermooie baai, als een meer omsloten door hooge bergen. Aan stuurboord rijst voor onze ver baasde oogen de ontzaglijke kegel van den Goenoeng Api zonder noemenswaardigen overgang zoo maar uit. het stille water om hoog en recht voor ons ontwaren wij het stadje Banda-Neira. amphilheatersgewijs tegen het gebergte gebouwd, de witte huis jes en terrassen bijna geheel verscholen in het groen. Boven het stadje op een berg plateau een middeleeuwsch kasteel, een steenen citadel met gekanteelde muren en ronde hoektorens, het fort Belgica. Lange, smalle prauwe'n, belangs genaamd bemand met niet minder dan zes en dertig roeiers van eenzelfde kampong onder com mando van het kamponghoofd, die rondbla- dige pagaaien hanleeren, schieten van alle kanten op ons af. Het spelevaren dezer lie den. die mét verbazende snelheid en han digheid; hun vaartuigen vlak vóór den boeg van ons snelvarend schip doen glijden, houdt onze aandacht gpboeid, totdat onzd boot meert aan den houten landingssteiger, waarvan men de palpn meters diep ziet weg- schemeren in het kristalheldere water. 2—3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 10