KINADRUPPELS
Mijn indrukken uit Amerika.
HAAGSCHE KALE1DOSCOOP.
Voor Vrouwen
INDISCHE KRONIEK.
nationaliteit fataal. De meneer, met wien
het noodlot ons in aanraking bracht, was
een gepensioneerd kapitein, die tijdens den
oorlog in Vlaanderen gevochten had en
groote voorliefde voor onze Vlaamsche broe
ders had opgevat. Daar Vlaanderen en
Holland voor hem één pot nat was (als
bekend is aardrijkskunde niet bepaald het
fori der Franschen), voelde hjj zich ver
plicht ook als gastheer voor ons te fun-
geeren. Hij liet ons niet meer los en wilde
persoonlijk al het merkwaardige van Romme
toor.en. Werkelijk een gedienstig, voortref
felijk mensch, maar op den duur werden zijn
vriendschapsbetuigingen toch wel 'n beetje
benauwend. En nadat wij in een schuurtje,
prijkend met den naam van „Restaurant",
do onvermijdelijke omelette verorberd had
den, wisten wij te ontsnappen. Plotseling
hiaken we op, den kapitein met zijn nog
niet beëindigde lunch achterlatende. „Het
voetpad rechts!" schreeuwde hjj ons met
vollen mond achterna, „gaat naar Pralong.
Ik haal jullie wel in." All right. En' zoodra
wij uit het gezicht, waren, vluchttèn wij
'dadelijk linksaf, het bosch in. Nu wa-ren
we vooreerst veilig. Maar helaas, van een
pad was weldra geen sprake meer. Wat
wij daarvoor hadden aangezien ontpopte zich
als een afvoerweg voor hout, die midden
in het bosch, en een heel eind boven Romme
plotseling eindigdörTerugkeeren naar Romme
:en daar weer in de armen van den kapitein
vallen? Dat nooit! Liever op goed geluk
een weg door het bosch gezocht. Maar
dit viel niet mee. We dwaalden afwisse
lend door dicht geboomte en door kreu
pelhout, dwaalden door moerassige weiden,
maar van een dorp, of iets dat daarop
lèek, geen spoor. Na een paar uur tobben
'hoorden wij een hond aanslaan. Daarop af.
En opeens stonden wij voor de Bergère,
bezig met breien, tegelijkertijd een oogje
'houdend op een troep koeien en geiten.
,.Hoe komen wij in Pralong?" „Heeiemaal
naar beneden, steeds rechts aanhouden."
„Daardoor? Is er geen bruggetje?" „Nalnur-
ïijk niet, je kunt er best door." We hadden
geen keus. En dus manmoedig door de
beek geplast, en toen opnieuw 't dichte
bosch in. Nergens eenig uitzicht, maar ver
trouwend op het advies van de herderin,
sukkelden wij maar steeds in de aangegeven
lichting door. Ook aan dit bosch kwam
een einde, en toen wachtte ons een ver
rassing, die met één slag de stemming weer
ophaalde. Want in de diepte voor ons, in
een stille kloof, geleund tegen de witte,
maakte rotsen van de Pointe Percée zagen
wij een beeld der Middeleeuwen, een com
plex van gebouwen, tallooze afzonderlijke
cellen met klokketorens, kerk en zware
muren. Zooals het daar lag, ongeschonden,
volkomen door den tijd gespaard, in abso
lute stilte en eenzaamheid leek het iets
onwezenlijks, een slot uit een sprookje. De
wog had ons toevallig juist gebracht naar
bet hoofddoel onzer excursie-; La Chartreuse
du Reposoir, het oude Karthuizer klooster.
.Vanaf de stichting in 1511 is het bewoond
geweest door les Pères Blanches, de mon-
aiiken met de witte pij, tot in 1907 de leden
dezer orde door le wet Combes uitgedreven
werden. Toen de monniken het klooster
verlaten hadden, werd het herschapen in
een hotel. Maar het lag te eenzaam en
was te moeilijk te bereiken, zoodat na
eenige jaren het nogmaals van bestemming
veranderde en particulier eigendom werd
van de weduwe van een bekend auto-fabri
kant. Sindsdien is de toegang voor het
publiek gesloten. Maar toch blijft dit kloos
ter een copie van de meer bekende moedor-
instelling la Grande Chartreuse bij Gre-
r.obio, de moeite waard te bezichtigen, al
is het ook maar aan den buitenkant. Boven
dien leent deze geheele streek, met name
het dal van de Reposoir, zich uitstekend
tot grootere en kleinere excursie's. Over
steile, glibberige weiden daalden we naar
de brug van het dorp Pralong aan den
grooten weg in de kloof. We hadden nog
ten tippel van4 12 K.Mf voor den boeg
door de zwaar beboschte vallei. Evenals
boven was het er doodstil. We ontmoetten
geen sterveling, tot wij in de verte een
wandelaar bespeurdende kapitein. Ver
scholen achter een boschje wachtten we
tot lijj gepasseerd was, en toen de pas er
in. Hoe dieper we in de kloof daalden,
des te heetor werd het. De laatste loodjes
begonnen ongemakkelijk te wegen en het
was een uitkomst, dat we achterhaald wer
den door een praehistorisch karretje. „Mee-
rijdc-n?" riep de koetsier. Dankbaar aanvaard
den we de uitnoodiging en deden aldus
op glorieuse wijze onzen intocht in Cliïses.
TwiDtig jaar geleden, toen de ljjn naar
Chamonix aangelegd werd, ontstond hier
een kolonie van duizenden Italiaansche ar
beiders, ingenieurs en kooplieden. De Clu-
senaren dachten dat nu de gouden eeuw
voor hen aangebroken was, gingen op
groote schaal aan het bouwen en maakten
een boulevard, waarop je gemakkélyk met
een tiental auto's naast elkaar kunt rijden.
De toeristenstroom, die het goud in Cluses
zou brengen, vloeide echter voorbij, ging
rechtstreeks naar Chamonix. Cluses verzonk
weer in de oude stilte, werd een stadje,
gestoken in een nieuw confectiepakje, dat
veel te groot was.
liet eenige bezienswaardige is de Ecole
Nationale d'Horlogerie, een groote, prima
geoutilleerde vakschool, geheel op zijn
plaats in dit centrum der Fransche uurwerk
industrie, sinds onheuglijke tijden een be
langrijke tak van huisnijverheid in de dorpen
van dit bekoorlijk stukje bergland.
Wij stelden ons tevreden met het ferme
gebouw even van buiten te bewonderen.
In een restaurant onder de oude arcaden
gauw een casse-croüte en een fleschje land-
wijn verschalkt en toen me? de P. L. M.
weer huistoe.
Genève, Juni 1927, Dr. KLAUS.
RECLAME.
Dr. h.NANNING'S
EETLU5T-0PWEKKEND. 1.30 p. fl.
8582
door Dr. NEIL VAN AKEN.
Hre de Amerikaan zijn huiselijke
plichten waarneemt. Een voor
beeldig echtgenoot. Hoe gemak*
kelijk de huishouding geregeld
wordt. Ijskasten, stofzuigers,
liften en radiotoestellen. Ook iets
over opvoeding.
New-York, 1 Juni
In mijn laatste ar.tikel heb ik het voor
naamste gehad over de uiterlijke verschil
len tusschen de Amerikaansche en de Euro-
peesche vrouw, hetgeen dan vooral neer
kwam op het feit, dat de Amerikaansche
onder veel gunstiger omstandigheden leeft,
zelf haar brood verdient en door eigen werk
geheel voorziet in haar behoeften. Ik geef
dadelijk toe, dat dit uiterlijke verschil voor
di n Europeaan een reden te meer zou kun
nen zijn om een gunstig oordcel over de
Amerikaansche vrouw op te schorten.
Daarom wou ik gaarne een artikel wijden
nan de plaats, die de Amerikaansche vrouw
iniiee it in het gezinsleven. ITet schijnt,
cat de Amerikaansche zoo langzamerhand
den Amerikaan heeft kunnen overtuigen,
dat de verantwoordelijkheid voor den goe
de;! gang van zaken, ook wat het huishou
delijke gedeelte van het echtelijk leven be
treft. heeiemaal niet alleen door de vrouw
moet gedragen worden. En het scheelt vol
gens mijn meening maar heel weinig of de
Amerikaansche vrouw keert de rollen om
en laat haar echtvriend al de onaangename
huiskarwcitjys opknappen. Of de vrouw
een inferieur wezen is vergeleken met den
man, is een kwestie, die het Amerikaan
sche volk geen hoofdbreken kost. Ik weet
maar al te goed, dat dit vraagstuk in Europa
nog steeds hangende en onbeslist is. Als 11
hot wagen zoudt in dit land van vrije man
nen en vrije vrouwen, deze vraag te oppe
ren, dan zoudt u beschuldigd worden van
achterlijkheid en onwetendheid. Omdat de
Amerikanen Parijs als Europa beschouwen,
hebben zij hun meening omtrent de Euro-
peesche vrouw dan ook heeiemaal geregeld
naar wat zij van de Parisienne gezien en
gehoord hebben. En dat vinden zij in ver
gelijking met de Amerikaansche niet zoo
gunstig, ofschoon qe het zeker ook op prijs
zouden stellen om met meer eerhied en als
desterke hecrschcrs van het zwakke ge
slacht Beschouwd en behandeld le worden.
De Amerikaansche is er echter op uit,
niet om de eereplaals te bekleeden in het
gezinsleven, maar om in de machinerie van
het industrieele en sociale leven op absoluut
gelijken voet behandeld te worden al9 haar
gemaal, en daarom neemt zij gewoonlijk er
geen genoegen mede, dat haar echtgenoot
een betere kostwinner is. Wat in Holland
nog beschouwd wordt als een zeer onaange
name noodzakelijkheid, namelijk, dat „moe
der de vrouw" ook moet gaan werken om
de twee eindjes aan elkaar te knoopen,
wordt hier aanvaard als iets zeer gewoons.
Vooral ook, omdat het de geldelijke zorgen
verlicht, mogelijkheden opent voor den aan
koop van allerlei, dat anders nooit zou kun
nen gekocht worden en voorts als een goede
gelegenheid om te sparen. Dat heeft natuur
lijk tot gevolg, dat zij des avonds min of
meer vermoeid van hun werk lerugkeeren
cn beiden hun handen aan het huishoude
lijke werk slaan, dat echter lang niet zoo.-
veel is als in Europa, omdat het leven van
dé Amerikanen op een gehed anderen voet
ingericht is.
Er zijn zooveel groote en kleine elcclri-
sche en mechanische instrumenten onder
het bereik van den Amerikaan, dat er
heusch slechts weinig handenarbeid over
blijft. Hel zou vermakelijk zijn om eeps na
te gaan, hoeveel tijd een Amerikaansche
eiken dag aan haar huishoudelijk werk be-^
steden moet, vergeleken met een Europee-'
sche huisvrouw. In een van de New-York-
sche buitenwijken worden kleine flats en
bovenwoningen le huur aangeboden met de
vermelding, dat behalve de gebruikelijke ijs
kasten, keukenkasten, electrische stofzuiger,
keukenlift, badkamer, enz., ook een inge
bouwd radiotoestel ter beschikking van den
huurder gesteld wordt. En op elk uur van
den dag en den nacht is er kokend water.
Die dingen zijn voor de geboren huisvrouw
natuurlijk om van le waterlanden. De Ame
rikaansche heeft dus, indien ze niet gaat
werken, maar heel weinig lijd noodig om
het huis in orde te brengen. Er moet niet
veel gestold worden ook, want er hangen
geen shawls en doeken aan den muur,- die
gewoonlijk niet behangen, doch geschilderd
zijn. De opmerking is dan ook wel eens ge
maakt, dat de Amerikaanshe vrouw een veel
betere kennis heeft van kunst en letter
kunde, dan haar echtgenoot. Zij heeft meer.
tijd beschikbaar om te lezen en daar maakt
zij dan ook gebruik van. De man zal een
onderhoudend gesprek voeren over handel
en sport, maar zwijgt in den regel als zijn
vrouw haar opinie uit over hel laatst ver
schenen boekwerk. Ondertusschen verdrin
gen zij hier en daar den man van de oude
efcreplaatsen. In een van de Staten stond
verleden jaar als gouverneur een vrouw aan
hot hoofd. Zij is echter niet herkozen ge
worden.
Zoodra het huisgezin vermeerderd wordt
met kinderen, dan verandert de toestand,
maar papa is de man, die met den kinder
wagen uitgaat. Als men dat voor het eerst
ziet, dan lijkt dat een uitzondering te zijn,
raaar al spoedig merkt men, dat het regel
is. Een Amerikaansche vriend van me, die
met kinderen gezegend is en thuis de vaten
helpt wassohen en de dienstbode bij aller
lei behulpzaam is, zei eens schamper tegen
me, toen ik hem schroomvallig, doch plech
tig begeleidde op een van zijn tochten met
den kinderwagen ,,In Europa zou ik zeker
tot een bespotting worden, omdat ik mijn
eigen kinderen in een wagentje rondrij
En ik moet bel^pnnen, dat hij niet ver
naast de waarheid was. Intusschen is bij
het goede en voorbeeldige exemplaar van
een goeden Amerikaan
Een Duitsche jonge vrouw, die niet lang
geleden naar Amerika overgestoken was
en eens om zich heen gekeken had, ver
telde, dat zij haar Duitsche verloofde af
geschreven had, omdat hij niet meer vol
deed aan de eischen, die zij nu aan een
toekomstigen echtgenoot stelde. Het bleek,
dat zij mijn bovengenoemden vriend be
schouwd had als het ware voorbeeld van
een goed echtgenoot en dat ze verder ge
concludeerd had, dat alle Amerikanen uit
hetzelfde hout gesneden waren, hetgeen
wel wat overdreven is. De opvoeding nu
der kinderen is wel een der ernstigste pro
blemen voor elk volk. Ik moet bekennen,
dat de Europeesche wijze van opvoeding
gunstig afsteekt bij het Amerikaansche op-
voedingsbegrip. Ook in dit opzicht vindt het
Amerikaansche volk over het geheel, dat
opvoeding een vraagstuk van zelfontwik
keling is, en dat, opa dit te bevorderen,
vrijheid en onafhankelijkheid noodzakelijke
vereischten zijn. Hoe zich dat, indien over
dreven, tenslotte op den opvoeder, zoowel
als op het kind wreekt, hoeft geen betoog.
Het resultaat is dan ook niet altijd bij
zonder bevredigend. Plet is mij dikwijls
opgevallen, dat Amerikaansche kinderen
een overdreven vrijheid genieten, en. dat
veel ongestraft dooi de vingers gezien
wordt. Natuurlijk kan dit niet van alle
ouders gezegd worden, maar ook in de
6cholen ontwikkelt zich een eigenaardige
geest van vrijheid, van eigendunkelijk han
delen, hetgeen den kleinen lang niet goed
staat, en waarvoor zij op den duur toch
moeten boeten. In de laatste maanden is
in. de pers meer dan ooit aandacht gewijd
aan de toename van zelfmoorden ondei
de schooljeugd, hctgeeD de vraag heelt
doen ontstaan, waar de fout zat: bij het
kind, het huisgezin of de school 1
Dat zal voorloopi? wel een onopgeloste!
vraag blijven, maar hot 19 zeker, dat de
vrije Amerikaansche wijze van opvoeding
niet geheel onlaakbaar is. Als een jongen op
groeit voor de galg, dan kan in sommige
omstandigheden etrn der onrechlstreeksche
oorzaken dikwijls gezocht worden in het
familieleven. Juridisch onderzoek zal im
mers nooit nalaten te onderzoeken uit welke
kringen dc beklaagde komt, en hoe zijn
jeugd geweest is. Ik zou niét gaarne wille'n
aangewezen worden om aan te geven, waar
de schoen wringt, maar het staat vast, dat
de Amerikaansche opvoeding iets te kort
komt. En dat is. meer dan in Europa, een
gebrek aan eerbied voor de ouders en de
opvoeders. Ik wil hier niet mee' zeggen, dat
van den kant der ouders de opvoeding der
kinderen verwaarloosd wordt, maar dat de
begrippen van vrijheid en onafhankelijk
heid, het Amerikaansche leven zoozeer be-
heerschen.-dat zij op elk gebied toegepast
worden. Reeds op jeugdigen leeftijd begint
voor de kinderen de/ zelfvorming van het
karakter, en het kwaad, dat daardoor ver
oorzaakt wordt vanwege het gebrek aan
leiding; kan hun duur lei slaan komen. Als
zijn ouders niet bemiddeld zijn, dan begint
hij al jong den strijd om het bestaan, wil
hij echter sludeeren en langs dien weg car
rière maken, dan is hij ook in staat om in
zijn eigen levensonderhoud te voorzien en
terzei fderlijd de scholen af te loope'n. Het is
bekend, dat meer dan de helft studeerende
jeugd aan de' Amerikaansche universiteiten
hun eigen studie bekoétigen. met geld, dat
zij verdienen in den zomer als boerenknecht
of winkelbediende, of door arbeid te ver
richten in hun vrije uren. Dat veel mannen
van wetenschap op deze wijze hun opvoe
ding zelf voltooid hebben is bekend. Vooral
in de zakenwereld worden de belangrijkste
plaatsen hekleed door hen, die in hun
jonge jaren getoond hebben voldoende ener
gie-1 en wilskracht te bezitten om de hinder
palen van armoede te overkomen.
En dit dan mag misschien beschouwd
worden als een der goede vruchten van de
vrije Amerikaansche opvoeding!
NEIL VAN AKEN.
RECLAME.
modern mensch over de geheele
wereld gebruikt O d o 1. Waarom
hebt U 't nog niet geprobeerd
Uw tanden worden er wit van en
het houdt ze gezond.
VI.
Dit beeldje slaat in het teeken der woe
dende elementen. Het doet mij leed dat ik
in de tweede helft van Junimaand geen
liefelijken kleuren op mijn palet vermag te
mengen. Pessimisten hebben 't over een
„verschuiven van aard-as" en over .zon
eclipsen, over 't naderend einde aller dagen
tot straf voor de tallooze zonden en onge
rechtigheden van onze frivole samenleving.
Met den besten wil ter wereld kan ik dit
redeloos razen der tempeesten niet zoo
maar botweg negeeren: ik ben er tè vol van!
Intusschen, de stad onzèr inwoning mag
zich gelukkig prijzen, dat zij gespaard bleef
voor ijselijke tormenten als waarvan de
kranlen alom gewagen, ten gevolge van
nijdig aanrukkende windstooten, doodend
hemelvuur, neerklelterende hagelsteenen.
als knikkers groot en hard De maand
Maart, die gemeenlijk haar staart danig
pleegt te roeren en, als 'n sarrende straat
bengel, alleronhebbelijkst optrad tegen den
bibberenden, hoestenden en snuitendpn
stedeling, dit jaar méér dan ooit hunkerend
naar „Aprilletje-znet" desnoods met ..wit
ten hoed" éls dan ten langen leste maar de
Meizon den kwakkel-griep-wintpr wègstoven
zou uit den doorweekten bodem en uit de j
stormverzadigde luchten, deze Maart 1927
heeft naar vlegelmanier beslag gelegd op
vier volle maanden. Dit is waarlijk onge
hoord, niet toelaatbaar en 'n bron van erger
nis, 'n hevig benauwende cauchemar voor
onze erenlleste weerproleten, die zoo wijs
en voorzichtig het Koninklijk Neder-
landsch Instituut in de Bildt" bedienen en
wars van elke bedotterij, gedwongen zijn
iederen ochtend en iederen avond, schering
en inslag, het ontmoedigend beeld op le
hangen van louter „naderende nieuwe de
pressies"! Vier maanden lang is het nu
gegaan als met den grenzeloos-geduldigen,
edoch onervaren hengelaar. Hij dénkt dat
hij héét heeft en als hij opslaat is het pover
resultaat: z'n worm door den haak of 'n af
gezogen deegje! De zon wou niet „pakken"
cn als ze pakte voor één, twee dagen,
kwamen als norsche spelbrekers donderend
onweer, gierende storm en kletterende
regenvlagen een nieuwe periode van kille
narigheid inluiden. Waar schier héél het
lieve vaderland zuchtte en kreunde onder
zóó hardnekkige wreedheid, ontsnapte Den
Haag als 'n wonder! Het Haagsche Bosch,
de Scheveningsche Boschjes, parken en
lanen moesten hier en daar een offer
plengen van jonge twijgen en zware tak
ken, onze onvolprezen Haagsche Brand
weer had materiaal en handen le kort om
het gevaar van hellende schoorsleenen en
schuttingen te keeren.... zwére wonden
werden hier niet geslagen. Integendeel; dit
maal bleek de „llaagsche wind" een radi
cale geneesheer le zijn! Een aantal nijvere
Hagenaars, bewoners der historische plek
waar Jan de Witt in opperste vergeving
troont op den-zetel van eerherstel, steekt
thans zoowaar de loftrompet! Wat toch is
geschied? Zondagmorgen, 19 Juni, heeft de
wind z'n kahs schoon gezien: in 'n omme
zien lagen dc drie zware boomen. roo'vers
van licht en lucht, sinds fang 'n bron van
ergernis voor de bewoners der winkel pa
leizen aan de Plaats, neergeveld voor im
mer. Onlangs hadden deze nijveren een
verzoekschrift gericht tot het gemeentebe
stuur om deze drie boomen le doen rooien
als zijnde duldelooze kwelgeesten, ergerlijke
sla-in-den-weg's voor d^ vruchtbare uit
oefening van het eerzaam winkelbedrijf.
Een verzoekschrift, het moge nóg zoo ratio
neel, nóg zoo van „urgent belang" zijn,
heeft nu eenmaal z'n behoorlijk of on
behoorlijk langen weg af te leggen via:
conferentie, stemming, aanneming, con
cept, hernieuwde conferentie, vaststelling
van 't concept, indiening, naar: aankomst
ter bevoegder plaatse, kennisneming, over
weging, indiening, prae-advies, behandeling,
aanhouding, hér-behandeling. waarnüL
indien alles verder van een leien dakje
loopt aanneming of verwerping van het
verzoek volgt, Al<Jps het officieele ,,'s-Gra-
venhage". In dit speciale geval was ech
ter buiten den waard gerekend. Verzoek
schrift? Uw hunkerende ziel in lijdzaam
heid bezitten en afwachten?Geen
spréke van. giert de storm. Gij zijt volkomen
in uw recht en bovendien, deze drie zware
boomen staan hier verkeerd in 't stads
beeld: wég er mee!.... Toén gebeurde het.
Zondag j.l. in den vroegen ochtend heeft de
storm het. verzoekschrift op z'n langen'weg
den pas afgesneden, in kort geding vonni3
„geveld" in den letterlijken zin des woords.
Daar stonden eerst drie zware boo
men.... théns juichen de nij veren! Maar
wie. ocherm, niet juicht, dat is ons verruk
kelijk Zeebadbednjf. Ik vraag U in gemoede:
voelt gij cr iets voor inv naakte ledematen
te wentelen in ijzig-kille, troebel-kleurige
branding, uw keurig gesoigneerde sched,el-
haren te dompelen in vliegend, spattend, óp-
kruivend schuim van onsmakelijke tint?
Savoureert gij van harte uw geurig kleintje
koffie, uw koele biertje, uw prikkelende
cocktail, met de jaskraag hoog opgetrokken
in den nek?.... Zejcer, gij kunt u prachtig
opbergen in een der vele „etablissementen"
van de hadplaats, bij Jean Louis o.a
Wie Jean Louis is?Haha, u hebt volko
men gelijk! Ik vergat 'n wijle, dat wij Ha
genaars den man, dien gij wellicht beier
kent onder den naam „Swiep", bij voorkpur
„Jean Louis" noemen. „Swiep" klinkt on
tegenzeggelijk kort, gemoedelijk en fami
liaar, maar onze Haagsche nuance is beter
ingesteld op „Jean Louis", 't Klinkt ons
smeuïger en tegelijk gedistingeerder in de
Haagsche ooren. Uw „Swiep" alias onze
„Jean Louis" huist in de Kurhausbar na
z'n glorieuse terugkomst uit den Oost. Wilt
gij den afgesneden adem terugvinden, na
eerst zorgvuldig oor, neus en oog gezuiverd
te hebben van 't binnengestoven zand, uw
kippevel weer inruilen - tegen de gladde
huid, door den killen Noordenwind u .ont
stolen, treed dan binnen in de heilige halle
waar Jean Louis Pisuisse met zijn Zomer-
sche Gezellen u den zomer tooveren zal in
't verkleumde gemoed! Zijt gij wellicht ter
piere, moegebeukl door de huilende winden,
hijgend weggescholen achter de glazen
schutting, waarom zoudt gij niet het Pavil
joen betreden? Acrobaten en koorddansers
lokken u tot een rustpoos onder den wijden
koepel en het zal u bepaald gezellig aandoen
af en toe, haast onmerkbaar te voelen hoe,
diep onder den vloer, waarop ge behagel ijk
in uw stoel zit neergevleid, de branding
beukt tegen de pijlers van het piergebouw.
De Kurhauszaal blijft buiten beschou
wing, valt niet in hel kader van schuil
plaats of veilige haven. Weêr of geen
weêr, Vrouw Musica kan rekenen op de
trouw harer volgelingen, doof voor de
cécophonie der elementen. Zij komen niet
voor de badplaats met haar „attracties",
evenmin voor het wondere lied der zee en
de zondoorstoofde stranden. Stelt gij dezen
tempelgangers de vraag „of zij geen kou
leden op 'f Kurhausterras?" hel ant
woord luidt: „Schnéevoigt is toch maar 'n
kranig dirigent!"
Vandaag schrijven we 21 Juni, de langste
dag, begin van den zomer: Bij het vallen
van den avond gieren om mijn huis de
gierzwaluwen in wedstrijd met de Weste
lijke winden, M'n jongste dochter is van
daag voor 't eerst in zee gekropen. Het was
niet tegengevallen, de temperatuur bleek
vrij mild. Al gedraagt de barometer zich
wispelturig, in stilte koester ik .V>up op-be-
slcnclig zomerweer. Tn m'n brievenbus ploft
de avondkrant. Weerkundige Waarnemin
gen; „Over het Noorden van Europa volgen
„de depressies elkander Oostwaarts op. De
„wind is meest uit Westelijke richtingen en
„waait krachtig over het Zuidelijk deel dpr
„Noordzee en bij Ierland. De bewolking is
„zwaar in het depressiegebied", Addio,
oh gij. Aprilletje-zoet. gij lieve Mei en zon
nige Junimaand, gekomen en gegaan met
strak gelaat, zonder lach om de bleeke
lippen!.... Verschuiving der aard-as?
Zon-eclips?Het einde der dagen?
Alles goed en wel. méér: wét moet ik toch
beginnen met Stéphie Elang de la Cour in
'n zomersch Haagje, gebeukt door storm,
gestriemd door regen?.... Ze komt pas
einde Juli, het kén verkeeren!
„Niet zoo somber!" zegt de generaal, die
over rn'n schouder meêleest. „Als Zaterdag
„dit duistere beeldje je lezers onder 't oog
„komt, tien tegen één dat 't zonnig, bladstil
„weertje is en de spreeuwen dood van de
„daken vallen!"
Boulanger kan gelijk hebben: we leven
in tijden van uitersten.
CUNAEUS.
RECLAME.
Vrouwen vooral, hebben nu en dan be
hoefte aan de hulp van Foster's Rugpijn
Nieren Pillen. Vanaf de vorming tot voor
bij den middelbaren leeftijd treden in het
vrouwelijk organisme voortdurend veran
deringen op, d>e veei inspanning van de
nieren vorderen. Eveneens in het kritieke
tijdperk en in ,de maanden voor en na de
geboorte van kinderen, krijgen de nieren
veel extra werk te doen. Het is daarom
geen wonder, dat vrouwen zoo vaak lijden
aan rugpijn, afmattende pijnen,- water
zuchtige zwe'lir.gen, hoofdpijn, duizelig
heid, zenuwachtigheid en urinestoornissen.
Vrouwen behooren te weten, dat de
nieren de gewichtige levenstaak hebben
om de onzuivere stoffen uit het bloed te
filtreeren. Als de nieren verzwakt of over
spannen zijn, wordt de bloedsomloop ge
ïnfecteerd en het geheele gestel aange
daan, waardoor spit. blaasontsteking, rheu-
matiek, lendezwakte enz. kunnen ontstaan.
Foster's Rugpijn Nieren Pillen zullen
voor vrouwen in tiid van nood een zegen
blijken. Zij worden aanbevolen door vele
dankbare, verstandige vrouweD, die haar
herstel en welzijn aan het tijdig gebruik
van dit versterkend niesmiddel te danken
hebben. 4880
Verkrijgbaar (in glasverpakking met
geel etiket let hitx vooral op)'bij apo
theken en drogisten f 1.75 per flacon.
door D. BAUDU1N.
Banda. Een stnkje Holland
verloren in de wereldzee.
Hollandsche namen, kerken,
huizen en graven. Bahdil-
lah. Een vronw, die de
broek aan heelt. Varsity in
de Banda-baai. Boeton.
Bier en eenzaamheid.
Banda is het verst verwijderde stukje
Holland, dat wij aandoen op onze reis. De
naam van dit eiland roept visioenen op van
Hollandsche ondernemingsgeest eh van het
tijdperk der roemruchte perkeniers. Maar
veel meer heeft die naam helaas niet meer
le zeggen aan de meeste Nederlanders, die
nauwelijks weten waar Banda ligt. Ons zal
bij het bezoeken van dit verloren plekje
grooler emotie beroeren. Bij het klieken van
den dag aan dek zien w'ij de zuiver kegel
vormige piek van den Goenoeg Api (lett.
Vuurberg) uit de ochtendnevelen opdoemen
en weldra aanschouwen wij het op deze
reis reeds gewoon geworden schouwspel
van een grillig gevormd bergachtig eiland,
bedekt met de overdadige weelde van tro
pische vegetatie. Alleen de alles dominee-
rende Goenoeg Api maakt hierop ditmaal
een uitzondering. Op zijn mpt asch en sin
tels bedekte flanken wil zelfs-geen Indische
boom groeien. 'Bij het naderen van het
eiland verandert echter spoedig de aanblik.
Een nauwe doorvaart wordt zichtbaar,
waarin liet schip zich waagt. Wij varen
tusschen twee groene muren, zoo nabij, dat
het is, alsof wij af en toe de overhangende
takken der boomen kunnen grijpen. Maar
voorondiepten behoeft onze kapitein toch
niet te vreezen, want de zee is tusschen en
om deze beboschte koraaleilanden duizen
den mc-ters diep.
Slechts de zwakheid van het menschel ijk
oog belet deze bodemlooze diepten te peilen,
want hel water is hier overal van een won
derlijke helderheid, die ons later in slaat
zal stellen om de beroemde onderzeesche
koraalluinen te bewonderen. Het einde van
de'doorvaart .door dit nauwe kanaal brengt
ons de verrassing van een wondermooie
baai, als een meer omsloten door hooge
bergen. Aan stuurboord rijst voor onze ver
baasde oogen de ontzaglijke kegel van den
Goenoeng Api zonder noemenswaardigen
overgang zoo maar uit. het stille water om
hoog en recht voor ons ontwaren wij het
stadje Banda-Neira. amphilheatersgewijs
tegen het gebergte gebouwd, de witte huis
jes en terrassen bijna geheel verscholen in
het groen. Boven het stadje op een berg
plateau een middeleeuwsch kasteel, een
steenen citadel met gekanteelde muren en
ronde hoektorens, het fort Belgica.
Lange, smalle prauwe'n, belangs genaamd
bemand met niet minder dan zes en dertig
roeiers van eenzelfde kampong onder com
mando van het kamponghoofd, die rondbla-
dige pagaaien hanleeren, schieten van alle
kanten op ons af. Het spelevaren dezer lie
den. die mét verbazende snelheid en han
digheid; hun vaartuigen vlak vóór den boeg
van ons snelvarend schip doen glijden,
houdt onze aandacht gpboeid, totdat onzd
boot meert aan den houten landingssteiger,
waarvan men de palpn meters diep ziet weg-
schemeren in het kristalheldere water.
2—3