Mijn indrukken uit Amerika. Zomerwarmte INDISCHE KRONIEK. LAND- EN TUINBOUW. FAILLISSEMENTEN. dig antwoord, dat duidelijk toont, welke taak de fascisten zich opleggen. De ver eerimg van Mussolini ie oneindig en men 6preekt over hem als over een ,,miracolo'\ maar de groote ommekeer, dien hij in die 7 jaren bereikt heeft, had nooit tot stand kunnen komen, als het- volk niet zulke voortreffelijke eigenschappen bezat. Even als verleden jaar. heb ik ook nu niete, maar dan ook letterlijk niets, ondervon den van oneerlijkheid, integendeel. De on zindelijkheid wordt ook zeer overdreven en men dient vooral niet uit het oog te verliezen, dat er streken zijn, waar men zeer weinig water en door de heet© zon des te meer stof vindt. Zoo in Massa bijv., waar na een groot financieel offer eindelijk water aangeboord werdbij de laatste aard beving echter is het water volkomen ver dwenen en kan men weer van voren af aan beginnen. Men heeft in den afgeloopen winter dan ook voor een waar waterpro bleem gestaan. In Verona speelde ik in. een zaal, zooalfc er wellicht geen tweede op de wereld be- Etaat. Het is een lange zaal van ongev. 3400 menschen, en ligt in het beroemde Gastel Vecchio (1354 gebouwd), geheel ge restaureerd en ingericht als museum. De zaal is in den zuiversten barokstijl, rijk gebeeldhouwd en met waardevolle schilde rijen en beschilderingen. De lichtarmen zijn authentiek'en stralen een overvloedig en warm licht uit, op den achtergrond van het ruime podium zijn prachtige beschil deringen, terwijl rond de zaal een galerij is van wit marmer. Het is een genot in die zaal op te tredenhet inspireert den kunstenaar en fascineert hem vanaf het eerste oogonblik. Me dunkt, in zulk een zaal kunnen geen minderwaardige uitvoe ringen plaats vinden. Ik zette in het ge denkboek mijn handschrift naast dat' van D'Annunzio, die er een lezing had gehou den en vond er de meest enthousiaste op schriften van Busoh, Katleen Parlow, Dresden er Strijkkwart et, etc. Aan het beschrijven der schoonheden in de natuur waag ik mij natuurlijk niet, doch één tafereel laat mijn gedachten niet los en dat is de reis langs de Adriatische kust, waar de trein soms tot op 45 M. afstand van het water rijdt. Ik zag uitgestrekte korenvelden, waarvan de frissche groene kleur plotseling overging in het mooist denkbare diepe azuur der zee. Er dobber den, ontelbare bruine scheepjes met fel gele zeilen, die alle beschilderd waren met een grooten zwaren haan, met rooden kam. De zeilen waren gerepareerd met roode, groene of blauwe lappen en het geheel leverde een door. de zon fel beschenen in tens kleurenspel op, dat een schilder tot verrukking moet brengen. Men volgde dit tafereel wel een uur lang vanuit den trein, tot men plotseling hoog op een ver in zee vooruitspringende rots het mooie en oude stadje, Ancona ziet liggen. Waarlijk, het is een voorrecht, dat prachtige land, met zijn gemoedelijk en ridderlijk volk, te door kruisen en zich te laten koesteren, aan zee of in de bergen door de stralende zon in een tijd, waarop we nog loopen te bib beren. Waarom ik al die vleiende dingen over Italië neerschrijf. Wel, omdat ik mij ver plicht voel, na de gastvrije en meer dan sympathieke ontvangst, die ik er genoot, ons volk betere inlichtingen te geven, dan die, welke de publieke opinie vormen en welke dikwijls bezijden de werkelijkheid zijn. Hoezeer zou ik mij daartegenover ver heugen als een Italiaan, na een bezoek aan ons land, duidelijk in de Italiaansche cou ranten schreef, dat er bij ons nog wel wat anders te vinden is dan molens, wijde broeken, klompen, vrouwen met kappen en kaas!! Want die verkeerde opinie trof ik er nog maar al te dikwijls aan. R. S. door Dr. NEIL VAN AKEN. New-York, 2 Mei 1927 De vrije tijd van den Amerikaan. Wat hij in de bioscoop zoekt, en wat Charlie Chaplin en de andere Lachverwekkers hem ge ven. Veel humor en veel klandizie. De Amerikaan in doorsnee werkt acht uur per dag. In den regel heeft hij een broertje dood aan hard werken. De man, die werkelijk hardw erkt, dan echter ook op meer succes rekenen dan de wereldbe kende lijntrekker. Dat heeft op alle landen toepassing. De meerderheid in Amerika heeft echter ve'el tijd over. Bedenk maar eens, dat sommige bedrijven, Ford bijvoor beeld, slechts vijf dagen in de week werken, gedurende slappe of minder drukke seizoe nen. Wat doet de Amerikaan met zijn vrijen lijd? Hij zit niet met een borrel of een kruik bier voor de koffiehuizen op de boulevards, want noch het één noch het ander is hier verkrijgbaar. Als hij naar een café gaat, dan kan dat niets anders zijn dan een eethuis. Prohibitie heeft hem uit de openbare drankgelegenheden naar huis gejaagd, waar hij zich echter danig ver veeld in zijn vrije uren, als hij geen per soonlijke liefhebberijen heeft. Gewoonlijk wordt hij dan ook het huis uitgejaagd cn betaalt hij zijn zitje in een van de tallooze bioscopen. Het bioscopen-stelsel in de Yer- eenigde Staten van Amerika is het grootste opvoedingsinstituut ter wereld, dat ik be denken kan. Het heeft natuurlijk heel veel nadeelen. Over de slechte invloeden van de film is reeds voldoende geschreven en daar wil ik dus niet over reppen. Waar de Amc- rikaansche opvoeder mede te rekenen heeft is het feil, dat geen enkele Amerikaan on verschillig is voor wat op het zilveren doek verschijnt. Wat ook op het doek geschreven wordt, hetzij in woord of in beeld, hel kan niet nalalen zijn denken en doen te beïn vloeden De filmkunst wordt hier nog altijd beschouwd als een amusement en de ver moeide zakenman gaat heusch niet naar de bioscoop om een preek te hooren. maar om eens hartelijk te kunnen lachen. De ge zonde Amerikaan is heelemaal geen knie zer. Men behoeft niet te denken, dat hij lang over iets zal tobben en peuteren. Om dat hij weinig redeneervermogen heeft? Dat heelemaal niet. Het ligt niet in zijn karak ter, is het heel eenvoudige antwoord, het welk door psychologen en zenuwartsen op een veel breedvoeriger wijze kan ontvouwd en verklaard worden, maar het komt op hetzelfde neer. Lachverwekkers worden dan ook meer dan elk ander verheerlijkt als nationale helden, en al is Charlie Chaplin nog altijd Engelsch onderdaan, toch wordt hem een eereplaats gegeven in het Pantheon v. d. Lachverwekkers. Dit bedrijf heeft aan de gildebroers van het Lachverbond een mooi duitje bezorgd. Het is een loonend vak om je medeburger van het wereldrijk aan het lachen te maken. Charlie Chaplin doet er evenwel een paar jaar over alvorens zijn lachfilm kan geadverteerd worden als een goede lach- en gezondheidspil. Harold Lloyd de gebrilde humorist van het zilve'ren scherm, verdient per jaar met zijn rolpren ten een bedrag waar u van omvallen zou en dal ik daarom maar liever ongenoemd laat Zijn inkomen alleen zou in staat zijn om u een lach -op het gelaat te brengen, zelfs op dat van den grootsten Nurks. Tus- schen twee haakjes moet gezegd worden, dat Harold in het gewone leven-een even hartelijke en vroolijke vent is als op' het doek. Hij is echter ook een goed zakenman en financiert zijn bedrijf zelf. Hij is wat men met een vakterm noemt „a one man show", zoodat hij ook die duiten inoogst, welke anders, in het geval van den gesala- rieerden filmkomiek, naar tusschenpersonen zou gaan. Op dezelfde wijze beheert ook Charlie Chaplin zijn zaken. Een groot deel van de inkomsten dier lachkweekers vloeit voort uit de rechten van oude films. Beiden hebben op deze manier bovendien nog het geluk om hun populariteit te handhaven door films, welke jaren geleden gemaakt werden. Naar schatting moet Douglas Fair banks als derde op de lijst geplaatst wor den. Zijn ontvangsten wotden geschal op ongeveer 20.000 dollar per week. Cijfers, cijfers, cijfers, zou men kunnen uitroepen met een variant op Shakespeare. Toegege ven, cijfers kunnen dor en droog en wat al niet meer zijn afgezien van de kunst om ze te groepeeren, een kunst vol verras singen en vondsten, intusschen.zij ver mogen echter ook vaak een treffenden kijk te geven op bepaalde toestanden en verhou dingen, beter dan een ellenlang, zwaar wichtig en gedocumenteerd betoog zulks vermag te doen. Tot de groote geldmakers moet ook Gloria Swanson gerekend worden, al behoort zij niet tot de komiekelingen, waar ik het nu in het bijzonder over heb. In den laatslen tijd heeft Charlie Chaplin veel te lijden gehad van de ongelukkige en minder verkwikkelijke huiselijke on aangenaamheden. Sedert den dag, dat zijn jeugdige echt- genoote van hem weg geloopen is. heeft zijn, goede reputatie hier een schrammetje op- geloopen, hoewel dit voornamelijk betrek- icing h<¥ft op zeer puriteinsche kringen, die liever zien, dat Charlie het leven in oneienig heid met een grillige, jonge vrouw voortzet. Zoo is bijvoorbeeld kort geleden in een klei ne' stad door de Ku Klux KI an op een van do bioscoopdirecties pressie uitgeoefend, om te verhindering, dat een film van den echt- scheidenden filmacteur vertoond werd. Men dre'igde de bioscoop in brand te steken, in dien aan het dringend verzoek geen gehoor zou gegeven worden. En dit is in meer ste den voorgekomen. Toch heb ik een paar dagen geleden nog een film van hem in New-York aangekondigd gezien. New-York is overigens een stad met veel ruimere op vattingen dan elke andere stad in de Ve<r- eenigde Staten. Het is een wereldstad, waar verdraagzaamheid in hooge eere gehouden wordt. Alleen tegjen politick-radikale ele menten wordt hardhandig opgetreden. Char lie heeft hier dus niet veel verzet te vreezen Hij werd hier onlangs door een groep vak- genooten op uitbundige1 wijze onthaald, F.n hij was even populair als altijd. Dat h$eft hij ook vooral aan zijn persoonlijkheid te' dan ken, want hij is even grappig naast hel doek als er op. Hij is het leven pn de ziel van elke feestgelegenheid. En hij vindt er een groot vermaak in om steeds maar weer ver rassingen uit te denken en voor te bereiden. Als grappenmaker kent hij maar weinig me dedingers in Hollywood, en het is een karak tertrek van zijn goede natuur, dat hij nooit een ongepast profijt zal trekken uit de min of meer belachelijke partij van zijn slacht offer. Hij beheerscht een wonderlijke mi miek en zijn nabootsingen van andere be kende filmacteurs zou hem een geweldig salaris kunnen bezorgen. Maar hij is ook een droomer en van tijd tot tijd overgeleverd aan melacholische buien. Wanneer hij in een dergelijke stemming verkeert is het maar het beste om uit zijn buurt te blijven. Ge woonlijk schort hij zijn werk op en ver dwijnt, tot de strijd gestreden is. Zelden houdt zijn levensbeschouwing den gulden middenweg. Hij zit óf diep in den put óf hij verkeert in den zevenden hemel. Hij is óf overstroomd van grappen, óf hij is in ten heel droefgeestige stemming. Hierin'herken nen wij den waren kunstenaar zoowel al9 den mensch, want het kluchtige is in het werkelijke leven nauw verbonden met het tragische. Hoe sterk ook de tegenstand van de En- gelsche, Fransche en Duitsche hlmonder- nemingen mag zijn, het moet toegegeven worden, dat het Amerikaansche bioscoop- en filmwezen zich nog steeds onderscheidt door e'en adressieven vooruitgang en door een verbetering in de gansche machinatie van het bedrijf. Er komen meer en meer filmpa leizen. Pas kort geleden werden hier in New-York een paar van die weelde'rig in gerichte bioscoopburchten voor het publiek opengesteld. Mijn persoonlijke meening is, dat zij een paar voorbeelden zijn van de slechtste Amerikaansche architectuur. Als ik bedenk, welke enorme sommen uitgege ven en op welke wijze deze gebruikt waren, dan kan ik het inizcht van den bouwer niet bewonderen. De beide gebouwen, de groot ste filmtheaters ter wereld, zijn zeer kost baar en weelderig ingericht Tegen den ge wonen prijs krijgt men er een prachtige zit plaats, omringd van alle mogelijke geriefe lijkheden. Het groote orkest rijst langzaam uit de diepte op, en als het wefer met de ..bemanning" verdwijnt, dan rijst uit den af grond een reusacchtig orgel. Uw verbazing wordt nog grooter. als u aan beide zijden van dit gigantische orgel nog een paar kleinere orgeltjes naar boven ziet komen. Onderwijl worden zij alle drie oorverdoovend bespeeld. Wat een geweldig toekomstveld ligt er in Amerika, wanneer de Amerikaan ook op kunstgebied den Europeanen een9 voorbij streven zall Hieraan twijfel ik niet en dan zal voorzeker ook betreurd worden, dat dit geslacht zooveel geld nutteloos verbruikt heeft voor deze onoogelijke gebouwen, wel ke niets anders zijn dan een samenraapsel van alle mogelijke stijlen, en welke ze'lfs de strenge lijnen van den specifiek Amerikaan- schen skyscraper verlaten hebben. 0nderlus9chen is het een opvallend ver schijnsel, dat er meet en meer geld beschik baar is voor amusement. De Amerikaansche oorden des vermaaks verheugen zich al thans in een drukke klandizie. En wanneer men dit verschijnsel eens nagaat en naar een verklaring zoekt, dan is het antwoord niet moeilijk. Juist bij het huidige-' streven naar een materieel vooruitkomen, hetgeen hij den Amerikaan zoozeer in zijn verlan gen op den voorgrond treedt en bij de voort durende, afmattende zorgen voor het dagè- lijksche bestaan, is de behoefte aan ontspanning, de vraag naar enkele uren van vroolijkheid bijzonder groot. En deze moge lijkheden worden hem verschaft in de groot- sche bioscopen, waar hij voor weinig geld een paar vroolijke uren doorbrengt. NEIL VAN AKEN. RECLAME. veroorzaakt vaak Hevige Hoofdpijn; een paar Mijnhardt's Hoofdpijntabletten doen deze spoedig bedaren. In Buisjes 60 en 30 ct. Bij Apoth. en Drogisten. 4619 DE MINAHASSA VAN MENADO. GORONTALO. Wij zijn de straat van Makassar overge stoken en ons schip vaart nu onder de Noord-Westkust van Celebes. Het is alsof wij in de bioscoop zitten: als op een film trekt het landschap voorbij, bergen en da len, bedekt met de ontzaglijke vegetatie der tropen, eeuwig groene wouden, verstard in het schroeidende vuur van de zon. Languit liggen de passagiers te droomen in hun dekstoelen, de oogen geloken tegen het felle licht, af en toe tastend naar een kouden drank tot lafenis, af en toe indolent oprij zend en met den kijker voor de oogen naar teekenen van menschélijk leven in het voor bijglijdend landschap speurend. Zoo volgt ons schip dezen dag en verder den ganschen nacht de kustlijn van Celebes en den vol genden morgen bij zonsopgang aanschou wen wij de hooge bergen der Minahassa. Menado ligt vóór ons. Als één streek ter wereld haar wijd en zijd vermaarden naam van lieflijkheid en schoonheid verdient, dan is dat de Mina hassa van Menado. Van dit van God geza- gende land gaat een bekoring uit, welke welhaast nergens in het Oosten eenige an dere landstreek den reiziger biedt. Niet slechts de natuur is van een overdadigs weelde, niet alleen biedt de weg van de ha venplaats naar Menado naar het zevenhon derd meter hoog gelegen Tondano, het cen trum van de Minahassa, de fraaiste natuur* tafereelen, vergezichten op de baai en de omliggende hooge bergen en vulkanen, maar ook de bevolking en haar woonsteden zijn in harmonie met de omgeving, zinde lijk, vriendelijk en vroolijk. In den vroegen ochtend geland, brengt ons de auto langs een prachligen weg snel naar het gebergte. De zonnestralen hebben nog niet hun volle kracht, de atmosfeer is heer lijk frisch, de dauwdruppels hangen aan de struiken. Aan weerszijden van den weg lig gen de klappertuinen, onderhouden als een Engelsch park. In eiken kampong, waardoor wij rijden, staan eerepoorten, zijn vlaggen uitgestoken. De Minahassa is in feestdos, ter eere van het groote blanke toeristenschip op de reede van Menado, ter eere van al die luxe-passagiers, dames en heeren van het verre Java, die door het trotsche schip der Koninklijke Paketvaart naar de uiterste Noord-Oost-punt van Celebes zijn gebracht om een der schoonste juweelen in den gordel van smaragd te bewonderen. Overal is men in de weer om de laatste hand te leggen aan de versieringen. Hier hanteert een huisvader nog even de verf kwast. daar bevestigen vrouwen en kinde ren kleine vlaggetjes in den pagger vóór het huis of zij vlechten bloemkransen voor fees telijke guirlandes. Na een schitterenden tocht van anderhalf uur langs een weg, die zich in ontelbare kronkelingen en bochten naar boven windt, bereiken wij het berg plaatsje Tondano, waar te onzer eere krijgs dansen en andere vermakelijkheden zijn op touw gezet. Onderweg reeds hebben wij het groot aantal Europeesche kerkjes opgemerkt, een vreemd gezicht in een Oostersch land schap. Doch naar men weet zijn de Mina- hassers Christenen en zij hebben, naar ons blijkt, de starre, fanatieke dweepzucht van den Islam, die den Tslamiet in eiken blanke nog steeds den vijand doet zien, verwisseld voor het vriendelijke, tegemoetkomende, opene van het ware Christendom. De Mina hassa is een der oudste gekerstende streken ,van onzen archipel, en wat meer is. zending en missie mogen met onverdeelden trots wijzen op de resultaten van hun werk, een welvarende, vrome, beschaafde en loyale bevolking op den uithoek van dit onmete lijke eiland, dat op zijn verder oppervlak een nog nagenoeg zeer primitieve bevolking, onder wie wilde Toraja's en hier en daar nog niet gansch en al gecorrigeerde koppen snellers. herbergt Dp Minahassa is een schoon land. de Minahassers zijn een be langwekkend, innemend, nog onbedorven i volk. i IWij zien den waterval van Tondano en daarna het prachtige zes en veertig vier kante kilometers groote meer van dien naam dat omgeven door hooge blauwe bergen in zijn kalme wateren de gouden zon en de jagende wolken weerspiegelt. Wij arriveeren midden in de negorij op de plaats, waar in een groote loods een soort van fancy-fair wordt gehouden en waar straks ook Ie krijgsdansen zullen worden opgevoerd. On derweg verrassen wij de krijgers, terwijl zij aan het proefexerceeren zijn. Terstond voe ren zij om onze auto een hunner krijgsdan sen uit onder het uitstooten van wilde kre ten. Deze lieden zijn uitgedost in de zotste uniformen, een draagt een admiraalspak, een ander is geheel in boomschors gewik keld. Allen hebben valsche baarden en val- sche snorren. De fancy-fair*wordt bediend door jeugdige schoonen van Tondano en Menado, die voor de gelegenheid Europee sche jurken hebben aangetrokken en er ook daarin wel wezen mogen, ofschoon men zich kan voorstellen, dat sarong en kabaai hun nog beter zullen staan. Aardig is een Menadoneesch fluilorchest van heel jonge knapen in vuurroode blouses, op wier mu ziek kleine meisjes en jongetjes een nationa- len dans uitvoeren. Als dit is afgeloopen zet een tot dusver verscholen gebleven Mena- doneesche jazz-band een shimmie in en dat is het sein voor passagiers en voor Euro peesche bewoners van heinde en ver maar dit feestelijk centrum samengekomen om aan het shimmiën te slaan, alsof er op dit tro pisch middaguur geen tropische zon aan den hemel stond. Wij echter gaan nu ijlings heen en genieten op den terugweg nog eens van de vergezichten op het berglandschap en de baai, waarop ons schip maar een heel klein wit stipje is. Laat in den middag licht ons schip het anker en een nacht varen brengt ons den volgenden ochtend in de baai van Gorontalo aan de Zuid-Oostkust van de reusachtige landtong, die het noordelijk deel van het groote eiland eiland Celebes vormt. De lezer, die uit de weinige regels, die ik aan Goron talo zal wijden en wellicht ook later uit de beschrijving van andere plaatsen, zal opma ken, dat onze reis ons ook wel eens naar minder belangwekkende en minder met na tuurschoon bedeelde 9freken voert, heeft volkomen gelijk. Hij gelieve echter te beden ken, dat ook het bezoeken van minder schoone en minder belangrijke negorijen van groot belang is voor de kennis en het zich een denkbeeld vormen van zoogenaam de buitenposten, waar kleine* groepen onzer landgenooten moeten leven en werken. De Indische medaille heeft ook een keerzijde cn het is niet de bedoeling dezer kronieken om \an het Indische leven alleen den rozegeur en den maneschijn te vertellen. Derhaivc, binnenvaren in de baai van Gorontale en bet ankeren voor de delta der Goronta'n- rivier levert nog een schillerenden aanblik, waarvan men in het koele ochtenduur kan' genieten, doch het bezoek aan de plaats kan slechts teleurstelling opleveren. Gorontalo als residentie kan men in een onchristelijke bui iemand wenschen, dien men niet graag mag. Behalve slechts copra wordt in de om geving nagenoeg niets geproduceerd, wat naam mag hebben, hetgeen ook niemand verbazen kan, die nader kennis maakt met dezë streek. De meeste huizen liggen in het water, niet principieel doch vanwege per manente ovefslrooming. Wij berijden per auto een weg, waarover op talrijke plaatsen een kleine bandjir stroomt. Dit is hier een gewoon verschijnsel. De inheemsche bevolking maakt den in druk zeer lui te zijn, hetgeen door compe tente Europeesche ingezetenen met graagt-» wordt bevestigd. Zij leven van de opbrengst van eenige klapperboomen op hun erven en verder van de hengelsport uit,het raam hun ner zitkamer bedreven. Na een half uur rij den bereiken wij de bezienswaardigheid van deze streek, het meer van Limboto, d. w. z. een kwalijk riekend moeras van ondergeloopen land, waardoor een diepere vaargeul loopt. Een vaartuig, bestaande uit twee samengebonden prauwen, waarop een soort prieel is gebouwd, brengt ons na een half uur varens op het eigenlijke meer, dat echter behalve een groote verscheidenheid van watervogels niets merkwaardigs ople vert en geen reden geeft om langer te blijven spelevaren. Daarom aanvaarden wij den te rugtocht naar Gorontalo en brengen het ge bruikelijke bezoek aan de plaatselijke sociëteit, waar wij op het terras van lauw bier genieten, aangestaard door een talrijke groep uit de inheemsche bevolking, die te gelijk een staalkaart is van boeventronies uit verschillende rassen. Vroeg in den mid dag verlaten wij gelukkig weer deze troos- telooze plaats. Vier Europeesche Gorontalo- neezen, die aan de Bar van on9 schip te veel kouden alcohol hebben gedronken, zenden ons van de kade hun melancholieke dronke- mans-groeten achterna. Geen wonder, die s'akkers. D. B, PLUIMVEE. Houtskool, zwavel enz. Onder de eenvoudige, maar toch zoo nut tige toevoegsels bij de voedering onzer hoenders mag men met recht de houtskool rangschikken. Men kan voor ons pluimvee gereed gemaakte houtskooistukjes koopen, maar kan ook zelf met een niet al te zwaren hamer gewone stukken houtskool, zooals men die van den brandstoffenhande- laar betrekken kan, fijn kloppen. De stukjes kunnen voor kippen der zwaardere rassen de groote hebben van een maïskorrel, voor krielen, fazanten en duiven wat kleiner. Het fijnkloppen is geen aangenaam werkje, doch men kaD er veel aan doen om zich wat minder zwart te maken. Daartoe leggen wjj op de te verkleinen stukken een stevige lap of zak, dan hameren wjj er op los, maar in een kalm tempo, teneinde niet binnen een minimum van tjjd het uiterlijk te hebben van een schoorsteenveger in functie. Het schijnt, dat de houtskool fitreerend, absorbeerend werkt en dit nog al gauw doet ook, want reeds een paar uren na het gebruiken van houtskool blijkt uit de zwarte kleur der meststoffen, dat de honts» kool zich heeft verdeeld en door het darm kanaal van den vogel is heengetrokken; allerlei onnutte stoffen met zich voerend. Ook voor kuikens is de houtskool nuttig. Ze regelt hun spijsvertering en blijkt vooral dur.ne, waterige ontlasting te bestrijden. Ook voor broedende hennen is de houtskool goed, daar de uitwerpselen de gewone, nor. male vastheid behouden en, wat opmerkelijk is, niet dien buitengewoon ondraaglijken stank van zich geven, dien men wel bij verkeerd gevoederde kloeken waarneemt. Om zeker te zijn, dat ze houtskoolstnkjee niet laten liggen, kan men ook deze stof als grof poeder flink door het zachtvoer mengen. Dit laatste geldt natuurlijk niet voor de kloeken, want die krijgen uitsluitend in hun broedtijd hun gewone gemengde graanvoer, volstrekt geen groen- en geen zachtvoer. Gewoonlijk pikken de hoenders de stukjes houtskool gretig op, zoodra zij er maar aan gewend zijn. Een andere voor pluimvee onmisbare stof is de zwavel, zonder welke zelfs het voort brengen van eieren onmogelijk zou zijn. In het meerendeel der voederstoffen is reeds zwavel in scheikundige verbinding met andere stoffen aanwezig en in het zoo wonderlijk ingerichte laboratorium van het kippen- lichaam wordt het afgescheiden en gaat het weer nieuwe verbindingen aan, die den groei eu de instandhouding mogelijk maken. Daarom is het goed, speciaal aan de fok- toom-exeraplaren een theelepeltje bloem van zwavel op het rantsoen zachtvoer van tien kippen te voegen. .Om de zwavel goed te verdeelen, roert men ze nauwkeurig door het nog geheel droge ochtendmeel. Som mige liefhebbers meenen, dat deze bijvoe ging van zwavel het veeren- en eiervreten voorkomt. Ook uitwendig bewijst zwavel goede dien sten bij de bestrijding van mijt en luis. Wat zwavelbloem in liet droge zandbad in hokken en nesten is altijd aan te bevelen. Een stuk pijpzwavel in den drinkpot te leggen is ge heel nutteloos. In oude tijden geloofde men daaraan ook voor honden. Maar aangezien zwavel onoplosbaar is in water, kan het nooit eenige werking uitoefenen. De voor hoenders van allen leeftijd zoo noodige kalk kan men hun op meer dan één manier geven. Direct als fosforzure voeder, kalk, door zeer fijn gestooten eierschalen, door fijn gebroken metselkalkpuin, door 't zeer kalkrjjke klavermeel, door gedroogde garnalen, door fijn geknipt gras. Nooit geve men ongebluschte tolk, want de dood zou er op volgen. Waar men met mijt en luis te kampen heeft, zal de gebluschte tolk een poed middel ter vernietiging dever parasieten blijken. Sommigen hangen een linnen zakje met droge, gebluschte kalk aan de zoldering van het nachthok op. Als nu het hok zijn schoonmaakbeurt minstens om de drie dagen heeft ondergaan, klopt men tegen het zakje en fijne kalkwolken ver spreiden zich in het rond en de kalkdeeltjes dringen door tot in alle naden en voegen. Zout moet ook niet vergeten worden, het werkt mee tot het smakelijk maken van het voer, maar zeer klein kwantum, want het vogellichaam is zeer gevoelig voor de werking van zout. Daarom mag men er steeds tegen waken, dat zoute kost, in welken vorm dan ook, buiten bereik der kippen blijft.' Nemen we aan een hoeveelheid zachtvoer voor tien groote kippen, dan mag daar niet meer in dan de oplossing in v.ater van tien gram keukenzout. Peper en aanverwante kruiderijen deugen niet voor on3 pluimvee. Het is te prik kelend in de maag en verhoogt onmiddellijk de lichaamswarmte, evenmin is het aan drijvend tot den leg, noch tot broedsch worden. Mosterd, mits volkomen onbedorven, is daarentegen niet te verwerpen. De hoeveel heid in het zachtvoer voor tien kippen mag niet meer zjjn dan een schraal theelepeltje. Ijzer in het drinkwater is goed, want het vormt een der bestanddeelen ran het bloed en doodt de ziektekiemen, die soms in het drinkwater aanwezig kunnen zijn. Die frisch leidingwater aan zijn dieren geeft, heeft een voorrecht boven anderen, die hun dieren water uit putten en slooten moeten voorzetten. RECLAME. Doos 50-60,Tube 80 ct. Bij Apoth.en Drogisten. 4617 Uitgesproken: C. P. den Hollander. Leiden, Lage Rijn dijk 6, W. F. van den Seen, te Leiden, Hooigracht 60. Rechter-comm. nir. A. S. Rucb. Curator mr. A. J. Sormani, te Leiden. H. Hogewoning Hzn., bloembollenkwee- ker, te Oegstgeest. Rechter-comm. mr. J. A. F. v. Asperen. Cur. mr. A. Beels, te Leiden. MEDEDEELING VAN DE LEIDSCHE ZWEMCLUB (REDDINGSBRIGADE). Leert zwemmen, opdat gij u'v medemensch van den verdrinkings dood zult kunnen redden. Ontdoe U voor het in 't water springen van zware kleeren en zoo mogelijk van uw schoenen. - n 1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 10