H. M. PIERROT
PAPIEREN ROZEN
OPRUIMING WEGENS VERBOUWING
WIJ MOETEN RUIMTE MAKEN!
m. 20630
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 17 Juni
Tweede Blad Anno 1927
BINNENLAND.
MAARSMANSSTEEG 7 14 21
NIEUWE KOOPJES IN ALLE AFDEELINGEN!
TWEEDE KAMER.
FEUILLETON.
DE INTERNATIONALE LUCHTDIENST.
De overeenkomst met de K.L.M.
Streng toezicht op het bedrijf
gewenscht De oorzaak van
de late indiening van het
ontwerp.
Verschenen is het verslag over het wets
ontwerp tot bevordering van het onderhou
den van luchtdiensten tusschen Nederland
en het buitenland door de Kon. Luchtvaart
maatschappij voor Nederland en Koloniën.
De commissie van rapporteurs maakt de
opmerking, dat, nu de regeering zeer prijs
stelt op de afdoening van dit wetsontwerp
nog vóór het zomerrecès, het bevreemding
wekt, dat het ontwerp op zoo korten termijn
voor het recès is ingediend, waardoor een
rustige kennisneming van dat voorstel on
mogelijk is gemaakt.
De meeste leden verklaarden met de al-
gemeene strekking van het ontwerp in te
stemmen. De opmerking werd gemaakt, dat
de voorgestelde subsidieering een „uitge
sproken" protectionistisch karakter draagt.
Hiertegenover werd opgemerkt, dat er voert
Nederland een openbaar belang bjj is be
trokken, dat de luchtvaartverbindingen in
Nederland en de voornaamste luchtvaart-
verbindingen van Nederland met Neder-
landsch-Indië en het buitenland onderhouden
worden door een Nederlandsche maatschappij.
Met liet algemeene standpunt ten aanzien
van denvrijhandel heeft, naar de meening
dezer leden, dit niets uit te staan.
Eenige leden verklaarden een subsidie van
f 2.800.000 zeer hoog te achten en tegen
het wetsontwerp bezwaar te moeten maken.
Door eenige leden werd gewag gemaaki
van geruchten omtrent verkwistende gewoon
ten, welke in het bedrijf der K.L.M. zoude*
zyn ingeslopen. Zij wenschten streng toe
zicht op het bedrijf, zoodat de financieele
offers, door het Rijk voor de instandhouding
en ontwikkeling der luchtvaart, het strikt
noodige niet te boven gaan.
Eenige leden betoogden de wenschelykheid
om in de overeenkomst bepalingen op te
nemen ter beperking van het luchtvaart-
verkeer op den Zondag. Vele andere leden
betwistten deze wenschelijkheid.
Gevraagd werd hoever de inrichting va8.
een luchtvaartverbinding met Ned. Indië
thans is gevorderd.
In een nota naar aanleiding van het Ver
slag verklaart de Regeering o.m.:
De late indiening van het ontwerp, die
ook de regeering ten zeerste betreurt, is
allereerst een gevolg daarvan, dat ter zake
van de te treffen regeling niet zoo spoe
dig overeenstemming werd verkregen tus
schen het Rijk en de K.L.M. als verwacht
was, en heeft vérder tot oorzaak langdurige
ongesteldheid van verschillende ambtenaren
van de betrokken afd. van het De{). van
Waterstaat.
Wat betreft de opmerking, dat de steun
aan de K.L.M. een protectionistisch karakter
zou dragen, schaart de regeering zich aan
de zyde van de leden, die in de tweede
plaats aan het woord waren.
Dat het subsidie van f 2.800.000 verdeeld
over zeven jaren te hoog zou zyn, kan de
regeering met het oog op de zeer groote
belangen, die hier op het spel staan, niet
toegeven.
De regeering zal niet nalaten, gebruik
te maken van de middelen, welke haar op
grona van de overeenkomst ten dienste staan,
om op de gestie van het bedrijf steeds
waar dat noodig is, toezicht te houden.
Overigens is aan de regeering van verkwis
tende gewoonten in het geheel niets ge
bleken.
Totnutoe onderhoudt de K.L.M. op Zon
dagen en Christelijke feestdagen geen ge
regeld luchtverkeer. Het is echter niet
onwaarschijnlijk, dat in het zich uitbreidende
internationale verkeer de exploitatie van de
luchtlijnen ook op Zon- en feestdagen niet
geheel zal kunnen worden ontgaan.
De verbinding met Ned.-Indië is thans
nog in een vergevorderd stadium van voor
bereiding. Verwacht kan worden, dat zjj,
zij het aanvankelijk in samenwerking met
fcuitenlandsche maatschappijen, binnen niet
al te langen tijd althans voor een groot
deel haar beslag zal krijgen.
ADRES VAN DE ONDERWIJS-CENTRALE.
De Onderwrjs-Contrale heeft aan de
Tweede Kamer een adres gezonden in ver
band met het wetsontwerp betreffende het
zevende leerjaar en het voorstel-Albarda,
betreffende de 7-jarige leerverplichting.
De Onderwijs-Centrale constateert daarin
met voldoening, dat ook bij de tegenwoordige
regeering eenige neiging bestaat, om de
nadeelen voor de volksontwikkeling, welke
de wet van 30 Juni 1924 veroorzaakte,
eenigermate weg te nemen. Zij wijst er
echter op, dat het regeeringsvoorstel slechts
een zeer kleine verbetering geeft en daar
om onvoldoende moet worden geacht en
dat zij het geheel eens is met de mo
tieven, die de tweede Kamer hebben ge
leid tot aanneming der motie-Suring, n.l.
deze, dat de verplichtstelling van het zevende
leerjaar en de invoering van den zeven
jarigen leerplicht urgent en mogelijk zyn.
Aangezien de inhoud van het regeerings-
ontwerp in geenen deele tegemoet Komt aan
de wenschen, door de Tweede Kamer ken
baar gemaakt en het voorstel Albarda wei
aan die wenschen tegemoet komt, verzoekt
adressante het regeeringsontwerp te ver
werpen en het voorstel-Albarda aan te
nemen.
DIENST- EN RESERVEPLICHT.
In een binnenkort te verwachten leger
order zal de minister van Oorlog ingevolge
besluit van den ministerraad ter kennis
brengen van de onder het dep. van Oorlog
ressorteerende diensten en ambtenaren, dat
militaire dienst en reserveplicht geenerlei
grond vormt tot ontslag uit of voor eenig
nadeel ten opzichte van een Rijksbetrek
king en dat. in verband daarmede, dienst
en reserveplichtigen bij sollicitatie naar
openbare betrekkingen niet op grond van
hun militaire verplichtingen mogen worden
achtergesteld.
Voorts mag t. a. v. dienst- en reserve
plichtigen in openbaren dienst het verblijf
in militairen dienst voor herhalingsoefe
ningen niet in mindering worden gebracht
van het hun toekomende ontspannings
verlof.
VERLOFSPERSONEEL.
Het lid der Tweede Kamer de.heer K. ter
Laan, stelde den minister van Oorlog de
volgende vragen:
1. Acht Z. E. de ministerieele beschikking
van 1 Maart 1926, luidende:
„Het verlofspersoneel geniet gedurende
den tijd. dat het aan de oefeningen deel
neemt, de verblijfsvergoedingen naar de be
ginselen, zooals die zijn vastgesteld voor
het ongehuwde beroepspersoneel",
niet in strijd met art. 9 der Reservewet
1905?
2. Zoo neen, met welk recht en op grond
van welke wet, welk Koninklijk besluit of
welken anderen maatregel van bestuur be
schouwt de minister dan het gehuwde re
serve-personeel, dat onder de wapenen is,
als ongehuwd?
RIJK EN GEMEENTEN.
Het Tweede Kamerlid de heer Lovink
richtte tot den minister van Financiën de
volgende vraag:
Is de minister bereid mede te deelen, of
het verslag der Staatscommissie, ingesteld
bij Kon. besluit van 18 Aug. 1921 no. 85,
betreffende de regeling der financieele ver
houding tusschen het Rijk en de gemeenten,
op een zoodanig tijdstip is te wachten, dat
met haar voorstellen door den minister
rekening kan worden gehouden bij de
Staatsbegrooting voor 1928?
DE RIJKSMIDDELEN.
De Rijksmiddelen hebben in Mei
f 48.736.864 opgebracht, voor wat de gewone
bronnen van inkomsten betreft (hetgeen
ruim f 3 3/4 millioen meer dan een jaar ge
leden. Aan buitengewone balen kwam daar
nog f 12.188.551 bij, of ruim 11 1/2 ton meer
afgescheiden van de f 4.037.726 uit de
nieuwe wegenbelasting. Sedert 1 Januari le
verden de gewone bronnen 1215.609.000 op,
zijnde ruim f 10.1 middelen meer dan ver
leden jaar.
RECLAME.
HORLOGEMAKER
r
TELEFOON 630 - 1293
Uurwerken met volle garantie enorm in prijs verlaagd
Lederwaren in elk genre *534
Huishoudelijke artikelen tegen Spotprijzen ^90
HET GEZANTSCHAP TE BERLIJN.
Gisteren heeft onze afgetreden gezant
baron Gevers Berlijn verlaten en heeft de
nieuwe Nederlandsche gezant, graaf Van
Limburg Stirum zijn intrede gedaan. Hij
zal, zoodra dr. Stresemann uit Genève terug
is, den rijksminister van Buitenlandsche
Zaken zijn opwachting maken en een be
zoek aan den rijkspresident von Hinden
burg brengen, teneinde hun zijn geloofs
brieven te overhandigen.
DE GROTIUS-MEDAILLE.
Het hoofdbestuur van de Verceniging voor
Volkenbond en Vrede heeft in 1925 een
Grotius-medaille ingesteld, jaarlijks aan te
bieden aan diegenen, die zich, hetzij op het
gebied van vredesbeweging, Volkenbond of
Volkenrecht, hetzij op het gebied van de
studie van Grotius' werken bijzonder ver
dienstelijk hebben gemaakt.
Deze medaille^ worden telken jare, in een
voor elk jaar afzonderlijk te bepalen aantal,
uitgereikt; in goud meest aan corporaties,
in brons aan personen.
Het hoofdbestuur heeft voor 1927 besloten
een tweetal bronzen medailles uit te reiken
en wel aan de heeren jhr.- mr. dr. H. A. van
Karnebeek, oud-minister van Buitenland
sche Zaken en oud-voorzitter van de tweede
Assemblee van den Volkenbond en aan jhr.
dr. J. Loudon, Nederlandsch gezant te Pa
rijs, voorzitter van de commissie ter voor
bereiding der Ontwapeningsconferentie.
DE ARBEIDSTIJD IN HET
BLOEMBOLLENBEDRIJF.
De Minister van Arbeid, H. en N. heeft
aan hoofden of bestuurders van bloemboll en-
peileryen in alle gemeenten des Rijks ver
gund, dat in hun ondernemingen door ar
beiders van 16 jaar en ouder, werkzaam by
het pellen van gerooide bloembollen, van
20 Juni tot en met 20 Augustus, in afwijking
van het bepaalde bij art. 24 der Arbeidswet
1919, tien uren per dag en 55 uren per
week arbeid wordt verricht, onder voor
waarde, dat de arbeidstijd van die arbeiders
in zijn geheel is gelegen tusschen 7 uur
voorm. en 7 uur nam.
Dr. A. K. M. NOYCNS, HOOGLEERAAR
TE UTRECHT.
Bij Kon. besluit is benoemd aan de Rijks
universiteit te Utrecht in de faciliteit der
geneeskunde, om onderwijs te geven in de
physioingie, tot gewoon hoogleeraar, dr. A.
K. M. Noyons, hoogleeraar aan de lvoomscli-
Kalholieke universiteit te Leuven.
ANTI-TREKHONDENBOND.
In de gisteravond te Den Haag gehouden
algemeene vergadering van den Anli-lrek-
hondenbond is het jaarverslag goedgekeurd.
Het ledental bedroeg op 1 Jan 1926: 1053,
op 1 Jan. 1927: 965. Het blijkt, aldus het
verslag, dat een verandering van de alge
meene opinie over het trekhondenvraagstuk
zich langzamerhand baan breekt en de ex
ploitatie van den hond als trekdier onder
de bestaande tre'khondenwct in breede krin
gen de overtuiging heeft gevestigd, dat de
toestand zoo niet kan blijven. Een adresbe
weging tot wetswijziging is op touw gezet.
Reeds 60.000 handte.ekeninge'ii zijn verkre
gen.
Tot hoofdbestuurslid werd gekozen J. R.
K. baron van Ittersum.
NEDERL. VEREEN. TOT BESTRIJDING
DER TUBERCULOSE.
Te Utrecht is de algemeene vergadering
gehouden van de Nederlandsche Vereeniging
tot bestrijding der Tuberculose, onder voor
zitterschap van dr. J. D. Hefting, wegens
ongesteldheid van mr. L. N. Roodenburg.
De voorzitter deelde mede, dat de samen
werking met Het Groene Kruis omtrent ae
opleiding der wijkverpleegsters haar beslag
kreeg. Reorganisatie van het museum wordt
overwogen. Het bestuur heeft besloten in
één plaats de oprichting van meer afdee-
lingen mogelyk te maken.
Het jaarverslag werd goedgekeurd.
De begrooting voor 1927 wordt in ont
vangst en uitgaaf geraamd op f 64.501,
met inbegrip van het nadeelig saldo over
1925 van f794.
Mede werd goedgekeurd de rekening en
verantwoording van het Pensioenfonds voot
ambtenaren en beambten der vereeniging.
Hierna kwam aan de orde het voorstel
van het bestuur tot hedenking van het 25-
jarig bestaan der vereeniging. Het ligt in
de bedoeling de plechtige feestelijke her
denking gepaard te doen gaan met een con
gres. Verder is het plan een nieuwe film
te maken en een gedenkboek uit te geven.
Het plan werd zonder stemming goedgekeurd.
In de namiddagvergadering hield dr. M.
R. Heynsius van den Berg een lezing met
lichtbeelden over zijn reis naar Amerika
en het Internationale Congres te Washington.
NEDERLANDSCHE AANNEMERSBOND.
Het hoofdbestuur van den Ned. Aanne-
mersbond en verschillende afdeelingsbestu-
ren werden gistermorgen officieel ontvan
gen ten raadhuize te Bussum, de plaats
waar de jaarvergadering, den vorigen dag
te Hilversum geopend, werd voortgezet.
De algemeene vergadering werd daarna
voortgezet in het gebouw „Concordia".
De afdeeling Deventer had verzocht als
punt van bespreking te nemen de mogelijk
heid der samensmelting van den Ned. Aan-
nemersbond en den Patroonsbond.
Het hoofdbestuur meende, dat het ge
wenscht was dat er naast den Aannemers-
bond een Patroonsbond zóu zijn, die de
arbeidsvoorwaarden speciaal diende te be
handelen Met dien Patroonsbond onder
hield de Aannemersbond de beste relaties,
en doordat de beidé bonóen elk op hun ter
rein werkzaam waren, konden de belangen
het best behartigd worden.
Over dit punt ontstond een geanimeerde
bespreking, waarbij gewezen werd op het
bezwaar der dubbele contributie, vooral
omdat van andere zijde aangedrongen werd
op hel verplichtend voorschrijven van het
lidmaatschap van den Patroonsbond voor de
afdeelingen. Het opgeworpen denkbeeld om
door verlaging der minimum-contributie
grootere aansluiting mogelijk te maken, kon
geen punt van overweging uitmaken.
Op verzoek der afdeeling Amsterdam zal
het hoofdbestuur een onderzoek instellen
naar de verplichting tot het plakken van
rentezegels bij ziekte.
Ir. L. T. v d. Wall, eerstaanwezend'inge
nieur der Zuiderzeewerken, hield daarna
aan de hand van groote kaarten, welke in
de zaal waren opgehangen, een voordracht
over de drooglegging der Zuiderzee, welke
met zeer veel aandacht gevolgd werd.
Als p|aats van de volgende algemeene
vergadering werd Dordrecht aangewezen.
H.K.H. Prinses Juliana heeft gisteren
in tegenwoordigheid van de Koningin, den
eersten steen gelegd van de Julianakerk
aan de Deventerstraat te Apeldoorn.
De gemeenteraad van Amsterdam heeft
met 2415 stemmen besloten tot vaststel
ling van een huurverordènjng, welke alleen
van toepassing zal zijn voor woningen tot
f 8 huur per week.
UIT NED. OOST-INDIE.
LUCHTVERBINDING
BATAVIA—SOERABAJA.
BATAVIA, 16 Juni (Aneta). Naar Aneta
verneemt, heeft de Regeering principieel in
gestemd met het verleenen van subsidie aan
de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij in
verband met de exploitatie van een lucht-
verbiyding lot vervoer van post en passa
giers tusschen Batavia en Soerabaja. Later
zal deze verbinding eventueel kunnen wor
den uitgebouwd naar de Buitengewesten.
HET ONTWERP-MIDDENSTANDS-
CREDIETBANK AANGENOMEN.
(Zitting van gisteren).
Aan de orde is het wetsontwerp: Onteige
ning van perceelen enz. noodig voor de ver
betering van den weg van Rijswijk naar
Hoek van Holland met zijtak naar Delft in
de gemeenten Rijswijk, Wateringen. s-Gra-
venhage. Monster en 's-Gravenzande.
De heer DROOGLEEYER TORTUYN
(V.B.) zou op een breede strook langs den
we'g een bouwverbod willen zien gelegd, om
dat hel niet onmogelijk is. dat de weg zal
moeten wordon verbreed, als het autover
keer nog meer is toegenomen. Voorts dringt
hij er op aan dat voorlaan gemeentebestu
ren. wien het aangaat, zullen warden ge
hoord bij den aanleg van dergelijke wegen.
De MINISTER zal aan deze opmerkingen
zijn aandacht schenken. Hij acht de breedte
van den weg voldoende.
Het ontwerp wordt z h st. aangenomen,
evenals het ontwerp Wijziging en verhoo
ging van hoofdstuk vijf der Staatsbegrooting
voor 1927.
Bij het Wetsontwerp Beschikbaarstelling
van een renteloos voorschol uit 's Rijks kas
ten behoeve van de N.V. Waterleiding Maat
schappij „Schouwen-Duiveland", gevestigd
te Zierikzee, verklaart de heer KERSTEN
(S. G. P.) zich tegen verplichte aansluiting.
De MINISTER zal de al of niet verplichte
aansluiting overwegen.
Het wetsontwerp wordt z.h st. aangeno
men.
Het middenstandscrediet.
Aan de orde is het wetsontwerp Wijziging
van het zevende hoofdstuk B. der Staatsbe
grooting 1927 (Centrale Middenslandscre-
dielbank). 1
De heer OUD (V.D.) ziet in het wetsont
werp een poging om te komen tot een ge
zond en afzonderlijk middensfandsbankwe-
zen. Er is volgens spr. wel degelijk een groep
die zich middenstand kan noemen en zich
niet wendt tot de groote banken. Er dient
echter voor gewaakt te Worden, dat het
middenslands-credietwezen niet ontaardt in
philanlropie. Hel moet crediel blijven De
oorzaak der deconfilure. waarin dit crediet-
wezen is geraakt, ziel spr. eenerzijds in het
separatisme, de versnippering en onderlinge
concurrentie, anderzijds in de omstandig
heid, dat het meer omvatten wilde, dan
waartoe het in slaat was. Door dit ontwerp
wordt het separatisme ernstig bestreden.
Wordt bet aangenomen, dan zal van onder-
lincc concurrentie geen sprake zijn.
By de toelichting op de garantieregeling
is de Minister wel wat karig geweest. Hy
zal dan ook bij de mondelinge behandeling
nog wel eenige inlichtingen wülen ver
schaffen. Heeft de regeering het in de tiand
de garantie te doen ophouden? Het zou
niet aangaan, dat de middenstand de garantie
De Roman van een Circnsmeisje.
Uit het Engelsch van RYBY M. AYRES.
Vertaald door J. van der Sluys.
(Nadruk verboden).
44)
Banshell had een grap gereed, maar een
blik op Roric deed hem zwijgen. Er was zoo
iets ernstigs aan hem; het was of er een
nieuwe, vastberaden mannelijkheid over
hem gekomen was; een sterke trek om zijn
flinken mond, een glans in zijn oogen, die
Banshell, lie hem toch jaren kende, noou
gezien had. Hij zei niets, maar trouwen met
een circuskind ging zijn versland te boven.
„Bon pour le badinago". maar overigens...
Roric leunde achterover in zijn' stoel en be
dacht of er geen mogelijkheid zou zijn om
met Fergerson te spreken.
Banshell stoorde zijn gedachten: Heb
je haar al gezien?
Roric keek hem verwonderd aan. Haar
gezien Wie bedoel je
Wel. je vrouw kerel. Ik moet aan de
Jdee wennen: jij met een vrouw 1
Roric beet zich op de lippen.
Ik heb haar niet gezien, zei hij kalm
Vanochtend zou ze geopereerd worden,
jnaar dat is uilgesfpld met het ong op Myers
Hij sprong op. Ik geloof dal ik gek werd
a's ik hier zoo doelloos blijf zitten. Maar
wal moet ik doen? Myers kan ik nu niet
lastig vallen, Fergerson is te ziek om iemand
te ontvangen en verder is niemand op de
hoogte.
Beste jongen, je vergeet degeen die het
allerbeste op de hoogte is, zei Banshell, die
nu volkomen ernstig was en de zaak ernstig
begon te nemen. De beide mannen keken
elkaar aan en Roric kreeg een kleur. Ver
draaid. dacht hij, ik moet waarachtig alweer
door een ander op mijn plicht gewezen wor
den, ik schijn nog een groot kind le zijn.
Een oogenblik zweeg Roric en toen:
Heb je er bezwaar tegen dat ik je een uurtje
alleen laat, Banshell?
Weineen, kerel!
Tien minuten later was Roderick Briton
op weg naar Bedmund.
Hij was buitengewoon opgewonden en
zenuwachtig. Maar toch schemerde door den
chaos van zijn gevoelens en gedachten de
zekerheid, dat de lijd niet meer veraf zou
ziin dat hij Rosalie's eerlijke en trouwe ge
negenheid zou beantwoorden met volkomen
hetzelfde innige gevoel. Lilian's vooze zelf
zucht had zijn oogen geopend voor wat
ware, onzelfzuchtige liefde was en hij ver
langde naar de koeslering ervan, maar hij
wist ook dat hij zou moeten geven om Is
ontvangen. En geven wilde hij uit de
volheid van zijn hart. hij had veel goed le
maken en de schokken van het laalste
etmaal hadden hemzelf nieuwe gebieden in
zijn hart en zijn ziel doen ontdekken.
Een koude rilling ging door hem heen
toen hij Gaffin's Corner passeerde en ver
stoorde zijn prettige gedachten Maar aan da
bitterheid om den tragischen dood van
Brenda Myprs paarde zich toch een diep ge
voel van dankbaarheid dat zijn leven ge
spaard was gebleven. En dat was niet uit
koude zelfzucht omdat hij het veege lijf had
kunnen redden, maar door het besef dat er
iemand was voor wie zijn leven waard?
had, iemand voor wie hij nog zoo heel veel
zou kunnen Joen, wier leven hij mooi en
rijk zou kunnen maken.
Het was nog absoluut niet zeker of Rosa
lie ooit wel weer heelemaal beter zou wor
den en dan zou zij zijn steun en toewijding
eerst recht noodig hebben.
Toen hij bij het landhuisje van mrs. Fow
ler kwam. zakte zijn moed in zijn schoe
nen. Hij draaide heen en weer voor hij aan
belde als een kiespijnlijder op de stoep van
een tandarts. Hij had geen flauw idee wal
hij zeggen zou als hij van aangezicht tot
aangezicht met zijn vrouw zou staan, hoe
zij hem zou ontvangen. Hij trachtte zichze.f
een oogenblik in te praten dat het mis
schien beter was te wachlen tot Rosalie wat
sterker zou zijn. Maar ten slotte duwde hij
toch het hekje open en belde aan Mrs.-Fow
ler deed hem open en er was iels in haar
houding, in haar vriendelijke oogen dat
Roric moed gaf en hij had weer dat manne-
lijk-waardige en krachtige toen hij zijn hoed
afnam en eenvoudig zei lk ben Roderick
Briton.
Haar gezicht had hem direct doen ver
moeden dat zij bij inluïte begrijp°n zou waf
er in hem omging, maar hij was niet voor
bereid op de diepe vreugde die uil haar
oogen straalde Ze legde waarschuwend den
vinger op den mond dat hij in de gang niet
praten zou Ze liet hem voorgaan en het
was alsof hij met zijn kloeke gestalte de
smalle gang heelemaal vulde. Ze trok hem
mee naar een achterkamer en sloot de deur
Roric wilde haar een explicatie zeven, maar
mevrouw Fowler voorkwam hem direct.
Het lieve kind heeft me gisteravond al
alles over u verleid. Ze zou vanochtend ge
opereerd zijn en ze scheen te denken dal ze
het niet meer overleven zou. Anders was ze
misschien blijven zwijgen. O, mr. Briton, u
weet niet wat 'n gouden hartje dat kind
heeft. Geen woord heeft ze in uw nadeel ge
zegd, geen poging gedaan om u in te pal
men of u op haar zijde te krijgen. Ze be
schuldigde u met geen woord, ofschoon
neemt u me niet kwalijk dat ik het maar
eerlijk zeg de schuld heelemaal aan uw
kant is Weet u wat ze gezegd heeft: ais
ik niet beter word. zeg dan tegen hem dat
ik er nooit spijt van heb gehad en dal ik
mijn belofte gehouden heb.
De vriendelijke stem van de vrouw klonk
aangedaan. De tranen kwamen haar in de
oogen toen ze Roric's bleek en beschaamd
gezicht zag
Zijn aantrekkelijke, frissche jongensach
tigheid. die den oud»n Fergerson altijd zoo
voor hem had ingenomen, trof ook haar;
impiusief legde zij haar hand op zijn arm.
O, mr. Briton, zei ze vertrouwelijk en
het leek er niels op dat ze elkaar tien minu
ten geleden voor hel eersl in bun leven ge
zien hadden. ze is het zoo echt waard dat
iemand van haar houdt en goed voor
haar is.
Een oogenblik bleef het stil. Toen vrotg
Roric mei een stem. heesrh van zenuwar'n-
tigheid: Mag ik haar nu zien? Of bent u
bang dal hef haar kwaad zal doen?
Het is misschien beter om baar voor te
bereiden Ze hoorde uw stem gisteravond.
fc°n u den dokter hier naar toe bracht en
toen opff ze zoo vreeselijk gehuild.Als
u even wachten wilt zal ik haar vertellen
Maar voor.hét eerst !;el Roric zirh gelden
Neen. zei hij kalm en ernstig. ik
wil haar zelf alles vertellen.
XXIII.
Rosalie lag met haar gezicht van de deur
afgewend, toen Roderick Briton voorzichtig
de kamer binnenkwam Ze had geslapen en
was wakker geworden door het geluid van
voetstappen in de smalle gang.
Het begon buiten al donker te worden.
Het haardvuur tooverde rosse glansen in de
kleine kamer en de gloed gal een warm-
rozige lint aan Rosalie'9 gezicht.
Roric sloot de deur en bleef een oogenblik
staan met zijn hand op de kruk. Er was iets
buitengewoons lief in hel teere figuurtje
daar op het bed en hij gevoelde zich gewel
dig aangegrepen duor de gedachte dat dit nu
zijn vrouw was. Het vervulde hem met een
groot gevoel van innigheid.
Terwijl hij daar stond draaide zij het
hoofd op het kussen om en hun oogen ont
moetten elkaar.
Hij had z.ch hel weerzien heel anders
vónrgésleld; hij had gevreesd dat het pijn
lijk en gegeiifprd zou zijn maar hel was m
werkelijkheid zoo natuurlijk, zoo vanzelf
sprekend en eenvoudig. Hij liep langzaam
de kamer door en knielde naast hel bed
neer. Ze lag doodstil, haar wijd open oogen
schenen het eenig levende aan haar gezicht
en hel was alsof die oogen een vraag stel
den die de lippen niet wilden uitspreken.
Hij hoog zijn hoofd op de slanke hand die
Kil op de deken lag en stamelde: Ik ben
teruggekomen. Rosalie kun je me alles
vergeven?
Hef was niet veel wat hij te zeggen had,
maar voor haar was hel genoeg; de k'ank
van zijn stem zei haar voldoende hoe vol
komen zijn berouw was.
(Wordt vervolgd).