PAPIEREN ROZEN overwerkte zenuwen No. 20613 LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 27 Mel Tweede Blad Anno 1927 GEMEENTEZAKEN. zmimtalMtm FEUILLETON. ONTSLAG EN BENOEMINGEN. Door B. en W. wordt voorgesteld aan den beer J. Koelma op diens verzoek met ingang van 1 Juni a.s. eervol ontslag te verleenen als opzichter bij het Bouw- en Woningtoe zicht alhier. Voorts om eervol ontslag te verleenen als leeraar in de Schei- en Natuurkunde aan het gymnasium alhier aan den heer J. J. Val kenburg, ingaande 1 Sept. a.s. en als onder wijzer bij het openbaar vervolg-onderwijs aan den heer J. M. Vos, ingaande op 12 Sept. a.s. den dag, waarop hij den pensioen gerechtigden leeftijd heeft bereikt. Ter benoeming van een opzichter, chef der afdeeling bestratingen, in den rang van hoofdopzichter, worden voorgedragen: lo. P. A. H. Knoben, opzichter bij den dienst der Gemeentewerken te Roermond; 2o. B. J. Sanders, opzichter bij den dienst der Gemeentewerken te Rotterdam. In verband met de tegenwoordige positie en het salaris van deze titularissen wordt eene benoeming in den rang van hoofdop zichter voorgesteld. In het Bestuur der Vereeniging tot Bevor dering van den bouw van Werkmanswonin gen zijn twee vacatures. Een door het aftreden van mr. E. A. Cos- man en een door het aftreden van dr. Th. W. van Lidth de Jeude. De laatste heeft mede gedeeld zich niet meer herkiesbaar te stellen. Voor de vacatures heeft het Bestuur der Vereeniging de navolgende aanbevelingen opgemaakt: Voor de vacature mr. E. A. Cosman: 1. mr. E. A. Cosman, 2. mr. H. F. A. Donders, beiden alhier. en voor de vacature dr. Th. W. van Lidt 'de Jeude: 1. mr. G. J. van Deventer, 2. mr. M. R. Rinkel, beiden te Leiden. VERHURING VAN HET BUITENGOED GROENOORD. In overeenstemming met het advies van de Commissie van Fabricage, geven B. en W. den Raad in overweging het perceel Haar- lemmertrekvaartweg No. 49, met tuin c.a. („Groenoord"), kadastraal bekend gemeente Leiden, Sectie K Nis 42 en 43, voor den tijd van twee jaren, ingaande 1 Juli 1927, tegen een jaarlijkschen huurprijs van f700.te verhuren aan J. M. Mante, alhier, met bepa ling, dat de huur daarna geacht wordt tel kens voor den tijd van drie maanden tegen denzelfden huurprijs te zijn verlengd, indien zij niet drie maanden voor het eindigen van den huurtermijn schriftelijk door een der partijen is opgezegd, zullende de huur in elk geval eindigen op 1 Juli 1939, zonder dat eenige opzegging daartoe wordt vereischt. OVERNEMING VAN GROND DOOR DE GEMEENTE. In verband met de uitvoering van de wer ken voor het noordelijk pompstation der cen trale rioleering aan den Heerensingel zal ter plaats een uitweg naar dien singel worden gemaakt. Indien de gemeente niet de beschik king krijgt over een strookje terrein zal een afscheiding over een lengte van circa 19 M. I moeten worden gemaakt. De eigenaar van deze strook grond ter I grootte van pl.m. 14 vierk M. heeft zich I echter bereid verklaard van die strook koste loos afstand te doen. De kosten op de overdracht vallende, zul len voor rekening van de gemeente komen. VERKOOP VAN GEMEENTEGROND. De heer J. Warmendam Pzn. te Noordwij- kerhout verzoekt B. en W. van de gemeente te mogen koopen een gedeelte berm ter grootte van pl.m. 570 vierk. M. aldaar. Waar er tegen dezen verkoop geen enkel overwegend bezwaar bestaat en er voor de gemeente geen enkel belang is waarom zij dezen grond zou willen behouden, geven B. en W. den Raad in overweging dezen berm- strook tot een totaal bedrag van pl.m. 570 vierk. M. aan den heer Warmendam te ver- koopen tegen f 1.10 per vierk. M. VERKOOP VAN EEN WONING AAN DE GEMEENTE WARMOND. Tengevolge van een veranderde wijze van gasvoorziening der gemeente Warmond be hoeft aldaar niet meer een fitter te worden gestationneerd en kan de door dezen be woonde dienstwoning worden verkocht Met het Gemeentebestuur van Warmond werd bereids overeenstemming verkregen over den verkoop van bedoelde woning met bijbehoo- rende schuur en grond, gelegen Dorpsstraat B 34, groot circa 14 Are en 44 centiare, ka dastraal bekend te Warmond Sectie D Nis 1737, 1738 en 1739, voor den prijs van f 11.500, hetgeen Comm. der St. Fabrieken aannemelijk voorkomt. Reeds werd door den Raad van Warmond op 28 April j.l. tot den aankoop besloten. B. en W. geven nu den Raad in overwe ging in denzelfden geest een besluit te ne men. VERGUNNING TOT DE VERGROOTING VAN DEN WATERVANG AAN DE LEIDSCHE DUINWATER-MAATSCHAPPIJ. De Leidsche Duinwatermaatschappij heeft aan den gemeenteraad toestemming gevraagd voor de uitvoering van werken onder de gemeenten Katwijk en Wassenaar ter ver grooting van den Watervang, bestaande in: lo. de uitbreiding van het kanaal met een lengte van 1210 M.; 2o. het plaatsen van 12 putten met mammouthpompen en verlenging der lucht- persleiding 3o. de uitbreiding van de transportleiding langs het nieuwe kanaal; 4o. het maken van een brug over dit kanaal. B. en W. stellen den Raad voor de uit voering dezer werken toe te staan, zulks onder de gebruikelijke voorwaarde, dat de Commissaris der gemeente bij de Leidsche Duinwater Maatschappij bevoegd zij zich in de uitoefening van zijn toezicht op de uit voering der werken te doen vertegenwoor digen door den Directeur der Gemeente werken, met dien verstande, dat op- en aanmerkingen slechts door tusschenkomst van den Commissaris bg de Directie der Maatschappij zullon worden aangebracht. DE KEERPLAATSKWESTIE VAN DE RIJN- EN SCHIEKADE. In de vergadering van 30 Augustus 1926 werd met 13 tegen 12 stemmen een motie van den heer T. Groeneveld aangenomen, waarbij B. en W. werden uitgenoodigd de noodige maatregelen te nemen, teneinde te bereiken, dat op ongeveer het midden van de Rijn- en Schiekade een keerplaats voor voertuigen wordt gemaakt. B. en W. hebben thans doen nagaan, op welke wijze aan dit besluit uitvoering zou kunnen worden gegeven. In de eerste plaats hebben zjj daartoe laten onderzoeken, in hoeverre voor de ge meente ongeveer in het midden der Rijn en Schiekade de beschikking was te ver krijgen over eenige naast elkaar gelegen voortuintjes. Dit bleek alleen het geval met d9 tuintjes Nis. 49 en 50 en dan nog slechts tot een diepte van 2 M. uit den gevel; de totale diepte bedraagt 5.50 M., de aldus te winnen diepte derhalve 3.50 M De lengte van ieder der voortuintjes be draagt 5.30 M„ de in totaal te verkregen oppervlakte mitsdien pl.m. 37 M2. De prijs bedraagt f10 per M2., dus f370 voor beide voortuinen te zamen. Hierbij komen dan nog de kosten van overdracht, het terugplaatsen van de hekwerken, het bestraten, het rooien van boomen en het verplaatsen van een gaslantaarn en een straatkolk. De uitvoering van dit plan kost, den aankoop van de voortuintjes inbegrepen, f 800. Hiervoor wordt een keerruimte verkregen ter lengte van 10.60 M. (de gezamenlijke lengte der beide voortuinen) en ter breedte van 9.60 M. Het voornaamste bezwaar tegen het plan van B. en W. is, dat 't de betrokkenen niet helpt aan hetgeen zij wenschen, aangezien de breedte der aldus te verkregen keerplaats te gering is. Zij hebben derhalve onderzocht, op welke wjjze deze breedte grooter zou kunnen worden gemaakt. Dit ware te be reiken door, behalve bij trekking van de voortuintjes, de bestaande schoeiing over lenge van 20 M. op te trekken en daarachter een gelijk met den weg liggende grond- aanvulling en bestrating aan te brengen. Op de verhoogde schoeimg zal een leuning en op ieder der uiteinden een gaslantaarn moeten worden geplaatst. De kosten van dit plan bedragen in totaal f 1400; de keerplaats verkrijgt aldus een breedte van 11 M. Een keerplaats van voldoende breedte is echter h.L slechts te verkrijgen door haar boven dien 1.50 M. in het vaarwater uit te bou wen. Een zoodanige uitbouwing zal evenwel behalve op de hooge kosten (in totaal f 2500) moeten aïstuiten op haar vermoedelijk on verenigbaarheid met de waterstaats- en scheepvaartbelangen. B. en W. meenen, dat de eenig over blijvende mogelijkheid, om aan het besluit uitvoering te geven, bestaat in het maken van een keerplaats op het te dempen sloot- gedeelte tusschen de perceelen Nis. 65 en 66, voor f7000, benevens de kosten van overdracht. De kostenzullen derhalve met inbegrip van die voor het maken van de keerplaats ad f700, tezamen pl.m. f8000 bedragen, waartegenover alleen huur staat, die van het door den aanleg van de kesr- plaats belangrijk in waarde verminderde perceel zal kunnen worden verkregen. Mocht de Raad derhalve, in afwijking van bet bekend advies, van meening bljjven, dat het noodzakelijk is tot het maken van een keerplaats ongeveer in het midden van de Rijn- en Schiekade over te gaan. dan geven B. en W. in overweging te besluiten al3 't laatst vermelde. NADERE VASTSTELLING VAN VOORSCHOT AAN BIJZONDERE SCHOOLBESTUREN. Door eenige schoolbesturen is de wen9ch te kennen gegeven, dat als grondslag voor de berekening van het voorschot op de ex ploitatievergoeding voor he\ jaar 1927, in plaats van de uitgaven volgens de gemeen te-Tekening 1925, alsnog worden genomen de uitgaven volgens de laatst gesloten ge meente-rekening. i.e. die over 1923, waar door, althans voor het gewoon lager onder wijs, aanspraak op een hooger voorschot zou kunnen worden gemaakt. Aangezien daartegen noch bij de overige besturen noch bij B. en W. bezwaar bestaat, hebben B. en W. ^ich bereid verklaard een aanvullend voorstel aan den Raad te doen toekomen. Gelijk uit het Ingekomen Stuk No. 149 van 1926 is gebleken, beliepen de kosten per leerling van het gewoon lager onderwijs en die van het uitgebreid lager onderwijs over 1923 resp. f 17.11 en f24.32. Bij de berekening van deze bedragen wer den echter buiten beschouwing gelaten de kosten van brandassurantie, waaromtrent bij Koninklijk Besluit, d.d. 28 Januari j.l. werd beslist, dat zij wel in aanmerking die nen te worden genomen. Dientengevolge worden de bovengenoem de bedragen van f 17.11 en f24.32 verhoogd resp. tot f 17.20 en f 24.43. In verband met een en ander geven B. en W. in overweging: het voorschot op de ver goeding voor het jaar 1927, bedoeld bij ar tikel 101 der Lager Onderwijswet 1920, uit te keeren aan de besturen der bijzondere scholen, aanvankelijk (met inbegrip van de vergoeding voor vakonderwijzers) vastge steld op f 83.686, nader vast te stellen tot een totaal bedrag van f 91.465. VERGOEDING KRACHTENS ART. 100 DER L.O.-WET 1920. Art. 100 der Lager Onderwijswet 1920 bepaalt, dat. indien in eene gemeente aan een openbare school meer onderwijzers werkzaam zijn dan het a.anfal, waarvan de jaarwedden door het Rijk aan de gemeente worden vergoed, het bestuur eener, naar de onderscheidingen van art. 3, tweede en vierde lid van genoemde wet, overeenkom stige bijzondere school in die gemeente aan spraak heeft op vergoeding uit de gemeentp- kas van de jaarwedden en wedden van een met betrekking tot het aantal leerlingen aan elk dier scholen, evenredig aantal aan dio scholen verbonden onderwijzers. In verband daarmede werd door verschil lende Schoolbesturen een verzoek om een vergoeding gedaan en voorgesteld wordt daaraan te voldoen. Het bestuur der school aan de Iloogl. Kerkgracht dat krachlens het eerste lid van artikel 100 geen aanspraak op vergoeding maken, vraagt op grond van het tweede lid van dat artikelvergoeding van de jaarwedde van een leerkracht over het tijd vak van 1 Mei31 December. Die „andere" leerkracht werd met ingang van 1 Mei 1925 aangesteld ter vervulling van een op dien datum ontstane vacature. Naar de meening van B. en W. kan slechts vergoeding wor den verleend over het tijdvak van 1 Ja nuari1 Mei en niet over het resteerende deel van het jaar. Al geven zij gaarne toe, dat de redactie van artikel 100 niet bepaald overduidelijk is. blijkt h.i. toch wel, ook uit de geschie denis van dat artikel, dat met de slotbepa ling van het tweede lid, „en tot twee jaren daarna" wordt bedoeld het gedurende zeke ren tijd „behouden" van boventallige leer krachten aan de bijzondere school en niet het bevorderen van het voor rekening van de gemeente aanstellen van boventallige leerkrachten aan eene bijzondere school. Het kan toch nimmer in de bedoeling van den wetgever, die de gelijkstelling wilde, gelegen hebben mogelijk te maken, dat een schoolbestuur, op kosten van de publieke kas. een leerkracht benoemt boven de for matie van het personeel aan de openbare scholen. Zij meenen dus dat aan de wet geen deug delijk motief kan worden ontleend om de door het bestuur der school voor gewoon lager onderwijs aan de Hooglandsche Kerk gracht gevraagde vergoeding over het tijd vak van 1 Mei31 December 1925 staan. WIJZIGING DER BEGROOTING DIENST 1927 KEURINGSDIENST VAN WAREN. Bij schrijven deelen Gedeputeerde Staten eenige opmerkingen mede naar aanleiding van de ingezonden begrooting voor den dienst 1927 van den Keuringsdienst van Waren in het district Leiden. De eerste opmerking betreft de afschrij ving op de verbouwingskosten. Op volgn. 14 van de uitgaven is uitgetrok ken als afschrijving wegens waardevermin dering f384.96, zijnde l1/» pet. van de ver bouwingskosten „na aftrek van de afschrij ving over 1926." Dit is onjuist. Met Gedeputeerde Staten zijn B. en W. van oordeel dat de afschrijving steeds behoort te geschieden van de volle som der verbouwingskosten. De 9om der af schrijving zou anders van jaar tot jaar min der worden. Wij zullen dan ook bij het opmaken der begrooting voor het volgend jaar met de ge maakte opmerking rekening houden. Wat betreft het verschil met betrekking tot de som uilgetrokken wegens rente van de waarde van den inventaris, kunnen B. en W. mededeelen, dat het bedrag van f 3953.55 al leen betrof de waarde van de instrumenten. Bij nader inzien meenden zij dat ook de chemicaliën tot den inventaris behoorden en dat het alleszins rationeel was de rente te berekenen van de volle waarde, d. w. z. van het geheele door de gemeente Leiden ver strekte kapitaal. Zij zullen het College van Gedeputeerde Staten dan ook in dien zin inlichten. De derde opmerking vordert eene wijziging van de begrooting. Zij is echter van formee- len aard en brengt geen verandering in het eindcijfer. Voor zoover noodig zullen B. en W. in ver band hiermede ook een wijziging voorstellen van de gemeente-begrooting. BESCHIKBAARSTELLING VAN GELDEN VOOR AANSLUITING OP DE CENTRALE RIOLEERING. Nu het zich voorzien laat, dat het noorde lijk hoofdrioolgemaal met de persleiding naar de Slaaghsloot dezen zomer gereed zal ko men, is het gewenscht dit niet werkeloos te laten blijven, doch nog dit jaar over te gaan tot aansluiting van eene eerste wijk op de centrale rioleering. De aansluiting van ver dere wijken kan daarna in 1928 en volgende jaren geschieden, aldu9 B. en W. Het stads gedeelte benoorden den Maresingel en den Heerensingel komt het eerst voor aansluiting in aanmerking. De kosten van deze aansluiting zullen vol gens B. en W. pl.m. 68.000 bedragen. Behalve de genoemde kapitaalsuitgave zal voor 1927 nog een exploitatie-uitgave noodig zijn van f 2200. B. en W. geven den Raad derhalve in overweging deze bedragen ter hunner be schikking te stellen. VERBETERING EN VERBREEDING DER HAARLEMMERVAART. Bij de beihandeldng van de be^rooting voor 1926 weard door den heer J. J. van Stralen, een motie ingediend, waarbij de Raad werd uitgenoodigd zich, mede uit RECLAME. almeeren en worden gesterkt door Buisje 75cl Bij Apoth en Drogisten. 3230 werkverruimingsoogpunt, uit te «preken: voor een verbetering en verbreiding van den Haarlemmerweg, gepaard gaande zoo mogelijk met het doen vervallen van do voortuinen on hot dempen van de sloo- ten. Doze motie werd om praeadvieo in handen gesteld van B. en W. Zij deelen dienaangaande thans heit volgende mede. Een aanvankelijk onderzoek wees al spoedig uit, dat een verbetering en ver breeding van den Haarlemmerweg over de volle lengte, van de Warmonderbrug tot den spoorwegovergang, bestaande uit het aanbrengen van een klinkerbestrating, aankoop van de voortuinen, en het maken van een rijwielpad en een verhoogd trot toir, een uitgave met zich zou brengen van f 78.000. Een dergelijk© groote uitgave kwam aan B. en W. alsook aan de Commis sie van Fabricage voor dat doel niet gej wettigd voor. Vergeleken met tal van an dere werken in deze gemeente, kon de voorgestelde verbetering van den Haar' lommerweg h.i. niet als zoo urgent worden beschouwd, dat een uitgave van f 78.000 daarvoor te rechtvaardigen zou zijn. Voor werkverschaffing van eenige beteekenia leende het werir zich bovendien niet, aan gezien het voor een groot deel uit verstra ten bestond. Overeenkomstig h»et advies der Com missie van Fabricage is toen een nader onderzoek ingesteld naar de koeten van uitvoering van een beperkter plan, alleen voor het gedeelte tusschen de Warmonder brug en de Groen oord straat waarbij alleen een rijwielpad en een verhoogd trottoir zouden worden aangelegd en het maken van een klinkerbestrating achterwege zou blijven. Allereerst werd daarbij onderzocht, in hoeverre de eigenaren der voortuinen be reid waren deze om niet aan de gemeente af to staan. Nadat evenwel gebleken wa§,; dat het overgroote deel der eigenaren hier toe niet bereid was, werden onderhande lingen geopend over aankoop op de basis van f 10 per M2. Deze onderhandelingen' leidden tot het volgende resultaat. Van de 37 voortuinen zijn er 27 ?n hun geheel ver krijgbaar tegen f 10 per M2., bovendien 3 tegen dien prijs tot 1 M. en 3 tot op 1.50 M. uit den gevel. Van den eigenaar van 1 voortuin werd, ook na herhaald verzoek, geen bericht ontvangen, terwijl voor 3 voortuihen prijzen werden gevraagd van resp. f 12, f 20 en f 25 per M2. Voorta bleek de eigenaar van het 6lootgecreelte voor dé perceelen Nis 4143 bereid dit gedeelte om niet aan de gemeente af te staan. Uitgaande van de veronderstelling, dat ook aan hen, die zich vroeger tot gratis afstand bereid verklaarden, thans f 10 per M2. wordt betaald, zullen de totale kosten' van uitvoering van dit beperfete plaö f23.200 bedragen. Men zou hiervoor tus schen de boomenrij en de huizen vanaf de Warmonderbrug tot aan de Groenoord- 6traat naast elkaar een rijwielpad en eeö verhoogd trottoir krijgen, ieder ter breedtyé van 3 M. doch op niet minder dan 4 plaat- een, n.l. bij de Nis 3, 13, 15 en 26 onder broken, terwijl op 2 andere plaatsen, n.L bij de Nis 22—24 en 3810 een gedeelte lijke onderbreking zou plaat* vinden. Met de Commissie van Fabricage betwijfelen B. en W. of deze voorziening, welke bo vendien niet zal bijdragen tot werkverrui ming, aangezien deze werkzaamheden ge heel in eigen beheer dienen te worden uit gevoerd, het daarvoor te besteden bedrag wel waard is, temeer waar een dergelijke De Roman van een Cizcnsmeisje. Uit het Engelsch van RYBY M. AYRES. Vertaald door J. van der Sluys. (Nadruk verboden). 27) Maar Fergerson zou toch een wakend oog I op hem blijven houden, zonder dat hij het zelf wist en te hulp komen, als er een mo ment kwam, dat Roric het werkelijk niet alleen zou klaarspelen. En als de oude heer zou vinden, dat de tijd ertoe gekomen was, zou hij hem weer zachtjes en voorzichtig oaar zich toe halen. Maar eerst moest hij keren op eigen beenen te staan. De taxi ver dween om een hoek van de straat en Fer- Eerson ging het huis binnen. Een bediende ontving hem met de mede deling dat op zijn werkkamer een heer op hem zat te wachten. Hij was gekomen even üadat de advocaat was uitgegaan. Het was k- Myers. Fergerson was zeer verheugd over dat be- z°ek en ging naar de bibliotheek. Zijn be uker had het zich gemakkelijk gemaakt e& had beslag gelegd op een formidabele kist froote sigaren. Je ziet. dat ik me hier al thuis voel, zei opgewekt, terwijl hij opstond en zijn gastheer begroette. Ik was zeker wel de laatste, dien je hier verwacht te. hè? .Ja, ik ben benieuwd om te hooren, hoe hl hier zoo opeens verzeild komt Brenda Uitstekend, dank je..Ik ben recht streeks van Bedmund hierheen gekomen. Van Bedmund? Ja, ik ben hier in Londen met het oog op onze kleine vriendin, Rosalie Dean. De oude heer had moeite om niet te laten merken hoe groot zijn belangstelling was. Je zult het misschien vreemd vinden, Teddy, zei de dokter, maar ik ben tot het besluit gekomen om niets onbeproefd te laten om haar er bovenop te helpen, al kost het me ook mijn laatste penny. Fergerson keek hem vebaasd aan. Ik heb haar vanochtend nog eens heel nauwkeurig onderzocht en nu ben ik naar de stad gekomen om het geval eens met Idd- ler te bespreken, je weet wel, den bekenden specialist. Hij is de eenige die me helpen kan, als er hulp mogelijk is. Het zal na tuurlijk handen vol geld kosten, maar die Sherny. «Fergerson maakte een afwerend gebaar. Ze sterft liever dan'dat ze naar hem teruggaat, Eustace. Ik beschouw de zaak als medicus; als er voor een geval hulp bestaat, mogen we niets onbeproefd laten. En bovendien, als ze weer heelemaal flink en gezond is, heeft ze waarschijnlijk een ander oordeel over de zaak dan nu; ze is immers heel zwak en uitgeput. Na den lunch ga ik naar Iddler; ik heb hem getelegrafeerd. Ik wil zien. dat ik hem in Bedmund krijg voor een consult. Ja, ze huilde toen ik haar zei, dat ik dacht, dat we haar beter zouden kunnen maken. Maar dergelijke overwegingen mag ik als medicus niet laten gelden. Doch ik kan eigenlijk niet wijs uit haar worden. Ze heeft gebeden en gesmeekt om er toch geen anderen dokter meer bij te halen en baar maar aan haar lot over te laten. Ik'wil niet beter worden, ik wil niet beter worden zegt ze telkens maar. Er moet toch meer achter zitten dan alleen de angst voor Sherny. Hij is een bruut, maar ten slotte heeft ze het toch zooveel jaren uit gehouden bij hem. Ik wilde dat ik maar precies wist wat er achter zat. Ik vroeg haar naar dien trouwring of ze getrouwd was en wie haar man was, maar ze gaf eenvoudig geen antwoord. Natuurlijk een een of andere jonge schoft, durf ik wedden. Als ik maar gewaar kan worden wie het is. Mrs. Fowler zei me, dat er voortdurend een gebrekkige man om het huis zwerft. Maar dat zal haar man toch zeker niet zijnl Natuurlijk nietl Hoe kun je dat zoo gedecideerd zeg gen? Dr. Meyers keek hem vorschend aan. Zoo'n kind zal toch niet met zoo iemand trouwen 1 Je kunt nooit met absolute zekerheid zeggen wat een vtouw wel of niet zal doen. Maar het lijkt mij ook niet onwaarschijn lijk. Ik geloof dat het een heel mysterieuze geschiedenis is. Het schijnt je bijzonder te interee- seeren, merkte de oude Fergerson droogjes op. Inderdaad. En met Brenda is het net zoo. Ze is vanochtend met me mee geweest. Misschien kan zij het vertrouwen van het meisje winnen. Een vrouw is 9oms eerder openhartig tegen een oudere vrouw dan tegen een man. Brenda denkt dat het meis je getrouwd is met iemand boven haar standmet iemand, die zich voor haar schaamt. Brenda's tusschenkomst beviel Fergerson maar matig. In elk geval, ging Myers voort, moeten we dien kerel vinden. Rosalie heeft ten slotte toegegeven dat ze getrouwd is, toen ze zag dat ik er toch van overtuigd was. Ze smeekte om het aan niemand te vertel len en dat zal ik natuurlijk ook niet doen, behalve aan jou en aan Brenda dan. Ik zei ook nog. dat als ik naam en adres van haar man wist, ik zou zorgen, dat hij bij haar kwam. En wat zei ze daarop, vroeg Fergerson geïnteresseerd. Als hij om me gaf, zou hij al dien tijd bij me geweest zijn. Daar is niet veel tegen in te brengen, vindt je ook niet?, zei de dok ter. Fergerson gaf geen antwoord; met toege wijde zorgvuldigheid koos hij zich een sigaar uit een openstaand kistje. In elk geval, praatte Myers door, zie ik er Brenda wel voor aan, om achter de waar heid te komen. Als het haar niet lukt, lukt het geen men9ch. Fefgerson dacht aan het vastberaden ge zichtje van de kleine Rosalie en twijfelde ernstig aan 't succes van Myers vrouw, on danks haar charmes en haar diplomatie. De beide mannen lunchten samen. Myer3 praatte aan een stuk door, maar de oude scherpzinnige menschenkenner merkte al gauw, dat er iets onnatuurlijks en opge schroefds was in de vroolijkheid van zijn vriend en dat er iets was, waarmee hij niet goed voor den dag kon komen. Hij kon het gevoel niet van zich afzetten, dat er in de belangstelling van zijn vriend voor het cir cusmeisje. nog wel een ander element school dan het zeer hoog-opgevatte plichtsgevoel van den medicus. Na den den maaltijd zaten beiden met een sigaar aan een kant van het vuur. Fer gerson achtte het moment gekomen om maar eens van wal te steken, Je moet me niet kwalijk nemen, Eustace, dat ik er eerlijk voor uitkom, maar ik kan het gevoel niet van me afzetten dat je me niet alles hebt gezegd, dat je eigen lijk op het hart hebt. Ik ken je hooge opvat* ting van je plicht als dokter, maar is er mis schien nog een andere reden dat je zooveel belang stelt in Rosalie Dean? De scherpzinnige advocaat verloo chent zich nietl Maar laat ik niet probee- ren me er met een grapje af te maken; ik ben eigenlijk blij dat je me om zoo te zeg gen dwingt om eerlijk op te biechten. De waarheid is. Teddy, dat ik evenals jij de gedachte niet kan verdragen dat het kind weer naar het circus terug zou moeten. Het is een hondeleven en ik heb me afgevraagd of het niet mogelijk zou zijn dien Sherney af te koopen, al heeft hij geen recht op het meisje. Maar dan zijn we tenminste van hem af. Hij geeft zelf toe dat hij geen recht op haar heeft; haar moeder was school rijd ster en die schijnt heel jong gestorven te zijn. Sherney heeft haar daarna als kind aangenomen. Haar vader is hij in elk ge val nieten wie het wel was. dat schijnt een mysterie op zich zelf te zijn. Alleen zegt Sherney dat haar moeder altijd ver klaard heeft, dat het meisje een kind uit een wettig huwelijk i9. Maar om op de zaak te rug te komen: ze is doodsbang voor Sherney en heeft een gruwelijken hekel aan hem. Nu zou ik zoo graag willen dat het kind een betere toekomst tegemoet ging.... het is zoo'n lief, aardig meisje. Als ze een paar jaar jonger was zou ik geen moment aar-r zelen om haar te adopteeren, maar onder deze omstandigheden is het onmogelijk. Trouwens.... Brenda zou er niet van wil* len hooren. J (Wordt vervolgd)*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 5