jVo. 20608
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 20 Mel
Vierde Blad Anno 1927
NIEUWS UIT BELGIE.
Krabbels uit Zwitserland.
LAND- EN TUINBOUW.
(Van onzen bijzonderen correspondent).
DE KUST.
Brussel, Mei 1927.
Een bijzondere verkenningstocht, die wij
dezer dagen als excursie ondernamen naar
de Vlaamsche kust, bracht ons op het idee
u, nu het reisseizoen toch voor de deur
staat, een en ander te vertellen over dit
gédeclte van Belgie En er ia veel over te
vertellen. De Vlaainsche kust is immer?
het „rende-z vous" van talrijke badgasten.
Van aan het Westelijke De Panoe tot aan
het Oostelijke D«f Zoute, 65 kilometer lang,
verheffen zich prachtige duinen en kan
iedereen, die van het zeestrand houdt, er
zijn genoegens vinden.
Onze tocht, die ons met verscheidene
vooraanstaande personen in aanraking
bracht, maakte het ons nogmaals duidelijk
we zullen u dit besluit alvast maar me-
dedeelen dat het leven aan de Belgische
kust beelemaal van uitzicht is veranderd,
sedert den oorlog en zich een wijziging
heeft voorgedaan m de waarde en het ka
rakter van het zomerleven in de verschil
lende plaatsen. De tijd, dat Oostende de
verga de plaats was van de High life, dat
cr een élité aangetroffen werd van de
beste families, die het strandleven aristo
cratisch en gedistingeerd maakte, is voor
bij. Het léven dat zich daar ontwikkelde,
heeft zich verplaatst naar andere kustge-
meente, een waarheid, die eigenlijk slechts
weinig bekend is in het buitenland, waar
men van de Belgische badsteden vooral
Oostende verkeerdelijk schrijft een Ne
derlander wel eens Ostende kent. De
redenen daarvan zijn veelvuldig. De ont
wikkeling, die Oostende vóór den oorlog
reeds heeft genomen, ook door den wil
van den Koning, die van de stad ,,la reine
des plages" of ,,de koningin der badste
den" wilde maken, maakte haar spoedig
tot een werkelijke stad, met al de bedrij
vigheid daaraan verbonden, zonderr het
rustige van een villegiatuur. De aanhou
dende reclame voor Oostende had boven
dien als gevolg, dat bij elke gelegenheid
de massa kleine luiden uit de provincie
naar de stad trok. Een doorsnee Brusselaar
het „ketje"' b.v., waarop de „élite" niet
gesteld is, zal zelden van kust spreken zon
der Oostende te bedoelen. De talrijke bui
tenlanders, die 6edert den oorlog te Oosten
de kwamem, voornamelijk Engelschen en
ook wel Nederlanders, bebooren niet meer
tot den stand van hun landgenooten, die
vroeger geregeld de stad bezochten. De
lage stand van den Belgischen franc is
daarvan de oorzaak. De mindere burger
verkeert hierdoor immers ook in de mo
gelijkheid een buitenlandsche reis te on
dernemen. De vroegere aristocratische be
zoekers blijven echter uit Oostende weg
om al deze redenen, en mede om de moei
lijkheden van de spelen in de Kursaal. Die
spelen zijn namelijk bij de Belgische wet
verboden. Zelfs de koninklijke gunst schijnt
Oostende ontsnapt, want het „Chalet
royal" aan den Oostendschen dijk, dat
trouwers steeds onbewoond bleef in de
laatste jaren, is t.han9 te koop gesteld.
De liefhebber wordt in het buitenland ge-
eoch en de opbrengst van den verkoop
zal worden gestort in het amortisatiefonds.
Meer Zuidelijk, m een rustige omgeving
zal door architect Vandevelde een mouw
koninklijk paviljoen worden gebouwd.
Het uitzicht van de „Koningin deT bad-
iteden" is er intussohen in niet» op voor
uit gegaan. Terwijl vroeger de weelderig
ingerichte palace* vrijwel al hun kamers
bezet hadden met rijke gasten, van beken
den naam en aanzien, moeten rii thans
trachten huD zaken te doen mot de par
venu's van na den oorlog, de O.W. ers en
vreemdelingen va.n verdachten oorsprong,
samen met de elegante dames, die daar,
als onvermijdelijk rondazen. Dc prijzen
gaan hierdoor verschrikkelijk omhoog-
Door gebrek aan gasten echter, „die kun
nen betalen", is het vorige jaar menig
groot hotel gesloten gebleven. Het groote
Palace-hotel b.v. te Oostende, dat vóór
den oorlog een voornaam centrum was van
ocsmopolitisch aristocratisch levem is se
dert eenige jaTen bij gebrek aan belang
stelling gesloteD gebleven en werd in 1925
door de maatschappij van buurtspoorwe
gen aangekocht om er haar bureelen on
der te brengen De Belgen en de meeste
vreemdelingen van goeden huize, behou
dens eenige uitzonderingen, trekken zich
terug in minder groote plaatsen, als est-
jende en Knocke (Do Zoute), .waar op zeer
gezellige wijze wordt geleefd. De kleinere
hotels in de groote badsteden, als Oostende
en Blankenberg©, doen echter schitterende
zaken. De mindere luiden nemen or hun
intrek. Velen ook huren bij de burgers een
kamer en eten en drinken waar het hun
goed schijnt en de prijs niet te hoog is,
welke gelegenheden in de laatste jarcu
als uit den grond zijn gestampt
Dit is een vaststelling, die wij op onzen
tocht gemakkelijk konden doen, al is het
frizoen nog niet heeleraaa! begonnen.
Maar er is nog iets anders dat daarmee
«enigszins verband houdt n 1. de neiging,
die er bestaat om van de Belgische zeekust
'n niet onderbroken boulevard te maken,
é^n lijn van huizen, hotels, winkels. Van
Oostende tot Middelkerke bestaat die eene
dijk al. Slechts tusschen de verschillende
badplaatsen vindt men nog de duinen in
hun oorspronkelijke schoonheid, hier en
daar geschonden weliswaar door de Duit-
schers, die er kanonnen en betonnen
i,abris" hebben gebouwd om zich tegen
aanvallen van de zee uit te beschermen
tijdens den oorlog maar toch nog vrij van
ander vandalisme Er zijn financiers, die
da zaak een goede belegging vinden en
hun tanden laten zien... Slechts nog een
drie, vieT plaatsen blijven er over, waar
de kust niet al te zeer geschonden is, n.l
Panne, Breedene De Haan. Zoute
(Knocke). Voor de Panne is er al groot
?evaar echter. Een 35-tal jaren geleden
*erd daar slechts één hotel aangetroffen
aun de zeehet was in hout. In 1892 werd
de Zeelaan de huidige bloeiende en mooie
straat aangelegd en spoedig is men be
gonnen met het bouwen van villa's en ho
tels, daar de toeloop van badgasten voort
durend grooter werd In 191] werd de
plaats, een gehucht eigenlijk van Adin-
kerke, van deze laatste gemeente geschei
den. Onder den oorlog verbleef het Bel
gisch vorstenpaar er. Sedert den wapen
stilstand werden er ongeveer 500 villa's bij
gebouwd. De gemeente teil thans 4200 in
woners en voeg daarbij de duizenden bad
gasten, die er steeds verblij'ven en men
zal onmiddellijk begrijpen, dat de duinen,
die er het mooiste zijn van heel de kust,
en van 2 tot 3 kilometer breed zijn, er
van lieverlede toch onder gaan lijden.
En zoo worden ook andere plaatsen be
dreigd. Breedene ligt op eenige kilometers
van het zich als een olievlek uitbreidende
Oostende Men spreekt er van de haven
te vergrooten. Als dit gebeurt dan is dit
natuurlijk ten koste van Breedene, waar
overigens reeds verscheidene militaire ge
bouwen, een reinigingsdienst enz. plaats
vonden. Onder den oorlog hebben de Duit.
schers er ook leelijk huis gehouden. De
bekende groote Duitsche batterij „Deutsch
land", groote marine-stukken, met volle
dige electriscbe bediening, die o m. tot
Duinkerken schoten, kan men er nog voor
2 franc bezichtigen. Wie aan de kust ver
blijft krijgt daartoe gelegenheid, want in
elke plaats worden door ondernemende lui
ritten in toerauto's ingericht, naar de slag
velden, op welke ritten steeds een bezoek
aan de geweldige batterij wordit gebracht.
In de abris van de omgeving ïb echter nog
een groote hoeveelheid munitid opgesta
peld.
Alleen De Zoute is er goed aan toe. Dit
gehucht van Knocke, dat vrijwel de aar
digste van alle badplaatsen is geworden,
behoort aan een enkele familie, die naar
wij mochten vernemen, er wel voor zor
gen zal dat de indringers buiten worden
gehouden. Talrijke Nederlanders zijn er
tijdens het seizoen gevestigd en maken te
Knocke bij voorliefde gebruik van bet be
kende „Noordzee-hotel", dat een Vlaam
sche onderneming is op maatschappelijke
basis en in elk opzicht modern is ingericht.
Het gebouw is ééDig op de Belgische kust.
Het is het werk van den Brugschen archi
tect Huib Hoste, die ook in Nederland een
goede faam heeft.
Het vorige jaar reeds was het rustige
De Haan a/Zee ernstig bedreigd. Nu nog
is men aan 't cijferen en berekenen en als
er geen verzet komt zal er over een jaar
van het beminnelijke plaatsje niet veel
meer over blijven. Sedert het lot van Zee-
brugge, waarvan het duinenlandschap door
het aanleggen van de haven volledig is
verwoest, kunnen deze ontwerpen de min
naars van de duinen en de ongerepte
schoonheid van de kust weinig gerust stel.
len. Te Zeebrugge, waar, tijdens den oor
log, de beruchte basis was gevestigd van
de Duitsche duikbooten, is thans een van
de voornaamste attracties alleen nog bet
oorlogsmuseum, waar werkelijk interessan
te documenten betreffende den aanval der
Engelschen in 1918, op t. Jorisdag, eec
wapenfeit dat in de geschiedenis als éénig
zal geboekt worden te bezichtigen zijn
Van strandleven is er vrijwel geen spoor
meer. Sedert den oorlog, naar het voor
beeld der Duitschers, tot oorlogshaven ver
heven, heeft Zeebrugge nog geen voor
spoed gekend, evenmin als al de andere
Vlaamsche steden uit het vroegere opera
tiegebied Xieuwpoort b.v., gelegeD op de
mondiDg \an deD IJzer in de zee, kent
ook niet meer den bloei dien het als vis
schersbaven genoot voor den oorlog. De
visschers zijü er, wegens den slechten toe
stand der ha\en, weggebleven en verblij
ven thans meestal te Oostende. Het is
van de groote nooden der Vlaamsche ge
westen, „la grande pitié", zooals leper
en Dixmuide en andere plaatsen die ken
nen. De huidige minister van spoorwe
gen, waartoe hier te lande ook bet zee
wezen behoort., schijnt zich over den toe
stand toch to ontfermen.
Ten slotte nog iets wat iedereen treft
die aan de kus* reist. Zoolang meD in 't
binnenland van West-Vlaanderen vertoef?
hoort men er de mooie wonderzoete
Vlaamsche tale" die Gezelle sprak en
Hugo Verriest. Langs de wegen zijn de
meeste aanduidingen in het Nederlandsch
Maar eenmaal aan de kust is het gedaan.
Te Oostende b.v. mag men geen winkel
binnentreden, als vreemdeling, of men
wordt in het Fransch aangesproken. Dit
is het geval over vrijwel gansch de kust.
Het openbare leven, wat betreft opschrif
ten enz. is er gedeeltelijk in het Fransch.
Men vindt er een gemakkelijke verklaring
voor in het feit. dat het leven in derge
lijke plaatsen cosmopolitisch is. De eige
naars van vele hotels, winkels en andere
ondernemingen zijn bovendien heel dik
wijls personen vreemd aan de streek, en
leggen hun Franschen aard niet af als zij
er verblijven. Men vergete echter niet dat
de bewoners zelf, zij die er gaDSch het
jaaT verblijven, zelf uitsluitend onder el
kaar Nederlandsch spreken. Spreekt men
hen Id het Nederiandsch aan dan zullen
zij steeds in onze taal u te woord staan.
Maar er is een zekere tweetaligheid vast
te stellen in de administratie van de ver
schillende kustgemeenten De straatnamen
b.v. zijn tweetalig, waar de inwoners uit
sluitend eentalig zijn Er bestaat dus eeD
verfransching die berust op een langzaam
werkend systeem waardoor tenslotte de
volksgeest onvermijdelijk moet worden
aangetast De Vlaamsrhe aard en groei
kracht is sterk ontwikkeld in West Vlaan
deren en dit is een waarborg voor de toe
komst, maar dit neemt niet weg dat on
bezorgdheid voor de Vlamingen die zich
gelegen lateD ligeen aan de handhaving
van hun invloed ongeraden is Waar de
Kempeü langzamerhand ook onder Fran
schen invloed komen door de ontwikkeling
van het miinbekken aldaar, waar Brussel j
in het Vlaamscb Brabant ook een besmet
ting vormt die slechts met ongelijke wapens
kan worden bestreden, waar te Gent en
te Antwerpen eveneens ernstige haarden
van verfransching bestaan en de Vlaamsche
kust ook gedurende een gedeelte van het
jaar eeD verfraDSchingsproces moet door
worstelen, waarvaD toch steeds iet-s over
blijft, is het duidelijk dat in België de
Vlaamsche geest langs alle zijden wordt
bedreigd. MARC DE C-
Van kippen, ganzen, eenden en vronwen, die
nog iets anders knnnen dan kakelen.
Een dezer dagen werd ik overvallen dooi
drie aardige deerntjes, een Hollandsche en
twee Zwitsersche.
Of ik iets over ze wilde schrijven 1 De
Hollandsche vriendin had him n.l. verteld
dat ik wel voor de courant werkte.
Maar wat meet ik dan van jullie schrij
ven 1 En toen kwamen ze los 1 De een had
de acte verworven voor tuin- en landbouw
kunde, de andere die voor het fokken van
pluim- en kleinvee. Bij ons in de buurt
hadden ze een gedeelte van een boerderij
gehuurd en daarin een internaat geopena
voor een beperkt aantal vrouwelijke leer
lingen, welke konden worden ingewijd in
alle geheimen betreffende de cultuur van
bloemen en vruchten, de mclkerij, het Tok
ken en de behandeling van dieren en wat
dies meer zij.
Een hecle durf, en doen jullie dat zoo'n
beetje voor je plezier 1 Wel neen, we wil
len en moeten ons eigen brood verdienen
en als het kon ook voor vader en moeder.
Het begin was er al. Vol trots vertelden
ze, dat ze reeds een leerlinge hadden heel
uit Frankrijk. En als ze er nu een paar
Hollandsche meisjes bij kregen waren ze
klaar. Die zouden dan tevens gemakkelijk
Fransch kunDen leeren en door de nabij
heid van Genève meteen profiteeren van
concerten, tentoonstellingen en bovendien
mooie exursies in het gebergte maken.
Beide onderwijzerèsjes waren zóó be
zield door feu sac-ré en zóó enthousiast,
dat ik het niet over mijn hart kon krijgen
hun verzoek is te weigeren. En het gevolg
van dit gesprek was dat we er een middag
af namen voor een wandeling in de Cam
pagne Genevoise, zooals de officieeie bena
ming van onze ommelanden luidt. Mooi
golvend heuvelland, weiden en wijnbergen,
hier en daar foische boomgroepen en la
nen van eeuwenoude eaken. Tal van dorpen
en chateaux zooals ze hieT een eenigszins
deftig buitentje betitelen. Het herinnert
in vele opzichten aan ons Zuid-Limburg.
Een rustig landschap, gevat in prachtige
omlijsting, het hooggebergte, door sneeuw
bedekt, en het glinsterend meer met de
blauwe Jura op den achtergrond. Het
landschap dat we vaak ontmoeten in de
werken der oudere Fransche school bij
Claude de Lorram en Troyon.
Een warm k>opje, heuvel op, heuvel af
en daar stonden we voor „les Bougeries'
(de linden), een groote boerderij met een
ouderwetsch heerenhuis en een flinke tuin.
met zwaar hout..
Vlak bij den ingang de konijnenhokken,
waar een leerlinge, witgejast en practisch
in sportbroek gestoken, juist bezig was
eep Angora konijn te kammen, dat zich
met welgevallen aan die operatie onder
wierp. Hier ontvingen we ons eerste lesje
en vernamen dat de vacht van deze dieren
drie maal per jaar wordt uitgekamd ter
verkrijging van het zijdeachtige haar, die
nende ter vervaardiging o.a. van vilten
hoeden. Het spinnen van de wol en de
bewerkiDg deT veilen behoort tot het werk
der leerlingen Bij de geitenstal zagen we
een aardig tooneeUje, waar een der dames
jonge geitjes voederde met behulp van
een zuigflesch. Het ging de beestjes nog
niet aJ te handig af. Bij het zuigen morsten
ze heel wat melk. Ze hadden best een
slabbetje kunDen gebruiken. Ter veront
schuldiging moge ewenwel dienen dat ze
nog maar één dag oud waren. Grappig
met welk een belangstelling dat kleine
goedje ons reeds opnam.
Zeer interessant was het hoenderpark
met de broederij en de kunstmoeders waar
heele kleine eendjes en peuterige kuiken
tjes eendrachtig samenhokten. Bij den
varkensstal maakteD we kennis met rose
rasbiggetjes, in hun soort aardige diertjes,
maar de geur die ze omgeeft maakt ze
miDder aantrekkelijk. We meenden hior
dus met een zee* korte visite te kunDen
volstaan. Van de varkentjes ging het naar
de watervogels. In eeD beek verschillende
soorten eenden eD ganzen, die zich amu
seerden met zwemmen. De ganzen ver
toonden groote belangstelling voor het
vreemde bezoek en accompagneerden ons
zoover het rasterwerk drt toeliet. De kal
koenen daarentegen waren ongenaakbaar
en negeerden ons totaal.
Over een hek nog een blik op het roodbonte
vee in de weide en toen moesten we naar
het domein van onze andere gastvrouw, de
potager met de keurig aangelegde bedden
voor groenten, veldgewassen en bloemen.
Nog even vluchtig de vruehtboomen beke
ken en toen meenden we klaar te zijn. Maar
we kwamen er niet af zonder ook nog de
kamers der pen9ionaires bewonderd te heb
ben, groot en ruim. zindelijk en gezellig,
maar eenvoudig. We waren benieuwd te
hooren hoe de leerlinge dit leventje beviel
en maakten een praatje met de Francaisse.
Dit ging eersl niet gemakkelijk want het
kind was zeer dool. Ze kwam uit een stad
waar ze zich ongelukkig voelde Hier bui
ten vond 7te zich op haar plaats De syste
matische arbeid het leeren van een vak
waarvan ze even goed geschikt was als haar
niet gehandicapte zusteren de kalmeerende
invloed van hel landleven, de rust die uit
ging van dil heele milieu, hadden haar meer
geholpen dan de jarenlange behandeling
van alle dokiers Toen ze hier een paar
maanden geweesl was had ze voor hel eerst
sinds haar prille jeugd weer het orgel in de
kerk kunnen hooren Dat was een evene
ment voor haar geweest. Ze besefte dat ze
I weer contact met het leven gekregen had.
Ik kon het uit ervaring begrijpen en geloof
stellig dat er voor dooven geen beter werk
bestaat dan productieve arbeid in veld en
tuin. Daar he bje niet als in de stad een
zeker gevoel van minderwaardigheid, drukt
je kwaal je in mindere mate, kun je gefnak-
kelijker je evenwicht en energie herwinnen.
Werkende meisjes en vrouwen behooren
hier trouwens niet tot de uitzonderingen,
want in het algemeen heeft de Zwitsersche
leeren aanpakken Dienstboden zijn hier een
luxe artikel en ook de vrouwen uit de beter
gesitueerde slanden lijden geen luxe le
ventje. Evenals de Fran^aise werkt de Zwit
sersche veelvuldig mede in de zaken van
haar man. Het aantal vrouwen dat haar
pigen kost verdient is zeer groot. In de stad
Genève b.v. met een bevolking van circa
130 000 inwoners, oefenen, afgezien van on
derwijzeressen. dienstboden, werkvrouwen,
concierges etc.. meer dan 1000 vrouwen een
bepaald .beroep uit. Het grootste deel. meer
dan 40 pet. hierVan. verdient haar brood in
winkels, modezaken en magazijnen; 30 pet-
is werkzaam in het holel- en restaurantbe
drijf. 10 pet. bij het bankwezen. G pet. ver
richt bureauarbeid. 2 pet. in dienst van het
Secretariaat van de S. D. N., 2 pet. zijn amb
tenaressen bi) de post, de overigen vervul
len diverse vrije beroepen.
Op staatkundig gebied wordt de vrouw
hier nog steeds als onmondig beschouwd.
Van vrouwenkiesrecht is hier geen sprake.
Slechts in enkele cantons kunnen ze inspec-
Irice van den arbeid en pasteur suppléant
worden of gekozen in de Conseil des Prud'
hommes (een soort scheidsgerecht in burger
lijke zaken). Daarentegen kunnen ze' wel
geplaalst worden bij het Office Fédéral du
Travail en hij het onderwijs. Ook bij de fédé-
rale post zijn ze niet uitgesloten. In de in
dustrie, speciaal in de fabricage der z.g.
instruments de précision (horlogerie, ver
vaardiging van natuurkundige werktuigen,
mechanisch speelgoed, machines parlantes
etc.) worden ze zeer gewaardeerd. Dank zij
hun specifiek vrouwelijke eigenschappen,
sterke intuilie en altruïsme en minder ego
centrisch dan de man, bezit de vrouw een
bijzondere geschiktheid voor werkzaamhe
den op sociaal terrein, vooral wat betreft
hulpverleening en verzorging van zwakke
ren en misdeelden. Op dit gebied onlplooien
de Zwitsersche vrouwen dan ook een groote
werkzaamheid. Hulp voor blinden, dooven
en doofstommen komt hier grootendeels voor
rekening van verschillende vrouwenvereni
gingen. Conservatief van aard, hebben
de vrouwen hier te lande pas zeer
laat het nut beseft van aaneenslui
ting en organisatie. De Alliance Nationale
des Sociéles Féminines bestaat nog slechts
dertig jaar. Thans ressorleeren daaronder 25
verenigingen met ruim 5000 leden. Onder
scheid naar politieke gezindte, godsdienst of
taal kent de Alliance niet.
Hoewel dus politiek klein gehouden, neemt
de vtouw hier overigens een groote plaats
in en ondervindt ze veel waardeering. Spre
kend is hiervoor het feit, dat in het Parle
mentsgebouw te Bern zich een standbeeld
bevindt van Gertrud Stauffacher, ,,die
Stauffacherin" zooals ze familiaar genoemd
wordt. Die Gerlrud was een eenvoudige boe
renvrouw, de eohtgenoote van Werner
Stauffacher, een van het driamanschap van
de Grütli, de stichters van het Zwitsersche
Eedgenootschap. In haar belichaamt het volk
de huisvrouw en moeder, die door haaT in
vloed den man tot groote daden gedreven
heeft. In Duitsch-Zwitserland bestaat een
groote vereniging „Die Stauffacherinnen",
in hoofdzaak gerecruteerd uit de kleine luy-
den, waar de meisjes niet in de gelegenheid
zijn goede kennis te verwerven van het
huishouden en wat daarmede samenhangt.
Deze vereniging stelt zich ten doel alles
te doen wat dienstig is ter instandhouding
•van het familieleven. Ze kweekt onderling
hulpbetoon aan en stelt de meisjes in staat
haar onvoldoende kennis te completeeren.
Bij het palriachaal gezinde Zwitsersche volk,
sterk gehecht aan alles wat de traditie be
treft, neemt de vrouw in het gezinsleven nog
de eereplaats in. waarvan ze in de vele lan
den reeds afstand heeft moeten doen.
Onder de vakken door de Zwitsersche
vrouw met succes beoefend, behoort of beter
gezegd behoorde ook de broderie (kunstbor
duurwerk en kantklossen). In Oost-Zwitser
land, St. Gallen en vooral in het Toggen-
burgsche was het als huisnijverheid, een
belangrijke bron van bestaan. Maar veran
derde mode en hooge invoerrechten hebben
dit vak, dat voornamelijk voor de export
werkt, ten doode gedoemd. In Wildhaus, een
dorpje in Toggenburg, vonden voor den oor
log 150 gezinnen er een bestaan in. Thans
werkt daar nog maar één brodeur.
Een goed overzicht van den arbeid en de
positie der Zwitsersche vrouw zal men kun
nen verkrijgen door het bezoeken van de
„Saffa" (Schweizerische Ausstellung für
Frauen Arbeit) welke in Augustus in Bern
geopend wordt.
Maar niet alleen op vreedzaam terrein
hebben de Zwitsersche vrouwen uitgeblon
ken. Ook op het bloedig oorlogsveld hebben
ze lauweren geoogst. Zoo bezitten in Schirz,
een dorpje in Pr&ttigau de vrouwen het pri
vilege bij de toediening van het H. Avond
maal den voorrang te hebben boven de man
nen. Deze onderscheiding danken ze aan het
gedrag hunner bet-overgrootmoeders. Bij een
der vele ruzietjes, die de Zwitsers met de
Oostenrijkers gehad hebben, betoonden ..les
femmes de Schierz" zich als mannetjesput
ters. Tijdens een aanval op hun dorp was
de verdediging van de kerk en het kerkhof
opgedragen aan de vrouwen, bij welke ge
legenheid enkele dames zich bijzonder ge
weerd hebben Zoo sloeg mejuffrouw Salomé
Lienhardt hoogsf eigenhandig niet minder
den 7 Oostenrijkers neer terwijl twee andere
juffers. Katherine Haberstroh en Anna Mu-
ragg met greep en schop ook een 'aantal
vijanden ad patres expedieerden.
Waaruit we dus kunnen opmaken dat wij
niet alléén het monopolie van Kenau Hasse-
laars bezitten maar dat als het er op aan
komt, ook de dochteren van Helvetia geen
katjes zijn zonder handschoenen aan le
pakken. Dr. KLAUS.
Genève, Mei 1927.
PLUIMVEE.
NORMAAL EN ABNORMAAL UITKOMEN.
In de allerlaatste dagen van het broed-
proces ontstaat op den betrekkelijk weeken
snavel van het kuiken een scherp, hoorn
achtig puntje, de eitand.
Dit is het wapen waarmee het jonge
diertje de eischaal moet doorbreken en zich
zelf uit zijn omhulsel moet bevrijden. Open-
pikken is het eigenlijk niet, maar veeleer
opendrukken, openduwen. Wij moeten dat
werkje niet licht achten, het is voor het
kuiken een bijzonder groote prestatie, vooral
wanneer men de ligging van het diertje in
het ei nagaat, met den kop onder den rech
tervleugel. Onderzoekingen hebben aange
toond dat de schaal betrekkelijk zeer jterk
is, hoewel tijdens het broeden de samenhang
der kalkdeeltjes wat geringer schijnt te zijn
geworden. Toch is het bijna onbegrijpelijk
dat het kuiken het eigenlijke openmaken
van den dop zoo vlug weet te veroorzaken,
soms in een tijdruimte minder dan een uur.
Alles moet het kuiken zelf doen, de
broedster werkt er, behalve het warmhou-
den, totaal niet aan mee. Het eerst vertoont
zich een driehoekig barstje, een sterretje.
Het kuiken heeft nu de lucht, die in do
luchtkamer van het ei aanwezig is, in zich
opgenomen en krijgt daardoor meer kracht.
Het begint een ronddraaiende beweging, zoo
dat het zich elk oogenblik eenige milli
meters verplaatst en dan telkens weer een
stervormig barstje veroorzaakt door met
kracht de scherpe eitand tegen de schaal te
drukken.
Van links naar rechts gaal het omdraaien
voort, het eene barstje ontstaat naast het
andere, waardoor eindelijk een ringvormige
barst om het ei gevormd wordt. Eindelijk
is onder wanhopige pogingen, vergezeld
van hoorbaar gepiep, de cirkel voltooid en
door het strekken en uitzetten van het
lichaam valt het stompe deel van de pchaal
weg, het derde gedeelte ongeveer. Nu trapt
het kuiken met kracht ook het andere
resteerende grootere deel van de schaal van
zich af. Meestal draait de kleinere dop zich
om en sluit nauwkeurig in het grooter deet
van den dop, neemt zoodoende minder
ruimte in en vermindert de kansen dat een
ander uitkomend ei er door wordt gestolpt*
Piepend ligt nu het kuiken nat en kleve
rig, vermoeid en uitgeput van de inspanning
ter neer. Maar de warmte van de moeder
doet het spoedig drogen en weldra richten
de donshaartjes zich op en vertoont het kui
ken zijn mollige, aantrekkelijke vormen.
Zoo i9 nu de normale gang, het wonder
volle natuurlijke geboorte-proces, dat steeds
onze aandacht iir zoo hooge mate boeit.
Maar er komen ook wel gevallen voor,
dat aan het uitkomen iets hapert, de ge
boorte abnormaal verloopt en meestal mis^
lukt.
Het kuiken slaagt er niet altijd in een
klein, stervormig gaatje te drukken, soms
springen grootere stukjes van de kalkschaal
weg en ontstaat een te groote opening nog
afgesloten door het eivlies. Tegen dit vlies
vindt het kuiken geen steun om zich te
draaien, de eitand drukt wel tegen het vlies,
dat eindelijk overlangsche scheuren krijgt,
barst en zich omkrult. Het kuiken kan zich
nu niet meer draaien en is verloren, tenzij
men met vaardige hand het weet te bevrij
den. Het i9 duidelijk dat de oorzaak van
het ongewenschte afbrokkelen van de kalk
schaal gezocht moet worden in te groote
droogte en daarom is het zoo goed in de
laatste dagen voor een weinig bevochtiging
te zorgen. Zooals wij lit reeds vroeger op^
merkten is dat het best te bereiken door be
vochtiging der borstveeren van de broedster
of door een sponsje met lauw water uit te
knijpen over den nestrand.^ Dat is beter dan
het besprenkelen van de eieren. Het kuiken
is dus verloren als men het niet helpt op
het juiste moment. Nu vinden sommigen het
beter niet te helpen, omdat zij meenen,
dat zulk een diertje toch een zwakkeling en
dus waardeloos blijft. Dat is niet altijd het
geval. Meermalen is het gelukt kuikens en
jonge duiven te Helpen met blijvend succes'.
Maar men moet het goed doen, volledig en
niet half. Als handig instrument gebruik ik
daarvoor volstrekt geen metalen voorwerp,
maar een goed gevormde hanespoor. Hier
mee maakt men op de goede hoogte de
cirkelvormige barst, geheel rond hef ei,
zoodat de bovendop kan afgelicht worden.
Onmiddellijk legt men alles onder de kloek
en men is zoo goed als zeker dat spoedig
het heele kuiken is bevrijd Bloeding be
hoeft daarbij niet te ontstaan, maar de
operatie vereischt pen vaste hand en routine#
Een andere tegenspoed voor het kuiken
is dat het eenigszins verdroogd vastkleeft
aan de schaal. Hier komt voorzichtig be
vochtigen met halfwarm water le pas, even
tjes geheel onderdompelen, zoodat het vlies
lo9 komt. Nog een andere fout kan zijn dat
de kalklaag bijna geheel afbrokkelt en het
kuiken als in een vliezige zak zit opgeslo
ten. waaruit het zichzelf onmogelijk bevrij
den kan. De spoor komt hier weer te pas,
voorzichtig scheurt men langzaam het vlies
open, en stopt het natte kuiken onmiddellijk
onder de hen.
Al dal hulpbetoon blijft beslist achter
wege. zoolang niet de toestand ingrijpen
gebiedt. En dan is het met rust laten de
eenige weg.
Aan zeer abnormale liggingen van het
kuiken in het ei is niets te helpen, b.v als
de kop onder den linkervleugel ligt. waar
door een verkeerde draaiing van rechts
naar links ontstaat. Ook wel als de kop
aan de spitse pool van hel ei zit. of de kop
tusschen de poolen ligt. Zulke liggingen
geven dood in len dop.
Bovenstaande aanwijzingen, hoop ik,
mogen niet aansporen tot onnoodig bulp-
verleenen. ik deelde ze alleen mee voor in
geval hef uitkomen niet opschiet, ab een ei
is aangepikt en na een paar uren m3ar in
het geheel niet vordert. Geheel gesloten
eieren openmaken heeft geen zin, want dit
leidt zeker tot mislukking.