jVo. 20608 LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 20 Mel Vierde Blad Anno 1927 NIEUWS UIT BELGIE. Krabbels uit Zwitserland. LAND- EN TUINBOUW. (Van onzen bijzonderen correspondent). DE KUST. Brussel, Mei 1927. Een bijzondere verkenningstocht, die wij dezer dagen als excursie ondernamen naar de Vlaamsche kust, bracht ons op het idee u, nu het reisseizoen toch voor de deur staat, een en ander te vertellen over dit gédeclte van Belgie En er ia veel over te vertellen. De Vlaainsche kust is immer? het „rende-z vous" van talrijke badgasten. Van aan het Westelijke De Panoe tot aan het Oostelijke D«f Zoute, 65 kilometer lang, verheffen zich prachtige duinen en kan iedereen, die van het zeestrand houdt, er zijn genoegens vinden. Onze tocht, die ons met verscheidene vooraanstaande personen in aanraking bracht, maakte het ons nogmaals duidelijk we zullen u dit besluit alvast maar me- dedeelen dat het leven aan de Belgische kust beelemaal van uitzicht is veranderd, sedert den oorlog en zich een wijziging heeft voorgedaan m de waarde en het ka rakter van het zomerleven in de verschil lende plaatsen. De tijd, dat Oostende de verga de plaats was van de High life, dat cr een élité aangetroffen werd van de beste families, die het strandleven aristo cratisch en gedistingeerd maakte, is voor bij. Het léven dat zich daar ontwikkelde, heeft zich verplaatst naar andere kustge- meente, een waarheid, die eigenlijk slechts weinig bekend is in het buitenland, waar men van de Belgische badsteden vooral Oostende verkeerdelijk schrijft een Ne derlander wel eens Ostende kent. De redenen daarvan zijn veelvuldig. De ont wikkeling, die Oostende vóór den oorlog reeds heeft genomen, ook door den wil van den Koning, die van de stad ,,la reine des plages" of ,,de koningin der badste den" wilde maken, maakte haar spoedig tot een werkelijke stad, met al de bedrij vigheid daaraan verbonden, zonderr het rustige van een villegiatuur. De aanhou dende reclame voor Oostende had boven dien als gevolg, dat bij elke gelegenheid de massa kleine luiden uit de provincie naar de stad trok. Een doorsnee Brusselaar het „ketje"' b.v., waarop de „élite" niet gesteld is, zal zelden van kust spreken zon der Oostende te bedoelen. De talrijke bui tenlanders, die 6edert den oorlog te Oosten de kwamem, voornamelijk Engelschen en ook wel Nederlanders, bebooren niet meer tot den stand van hun landgenooten, die vroeger geregeld de stad bezochten. De lage stand van den Belgischen franc is daarvan de oorzaak. De mindere burger verkeert hierdoor immers ook in de mo gelijkheid een buitenlandsche reis te on dernemen. De vroegere aristocratische be zoekers blijven echter uit Oostende weg om al deze redenen, en mede om de moei lijkheden van de spelen in de Kursaal. Die spelen zijn namelijk bij de Belgische wet verboden. Zelfs de koninklijke gunst schijnt Oostende ontsnapt, want het „Chalet royal" aan den Oostendschen dijk, dat trouwers steeds onbewoond bleef in de laatste jaren, is t.han9 te koop gesteld. De liefhebber wordt in het buitenland ge- eoch en de opbrengst van den verkoop zal worden gestort in het amortisatiefonds. Meer Zuidelijk, m een rustige omgeving zal door architect Vandevelde een mouw koninklijk paviljoen worden gebouwd. Het uitzicht van de „Koningin deT bad- iteden" is er intussohen in niet» op voor uit gegaan. Terwijl vroeger de weelderig ingerichte palace* vrijwel al hun kamers bezet hadden met rijke gasten, van beken den naam en aanzien, moeten rii thans trachten huD zaken te doen mot de par venu's van na den oorlog, de O.W. ers en vreemdelingen va.n verdachten oorsprong, samen met de elegante dames, die daar, als onvermijdelijk rondazen. Dc prijzen gaan hierdoor verschrikkelijk omhoog- Door gebrek aan gasten echter, „die kun nen betalen", is het vorige jaar menig groot hotel gesloten gebleven. Het groote Palace-hotel b.v. te Oostende, dat vóór den oorlog een voornaam centrum was van ocsmopolitisch aristocratisch levem is se dert eenige jaTen bij gebrek aan belang stelling gesloteD gebleven en werd in 1925 door de maatschappij van buurtspoorwe gen aangekocht om er haar bureelen on der te brengen De Belgen en de meeste vreemdelingen van goeden huize, behou dens eenige uitzonderingen, trekken zich terug in minder groote plaatsen, als est- jende en Knocke (Do Zoute), .waar op zeer gezellige wijze wordt geleefd. De kleinere hotels in de groote badsteden, als Oostende en Blankenberg©, doen echter schitterende zaken. De mindere luiden nemen or hun intrek. Velen ook huren bij de burgers een kamer en eten en drinken waar het hun goed schijnt en de prijs niet te hoog is, welke gelegenheden in de laatste jarcu als uit den grond zijn gestampt Dit is een vaststelling, die wij op onzen tocht gemakkelijk konden doen, al is het frizoen nog niet heeleraaa! begonnen. Maar er is nog iets anders dat daarmee «enigszins verband houdt n 1. de neiging, die er bestaat om van de Belgische zeekust 'n niet onderbroken boulevard te maken, é^n lijn van huizen, hotels, winkels. Van Oostende tot Middelkerke bestaat die eene dijk al. Slechts tusschen de verschillende badplaatsen vindt men nog de duinen in hun oorspronkelijke schoonheid, hier en daar geschonden weliswaar door de Duit- schers, die er kanonnen en betonnen i,abris" hebben gebouwd om zich tegen aanvallen van de zee uit te beschermen tijdens den oorlog maar toch nog vrij van ander vandalisme Er zijn financiers, die da zaak een goede belegging vinden en hun tanden laten zien... Slechts nog een drie, vieT plaatsen blijven er over, waar de kust niet al te zeer geschonden is, n.l Panne, Breedene De Haan. Zoute (Knocke). Voor de Panne is er al groot ?evaar echter. Een 35-tal jaren geleden *erd daar slechts één hotel aangetroffen aun de zeehet was in hout. In 1892 werd de Zeelaan de huidige bloeiende en mooie straat aangelegd en spoedig is men be gonnen met het bouwen van villa's en ho tels, daar de toeloop van badgasten voort durend grooter werd In 191] werd de plaats, een gehucht eigenlijk van Adin- kerke, van deze laatste gemeente geschei den. Onder den oorlog verbleef het Bel gisch vorstenpaar er. Sedert den wapen stilstand werden er ongeveer 500 villa's bij gebouwd. De gemeente teil thans 4200 in woners en voeg daarbij de duizenden bad gasten, die er steeds verblij'ven en men zal onmiddellijk begrijpen, dat de duinen, die er het mooiste zijn van heel de kust, en van 2 tot 3 kilometer breed zijn, er van lieverlede toch onder gaan lijden. En zoo worden ook andere plaatsen be dreigd. Breedene ligt op eenige kilometers van het zich als een olievlek uitbreidende Oostende Men spreekt er van de haven te vergrooten. Als dit gebeurt dan is dit natuurlijk ten koste van Breedene, waar overigens reeds verscheidene militaire ge bouwen, een reinigingsdienst enz. plaats vonden. Onder den oorlog hebben de Duit. schers er ook leelijk huis gehouden. De bekende groote Duitsche batterij „Deutsch land", groote marine-stukken, met volle dige electriscbe bediening, die o m. tot Duinkerken schoten, kan men er nog voor 2 franc bezichtigen. Wie aan de kust ver blijft krijgt daartoe gelegenheid, want in elke plaats worden door ondernemende lui ritten in toerauto's ingericht, naar de slag velden, op welke ritten steeds een bezoek aan de geweldige batterij wordit gebracht. In de abris van de omgeving ïb echter nog een groote hoeveelheid munitid opgesta peld. Alleen De Zoute is er goed aan toe. Dit gehucht van Knocke, dat vrijwel de aar digste van alle badplaatsen is geworden, behoort aan een enkele familie, die naar wij mochten vernemen, er wel voor zor gen zal dat de indringers buiten worden gehouden. Talrijke Nederlanders zijn er tijdens het seizoen gevestigd en maken te Knocke bij voorliefde gebruik van bet be kende „Noordzee-hotel", dat een Vlaam sche onderneming is op maatschappelijke basis en in elk opzicht modern is ingericht. Het gebouw is ééDig op de Belgische kust. Het is het werk van den Brugschen archi tect Huib Hoste, die ook in Nederland een goede faam heeft. Het vorige jaar reeds was het rustige De Haan a/Zee ernstig bedreigd. Nu nog is men aan 't cijferen en berekenen en als er geen verzet komt zal er over een jaar van het beminnelijke plaatsje niet veel meer over blijven. Sedert het lot van Zee- brugge, waarvan het duinenlandschap door het aanleggen van de haven volledig is verwoest, kunnen deze ontwerpen de min naars van de duinen en de ongerepte schoonheid van de kust weinig gerust stel. len. Te Zeebrugge, waar, tijdens den oor log, de beruchte basis was gevestigd van de Duitsche duikbooten, is thans een van de voornaamste attracties alleen nog bet oorlogsmuseum, waar werkelijk interessan te documenten betreffende den aanval der Engelschen in 1918, op t. Jorisdag, eec wapenfeit dat in de geschiedenis als éénig zal geboekt worden te bezichtigen zijn Van strandleven is er vrijwel geen spoor meer. Sedert den oorlog, naar het voor beeld der Duitschers, tot oorlogshaven ver heven, heeft Zeebrugge nog geen voor spoed gekend, evenmin als al de andere Vlaamsche steden uit het vroegere opera tiegebied Xieuwpoort b.v., gelegeD op de mondiDg \an deD IJzer in de zee, kent ook niet meer den bloei dien het als vis schersbaven genoot voor den oorlog. De visschers zijü er, wegens den slechten toe stand der ha\en, weggebleven en verblij ven thans meestal te Oostende. Het is van de groote nooden der Vlaamsche ge westen, „la grande pitié", zooals leper en Dixmuide en andere plaatsen die ken nen. De huidige minister van spoorwe gen, waartoe hier te lande ook bet zee wezen behoort., schijnt zich over den toe stand toch to ontfermen. Ten slotte nog iets wat iedereen treft die aan de kus* reist. Zoolang meD in 't binnenland van West-Vlaanderen vertoef? hoort men er de mooie wonderzoete Vlaamsche tale" die Gezelle sprak en Hugo Verriest. Langs de wegen zijn de meeste aanduidingen in het Nederlandsch Maar eenmaal aan de kust is het gedaan. Te Oostende b.v. mag men geen winkel binnentreden, als vreemdeling, of men wordt in het Fransch aangesproken. Dit is het geval over vrijwel gansch de kust. Het openbare leven, wat betreft opschrif ten enz. is er gedeeltelijk in het Fransch. Men vindt er een gemakkelijke verklaring voor in het feit. dat het leven in derge lijke plaatsen cosmopolitisch is. De eige naars van vele hotels, winkels en andere ondernemingen zijn bovendien heel dik wijls personen vreemd aan de streek, en leggen hun Franschen aard niet af als zij er verblijven. Men vergete echter niet dat de bewoners zelf, zij die er gaDSch het jaaT verblijven, zelf uitsluitend onder el kaar Nederlandsch spreken. Spreekt men hen Id het Nederiandsch aan dan zullen zij steeds in onze taal u te woord staan. Maar er is een zekere tweetaligheid vast te stellen in de administratie van de ver schillende kustgemeenten De straatnamen b.v. zijn tweetalig, waar de inwoners uit sluitend eentalig zijn Er bestaat dus eeD verfransching die berust op een langzaam werkend systeem waardoor tenslotte de volksgeest onvermijdelijk moet worden aangetast De Vlaamsrhe aard en groei kracht is sterk ontwikkeld in West Vlaan deren en dit is een waarborg voor de toe komst, maar dit neemt niet weg dat on bezorgdheid voor de Vlamingen die zich gelegen lateD ligeen aan de handhaving van hun invloed ongeraden is Waar de Kempeü langzamerhand ook onder Fran schen invloed komen door de ontwikkeling van het miinbekken aldaar, waar Brussel j in het Vlaamscb Brabant ook een besmet ting vormt die slechts met ongelijke wapens kan worden bestreden, waar te Gent en te Antwerpen eveneens ernstige haarden van verfransching bestaan en de Vlaamsche kust ook gedurende een gedeelte van het jaar eeD verfraDSchingsproces moet door worstelen, waarvaD toch steeds iet-s over blijft, is het duidelijk dat in België de Vlaamsche geest langs alle zijden wordt bedreigd. MARC DE C- Van kippen, ganzen, eenden en vronwen, die nog iets anders knnnen dan kakelen. Een dezer dagen werd ik overvallen dooi drie aardige deerntjes, een Hollandsche en twee Zwitsersche. Of ik iets over ze wilde schrijven 1 De Hollandsche vriendin had him n.l. verteld dat ik wel voor de courant werkte. Maar wat meet ik dan van jullie schrij ven 1 En toen kwamen ze los 1 De een had de acte verworven voor tuin- en landbouw kunde, de andere die voor het fokken van pluim- en kleinvee. Bij ons in de buurt hadden ze een gedeelte van een boerderij gehuurd en daarin een internaat geopena voor een beperkt aantal vrouwelijke leer lingen, welke konden worden ingewijd in alle geheimen betreffende de cultuur van bloemen en vruchten, de mclkerij, het Tok ken en de behandeling van dieren en wat dies meer zij. Een hecle durf, en doen jullie dat zoo'n beetje voor je plezier 1 Wel neen, we wil len en moeten ons eigen brood verdienen en als het kon ook voor vader en moeder. Het begin was er al. Vol trots vertelden ze, dat ze reeds een leerlinge hadden heel uit Frankrijk. En als ze er nu een paar Hollandsche meisjes bij kregen waren ze klaar. Die zouden dan tevens gemakkelijk Fransch kunDen leeren en door de nabij heid van Genève meteen profiteeren van concerten, tentoonstellingen en bovendien mooie exursies in het gebergte maken. Beide onderwijzerèsjes waren zóó be zield door feu sac-ré en zóó enthousiast, dat ik het niet over mijn hart kon krijgen hun verzoek is te weigeren. En het gevolg van dit gesprek was dat we er een middag af namen voor een wandeling in de Cam pagne Genevoise, zooals de officieeie bena ming van onze ommelanden luidt. Mooi golvend heuvelland, weiden en wijnbergen, hier en daar foische boomgroepen en la nen van eeuwenoude eaken. Tal van dorpen en chateaux zooals ze hieT een eenigszins deftig buitentje betitelen. Het herinnert in vele opzichten aan ons Zuid-Limburg. Een rustig landschap, gevat in prachtige omlijsting, het hooggebergte, door sneeuw bedekt, en het glinsterend meer met de blauwe Jura op den achtergrond. Het landschap dat we vaak ontmoeten in de werken der oudere Fransche school bij Claude de Lorram en Troyon. Een warm k>opje, heuvel op, heuvel af en daar stonden we voor „les Bougeries' (de linden), een groote boerderij met een ouderwetsch heerenhuis en een flinke tuin. met zwaar hout.. Vlak bij den ingang de konijnenhokken, waar een leerlinge, witgejast en practisch in sportbroek gestoken, juist bezig was eep Angora konijn te kammen, dat zich met welgevallen aan die operatie onder wierp. Hier ontvingen we ons eerste lesje en vernamen dat de vacht van deze dieren drie maal per jaar wordt uitgekamd ter verkrijging van het zijdeachtige haar, die nende ter vervaardiging o.a. van vilten hoeden. Het spinnen van de wol en de bewerkiDg deT veilen behoort tot het werk der leerlingen Bij de geitenstal zagen we een aardig tooneeUje, waar een der dames jonge geitjes voederde met behulp van een zuigflesch. Het ging de beestjes nog niet aJ te handig af. Bij het zuigen morsten ze heel wat melk. Ze hadden best een slabbetje kunDen gebruiken. Ter veront schuldiging moge ewenwel dienen dat ze nog maar één dag oud waren. Grappig met welk een belangstelling dat kleine goedje ons reeds opnam. Zeer interessant was het hoenderpark met de broederij en de kunstmoeders waar heele kleine eendjes en peuterige kuiken tjes eendrachtig samenhokten. Bij den varkensstal maakteD we kennis met rose rasbiggetjes, in hun soort aardige diertjes, maar de geur die ze omgeeft maakt ze miDder aantrekkelijk. We meenden hior dus met een zee* korte visite te kunDen volstaan. Van de varkentjes ging het naar de watervogels. In eeD beek verschillende soorten eenden eD ganzen, die zich amu seerden met zwemmen. De ganzen ver toonden groote belangstelling voor het vreemde bezoek en accompagneerden ons zoover het rasterwerk drt toeliet. De kal koenen daarentegen waren ongenaakbaar en negeerden ons totaal. Over een hek nog een blik op het roodbonte vee in de weide en toen moesten we naar het domein van onze andere gastvrouw, de potager met de keurig aangelegde bedden voor groenten, veldgewassen en bloemen. Nog even vluchtig de vruehtboomen beke ken en toen meenden we klaar te zijn. Maar we kwamen er niet af zonder ook nog de kamers der pen9ionaires bewonderd te heb ben, groot en ruim. zindelijk en gezellig, maar eenvoudig. We waren benieuwd te hooren hoe de leerlinge dit leventje beviel en maakten een praatje met de Francaisse. Dit ging eersl niet gemakkelijk want het kind was zeer dool. Ze kwam uit een stad waar ze zich ongelukkig voelde Hier bui ten vond 7te zich op haar plaats De syste matische arbeid het leeren van een vak waarvan ze even goed geschikt was als haar niet gehandicapte zusteren de kalmeerende invloed van hel landleven, de rust die uit ging van dil heele milieu, hadden haar meer geholpen dan de jarenlange behandeling van alle dokiers Toen ze hier een paar maanden geweesl was had ze voor hel eerst sinds haar prille jeugd weer het orgel in de kerk kunnen hooren Dat was een evene ment voor haar geweest. Ze besefte dat ze I weer contact met het leven gekregen had. Ik kon het uit ervaring begrijpen en geloof stellig dat er voor dooven geen beter werk bestaat dan productieve arbeid in veld en tuin. Daar he bje niet als in de stad een zeker gevoel van minderwaardigheid, drukt je kwaal je in mindere mate, kun je gefnak- kelijker je evenwicht en energie herwinnen. Werkende meisjes en vrouwen behooren hier trouwens niet tot de uitzonderingen, want in het algemeen heeft de Zwitsersche leeren aanpakken Dienstboden zijn hier een luxe artikel en ook de vrouwen uit de beter gesitueerde slanden lijden geen luxe le ventje. Evenals de Fran^aise werkt de Zwit sersche veelvuldig mede in de zaken van haar man. Het aantal vrouwen dat haar pigen kost verdient is zeer groot. In de stad Genève b.v. met een bevolking van circa 130 000 inwoners, oefenen, afgezien van on derwijzeressen. dienstboden, werkvrouwen, concierges etc.. meer dan 1000 vrouwen een bepaald .beroep uit. Het grootste deel. meer dan 40 pet. hierVan. verdient haar brood in winkels, modezaken en magazijnen; 30 pet- is werkzaam in het holel- en restaurantbe drijf. 10 pet. bij het bankwezen. G pet. ver richt bureauarbeid. 2 pet. in dienst van het Secretariaat van de S. D. N., 2 pet. zijn amb tenaressen bi) de post, de overigen vervul len diverse vrije beroepen. Op staatkundig gebied wordt de vrouw hier nog steeds als onmondig beschouwd. Van vrouwenkiesrecht is hier geen sprake. Slechts in enkele cantons kunnen ze inspec- Irice van den arbeid en pasteur suppléant worden of gekozen in de Conseil des Prud' hommes (een soort scheidsgerecht in burger lijke zaken). Daarentegen kunnen ze' wel geplaalst worden bij het Office Fédéral du Travail en hij het onderwijs. Ook bij de fédé- rale post zijn ze niet uitgesloten. In de in dustrie, speciaal in de fabricage der z.g. instruments de précision (horlogerie, ver vaardiging van natuurkundige werktuigen, mechanisch speelgoed, machines parlantes etc.) worden ze zeer gewaardeerd. Dank zij hun specifiek vrouwelijke eigenschappen, sterke intuilie en altruïsme en minder ego centrisch dan de man, bezit de vrouw een bijzondere geschiktheid voor werkzaamhe den op sociaal terrein, vooral wat betreft hulpverleening en verzorging van zwakke ren en misdeelden. Op dit gebied onlplooien de Zwitsersche vrouwen dan ook een groote werkzaamheid. Hulp voor blinden, dooven en doofstommen komt hier grootendeels voor rekening van verschillende vrouwenvereni gingen. Conservatief van aard, hebben de vrouwen hier te lande pas zeer laat het nut beseft van aaneenslui ting en organisatie. De Alliance Nationale des Sociéles Féminines bestaat nog slechts dertig jaar. Thans ressorleeren daaronder 25 verenigingen met ruim 5000 leden. Onder scheid naar politieke gezindte, godsdienst of taal kent de Alliance niet. Hoewel dus politiek klein gehouden, neemt de vtouw hier overigens een groote plaats in en ondervindt ze veel waardeering. Spre kend is hiervoor het feit, dat in het Parle mentsgebouw te Bern zich een standbeeld bevindt van Gertrud Stauffacher, ,,die Stauffacherin" zooals ze familiaar genoemd wordt. Die Gerlrud was een eenvoudige boe renvrouw, de eohtgenoote van Werner Stauffacher, een van het driamanschap van de Grütli, de stichters van het Zwitsersche Eedgenootschap. In haar belichaamt het volk de huisvrouw en moeder, die door haaT in vloed den man tot groote daden gedreven heeft. In Duitsch-Zwitserland bestaat een groote vereniging „Die Stauffacherinnen", in hoofdzaak gerecruteerd uit de kleine luy- den, waar de meisjes niet in de gelegenheid zijn goede kennis te verwerven van het huishouden en wat daarmede samenhangt. Deze vereniging stelt zich ten doel alles te doen wat dienstig is ter instandhouding •van het familieleven. Ze kweekt onderling hulpbetoon aan en stelt de meisjes in staat haar onvoldoende kennis te completeeren. Bij het palriachaal gezinde Zwitsersche volk, sterk gehecht aan alles wat de traditie be treft, neemt de vrouw in het gezinsleven nog de eereplaats in. waarvan ze in de vele lan den reeds afstand heeft moeten doen. Onder de vakken door de Zwitsersche vrouw met succes beoefend, behoort of beter gezegd behoorde ook de broderie (kunstbor duurwerk en kantklossen). In Oost-Zwitser land, St. Gallen en vooral in het Toggen- burgsche was het als huisnijverheid, een belangrijke bron van bestaan. Maar veran derde mode en hooge invoerrechten hebben dit vak, dat voornamelijk voor de export werkt, ten doode gedoemd. In Wildhaus, een dorpje in Toggenburg, vonden voor den oor log 150 gezinnen er een bestaan in. Thans werkt daar nog maar één brodeur. Een goed overzicht van den arbeid en de positie der Zwitsersche vrouw zal men kun nen verkrijgen door het bezoeken van de „Saffa" (Schweizerische Ausstellung für Frauen Arbeit) welke in Augustus in Bern geopend wordt. Maar niet alleen op vreedzaam terrein hebben de Zwitsersche vrouwen uitgeblon ken. Ook op het bloedig oorlogsveld hebben ze lauweren geoogst. Zoo bezitten in Schirz, een dorpje in Pr&ttigau de vrouwen het pri vilege bij de toediening van het H. Avond maal den voorrang te hebben boven de man nen. Deze onderscheiding danken ze aan het gedrag hunner bet-overgrootmoeders. Bij een der vele ruzietjes, die de Zwitsers met de Oostenrijkers gehad hebben, betoonden ..les femmes de Schierz" zich als mannetjesput ters. Tijdens een aanval op hun dorp was de verdediging van de kerk en het kerkhof opgedragen aan de vrouwen, bij welke ge legenheid enkele dames zich bijzonder ge weerd hebben Zoo sloeg mejuffrouw Salomé Lienhardt hoogsf eigenhandig niet minder den 7 Oostenrijkers neer terwijl twee andere juffers. Katherine Haberstroh en Anna Mu- ragg met greep en schop ook een 'aantal vijanden ad patres expedieerden. Waaruit we dus kunnen opmaken dat wij niet alléén het monopolie van Kenau Hasse- laars bezitten maar dat als het er op aan komt, ook de dochteren van Helvetia geen katjes zijn zonder handschoenen aan le pakken. Dr. KLAUS. Genève, Mei 1927. PLUIMVEE. NORMAAL EN ABNORMAAL UITKOMEN. In de allerlaatste dagen van het broed- proces ontstaat op den betrekkelijk weeken snavel van het kuiken een scherp, hoorn achtig puntje, de eitand. Dit is het wapen waarmee het jonge diertje de eischaal moet doorbreken en zich zelf uit zijn omhulsel moet bevrijden. Open- pikken is het eigenlijk niet, maar veeleer opendrukken, openduwen. Wij moeten dat werkje niet licht achten, het is voor het kuiken een bijzonder groote prestatie, vooral wanneer men de ligging van het diertje in het ei nagaat, met den kop onder den rech tervleugel. Onderzoekingen hebben aange toond dat de schaal betrekkelijk zeer jterk is, hoewel tijdens het broeden de samenhang der kalkdeeltjes wat geringer schijnt te zijn geworden. Toch is het bijna onbegrijpelijk dat het kuiken het eigenlijke openmaken van den dop zoo vlug weet te veroorzaken, soms in een tijdruimte minder dan een uur. Alles moet het kuiken zelf doen, de broedster werkt er, behalve het warmhou- den, totaal niet aan mee. Het eerst vertoont zich een driehoekig barstje, een sterretje. Het kuiken heeft nu de lucht, die in do luchtkamer van het ei aanwezig is, in zich opgenomen en krijgt daardoor meer kracht. Het begint een ronddraaiende beweging, zoo dat het zich elk oogenblik eenige milli meters verplaatst en dan telkens weer een stervormig barstje veroorzaakt door met kracht de scherpe eitand tegen de schaal te drukken. Van links naar rechts gaal het omdraaien voort, het eene barstje ontstaat naast het andere, waardoor eindelijk een ringvormige barst om het ei gevormd wordt. Eindelijk is onder wanhopige pogingen, vergezeld van hoorbaar gepiep, de cirkel voltooid en door het strekken en uitzetten van het lichaam valt het stompe deel van de pchaal weg, het derde gedeelte ongeveer. Nu trapt het kuiken met kracht ook het andere resteerende grootere deel van de schaal van zich af. Meestal draait de kleinere dop zich om en sluit nauwkeurig in het grooter deet van den dop, neemt zoodoende minder ruimte in en vermindert de kansen dat een ander uitkomend ei er door wordt gestolpt* Piepend ligt nu het kuiken nat en kleve rig, vermoeid en uitgeput van de inspanning ter neer. Maar de warmte van de moeder doet het spoedig drogen en weldra richten de donshaartjes zich op en vertoont het kui ken zijn mollige, aantrekkelijke vormen. Zoo i9 nu de normale gang, het wonder volle natuurlijke geboorte-proces, dat steeds onze aandacht iir zoo hooge mate boeit. Maar er komen ook wel gevallen voor, dat aan het uitkomen iets hapert, de ge boorte abnormaal verloopt en meestal mis^ lukt. Het kuiken slaagt er niet altijd in een klein, stervormig gaatje te drukken, soms springen grootere stukjes van de kalkschaal weg en ontstaat een te groote opening nog afgesloten door het eivlies. Tegen dit vlies vindt het kuiken geen steun om zich te draaien, de eitand drukt wel tegen het vlies, dat eindelijk overlangsche scheuren krijgt, barst en zich omkrult. Het kuiken kan zich nu niet meer draaien en is verloren, tenzij men met vaardige hand het weet te bevrij den. Het i9 duidelijk dat de oorzaak van het ongewenschte afbrokkelen van de kalk schaal gezocht moet worden in te groote droogte en daarom is het zoo goed in de laatste dagen voor een weinig bevochtiging te zorgen. Zooals wij lit reeds vroeger op^ merkten is dat het best te bereiken door be vochtiging der borstveeren van de broedster of door een sponsje met lauw water uit te knijpen over den nestrand.^ Dat is beter dan het besprenkelen van de eieren. Het kuiken is dus verloren als men het niet helpt op het juiste moment. Nu vinden sommigen het beter niet te helpen, omdat zij meenen, dat zulk een diertje toch een zwakkeling en dus waardeloos blijft. Dat is niet altijd het geval. Meermalen is het gelukt kuikens en jonge duiven te Helpen met blijvend succes'. Maar men moet het goed doen, volledig en niet half. Als handig instrument gebruik ik daarvoor volstrekt geen metalen voorwerp, maar een goed gevormde hanespoor. Hier mee maakt men op de goede hoogte de cirkelvormige barst, geheel rond hef ei, zoodat de bovendop kan afgelicht worden. Onmiddellijk legt men alles onder de kloek en men is zoo goed als zeker dat spoedig het heele kuiken is bevrijd Bloeding be hoeft daarbij niet te ontstaan, maar de operatie vereischt pen vaste hand en routine# Een andere tegenspoed voor het kuiken is dat het eenigszins verdroogd vastkleeft aan de schaal. Hier komt voorzichtig be vochtigen met halfwarm water le pas, even tjes geheel onderdompelen, zoodat het vlies lo9 komt. Nog een andere fout kan zijn dat de kalklaag bijna geheel afbrokkelt en het kuiken als in een vliezige zak zit opgeslo ten. waaruit het zichzelf onmogelijk bevrij den kan. De spoor komt hier weer te pas, voorzichtig scheurt men langzaam het vlies open, en stopt het natte kuiken onmiddellijk onder de hen. Al dal hulpbetoon blijft beslist achter wege. zoolang niet de toestand ingrijpen gebiedt. En dan is het met rust laten de eenige weg. Aan zeer abnormale liggingen van het kuiken in het ei is niets te helpen, b.v als de kop onder den linkervleugel ligt. waar door een verkeerde draaiing van rechts naar links ontstaat. Ook wel als de kop aan de spitse pool van hel ei zit. of de kop tusschen de poolen ligt. Zulke liggingen geven dood in len dop. Bovenstaande aanwijzingen, hoop ik, mogen niet aansporen tot onnoodig bulp- verleenen. ik deelde ze alleen mee voor in geval hef uitkomen niet opschiet, ab een ei is aangepikt en na een paar uren m3ar in het geheel niet vordert. Geheel gesloten eieren openmaken heeft geen zin, want dit leidt zeker tot mislukking.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 13