HET BEVOLKINGSVRAAGSTUK Leiüsctie Begratenis-Onderneminq EERSTE KAMER. TWEEDE KAMER. FAILLISSEMENTEN. der P. en T. 3e Afdeeling, zijn toegezonden en vooraf door of vanwege den Directeur- Generaal der Posterijen en Telegrafie zijn goedgekeurd." De omroeporganisaties worden ten slotte uitgenoodigd maatregelen te nemen voor een stipte- naleving van het vorenstaande. KWARTJESVINDERS EN TREIN- MUZIKANTEN. De directie der Nederlandsche Spoor wegen heeft bepaald, dat abonnements kaarten van kwartjesvinders en treinmuzi- kanten moeten ingetrokken worden, zoodra ontdekt wordt, dat zij hun praktijken in de treinen uitoefenen. INSTELLING DEPARTEMENT VAN DEFENSIE. Verschenen is het eindverslag inzake het Ontwerp houdend wettelijke voorzieningen naar aanleiding van de opheffing van de Departementen van Marine en van Oorlog en van de instelling van een Departement van Defensie. De Commissie van Rapporteurs zal als nog gaarne een antwoord ontvangen op de in het Voorloopig Verslag gestelde vragen of er, bij aanneming van het wetsontwerp zal komen één Generale Staf voor de beide takken van defensie, welke minister de aanvrage omtrent nieuw materieel voor de defensie van Ned.-Indië aan de orde stelt en of het de bedoeling is. op dit «nnt wijzi ging in de verhouding van het Kabinet te brengen. BEGRAFENIS CHARLES BOISSEVAIN. Onder zeer groote belangstelling heeft gis terenmiddag op de Algomeene Begraafplaats te Naarden de teraardebestelling plaats ge had van het stoffelijk overschot van den heer Charles Boissevain, in leven oud-hoofd redacteur van het Algemeen Handelsblad. Aan de groeve werd in de eerste plaats het woord gevoerd door den heer mr. J. Kalff, hoofdredacteur van het Algemeen Handels blad. Deze zeide dat er zelden bij een laatste verscheiden zooveel aanleiding is geweest tot dankbaarheid, zoowel voor het publiek, als voor stad en land. Tallooze instellingen hebben aan zijn geschreven woord veel te danken. Meer reden tot dankbaarheid nog heeft het Handelsblad. Vooral voor de jon gere menschen heeft hij veel gedaan. Spre ker bracht vervolgens hulde aan de weduwe, die den overledene zestig jaren bij bijn werkzaamheden trouw ter zijde heeft ge staan. Charles Boissevain was zoo vol ideeën en plannen, dat men niet met hem kon spreken zonder door hem bezield te worden. Namens commissarissen en directie van het Algemeen Handelsblad sprak vervolgens de heer A. Heldring, die ook het woord voer de voor den heer de Clercq oud-president commissaris van genoemd blad. Juist in deze dagen, aldus de heer Hel dring, is gebleken hoeveel het Handelsblad j in den heer Charles Boissevain mist. Hij i herdacht den overledene verder met wat hij I is geweest voor 't huiselijk loven, wat hij vooral geschreven heeft over kinderen. De lente van zijn leven is nooit heelemaal voor bijgegaan. Na de lente is thans de eeuwige zomer voor hem ingegaan, waarop geen herfst en winter zullen volgen. Namens de familie sprak de heer Matthys Boissevain. die den overledene herdacht voor het vele. dat hij voor de groote familie heeft gedaan. Vervolgens sprak in het Fransch ds. Leconnu, predikant van de Waalsche ge meente te Amsterdam. Namens den Nederlandschen Journalisten kring en de Amsterdam9che Pers sprak ver volgens de heer D. Kouwenaar. die den over ledene in de eerste plaats herdacht als jour nalist. Want hij was een groote figuur onder ons. een der allergrootsten, een die direct genoemd moet worden na. zoo niet naast dr. Abraham Kuyper. Charles Boissevain was voor alles en geheel journalist. Spreker besloot: Charles Boissevain. de Nederland schen Journalistenkring dankt U voor die trouw, maar vooral voor de schitterende wijze waarop gij ons vak hebt beoefent, om- dal gij daardoor het aanzien van de Neder landsche journalistiek verhoogd hebt. Tn de geschiedenis van den Nederlandschen jour nalistenkring, van de Nederl. journalis tiek zal uw naam tot in de lengte der da gen met onderscheiding genoemd worden. Namens de kleinkinderen sprak dr. Char les Boissevain. waarna de oudste zoon van den overledene Ch. E. H. Boissevain dankte voor de groote belangstelling. Daarna werd gezongen de Engelsche Hymne: „Song of my soul, thou saviour dear". Er waren vele bloemen. NEDERLANDSCHE ORGANISATIE VAN ACCOUNTANTS. In de jaarlijksche algemeene vergade ring van bovengenoemde vereeniging. ge houden te Den Haag. werden als bestuurs leden herkozen de heeren mr. I. Goudeket, L. van Eynsbergen en dr. C. Huysman, waarvan de heer mr. I. Goudeket als voor zitter. Besloten werd het bestuur uit te breiden tot zes leden en werd tot zesde be stuurslid gekozen de heer G. Smits, te Haarlem. De Raad van Tucht en Discipline werd uitgebreid van 3 tot 5 leden en als nieuwe leden werden benoemd de heeren mr. dr. F. C. van Geer en mr. dr. J. H. R. Sinninghe Damsté. ALG. VERG. TESSELSCHADE. Te Amersfoort is gisteren onder voorzit terschap van mevrouw s' JacobLoder uit Rotterdam, aangevangen de 56sle jaarl alg. verg. dpr Ver. Tesselschade Uit de verslagen blijkt, dat het Zegers Veeckensfnndsverslag een eindcijfer heeft van f 8468 Hef opleidingsfonds sluit met f4534 Dp algemeene kas over 1928 sluit j met f7150, waarondpr een saldo vao f 2945. Tof leden van het hoofdbestuur werden gekozen dp dames Avis van Gent en Slee8wijkVan Bosse Tot lid van de examen-commissie wordt gekozen mej. Bergsma Aan 265 werksters werd f 26.232 loon uitbetaald tegen f 22.855 aan 261 in het vorige jaar. Aan bestelwerk werd -voor f 33.324 ontvangen, 51 jonge vrouwe», werden bij de opleiding gesteund met f 10.391. Het aantal door de bemiddelings- bureaux geplaatste candidaten bedroeg 353 De afdelingsverslagen spreken over het algemeen van een gunstig verenigings leven, al ging het ledental in enkele afdee- lingen iets achteruit. In 1926 werd aan de opleidingsfonds commissie door 13 afdeelingen steun aan gevraagd voor 25 candidaten. waarvan zich een terugtrok en zes werden afgewezen Er is steun verleend tot een bedrag van f 4310. Het Zegers Veeckens-fonds betaal de f7605 uit. Aan 61 dames werd een vaste toelage uitgekeerd. In de opleidingsfondscommissie zal de afdeeling Zutphen zitting nemen. Bij het Departement van Koloniën is bericht ontvangen dat de heer dr. J. B. Gorsira, procureur-generaal van het Hof van Justitie op Curacao, is overleden. UIT NED. OOST-INDIë. ACTIE GEËINDIGD. PADANG, 10 Mei. (Aneta). De militaire actie in het Soloksche is geëindigd. In to taal zijn 230 personen gearresteerd en 350 vuurwapens achterhaald. De compagnie marechaussee van kapitein Akkersdijk ver trekt vermoedelijk binnenkort naar Java. TEGEN DE CHINEESCHE PERS. BATAVIA, 10 Mei. (Aneta). Het Soer. Handelsblad en 't Bat. Nieuwsblad dringen aan op bestrijding van het snel toenemende kwaad van de Chineesche pers, waar achter de Kuo-Min-Tang en andere geheime genootschappen staan. De mentaliteit van de z g singkehs in het Chineesche kamp toont zich soms meer openlijk vijandig te gen het Nederlandsch gezag. RECLAME. AUTO-TRANSPORTEN, CREMATIE H. P. H. KEEREWEER TEI.EKKM 8BI - I.EIDEN 4 OSO (Zitting van gisteren). VERSCHILLENDE ONTWERPEN. Aan de orde zgn de volgende wets-ont- werpen 1. Goedkeuring van de uitgifte in voort durende erfpacht van Staatsduingrond op Terschelling, aan J. Mulder, te Castricum, en mr. \V. de Gavere, te Amsterdam; 2. Naturalisatie van: lo. A. M. Adler :en 19 anderen; 2o. A. Arntzen en 19 anderen; 3o. J. M. Beaujean en 18 anderen; 4o. B. H. Baum en 19 anderen; 5o. H. Brix en 19 anderen; 6o. C. M. Antonis3on en 21 anderen; 7o. H. L. Beek en 20 anderen; 8o. M. Abraham en 20 anderen; 8. Wijziging van het Wetboek van Straf recht en van de Uitleveringswet in ver band met de Verdragen ter bestrijding van den handel in vrouwen en kinderen en ter beteugeling van de verspreiding van en den handel in ontuchtige uitgaven. 4. Wijziging van de artikelen 2 en 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechts vordering. Ontwerp sub 1 wordt zonder beraadsla ging of stemming goedgekeurd. NATURALISATIE. Bij ontwerp sub 2 merkt de heer DE GIJSELAAR (C.-H.) op, dat hij reeds zeer vaak heeft gewaarschuwd tegen de natu ralisatie op de schaal als tegenwoordig geschiedt. Het schijnt echter zeer weinig geholpen te hebben, want telkens wordt de Kamer opnieuw overstroomd met naturali satie-ontwerpen. Welk belang heeft Neder land toch bij het /naturalisepren van die vreemdelingenkolonies? Er is absoluut geen noodzaak daartoe. Het is slechts een belang voor de personen zelf. Vaak betreft het personen, die geen passen kunnen krij gen en dan wordt Nederland een soort sociëteit, waarvan zij lid kunnen worden. Vrouwen en kinderen meegeteld, krijgen wij er jaarlijks 3000 genaturaliseerden bij, dit is 3 pCt. van het accres in Nederland. Het valt uit den aard der zaak moeilijk om tegen zulk een ontwerp te stemmen. De Kamer kan de hoedanigheid der betreffen de personen nooit beoordeelen De wijze, waarop hier te lande naturalisatie ge schied, is dan ook verkeerd. Spr zou wen- schen, dat naturalisatie geschiedde door de Kroon en dan volgens zeer strenge regelen De MINISTER VAN JUSTITIE, de heer DONNER wijst erop, dat hij bij de begroo ting van Justitie in de Eerste Kamer te hooren kreeg, dat de Vreemdelingenwet te streng werd toegepast. Als nu de heer De Gijselaar van tegengestelde meening is, heeft spr. den indruk, dat hij den gulden middenweg bewandelt. Het betreft men schen, die minstens reeds 6 jaren in Ne derland wonen en zich als Nederlanders wenschen te gedragen Zij worden dus al lerminst „ingehaald". Het is een landsbe lang, o.a. voor den handel, dat die men schen dan ook werkelijk Nederlanders zijn Voor ieder afzonderlijk behoeft dit belang niet aangetoond te worden. Bij het onder zoek wordt steeds nagegaan, of het niet zuiver malerieele belangen zijn die hen drijven tot een verzoek om naturalisatie Hel onderzoek wordt zeer serieus ingesteld Een voorstel om deze z^ren bij de Kroon te brengen zou alleen te verwachten zijn van de regeering. als de Staten-Generaal zelf blijk, gaven, op deze bevoegdheid geer prijs meer te stellen. In dit verband nepmt de minister gaarne akte van hetgeen dp heer De Gijseiaar zeide. Overigens gelooft de minister, dat zakelijk het weinig ver schil zou maken of de bevoegdheid tot na turalisatie zou worden evergedragen aan de Kroon of niet. Het ontwerp wordt hierna aangenomen zonder stemming. Eveneens worden de overige aan de orde zijnde ontwerpen aangenomen zonder stemming. De vergadering wordt hierop verdaagd tot Woensdag 11 uur. (Zitting van gisteren). ZEVENJARIGE LEERPLICHT. De VOORZITTER deelt mede, dat is ingekomen het wetsvoorstel-Albarda be treffende den zevenjarigen leerplicht. Besloten wordt het voorstel naar de ai- deelingen te zenden. DE AFDEELINGEN. Aan de orde is hierna het trekken van afdeelingen. De vergadering wordt hierna geschorst tot het benoemen van voorzitters en twee de-voorzitters der afdeelingen. Na heropening deelt de VOORZITTER mede, dat. benoemd zijn tot voorzitters der afdeelingen de heeren Heemskerk, Ke telaar, Albarda, Aalberse en dr. De Visser Tot tweede voorzitters zijn benoemd de heeren v. Sasse v. IJsselt, Nolens, Beu- mer, Oud en J J. C v. Dijk. De VOORZITTER deelt mede, dat de centrale afdeelmg besloten heeft eenige ontwerpen te zenden naar de commissie voor de belastingen en Woensdag 11 Mei om 11 uur eenige ontwerpen in de afdee lingen te doen onderzoeken* VERSCHILLENDE ONDERWERPEN. Aan de orde zijn de volgende ontwerpen en conclusies: 1. Wetsontwerp verhooging van het eer ste hoofdstuk der Sta&tsb eg rooting voor 1926 (Kosten werkzaamheden Koninklijk Paleis, Amsterdam) 2. Wetsontwerp wijziging der Zegelwet 1917 eb der wet van 3 April 1922 tot her ziening van de tarieven voor verrichtin gen aan de bewaring van de hypotheken, het kadaster, en de scheepsbewijzen 3. wetsontwerp nadere regeling van den aanleg en de exploitatie van den electri- schen tramweg te 's-Gravenhage (station S.S.) naar Soheveningen 4. wetsontwerp, onteigening van percee- len, erfdienstbaarheden en andere zakelijke rechten, noodig voor de overbrugging van de Eendracht, in de gemeenten Tholen en Halsteren 5. wetsontwerp: onteigening van percee- len, erfdienstbaarheden en andere zake lijke rechten, noodig voor de verbetering van de Jonkersvaart, in de gemeente Leek; 6. Conclusie van het verslag der commis sie omtrent de inlichtingen op het adres van de N V. I. v. d. Velde en Co.'s Aan nemers-Maatschappij, gevestigd te 's-Gra venhage, kantoor houdende te Heemstede, houdende verzoek oan toekenning van een vergoeding voor de door adressante geleden schade bij een door haar aangenomen war terstaatswerk (Zuiderzeewerken). 7. Conclusie van het verslag der com missie omtrent de inlichtingen op heit adres van den Schoolraad voor de scholen mev den Bijbel eu den Ned. R.-K. Schoolraad, betreffende het niert medetellen van de salarissen van vakonderwijzers aan open bare lagere scholen ter berekening der ge meentelijke vergoeding vaü de exploitatie kosten der bijzondere scholen over 1922; 8. wetsontwerp uitbreiding van de toe passelijkheid van de wet van 10 Februari 1910 tot de bevolking van Suriname en Cu rasao; 9. wetsontwerp, regeling van de begroo- tingen en rekeningen van Landsbedrijven in Nederlandsch-Indië. Behoudens enkele opmerkingen worden alle ontwerpen z. h. st. goedgekeurd evenals de Conclusie van het Verslag der Commissie omtrent de Inlichtingen op het adres van J. J. Lenderink, gewezen adjunct hoofdcommis saris van politie in Nederlandsch-Indie te 's-Gravenhage, houdende verzoek een onder zoek te doen instellen terzake van het aan adressant gegeven ontslag. CURAcAO. Aan de orde is de begrooting van Curasao voor 1927. De heer IJZERMAN (S. D. A. P.) klaagt over wanbeleid van den Gouverneur. Hier over wordt steeds meer geklaagd, zoowel door de pers als in den Kolonialen Raad. De Gouverneur legt voortdurend zijn taak op anderen en is zelf vaak afwezig door het ma ken van lange pleizierreizen. Hoe de minis ter dit beleid kan verdedigen is spr. niet dui delijk. Hel loodswezen is er tolaa.1 vaslge- loopen door de onnoozele bezuinigingspoli- tiek en ter voorziening in den woningnood wordt niets gedaan. In het ambachtsonder- wijs wordt in onvoldoende mate voorzien, ondanks de toenemende industrialisatie, van de verbetering der ambtenaarssalarissen is nog steeds niets gekomen. Al deze zaken zijn voor een groot deel aan den Gouverneur te wijten. Een ontwerp tot herziening van het regeeringsreglement berust nog altijd bij den Gouverneur. Zelfs heeft hij nog geen tijd gehad om den Kolonialen Raad eens in te lichten. Het slappe beleid heeft ertoe geleid, dat Curasao hoe langer hoe meer van den Haag uit wordt Bestuurd met alle nadeelen. daar aan verbonden, wat o.a. gebleken is met de plannen betreffende de poenale sanctie. De heer v. BOETZELAER VAN DUBBEL DAM (C.-H.) wijst' erop. dat de behandeling der begrooting in den Kolonialen Raad een abnormalen toestand heef! doen ontstaan eu aan het prestige van den gouverneur wel eenig nadeel heeft toegebracht. Verder be spreekt de heer v. Boetzelaer de organisatie der politie en dringt aan op gelijkstelling van het bijzonder met het openbaar onderwijs. De heer v. RAPPARD (V B meent, dat er hij het uitvoeren van allerlei werken op Cu racao te veel gedraald is. Behalve het loods wezen, dat de heer IJzerman besprak, noemt spr. nog verschillende voorbeelden. Instem ming betuigt spr. met de reorganisatie van de politie, die op militaire leest wordt ge schoeid De heer JOEKES (V. D.) sluit zich geheel aan bij den heer IJzerman. De ontstemming over het bestuursbeleid is op Curacao alge meen en de leiding van den Gouverneur laat dan ook zeer veel te wenschen over. Spr vraagt of het juist is, dat ir. Versluys tegelijk adviseur is geweest voor de openbare water voorziening en voor de Petroleum-raaa! schappij. Voorts wijst spr. erop, dat de be lasting nog niet naar draagkracht is en dat de belastingen zoodanig dienen te worden herzien, dat men de financieele krachten, aanwezig, ook ten nutte maakt. De reorga nisatie der politie was noodzakelijk, daar van was ook de Koloniale Raad overtuigd. Doch de Raad is het niet eens met de wijze waarop dat zou geschieden. De grieven van den Kolonialen Raad acht spr. zeer recht matig. De militariseenng van de politie is niet zonder bedenking. De Gouverneur wordt dan tevens corpscommandant, hetgeen be zwaren zal opleveren bij het voorkomen van geschillen. Spr. dringt erop aan, den betref- fenden post van de begrooting voorloopig terug te nemen. De heer v. VUUREN (R. K.) critiseert den loop van zaken met deze begrooling, die een# heel slecht voorbeeld van wetgeving is. Beter zou het geweest zijn, met een suppletoir be grooting te komen, dan dat men nu in deze Kamer deze begrooting moet behandelen, terwijl Curacao reeds bezig is aan de vol gende begrooting. Spr. is niet in staat, uit te maken, wie er schuld aan heeft, dat ver schillende dingen op Curacao niet gaan, zoo als het behoort. Men moet in dezen met zijn conclusies voorzichtig zijn. Spr. dringt eveneens aan op gelijkstelling op onderwijsgebied. De finantiëele toestand van Curacao is gunstiger dan die ooit is ge weest en dan moet het wettelijk voorschrift omtrent de gelijkstelling worden uitgevoerd. De reorganisatie der politie op Curacao is wel urgent, maar het i9 toch zonderling, om thans een bedrag te voteeren voor dit doel, terwijl het voorstel in den Kolonialen Raad nog aanhangig is. Spr. zal in dien post met tegenzin toestemmen en hij hoopt, dat geen stap zal worden gedaan, alvorens de zaak is afgehandeld in den Kol. Raad. De heer J. J. C. v. DIJK (A. R.) Vermocht zich niet uit te spreken over de richting, waarin de reorganisatie der politie zal moe ten worden gezocht. Doch wel wenscht hij te zeggen, dat hij het ontoelaatbaar acht, dat de Staten-Generaat thans een post votee- tren, terwijl men nog geen kenni9 heeft kun nen nemen van het antwoord van den gou verneur op de bezwaren, die in den Kolonia len Raad zijn gerezen. Als er overeenstem ming is bereikt, kan er suppletoir een post worden aangevraagd. De vorm die woTdt voorgesteld, is die van een verkapt voor waardelijk crediet. De heer LINGBEEK (H. G. G. P.) hoopt, dat de minister niet tegemoet zal komen aan de wenschen van de heeren v. Boetzelaer en v. Vuuren, daar de bijzondere scholen op Curacao bijna alle R.K Missiescholen zijn. Hij herinnert aan zijn standpunt ten aan zien van de subsidieering der kloosterscho len. Het „gelijk loon tegen gelijken arbeid' gaat hier niet op, omdat de behoeften der kloosterlingen niet opwegen tegen die van de leeken-onderwijzers. De minister van Koloniën, de heer KO NINGSBERGER, deelt, in verband met de discussies mede, dat hij juist zooeven be richt ontving van het overlijden van den hoogbejaarden procureur-generaal van Cura cao, mr. Gorsiza. Spr. wenscht aan zijn na gedachtenis een woord van warme waar deering te wijden. Spr. zal morgen zijn rede voortzetten. De vergadering wordt verdaagd tot Woens dag 2 uur. Bij de firma S. C. van Doesburgh te Lei den is verschenen het rapport van de com missie tot bestrijding van het Bevolkings vraagstuk, ingesteld door den Nationalen Vrouwenraad. De commissie meent het resultaat van haar overwegingen te kunnen samenvatten in de volgende conclusies. Dat een bevolkingstoename in het tegen woordige tempo op den duur niet mogelijk is. is niet aan twijfel onderhevig. Deze is echter voor de toekomst ook niet te ver wachten, maar uit den loop van de ge boorte- en sterftecurven, die een geleide lijke daling van het geboortesurplus, d.i. een vermindering van de bevolkingstoe name, doen verwachten en dat waarschijn lijk reeds in de nabije toekomst. Pogingen in dit proces in te grijpen met het doel het tegen te houden of wel het tempo daarvan te versnellen, lijken even ongewenscht als onmogelijk: eenerzijds is de noodzakelijk heid van de vermindering van het bevol kingsaccres niet te ontkennen; deze ver mindering zet zich dan ook in alle lagen en kringen der bevolking geleidelijk door; maar anderzijds is er alle grond voor de verwachting, dat het tempo dezer vermin dering reeds snel genoeg zal zijn; een actie die een versnelling van dit tempo (b.v. door middel van propaganda) ten doel zou heb ben, lijkt dus vooral ook uit andere gronden niet gewenscht, al zou daarvan het gevolg waarschijnlijk ook niet groot zijnl (Eenige leden wenschten aanteeke- ning, dat zij het met deze opvatting niet eens waren. Waar in de naaste toekomst de toeneming onzer bevolking echter nog zeer aanzien lijk kan zijn, dient de economische en sociale politiek daarmede rekening te hou den. Eenerzijds dient alles wat de neiging of den schijn heeft de lot stand koming van groote gezinnen te bevorderen vermeden te worden. Zoo b.v kindertoeslagfondseu van Rijk. provincie of gemeente, voor zoo ver deze een officieele erkenning inhouden van het maatschappelijk nut van groote gezinnen, waarvan vanoverheidwege een premie wordt uitgekeerd; in zooverre spreekt hieruit de meening. dat de vermeer dering onzer bevolking nog moet worden aangemoedigd en dat dit dan taak van 6 overheid zou wezen. De beteekenis ?aa deze instellingen ligt meer hierin, dat in uitgekeerde bedragen, welke laaste meer dienen om een blijkbaar te geringe be. looning voor somige categoriën wat aan te vullen, volgens een maatstaf, niet aan de verdiensten, maar aan den behoeften ont leend Hetzelfde geldt van andere rege. lingen, die het loon of salaris mede doen bepalen door de groote van het gezin van den arbeider of ambtenaar. Al kan dit redenen van opportunistischen aard ook soms gewenscht lijken, het hieruit spre kend beginsel moet Jen eenenmale veroor deeld worden: de overheid of werkgever treedt hier op het gebied, dat behoort tot de uitsluitende verantwoordelijkheid van de ouders in het gezin. En het is. naar het oordeel der commissie, juist noodig dit ver- antwoordelijkheidsbesef te versterken en groote voorzichtigheid te betrachten ten aanzien van zoodanige sociale maatregelen die op zichzelf, of door de wijze, waarop zij worden uitgevoerd, tot gevolg kunnen hebben dat het be9ef van verantwoordelijk heid bij de ouders voor het bestaan van hun kroost verzwakt. Daarnaast dient men bij maatregelen van sociale en economische politiek zich er rekenschap van te geven, dat de yoorloopig nog te verwachten sterke toename der be volking ook de behoeften aanzienlijk zal doen toenemen en dat een voldoende be vrediging hiervan in de toekomst eerder met meer dan met minder moeite zal ge paard gaan. Bij maatregelen, die tot gevolg kunnen hebben een vermindering der pro ductie, zal ook dit in het oog gehouden moeten worden. Met name zal alles tegen gegaan moeten worden, wat een voldoende kapitaalvorming zou beletten, zal alles be vorderd moeten worden, wat ons econo misch leven meer geschikt maakt voor de vervulling van zijn taak: de voorziening in de behoeften van ons volk. Wat betreft de internationale verhou dingen, lijkt vóór alles een politiek van vrij handel, althans tusschen de Europeesche Staten onderling, een vereischte. Speciaal voor ons land is de mogelijkheid van vol* doenden export een levensvoorwaarde Het beginsel van vrijhandel zal dan ook. mede in ons eigen belang, door ons land steeds bepleit en hooggehouden moeten worden, Wellicht kan in dit opzicht de Volkenbond resultaten afwerpen. Zeker zal de Volkenbond, of een bond van Europeesche Staten, met veel succes werkzaam kunnen zijn in het verhelderen van de internationale atmosfeer, ook waar die door de economische expansiezucht van sommige landen, die door hun sterke be volkingstoename daartoe gedrongen wor den, verduisterd dreigt te worden. Want ten slotte kan alleen in vriendschappelijke samenwerking van de verschillende volke ren onderling een oplossing verkregen wor den van de verschillende problemen, die de bevolkingsvermeerdering aan ieder vok stelt. Ten slotte zou op de door den Nationalen Vrouwenraad aan de commissie gestelde vraag: Is de snelle groei der bevolking een bedenkelijk verschijnsel en wat moge daar tegenover te doen zijn? een antwoord kun nen worden gegeven in dezen zin: De tegenwoordige snelle groei van onze bevolking in verband met din elders ter wereld, sluit in zich de mogelijkheid van gevolgen van bedenkelijken aard, bedenke lijk in cultureeel, zedelijk, sociaal, econo misch opzicht. Gevolgen, die zonder eenigen twijfel noodlottig zouden zijn, wanneer daar tegenover geen ander tendenzen wareD op te merken en krachten werkzaam waren, n.l. neiging tot grooter inspanning tot het vinden van nieuwe wegen en rationeeler methoden, voorts snelje vermindering van het tempo der bevolkingstoeneming en ein delijk een. voorloopig nog wat schuchter streven om op internationaal gebied tot samenwerking te komen, wortelend in de erkenning, dat alleen samenwerking op den duur de belangen van ieder land zal kun nen dienen. Wanneer een juister inzicht in de ver- schillende problemen, niet alleen internatio naal, maar ook in het binnenland, de groe pen die soms tegenover elkaar staan tot meer samenwerking zou kunnen brengen, in de erkenning, dat zij in werkelijkheid ge lijke belangen hebben en die slecht? in g* zamenlijk streven kunnen verwerkelijken, dan zal ook hierin een krachtige tegenwer king gelegen zijn tegenover de ongunstige invloeden, die een sterke bevolkingsver meerdering op de volkswelvaart kan hebben Meer inzicht in den aard der problemen lijkt hiertoe voorwaarue. Hieraan mede b werken was het doel. dat de commissie zich stelde met haar rapport, dat tot ver meerdering van dit inzicht een bijdrage moge zijn. De commissie bestond uit: W. Wynaendis FranckenDyserinck, voorzitster; Christine Bader, Arts; mr. J Bierens de Haan rap porteur. ir. D. de Clercq. dr. Joh HaanVan Maarseveen: dr. L. Heyermans,' dr. Jeanne Knoopprof. mr. H. W. Met- horst; jhr. J. C. C. Sandberg; J. Smid; prof- dr. Tine Tammes. Uitgesproken: P. J. J. Hendriks, kleermaker, te Leiden, Doezastraat 43. Rechter-comm.: mr. H. R* Goudsmit. te Leiden. W. H Steenbergen Jr., koopman te Ld* den, Sieboldstraal 28. Rechter-comm mr- J. A F van Asperen; cur.: mr. F. Hv 4 Tas, te Leiden. G. van Driel. losse werkman, te Leider* dorp. Jaagpad 24. Rechter-comm mr C ij- de Kuyper; cur.: mr. F. D. L. Gunning.0 Leiden. W. van der Zwan. schipper, te Leidtf* dorp, Leeuwenpark 21. Rechter comm.: rnr. C. M. de Kuyper; cur.: mr. F. D. L. Gun®W te Leiden,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 6