HET BEVOLKINGSVRAAGSTUK
Leiüsctie Begratenis-Onderneminq
EERSTE KAMER.
TWEEDE KAMER.
FAILLISSEMENTEN.
der P. en T. 3e Afdeeling, zijn toegezonden
en vooraf door of vanwege den Directeur-
Generaal der Posterijen en Telegrafie zijn
goedgekeurd."
De omroeporganisaties worden ten slotte
uitgenoodigd maatregelen te nemen voor
een stipte- naleving van het vorenstaande.
KWARTJESVINDERS EN TREIN-
MUZIKANTEN.
De directie der Nederlandsche Spoor
wegen heeft bepaald, dat abonnements
kaarten van kwartjesvinders en treinmuzi-
kanten moeten ingetrokken worden, zoodra
ontdekt wordt, dat zij hun praktijken in de
treinen uitoefenen.
INSTELLING DEPARTEMENT VAN
DEFENSIE.
Verschenen is het eindverslag inzake het
Ontwerp houdend wettelijke voorzieningen
naar aanleiding van de opheffing van de
Departementen van Marine en van Oorlog
en van de instelling van een Departement
van Defensie.
De Commissie van Rapporteurs zal als
nog gaarne een antwoord ontvangen op de
in het Voorloopig Verslag gestelde vragen
of er, bij aanneming van het wetsontwerp
zal komen één Generale Staf voor de beide
takken van defensie, welke minister de
aanvrage omtrent nieuw materieel voor de
defensie van Ned.-Indië aan de orde stelt
en of het de bedoeling is. op dit «nnt wijzi
ging in de verhouding van het Kabinet te
brengen.
BEGRAFENIS CHARLES BOISSEVAIN.
Onder zeer groote belangstelling heeft gis
terenmiddag op de Algomeene Begraafplaats
te Naarden de teraardebestelling plaats ge
had van het stoffelijk overschot van den
heer Charles Boissevain, in leven oud-hoofd
redacteur van het Algemeen Handelsblad.
Aan de groeve werd in de eerste plaats het
woord gevoerd door den heer mr. J. Kalff,
hoofdredacteur van het Algemeen Handels
blad. Deze zeide dat er zelden bij een laatste
verscheiden zooveel aanleiding is geweest
tot dankbaarheid, zoowel voor het publiek,
als voor stad en land. Tallooze instellingen
hebben aan zijn geschreven woord veel te
danken. Meer reden tot dankbaarheid nog
heeft het Handelsblad. Vooral voor de jon
gere menschen heeft hij veel gedaan. Spre
ker bracht vervolgens hulde aan de weduwe,
die den overledene zestig jaren bij bijn
werkzaamheden trouw ter zijde heeft ge
staan. Charles Boissevain was zoo vol
ideeën en plannen, dat men niet met hem
kon spreken zonder door hem bezield te
worden.
Namens commissarissen en directie van
het Algemeen Handelsblad sprak vervolgens
de heer A. Heldring, die ook het woord voer
de voor den heer de Clercq oud-president
commissaris van genoemd blad.
Juist in deze dagen, aldus de heer Hel
dring, is gebleken hoeveel het Handelsblad j
in den heer Charles Boissevain mist. Hij i
herdacht den overledene verder met wat hij I
is geweest voor 't huiselijk loven, wat hij
vooral geschreven heeft over kinderen. De
lente van zijn leven is nooit heelemaal voor
bijgegaan. Na de lente is thans de eeuwige
zomer voor hem ingegaan, waarop geen
herfst en winter zullen volgen.
Namens de familie sprak de heer Matthys
Boissevain. die den overledene herdacht voor
het vele. dat hij voor de groote familie heeft
gedaan. Vervolgens sprak in het Fransch ds.
Leconnu, predikant van de Waalsche ge
meente te Amsterdam.
Namens den Nederlandschen Journalisten
kring en de Amsterdam9che Pers sprak ver
volgens de heer D. Kouwenaar. die den over
ledene in de eerste plaats herdacht als jour
nalist. Want hij was een groote figuur onder
ons. een der allergrootsten, een die direct
genoemd moet worden na. zoo niet naast
dr. Abraham Kuyper. Charles Boissevain
was voor alles en geheel journalist. Spreker
besloot: Charles Boissevain. de Nederland
schen Journalistenkring dankt U voor die
trouw, maar vooral voor de schitterende
wijze waarop gij ons vak hebt beoefent, om-
dal gij daardoor het aanzien van de Neder
landsche journalistiek verhoogd hebt. Tn de
geschiedenis van den Nederlandschen jour
nalistenkring, van de Nederl. journalis
tiek zal uw naam tot in de lengte der da
gen met onderscheiding genoemd worden.
Namens de kleinkinderen sprak dr. Char
les Boissevain. waarna de oudste zoon van
den overledene Ch. E. H. Boissevain dankte
voor de groote belangstelling.
Daarna werd gezongen de Engelsche
Hymne: „Song of my soul, thou saviour
dear".
Er waren vele bloemen.
NEDERLANDSCHE ORGANISATIE VAN
ACCOUNTANTS.
In de jaarlijksche algemeene vergade
ring van bovengenoemde vereeniging. ge
houden te Den Haag. werden als bestuurs
leden herkozen de heeren mr. I. Goudeket,
L. van Eynsbergen en dr. C. Huysman,
waarvan de heer mr. I. Goudeket als voor
zitter. Besloten werd het bestuur uit te
breiden tot zes leden en werd tot zesde be
stuurslid gekozen de heer G. Smits, te
Haarlem. De Raad van Tucht en Discipline
werd uitgebreid van 3 tot 5 leden en als
nieuwe leden werden benoemd de heeren
mr. dr. F. C. van Geer en mr. dr. J. H. R.
Sinninghe Damsté.
ALG. VERG. TESSELSCHADE.
Te Amersfoort is gisteren onder voorzit
terschap van mevrouw s' JacobLoder uit
Rotterdam, aangevangen de 56sle jaarl alg.
verg. dpr Ver. Tesselschade
Uit de verslagen blijkt, dat het Zegers
Veeckensfnndsverslag een eindcijfer heeft
van f 8468 Hef opleidingsfonds sluit met
f4534 Dp algemeene kas over 1928 sluit j
met f7150, waarondpr een saldo vao
f 2945. Tof leden van het hoofdbestuur
werden gekozen dp dames Avis van Gent
en Slee8wijkVan Bosse Tot lid van de
examen-commissie wordt gekozen mej.
Bergsma
Aan 265 werksters werd f 26.232 loon
uitbetaald tegen f 22.855 aan 261 in het
vorige jaar. Aan bestelwerk werd -voor
f 33.324 ontvangen, 51 jonge vrouwe»,
werden bij de opleiding gesteund met
f 10.391. Het aantal door de bemiddelings-
bureaux geplaatste candidaten bedroeg 353
De afdelingsverslagen spreken over het
algemeen van een gunstig verenigings
leven, al ging het ledental in enkele afdee-
lingen iets achteruit.
In 1926 werd aan de opleidingsfonds
commissie door 13 afdeelingen steun aan
gevraagd voor 25 candidaten. waarvan zich
een terugtrok en zes werden afgewezen
Er is steun verleend tot een bedrag van
f 4310. Het Zegers Veeckens-fonds betaal
de f7605 uit. Aan 61 dames werd een
vaste toelage uitgekeerd.
In de opleidingsfondscommissie zal de
afdeeling Zutphen zitting nemen.
Bij het Departement van Koloniën is
bericht ontvangen dat de heer dr. J. B.
Gorsira, procureur-generaal van het Hof
van Justitie op Curacao, is overleden.
UIT NED. OOST-INDIë.
ACTIE GEËINDIGD.
PADANG, 10 Mei. (Aneta). De militaire
actie in het Soloksche is geëindigd. In to
taal zijn 230 personen gearresteerd en 350
vuurwapens achterhaald. De compagnie
marechaussee van kapitein Akkersdijk ver
trekt vermoedelijk binnenkort naar Java.
TEGEN DE CHINEESCHE PERS.
BATAVIA, 10 Mei. (Aneta). Het Soer.
Handelsblad en 't Bat. Nieuwsblad dringen
aan op bestrijding van het snel toenemende
kwaad van de Chineesche pers, waar
achter de Kuo-Min-Tang en andere geheime
genootschappen staan. De mentaliteit van
de z g singkehs in het Chineesche kamp
toont zich soms meer openlijk vijandig te
gen het Nederlandsch gezag.
RECLAME.
AUTO-TRANSPORTEN, CREMATIE
H. P. H. KEEREWEER
TEI.EKKM 8BI - I.EIDEN
4 OSO
(Zitting van gisteren).
VERSCHILLENDE ONTWERPEN.
Aan de orde zgn de volgende wets-ont-
werpen
1. Goedkeuring van de uitgifte in voort
durende erfpacht van Staatsduingrond op
Terschelling, aan J. Mulder, te Castricum,
en mr. \V. de Gavere, te Amsterdam;
2. Naturalisatie van: lo. A. M. Adler
:en 19 anderen; 2o. A. Arntzen en 19
anderen; 3o. J. M. Beaujean en 18 anderen;
4o. B. H. Baum en 19 anderen; 5o. H.
Brix en 19 anderen; 6o. C. M. Antonis3on
en 21 anderen; 7o. H. L. Beek en 20
anderen; 8o. M. Abraham en 20 anderen;
8. Wijziging van het Wetboek van Straf
recht en van de Uitleveringswet in ver
band met de Verdragen ter bestrijding van
den handel in vrouwen en kinderen en ter
beteugeling van de verspreiding van en
den handel in ontuchtige uitgaven.
4. Wijziging van de artikelen 2 en 4
van het Wetboek van Burgerlijke Rechts
vordering.
Ontwerp sub 1 wordt zonder beraadsla
ging of stemming goedgekeurd.
NATURALISATIE.
Bij ontwerp sub 2 merkt de heer DE
GIJSELAAR (C.-H.) op, dat hij reeds zeer
vaak heeft gewaarschuwd tegen de natu
ralisatie op de schaal als tegenwoordig
geschiedt. Het schijnt echter zeer weinig
geholpen te hebben, want telkens wordt de
Kamer opnieuw overstroomd met naturali
satie-ontwerpen. Welk belang heeft Neder
land toch bij het /naturalisepren van die
vreemdelingenkolonies? Er is absoluut
geen noodzaak daartoe. Het is slechts een
belang voor de personen zelf. Vaak betreft
het personen, die geen passen kunnen krij
gen en dan wordt Nederland een soort
sociëteit, waarvan zij lid kunnen worden.
Vrouwen en kinderen meegeteld, krijgen
wij er jaarlijks 3000 genaturaliseerden bij,
dit is 3 pCt. van het accres in Nederland.
Het valt uit den aard der zaak moeilijk om
tegen zulk een ontwerp te stemmen. De
Kamer kan de hoedanigheid der betreffen
de personen nooit beoordeelen De wijze,
waarop hier te lande naturalisatie ge
schied, is dan ook verkeerd. Spr zou wen-
schen, dat naturalisatie geschiedde door de
Kroon en dan volgens zeer strenge regelen
De MINISTER VAN JUSTITIE, de heer
DONNER wijst erop, dat hij bij de begroo
ting van Justitie in de Eerste Kamer te
hooren kreeg, dat de Vreemdelingenwet te
streng werd toegepast. Als nu de heer De
Gijselaar van tegengestelde meening is,
heeft spr. den indruk, dat hij den gulden
middenweg bewandelt. Het betreft men
schen, die minstens reeds 6 jaren in Ne
derland wonen en zich als Nederlanders
wenschen te gedragen Zij worden dus al
lerminst „ingehaald". Het is een landsbe
lang, o.a. voor den handel, dat die men
schen dan ook werkelijk Nederlanders zijn
Voor ieder afzonderlijk behoeft dit belang
niet aangetoond te worden. Bij het onder
zoek wordt steeds nagegaan, of het niet
zuiver malerieele belangen zijn die hen
drijven tot een verzoek om naturalisatie
Hel onderzoek wordt zeer serieus ingesteld
Een voorstel om deze z^ren bij de Kroon
te brengen zou alleen te verwachten zijn
van de regeering. als de Staten-Generaal
zelf blijk, gaven, op deze bevoegdheid geer
prijs meer te stellen. In dit verband nepmt
de minister gaarne akte van hetgeen dp
heer De Gijseiaar zeide. Overigens gelooft
de minister, dat zakelijk het weinig ver
schil zou maken of de bevoegdheid tot na
turalisatie zou worden evergedragen aan
de Kroon of niet.
Het ontwerp wordt hierna aangenomen
zonder stemming.
Eveneens worden de overige aan de orde
zijnde ontwerpen aangenomen zonder
stemming.
De vergadering wordt hierop verdaagd
tot Woensdag 11 uur.
(Zitting van gisteren).
ZEVENJARIGE LEERPLICHT.
De VOORZITTER deelt mede, dat is
ingekomen het wetsvoorstel-Albarda be
treffende den zevenjarigen leerplicht.
Besloten wordt het voorstel naar de ai-
deelingen te zenden.
DE AFDEELINGEN.
Aan de orde is hierna het trekken van
afdeelingen.
De vergadering wordt hierna geschorst
tot het benoemen van voorzitters en twee
de-voorzitters der afdeelingen.
Na heropening deelt de VOORZITTER
mede, dat. benoemd zijn tot voorzitters
der afdeelingen de heeren Heemskerk, Ke
telaar, Albarda, Aalberse en dr. De Visser
Tot tweede voorzitters zijn benoemd de
heeren v. Sasse v. IJsselt, Nolens, Beu-
mer, Oud en J J. C v. Dijk.
De VOORZITTER deelt mede, dat de
centrale afdeelmg besloten heeft eenige
ontwerpen te zenden naar de commissie
voor de belastingen en Woensdag 11 Mei
om 11 uur eenige ontwerpen in de afdee
lingen te doen onderzoeken*
VERSCHILLENDE ONDERWERPEN.
Aan de orde zijn de volgende ontwerpen
en conclusies:
1. Wetsontwerp verhooging van het eer
ste hoofdstuk der Sta&tsb eg rooting voor
1926 (Kosten werkzaamheden Koninklijk
Paleis, Amsterdam)
2. Wetsontwerp wijziging der Zegelwet
1917 eb der wet van 3 April 1922 tot her
ziening van de tarieven voor verrichtin
gen aan de bewaring van de hypotheken,
het kadaster, en de scheepsbewijzen
3. wetsontwerp nadere regeling van den
aanleg en de exploitatie van den electri-
schen tramweg te 's-Gravenhage (station
S.S.) naar Soheveningen
4. wetsontwerp, onteigening van percee-
len, erfdienstbaarheden en andere zakelijke
rechten, noodig voor de overbrugging van
de Eendracht, in de gemeenten Tholen en
Halsteren
5. wetsontwerp: onteigening van percee-
len, erfdienstbaarheden en andere zake
lijke rechten, noodig voor de verbetering
van de Jonkersvaart, in de gemeente Leek;
6. Conclusie van het verslag der commis
sie omtrent de inlichtingen op het adres
van de N V. I. v. d. Velde en Co.'s Aan
nemers-Maatschappij, gevestigd te 's-Gra
venhage, kantoor houdende te Heemstede,
houdende verzoek oan toekenning van een
vergoeding voor de door adressante geleden
schade bij een door haar aangenomen war
terstaatswerk (Zuiderzeewerken).
7. Conclusie van het verslag der com
missie omtrent de inlichtingen op heit adres
van den Schoolraad voor de scholen mev
den Bijbel eu den Ned. R.-K. Schoolraad,
betreffende het niert medetellen van de
salarissen van vakonderwijzers aan open
bare lagere scholen ter berekening der ge
meentelijke vergoeding vaü de exploitatie
kosten der bijzondere scholen over 1922;
8. wetsontwerp uitbreiding van de toe
passelijkheid van de wet van 10 Februari
1910 tot de bevolking van Suriname en Cu
rasao;
9. wetsontwerp, regeling van de begroo-
tingen en rekeningen van Landsbedrijven
in Nederlandsch-Indië.
Behoudens enkele opmerkingen worden
alle ontwerpen z. h. st. goedgekeurd evenals
de Conclusie van het Verslag der Commissie
omtrent de Inlichtingen op het adres van J.
J. Lenderink, gewezen adjunct hoofdcommis
saris van politie in Nederlandsch-Indie te
's-Gravenhage, houdende verzoek een onder
zoek te doen instellen terzake van het aan
adressant gegeven ontslag.
CURAcAO.
Aan de orde is de begrooting van Curasao
voor 1927.
De heer IJZERMAN (S. D. A. P.) klaagt
over wanbeleid van den Gouverneur. Hier
over wordt steeds meer geklaagd, zoowel
door de pers als in den Kolonialen Raad. De
Gouverneur legt voortdurend zijn taak op
anderen en is zelf vaak afwezig door het ma
ken van lange pleizierreizen. Hoe de minis
ter dit beleid kan verdedigen is spr. niet dui
delijk. Hel loodswezen is er tolaa.1 vaslge-
loopen door de onnoozele bezuinigingspoli-
tiek en ter voorziening in den woningnood
wordt niets gedaan. In het ambachtsonder-
wijs wordt in onvoldoende mate voorzien,
ondanks de toenemende industrialisatie, van
de verbetering der ambtenaarssalarissen is
nog steeds niets gekomen. Al deze zaken
zijn voor een groot deel aan den Gouverneur
te wijten. Een ontwerp tot herziening van
het regeeringsreglement berust nog altijd bij
den Gouverneur. Zelfs heeft hij nog geen
tijd gehad om den Kolonialen Raad eens in
te lichten.
Het slappe beleid heeft ertoe geleid, dat
Curasao hoe langer hoe meer van den Haag
uit wordt Bestuurd met alle nadeelen. daar
aan verbonden, wat o.a. gebleken is met de
plannen betreffende de poenale sanctie.
De heer v. BOETZELAER VAN DUBBEL
DAM (C.-H.) wijst' erop. dat de behandeling
der begrooting in den Kolonialen Raad een
abnormalen toestand heef! doen ontstaan eu
aan het prestige van den gouverneur wel
eenig nadeel heeft toegebracht. Verder be
spreekt de heer v. Boetzelaer de organisatie
der politie en dringt aan op gelijkstelling van
het bijzonder met het openbaar onderwijs.
De heer v. RAPPARD (V B meent, dat er
hij het uitvoeren van allerlei werken op Cu
racao te veel gedraald is. Behalve het loods
wezen, dat de heer IJzerman besprak, noemt
spr. nog verschillende voorbeelden. Instem
ming betuigt spr. met de reorganisatie van
de politie, die op militaire leest wordt ge
schoeid
De heer JOEKES (V. D.) sluit zich geheel
aan bij den heer IJzerman. De ontstemming
over het bestuursbeleid is op Curacao alge
meen en de leiding van den Gouverneur laat
dan ook zeer veel te wenschen over. Spr
vraagt of het juist is, dat ir. Versluys tegelijk
adviseur is geweest voor de openbare water
voorziening en voor de Petroleum-raaa!
schappij. Voorts wijst spr. erop, dat de be
lasting nog niet naar draagkracht is en dat
de belastingen zoodanig dienen te worden
herzien, dat men de financieele krachten,
aanwezig, ook ten nutte maakt. De reorga
nisatie der politie was noodzakelijk, daar
van was ook de Koloniale Raad overtuigd.
Doch de Raad is het niet eens met de wijze
waarop dat zou geschieden. De grieven van
den Kolonialen Raad acht spr. zeer recht
matig. De militariseenng van de politie is
niet zonder bedenking. De Gouverneur wordt
dan tevens corpscommandant, hetgeen be
zwaren zal opleveren bij het voorkomen van
geschillen. Spr. dringt erop aan, den betref-
fenden post van de begrooting voorloopig
terug te nemen.
De heer v. VUUREN (R. K.) critiseert den
loop van zaken met deze begrooling, die een#
heel slecht voorbeeld van wetgeving is. Beter
zou het geweest zijn, met een suppletoir be
grooting te komen, dan dat men nu in deze
Kamer deze begrooting moet behandelen,
terwijl Curacao reeds bezig is aan de vol
gende begrooting. Spr. is niet in staat, uit te
maken, wie er schuld aan heeft, dat ver
schillende dingen op Curacao niet gaan, zoo
als het behoort. Men moet in dezen met zijn
conclusies voorzichtig zijn.
Spr. dringt eveneens aan op gelijkstelling
op onderwijsgebied. De finantiëele toestand
van Curacao is gunstiger dan die ooit is ge
weest en dan moet het wettelijk voorschrift
omtrent de gelijkstelling worden uitgevoerd.
De reorganisatie der politie op Curacao is
wel urgent, maar het i9 toch zonderling, om
thans een bedrag te voteeren voor dit doel,
terwijl het voorstel in den Kolonialen Raad
nog aanhangig is. Spr. zal in dien post met
tegenzin toestemmen en hij hoopt, dat geen
stap zal worden gedaan, alvorens de zaak is
afgehandeld in den Kol. Raad.
De heer J. J. C. v. DIJK (A. R.) Vermocht
zich niet uit te spreken over de richting,
waarin de reorganisatie der politie zal moe
ten worden gezocht. Doch wel wenscht hij
te zeggen, dat hij het ontoelaatbaar acht, dat
de Staten-Generaat thans een post votee-
tren, terwijl men nog geen kenni9 heeft kun
nen nemen van het antwoord van den gou
verneur op de bezwaren, die in den Kolonia
len Raad zijn gerezen. Als er overeenstem
ming is bereikt, kan er suppletoir een post
worden aangevraagd. De vorm die woTdt
voorgesteld, is die van een verkapt voor
waardelijk crediet.
De heer LINGBEEK (H. G. G. P.) hoopt,
dat de minister niet tegemoet zal komen aan
de wenschen van de heeren v. Boetzelaer
en v. Vuuren, daar de bijzondere scholen op
Curacao bijna alle R.K Missiescholen zijn.
Hij herinnert aan zijn standpunt ten aan
zien van de subsidieering der kloosterscho
len. Het „gelijk loon tegen gelijken arbeid'
gaat hier niet op, omdat de behoeften der
kloosterlingen niet opwegen tegen die van
de leeken-onderwijzers.
De minister van Koloniën, de heer KO
NINGSBERGER, deelt, in verband met de
discussies mede, dat hij juist zooeven be
richt ontving van het overlijden van den
hoogbejaarden procureur-generaal van Cura
cao, mr. Gorsiza. Spr. wenscht aan zijn na
gedachtenis een woord van warme waar
deering te wijden. Spr. zal morgen zijn rede
voortzetten.
De vergadering wordt verdaagd tot Woens
dag 2 uur.
Bij de firma S. C. van Doesburgh te Lei
den is verschenen het rapport van de com
missie tot bestrijding van het Bevolkings
vraagstuk, ingesteld door den Nationalen
Vrouwenraad.
De commissie meent het resultaat van
haar overwegingen te kunnen samenvatten
in de volgende conclusies.
Dat een bevolkingstoename in het tegen
woordige tempo op den duur niet mogelijk
is. is niet aan twijfel onderhevig. Deze is
echter voor de toekomst ook niet te ver
wachten, maar uit den loop van de ge
boorte- en sterftecurven, die een geleide
lijke daling van het geboortesurplus, d.i.
een vermindering van de bevolkingstoe
name, doen verwachten en dat waarschijn
lijk reeds in de nabije toekomst. Pogingen
in dit proces in te grijpen met het doel het
tegen te houden of wel het tempo daarvan
te versnellen, lijken even ongewenscht als
onmogelijk: eenerzijds is de noodzakelijk
heid van de vermindering van het bevol
kingsaccres niet te ontkennen; deze ver
mindering zet zich dan ook in alle lagen
en kringen der bevolking geleidelijk door;
maar anderzijds is er alle grond voor de
verwachting, dat het tempo dezer vermin
dering reeds snel genoeg zal zijn; een actie
die een versnelling van dit tempo (b.v. door
middel van propaganda) ten doel zou heb
ben, lijkt dus vooral ook uit andere
gronden niet gewenscht, al zou daarvan
het gevolg waarschijnlijk ook niet groot
zijnl (Eenige leden wenschten aanteeke-
ning, dat zij het met deze opvatting niet
eens waren.
Waar in de naaste toekomst de toeneming
onzer bevolking echter nog zeer aanzien
lijk kan zijn, dient de economische en
sociale politiek daarmede rekening te hou
den. Eenerzijds dient alles wat de neiging
of den schijn heeft de lot stand koming van
groote gezinnen te bevorderen vermeden
te worden. Zoo b.v kindertoeslagfondseu
van Rijk. provincie of gemeente, voor zoo
ver deze een officieele erkenning inhouden
van het maatschappelijk nut van groote
gezinnen, waarvan vanoverheidwege een
premie wordt uitgekeerd; in zooverre
spreekt hieruit de meening. dat de vermeer
dering onzer bevolking nog moet worden
aangemoedigd en dat dit dan taak van 6
overheid zou wezen. De beteekenis ?aa
deze instellingen ligt meer hierin, dat in
uitgekeerde bedragen, welke laaste meer
dienen om een blijkbaar te geringe be.
looning voor somige categoriën wat aan te
vullen, volgens een maatstaf, niet aan de
verdiensten, maar aan den behoeften ont
leend Hetzelfde geldt van andere rege.
lingen, die het loon of salaris mede doen
bepalen door de groote van het gezin van
den arbeider of ambtenaar. Al kan dit
redenen van opportunistischen aard ook
soms gewenscht lijken, het hieruit spre
kend beginsel moet Jen eenenmale veroor
deeld worden: de overheid of werkgever
treedt hier op het gebied, dat behoort tot
de uitsluitende verantwoordelijkheid van de
ouders in het gezin. En het is. naar het
oordeel der commissie, juist noodig dit ver-
antwoordelijkheidsbesef te versterken en
groote voorzichtigheid te betrachten ten
aanzien van zoodanige sociale maatregelen
die op zichzelf, of door de wijze, waarop
zij worden uitgevoerd, tot gevolg kunnen
hebben dat het be9ef van verantwoordelijk
heid bij de ouders voor het bestaan van
hun kroost verzwakt.
Daarnaast dient men bij maatregelen van
sociale en economische politiek zich er
rekenschap van te geven, dat de yoorloopig
nog te verwachten sterke toename der be
volking ook de behoeften aanzienlijk zal
doen toenemen en dat een voldoende be
vrediging hiervan in de toekomst eerder
met meer dan met minder moeite zal ge
paard gaan. Bij maatregelen, die tot gevolg
kunnen hebben een vermindering der pro
ductie, zal ook dit in het oog gehouden
moeten worden. Met name zal alles tegen
gegaan moeten worden, wat een voldoende
kapitaalvorming zou beletten, zal alles be
vorderd moeten worden, wat ons econo
misch leven meer geschikt maakt voor de
vervulling van zijn taak: de voorziening in
de behoeften van ons volk.
Wat betreft de internationale verhou
dingen, lijkt vóór alles een politiek van vrij
handel, althans tusschen de Europeesche
Staten onderling, een vereischte. Speciaal
voor ons land is de mogelijkheid van vol*
doenden export een levensvoorwaarde Het
beginsel van vrijhandel zal dan ook. mede
in ons eigen belang, door ons land steeds
bepleit en hooggehouden moeten worden,
Wellicht kan in dit opzicht de Volkenbond
resultaten afwerpen.
Zeker zal de Volkenbond, of een bond
van Europeesche Staten, met veel succes
werkzaam kunnen zijn in het verhelderen
van de internationale atmosfeer, ook waar
die door de economische expansiezucht van
sommige landen, die door hun sterke be
volkingstoename daartoe gedrongen wor
den, verduisterd dreigt te worden. Want
ten slotte kan alleen in vriendschappelijke
samenwerking van de verschillende volke
ren onderling een oplossing verkregen wor
den van de verschillende problemen, die de
bevolkingsvermeerdering aan ieder vok
stelt.
Ten slotte zou op de door den Nationalen
Vrouwenraad aan de commissie gestelde
vraag: Is de snelle groei der bevolking een
bedenkelijk verschijnsel en wat moge daar
tegenover te doen zijn? een antwoord kun
nen worden gegeven in dezen zin:
De tegenwoordige snelle groei van onze
bevolking in verband met din elders ter
wereld, sluit in zich de mogelijkheid van
gevolgen van bedenkelijken aard, bedenke
lijk in cultureeel, zedelijk, sociaal, econo
misch opzicht. Gevolgen, die zonder eenigen
twijfel noodlottig zouden zijn, wanneer daar
tegenover geen ander tendenzen wareD op
te merken en krachten werkzaam waren,
n.l. neiging tot grooter inspanning tot het
vinden van nieuwe wegen en rationeeler
methoden, voorts snelje vermindering van
het tempo der bevolkingstoeneming en ein
delijk een. voorloopig nog wat schuchter
streven om op internationaal gebied tot
samenwerking te komen, wortelend in de
erkenning, dat alleen samenwerking op den
duur de belangen van ieder land zal kun
nen dienen.
Wanneer een juister inzicht in de ver-
schillende problemen, niet alleen internatio
naal, maar ook in het binnenland, de groe
pen die soms tegenover elkaar staan tot
meer samenwerking zou kunnen brengen,
in de erkenning, dat zij in werkelijkheid ge
lijke belangen hebben en die slecht? in g*
zamenlijk streven kunnen verwerkelijken,
dan zal ook hierin een krachtige tegenwer
king gelegen zijn tegenover de ongunstige
invloeden, die een sterke bevolkingsver
meerdering op de volkswelvaart kan hebben
Meer inzicht in den aard der problemen
lijkt hiertoe voorwaarue. Hieraan mede b
werken was het doel. dat de commissie zich
stelde met haar rapport, dat tot ver
meerdering van dit inzicht een bijdrage
moge zijn.
De commissie bestond uit: W. Wynaendis
FranckenDyserinck, voorzitster; Christine
Bader, Arts; mr. J Bierens de Haan rap
porteur. ir. D. de Clercq. dr. Joh
HaanVan Maarseveen: dr. L. Heyermans,'
dr. Jeanne Knoopprof. mr. H. W. Met-
horst; jhr. J. C. C. Sandberg; J. Smid; prof-
dr. Tine Tammes.
Uitgesproken:
P. J. J. Hendriks, kleermaker, te Leiden,
Doezastraat 43. Rechter-comm.: mr. H. R*
Goudsmit. te Leiden.
W. H Steenbergen Jr., koopman te Ld*
den, Sieboldstraal 28. Rechter-comm mr-
J. A F van Asperen; cur.: mr. F. Hv 4
Tas, te Leiden.
G. van Driel. losse werkman, te Leider*
dorp. Jaagpad 24. Rechter-comm mr C ij-
de Kuyper; cur.: mr. F. D. L. Gunning.0
Leiden.
W. van der Zwan. schipper, te Leidtf*
dorp, Leeuwenpark 21. Rechter comm.: rnr.
C. M. de Kuyper; cur.: mr. F. D. L. Gun®W
te Leiden,