PAPIEREN ROZEN
No. 20588
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 27 April
Tweede Blad
Anno 1927
BINNENLAND.
EERSTE KAMER.
BV UWE GASTEN. MEVROUW, ROEMEN UW FIJNEN SMAAK, INDIEN U HUN VERHAGENs PARIJSCHE WAFELS „ELITA', „RHUMCOof „MILKO" OFFREERT!
FEUILLETON.
DC KONINGIN EN DE PRINSES NAAR
ENGELAND?
In mededeelingen in de „Daily Chronicle"
over het aanstaande Londensche Society-
seizoen wordt o.a. bericht, dat de mogelijk
heid bestaat van een bezoek van Koningin
Wilhelmina en Prinses Juliana aan de
Engelsche hoofdstad.
Of dit juist zal blijken?
OFFICIEELE BERICHTEN.
Bij Kon. Besluit zijn herbenoemd lot bur
gemeesters van: Geldrop A. N. Fleskens;
Veldhoven A. J. van Hooff; Egmond-binnen
Ch. W. G. Janssens; Eenrum L. Wiersum
Tz.; Zwartsluis G. Oprei; Hunsel H. II. van
Geleuken, secretaris dier gemeente: en van
Noorbeek J. P. J. H. M. Brouwers;
is op verzoek eervol ontslagen met dank
voor de belangrijke diensten dr. G. C. Nij-
hoff als hoogleeraar aan de Rijksuniversi
teit te Groningen;
is benoemd aan de Technische Hooge-
school te Delft, in de afdeeling Werktuig
bouwkunde en Scheepsbouwkunde voor het
onderwijs in de werktuigbouwkunde tot ge
woon hoogleeraar Ir. A. J. ter Linden, hoofd
ingenieur bij de Gemeentelijke Electriciteils-
bedrijven te Amsterdam.
PERSONALIA.
De burgemeester van Sappemeer, de heer
H. J. Eikema is gisteravond op 45-jarigen
leeftijd plotseling overleden.
Te Eefde is in den ouderdom van 86
jaar overleden de heer J. Canters, president-
commissaris van Nederland.-ch Mettray. Voor
heen was htj werkzaam bjj cultuur-onder
nemingen in Nederlandsch-lndie, later con
sul te Singapore en daarna directeur der
Kotterdamsche Bank. Bijna 56 jaar geleden
vestigde de overledene zich te Eeide op
den huize Klaphek. Ter gelegenheid van
bet 75-jarig bestaat der stichting Neder
landse! Mettray, waarvan hjj sedert 1918
president-commissaris was, nadat hg 48 jaar
deei had uitgemaakt van de hoofdcommissie,
wer* h^j benoemd tot officier in de orde
van Oranje-Nassau.
Te Amerongen is overleden de bekende
notaris W. Schroot, die o.a. te Doorn de
raken van den ex-keizer heeft behartigd.
Uit Praag wordt gemeld, d3t de president
der Tsjecbo-Slowaaksche republiek prof. A.
van Ggn heeft benoemd tot groot-officier
in de orde van den Witten Leeuw.
DE UITZENDING VAN POLITIE
AMBTENAREN NAAR NEDERL.-INDIfi.
De bijzondere voorwaarden voor de
uitzending.
Op do vragen van den heer Deckers be
treflende bijzondere voorwaarden, gesteld
voor de uitzending naar Nederlandseh-indië
van een aantal commissarissen van politie
2de klasse en een aantal politie-opzieners,
heeft de heer Koningsbergff-, Minister van
koloniën, het volgende geantwoord:
Overeenkomstig de aanwijzingen, vervat in
de door de Indische Regeering gedane aan
vraag om uitzending van 14 commissarissen
2ae klasse en 70 politie-opzieners, is in
derdaad onder de voor die betrekkingen
gestelde eischen onder meer deze opgenomen,
dat de candidaten niet ouder mochten zijn
dan 30 jaar, en voorts bekend gemaakt,
dat voor beide betrekkingen in de eerste
plaats ongehuwden en gehuwden met niet
meer dan één kind in aanmerking zouden
komen.
In overleg met de Indische Regeering is
hierin nader in zooverre wijziging gebracht,
dat de leeftijdsgrens tot 35 jaar is verhoogd
en dat nu ook sollicitanten met twee kin
deren kunnen worden uitgezonden.
Aanleiding tot het stellen van eeo leef
tijdsgrens heeft gegeven de omstandigheid,
dat zij, die worden uitgezonden, bij hun
aankomst in Indië onderaan de ranglijst
moeten worden geplaatst, zulks ten eiude
liet reeds in dienst zijnde personeel niet
in zijn promotiekansen te benadeelen.
Dat lieden met meer dan twee kinderen
niet in aanmerking komen, vindt zijn grond
uitsluitend in de bij vroegere uitzendingen
opgedane ervaring, dat het althans in den
eersten tijd voor de betrokkenen bezwaarlijk
is, om in de geheel vreemde omgeving
en onder de zoo geheel andere levensom
standigheden van net aan de onderhavige
betrekkingen verbonden salaris in de tropen
een grooter gezin te onderhouden.
DE SCHEEPVAART DES NACHTS.
Het gesloten bonden van slnizen en bruggen
Op de vragen ran den heer Kortenhorst
in verband met het van Regeeringswege
genomen besiuit om met ingang van 1 April
1927 verschillende bjj den R\jkswaterstaat
in beheer zijnde slnizen en bruggen des
nachts voor de scheepvaart gesloten te hou
den, heeft de heer Van der Vegte, Minister
*aa Waterstaat, het volgende geantwoord:
Bij beschikking van 3 Februari 1927, no.
343, afdeeiing Waterstaat A., opgenomen
in de Nederlandsche Staatscourant van 4
en 5 Februari 1927, no. 25, is een met
1 April 1927 ingaande regeling getroffen om
trent de nachtsluiting van verschillende hjj
den Rijkswaterstaat in beheer zijnde sluizen
en bruggen kon worden bereikt en uit de
ambtsberichten mocht worden afgeleid, dat
daardoor verkeers- en andere belangen niet
wezenlijk zouden worden geschaad.
Met het onderzoek van de zaak is dezer
zijds niet een begin gemaakt, dan nadat
belanghebbenden uit scheepvaartkringen in
da gelegenheid zijn geweest, ter zake hun
meening nit te spreken- Intusschen is, toen
bezwaren werden kenbaar gemaakt, met
name tegen de getroffen regeling voor de
Zuid-Willemsvaart, de Dieze en het Wilbel-
minakanaal, bij beschikking van 30 Maart
1927, La, L., afd. Waterstaat A., opgenomen
in de Nederlandsche Staatscourant van 30
Maart 1927, no. 63, bepaald, dat in de
nachtsluiting voor de genoemde wateren tot
nadere aankondiging geen verandering zal
worden gebracht. Aan de betrokken amb
tenaren is opgedragen een nader onderzoek
in te stellen omtrent de vraag, welke re
geling voor bedoelde wateren zou moeten
worden getroffen, gelet eenerzijds op het
economisch nadeel, dat nachtsluiting voor
verschillende ondernemingen kan meebren
gen, en anderzijds op de voor het Rijk
door die sluiting, te verkrijgen bezuiniging.
Daarbij is tevens opdracht gegeven, overleg
te plegen met belanghebbenden en voor
zooveei noodig ook met de betTokken Kamers
van Koophandel en Fabrieken.
HET GEDENKTEEKEN
VOOR JULIANA VAN STOLBERG.
Het dageljjksch bestuur van het Nationaal
Comité voor het gedenkteeken voor Juliana
vat Stolberg deelt o.a. mede, dat de plech
tigheid van de eerste-steenlegging op 30
dezer te 11 uur voormiddag te 's-Gravenhagé
jhr. mr. D. J. de Geer, Minister van Fi
nanciën, voorzitter van den raad van Minis
ters, een eenvoudig, niettemin waardig
karakter -zal dragen en van korten duur zal
zijn.
Z. K. H. Prins Hendrik heeft het dage-
lijkscfc bestuur doen weten: „dat het ge-
bifker is, dat de 30e April zoodanig bezet
is, dat H.D. tot zijn leedwezen niet aan
het voornemen kan gevolg geven om de
steenlegging bij te wonen".
DE VLAGGENKWESTIE TE GOOR.
Zooals men weet, besloot de raad der
gemeente Goor om op de verjaardagen van
de leden van het Koninklijk Huis van de
openbare gebouwen Diet meer te vlaggen.
Hieronder valt o.a. ook de toren der Ned.-
Herv Kerk, welke gemeente-eigendom is.
Nu heeft het Oranje-Comité te Goor een
strooibiljet verspreid, waarin de ingezetenen
worden nitgenoodigd, om ter gelegenheid
van den achttienden verjaardag van ELK.H.
Prinses Juliana op de 30 April e.k. de
vlaggen uit te steken.
Tot de kerkvoogden der Ned.-Herv. Gem.
Is het verzoek gericht, nu van den toren
geen vlag meer wordt uitgestoken, deze
van de kerk te laten wapperen, zooals dat
bij de R.-K. gemeente gedaan wordt
ZILVEREN JUBILEUM VAN DE
STAATSMIJNEN.
Ter gelegenheid van het zilveren jubi
leum der staatsmijnen zal op Vrijdag 6 Mei
in het restaurant Limburgia te Heerlen een
maaltijd worden gehouden, waaraan o.m.
zullen aanzitten de Prins, de minister van
waterstaat, de leden van den Mijn raad en
de Voorzitter daarvan, mgr. dr. Nolens, de
directies der Limburgsche mijnen, vertegen
woordigers van den Xederlandschen Jour
nalistenkring en de R.-K. Journalistenver-
eeniging en enkele ambtenaren der staats
mijnen.
VEREEN. ORANJE NASSAU-MUSEUM.
Ontleend is aan het jaarverslag:
De vereeniging telt thans niet minder
dan 58 correspondenten. Op 1 April telde
de vereeniging 54 stichters, 115 begunsti
gers en 555 leden, tegen resp. te vorigen
jare 44, 95 en 336.
Van verschillende zijden kwamen vele en
velerlei geschenken in.
Het museum werd bezooht door 260 be
talende bezoekers, 390 niet-betalende, 66
scholieren en 35 leden van vereenigingen.
De gezamenlijke saldi bedroegen op 31
Dec. 1926 f*2322.90.
ORGANISATIE R.-K. ARBEIDSTERS.
De „Volkskrant" deelt mede, dat .het
Verbondsbestuur der R. K. Volkspartij
heeft besloten in het leven te roepen een
centrale commissie voor de Vrouwenorga
nisatie, welke vooral tot taak zal hebben,
leiding te geven bij het organiseoren van
arbeidsters.
De commissie bestaat uit mej. A. Hut
ten (Textielarbeidersbond) secretaresse, en
de heeren Angenent (Haarl. Dioc. Bona),
W. Mooijman (Fabrieksarbeidersbond), De
Natris ('8-Hertogenbossche Dioc. Bond) cn
voorloopig A C de Bruijn (Ver
bondsbestuur), voorzitter.
(Zitting vaD gisteren).
STAATSBEGROOTING 1927.
Waterstaat.
Aan de orde is voortzetting van de be
handeling der Waterstaatsbegrooting.
De heer VAN LANSCHOT (R.-K.) zet
zijn rede voort.
Spr. vraagt den minister, of bij de plan
nen, welke in voorbereiding zijn en die
naar spr. vertrouwt spoedig in uitvoering-
zullen komen, ook rekening is gehouden
met de grootste hoogte van de Maas. In
dit verband dringt spr. er op aan, het zo-
merbed van dc Maas liever op 150 M.
breedte te maken dan op 100 M. Thans ie
die breedte 60 M.
Voorts hoopt spr dat bij de verbetering
van het Maasbed wel degelijk rekening zal
worden gehouden met de gevolgen, welke
deze hoogerop de rivier zal hebben.
Daarna komt spr. tot het Drongelsch ka
naal, en hij is van meening, dat dit kanaal
geenszins aan de verwachtingen heeft vol
daan.
Indien de minister een berekening zpu
willen maken, hoe de waterstand zou zijn
bij een goede werking van het Drongelsch
kanaal, dan zou hij ondervinden, dat by
hoogen waterstand het water in de omge
ving van den Bosch ongeveer 1 M. lager
zou staan. Het Drongelsch kanaal is »n
tijden van hoog water de eenige uitmon-
dingsgclegenheid voor den Dommel en de
Aa,%en daarom moet de Regeenng beglu-
nen met de verbetering vaD dit kanaal.
Daarna komt spr. tot een onderdeel van
het onlangs verworpeL Belgisch Verdrag,
n.L den afloop van het uit België komende
water. Ln 1873 heeft België zich voor
250.000 francs het recht gekocht om al zijn
overtollig water te laten afvloeien naar
Noord-Brabant. Doze provincie heeft daar
van altijd deD grootsten last ondervondon.
Daarop heeft men een regeling getroffen
bij het genoemde Belgische Vordrag, welke
regeling op zeer vele punten alleszins be
vredigend is. Alleen is spr. bevreesd, dat
de overlast van het afvloeiende water ver
groot zal worden, omdat de hoevoelheid
water, welke België mag aftappen bij
Maastricht, zeer belangrijk wordt vergroot.
Spr. hoopt, dat de minister bij eventueel©
nieuwe onderhandelingen zijn bijzondere
aandacht aan deze kwestie sa! schonken.
De heer SMEENGE (V -B.) bespreekt de
verbetering van de scheepvaartverbinding
van Amsterdam met den Rijn. Spr. hoopt,
dat de minister zich accoord verklaart
met den inhoud van het rapport, dat hem
te dezer zake zou bereiken. Deze zaak is
zeer urgent en eischfc spoedig voorziening.
Wat den aanleg van het Twente-Kiju-
kanaal betreft, herinnert spr er aan, dat
minister aan de betrokken streek tegemoet
wilde komen door een speciale spoortarief-
verlaging. Spr merkt echter op, dat do
bewoners van een dergelijk middel niet vul
len weten. Het benoodigde geld voor den
aanleg van het kanaal is bijeengebracht,
het daarvoor uitgebrachte rapport is op
het Departement gunstig ontvangen en
volgens mededeelingen. van den minister
staat de rentabiliteit van bet kanaal vast.
Wat staat, vraagt spr., dan Dog den aan
leg in den weg 1 Wanneer het kanaal niet
wordt aangelegd, zullen de spoorwegen in
de toekomst buitengewoon kostbare uit
breidingen moeten doen, welke exploitatie
verliezen tot gevolg zullen hebben.
Spr. hoopt dan ook dat spoedig met dan
aanleg van het kanaal zal worden aange
vangen.
Ten aanzien van de brug over de Een
dracht merkt spr. op, dat deze op de
slechtste plaats en bovendien veel te laag
geprojecteerd is.
Wat aangaat het kanaal Groningen—
Lemmer, dringt spr. aan, zoo spoedig mo
gelijk hiermede voortgang te maken en spr.
hoopt, dat de minister de Ged Staten van
Groningen en Frie'sland op dit punt tot
elkaar zal weten te brengen.
De Minister van Waterstaat, de heer
VAN DE VEGTE, beantwoordt de ver
schillende opmerkingen-
Den heer Lindcijer merkt spr. op, dat
het lagere Waterstaatspersoncel geen spe
ciale salarisherziening kan ontvangen, zoo.
lang niet een algemcene herziening van de
salarissen van het personeel aan de orde
is. Aangezien zulks thans niet het geval
is, kan spr tot zijn spijt geen enkele toe
zegging doen.
Wat de brug bij bet Katerveer betreft,
zegt spr., dat de vrager van den heer
Polak aanleiding zijn geweest om een be
kwaam technicus en aestheticus in den arm
te nemen.
Naar aanleiding van opmerkingen van
den heer Polak zegt spr dat de heer Polak
zich vergist, wanneer hij meent, dat vol
doende verbreeding van verkeerswegen zou
worden verkregen, wanneer de trams van
den weg zouden worden genomen. Boven
dien zijn de trams met ons land, met ons
verkeer min of meer historisch samenge
groeid. De heet Polak is van meening, dat
de tram6 niet worden gebruikt voor het
massale verkeer. In dit verband verwijst
spr. o.m. naar het verkeer op de Dcdems-
vaartsche tram, Daar dat op de tramwegen
in het Zuidèn, waar het goederenverkeer
verre dat van het personenvervoer over
treft.
De heer Polak heeft voorts wenken ge
geven om het natuurschoon te sparen. Spr.
kan de verzekering geven, fiat er geen
boom wordt omgehakt., wanneer zulks niet
strikt noodig is en dat het natuurschoon
door Waterstaat zooveel mogelijk wordt
gespaard.
RECLAME.
dan groote zorg. Behoedt U daarvoor met
V AS ELI NE'CHESEB ROUGH
(spreek uit: Tschiesbro)
want deze 19 de eenige zurenvrije ter
wereld, 'n Doosje, tube of fleschje ia huis
is een hulp in den nood.
Vraagt nooit Amerikaansche „Vaseline", I
maar met nadruk Vaseline-Chesebrougb J
Het besle middel voor de huidl 5
I Gebruikt ook Chesebrough Cold Cream I
5 en Chesebrough Vanishing Cream f
Ide ideale vetvrije huid-cream
iiBMiiiiiHHaiiiimaiiiiiMMiiiiiaHmimaBaHiMaJ
9857
Spr. komt hierna tot den heer Van Lan-
schot en de minister merkt op, dat bet
door dezen afgevaardigde behandelde vraag
stuk reeds eeuwenlang een onderwerp van
studie is geweest. Ook thans, na al die
eeuwen, is dat vraagstuk nog Diet opge
lost. Bij de plannen die in voorbereiding
zijn, zullen de werken vaD den heer Van
Lanschot nauwkeurig overwogen worden.
Over de voorstellen inzake kostenverdee-
ling kan spr tn^ns nog niets raededcelen.
Wanneer het werk tot stand komt, zal het
Rijk daarvoor eeD zeer belangrijk bedrag
moeten uittrekken en dan ligt de vraag
voor de handis er geen aanleiding om
de 3 daarbij betrokken provinciën in die
kosten te betrekken
Voorts vraagt spr.of het in het belang
van het Drongelensch kanaal ook niet be
ter zou zijn, om hedenavond de netelige
vraag omtrent de kosten te laten rusten.
Laten we hopen, aldus de minister, dat de
verbetering, wanneer deze ter hand geno
men wordt, spoedig tot een goed einde zal
worden gebracht. Wat den afloop van bet
water uit België betreft, zegt spr. deze
kwestie aan zijn ambtgenoot van Buiten-
landsche Zaken te zullen voorleggen.
Tot den heer Smeenge zegt spr., dat ten
aanzien van de adviezen over de scheep-
vaarverbindng AmsterdamRijn het laat
ste woord nog niet is gesproken Spr. hoopt
dat hij spoedig deze zaak tot een goed
einde zal kunnen brengen, evenals zulk9
het geval is met het Twente-Rijnkanaal.
Deze laatste kwestie is in haar laatste sta
dium van onderzoek.
Ten opzichte van de brug over de Een
dracht kan spr. geen enkele toezegging doen
en evenmin de gemaakte opmerkingen in
nauwgezette overweging nemen, aangezien
het hier niet uitsluitend een Rijkswater-
staatsbelang betreft.
Wat het kanaal GroningenLemmer be
treft, hoopt spreker dat deze kwestie spoe
dig tot een oplossing zal worden gebracht.
Spr. komt thans tot de mijnen. Hij wil
eens voor een oogenblik zich binnenste bui
ten keeren (gelach). Toen de heer Lindeyef
aankondigde, het over de mijnen te zullen
hebben, toen dacht spr.: daar zul je 't weer
hebben: een sombere, zwarte, akelige be
schouwing. Maar de rede i9 anders uilie-
vallen. Van het standpunt van den heer
Lindeyer heeft hij de zaak zeer objectief
beschouwd; spr. zou een andpre rede heb
ben gehouden: maar kon over zijn rede toch
niet huilen Intusschen kwam de heer Lin
deyer tot een volmaakt onhoudbare conclu
sie. De heer Lindeyer erkende, dat de laatste
jaren toch wel veel goeds tot stand was ge
bracht. Wij hebben in Nederland onbestre
den een mijnbouw, die bijna in elk opzicht
met groot succes de vergelijking met het
buitenland kan doorslaan. Het is hij ons zoo.
dat iedereen zegt' wat is dat toch mooi voor
RECLAME.1807
De Roman van een Circnsmelsje.
Uit het Engelsch van RYBY M. AYRES.
Vertaald door J. van der Sluys.
(Nadruk verboden).
2)
Geen van haar kunsten -was bijzonder
2^. maar ze werden toch allemaal met
e?n storm van applaus begroet; het opkomeD
1 van de olifanten veroorzaakte een enorme
sensatie; de oudbakken moppen van den
I Clrcusbaas en een harlekijn met een rooden
neus verwekten groot gelach; de oude man
niet zijn steenen pijp naast den jongen Bri-
j Jon schudde van het lachen tot de tranen
'angs zijn verweerd gezicht liepen; de dikke
vrouw met de babv in haar armen bibberde
een nerveuze geleipudding; de twee
kleine jongens voor hem schreeuwden en
schreeuwden nog eens weer en floten op
oun vingers.
De jonge Briton werd meegesleept dooi
n golf van enthousiasme; in ademlooze
spanning keek hij hoe de clown nu zon-
®r stellen bestudeerd onbeholpen over
Mil eigen beenen viel of zichzelf oprolde in
,'ei *rPet dat neergelegd werd voor een
pP acrobaten.
on - 'j^Ung hield de muziek met een schok
JV circushaas stak zijn wit-gehand-
ïnitai0 op om stilte'. 'n een wijdloo-
toespraak kondigde hij het succesnum
mer van de voortselling aan mademoi
selle Rosalie, in haar verbazingwekkende
trapeze-toer.
De twee jongens, die den jongen Briton op
zij geduwd hadden, begonnen opgewonden te
praten zij keken met spanning naar een
zwevende stok, die heel hoog tegen het dak
hing in de licht van de gele vlammen.
Zij krijgt duizend gulden per weeft,
Tom. Ja. beslist, ik weet hët zeker. Mijn zus
ter zei het en de man in den winkel, waar
de rëclameplalen hangen, heeft het haar ver
teld Als je me niet gelooft
Hij brak af toen een kleine figuur, in een
nauwsluitend wit zijden costuum, dat ver
sierd was met een slinger papieren rozen, de
arena binnenrende. Zij leek heel klein in de
groote, sombere tent een kleine fladde
rende vlinder.
De jonge Briton voelde een groot mede
lijden met haar in zich opkomen: wat een
leven moest een vrouw hebben, van plaats
tot plaats trekkend mei een derde-rangs- cir
cus zonder een werkelijk tehuis!
Nu was zij dp touwladder opgeklommen,
en stond hoog opgericht op een klein bordes
naast de zwevende trapeze, haar kieine
slanle figuur scherp afstekend tegen het
gele l;cht.
De jonge Briton wendde zijn oogen af in
een plotseling opkomend pijnlijk gevoel; hij
had eens een man zien vallen van een
kleinere hoogte terwijl hij hel veiligheidsnet
miste: het was hem nu onmogelijk naar de
toeren van dit meisje te kijken: hij wendde
I ie oogen af en ademde pas verlicht op. toen
een donderend applaus hem zei. dal zij weer
veilig op den grond stond
Zij verdween, naar ^alle kanten buigend
en het pub!i»k kushanden toewerpend. Zij
zweefde door de tentopening als een kléine
lichte fee. Toen zij weg was, stond de jonge
Briton op en verliet eveneens het circus.
Het motregende en het grasveld leek grauw
en triest de gloed van een vuur in een van
de kermiswagen gaf een behagelijke tint in
de sombere kilheid De jonge Briton stond
stil en keek door de open deur naar binnen.
Het flikkerende licht van het vuur speelde
op een rij van helder glanzende koperen pot
ten en pannen en een net, laag bed op rol
letjes in den hoek.
Korte roode gordijnen hingen voor de ven
sters: het geheele interieur was netjes en
zindelijk. Voor het vuur zat een man op zijn
hurken; zijn schaduw viel groot en mis
vormd tegen het plafond; zijn handen, die
hij voor het vuur hield, leken grotesk-reus
achtig in verhouding tot zijn lichaam.
Terwijl de jonge Briton naar hem keek,
stond hij op; hij was gebrekkig. Zijn gezicht
was jong, met groeven van pijn of bitter
heid; hij had dik. borstelig haar; zijn oogen
waren klein en keken listig onder vooruitste
kende wenkbrauwen; door de openstaande
deur ontmoetten zij de belangstellenden blik
van den jongen Briton Hij fronste plotseling
zijn voorhoofd, en. zijn lange arm uitste
kende sloeg hij de deur dicht.
Briton slenterde weg: hij voelde zich kil
en kleumerig Waar hij gestaan had, vorm
den zich kleine plassen water; zijn schoe
nen zaten dik onder de modder.
Hij deed eenige stappen naar den weg; hij
herinnerde zich, dat hij nog niet gegeten
had.
Plotseling klonk br een hartverscheurende
meisjesgij. gevolgd door jammerende en
snikkend gesproken woorden.
De jonge Briton stond stil en keek rond;
daarna draaide hij zich om en liep terug.
De kreten kwamen van achter den groo-
I ten kermiswagen; toen hij er om heen liep
zag hij een man, de vuist opgeheven tegen
een meisje, dat snikkende van hem weg
kroop.
De jonge Briton deed een stap naar voren;
zijn vingers sloten zich als ijzer om d$n pols
van den man, terwijl hij hem met zijn
andere hand in den kraag greep.
Wat wou je! Jou bruut! zei hij tanden
knarsend.
Het mocht zijn, dat in zijn verwaarloosde
jeugd en twee jaar luieren in Oxford de
jonge Briton niet veel had geleerd, zijn
vuisten wist hij te gebruiken.
Het meisje keek bevend en vol spanning
toe. Plotseling sprong ze naar voren en
greep zijn arm met haar slanke handen.
Laat hem los! Laat hem losI
De jonge Briton keek op haar neer. Zijn
gezicht stond strak en in zijn oogen wa3
felle verontwaardiging. Op dat oogenblik
leek hij op den ouden man, die stervende lag
in dat groote huis onder de boomen.
Laat hem los. o laat hem als 't u blieft
los, zei bet meisje weer.
Zij was net zoo wit als haar japon onder
haar armoedigen bruinen mantel De jonge
Briton duwde den man van zich af in ie
modder en draaide hem onverschillig den
rug toe.
Heeft die bruut U bezeerd? vroeg hij
ademloos.
Hij bemerkte, dat het meisje verlegen
langs hem heen keek naar den neergebogen
man. alvorens te antwoorden.
Neen. dank U Maar de havenlooze
mantel was van haar schouders afgegleden
en hij zag. dat zij haar gekneusde en bloe
dende gewrichten wreef.
De jonge Briton keek strak; hij balde zijn
groote handen tot vuisten; hij keek neer op
den man. die met moeite weer van den grond
opgestaan was.
Als U weer een haijd naar haar durft
uitsteken, zal ik de politie op U afsturen, zei
hij woedend.
De man begon te vloeken en te schelden;
het was een ordinair menseh in armoedige
avondkleeding: hij droeg een valschen dia
manten overhemdsknoop en een ring met
een niet minder valschen steen aan zijn
pink; hij keek gluiperig naar Briton.
Plotseling werd de deur van den woon
wagen geopend en de gebrekkige verscheen
boven aan de trap. Hij keek naar het
meisje en daarop naar de beide mannen.
Hallo, Sherney; weer met je oude
streken bezig? vroeg hij. Zijn oogen staar
den naar den man in avondkleeding; lang
zaam liep hij de trap af.
Het meisje rende naar hem toe.
Neem er geen notitie van. Rudge; hij
wist niet wat hij deed. En.en deze mijn
heer is tusschenbeide gekomen.
De gebrekkige keek naar Briton; z«jn
oogen stonden nog steeds onvriendelijk. De
derde man was weggeslopen en verdween
in de grijze schaduwen van den vallenden
avond.
Hel meisje stond tusschen Briton en den
gebrekkige; een glimlach gleed over haar
bleek gelaat.
Ik dank u zeer, zei ze.
Hun oogen ontmoetlen elkaar; zij had
mooie blauwe oogen onder zwarle wimpers.
Ze deden Briton denken aan zijn mnpder
de kleine zielige vlinder, die hem eens op
haar arm gedragen en liefkozend met haar
fijnp handen over zijn haar gestreken had.
Hij nam zijn pet af in een plotseling ge
voel van eerbied.
(Wordt vervolgd).