KWATTA.V
DatsKWVTTA
VOLLE MELK REEPEN
TWEEDE KAMER.
INGEZONDEN.
GEMENGD NIEUWS.
NIVA TANDPASTA
zienbare toekomst is, helaas, niet op verbete
ring te hopen, het protectionisme bloeit, al
zien optimisten als dr. Van der Waerden en
anderen, een betere toekomst schemeren.
Spr. zegt nog niet gauw een Europeeschen
statenbond of kolonie te verwachten en ver
schillende tijdschriften van beteekenis van
allerlei aard achtten dat voorloopig ook een
utopie. Spr. acht ze geen grijpbare idealen
trots het Internationaal Manifest van groote
zakenmenschen, dat trouwens in toonaange
vende kringen niet meer dan krakeel heeft
veroorzaakt Hij zet dit nader in bijzonder
heden uiteen. Doch zou een Europeesche
Statenbond inderdaad het begin zijn van Pen
vrijhandelsperiode? Spr. ontkent dit ten stel
ligste; tegenover den heer Wibaut houdt hij
vol, dat internationale afspraken en kartels
geen einde zullen maken aan uitingen van
nationalisme en onderlinge concurrentie.
Een Engelschman of Duitscher moge cosmo-
poliet zijn, in het dlfpst van zijn ziel blijft
hij toch nationalist. En de Conferentie vin
Genève zal daaraan geen einde maken. Maar
onze afgevaardigden kunnen daarin toch een
goed figuur maken, omdat de andere ter con
ferentie afgevaardigden landen vertegen
woordigen. die nog veel meer vasthouden
aan handelsbarrières dan ons land. Maar in-
tusschen zijn differentieele tarieven onmis
baar, willen wij zorgen niet in den hoek ge
drukt te worden. In het bijzonder klaagde
spr. hierbij over de houding van Frankrijk.
Spr. concludeert, dat onze lijdelijkheid den
internationalen vrijhandel geen stap verder
zal brengen. De harde praktijk verzet zirh
tegen dergelijk idealisme, en dwingen ons tot
het in het leven roepen van differentieele
rechten. De principieele strijd over vrijheid
en bescherming blijft daarbij builen spel.
Van deze regeering verwacht spr. de verwe
zenlijking van dit denkbeeld, waardoor een
einde zal komen aan onze weerloosheid. Mi
nister De Geer gevoelt daar trouwens reeds
wat voor en sprak van een „rechttarief". Dat
dit een drukfout in de Handelingen zou zijn,
en hij van ..vechttarief' zou hebben gespro
ken, ontkent spr.
De VOORZITTER verdaagt hierop om
halfvijf de vergadering tot heden 11 uur.
RECLAME.
Slechts een merk kan aan de spits staan
9698
(Zitting van gisteren).
EINDSTEMMING NAAMLOOZE
VENNOOTSCHAPPEN.
De eindstemming over het ontwerp tot
wjjzig.ng van eenige bepalingen met be
trekking tot de naamlooze vennootschappen
zal worden gehouden Vrijdag 1 April te 1
uur.
Eenige kleine ontwerpen worden aan de
agenda toegevoegd.
Do VOORZITTER deelt mede, dat de
Centrale afdeeling besloten heeft, Woensdag
3 April 's middags te 1 uur eenige onder
werpen in de afdeelingen te onderzoeken.
SUPPLETOIRE INDISCHE BEGROOTING.
Aan do orde is de tweede afdeeling
(Justitie) van het ontwerp tot wjjziging van
de begrooting van Ned. Indië voor 1927.
De heer CRAMER (S.-D.) zegt, dat hij
met betrekking tot de afschaffing van de
doodstraf geen uitspraak van de Kamer zal
vragen, al gelooft hij, dat de meerderheid
der Kamer daarvóór zal zijn, dat echter
een deel der leden zich onbevoegd zal ach
ten daarover met betrekking tot Indië te
oorüeelen. Spr. wenscht echter vóór die af
schaffing te pleiten.
Vele rechterlijke ambtenaren hebben hem
verklaard steeds huiverig te zijn de dood
straf uit te spreken, omdat zij steeds nog
de mogelijkheid beseffen van oen niet ge
heel rechtvaardig vonnis.
Ten onrechte hebben sommige Indische
blader, de Oostersche mentaliteit er bij ge
haald. De meeste schrijvers weten van die
mentaliteit niets af. Veeleer hecht spr. aan
Let oordeel van het comité Nieuw Indië,
dat te dezen opzichte aan de Kamer adres
seerde. Do minister moet zich dan ook
minder positief uitlaten en zich met de
Indische regeering nader verstaan over deze
kwestie.
De heer VAN BOETZELAER VAN DUB
BELDAM (C.-H.) is niet zoo heel bang voor
rechterlijke dwalingen, gezien de enkele ge
vallen, waarin deze straf wordt toegepast.
Van de 300 gevallen, waarin die zou kunnen
worden toegepast, is dit slechts in 12 ge
vallen gebeurd.
Echter dient niet alleen op papier 3e
doodstraf te worden gehandhaafd, maar toe
passing moet ook inderdaad moge.ijk zijn. En
nu verhindert de Gouverneur-Generaal vaak
de uitvoering van het vonnis door ver
lening van gratie.
Spr. kent de motieven niet, die den Gou
verneur-Generaal leiden tot het steeds ver-
leenen van gratie, doch hij zou wel wen-
schen, dat de minister de Indische regsering
wqst op het verkeerde van deze veelvuldige
toepassing van het recht tot het verleenen
van gratie door den Gouverneur-Generaal.
De heer BEUMER CA.-R.) meent, dat de
overheid door God geroepen is, de dood
straf te handhaven. Hij staaft met eenige
bijbelteksten zijn meening. Het standpunt ten
deze van het comité Nieuw-Indië acht hij
niet houdbaar.
De handhaving van deze straf is in over
eenstemming met het rechtsbewustzijn van
het Inlandsche volk. Maar ook op opportu
nistische gronden is handhaving der dood
straf noodzakelijk. Gouverneur-Generaal v.
Limburg Stirum zeide nog in 1918, dat af
schaffing der doodstraf een groote fout zou
zijn. De Gouverneur-Generaal staat toch niet
te boek als een reactionair. Sinds 1918 is
in de mentaliteit der bevolking niet iets
veiminderd, dat aanleiding geeft om te on
derstellen, dat wat toen een fout was, nu
niet een fout zijn. Integendeel, de com
munistische actie van den laatsten tijd heeft
ons wel anders geleerd. Aandringen bij den
Gouverneur-Generaal om zich boven de wet
te stellen en steeds gratie te verleenen, zoo
als het comité Nieuw-Indië wenscht, acht
spr. ongeoorloofd. Hij hoopt, dat de minister
dat met hem eens zal zijn.
De heer KLEEREKOPER (S. D.) meent,
dat de noodzakelijkheid van de tenuitvoer
legging van doodvonnissen voor Indië aller
minst is aangetoont. Integendeel meent spr.
dat de executie van doodvonnissen de be
volking prikkelt, speciaal hen, die ter dood
veroordeelden beschouwen als hun kame
raden en met hen voor eenzelfde ideaal
hebben gestreden.
Spr. wijst er op, dat in Katholieke kringen
men niet slaat op het standpunt der vergel
ding van den heer Beumer en dat zelfs in
de kringen van den heer Beumer men zich
tegenwoordig op een breeder standpunt stelt
getuige de opvatting van wijlen prof. Zeven
bergen van de Vrije Universiteit.
Practisch moet de Gouverneur-Generaal
een beslissing nemen over de tenuitvoerleg
ging van elk doodvonnis. Tot welk resul
taat moet dan ook leiden het advies van
den heer v. Boetzelaer, die in dezen aan
drang wil uitoefenen op den Gouv.-Gen.
Dan zou deze kwestie zelfs van invloed
kunnen zijn op de benoeming van den
Gouv.-Gen. De heer v. Boetzelaer was niet
bang voor rechterlijke dwalingen, maar die
vrees moet men juist koesteren ten aanzien
van de vonnissen, die thans aan de orde
zijn, nl. die van politieke misdrijven. Ons
strafrecht geeft niet de garantie, die de
doodstraf eischt. Begint de plicht van de
overheid pas bij den beul? Moet vergelding
worden voltrokken aan menschen, wien de
Overheid niet heelt geleerd, het menschen-
leven te eerbiedigen? Spr. prijst het in den
Gouv.-Gen., dat hij bloedvergieten heeft
voorkomen.
De heer v. RIJCKEVORSEL (R.K.) acht
het verstandig, dat de heer Cramer thans
geen uitspraak vraagt over de afschaffing
van de doodstraf. Het is thans, na de com
munistische woelingen wel het tegendeel
van een psychologisch moment daarvoor.
Aan den anderen kant is het evenmin het
juiste moment, om den Gouverneur-Gene
raal te dringen in een bepaalde richting.
Van een bepaald voornemen van den Gou
verneur-Generaal om automatisch gratie te
verleenen, is niets bekend. Ware dit wel
zoo, dan zou dit een evacueering zijn van
het gratie-recht, dat voor verantwoording
van den gouverneur-generaal zou komen.
Dc heer JOEKES (V.D.) bestrijdt den heer
Van Boetzelaer en wijst er op, dat ons nor
male recht in Nederland de doodstraf niet
kent en dat die straf pas in noodgevallen
wordt toegepast in ons militair recht. In
beginsel dient ons gezag in Indië ook op
hetzelfde standpunt te staan.
De vraag is dus, bestaat de noodzaak
nog, om in Indië de doodstraf te hand
haven? Deze vraag moet ontkennend be
antwoord worden. Toepassing van normale
straffen kan de rust en de orde in het land
voldoende verzekeren. Uit dit oogpunt be
zien, heeft de Gouverneur-Generaal steeds
het recht, gratie te verleenen, al zal de
G.-G. zich nauwlettend moeten afvragen of
in ieder afzonderlijk geval toepassing van
dit noodrecht moet plaats hebben. Bij de
politieke misdadigers komen nog politieke
vragen te berde. De Gouverneur-Generaal
zal dan ook in 't oog gehouden hebben, dat
het bloed der martelaren het zaad voor
nieuwe onlusten kan worden.
De heer HEEMSKERK (A.R.) komt er
tegen op, dat in het Voorloopig Verslag
wordt aangedrongen op 't misbruik maken
door den G.-G. van zijn recht van gratie
verlening. Indien de G. G. gratie verleent
omdat hij principieel tegen de doodstraf is,
dan maakt hij van zijn recht een ongeoor
loofd gebruik. Het verzoek van den heer
v. Boetzelaer kan spr. zich dan ook wel
voorstellen. Het standpunt van den heer
Joekes komt spr. onbegrijpelijk voor. Er kan
nooit een prikkeling liggen in rechtvaardig
straffen van misdadigers.
De heer LINGBEEK (H. G. S. P.) is niet
voldaan over den eisch der antirevolution-
nairen om de doodstraf te handhaven. De
doodstraf is iels negatiefs, niet iets positiefs
(Gelach). Hij heeft den indruk, dat de anli-
revolutionnairen met dien eisch eens wil
len Iconen, hoe Christelijk zij zijn, terwijl
zij alleen maar eischen, dat de regeering het
Christendom niet tegenwerkt. De taak der
Christelijke overheid is niet alleen te straf
fen, maar allereerst 't evangelie te brengen.
MINISTER KONINGSBERGER zegt, dat
het hem niet wenschelijk voorkomt, dat de
doodstraf in Indië wordt afgeschaft. Hij ziet
daarin een voorbehoedmiddel tegen misda
den. Spr. heeft steeds vermeden, eenigen
invloed op den G.-G .uit te oefenen. Het
request van het Comité Nieuw Indië heelt
hij opzettelijk niet doorgezonden, omdat 3e
simpele doorzending reeds zou kunnen wor
den opgevat als een wenk. Spr. zal een af
wachtende houding aannemen ten aanzien
der gratieverleening. Het oogenblik schijnt
hem nog niet gekomen, zijn gedachten te
bepalen over het al of niet geven van aan
wijzingen. Wanneer bet tot afschaffing van
de doodstraf zou moeten komen, zou het
eerste geluid in die richting uit Indië moe
ten komen.
De heer KLEEREKOPER (S.D.) bespreekt
een kindermishandeling in een gesticht te
Klakkah. Hij meent, dat het slaan van parti
culieren ter tuchtiging een navolging is van
het slaan mek de rottan door de overheid. In
1924 is niet minder dan 1042 maal in over-
heidsgestichten de rottanstraf toegepast. Spr.
gelooft niet, dat in al die gevallen een nor
male straf niet beter op haar plaats zou zijn
geweest. De regeering stdat op deze manier
verantwoordelijk voor mishandeling in op
voedingsgestichten.
De MINISTER zal nadere inlichtingen uit
Indië betreffende deze mishandeling af
wachten.
De heer CRAMER bespreekt o.m. het
exorbitante antwoord dat de minister gaf op
het aandringen tot invoering van een ar
beidsinspectie op Java. Deze instelling acht
6pr. zeer noodig.
De heeren JOEKES en v. RIJCKEVORSEL
sluiten zich daarbij aan.
De MINISTER zegt, dat zijn standpunt
nog ongewijzigd is.. Hij zal nadere berichten
uit Indië afwachten.
De heer CRAMER bespreekt o.m. de exor
bitante rechten, die hij uit den tijd acht,
aangezien de regeering over voldoende
machtsmiddelen beschikt. De massa-inter-
neeringen hebben volgens spr. geen enkel
resultaat. Het verhoor, dat de candidaten
hebben te ondergaan, is voor hen van geen
enkel belang. Wie verhoord wordt, weet, dat
hij ook geïnterneerd wordt. Velen onder de
geïnterneerden zijn burgers, die het commu
nisme verfoeien, maar alleen tegen het te
genwoordige regime opstaan. Men kan wel
zeggen, dat interneering een maatregel van
bestuur is, doch zij blijft de zwaarste straf
voor den inlander.
Hoe zullen de geïnterneerden worden be
handeld? Als dwangarbeider? Er zijn er ve
len onder die nooit den landbouw hebben
uitgeoefend. Deze menschen zullen door het
Indische volk als martelaren worden be
schouwd en de revolutionaire beweging aan
wakkeren.
De heer v. BOETZELAER '(C.H.) bestrijdt
den heer Cramer. De exorbitante rechten
zijn, zoo ooit, thans noodig.
Wat den heer Cramer doet, is z. i. het
ondermijnen van het vertrouwen in den
rechtvaardigheidszin der regeering.
De heer v. RIJCKEVORSEL sluit zich aan
bij den heer v. Boetzelaer. In 1854, toen de
exorbitante rechten ingesteld werden, wa
ren de tijden heel wat rustiger dan nu. De
procedure voldoet aan alle billijkheids-
eischen.
De MINISTER denkt niet over afschaffing
der exorbitante rechten. Zij zijn voor de In
dische maatschappij onmisbaar. De proce
dure wordt op volkomen juiste wijze ge
voerd. Er zijn 5 instanties. Er is alle waar
borg, dat niet tot overijlde intèrneering
wordt overgegaan.
De heer GERHARD vraagt, of het open
baar onderwijs wel voldoende is vrezorgd.
Twijfel daaraan acht hij zeer gerechtvaar
digd. Hij dringt er op aan, dat ieder vol
doende van het onderwijs zal kunnen ont
vangen. dat hij begeert. De Indische regee
ring heeft onlangs op een vraag geantwoord,
dat het oprichten van bijzondere scholen ge
makkelijk is, omdat men daarbij niet die
personeelsmoeilijkheden heeft, die zich
voordoen bij de overheidsschool. Daaruit
blijkt wel, dat de Indische regeering niet
alles doet om in dc behoefte te voorzien. Zij
schijnt niet doordrongen te zijn van de zorg
voor het onderwijs.
De MINISTER zal de opmerkingen van
den heer Gerhard nader onder de oogen
zien en zoo noodig onder de aandacht der
Indische regeering brengen.
Na nog eenige discussie over de opleiding
van onderwijzers in Indië, waarbij werd
aangedrongen op gelijkstelling, in waardee
ring van de diploma's nu die opleiding ge
differentieerd is. wordt het ontwerp aange
nomen, evenals het, ontwerp tot verhooging
van het elfde hoofdstuk der Slaatsbegroo -
ting 1927.
De vergadering wordt verdaagd tot heden
1 uur.
RECLAME.
278
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie).
Gopie van al of niet geplaatste stukken
wordt niet teruggegeven.
BENOEMING BIJ DE BANK VAN LEENING
De Commissie van de gemeentelijke bank
van leening alhier uit drie leden be
staande heeft de benoeming doorgedre
ven tot boekhouder bij genoemde bank van
een reiziger die elders (Gouda) woonde en
die na zijn benoeming hals over kop zijn
domicilie in Leiden heeft gekozen. De favo
riet is 25 jaar oud en reiziger sinds zijn
twintigsten levensjaar.
Een dergelijke benoeming is toch eerlijk
gezegd te krom, waar tal van ingezetenen
jarenlang boekhouder zijnde, zijn gepas
seerd geworden.
Wanneer ik de taak van de Commissie
van Toezicht goed begrijp, is hun voor
naamste plicht te zorgen dat de belangen
der Bank van Leening zoo goed mogelijk
worden behartigd. Door deze benoeming
zijn ze hierin deerlijk te kort gescholen.
Een dergelijke plichtsverzaking knap
degene die het tegenovergestelde kan aan-
toonen kan en mag het gemeentebestuur
ten respecte zijner burgerij niet tolereeren
en ik zou willen adviseeren om de rust bij
tal van ingezetenen te doen terugkeeren.
't Gemeentebestuur stelt in verband met
bovenstaande eens een grondig openbaar
onderzoek in en publiceert het resultaat.
Mij dunkt, daar heeft dat groot aantal onzer
gegriefde inwoners recht op.
U mijnheer de redacteur beleefd dank
zeggend voor de verleende plaatsruimte,
Hoogachtend
J. A. MODDERMAN.
Leiden, 30 Maart 1927.
Zijlweg 3.
DE MOORD TE DEN HAAG.
Naar wjj vernemen, wordt het gerechtelijk
voor-on'aerzoek tegen mej. G.t geb. Z., wier
gevangenhouding de Haagsche rechtbank
beeft geweigerd, wel voortgezet.
EEN HOND MET TWEE KOPPEN.
Gistermiddag kwam bij den directeur van
den Dierentuin te Den Haag een scharen
slijper met een pasgeboren hondje met twee
koppen. Elke kop bad maar één oog. Een
derde oog was in vagen vorm aanwezig.
Het diertje had ook twee tongen. De man
verklaarde, dat het jonge dier nog een
oogenblik had geleefd.
Het merkwaardige hondje Z3l naar Leiden
worden opgezonden.
AAN ZIJN WONDEN OVERLEDEN.
De werkman bij de Gemeentereiniging,
Van D., uit de IJmuidenstraat, te Den Haag,
die in de Nieuwe Parklaan bij het ver
richten van zjjn werkzaamheden was uit
gegleden en door een reinigingsauto over
reden, is in het Ziekenhuis aan zijn ver
wondingen bezweken. Hij was 38 jaar oud.
BERUCHT INBREKER GEVAT.
Gisternacht meende de dienstbode van den
burgemeester van Ovcrschie eenig gerucht
te hooren in de nabjjbeid van de villa van
den burgemeester, welke in de Scbielaan
is gelegen. Zij stelde een onderzoek in en
onidekte toen op het terrein tosschen de
villa van den burgemeester en die van mevr.
H. een man, die zich daar op vrij ver"
aachte wjjze ophield. Dadelijk waarschuwdo
zjj telefonisch de politie, welke terstond op
onderzoek uittrok. Bij de villa's zelf zag
men aanvankelijk niets verdacht, maar even
later trof men op het in de nabijheid ge
legen opslagterrein van de firma De Waard
een man aau, die op de komst van de politie
op de vlucht sloeg.
De politie zette den vluchteling na, die
op het geroep van halt, staan blijven, geen
acht sloeg. Zij loste daarop eenige schoten
in de lucht, maar ook dit kon den man
met tot stilstaan bewegen. Inmiddels had
de vluchteling de Schie bereikt en zonder
zich te bedenken sprong hij het water in
om naar den overkant te zwemmen. Blijk
baar wilde hij in de richting van Kethel een
goed heenkomen zoeken. De politiemannen
namen evenwel plaats in de roeiboot van
een toevallig in de nabijheid liggend schip
eu na korten tijd gelukte het den vluchteling
in te halen. Deze verzette zich echter heftig
tegen zijn arrestatie en eerst na veel moeite
is het gelukt den man in de boot en ver
volgens op den wal te krijgen. Men bleek
toen te doen te hebben met zekeren F. M.,
een beruchten inbreker, die al tal van
vonnissen achter den rug heeft en eerst drie
weken geleden uit de gevangenis is ont
slagen, waar hij een langdurige straf had
uitgezeten.
Op het terrein van de firma De W. zijn
na do aanhouding van M. nog gevonden:
een stel inbrekers-werktuigen, een hoed en
een jas; in een plantsoentje in de nabij
heid is voorts nog een fiets aangetroffen.
Gebleken is, dat M. kort te voren op "üeze
fiets in de buurt is gezien. Fiets, hoed
en jas zijn afkomstig van een inbraak,
welke in den nacht van 18 op 19 dezer is
gepleegd in de woning van den heer A.
J. J. de G„ aan de Tuinlaan te Schiedam.
Daar is toen voorts nog een belangrijke
partij tafelzilver gestolen. De politie zet het
onderzoek naar dit zilver nog voort. M.
wordt bovendien nog verdacht van de in
braak. welke is gepleegd in de woning van
mejuffrouw N., aan den Singel te Schiedam.
DOODELIJK ONGEVAL.
Dinsdagmiddag is op de werf van Furness
te Schiedam de "21-jarige J. V. aldaar, van
een ruim vijf meter hooge stelling, die los
geraakt was door het trillen van het revol-
vcrklinken in het ruim van een schip ge
vallen. Hij bekwam een schedelbreuk en
was onmiddellijk dood.
ARRESTATIE van een DIENSTWEIGERAAR
De militaire politie uit Haarlem heeft
gisternacht een inval gedaan in de Platanen-
straat te Schoten ten huize van zekeren O.,
waar zich een dienstweigeraar, I. C. ge
naamd, verborgen hield. De man werd na
eenige moeite gearresteerd en, daar hij wei
gerde zich aan te kleeden, in zjjn onder-
kleeding naar de kazerne vervoerd. Hij is
op transport gesteld naar Utrecht, waar hij
in garnizoen thuis behoort.
GEVANGENEN ONTSNAPT.
Tijdens het doorschullen te IJmuiden van
het van West-Indië naar Amsterdam be
stemde Duitsche stoomschip „Amassia",
hebben twee zich als gevangenen aan boord
bevindende passagiers onbemerkt van boord
weten le komen. Beide personen moesten
aan de politie te Hamburg worden uitgele
verd. De politie te IJmuiden zal trachten de
ontsnapten op te sporen.
BRANDEN.
Te Eist is afgebrand het huis van de wed.
T. S. Een deel van den inboedel werd gered.
Verzekering dekt de schade.
EEN OPLICHTER.
De Amstevdamschb politie heeft aange
houden een 28-jarigen Belg, van Nederland-
sche afkomst, die een schipper had op
gelicht. Hij had gezegd een mooi vrachtje
te weten, dat f280 zou opleveren. De schip
per, die de familie van den Belg kende,
geloofde het verhaal eu ging ook in op
hel verzoek van den man om hem aan wat
contanten, tennaastenbij f 200, te helpen.
Toen de schipper naar den aangeduiden be
vrachter ging, bleek hem, dat er van een
vracht geen sprake was. Hij was dus op
gelicht en deed aangifte bjj de politie,
welke den Belg te Rotterdam aanhield. Hjj
i3 naar Amsterdam overgebracht en ter
beschikking van de justitie gesteld. Het
geld was geheel op.
RECLAME.
Wie Odol
gebruikt, verzorgt
zijn tanden het best!
26 2
De Belg bleek in het Fransche vreemde
lingenlegioen te hebben gediend, doch tijdens
de gevechten in Marokko te zijn gedeser
teerd. Hij was naar ons land gekomen om
werk te zoeken. Naar het scheen, had hjj
daaromtrent een wat al te gemakkelijke op
vatting.
AUTO DOOR EEN STIER AANGEVALLEN.
Een auto, waarin gezeten was het gezin
van den heer S. uit Apeldoorn, is nabij Ter-
wolde door een losgebroken stier aangeval
len. Het beest duwde de auto in een sloot.
De inzittenden konden zich intijds in vei-
litdheid brengen. De auto werd zwaar be
schadigd. De stier werd later gegrepen.
NA DE STAKING BIJ DE ZUTPHEN
EMMERIK.
Men zal zich herinneren hoe verleden
jaar op li Maart tijdens het conflict bij de
tram ZultenEmmerik in de Ilaare door
verkeerden wisselstand een trein ontspoorde
Voor hel aanwijzen van den dader is des
tijds een premie van f 500 uitgeloofd.
In verband hiermede is nu gearresteerd de
oud-staker en gewezen bankwerker bij de
tram ZutfenEmmerik. J. v. II. Hij is naar
Arnhem overgebracht.
GEZONKEN.
Te Wesel is het schip „Henri" van schip
per H. v. Wjjk, uit Millingen. omgeslagen en
gezonken. De schipper en zijn knecht, die
alleen aan boord waren, konden gered
worden.
VERDRONKEN.
Te Grootstukken (Gron.) is de gehuwde
arbeider S. nabij zijn woning verdronken,
HUWELIJKSREIS PER K. L. M.
Men meldt aan het Haagsche Aneta-kantoori
Onder de zes passagiers, welke Woensdag
morgen 10.15 uur per K. L. M.-vliegtulg
H-NADG van Amsterdam naar Parijs ver
trokken, bevonden zich ook de heer en mevr.
Var. Weerden Poelman. De bekende vlieger
van de vlucht naar Nederl.-Indië was Dinz-
dag j.l. in het huwelijk getreden en begon
aldus zjjn huwelijksreis met een vlucht per
K.L.M.
WAARSCHUWING.
Nu de jaarlijksche schoonmaak weder
in vollen gang is in tal van huishoudingen,
achten we het gewenscht weder eens te
waarschuwen tegen anüquileilen-oplichters,
die bij voorkeur in dezen tijd hun slag
trachten te slaan. Op de meest sluwe wijze
trachten zij binnen te komen, vaak door
het noemen van een bekenden naam als
gefingeerde aanbeveling. Zijn ze eenmaal
binnen gelaten, dan gaan hun loerendo
oogen overal rond tot ze hel voorwerp vin
den, dat hun het begeerlijkst lijkt. Op een
ander stuk. waaraan men nimmer eenige
waarde van beteekenis hechtte, doen ze
dan een buitengewoon, een overbluffend
bod. Komt die verlokkende koop tot stand,
dan volgt de afspraak, dat het stuk den
volgenden dag wordt afgehaald enbe
taald. maar men wil er dan dadelijk het
voorwerp, waarom het feitelijk le doen is,
bij hebben. Zelfs wordt daarvoor goedgun
stig nog een klein bedragje gegeven. Zóó
verdwijnt- voor bijna niets iets kostbaars
uit het huis want het duur gekochte stuk
dat geen waarde heeft, wordt natuurlijk
noch morgen noch later afgehaald.
Vaak komt er als helper een nagemaakte
Engelschman of een dito Amerikaan bij te
pas. beiden natuurlijk millionaire, die er
zoogenaamd speciaal voor naar Holland ko
men om hun collectie kunstschatten uit
te breiden, alias de goe-gemeente op to
lichten.
Onlangs heeft men elders zulk een span
geknipt en heeft een onzer rechtbanken
gelukkig termen kunnen vinden om dit tweo
tal voor geruimen tijd achter deur en gren
del te zetten Maar het is niet altijd gemak
kelijk dit volkje te pakken, omdat het arge-
looze publiek het bun, helaas, nog maar
steeds al te gemakkelijk maakt bun roovers -
bedrijf uit te oefenen en slachtoffers te
vinden.
Doch nog eens men late geen vreemde
lieden binnen. Wie antiquiteiten te gelde
wil maken, kan daarvoor we] fatsoenlijke
adressen vinden, waar men niet bedrogen
wordt. Dus opgepast!
„Mooie bibliotheek, hè?" zei de vétte,
nieuwe rijke met zijn dikke hand op de
boeken in het rond wijzende. „Allemaal in
kalfsleer gebonden. En het mooiste is, dat
ik al die kalveren zelf heb geslacht."
RECLAME.
VOORKOMT TANDBEDERF
en poetst 's morgens en 's-avonds met
75 cts.per'/itube. 23clvp.'A tube.
258
2-2