KWATTA.V DatsKWVTTA VOLLE MELK REEPEN TWEEDE KAMER. INGEZONDEN. GEMENGD NIEUWS. NIVA TANDPASTA zienbare toekomst is, helaas, niet op verbete ring te hopen, het protectionisme bloeit, al zien optimisten als dr. Van der Waerden en anderen, een betere toekomst schemeren. Spr. zegt nog niet gauw een Europeeschen statenbond of kolonie te verwachten en ver schillende tijdschriften van beteekenis van allerlei aard achtten dat voorloopig ook een utopie. Spr. acht ze geen grijpbare idealen trots het Internationaal Manifest van groote zakenmenschen, dat trouwens in toonaange vende kringen niet meer dan krakeel heeft veroorzaakt Hij zet dit nader in bijzonder heden uiteen. Doch zou een Europeesche Statenbond inderdaad het begin zijn van Pen vrijhandelsperiode? Spr. ontkent dit ten stel ligste; tegenover den heer Wibaut houdt hij vol, dat internationale afspraken en kartels geen einde zullen maken aan uitingen van nationalisme en onderlinge concurrentie. Een Engelschman of Duitscher moge cosmo- poliet zijn, in het dlfpst van zijn ziel blijft hij toch nationalist. En de Conferentie vin Genève zal daaraan geen einde maken. Maar onze afgevaardigden kunnen daarin toch een goed figuur maken, omdat de andere ter con ferentie afgevaardigden landen vertegen woordigen. die nog veel meer vasthouden aan handelsbarrières dan ons land. Maar in- tusschen zijn differentieele tarieven onmis baar, willen wij zorgen niet in den hoek ge drukt te worden. In het bijzonder klaagde spr. hierbij over de houding van Frankrijk. Spr. concludeert, dat onze lijdelijkheid den internationalen vrijhandel geen stap verder zal brengen. De harde praktijk verzet zirh tegen dergelijk idealisme, en dwingen ons tot het in het leven roepen van differentieele rechten. De principieele strijd over vrijheid en bescherming blijft daarbij builen spel. Van deze regeering verwacht spr. de verwe zenlijking van dit denkbeeld, waardoor een einde zal komen aan onze weerloosheid. Mi nister De Geer gevoelt daar trouwens reeds wat voor en sprak van een „rechttarief". Dat dit een drukfout in de Handelingen zou zijn, en hij van ..vechttarief' zou hebben gespro ken, ontkent spr. De VOORZITTER verdaagt hierop om halfvijf de vergadering tot heden 11 uur. RECLAME. Slechts een merk kan aan de spits staan 9698 (Zitting van gisteren). EINDSTEMMING NAAMLOOZE VENNOOTSCHAPPEN. De eindstemming over het ontwerp tot wjjzig.ng van eenige bepalingen met be trekking tot de naamlooze vennootschappen zal worden gehouden Vrijdag 1 April te 1 uur. Eenige kleine ontwerpen worden aan de agenda toegevoegd. Do VOORZITTER deelt mede, dat de Centrale afdeeling besloten heeft, Woensdag 3 April 's middags te 1 uur eenige onder werpen in de afdeelingen te onderzoeken. SUPPLETOIRE INDISCHE BEGROOTING. Aan do orde is de tweede afdeeling (Justitie) van het ontwerp tot wjjziging van de begrooting van Ned. Indië voor 1927. De heer CRAMER (S.-D.) zegt, dat hij met betrekking tot de afschaffing van de doodstraf geen uitspraak van de Kamer zal vragen, al gelooft hij, dat de meerderheid der Kamer daarvóór zal zijn, dat echter een deel der leden zich onbevoegd zal ach ten daarover met betrekking tot Indië te oorüeelen. Spr. wenscht echter vóór die af schaffing te pleiten. Vele rechterlijke ambtenaren hebben hem verklaard steeds huiverig te zijn de dood straf uit te spreken, omdat zij steeds nog de mogelijkheid beseffen van oen niet ge heel rechtvaardig vonnis. Ten onrechte hebben sommige Indische blader, de Oostersche mentaliteit er bij ge haald. De meeste schrijvers weten van die mentaliteit niets af. Veeleer hecht spr. aan Let oordeel van het comité Nieuw Indië, dat te dezen opzichte aan de Kamer adres seerde. Do minister moet zich dan ook minder positief uitlaten en zich met de Indische regeering nader verstaan over deze kwestie. De heer VAN BOETZELAER VAN DUB BELDAM (C.-H.) is niet zoo heel bang voor rechterlijke dwalingen, gezien de enkele ge vallen, waarin deze straf wordt toegepast. Van de 300 gevallen, waarin die zou kunnen worden toegepast, is dit slechts in 12 ge vallen gebeurd. Echter dient niet alleen op papier 3e doodstraf te worden gehandhaafd, maar toe passing moet ook inderdaad moge.ijk zijn. En nu verhindert de Gouverneur-Generaal vaak de uitvoering van het vonnis door ver lening van gratie. Spr. kent de motieven niet, die den Gou verneur-Generaal leiden tot het steeds ver- leenen van gratie, doch hij zou wel wen- schen, dat de minister de Indische regsering wqst op het verkeerde van deze veelvuldige toepassing van het recht tot het verleenen van gratie door den Gouverneur-Generaal. De heer BEUMER CA.-R.) meent, dat de overheid door God geroepen is, de dood straf te handhaven. Hij staaft met eenige bijbelteksten zijn meening. Het standpunt ten deze van het comité Nieuw-Indië acht hij niet houdbaar. De handhaving van deze straf is in over eenstemming met het rechtsbewustzijn van het Inlandsche volk. Maar ook op opportu nistische gronden is handhaving der dood straf noodzakelijk. Gouverneur-Generaal v. Limburg Stirum zeide nog in 1918, dat af schaffing der doodstraf een groote fout zou zijn. De Gouverneur-Generaal staat toch niet te boek als een reactionair. Sinds 1918 is in de mentaliteit der bevolking niet iets veiminderd, dat aanleiding geeft om te on derstellen, dat wat toen een fout was, nu niet een fout zijn. Integendeel, de com munistische actie van den laatsten tijd heeft ons wel anders geleerd. Aandringen bij den Gouverneur-Generaal om zich boven de wet te stellen en steeds gratie te verleenen, zoo als het comité Nieuw-Indië wenscht, acht spr. ongeoorloofd. Hij hoopt, dat de minister dat met hem eens zal zijn. De heer KLEEREKOPER (S. D.) meent, dat de noodzakelijkheid van de tenuitvoer legging van doodvonnissen voor Indië aller minst is aangetoont. Integendeel meent spr. dat de executie van doodvonnissen de be volking prikkelt, speciaal hen, die ter dood veroordeelden beschouwen als hun kame raden en met hen voor eenzelfde ideaal hebben gestreden. Spr. wijst er op, dat in Katholieke kringen men niet slaat op het standpunt der vergel ding van den heer Beumer en dat zelfs in de kringen van den heer Beumer men zich tegenwoordig op een breeder standpunt stelt getuige de opvatting van wijlen prof. Zeven bergen van de Vrije Universiteit. Practisch moet de Gouverneur-Generaal een beslissing nemen over de tenuitvoerleg ging van elk doodvonnis. Tot welk resul taat moet dan ook leiden het advies van den heer v. Boetzelaer, die in dezen aan drang wil uitoefenen op den Gouv.-Gen. Dan zou deze kwestie zelfs van invloed kunnen zijn op de benoeming van den Gouv.-Gen. De heer v. Boetzelaer was niet bang voor rechterlijke dwalingen, maar die vrees moet men juist koesteren ten aanzien van de vonnissen, die thans aan de orde zijn, nl. die van politieke misdrijven. Ons strafrecht geeft niet de garantie, die de doodstraf eischt. Begint de plicht van de overheid pas bij den beul? Moet vergelding worden voltrokken aan menschen, wien de Overheid niet heelt geleerd, het menschen- leven te eerbiedigen? Spr. prijst het in den Gouv.-Gen., dat hij bloedvergieten heeft voorkomen. De heer v. RIJCKEVORSEL (R.K.) acht het verstandig, dat de heer Cramer thans geen uitspraak vraagt over de afschaffing van de doodstraf. Het is thans, na de com munistische woelingen wel het tegendeel van een psychologisch moment daarvoor. Aan den anderen kant is het evenmin het juiste moment, om den Gouverneur-Gene raal te dringen in een bepaalde richting. Van een bepaald voornemen van den Gou verneur-Generaal om automatisch gratie te verleenen, is niets bekend. Ware dit wel zoo, dan zou dit een evacueering zijn van het gratie-recht, dat voor verantwoording van den gouverneur-generaal zou komen. Dc heer JOEKES (V.D.) bestrijdt den heer Van Boetzelaer en wijst er op, dat ons nor male recht in Nederland de doodstraf niet kent en dat die straf pas in noodgevallen wordt toegepast in ons militair recht. In beginsel dient ons gezag in Indië ook op hetzelfde standpunt te staan. De vraag is dus, bestaat de noodzaak nog, om in Indië de doodstraf te hand haven? Deze vraag moet ontkennend be antwoord worden. Toepassing van normale straffen kan de rust en de orde in het land voldoende verzekeren. Uit dit oogpunt be zien, heeft de Gouverneur-Generaal steeds het recht, gratie te verleenen, al zal de G.-G. zich nauwlettend moeten afvragen of in ieder afzonderlijk geval toepassing van dit noodrecht moet plaats hebben. Bij de politieke misdadigers komen nog politieke vragen te berde. De Gouverneur-Generaal zal dan ook in 't oog gehouden hebben, dat het bloed der martelaren het zaad voor nieuwe onlusten kan worden. De heer HEEMSKERK (A.R.) komt er tegen op, dat in het Voorloopig Verslag wordt aangedrongen op 't misbruik maken door den G.-G. van zijn recht van gratie verlening. Indien de G. G. gratie verleent omdat hij principieel tegen de doodstraf is, dan maakt hij van zijn recht een ongeoor loofd gebruik. Het verzoek van den heer v. Boetzelaer kan spr. zich dan ook wel voorstellen. Het standpunt van den heer Joekes komt spr. onbegrijpelijk voor. Er kan nooit een prikkeling liggen in rechtvaardig straffen van misdadigers. De heer LINGBEEK (H. G. S. P.) is niet voldaan over den eisch der antirevolution- nairen om de doodstraf te handhaven. De doodstraf is iels negatiefs, niet iets positiefs (Gelach). Hij heeft den indruk, dat de anli- revolutionnairen met dien eisch eens wil len Iconen, hoe Christelijk zij zijn, terwijl zij alleen maar eischen, dat de regeering het Christendom niet tegenwerkt. De taak der Christelijke overheid is niet alleen te straf fen, maar allereerst 't evangelie te brengen. MINISTER KONINGSBERGER zegt, dat het hem niet wenschelijk voorkomt, dat de doodstraf in Indië wordt afgeschaft. Hij ziet daarin een voorbehoedmiddel tegen misda den. Spr. heeft steeds vermeden, eenigen invloed op den G.-G .uit te oefenen. Het request van het Comité Nieuw Indië heelt hij opzettelijk niet doorgezonden, omdat 3e simpele doorzending reeds zou kunnen wor den opgevat als een wenk. Spr. zal een af wachtende houding aannemen ten aanzien der gratieverleening. Het oogenblik schijnt hem nog niet gekomen, zijn gedachten te bepalen over het al of niet geven van aan wijzingen. Wanneer bet tot afschaffing van de doodstraf zou moeten komen, zou het eerste geluid in die richting uit Indië moe ten komen. De heer KLEEREKOPER (S.D.) bespreekt een kindermishandeling in een gesticht te Klakkah. Hij meent, dat het slaan van parti culieren ter tuchtiging een navolging is van het slaan mek de rottan door de overheid. In 1924 is niet minder dan 1042 maal in over- heidsgestichten de rottanstraf toegepast. Spr. gelooft niet, dat in al die gevallen een nor male straf niet beter op haar plaats zou zijn geweest. De regeering stdat op deze manier verantwoordelijk voor mishandeling in op voedingsgestichten. De MINISTER zal nadere inlichtingen uit Indië betreffende deze mishandeling af wachten. De heer CRAMER bespreekt o.m. het exorbitante antwoord dat de minister gaf op het aandringen tot invoering van een ar beidsinspectie op Java. Deze instelling acht 6pr. zeer noodig. De heeren JOEKES en v. RIJCKEVORSEL sluiten zich daarbij aan. De MINISTER zegt, dat zijn standpunt nog ongewijzigd is.. Hij zal nadere berichten uit Indië afwachten. De heer CRAMER bespreekt o.m. de exor bitante rechten, die hij uit den tijd acht, aangezien de regeering over voldoende machtsmiddelen beschikt. De massa-inter- neeringen hebben volgens spr. geen enkel resultaat. Het verhoor, dat de candidaten hebben te ondergaan, is voor hen van geen enkel belang. Wie verhoord wordt, weet, dat hij ook geïnterneerd wordt. Velen onder de geïnterneerden zijn burgers, die het commu nisme verfoeien, maar alleen tegen het te genwoordige regime opstaan. Men kan wel zeggen, dat interneering een maatregel van bestuur is, doch zij blijft de zwaarste straf voor den inlander. Hoe zullen de geïnterneerden worden be handeld? Als dwangarbeider? Er zijn er ve len onder die nooit den landbouw hebben uitgeoefend. Deze menschen zullen door het Indische volk als martelaren worden be schouwd en de revolutionaire beweging aan wakkeren. De heer v. BOETZELAER '(C.H.) bestrijdt den heer Cramer. De exorbitante rechten zijn, zoo ooit, thans noodig. Wat den heer Cramer doet, is z. i. het ondermijnen van het vertrouwen in den rechtvaardigheidszin der regeering. De heer v. RIJCKEVORSEL sluit zich aan bij den heer v. Boetzelaer. In 1854, toen de exorbitante rechten ingesteld werden, wa ren de tijden heel wat rustiger dan nu. De procedure voldoet aan alle billijkheids- eischen. De MINISTER denkt niet over afschaffing der exorbitante rechten. Zij zijn voor de In dische maatschappij onmisbaar. De proce dure wordt op volkomen juiste wijze ge voerd. Er zijn 5 instanties. Er is alle waar borg, dat niet tot overijlde intèrneering wordt overgegaan. De heer GERHARD vraagt, of het open baar onderwijs wel voldoende is vrezorgd. Twijfel daaraan acht hij zeer gerechtvaar digd. Hij dringt er op aan, dat ieder vol doende van het onderwijs zal kunnen ont vangen. dat hij begeert. De Indische regee ring heeft onlangs op een vraag geantwoord, dat het oprichten van bijzondere scholen ge makkelijk is, omdat men daarbij niet die personeelsmoeilijkheden heeft, die zich voordoen bij de overheidsschool. Daaruit blijkt wel, dat de Indische regeering niet alles doet om in dc behoefte te voorzien. Zij schijnt niet doordrongen te zijn van de zorg voor het onderwijs. De MINISTER zal de opmerkingen van den heer Gerhard nader onder de oogen zien en zoo noodig onder de aandacht der Indische regeering brengen. Na nog eenige discussie over de opleiding van onderwijzers in Indië, waarbij werd aangedrongen op gelijkstelling, in waardee ring van de diploma's nu die opleiding ge differentieerd is. wordt het ontwerp aange nomen, evenals het, ontwerp tot verhooging van het elfde hoofdstuk der Slaatsbegroo - ting 1927. De vergadering wordt verdaagd tot heden 1 uur. RECLAME. 278 (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie). Gopie van al of niet geplaatste stukken wordt niet teruggegeven. BENOEMING BIJ DE BANK VAN LEENING De Commissie van de gemeentelijke bank van leening alhier uit drie leden be staande heeft de benoeming doorgedre ven tot boekhouder bij genoemde bank van een reiziger die elders (Gouda) woonde en die na zijn benoeming hals over kop zijn domicilie in Leiden heeft gekozen. De favo riet is 25 jaar oud en reiziger sinds zijn twintigsten levensjaar. Een dergelijke benoeming is toch eerlijk gezegd te krom, waar tal van ingezetenen jarenlang boekhouder zijnde, zijn gepas seerd geworden. Wanneer ik de taak van de Commissie van Toezicht goed begrijp, is hun voor naamste plicht te zorgen dat de belangen der Bank van Leening zoo goed mogelijk worden behartigd. Door deze benoeming zijn ze hierin deerlijk te kort gescholen. Een dergelijke plichtsverzaking knap degene die het tegenovergestelde kan aan- toonen kan en mag het gemeentebestuur ten respecte zijner burgerij niet tolereeren en ik zou willen adviseeren om de rust bij tal van ingezetenen te doen terugkeeren. 't Gemeentebestuur stelt in verband met bovenstaande eens een grondig openbaar onderzoek in en publiceert het resultaat. Mij dunkt, daar heeft dat groot aantal onzer gegriefde inwoners recht op. U mijnheer de redacteur beleefd dank zeggend voor de verleende plaatsruimte, Hoogachtend J. A. MODDERMAN. Leiden, 30 Maart 1927. Zijlweg 3. DE MOORD TE DEN HAAG. Naar wjj vernemen, wordt het gerechtelijk voor-on'aerzoek tegen mej. G.t geb. Z., wier gevangenhouding de Haagsche rechtbank beeft geweigerd, wel voortgezet. EEN HOND MET TWEE KOPPEN. Gistermiddag kwam bij den directeur van den Dierentuin te Den Haag een scharen slijper met een pasgeboren hondje met twee koppen. Elke kop bad maar één oog. Een derde oog was in vagen vorm aanwezig. Het diertje had ook twee tongen. De man verklaarde, dat het jonge dier nog een oogenblik had geleefd. Het merkwaardige hondje Z3l naar Leiden worden opgezonden. AAN ZIJN WONDEN OVERLEDEN. De werkman bij de Gemeentereiniging, Van D., uit de IJmuidenstraat, te Den Haag, die in de Nieuwe Parklaan bij het ver richten van zjjn werkzaamheden was uit gegleden en door een reinigingsauto over reden, is in het Ziekenhuis aan zijn ver wondingen bezweken. Hij was 38 jaar oud. BERUCHT INBREKER GEVAT. Gisternacht meende de dienstbode van den burgemeester van Ovcrschie eenig gerucht te hooren in de nabjjbeid van de villa van den burgemeester, welke in de Scbielaan is gelegen. Zij stelde een onderzoek in en onidekte toen op het terrein tosschen de villa van den burgemeester en die van mevr. H. een man, die zich daar op vrij ver" aachte wjjze ophield. Dadelijk waarschuwdo zjj telefonisch de politie, welke terstond op onderzoek uittrok. Bij de villa's zelf zag men aanvankelijk niets verdacht, maar even later trof men op het in de nabijheid ge legen opslagterrein van de firma De Waard een man aau, die op de komst van de politie op de vlucht sloeg. De politie zette den vluchteling na, die op het geroep van halt, staan blijven, geen acht sloeg. Zij loste daarop eenige schoten in de lucht, maar ook dit kon den man met tot stilstaan bewegen. Inmiddels had de vluchteling de Schie bereikt en zonder zich te bedenken sprong hij het water in om naar den overkant te zwemmen. Blijk baar wilde hij in de richting van Kethel een goed heenkomen zoeken. De politiemannen namen evenwel plaats in de roeiboot van een toevallig in de nabijheid liggend schip eu na korten tijd gelukte het den vluchteling in te halen. Deze verzette zich echter heftig tegen zijn arrestatie en eerst na veel moeite is het gelukt den man in de boot en ver volgens op den wal te krijgen. Men bleek toen te doen te hebben met zekeren F. M., een beruchten inbreker, die al tal van vonnissen achter den rug heeft en eerst drie weken geleden uit de gevangenis is ont slagen, waar hij een langdurige straf had uitgezeten. Op het terrein van de firma De W. zijn na do aanhouding van M. nog gevonden: een stel inbrekers-werktuigen, een hoed en een jas; in een plantsoentje in de nabij heid is voorts nog een fiets aangetroffen. Gebleken is, dat M. kort te voren op "üeze fiets in de buurt is gezien. Fiets, hoed en jas zijn afkomstig van een inbraak, welke in den nacht van 18 op 19 dezer is gepleegd in de woning van den heer A. J. J. de G„ aan de Tuinlaan te Schiedam. Daar is toen voorts nog een belangrijke partij tafelzilver gestolen. De politie zet het onderzoek naar dit zilver nog voort. M. wordt bovendien nog verdacht van de in braak. welke is gepleegd in de woning van mejuffrouw N., aan den Singel te Schiedam. DOODELIJK ONGEVAL. Dinsdagmiddag is op de werf van Furness te Schiedam de "21-jarige J. V. aldaar, van een ruim vijf meter hooge stelling, die los geraakt was door het trillen van het revol- vcrklinken in het ruim van een schip ge vallen. Hij bekwam een schedelbreuk en was onmiddellijk dood. ARRESTATIE van een DIENSTWEIGERAAR De militaire politie uit Haarlem heeft gisternacht een inval gedaan in de Platanen- straat te Schoten ten huize van zekeren O., waar zich een dienstweigeraar, I. C. ge naamd, verborgen hield. De man werd na eenige moeite gearresteerd en, daar hij wei gerde zich aan te kleeden, in zjjn onder- kleeding naar de kazerne vervoerd. Hij is op transport gesteld naar Utrecht, waar hij in garnizoen thuis behoort. GEVANGENEN ONTSNAPT. Tijdens het doorschullen te IJmuiden van het van West-Indië naar Amsterdam be stemde Duitsche stoomschip „Amassia", hebben twee zich als gevangenen aan boord bevindende passagiers onbemerkt van boord weten le komen. Beide personen moesten aan de politie te Hamburg worden uitgele verd. De politie te IJmuiden zal trachten de ontsnapten op te sporen. BRANDEN. Te Eist is afgebrand het huis van de wed. T. S. Een deel van den inboedel werd gered. Verzekering dekt de schade. EEN OPLICHTER. De Amstevdamschb politie heeft aange houden een 28-jarigen Belg, van Nederland- sche afkomst, die een schipper had op gelicht. Hij had gezegd een mooi vrachtje te weten, dat f280 zou opleveren. De schip per, die de familie van den Belg kende, geloofde het verhaal eu ging ook in op hel verzoek van den man om hem aan wat contanten, tennaastenbij f 200, te helpen. Toen de schipper naar den aangeduiden be vrachter ging, bleek hem, dat er van een vracht geen sprake was. Hij was dus op gelicht en deed aangifte bjj de politie, welke den Belg te Rotterdam aanhield. Hjj i3 naar Amsterdam overgebracht en ter beschikking van de justitie gesteld. Het geld was geheel op. RECLAME. Wie Odol gebruikt, verzorgt zijn tanden het best! 26 2 De Belg bleek in het Fransche vreemde lingenlegioen te hebben gediend, doch tijdens de gevechten in Marokko te zijn gedeser teerd. Hij was naar ons land gekomen om werk te zoeken. Naar het scheen, had hjj daaromtrent een wat al te gemakkelijke op vatting. AUTO DOOR EEN STIER AANGEVALLEN. Een auto, waarin gezeten was het gezin van den heer S. uit Apeldoorn, is nabij Ter- wolde door een losgebroken stier aangeval len. Het beest duwde de auto in een sloot. De inzittenden konden zich intijds in vei- litdheid brengen. De auto werd zwaar be schadigd. De stier werd later gegrepen. NA DE STAKING BIJ DE ZUTPHEN EMMERIK. Men zal zich herinneren hoe verleden jaar op li Maart tijdens het conflict bij de tram ZultenEmmerik in de Ilaare door verkeerden wisselstand een trein ontspoorde Voor hel aanwijzen van den dader is des tijds een premie van f 500 uitgeloofd. In verband hiermede is nu gearresteerd de oud-staker en gewezen bankwerker bij de tram ZutfenEmmerik. J. v. II. Hij is naar Arnhem overgebracht. GEZONKEN. Te Wesel is het schip „Henri" van schip per H. v. Wjjk, uit Millingen. omgeslagen en gezonken. De schipper en zijn knecht, die alleen aan boord waren, konden gered worden. VERDRONKEN. Te Grootstukken (Gron.) is de gehuwde arbeider S. nabij zijn woning verdronken, HUWELIJKSREIS PER K. L. M. Men meldt aan het Haagsche Aneta-kantoori Onder de zes passagiers, welke Woensdag morgen 10.15 uur per K. L. M.-vliegtulg H-NADG van Amsterdam naar Parijs ver trokken, bevonden zich ook de heer en mevr. Var. Weerden Poelman. De bekende vlieger van de vlucht naar Nederl.-Indië was Dinz- dag j.l. in het huwelijk getreden en begon aldus zjjn huwelijksreis met een vlucht per K.L.M. WAARSCHUWING. Nu de jaarlijksche schoonmaak weder in vollen gang is in tal van huishoudingen, achten we het gewenscht weder eens te waarschuwen tegen anüquileilen-oplichters, die bij voorkeur in dezen tijd hun slag trachten te slaan. Op de meest sluwe wijze trachten zij binnen te komen, vaak door het noemen van een bekenden naam als gefingeerde aanbeveling. Zijn ze eenmaal binnen gelaten, dan gaan hun loerendo oogen overal rond tot ze hel voorwerp vin den, dat hun het begeerlijkst lijkt. Op een ander stuk. waaraan men nimmer eenige waarde van beteekenis hechtte, doen ze dan een buitengewoon, een overbluffend bod. Komt die verlokkende koop tot stand, dan volgt de afspraak, dat het stuk den volgenden dag wordt afgehaald enbe taald. maar men wil er dan dadelijk het voorwerp, waarom het feitelijk le doen is, bij hebben. Zelfs wordt daarvoor goedgun stig nog een klein bedragje gegeven. Zóó verdwijnt- voor bijna niets iets kostbaars uit het huis want het duur gekochte stuk dat geen waarde heeft, wordt natuurlijk noch morgen noch later afgehaald. Vaak komt er als helper een nagemaakte Engelschman of een dito Amerikaan bij te pas. beiden natuurlijk millionaire, die er zoogenaamd speciaal voor naar Holland ko men om hun collectie kunstschatten uit te breiden, alias de goe-gemeente op to lichten. Onlangs heeft men elders zulk een span geknipt en heeft een onzer rechtbanken gelukkig termen kunnen vinden om dit tweo tal voor geruimen tijd achter deur en gren del te zetten Maar het is niet altijd gemak kelijk dit volkje te pakken, omdat het arge- looze publiek het bun, helaas, nog maar steeds al te gemakkelijk maakt bun roovers - bedrijf uit te oefenen en slachtoffers te vinden. Doch nog eens men late geen vreemde lieden binnen. Wie antiquiteiten te gelde wil maken, kan daarvoor we] fatsoenlijke adressen vinden, waar men niet bedrogen wordt. Dus opgepast! „Mooie bibliotheek, hè?" zei de vétte, nieuwe rijke met zijn dikke hand op de boeken in het rond wijzende. „Allemaal in kalfsleer gebonden. En het mooiste is, dat ik al die kalveren zelf heb geslacht." RECLAME. VOORKOMT TANDBEDERF en poetst 's morgens en 's-avonds met 75 cts.per'/itube. 23clvp.'A tube. 258 2-2

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 6