Een speelbal derfortuin
No. 20554
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 16 Maart
Tweede Blad Anno 1927
UIT DE RAADZAAL
EERSTE KAMER.
Leidsctie Begrafenisonderneming
TWEEDE KAMER.
FEUILLETON.
De raad weer voltallig Een
plaatsvervanger voor wethoader
Mnlder Een verpachting j.
kwestie Interpellaties.
't Was weer een „makke" zitting, die
slechts op een paar punten aanleiding geeft
lot een beschouwing.
Door het zitting nemen van den heer
Ebbinkjs de raad weer voltallig geworden.
Moeilijk heeft de Benjamin hel den eersten
dag niet gehad, de agenda was grootendeels
gesneden koek.
De ziekte van wethouder Mulder, die het
noodzakelijk maakte voor hem een plaats
vervanger te kiezen, heeft in de combinatie
der rechtsche Iracties groote wrijving ver
oorzaakt. Zelfs ..aanbevelingen" werden
noodig geoordeeld. De A. R. partij wilde den
heer Huurman, waar het toch een A. R.
vacature betrof, doch daar het slechts om
een tijdel ijken wethouderszetel ging, waren
de Chr. Hist, geporteerd voor den heer Splin
ter dien men gerust de rechterhand van
den wethouder mag noemen en de raads-
meerderheid gaf den heer Splinter de voor
keur. die echter de benoeming in beraad
hield. Ongetwijfeld met de bedoeling alsnog
te trachten inzake zijn keuze tot een com
promis te komen in de rechtsche fracties,
waarvan de R. K. blijkbaar, gelet op het
slemmengetal verdeeld was. Of dit gelukt
is? Althans hij heeft inmiddels de benoe
ming aanvaard. Zonder iets ten nadeele van
den heer Huurman te zeggen op zichzelf
is hij toch volkomen acceptabel voor fabri
cage achten we voor de gemeente de
keuze van den heer Splinter het best. daar
deze volkomen ingewerkt is te beschouwen,
hetgeen speciaal bij vervanging een groot
voordeel is.
Behoudens enkele kleine opmerkingen
fram de raad verder rustig tot punt 18, de
Irestie der verpachting van tol, brug en
bffiehuis aan de Leiderdorpsche brug. zon
ar dat er aanleiding is na het verslag nog
Hia te praten. Met die verpachting was het
■ongetwijfeld een eigenaardig geval, hoorde
■men de uiteenzetting van de heeren, die het
opnamen voor den gegadigde v. Hartevelt,
maar waar door de ziekte van den heer
Mulder de zienswijze van den betrokken
wethouder niet naar voren kon komen, dur-
I ven wij ons geen oordeel aanmatigen in
dezen, gedachtig aan het hoor en weder-
hoor.
I In de gegeven omstandigheden was het
I amendement-Wilbrink een uitkomst, vooral
I ook, waar nu vaststaat, dat over een jaar
I openbare aanbesteding zal plaats hebben,
I hetgeen toch het eerlijkst is voor de betrok-
I kenen en waarschijnlijk het voordeeligst
I voor de gemeente. Nu nog openbare aanbe-
I sleding was inderdaad practisch onmogelijk.
I Te beweren, dat B. en W. met opzet hebben
I getraineerd o'm hun zin te krijgen, was
I evenwel wel wat erg sterk gesproken, zon-
I der bewijs.
Het slot vormden de interpellaties. Met
I die der democratische partij gaat het wel
I zeer ongelukkig. Eerst uitstel wegens ziekte
I van den heer Witmans, dan nieuw uitstel
I wegens tijdgebrek, nu opnieuw uitstel we-
I gens ziekte van mevr. Dietrich. Zal het
I volgende maal nu doorgaan?
Ook de interpellatie v. Stralen inzake de
I huurwetten-intrekking was spoedig afge-
I daan, daar B. en W. een zoo uitgebreid
I mogelijk onderzoek over de gansche linie
I toezegden. De materie verdient dit zeker
I volop, want de vrees, dat door de intrekking
I vele arbeidersgezinnen en zij in de eerste
I plaats, waar immers juist aan woningen
I voor deze categorie nog gebrek is zullen
I worden gedupeerd, is verre van denkbeeldig.
I Wij hopen echter, dat deze ongetwijfeld be-
I langrijke zaak builen de politieke sfeer zal
worden gehouden, doch gezien hoe na de
S D. A. P. ook de R.-K. en de vrijz.-dem.
zich daarop hebben geworpen en gelet op
hetgeen daarover al is te berde gebracht,
vreezen we in dit opzicht het allerergste
't Is zoo'n dankbaar object met verkiezin
gen vlak in 't verschiet
De heer Schoneveld zorgde voor een inter-
'ellalie extra over een onderwijskwestie. Hij
vilde den chef Ier secretarie der afdeeling
Onderwijs een schrobbeering bezorgen we
gens zijn optreden voor de afd. geschillen
van den Raad van State, doordat deze daar
n.I pleitte voor vernietiging van een raads
besluit. dus tegen d± gemeente op het
eerste gezicht. Niels is echter minder juist
en de A.-R. fractie is daarvan voor zichzelf
ook wel inwendig overtuigd, meenen we
en vandaar dan ook. dat geen motie of wat
ook werd voorgesteld. Uit het raadsverslag
van 17 Mei 1926 blijkt zonneklaar, hoe de
meerderheid van den raad totaal niets wilde
welen van nieuw bouw van een Geref
School in hel Kooipark, van oordeel, dat
best volstaan worden kon met uitbouw van
de beslaande Geref. school aan de Lusthof-
laa.n hetgeen bovendien voor de gemeente
in ieder geval bezuiniging beteekent. al zul
len we uit de cijfers daaromtrent genoemd,
niet een keuze doen van meest waarschijn
lijkheid. Alleen op de stellige verzekering
van den wethouder, dat de wet tot mede
werking verplichtte, werd rechts tegen links
daartoe besloten. Echter nog onder deze
voorwaarde, door den heer Wilbrink gesteld,
dat B. en W nadien zelfs nog alles in het
werk zouden stellen, om uitvoering van het
besluit te voorkomen, een voorwaarde, door
den wethouder volledig aanvaard.
Nu heeft zich sindsdien een beslissing
van de Kroon voorgedaan, die B. en W.,
zoo die destyds al was gevallen, aanleiding
zou hebben gegeven om te komen met een
afwijzend in plaats van een door de wet
afgedwongen inwilligend praeadvies Is het
nu. niet logisch, dat de vertegenwoordiger der
gemeente natuurlijk op de hoogte van den
ganschen gang van zaken, wetend te spre
ken namens B en W. en namens de rands-
meerderheid. zich daarop beroept? Had hij
anders gehandeld, dan zou hem een standje
zijn toegekomen.
Wy kunnen ons voorstellen, dat het ver
loop van deze kwestie de A.-R. fractie niet
aamrenaam is. maar zij moge daarin geen
aanleiding vinden, om, een particulier belang,
ook al wordt dit gewichtig geoordeeld, stel
lend boven het algemeen gemeente-belang,
niet gegronde verwijten te doen.
Tot slot beantwoordde de voorzitter de
vragen van den heer v. Eek inzake het
noodlottig ongeval bij het station, waarbij
een rechercheur slachtoffer werd van zyn
beroep. Feitelijk overbodig, die vragen, kan
slechts de conclusie luiden, nu deze zyn
afgedaan.
(Zitting van gisteren)
HET NEDERL.-BELGISCH VERDRAG.
By de voortzetting van de beraadslagin
gen over het Ned.-Be.gisch verdrag gaai de
heer KOSTER (V.-B.j voort met zijn be
schouwingen over de geprojecteerde kanalen.
Hij betoogt, dat op het zy-kanaal Smeermaes-
Beeringen-Antwerpen de Belgen voor Bel
gische schepen andere heffingen kunnen
deen dan voor Nederlandscbe. Hy licht het
nadeel daarvan met enkele voorbeelden toe.
Nederland zal daaraan niets kunnen doen
en hel is een betreurenswaardige leemte
in het verdrag, dat die mogelijkheid niet
is voorzien.
Daarby komt, dat het gevaar bestaat, dat
het gebied Maastricht-Scheermaes, de z.g n.
enclave nuiet alleen economisch by België
wordt golrokken, maar by België achter
gesteld wordt, als ware het een schatplichtig
gewest.
De manier waarop Nederlandsche schippers
in België worden behandeld, doet vreezen,
dat de Belgische vrijmoedigheid ten deze
groote afmetingen zal aannemen. De moge
lijkheid van deze ongelykheid van behan
deling der wederzydsche belangen is een
van spr.'s bezwaren tegen de Limburgsehe
kanaalplannen. Overeen gekomen is, dat beide
landen bepalen, het kanaal Luik-Maastricht
zoodanig te verruimen, dat het geschikt
wordt voor schepen van meer dan 1000
ton.
België is er daardoor zeker van, dat het
karaal Luik-Maastricht en ook het gedeelte
tot Smurmaes op e'ke gewenschte breedte
en diepte zal worden gehouden. Daaren
tegen heeft Nederland niet het recht ten
aauzien van het Belgisch kanaalvak Lixché-
Petit Lannoye.
ten derde bezwaar tegen de kanaalplan
nen is bet aftappen van de Maas.
Aan België is meer water van de Maas
toegewezen dan aan Nederland. Aan de hand
van verschillende technische berekeningen
en tabellen zet spr. dit nader uiteen. De
vraag dringt zich op of de minister wel
voldoende rekening heeft gehouden met het
verdrag vau 1836, waarvan de bepalingen
aanrr.erkelyk verzwakt zijn en of void jende
technische voorlichting niet heeft ontbro
ken.
Nederland heeft op geen enkele wijze
zijn rechten vastgelegd ten aanzien van af-
tappmg van water voor zijn eigen kanalen.
De watervoorziening van het Julianak3naal
kan groote moeilijkheden meebrengen. Al
deze bezwaren nopen spr. zyn stem tegen
het verdrag uit te brengen.
De heer WESTERDIJK (V.-D.) sluit zich
aan by den heer Polak, waar deze zeide,
da' hy niet door eenige animositeit jegens
Bplgii geleid wordt.
Dit wil echter niet zeggen, dat spr. zich
zoo maar in vol vertrouwen in de armen
van België zou willen werpen. Het is on
begrijpelijk, hoe de regeering tot zóó ver
gaande concessies tegenover België bereid
is gevonden. In het Voorloopig Verslag werd
reeds gevraagd, of er soms overwegingen in
't spel zijn, die bezwaarlijk kunnen worden
mepgedeeld. Dit gedeelte van het Verslag
gat wel de vraag weer, die onder het ge-
heele volk leeft. Men heeft verstomd gestaan
over dit resultaat van hooge wysheid en
staatsmanskunst. Hoe heeft de regeering de
regeering de belangen van ons land der
mate kunnen achterstellen by de Belgische
en dit kunnen opofferen aan 3e ongehoorde
eischen van een overraoedigen nabuur? Het
^Nederlandsche volk is het Belgische niet
ongenegen en wordt allerminst door jalousie
geleid. Het weet heel goed, dat het er
beter aan toe is met een koopkrachtigen
nabuur dan aan een verarmde. Antwerpen
knmc daarom tot bloei, maar niet ten onzen
koste.
Spr. herinnert aan de voor ons vernede
rende wijze, waarop in Februari 1919 door
minister Hrjmans de verdragsherziening werd
ingeluid. Er was echter geen sprake van,
dat onze rechten, uit het verdrag van 1839
voortvloeiend, door de groote mogendheden
met voeten zouden kunnen worden getreden.
Waarom zouden zy het dan nu doen?
Heeft op territoriaal gebied de Nederland
sche regeering de overwinning behaald, op
economisch gebied is zy volledig verslagen.
En by dit alles is zy geheimzinnig te werk
gegaan. Spr. herinnert in dit verband aan
het mysterieus gedoe met de adviezen van
Gcd Staten. Waaruit heeft de economische
voorlichting der regeering bestaan, en is
de inspecteur van het Loodswezen gehoord.
Het blykt niet, hoe de adviezen der water
staatkundigen hebben geluid. Het is onbe
grijpelijk, dat de hoofdingenieur-directeur
zich met het verdrag zou hebben vereenigd.
Voorts maakte de heer Westerdyk eenige
opmerkingen over de kosten. Waarom is
het kostenpercentage niet vastgelegd? De
minister antwoordt: om ons later een rede
lijke medezeggenschap te verzekeren. Doch,
als over ons gebied kanalen worden aange
legd voor België, moet toch onze mede
zeggenschap absoluut vaststaan, baar heeft
het bedrag, dat wij zullen bydragen, niets
mee te maken. Daarbij komt nog de schade,
die door dijkbreuk enz. kan worden aan
gebracht Daarover is niets geregeld. Te
dien aanzien sluit spr. zich volkomen aan
bij de opmerkingen van den heer v. d. Lande,
cue ook het oordeel van prof. Meyers aan
haalde.
Grieken, die België heeft tegen het oude
verdrag, wil spr. gaarne -wegnemen, doch
dan np den voet van gelijkheid, vrijheid en
reciprociteit, niet ten koste van een der
heide partyen.
De heer Westerdijk bespreekt voorts nog
enkele onderdeelen van het verdrag, in de
eerste plaats dé Schelde. Als er één punt
is, waarop wij moeten toegeven, dan is het
dit. Want de Schelde is voor België veel
belangrijker dan voor ons. Aan een beheers-
ccn missie zal men moeilijk kunnen ontkomen,
doch deze commissie zou geen bevoegdheid
mogen hebben onze oevers aan te tasten.
Vanneer dit noodig geacht werd. zou nieuw
overleg noodzakelijk zyn. De arbitrage zcru
veiliger thuis zyn bij het Perman vte Hof
van Internationale Justitie. De reserve-be
paling omtrent de oorlogsschepen zal Belgë
moeten terugnemen. De verklaringen van
Vandervelde zeggen spreker niets, die staan
niet in het verdrag en hebben niet de minste
rechtskracht. België wenscht onze souverei-
niteit op de Schelde uit te hollen, om zich
die souvereiniteit later toe te eigenen, als
het er kans voor ziet. A cerdocht zal men
zeggen. Ja, helaas, gerechtvaardigde achter
docht, onvermijdelijk voortvloeiende uit de
voorgeschiedenis van dit allerjammerlykst
oorlogskind.
Waarschynlyk zal alleen het kanaal Ant
werpenMoerdijk worden aangelegd. Dit
desideratum is eerst na den oorlog op den
voorgrond gekomen. In 1912 is dit kanaal
door België niet eens genoemd, toen onze
regeering België vroeg, wefke voorwaarden
het stelde voor medewerking tot de gemeen
schappelijke kanalisatie LuikMaastricht
Kan de minister hier licht ontsteken? Op
zichzelf zou tegen dit kanaal, het grootste
ter wereld voor de binnenvaart, geen be
zwaar bestaan, als het ons maar geen nadeel
bezorgde. En spr. hecht meer aan het oor-
deei van alle zakenmenschen, die hebben
geadresseerd, dan aan het advies van eenige
adviseurs van de regeering.
D. heer v. d. BERGH (V.-B.) zegt, d3t
hy uit zyn betoog zal laten vervallen het
geen hy reeds van andere sprekers heeft
gehoord. Hy begint met waardeering te
betuigen voor hei werk van dezen minister
te Parys in 1919, toen de allergrootste be
langen van ons land op het spel stonden.
Lher hem toekomenden lof wil spreker als
tegenstander van het verdrag, den minister
niet onthouden.
Spr. begint met te wijzen op de geweldige
actie, die ons volk tegen dit verdrag voert.
Kamers van Koophandel, scheepvaartkringen
hebben geadresseerd, 50.030 Zeeuwen hebben
g?i etitionneerd. Ons volk staat verbijsterd
en het verzet bij de vlootwet is er slechts
kinderspel bij. Het volk schijnt eerst nu
tot het besef te zijn gekomen van de om
vangrijke gevaren, die dit verdrag voor
ons met zich brengt. De last, dien wij
op ons nemen, zal voor onze kinderen en
kindskinderen ondraaglijk zyn. De minister
heel een gevaarlijke methode gevolgd by
by de totstandkoming van dit verdrag. De
vrrbereiding heeft de betrokkenen uitge
sloten. Ware de betrokkenen over de voor
naamste onderdeelen gehoord, het verdiag
v-aro in dezen onaannemelijken vorm nooit
tot stand gekomen. Indien het verdrag wordt
verworpen, zal de minister slachtoffer zyn
eigen systeem, dat niet meer van dezen
tijd is. In de 40 jaren, dat spreksr als
prerident-directeur van een groote handels
onderneming in aanraking komt met iinan-
cieele en handelskringen in het buitenland,
heeft hy nooit een geval ontmoet als dit,
n.I., dat een minister van buitenland-iche
zaken de geheele zakenwereld unaniem tegen
zich vindt. Denkt de minister werkelijk de
argumenten der kooplieden te kunnen weer
leggen? De minister moet zoo verstandig
zijn te erkennen, dat hij ongelijk heeft.
Als men nagaat, hoe minister v. Karnebeek
te Parys het politieke terrein meester bleef,
dan is het een psychologisch raadsel, hoe
dezelfde minister op economisch terrein zóó
slap en zóó toegevend kon rijn. Zelfs het
Moerdijk-kanaal, dat op het laatste oogen-
blik ontdekt werd, heeft hij toegestaan.
De MINISTER VAN BUITENLANDSCHE
ZAKEN: Waarom is men met die bezwaren
niet eer voor den dag gekomen?
De heer v. d. BERGH: Omdat men eerst
later de gevaren in hun vollen omvang
gezien heeft. De minister heeft aan de eco
nomische zyde van het verdrag niet vol
doende aandacht geschonken en geheel ten
onrechte. Wat de economische belangen
zyn onverbrekelijk aan de politieke ver
bonden.
De vergadering wordt hierop verdaagd
tot morgen 11 uur.
RECLAME.
AUTO-TRANSPORTEN, CREMATIE
H. P. H. KREREWEER
TEI.EFOO\ 801 - I.EIOEN
4C30
(Zitting van gisteren).
REGELING VAN WERKZAAMHEDEN.
De VOORZITTER deelt mede dat eerf
verzoek is ingekomen van den heer L. de
Visser, om in verband met een lichte on
gesteldheid van dit hd, zijn interpellatie
over het zenden van den kruiser „Su
matra" naar Sjanghai, tot een nader te
bepalen datum uit te stellen. Spreker
stelt voor, de interpellatie thans van de
agenda af te voeien, teneinde haar opeen
nader te bepalen dag te houden.
Verder deelt spr. mede, dat het zijn
voornemen is de Kamer in de gelegenheid
te stellen, zich nog eenige dagen voor te
bereiden op de behandeling van het wets
ontwerp inzake de naaml. vennootschap
pen. Spr. wil daarom, zoodra de Kamer
aan dit punt van de agenda toe is, de ver
gadering schorsen tot a.s. Dinsdag.
Aldus wordt besloten.
LAND- EN TUINBCUWONGEVALLENWET.
Voortgezet wordt de behandeling van
de wijziging der land- en tuinbouwongo-
vallenwet 1922.
De heer VAN VOORST TOT VOORST
'R.-K.) betoogt, dat het bedrag van f 25.000
voldoende moet worden geacht als vergoe
ding voor administratiekosten. De be
drijfsverenigingen moeten den waarborg
hebben dat zij niet meer dan de vastge
stelde kosten zullen behoeven te betalen.i
Op die voorwaarde hebben zij medewer
king toegezegd.
De schatting van de administratiekosten
was vijf jaren geleden het genoemde be
drag en spr. kan zich niet voorstellen, dafc
sindsdien de toestand zoodanig zou zijn
veranderd, dat thans een bedrag van
f 125.000 noodig zou zijn, al zegt de minis
ter dat dit als maximum is bedoeld.
Bij krachtige doorzetting van de bezui
nigingsvoorstellen zal blijken dat 25 mille
voldoende is.
De heer VAN RAPPARD (V.-B.) heeft
eveneens bezwaar. Spr. acht geen rede
aanwezig om de vergoeding voor admini
stratiekosten te verhi-ogen.
Met enkele voorbeelden toont spreker
aan, dat de onkosten voot de eenvoudige
bedrijven buitengewoon gering zijn.
Spr. kan zijn stem aan dit wetsontwerp;
niet geven.
De heer EBELS (V.-D.) betoogt, dat een
belangrijke last op de bedrijfsverenigin
gen wordt gelegd door dit wetsontwerp*
Intusschen zou hij bereid zijn tot verhoo
ging van het maximum dat de Staat als
verzekering verlai.gt, mits geen andere
kosten dan die, welke rechtstreeks de be
drijfsverenigingen betreffen, worden be
rekend. In dit opzicht ie spr. nog niet
gerustgesteld. Kosten wegens uitbreiding
en propaganda mogen niet ten laste van
de bedrijfsverenigingen worden gebracht.
Bij verwerping van het wetsontwerp zou
den echter, volgens deü minister, de hoo-
gere kosten komen ten laste van slecht*
enkele bedrijven, die bij het landbouwon-
gevallenfonds zijn aangesloten. Dit zou
spr. geenszins wenschen en hij dient daar*
om een motie in, luidende als volgt:
,,De Kamer, van oordeel, dat de koè-
ten van uitvoering en controle der land-
bouwongevallenwet, bedoeld in art. 1 van
het Kon. besluit vaD 8 November 1924
behooren te worden gedragen door het
Rijk, gaat over tot de orde van den dag."-
Dr. BIEREMA (V -B.) zet uiteen, dat do
bedrijfsverenigingen het voornaamste
werk van de uitvoering der landbouwonge-
vallenwet hebben to verrichten. Zij hebben
steeds gemeend dat het bedrag van f 25.000
als vergoeding voor administratiekosten,
een maximum was.
Spr. merkt op, dat bijna de helft van de
opbrengst der premies van de landbou
wers wordt opgeslokt aan administratie
kosten. Dit is verbazend hoog en iD elk
geval veel hooger dan vroeger. Wat is,
vraagt spr. den minister, daarvan de oor
zaak 1 Spr. meent, dat er te veel admini
stratieve rompslomp bij de uitvoering de
zer verzekering is, en verder is hij met
den heer Ebels van meening, dat althans
Naar het Engelsch
van
RAFAEL SABAT1NI.
Geautoriseerde vertaling van A'. T.
33)
Voordat hij kon antwoorden, voordat hij bé
tomen kon van de stomme verbazing, waar
mede hij den aanval van haar woede aan
hoorde, ging zij voort:
..0, ik begrijp het!" Zij loerde een oogen-
hlik leelijk „Het is een liefdesteeken. hè.
Misschien 'het geschpnk van een dikke
Vlaamsche burgemeestersvrouw, die ge zeker
bedrogen hebt. zooals ge mij hadt willen be
liegen. Daarom kunt ge er niel van schei
den zplfs niel om mij het geld te betalen,
ge voor inwoning en kost schuldig zijt,
voor het voedsel, dat ge opgeschrokt, en den
W|in, dien ge gedronken hebt. jij slechte,
Onzalige fat. Maar je bent gewaarschuwd.
eQ daar je er je niet aan stoort, zal ik de..
..Houd je mond. vrouw." viel hij met don
erende stem in de rede. en hij bracht haar
door die plotselinge drift lot zwijgen Hij
l"wam op haar af, zoodat zij met eenige
*n2st terugging, maar ook toen nog woedend.
Toen bleef hij op eens slaan, boog zich en
lafb'p (jj| Zl^p 7a]r haaHp hii de /warp hpr-
jQRelijke beurs, schoof de gouden ringen
*erug. waarmee ze gesloten was. en bracht
de groote goudstukken naar voren
...Wal is het lolale bedrag van uw reke
*^8?" vroeg hij minachtend, met een rest
van zijn woede. ..Zeg het, neem uw geld, en
laat me met rust."
Maar zij dacht nu niel meer aan haar re
kening Zij was stom van verbazing op het
gezicht van de beurs in zijn hand en het
goud. waarmede ze gevuld was. Met groote
oogen keek ze er naar. en toen naar hem.
En omdat zij de bron van dien plolselingen
rijkdom niet vermoeden kon. nam zij dade
lijk het ergste aan. zooals zulke karakters
als hel hare geneigd zijn te doen De verden
king deed haar haar blauwe oogen toeknij
pen; zij groeide aan tot overtuiging, en de
lippen van haar breeden mond krulden zich
onaangenaam.
„En hoe komt ge aan dit goud," vroeg zij
hem met sombere kalmte.
„Is dat uw zaak. juffrouw?"
„Ik dacht, dat ge boven stelen verheven
waart," zei ze, met groote minachting. ..Maar
het schijnt, dat ik ook in dat opzicht bedro
gen in u ben, evenals in zooveel andere op
zichten."
„Onbeschaamd wijf!" brulde hij in zijn
woede, en zij werd er bleek van.
„Jij vuile landlooper, 19 dat een uitdruk
king voor een eerlijke vrouw?"
„Eerlijk! Noem jij je zelf eerlijk? Je
schandelijke rekening logenstraft lat Zeg
mij hel totaal dat ik de afzetterij som kan
betalen, en hel slof van je herberg van mijn
voelen schudden."
Dit was slechts het begin van een looneel,
waarvan ik u niet al de bijzonderheden wil
geven Sommige er van zijn niet Ie herhalpn
Haar stem werd gillend als van een visch-
vrouw. en trok de aandacht van de weinigp
personen, dip in de gelagkamer waren, en
deed Tim dpn tapper, met schrik naar de
deur van hel kamertje kompa
En ondanks al zijn loom, begon kolonel
Holles eenigszins ongerust te worden, want,
zooals men weet, was zijn geweten niet
heelemaal zuiver, en de schijn kon gemak
kelijk tegen hem gekeerd worden.
„Jij stelende, onbeschaamde verrader,"
gilde zij. „Denk je, dat je hier legen me kunt
komen aangaan, jij, die mijn fatsoenlijk loge
ment lot een hol van verraders gemaakt
hebt! Ik zal je manieren leeren, onbe
schaamd galgenaas. En toen zag zij Tim's
verschrikt gezicht om de open deur kijken.
„Tim. haal de politie," schreeuwde zij.
„Mijnheer zal zijn kamers hier verwisselen
voor Newgate, dal. beter voor zijn soort past.
Haal de politie, zeg ik je. Loop hard. jongen."
Tim vertrok. Dal deed de kolonel ook, hij
begreep op eens. dat het fiiet goed zou zijn.
te blijven. Hij ledigde de helft van den in
houd van de beurs in zijn hand, en zooals
Jupiter het hof maakte aan Danae maar zon
der iets van Jupiter's verliefde bedoelingen,
stortte hij die open om haar uit in een regen
van goud.
„Dat is om je schreeuwerigen, schelderi-
gen mond te stoppen." nep hij. „Betaal je
zelf daarmede, jij hek9. En de duivel
hale je!"
Hij vloog weg in razende woede, bijna
vlak achter Timen van het half dozijn
mannen in de gelagkamer durfde niel een
hem tegenhouden Hij bpreikte de straat, en
was verdwenen, en liet stukken van zijn
kle^ding achter als een herinnering aan zijn
merkwaardig verblijf, en een waardin, die
tranen stortte van toornige uitputting.
HOOFDSTUK XIV.
Wanhoop.
Prleweken lang wachtte kolonel IT^es te
veTgeefs in dp Harp in Wood Street op de
beloofde boodschap van zijn Genade van
Buckingham, en zijn onrust nam toe in de
zelfde male als zijn geldmiddelen verminder
den. Want hij was niel zuinig geweest op
zijn betrekkelijk geringe fondsen. Hij was
goed gehuisvest, at en dronk van hel beslp,
kocht een paar mooie pakken bij tweede
hands kleermakers in Birchin Lane hij
vond dit voorzichtiger en zuiniger dan naar
de winkels van Paternoster Row terug te
gaan en hij had zich zelfs overgegeven
aan het spel, wat een van zijn groote zon
den was.
Eindelijk werd hij boos over het voortdu
rende stilzwijgen van den Hertog, die hem
zooveel hoop gegeven had. En hij koesterde
nog een andere soort onrust Er was, dat wist
hij. een achtervolging tegen hem aan den
gang tengevolge van de wraakgierige woede
van juffrouw Quinn. en hij dankte het alleen
aan hel feit. dal zijn werkelijk verblijf haar
onbekend was dat hij aan gevangenneming
was ontsnapt. Hij wist, dat er in Bird in
Hand naar hem gezocht was, want hij had
haar gezegd, dat hij plan had. daarheen te
gaan Hij durfde niet aan te nemen, dal de
nasporingen opgegeven waren. Ieder oogen
blik kon hij ontdekt en gepakt wordpn. Dat
het onderzoek tol nu toe niet met mepr
kracht voortgezet was. kwam. vermoedde hij,
omdat er andere gewichtige dingen warpn,
die de openbare aandacht bezig hiplden
Want het waren opgewonden, onrustige da
gen in Londen.
Den eersten der maand waren de men-
schen in de stad opgeschrikt door het ver
wijderd geboem van kanonnen, dal den ge-
heelen dag geduurd had. als een bewij6. dat
de Hollandsche en Engelsche violen slaags
geraakt warpn en wel bpangsligend dicht hij.
Zooals men weet. was de slag dicht hij de
kust in de buurt van Harwich, en eindigdt
hij met groot verlies voot de Hollanders, die
zich naar Texel terugtrokken. Er werd na
tuurlijk aan beide zijden als gewoonlijk
sterk overdreven, en de Engelsehen zoowel
als de Hollanders maakten aanspraak op een
volkomen overwinning en ontslaken vreug
devuren.
Wij hebben echter niel te maken met hei
geen in Holland gebeurde. Van.den 8slen
Juni, toen de eerste tijding kwam van de
volslagen nederlaag der Hollanders en d*
verwoesting van de helft hunner schepen,
tot den 20slen. die als een dag van dankzeg*
ging voor die groote overwinning was vastge
steld, waren er in Londen groote feesten, die
hun toppunt bereikten le Whitehall op den
16den, om den Hertog van York als overwin-i
naar te verwelkomen, die zooals Pepys
ons vertelt van zee terugkeerde dik en
verbrand en stevig, omdat hij steeds in de
zon was geweest. En het was goed of mis
schien ook niet dat er zooveel opwinding
was. om de gedachten van het volk af te lei
den van hetgeen in hun midden gebeurde,
om hen blind le maken voor de verbreiding
van de pest, die hoewel langzaam, toch ge
stadig voortging, een vijand, die zou blijk-n
minder makkelijk verslagen te worden dan
de Hollanders.
Na de woeste openbare feestelijkheden op
den 20slen. scheen het volk plotseling tot het
besef te komen van zijn gevaar. Hel i9 mo
gelijk. dat hel gevoel van gevaar en schrik
zijn oorsprong in Whitehall had, dat nu met
snelheid minder bevolkt werd.
{Wordt vervolgd},