EERSTE KAMER._
TWEEDE KAMER.
met de subsidieering ran een beperkt aan
tal nieuwe lagere landbouwscholen.
De minister is bereid met zijn ambtge
noot van Financiën overleg te plegen of
aan den wensch om op de volgende Staats
begTooting meer gelden uit te trekken voor
de stichting van boerderijen op nieuwe
gronden, kan worden voldaan.
CHRISTELIJK-HISTORISCHE UNIE.
Algemeene Vergadering.
De Chnstelijk-Historische Unie heeft te
Amsterdam haar algemeene vergadering ge
houden onder leiding van mr. J. Schokking.
In zijn openingsrede herdacht spr. vele
trouwe vrienden der Unie, die in den loop
van het jaar zijn heengegaan. Voorts herin
nerde hij aan het bereiken van den 70-jari-
gen leeltijd door dr. De Visser en de mooie
huldiging hem op dezen feestdag gebracht.
Voorts vestigde de voorzitter de aandacht
op de pogingen gedaan om bij de rijpere
jeugd in de Christelijk Historische kringen
ook politieke belangstelling te wekken.
In onze kringen aldus ging spr. verder
zijn nog te veel sluimerende krachten,
die mede vooraan in de strijdende gelederen
behoorden. In een tijd als de onze waarin
alles wordt losgerukt, heeft ons volksbestaan
meer dan ooit behoeften. Spr. hoopte, dat
de taak beseft moge worden in de kringen
buiten de Unie, die toch wel in geestver
wantschap met haar leven.
Spr. doet een ernstig beroep op allen om
le geraken tot hooger belangstelling in de
politiek.
Steeds sterker wordt de tendenz om alles
aan den staat ondergeschikt te maken-, daar
bij maakt de huidige verwarring der denk
beelden de grondslagen van den rijkdom van
ons volksleven zoo onvast. Hierd ior wordt
het dubbel gevaarlijk, dat de staat zich van
de behartiging der belangen waarop spr. zoo
juist doelde meester maakt, omdat de staat
geen anderen regel heeft dan wat de machts
hebbers van het oogenblik als het algemeen
belang zien.
De vraag van de partijgroepeering behan
delend, zegt spr., dat, al zijn er meermalen
meeningsverschillen tuss. hen leden van een
zelfde groep, toch zij dwalen die in een al
gemeene principieele beschouwing van het
staatsleven geen waarde zien.
In het vervolg zijner rede drong spr. er
op aan, dat men de beteekenis van de a.s.
verkiezingen voor provinciale staten en ge
meenteraden, hoe zeer die voor de Staten-
Generaal belangrijker zijn, niet onderschatte.
Ten aanzien van de vraag of een kabinet
gelijk wij thans hebben, niet steunend op een
meerderheid in het parlement een essentieel
element van het parlementaire stelsel is, is
spr. geneigd zich aan te sluiten bij de mee
ning, door mr. van Schaick hierover gege
ven bij de behandeling der Staatsbegrooting
in de Tweede Kamer. Evenmin als deze zou
hij echter willen betoogen, dat niet naar het
optreden van een zoodanig kabinet gestreefd
zou worden, doch daarbij ga het langs na
tuurlijken weg, geschiedde het in goed ver
trouwen dat het een meerderheid r.ij, die ook
in verband met de verhoudingen van het
oogenblik den meesten waarborg biedt voor
een krachtig bewind en om vruchtbaren ar
beid gaat.
De Christelijk-Historischen zullen zich
evenmin als vroeger aan de verantwoorde
lijkheid voor de deelneming aan den steun
van een zoodanig te vormen kabinet ont
trekken, wanneer daartoe op hen een be
roep wordt gedaan.
Een van de dingen welke onze tijd voor
alles noodig heeft is dat de verantwoorde
lijkheid kan worde thuis gebracht waar ze
behoort. Dit geldt ook cn niet het minst voor
de politiek.
Na goedkeuring van de rekening en ver
antwoording van den penningmeester is een
huishoudelijke bijeenkomst gehouden. Na de
pauze waren verschillende door afdeelingen
ingediende voorstellen aan de orde.
De aftredende leden van het hoofdbestuur
de heeren J. R. Snoeck Henkemans, H. W.
Tilanus en dr. J. Th. de Visser, zijn bij accla
matie herkozen.
Daarna was aan de orde de bespreking
van het onderwerp: Indië en Nederland, het
welk dr. C. W. Th. baron van Boetzelaer van
Dubbeldam, lid van de Tweede Kamer, heeft
ingeleid.
Na gedachtenwisseling werd de vergade
ring gesloten.
HOLLANDSCH BLOEMBOLLENKWEEKERS
GENOOTSCHAP.
De jaarvergadering te Haarlem.
Het H. B. G. heeft te Haarlem haar 42ste
algemeene vergadering gehouden. De voor
zitter, de heer S. Schoneveld, opende de ver
gadering en memoreerde het verloop van za
ken in hel algemeen en die van 't Genoot
schap in het bijzonder, in het afgeloopen
jaar. Op de eerste plaats was zijn woord ge
wijd aan de nagedachtenis van de door
overlijden ontvallen leden, die zich allen
verdienstelijk maakten voor het Genoot
schap. Verder wijst hij op de inzinking van
de prijzen der darwin-tulpen wat gelukkig
niet is tengevolge van mindere vraag en af
name in het buitenland, doch van een te
groote kweeklust. Hij betreurt het mislukken
van een poging van de vereeniging „De
Tulp" om dezen toestand te verbeteren. Aan
eemge groote kweekers, die nadien wederom
trachtten verbetering te brengen,, mocht dit
ook niet gelukken tengevolge van te weinig
medewerking in een bepaald district. De sa
menwerking met andere organisaties op het
gebied van bloembollenteelt kenmerkte zich
in 1926 als een goede, welke tot aller wel
vaart kan strekken. Hij spraak een woord
van waardeering en hoogachting aan het
adres van prof. Van Slogteren voor diens
werk en hoopte dat het hem gegeven mocht
zijn op den ingeslagen weg voort te gaan en
het succes te bereiken, en dankte hem voor
zijne werkzaamheden, ten opzichte van het
bluembollenvak verricht. Hij sprak een
woord van waardeering voor de vakgenooten
te Sassenheim en te Oegstgeest die door ten
toonstellingen het mooie van hel vak laten
zien. Een klacht moes! hem nog van het
hart omtrent enkele leden, die nog niet vol
deden aan de verplichting van het „Twee
cent per Roe Fonds". Hij sprak een vriende
lijk uitnoodigend, doch tegelijk een waar
schuwend woord tot diegenen, die nog in ge
breke zijn gebleven.
De notulen van de vorige algemeene ver
gadering werden onveranderd goedgekeurd.
Hierna volgde oproeping van afgevaardigden
en mededeeling van de stemlijst waaruit
blijkt, dat 21 afdeelingen vertegenwoordigd
waren te zamen uitbrengende 235 stemmen
drie afdeelingen waren niet vertegenwoor
digd.
Uit het jaarverslag van den secretaris-
administrateur bleek, dat het ledental in
1926 met 10 was vooruitgegaan, het be
draagt thans 1011 leden. In de functie's in
het hoofdbestuur en directie was geen ver
andering gekomen. Er zijn gehouden: 2
hoofdbestuursvergaderingen, 1 algemeene
vergadering en 1 prijsrannng. Het Kweekers
blad, orgaan van het Hollandsch Bloerabol-
leên Kweekers Genootschap, is regelmatig
uitgekomen met in totaal 235 pagina's tekst.
Te Noord wijk en te Hillegom werden
bloembollenbeurzen gehouden en le Lisse
en Poeldijk werden veilingen gehouden onder
reglement van het H. B. G.
Van het informatie-bureau en schuld
register werd weinig gebruik gemaakt. Het
Genootschap is toegetreden tol het Centraal
Bloembollen Comité en steeds op de vergade
ringen vertegenwoordigd geweest. Het Ge
nootschap verleende zijn medewerking aan
het „Twee cent per Roe Fonds". De toestand
der geldmiddelen van het Genootschap is
niet slecht te noemen, integendeel de balans
sluit met een batig saldo van f 825.18 met
een ontvangst en uitgaaf van f 11.296.17.
Door de voorzitter van de afdeeling Uitgeest
werd rapport uitgebracht namens de com
missie belast met het nazien der boeken en
bescheiden van den penningmeester over
1926 en stelde de algemeene vergadering
voor den secretaris-administrateur te déchar-
geeren voor het gehouden beheer. De reke
ning werd hierop goedgekeurd.
De voorzitter wordt met algemeene slem-
men herkozen. De heer Jos. M. J. Braam
feliciteerde den voorzitter maar ook het Ge
nootschap met deze benoeming. Het is niet
zoo gemakkelijk geschikte personen te vin
den voor dergelijke functies. In den heer
Schoneveld heeft het Genootschap iemand
gevonden, die met ambitie deze zaak ver
vulde. (Applaus).
De statutenwijziging in hoofdzaak ten doel
hebbende de verandering in het hoofdbe
stuur, uitbreiding van het aantal leden en
benoeming van de voorzitters der afdeelin
gen tot lid van het hoofdbestuur werd na
breedvoerige discussies uitgesteld tot een
volgende vergadering. De afdeeling Heem
slede diende een voorstel in tot verandering
van de verkiezing van het hoofdbestuur dat
naar de meening van de afgevaardigden
allen steun vrrdiende. maar waarvoor zij
niet mochten stemmen, omdat in de afdee
lingen er niet over is beraadslaagd en hun
mandaat zoover niet reikte. Om aan deze
bezwaren tegemoet te komen is de behande
ling verdaagd.
Bij de rondvraag werd door de afdeeling
Beverwijk en Omstreken lof gebracht voor de
wijze waarop het vakblad de leden op de
hoogte stelde van de gebeurlenissen die in
het belang van den handel en de kweekerij
zijn.
De afdeeling Haarlem betreurt het, dat de
vereeniging „De Tulp" niet is doorgegaan
met haar pogen om al te groote uitbreiding
van de teelt van Darwintulpen tegen te gaan
en zou gaarne zien. dat deze aangelegenheid
door het Genootschap ter hand werd geno
men. De afdeeling Heemstede hamert op het
aanbeeld „Weg met den zomertijd". Deze
regeling mag goed wezen voor de steden,
doch de landelijke bevolking is er tegenstan
der van, omdat die schade ondervindt in het
bedrijf.
De afdeeling Hillegom informeert naar
den stand van het „Twee cent per Roe
Fonds" en of de deelname wel algemeen is,
dit wordt bevestigend beantwoord.
De afdeeling Poeldijk en O. zag gaarne een
discussie over het al dan niet in het belang
zijn van het vak. dat er nu al voorveilingen
gehouden worden. De vergadering meende
daarover niet te kunnen oordeelen.
Poeldijk's afdeeling vond dat de maten
waarop verkocht werd te groot waren om
verzekerd te kunnen zijn, die te kunnen
leveren.
Heemstede vond geen verkeerds in die vel
lingen, omdat men daardoor zien kan in
welke richting de handel zich beweegt.
Nog enkele huishoudelijke zaken werden
besproken, waarna de voorzilter onder dank
voor de aangename discussiën de vergade
ring sloot.
UIT HET SLAGERSBEDRIJF.
Geen landelijke overeenkomst.
Tusschen de vertegenwoordigers van de
slagersgezellenorganisaties en de werkge
versbonden in het slagersbedrijf hebben be
sprekingen plaats gevonden over een ont-
werp-contract, dat voor het geheele land
zou gelden. Het bleek de commissie van
overleg, die voor deze besprekingen ge
vormd was. niet mogelijk, iets te bereiken
en het overleg werd in de laatste vergade
ring der commissie opgeheven, meldt het
„Volk".
Er werd echter overeengekomen, dat de
commissie van overleg steun zal verleenen
aan de pogingen der gezellenorganisaties
om, op grond van het ontwerp-contract,
plaatselijk tot overeenstemming te geraken.
R.-K. CENTRALE VAN BURGERLIJK
OVERHEIDSPERSONEEL.
De motie-Bulten.
Zaterdag 5 Maart vergaderde te Amster
dam de R.-K. Centrale van Burgerlijk Over
heidspersoneel.
Hoofdzaak der besprekingen was, wat er
gedaan zou kunnen worden om de uitvoe
ring der motie-Bulten te bevorderen. Er
werd besloten een onderhoud met de R.-K.
Kamerclub aan te vragen, om daarna te
beslissen omtrent de verdere actie, o.a. of
er een congres zal gehouden worden.
GEEN OVEREENSTEMMING IN HET
VEENBEDRIJF.
Gistermiddag werd te Nieuw-Amsterdam
een conferentie gehouden tusschen werkge
vers- en werknemers-organisaties in het
grootste yeenbedrijf in Zuid-Oost Drente,
namelijk Barger-Oosterveen. Vertegenwoor
digd waren alle organisaties.
De werknemersorganisatie vroeg 15 pCt.
loonsverhooging van het loon van 1926, de
werkgeversorganisatie echter bood 5 pCt.
aan. Het resultaat is dat de partijen niet
tot overeenstemming kwamen, zoodat ge
vreesd wordt, dat de veencampagne tegen
einde Maart niet zal kunnen beginnen.
De audiëntie van den Minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen zal
Maandag niet plaats hebben.
RECLAME.
Iedere moeder dient Foster's Zalf voor
radig te houden, want kinderen lijden vaak
aan jeukende huidroos, uitslag, schavingen
of puistjes. Foster's Zalf is zeer heilzaam
voor dergelijke kwalen, en wordt ook aan
bevolen tegen ringworm, insectenbeten,
psoriasis en eczeem.
Foster's Zalf is alom verkrijgbaar f 1.75
per doos, f 1.per tube. 9137
HET NEDERLANDSCH—BELGISCH
VERDRAG.
(Vervolg van gisteren).
Na de pauze zijn rede voortzettend, ont
kent de heer POLAK met de meeste beslist
heid, dat het verzet tegen dit verdrag zou
zijn uitgegaan van de Rotterdamsche ha
venkapitalisten. Verwerping van het ver
drag is geen kapitalistisch en allerminst
een plaatselijk Kapitalistisch, maar in de
eerste plaats een nationaal belang Doch
zelfs al had spr. de keus tusschen de belan
gen der Rotterdamsche en der Anlwerpsche
havenkapilatislen dan zou hij nog voor de
eerste groep partij kiezen, niet in haar be
lang. maar in dat van de tienduizenden, die
in de Rotterdamsche haven hun bestaan
vinden. Doch, zooals spr. zeide, van een
plaatselijk belang is geen sprake.
Als spr. denkt wat gebeuren kan en zal
als dit verdrag wordt goedgekeurd, dan hui
vert hij op zijn beurt. De arbeiders zullen,
wanneer hurr bestaan hier vervalt, niet
naar het buitenland kunnen gaan; daarvan
behoeft men zich geen illusie le maken.
Bijna overal in het buitenland heeft men
Nederlandsche werkkrachten ontslagen. Dit
is het internationalisme dat men tegenover
ons in practijk brengt.
België is er veel beter aan toe dan wij;
België heeft een bloeiende nijverheid en
bijna geen werkloosheid.
In ons land is van industrieelen bloei
geen sprake. Nog in 1926 had Antwerpen
1.2 millioen ton scheepvaart meer dan Rot
terdam. De Minister heeft het voorgesteld
alsof de trits AntwerpenRotterdamAm
sterdam een soort belangengemeenschap
vormt. Antwerpen heeft echter heel andere
belangen dan Amsterdam en Rotterdam.
Alleen zal het Moerdijkkanaal Antwerpen
het grootste deel van het Rijnverkeer toe-
wijzen, waardoor onze havens zulien wor-
den drooggelegd. Antwerpen is een Schelde-
haven en heeft zijn achterland in Noord- en
Oost-Frankrijk, Elzas-Lotharingen en Zwit
serland; Rotterdam is alleen een Rijnha
ven Waarom moet dit eene voordeel nog
worden afgegeven aan een concurrent? Dat
zou een roekelooze dwaasheid in plaats
van internationalisme zijn. België is een
rijk land en behoeft geen steun.
Als er in deze Kamer genoeg tegenstan
ders zijn, die de tot-stand-koming van het
verdrag weten te beletten, wat zal er dan
gebeuren? Sommigen vreezen onbekende
mogelijkheden. In het buitenland zijn hier
en daar dreigementen geuit, maar daarvoor
zal in de Kamer wel niemand wijken.
Duilschland en Oostenrijk, die bij de tot
standkoming van dit verdrag waren be
trokken, hebben nu met de zaak niets meer
te maken. Blijven over Engeland en Frank
rijk Alle recht van deze laatste landen om
zich inet deze zaak te bemoeien is echter
vervallen uit hoofde van den aard van het
verdrag zelf en van de rol, die de groote
mogendheden in 1339 hebben gespeeld. Dat
zij zich er wel mee bemoeiden in 1919 was
slechts een uiting van overwinningsroes.
Doch toen was die bemoeiing reeds onrecht
matig en op verzoek van België. De mogend
heden hebben zich reeds genoeg in voet
angels en klemmen gestoken om ook naar
deze zaak de hand uit te steken. Zij zullen
zich wachten opnieuw in te grijpen in een
kwestie die hen niet raakt. Het oude trac-
taat geeft den mogendheden geen enkel
recht daartoe.
Liever zou spr. buigen voor een geweld,
dat mei) niet weerstaan kan dan vrijwillig
aanvaarden, wat hij beschouwt als een
groot nadeel voor ons land.
Doch van dit alles zal niets komen. De
Fransch schrijvende Belgische pers zal te
gen ons te keer gaan. de leden van het
Comité de Politique Nationale zullen ont
ploffen, zwakke echo's zal men in de Fran-
sche en Engelsche pers hooren, maar ons
zal geen haar gekrenkt worden.
De voorstanders van het verdrag doen het
voorkomen, alsof de tegenstanders hun po
sitie niet zouden zien in de Volkengemeen
schap.
Van die Volkenpemeensehap Is echter
niets te bemerken. Een embryo daarvan is
nog niet eens te bespeuren. De pogingen
van den Volkenbond houden zich met eco
nomische vragen niet bezig. Europa is nog
steeds verbrokkeld en verdeeld. Ieder volk
moet doen wat het kan. om zichzelf op de
been te houden en zeker is het aan de
Eerste Kamer om ons volk te behoeden voor
de rampspoedige mogelijkheden, die dit ver-
draz met zich brengt.
De heer DE MURALT (V.-B.1 wijst op de
nauwgezette behandeling van dit verdrag in
het parlement en op het ongunstig V. V..,
dal de Eerste Kamer daarover heeft uitge
bracht Hij kan zich dan ook niet voorstel
len. dat de Kamer Ihans hel verdrag zal
aanvaarden, waar het bovendien in dp
Tweede Kamer met een zeer toevallige
kleine meerderheid is aangenomen.
Spreker heeft vooral technische bezwaren
tegen het verdrag. De technische verplich
tingen, die het verdrag regelt, zijn voor ons
onaanvaardbaar uit hoofde van de kosten
De Schelde is in geen enkel opzicht een
rivier en kan niet genormaliseerd worden,
zooals prof. Nelemans meende, tenzij met
kosten van l'/j millioen.
Spr. begrijpt ook niet, hoe de minister de
Schelde heeft kunnen vergelijken met de
Elbe en de Oder.
Van het advies van Gedep. Stalen van
Zeeland, dat spreker niet gezien heeft, kan
hij wel zeggen, dat het in den meest be
slisten zin afwijzend is. omdat hij bijna alle
leden van dat college kent. De heer De Mu-
ralt begrijpt niet. dat dit advies door den
Minister niet openbaar is gemaakt Een
goede zaak kan toch een afwijzend advies
wel verdragen. Indien andere colleges van
Ged. Staten zouden kunnen spreken, zouden
zij zich evenzeer tegen het nieuw voorge
stelde Schelde-regime verzetten.
De bekwaamste waterbouwkundigen heb
ben zich tegen dit regime verklaard. Er
komt een beheerscommissie en de Neder
landsche ingenieurs zullen aansprakelijk
zijn voor den goeden toesland op de Schelde.
En Nederland kan ook de kosten betalen.
Het is duidelijk, dat het Schelde-regime aan
leiding zal geven tot allerlei onaangenaam
heden, eerst binnenskamers, dan naar bui
ten. De parlementen en de pers zullen zich
ermee gaan bemoeien en in plaats van vrede
zal dit verdrag animositeit aanwakkeren.
Spr, werkt dit nader uit aan de hand van
verschillende voorbeelden, en komt ook op
tegen de fixeering van de baggerspecie, die
verwerkt moet worden in 20 jaar, n.l. 15
millioen kub M., dil is 2 maal meer dan de
Belgen deden in dat tijdsgewricht. Reeds de
heer Krijger wees er op in de Tweede Ka
mer, dat het baggerwerk beter in geld zou
kunnen worden gefixeerd. De minister is
echter doof voor de bezwaren.
Wat nu de kanalen betreft, er is in ons
land nooit een kanaal tot stand gekomen,
of het was te voren behoorlijk geprojec
teerd. Dit is met het Moerdijkskanaal niet
het geval. Het za! ons millioenen kosten en
er is geen enkel behoorlijk project van be
kend. Hoe staat het met den maatstaf van
belangen, volgens welken de beide landen
zullen bijdragen in de kosten? Voor wat het
Moerdijkkanaal betreft, staat er niets in het
tractaat.
Wanneer de meerderheid der Kamer zich
voor het verdrag bepaalt, zal zij ook telkens
de millioenen moeten voteeren als de Regee
ring die voor het Moerdijkkanaal aanvraagt
Het Moerdijkkanaal is door zijn capaciteit
in staat Botterdam leeg te zuigen.
Wie dit bedrag teekent, teekent een
bianco-wissel, die later zal worden inge
vuld. Wordt het aangenomen, dan kunnen
we den fieren leeuw uit ons wapen weg
halen en dien vervangen door een geit of
een lam.
De heer BLOMJOUS (R.-K.) wijst erop,
dat als het tractaat zal blijken een fout te
zijn, deze fout niet hersteld kan worden
Welke beteekenis hebben de offers, die wij
moeien brengen en zijn wij tegenover België
verplicht, feitelijk of moreel, die offers le
brengen
Deze vragen hoopt spr. te beantwoorden.
Hij behandelt eerst het afwateringsvraag-
sluk.
Door verwerping van het verdrag zal een
betere regeling van de afwatering van Bra-
brant niet worden belet. Waartoe is die per
manente commissie noodig? Zij is een blijk
van wantrouwen.
Antwerpen krijgt door het verdrag em-
barras du choix om met de grootste schepen
dooi Nederland naar den Rijn te varen. In
zake het nieuwe Schelderegime staat spr.
dichter bjj den minister. Het belang van
Antwerpen eischt, dat de vaargeul in de
Schelde dieper wordt. Maar de verplichtin
gen, die het verdrag aan Nederland te dien
opzichte oplegt, zijn wel zeer zwaar cn voor
een deel onvervulbaar. De verplichtingen
zijn niet te overzien. De bevoegdheid om
desnoods dijken te doen verleggen en door
snijden legt een servituut op Zeeland en
maakt inbreuk op onze rechten. Het ver
bod van aanhouding van in doorvaart zijnde
schepen, beteekent een aanslag van onze
souvereiniteit.
De beloodsing is ook geheel ten gunste
van België geregeld. De beide voorgestelde
kanalen leggen op Noord-Brabant en Lim
burg een servituut ten gunste van België.
Daarbt komt, dat alle heffingen op die
kanalen achterwege moeten blijven. Over de
kosten zullen de beide landen zich nader
moeten verstaan. Dit zal een bron zijn voor
conflicten. Waar deze kanalen worden aan
gelegd ten gunste van België, dienden alle
kosten op België te zijn gelegd. Doch aan
genomen, dat ook ons economisch belang
er mee gemoeid is, had men dan de kosten
berekening niet in percenten kunnen vast
leggen? Alvorens een dergelijke concessie
te doen, zouden toch eerst de economische
gevolgen daarvan dienen te worden onder
zocht.
Antwerpen is een haven, bij nitstek ge
zocht door schepen met stukgoed. De haven
behoeft op Rotterdam inderdaad niet af
gunstig te zijn, want het stukgoed geeft aan
de haven meer voordeel dan het massaal
vervoer van Rotterdam.
Het is dwaasheid te veronderstellen, dat
do Belgische en Noord-Fransehe exporteurs
hun stukgoederen door het Moerdijtkanaal
naar Rotterdam zullen zenden. Geen kist
en geen mand zal er te Rotterdam komen.
Rctierdam daarentegen zal een gedeelte van
zijn Rijnvervoer aan Antwerpen moeten af
staan.
Economisch noch politiek brengt het ver
drag eenige toenadering tusschen beide lan
den In den oorlog is ons land een toe
vluchtsoord geweest, speciaal voor het Bel
gische volk. Wij kunnen dus aanspraak
maken op erkentelijkheid. In plaats daarvan
is het Belgische annexionisme opgestaan.
W(j kunnen echter rechtens en naar billijk
heid niet gedwongen worden tot wijziging
van het verdrag van 1839. Want dit verdrag
is niets anders dan een nitwas van het
Belgische annexionisme. Zonder dat die
eischen waren gesteld, zou een Minister van
Buitenlandsche Zaken nooit gekomen zijn tot
de onderteekening van het verdrag.
Laat België en Nederland opnieuw aan de
conferentietafel plaats nemen met smj«
gedachten dan in 1924.
De heer VAN DER HOEVEN (C.-H)
toogt, dat, wil een verdrag als dit wordj
aangenomen, het moet leven in het recbi
gevoel en de sympathie van het Nederlan,
sche volk en het moet in de Tweede Kami
met groote meerderheid zijn aangenom»;
De stemming in de Tweede Kamer gaf ti
gevoelen van ons volk veel te onzuip
weer. Ware de verhouding geweest 70iL_
dan zou spreker geneigd zijn vóór te eten
men. Dit verdrag is veel belangrijker da
menige grondwetswijziging, die ook niet
stand kan komen met een luttele stemme;
meerderheid. Sprekers geweten zegt da
ook, dat hij tegen moet stemmen. EeD re;
drag, dat niet samenbindt, maar afstoe
mag hij niet bevorderen.
Daar zijn allereerst zijn bezwaren tege
de kanalen en tegen de opheffing van h(
verbod voor Antwerpen om oorlogshavea
zijn.
Een oorlogshaven zonder schepen U
een schaapskooi zonder lammeren.
Dan zijn er de economische bezwars
Het is niet te doen om rijkdom, maar
armoede te voorkomen.
De vergadering wordt verdaagd
Donderdag 11 uur.
(Zitting van gisteren).
REGELING VAN WERKZAAMHEDEN.
De VOORZITTER stelt voor aan de age
da toe te voegen het ontwerp tot wijzigio
en aanvulling van eenige bepalingen belrel
fende de Kamers van Koophandel en d
Naamlooze Vennootschappen
KLEINE ONTWERPEN.
Een reeks kleine wetsontwerpen en con
clusies worden afgedaan.
UITKEERING
MOBILISATIE-SLACHTOFFERS.
Aangezien de minister niet aanwezig
wordt de vergadering voor een kwartier
schorst.
Na heropening der zitting zegt de bi
OUD (V.D.) te behooren tot de velen,
door dit wetsontwerp zijn teleurgesteld
wel, omdat dit ontwerp te eenenmale
kent. de beteekenis van de motie-Ter
Wanneer dit wetsontwerp wordt aangenc
men, zal er practisch voor de mobilisatif
slachtoffers niets veranderen. Ook volger
het ontwerp zal de toestand elk jaar opnieui
moeten worden beoordeeld,
Spr. doet mededeeling van een geval va
een gepensionneerd marineman, die
maandelijksch bedrag van f 16 ontving u
de stichting voor oud-gepensionneerden. Di
heeft den man echter niet geholpen, omda
hij gelijkertijd van het Burgerlijk Armbesluu
een ondersteuning kreeg, waardoor zij
pensioen met f 4 per week werd verminden
Men blijft de uitkeeringen ais een guns
beschouwen, doch men dient niet te verge
ten. dat de slachtoffers, waarover het than
gaat, verplicht zijn geworden onder d
wapenen te komen en dat de kwaal, waar
mede zij behept zijn, een gevolg is van di
verblijf onder de wapenen.
Spr. acht het onbillijk, dat thans na zoo
veel jaren aan de betrokkenen de bewijslas
is opgelegd, dat zij door den dienst gebrek
kig zijn geworden. Aan den geneeskundige!
Dienst diende het tegendeel te worden opge
dragen, n.l. dat het gebrek niet een gevo.
is van het verblijf onder de wapenen.
Spr. wenscht, dat aan de motie-Ter Las'
uitvoering worde gegeven op de wijze, zoo
als de Kamer bij het aannemen der moo
bedoeld heeft.
Bij spr. staat voorop, dat aan de sli
offers moet worden gegeven een recht,
dat de hoe grootheid van een uilkeering i
door den minister moet worden bepaald, do.
dat de bedragen die aanzienlijk grooter roe
ten zijn dan de minister thans wil, i°
wet moeten worden opgenomen.
Verder moet voor de betrokkenen bei
openstaan naar aanleiding van een genoi
besluit en daarvoor zouden het best kunne
worden aangewezen de Raden van Beroe!
en de Centrale Raad van Beroep voor
Ongevallenverzekering.
De minister beroept zich op de hoog
kosten, doch spr. is van meening, dat n
hier betreft crisiuitgaven, doch wannee
men ziet, wat reeds aan crisismaatregelen i
uitgegeven, dan kunnen deze uitgaven e
nog wel bij.
Spr. dient een motie in, waarbij de Karoei
als haar oordeel uitspreekt, dal het aanhan-j
gige wetsontwerp geen rekening houdt tne
de door de Kamer aangenomen motie-te
Laan en waarbij de Regeering wordt uit?e'
noodigd onafhankelijk van de aannemw
van dit ontwerp een andere wettelijke rege
ling voor te bereiden op zoodanigen gron®
slag, dat aan de mobilisatie-slachtoftei
rechtsaanspraken worden gegeven op oe j
uitkeering, waarvan de normen bij de w
worden geregeld. J
De heer K. TER LAAN (S.D.) sluit
bij den heer Oud aaii en gaat na hoe be
met de mobilisatieslachtoffers is gegaan'
Aanvankelijk werd voor hen niets gedaan
ook niet na de aanneming van een
motie I
Staalman. Totdat de Kamer een voorSf3|
van spr. aannam, om in de begrooting e I
post van 1 millioen op te nemen voor.
mobilisatieslachtoffers. Eerst toen té I
Departement beginnen met uitvoering
geven aan de motie-taalman. Maar I
Reeds het eerste jaar hield men ovef I
elk jaar daarop werd weer minder ui i
trokken. uu|p I
Gelukkig ia thans, mede met de l
van dezen Minister, het bedrag weer.
hoogd, dooh ook Minister Lambooy I
het niet verder kunnen brengen I
fooi, een aalmoes. Ook de oD 8j- J
wettelijke regeling is van de regeen
gedwongen.
Immers eerst zou de Kamer een
moti* j
van spr moeten aannemen D°cb Wlrejj0g f I
ben we thans voor een wettelijke ret,
De heer Oud heeft reeds Seze!r^|