EERSTE KAMER._ TWEEDE KAMER. met de subsidieering ran een beperkt aan tal nieuwe lagere landbouwscholen. De minister is bereid met zijn ambtge noot van Financiën overleg te plegen of aan den wensch om op de volgende Staats begTooting meer gelden uit te trekken voor de stichting van boerderijen op nieuwe gronden, kan worden voldaan. CHRISTELIJK-HISTORISCHE UNIE. Algemeene Vergadering. De Chnstelijk-Historische Unie heeft te Amsterdam haar algemeene vergadering ge houden onder leiding van mr. J. Schokking. In zijn openingsrede herdacht spr. vele trouwe vrienden der Unie, die in den loop van het jaar zijn heengegaan. Voorts herin nerde hij aan het bereiken van den 70-jari- gen leeltijd door dr. De Visser en de mooie huldiging hem op dezen feestdag gebracht. Voorts vestigde de voorzitter de aandacht op de pogingen gedaan om bij de rijpere jeugd in de Christelijk Historische kringen ook politieke belangstelling te wekken. In onze kringen aldus ging spr. verder zijn nog te veel sluimerende krachten, die mede vooraan in de strijdende gelederen behoorden. In een tijd als de onze waarin alles wordt losgerukt, heeft ons volksbestaan meer dan ooit behoeften. Spr. hoopte, dat de taak beseft moge worden in de kringen buiten de Unie, die toch wel in geestver wantschap met haar leven. Spr. doet een ernstig beroep op allen om le geraken tot hooger belangstelling in de politiek. Steeds sterker wordt de tendenz om alles aan den staat ondergeschikt te maken-, daar bij maakt de huidige verwarring der denk beelden de grondslagen van den rijkdom van ons volksleven zoo onvast. Hierd ior wordt het dubbel gevaarlijk, dat de staat zich van de behartiging der belangen waarop spr. zoo juist doelde meester maakt, omdat de staat geen anderen regel heeft dan wat de machts hebbers van het oogenblik als het algemeen belang zien. De vraag van de partijgroepeering behan delend, zegt spr., dat, al zijn er meermalen meeningsverschillen tuss. hen leden van een zelfde groep, toch zij dwalen die in een al gemeene principieele beschouwing van het staatsleven geen waarde zien. In het vervolg zijner rede drong spr. er op aan, dat men de beteekenis van de a.s. verkiezingen voor provinciale staten en ge meenteraden, hoe zeer die voor de Staten- Generaal belangrijker zijn, niet onderschatte. Ten aanzien van de vraag of een kabinet gelijk wij thans hebben, niet steunend op een meerderheid in het parlement een essentieel element van het parlementaire stelsel is, is spr. geneigd zich aan te sluiten bij de mee ning, door mr. van Schaick hierover gege ven bij de behandeling der Staatsbegrooting in de Tweede Kamer. Evenmin als deze zou hij echter willen betoogen, dat niet naar het optreden van een zoodanig kabinet gestreefd zou worden, doch daarbij ga het langs na tuurlijken weg, geschiedde het in goed ver trouwen dat het een meerderheid r.ij, die ook in verband met de verhoudingen van het oogenblik den meesten waarborg biedt voor een krachtig bewind en om vruchtbaren ar beid gaat. De Christelijk-Historischen zullen zich evenmin als vroeger aan de verantwoorde lijkheid voor de deelneming aan den steun van een zoodanig te vormen kabinet ont trekken, wanneer daartoe op hen een be roep wordt gedaan. Een van de dingen welke onze tijd voor alles noodig heeft is dat de verantwoorde lijkheid kan worde thuis gebracht waar ze behoort. Dit geldt ook cn niet het minst voor de politiek. Na goedkeuring van de rekening en ver antwoording van den penningmeester is een huishoudelijke bijeenkomst gehouden. Na de pauze waren verschillende door afdeelingen ingediende voorstellen aan de orde. De aftredende leden van het hoofdbestuur de heeren J. R. Snoeck Henkemans, H. W. Tilanus en dr. J. Th. de Visser, zijn bij accla matie herkozen. Daarna was aan de orde de bespreking van het onderwerp: Indië en Nederland, het welk dr. C. W. Th. baron van Boetzelaer van Dubbeldam, lid van de Tweede Kamer, heeft ingeleid. Na gedachtenwisseling werd de vergade ring gesloten. HOLLANDSCH BLOEMBOLLENKWEEKERS GENOOTSCHAP. De jaarvergadering te Haarlem. Het H. B. G. heeft te Haarlem haar 42ste algemeene vergadering gehouden. De voor zitter, de heer S. Schoneveld, opende de ver gadering en memoreerde het verloop van za ken in hel algemeen en die van 't Genoot schap in het bijzonder, in het afgeloopen jaar. Op de eerste plaats was zijn woord ge wijd aan de nagedachtenis van de door overlijden ontvallen leden, die zich allen verdienstelijk maakten voor het Genoot schap. Verder wijst hij op de inzinking van de prijzen der darwin-tulpen wat gelukkig niet is tengevolge van mindere vraag en af name in het buitenland, doch van een te groote kweeklust. Hij betreurt het mislukken van een poging van de vereeniging „De Tulp" om dezen toestand te verbeteren. Aan eemge groote kweekers, die nadien wederom trachtten verbetering te brengen,, mocht dit ook niet gelukken tengevolge van te weinig medewerking in een bepaald district. De sa menwerking met andere organisaties op het gebied van bloembollenteelt kenmerkte zich in 1926 als een goede, welke tot aller wel vaart kan strekken. Hij spraak een woord van waardeering en hoogachting aan het adres van prof. Van Slogteren voor diens werk en hoopte dat het hem gegeven mocht zijn op den ingeslagen weg voort te gaan en het succes te bereiken, en dankte hem voor zijne werkzaamheden, ten opzichte van het bluembollenvak verricht. Hij sprak een woord van waardeering voor de vakgenooten te Sassenheim en te Oegstgeest die door ten toonstellingen het mooie van hel vak laten zien. Een klacht moes! hem nog van het hart omtrent enkele leden, die nog niet vol deden aan de verplichting van het „Twee cent per Roe Fonds". Hij sprak een vriende lijk uitnoodigend, doch tegelijk een waar schuwend woord tot diegenen, die nog in ge breke zijn gebleven. De notulen van de vorige algemeene ver gadering werden onveranderd goedgekeurd. Hierna volgde oproeping van afgevaardigden en mededeeling van de stemlijst waaruit blijkt, dat 21 afdeelingen vertegenwoordigd waren te zamen uitbrengende 235 stemmen drie afdeelingen waren niet vertegenwoor digd. Uit het jaarverslag van den secretaris- administrateur bleek, dat het ledental in 1926 met 10 was vooruitgegaan, het be draagt thans 1011 leden. In de functie's in het hoofdbestuur en directie was geen ver andering gekomen. Er zijn gehouden: 2 hoofdbestuursvergaderingen, 1 algemeene vergadering en 1 prijsrannng. Het Kweekers blad, orgaan van het Hollandsch Bloerabol- leên Kweekers Genootschap, is regelmatig uitgekomen met in totaal 235 pagina's tekst. Te Noord wijk en te Hillegom werden bloembollenbeurzen gehouden en le Lisse en Poeldijk werden veilingen gehouden onder reglement van het H. B. G. Van het informatie-bureau en schuld register werd weinig gebruik gemaakt. Het Genootschap is toegetreden tol het Centraal Bloembollen Comité en steeds op de vergade ringen vertegenwoordigd geweest. Het Ge nootschap verleende zijn medewerking aan het „Twee cent per Roe Fonds". De toestand der geldmiddelen van het Genootschap is niet slecht te noemen, integendeel de balans sluit met een batig saldo van f 825.18 met een ontvangst en uitgaaf van f 11.296.17. Door de voorzitter van de afdeeling Uitgeest werd rapport uitgebracht namens de com missie belast met het nazien der boeken en bescheiden van den penningmeester over 1926 en stelde de algemeene vergadering voor den secretaris-administrateur te déchar- geeren voor het gehouden beheer. De reke ning werd hierop goedgekeurd. De voorzitter wordt met algemeene slem- men herkozen. De heer Jos. M. J. Braam feliciteerde den voorzitter maar ook het Ge nootschap met deze benoeming. Het is niet zoo gemakkelijk geschikte personen te vin den voor dergelijke functies. In den heer Schoneveld heeft het Genootschap iemand gevonden, die met ambitie deze zaak ver vulde. (Applaus). De statutenwijziging in hoofdzaak ten doel hebbende de verandering in het hoofdbe stuur, uitbreiding van het aantal leden en benoeming van de voorzitters der afdeelin gen tot lid van het hoofdbestuur werd na breedvoerige discussies uitgesteld tot een volgende vergadering. De afdeeling Heem slede diende een voorstel in tot verandering van de verkiezing van het hoofdbestuur dat naar de meening van de afgevaardigden allen steun vrrdiende. maar waarvoor zij niet mochten stemmen, omdat in de afdee lingen er niet over is beraadslaagd en hun mandaat zoover niet reikte. Om aan deze bezwaren tegemoet te komen is de behande ling verdaagd. Bij de rondvraag werd door de afdeeling Beverwijk en Omstreken lof gebracht voor de wijze waarop het vakblad de leden op de hoogte stelde van de gebeurlenissen die in het belang van den handel en de kweekerij zijn. De afdeeling Haarlem betreurt het, dat de vereeniging „De Tulp" niet is doorgegaan met haar pogen om al te groote uitbreiding van de teelt van Darwintulpen tegen te gaan en zou gaarne zien. dat deze aangelegenheid door het Genootschap ter hand werd geno men. De afdeeling Heemstede hamert op het aanbeeld „Weg met den zomertijd". Deze regeling mag goed wezen voor de steden, doch de landelijke bevolking is er tegenstan der van, omdat die schade ondervindt in het bedrijf. De afdeeling Hillegom informeert naar den stand van het „Twee cent per Roe Fonds" en of de deelname wel algemeen is, dit wordt bevestigend beantwoord. De afdeeling Poeldijk en O. zag gaarne een discussie over het al dan niet in het belang zijn van het vak. dat er nu al voorveilingen gehouden worden. De vergadering meende daarover niet te kunnen oordeelen. Poeldijk's afdeeling vond dat de maten waarop verkocht werd te groot waren om verzekerd te kunnen zijn, die te kunnen leveren. Heemstede vond geen verkeerds in die vel lingen, omdat men daardoor zien kan in welke richting de handel zich beweegt. Nog enkele huishoudelijke zaken werden besproken, waarna de voorzilter onder dank voor de aangename discussiën de vergade ring sloot. UIT HET SLAGERSBEDRIJF. Geen landelijke overeenkomst. Tusschen de vertegenwoordigers van de slagersgezellenorganisaties en de werkge versbonden in het slagersbedrijf hebben be sprekingen plaats gevonden over een ont- werp-contract, dat voor het geheele land zou gelden. Het bleek de commissie van overleg, die voor deze besprekingen ge vormd was. niet mogelijk, iets te bereiken en het overleg werd in de laatste vergade ring der commissie opgeheven, meldt het „Volk". Er werd echter overeengekomen, dat de commissie van overleg steun zal verleenen aan de pogingen der gezellenorganisaties om, op grond van het ontwerp-contract, plaatselijk tot overeenstemming te geraken. R.-K. CENTRALE VAN BURGERLIJK OVERHEIDSPERSONEEL. De motie-Bulten. Zaterdag 5 Maart vergaderde te Amster dam de R.-K. Centrale van Burgerlijk Over heidspersoneel. Hoofdzaak der besprekingen was, wat er gedaan zou kunnen worden om de uitvoe ring der motie-Bulten te bevorderen. Er werd besloten een onderhoud met de R.-K. Kamerclub aan te vragen, om daarna te beslissen omtrent de verdere actie, o.a. of er een congres zal gehouden worden. GEEN OVEREENSTEMMING IN HET VEENBEDRIJF. Gistermiddag werd te Nieuw-Amsterdam een conferentie gehouden tusschen werkge vers- en werknemers-organisaties in het grootste yeenbedrijf in Zuid-Oost Drente, namelijk Barger-Oosterveen. Vertegenwoor digd waren alle organisaties. De werknemersorganisatie vroeg 15 pCt. loonsverhooging van het loon van 1926, de werkgeversorganisatie echter bood 5 pCt. aan. Het resultaat is dat de partijen niet tot overeenstemming kwamen, zoodat ge vreesd wordt, dat de veencampagne tegen einde Maart niet zal kunnen beginnen. De audiëntie van den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen zal Maandag niet plaats hebben. RECLAME. Iedere moeder dient Foster's Zalf voor radig te houden, want kinderen lijden vaak aan jeukende huidroos, uitslag, schavingen of puistjes. Foster's Zalf is zeer heilzaam voor dergelijke kwalen, en wordt ook aan bevolen tegen ringworm, insectenbeten, psoriasis en eczeem. Foster's Zalf is alom verkrijgbaar f 1.75 per doos, f 1.per tube. 9137 HET NEDERLANDSCH—BELGISCH VERDRAG. (Vervolg van gisteren). Na de pauze zijn rede voortzettend, ont kent de heer POLAK met de meeste beslist heid, dat het verzet tegen dit verdrag zou zijn uitgegaan van de Rotterdamsche ha venkapitalisten. Verwerping van het ver drag is geen kapitalistisch en allerminst een plaatselijk Kapitalistisch, maar in de eerste plaats een nationaal belang Doch zelfs al had spr. de keus tusschen de belan gen der Rotterdamsche en der Anlwerpsche havenkapilatislen dan zou hij nog voor de eerste groep partij kiezen, niet in haar be lang. maar in dat van de tienduizenden, die in de Rotterdamsche haven hun bestaan vinden. Doch, zooals spr. zeide, van een plaatselijk belang is geen sprake. Als spr. denkt wat gebeuren kan en zal als dit verdrag wordt goedgekeurd, dan hui vert hij op zijn beurt. De arbeiders zullen, wanneer hurr bestaan hier vervalt, niet naar het buitenland kunnen gaan; daarvan behoeft men zich geen illusie le maken. Bijna overal in het buitenland heeft men Nederlandsche werkkrachten ontslagen. Dit is het internationalisme dat men tegenover ons in practijk brengt. België is er veel beter aan toe dan wij; België heeft een bloeiende nijverheid en bijna geen werkloosheid. In ons land is van industrieelen bloei geen sprake. Nog in 1926 had Antwerpen 1.2 millioen ton scheepvaart meer dan Rot terdam. De Minister heeft het voorgesteld alsof de trits AntwerpenRotterdamAm sterdam een soort belangengemeenschap vormt. Antwerpen heeft echter heel andere belangen dan Amsterdam en Rotterdam. Alleen zal het Moerdijkkanaal Antwerpen het grootste deel van het Rijnverkeer toe- wijzen, waardoor onze havens zulien wor- den drooggelegd. Antwerpen is een Schelde- haven en heeft zijn achterland in Noord- en Oost-Frankrijk, Elzas-Lotharingen en Zwit serland; Rotterdam is alleen een Rijnha ven Waarom moet dit eene voordeel nog worden afgegeven aan een concurrent? Dat zou een roekelooze dwaasheid in plaats van internationalisme zijn. België is een rijk land en behoeft geen steun. Als er in deze Kamer genoeg tegenstan ders zijn, die de tot-stand-koming van het verdrag weten te beletten, wat zal er dan gebeuren? Sommigen vreezen onbekende mogelijkheden. In het buitenland zijn hier en daar dreigementen geuit, maar daarvoor zal in de Kamer wel niemand wijken. Duilschland en Oostenrijk, die bij de tot standkoming van dit verdrag waren be trokken, hebben nu met de zaak niets meer te maken. Blijven over Engeland en Frank rijk Alle recht van deze laatste landen om zich inet deze zaak te bemoeien is echter vervallen uit hoofde van den aard van het verdrag zelf en van de rol, die de groote mogendheden in 1339 hebben gespeeld. Dat zij zich er wel mee bemoeiden in 1919 was slechts een uiting van overwinningsroes. Doch toen was die bemoeiing reeds onrecht matig en op verzoek van België. De mogend heden hebben zich reeds genoeg in voet angels en klemmen gestoken om ook naar deze zaak de hand uit te steken. Zij zullen zich wachten opnieuw in te grijpen in een kwestie die hen niet raakt. Het oude trac- taat geeft den mogendheden geen enkel recht daartoe. Liever zou spr. buigen voor een geweld, dat mei) niet weerstaan kan dan vrijwillig aanvaarden, wat hij beschouwt als een groot nadeel voor ons land. Doch van dit alles zal niets komen. De Fransch schrijvende Belgische pers zal te gen ons te keer gaan. de leden van het Comité de Politique Nationale zullen ont ploffen, zwakke echo's zal men in de Fran- sche en Engelsche pers hooren, maar ons zal geen haar gekrenkt worden. De voorstanders van het verdrag doen het voorkomen, alsof de tegenstanders hun po sitie niet zouden zien in de Volkengemeen schap. Van die Volkenpemeensehap Is echter niets te bemerken. Een embryo daarvan is nog niet eens te bespeuren. De pogingen van den Volkenbond houden zich met eco nomische vragen niet bezig. Europa is nog steeds verbrokkeld en verdeeld. Ieder volk moet doen wat het kan. om zichzelf op de been te houden en zeker is het aan de Eerste Kamer om ons volk te behoeden voor de rampspoedige mogelijkheden, die dit ver- draz met zich brengt. De heer DE MURALT (V.-B.1 wijst op de nauwgezette behandeling van dit verdrag in het parlement en op het ongunstig V. V.., dal de Eerste Kamer daarover heeft uitge bracht Hij kan zich dan ook niet voorstel len. dat de Kamer Ihans hel verdrag zal aanvaarden, waar het bovendien in dp Tweede Kamer met een zeer toevallige kleine meerderheid is aangenomen. Spreker heeft vooral technische bezwaren tegen het verdrag. De technische verplich tingen, die het verdrag regelt, zijn voor ons onaanvaardbaar uit hoofde van de kosten De Schelde is in geen enkel opzicht een rivier en kan niet genormaliseerd worden, zooals prof. Nelemans meende, tenzij met kosten van l'/j millioen. Spr. begrijpt ook niet, hoe de minister de Schelde heeft kunnen vergelijken met de Elbe en de Oder. Van het advies van Gedep. Stalen van Zeeland, dat spreker niet gezien heeft, kan hij wel zeggen, dat het in den meest be slisten zin afwijzend is. omdat hij bijna alle leden van dat college kent. De heer De Mu- ralt begrijpt niet. dat dit advies door den Minister niet openbaar is gemaakt Een goede zaak kan toch een afwijzend advies wel verdragen. Indien andere colleges van Ged. Staten zouden kunnen spreken, zouden zij zich evenzeer tegen het nieuw voorge stelde Schelde-regime verzetten. De bekwaamste waterbouwkundigen heb ben zich tegen dit regime verklaard. Er komt een beheerscommissie en de Neder landsche ingenieurs zullen aansprakelijk zijn voor den goeden toesland op de Schelde. En Nederland kan ook de kosten betalen. Het is duidelijk, dat het Schelde-regime aan leiding zal geven tot allerlei onaangenaam heden, eerst binnenskamers, dan naar bui ten. De parlementen en de pers zullen zich ermee gaan bemoeien en in plaats van vrede zal dit verdrag animositeit aanwakkeren. Spr, werkt dit nader uit aan de hand van verschillende voorbeelden, en komt ook op tegen de fixeering van de baggerspecie, die verwerkt moet worden in 20 jaar, n.l. 15 millioen kub M., dil is 2 maal meer dan de Belgen deden in dat tijdsgewricht. Reeds de heer Krijger wees er op in de Tweede Ka mer, dat het baggerwerk beter in geld zou kunnen worden gefixeerd. De minister is echter doof voor de bezwaren. Wat nu de kanalen betreft, er is in ons land nooit een kanaal tot stand gekomen, of het was te voren behoorlijk geprojec teerd. Dit is met het Moerdijkskanaal niet het geval. Het za! ons millioenen kosten en er is geen enkel behoorlijk project van be kend. Hoe staat het met den maatstaf van belangen, volgens welken de beide landen zullen bijdragen in de kosten? Voor wat het Moerdijkkanaal betreft, staat er niets in het tractaat. Wanneer de meerderheid der Kamer zich voor het verdrag bepaalt, zal zij ook telkens de millioenen moeten voteeren als de Regee ring die voor het Moerdijkkanaal aanvraagt Het Moerdijkkanaal is door zijn capaciteit in staat Botterdam leeg te zuigen. Wie dit bedrag teekent, teekent een bianco-wissel, die later zal worden inge vuld. Wordt het aangenomen, dan kunnen we den fieren leeuw uit ons wapen weg halen en dien vervangen door een geit of een lam. De heer BLOMJOUS (R.-K.) wijst erop, dat als het tractaat zal blijken een fout te zijn, deze fout niet hersteld kan worden Welke beteekenis hebben de offers, die wij moeien brengen en zijn wij tegenover België verplicht, feitelijk of moreel, die offers le brengen Deze vragen hoopt spr. te beantwoorden. Hij behandelt eerst het afwateringsvraag- sluk. Door verwerping van het verdrag zal een betere regeling van de afwatering van Bra- brant niet worden belet. Waartoe is die per manente commissie noodig? Zij is een blijk van wantrouwen. Antwerpen krijgt door het verdrag em- barras du choix om met de grootste schepen dooi Nederland naar den Rijn te varen. In zake het nieuwe Schelderegime staat spr. dichter bjj den minister. Het belang van Antwerpen eischt, dat de vaargeul in de Schelde dieper wordt. Maar de verplichtin gen, die het verdrag aan Nederland te dien opzichte oplegt, zijn wel zeer zwaar cn voor een deel onvervulbaar. De verplichtingen zijn niet te overzien. De bevoegdheid om desnoods dijken te doen verleggen en door snijden legt een servituut op Zeeland en maakt inbreuk op onze rechten. Het ver bod van aanhouding van in doorvaart zijnde schepen, beteekent een aanslag van onze souvereiniteit. De beloodsing is ook geheel ten gunste van België geregeld. De beide voorgestelde kanalen leggen op Noord-Brabant en Lim burg een servituut ten gunste van België. Daarbt komt, dat alle heffingen op die kanalen achterwege moeten blijven. Over de kosten zullen de beide landen zich nader moeten verstaan. Dit zal een bron zijn voor conflicten. Waar deze kanalen worden aan gelegd ten gunste van België, dienden alle kosten op België te zijn gelegd. Doch aan genomen, dat ook ons economisch belang er mee gemoeid is, had men dan de kosten berekening niet in percenten kunnen vast leggen? Alvorens een dergelijke concessie te doen, zouden toch eerst de economische gevolgen daarvan dienen te worden onder zocht. Antwerpen is een haven, bij nitstek ge zocht door schepen met stukgoed. De haven behoeft op Rotterdam inderdaad niet af gunstig te zijn, want het stukgoed geeft aan de haven meer voordeel dan het massaal vervoer van Rotterdam. Het is dwaasheid te veronderstellen, dat do Belgische en Noord-Fransehe exporteurs hun stukgoederen door het Moerdijtkanaal naar Rotterdam zullen zenden. Geen kist en geen mand zal er te Rotterdam komen. Rctierdam daarentegen zal een gedeelte van zijn Rijnvervoer aan Antwerpen moeten af staan. Economisch noch politiek brengt het ver drag eenige toenadering tusschen beide lan den In den oorlog is ons land een toe vluchtsoord geweest, speciaal voor het Bel gische volk. Wij kunnen dus aanspraak maken op erkentelijkheid. In plaats daarvan is het Belgische annexionisme opgestaan. W(j kunnen echter rechtens en naar billijk heid niet gedwongen worden tot wijziging van het verdrag van 1839. Want dit verdrag is niets anders dan een nitwas van het Belgische annexionisme. Zonder dat die eischen waren gesteld, zou een Minister van Buitenlandsche Zaken nooit gekomen zijn tot de onderteekening van het verdrag. Laat België en Nederland opnieuw aan de conferentietafel plaats nemen met smj« gedachten dan in 1924. De heer VAN DER HOEVEN (C.-H) toogt, dat, wil een verdrag als dit wordj aangenomen, het moet leven in het recbi gevoel en de sympathie van het Nederlan, sche volk en het moet in de Tweede Kami met groote meerderheid zijn aangenom»; De stemming in de Tweede Kamer gaf ti gevoelen van ons volk veel te onzuip weer. Ware de verhouding geweest 70iL_ dan zou spreker geneigd zijn vóór te eten men. Dit verdrag is veel belangrijker da menige grondwetswijziging, die ook niet stand kan komen met een luttele stemme; meerderheid. Sprekers geweten zegt da ook, dat hij tegen moet stemmen. EeD re; drag, dat niet samenbindt, maar afstoe mag hij niet bevorderen. Daar zijn allereerst zijn bezwaren tege de kanalen en tegen de opheffing van h( verbod voor Antwerpen om oorlogshavea zijn. Een oorlogshaven zonder schepen U een schaapskooi zonder lammeren. Dan zijn er de economische bezwars Het is niet te doen om rijkdom, maar armoede te voorkomen. De vergadering wordt verdaagd Donderdag 11 uur. (Zitting van gisteren). REGELING VAN WERKZAAMHEDEN. De VOORZITTER stelt voor aan de age da toe te voegen het ontwerp tot wijzigio en aanvulling van eenige bepalingen belrel fende de Kamers van Koophandel en d Naamlooze Vennootschappen KLEINE ONTWERPEN. Een reeks kleine wetsontwerpen en con clusies worden afgedaan. UITKEERING MOBILISATIE-SLACHTOFFERS. Aangezien de minister niet aanwezig wordt de vergadering voor een kwartier schorst. Na heropening der zitting zegt de bi OUD (V.D.) te behooren tot de velen, door dit wetsontwerp zijn teleurgesteld wel, omdat dit ontwerp te eenenmale kent. de beteekenis van de motie-Ter Wanneer dit wetsontwerp wordt aangenc men, zal er practisch voor de mobilisatif slachtoffers niets veranderen. Ook volger het ontwerp zal de toestand elk jaar opnieui moeten worden beoordeeld, Spr. doet mededeeling van een geval va een gepensionneerd marineman, die maandelijksch bedrag van f 16 ontving u de stichting voor oud-gepensionneerden. Di heeft den man echter niet geholpen, omda hij gelijkertijd van het Burgerlijk Armbesluu een ondersteuning kreeg, waardoor zij pensioen met f 4 per week werd verminden Men blijft de uitkeeringen ais een guns beschouwen, doch men dient niet te verge ten. dat de slachtoffers, waarover het than gaat, verplicht zijn geworden onder d wapenen te komen en dat de kwaal, waar mede zij behept zijn, een gevolg is van di verblijf onder de wapenen. Spr. acht het onbillijk, dat thans na zoo veel jaren aan de betrokkenen de bewijslas is opgelegd, dat zij door den dienst gebrek kig zijn geworden. Aan den geneeskundige! Dienst diende het tegendeel te worden opge dragen, n.l. dat het gebrek niet een gevo. is van het verblijf onder de wapenen. Spr. wenscht, dat aan de motie-Ter Las' uitvoering worde gegeven op de wijze, zoo als de Kamer bij het aannemen der moo bedoeld heeft. Bij spr. staat voorop, dat aan de sli offers moet worden gegeven een recht, dat de hoe grootheid van een uilkeering i door den minister moet worden bepaald, do. dat de bedragen die aanzienlijk grooter roe ten zijn dan de minister thans wil, i° wet moeten worden opgenomen. Verder moet voor de betrokkenen bei openstaan naar aanleiding van een genoi besluit en daarvoor zouden het best kunne worden aangewezen de Raden van Beroe! en de Centrale Raad van Beroep voor Ongevallenverzekering. De minister beroept zich op de hoog kosten, doch spr. is van meening, dat n hier betreft crisiuitgaven, doch wannee men ziet, wat reeds aan crisismaatregelen i uitgegeven, dan kunnen deze uitgaven e nog wel bij. Spr. dient een motie in, waarbij de Karoei als haar oordeel uitspreekt, dal het aanhan-j gige wetsontwerp geen rekening houdt tne de door de Kamer aangenomen motie-te Laan en waarbij de Regeering wordt uit?e' noodigd onafhankelijk van de aannemw van dit ontwerp een andere wettelijke rege ling voor te bereiden op zoodanigen gron® slag, dat aan de mobilisatie-slachtoftei rechtsaanspraken worden gegeven op oe j uitkeering, waarvan de normen bij de w worden geregeld. J De heer K. TER LAAN (S.D.) sluit bij den heer Oud aaii en gaat na hoe be met de mobilisatieslachtoffers is gegaan' Aanvankelijk werd voor hen niets gedaan ook niet na de aanneming van een motie I Staalman. Totdat de Kamer een voorSf3| van spr. aannam, om in de begrooting e I post van 1 millioen op te nemen voor. mobilisatieslachtoffers. Eerst toen té I Departement beginnen met uitvoering geven aan de motie-taalman. Maar I Reeds het eerste jaar hield men ovef I elk jaar daarop werd weer minder ui i trokken. uu|p I Gelukkig ia thans, mede met de l van dezen Minister, het bedrag weer. hoogd, dooh ook Minister Lambooy I het niet verder kunnen brengen I fooi, een aalmoes. Ook de oD 8j- J wettelijke regeling is van de regeen gedwongen. Immers eerst zou de Kamer een moti* j van spr moeten aannemen D°cb Wlrejj0g f I ben we thans voor een wettelijke ret, De heer Oud heeft reeds Seze!r^|

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 6