sia
IN EN OM DE HOOFDSTAD.
Buitenl. Weekoverzicht
Krabbels uit Zwitserlan
I'i EEN MOEDIG MAN.
Op den aden Maart hoopt de heer J.
Van Asperen, oud-stationschef te Amers
foort, de negen kruisjes te balen.
ToeD de heer Van A8peren op 5 October
1983 zijn 20 jarig ambtsfepst vierde, heeft
de „Amsterdamsche ourant" een artikel
tje aan hem gewijd, waaruit blijkt, dat hij,
door zijn onverschrokkenheid en tegen
woordigheid van geest verscheiden keeren
op het stationsemplacexnent levens heeft
gered van mensehen, die onvoorzichtig en
roekeloos, zich op de rails waagden, ala
breinen op komst waren.
Toen 26 October i92fl in Brussel het rui
terstandbeeld van Leopold 11 werd ont
huld, vond koning Albert daarin aanlei
ding, den ouden heer Van Asperen te be
noemen tot ridder m de Orde vaD Leopold
11 Slechts enkelen weten, dat deze on
derscheiding werd toegekend in verban J
met een gebeurtenis, die zich 43 jaar gc-
ledeD afspeelde.
Het „Hdbl." publiceert daarom het dag.
boekblad, dat de heer Van Asperen zelf
aan deze gebeurtenis heeft gewijd:
In 1883 brachten de koning en koningin
van België met gevolg een bezoek aan üe
wereldtentoonstelling te Amsterdam, eii
ook een aan Z. M. onzen koning op het
Loo, waarvoor de trein van Z. M. naar
Amsterdam werd gezonden ter dispositie
vaD het Belgische koningspaar.
Dien dag was het zeei slecht weer, storm
en regen, die met der. avond in hevigheid
toenam. Daar de koningstreiD in vertra
ging was, doordat die 25. minuten te laat
van het Loo was vertrokken, overzag ik
mijn emplacement te Amersfoort nog eens,
en ontdekte, dat het gro-Ddlioht van een
wissel uit was. Onmiddellijk stak ik een
lantaarn aan en begaf mij naar den wjc-
sel; het licht was gebluecht door misdadi
gers, <Uc 2 dwarsleggera tusschen de wis
selvcrbinding hadden gestoken, met de
einden over beide rails. Daar de trein nabij
was, had ik ternauwernood den tijd, het
helsche plan te verijdelen, wierp de dwars
liggers buiten het spoor, waarna onmid
dellijk de trein met meer dan sneltrein
vaart voorbij reed.
JDe koning eD koningin met gevolg
eD ons personeel hebben niet kunnen ver
moeden, dat hun dood zoo nabij was ge
weest, niemand had het leven er afgebracht
want de trein zou totaal vernietigd zijn."
Op verzoek van de autoriteiten, die poli
tieke verwikkelingen vreesden, heeft de
heer Van Asperen vele tientallen jaren
het geheim vaD dezen aanslag bewaard,
zóó angstvallig, dat het eerst in 1925 den
koning van België werd meegedeeld door
onzen gezant te Brussel. Met het bekende
gevolg.
VERDUISTERING VAN 124.000.
Bij de politie te Sneek werd door een
dokter uit Zeeland aangifte gedaan van
verduistering vart f 24 000 onder mededee-
ling, dat de verdachte op het punt stond
naar het buitenland uit te wijken. Door
6poedig ingrijpen kon dat echter worden
voorkomen. Hij werd n.l. op verzoek van
den commissaris van politie te Sneek aan
gehouden te Amsterdam. Er vólgde nu een
teer higewikkeld onderzoek, dat volgens
de ,,L eeuw. Crt." tot resultaat had, dat
van het verduisterde bedrag ruim f 21.000
kon worden in beelag genomen.
D00DELIJK MIJNONGEVAL.
Gistermiddag werd de 29-jarige gehuwde
mijnwerker H. v. H., in de mijn Maurits
door een steen getroffen cn op elag ge
dood. Ret slachtoffer was vadcT van twee
kinderen,
BRAND.
Door onbekende -oorzaak is de boeren
woning bewoond door den landbouwer P.
staande in den Spaarndammerpolder onder
Spaarndam afgebrand Ook een schuur en
een hooiberg werden een prooi der vlam
men Het vee werd gered. Verzekering
dekt de echade.
DE GRIEPEPIDEMIE IN DECEMBER 1926
In de zoo juist verschenen aflevering 1
van 1927 van het Maandschrift van bet
Centraal Bureau voor de Statistiek is nAast
het maandelijks daarin voorkomend over
zicht van de huwelijken, geboorten en sterf -
ten 'n overzicht van de griepepidemie over
December 1926 opgenomen. Hieruit bliikt
dat in genoemde maand 180 sterfgevallen
voorkwamen aan griet», waarvan 132 met
en 48 zonder complicatie».
i
NEDERLANDSCHE BENDE
TE ANTWERPEN GEARRESTEERD.
Het „Handelsblad van Antwerpen" deeii
meu'e, dat Donderdag aldaar door de re
cherche een bende Nederlanders is aange
houden, die betrokken zijn geweest bij ju
weelendiefstallen, hier in Nederland ge
pleegd.
De recherche had reeds een paar dagen
een drietal vreemdelingen in het oog ge
houden die door hun groote verteringen
de aandacht trokken Donderdag is het
gezelschap geknipt. Het onderzoek wees
uit. dat men met deze aanhouding een
goedeD slag bad geslagen.
Het Antwerpsche blad schrijft:
Men ging namelijk tot de aanhouding
over vbd K., W. en J. B., allen uit Am
sterdam, benevens van zekeren H., wo
nende op de St.-Jacohsinarkt te Antwer
pen. en een Nederlandsche juffrouw, d.e
vermoedelijk zich in gezelschap van B.
vond
In het bezit van de aangehoudenen weTd
een groote partij zeer kostbare sieraden
en kostbaarheden van aller'ei aard ge
vonden. zooals chronometers, braceletten,
armbanden enz., tot zeker een gezamen
lijke waarde van 200.000 francs Bovendien
was bet gezelschap nog minsten® in het
bezit van 100 000 francs haar geld.
Er is nog niet kunnen worden vastge
steld van welkeD diefstal de sieraden af
komstig zijn, maar dat bet gestolen waar
is, staat wel vast. Men vermoedt dat ze
behooren tot de bait van de inbraak, Zo»
dag gepleegd bij deD juweliei DavidsoD op
den Nieuwendijk te Amsterdam. De ge
stolen kostbaarheden hadden een waarüe
van f 40.000.
Het kwam Mozes Goudvink ter oore, dal
zijn kassier op grooten voet leefde, en aan
de beurs speculeerde. Hij liet hem bij zich
komen
Mijnheer Muller, zei hij vriendelijk,
vandaag over veertien dagen zial ik de ka9
controleeren.
Uitstekend mijnheerl
Het waren voor Muller een paar zware
v/eken, maar op den aangewezen dag was
zijn kas geheel in orde.
Muller, zei Goudvink, de kas klopt
precies, ik ben zeer tevreden, en nu draag
ik uw werk over aan je opvolger, die daar
juist'binnenkomt. U is over een maand ont
slagen.
Maar de kas is toch geheel in orde,
riep de verbaasde kassier uit.
Nah, zei Goudvink, wou je dat ik
wachtte tot die niet in orde wasl
DE HERVORMING IN HET RIJKSMUSEUM
Men zal zich herinneren, dat er een paar
jaren geleden, toen bepaald werd, dat de
genen, die de verzamelingen in ons Rijks
museum wenschten te bezichtigen, zich
daarvoor een kleine opoffering, niet meer
dan een dubbeltje, als toegangsprijs, zou
den hebben te getroosten, een slorm van
verontwaardiging daartegen opstak uit den
hoek van diegenen in onze samenleving, die
beweerden, dat in onzen ..democralischen"
lijd geen enlrée mocht worden geheven lot
de verzamelingen, die het „volk" toebe
hoorden. Geen sterveling, hoe arm ook,
moest de gelegenheid onthouden worden, de
kunstschat'iën, waarvan zooveel opvoedende
kracht kon uitgaan, te kunnen bezichtigen.
Ik voor mij geloof dat het heel gelukkig
is, dat men zich aan die verontwaardiging
van zekeren kant niet heeft gestoord en een
einde gemaakt heeft aan de gelegenheid de
openbare verzamelingen op kunstgebied om
niet te kunnen bezoeken. We weten al te
goed, dat de „democratie" reeds zóóveel
goede en nutlige zaken voor niemendal
geeft, die heel wat meer gewaardeerd zou
den worden als degene, die daarvan geniet,
er zelf een kleinigheid, hoe weinig dan ook,
voor zou hebben te offeren denk maar
eens aan de invalidituits-zegeltjes, die wij
plakken mogen dat de heffing van tien
cent toegangsgeld tol ons Rijksmuseum
werkelijk niet overdreven kan heeten. Zulks
fs trouwens reeds lang bewezen; het enkele
dabbeltje heeft zelfs den „kleinsten" man
niet afgeschrikt om verzamelingen als die,
welke men in Dr. Cuypers' onvolprezen
schepping genieten kan, te gaan zien
wie af en toe het Rijksmuseum bezoekt, zal
dat genoeg hebben kunnen opmerken De
Amsterdammers zijn, en terecht, trotsch op
het feit, dat zulk een gebouw met zulko
verzamelingen, dagelijks voor hen open
staat en toch heb ik kunnen opmerken, dat
er nog velen zijn onder mijn stadgenooten.
die er zich niet van bewust zijn, welke ver
anderingen van de allergrootste beleekenis
er sedert enkele weken in het museum heb
ben plaat9 gehad; veranderingen, waarvoor
men den huidigen directeur, den heer
Schmidt Degener, wel zeer erkentelijk mag
zijn, omdat hetgeen hij gedaan heeft, de
kunstschatten, die onder zijn hoede zijn,
veel meer doet uitkomen dan ooit het geval
is geweest. „Het is een openbaring." aldus
heeft iemand, die er onlangs rondging, eens
tot mij gezegd, „zooals alles nö gerang
schikt en gehangen is. ziet men eersi hóé!
goed. welke schatten daarginds aan de Stad
houderskade tot landgenoot en vreemdeling
spreken." Hij had volkomen gelijk toen hij
zoo sprak, maar gelijk ik zeide, vele Am
sterdammers kennen den nieuwen toestand
nog niet en ik mag dus veilig aannemen,
dat er ook nog duizenden provincialen zijn,
die hem niet kennen.
Vandaar dat ik hèn nu daarop wijzen wil
en beslist toeroepen: „Verzuim toch vooral
niet, wanneer ge deze stad weder komt be
zoeken en er een paar uurtjes voor over
kunt hebben, uw schreden te richten naar
het Rijksmuseum om er de nieuwe rang
schikking der kunstschatten te gaan zien
en te genieten; ge zult, gelijk mijn vriend,
zeggen, als ge later weder het gebouw ver
laten hebt, dat ook u een openbaring werd
geschonken.
Degenen, die in den zomer van 1925,
toen. dank zij het initiatief der vereeniging
„Amstelodamum", de bekende historische
tentoonstelling ter gelegenheid van het
650-jarig bestaan van Amsterdam in Rijks-
en Stedelijk Museum gehouden werd, do
schitterende kunstverzameling in de eere
zaal en aangrenzende zalen van eerstge
noemd museum bezichtigen konden, hebben
toen meermalen gezegd: „Kon dit alles
slechts zoo blijven".
Gebleven, zooals het toén was. is het niet;
daar waren bij die gelegenheid schilderijen
en andere voorwerpen van kunst uit bin
nen- en buitenland in bruikleen afgestaan,
die weder terug moesten naar de plaatsen
vanwaar zij gekomen waren, maar de di
recteur heeft, toen hij aan het hervormen
is gegaan, wel degelijk rekening gehouden
met hetgeen in 1925 te zien is gegeven. Hij
is zelfs nog veel verier gegaan de veran
deringen. die hij deed aanbrengen, hebben
zich niet alleen beperkt tot de eerezaal. de
Rembrandt-zaa! en aanbreiende zalen,
doch hij heeft die ook uitgestrekt over de
geheele reeks bekende kleine kabinetten
het werk is zelfs nog niet geheel voltooid,
want er zijn nog zalen, waarin er den be
zoeker op gewezen wordt, dal daar nog
slechls een tijdelijke rangschikking beslaat.
Zulks hangt trouwens samen met het feit
van de restaura tic. J:o in enkele zalen en
ook h de groote voorhal, vóór de eere-zaal
gelc-gef.noodig is gebleken- daar zijn schil
ders en decorateurs nog bezig om schoon te
maken, opnieuw te schilderen. Maar het
geen nu nog plaats heelt, behoeft voor
niemand een beletsel le zijn om te gaan
zien datgene, dal gereed is en dat is het
allergrootste gedeelte.
Wie nu het museum gaat bezoeken, doet
het verstandigst als hij binnengaat door
den toegang aan de linkerzijde. Is men
dan de trap opgeklommen, dan begint men
zijn wandelingen door de kabinetten aan
de rechterhand eD al dcdelijk merkt men
dan op, dat de nieuwe rangschikking zich
inzet met de oudste school der Vlaamscb*»
primitieven en men, al voortwandelende.
geleidelijk de geheele oude Noord- en Zuid-
NederlandBche scholen te zien krijgt, de
talrijke schilderijen van de verschillende
oude meesters zoovoej mogelijk bijeenge
bracht. En niet dat alleeD de kunstlief
hebber zal ook opmerken, dat men bij het
plaatsen der doeken al het mogelijke ge-
dtaan heeft om ze zóódanig te hangen, dat
het invallende licht ze zoo goed mogelijk
tot hun recht bracht.
Het is hier natuurlijk niet de plaats om
een opsomming te geven van al hetgeen
de bezoeker te zien krijgt; ik wil er slechts
op wijzen, dat men, voortwandelende, ©1-
lengs bereikt de verschillende zalen, waar
in de kunstschatten van den bloeitijd on
zer schilderkunst, vaD de 17e eeuw, bijeen
zijn gebracht en men schier van eiken
grootmeester van het penseel een afzon
derlijke studie kan maken, tot men geko
men is in de Rembrandt-zaal, waar de
„Nachtwacht" zich toont onder de heer
lijkste belichting en de enkele groote doe
ken aan de wanden, de aandacht, die het
beroemde schilderij verdient, niet te veel
afleiden. In heerlijke rust kan men op de
gemakkelijke banken gezeten het meester
werk bewonderen.
Die rust heeft men trouwens gedurende
de geheelé wandeling, welke men tot dus
verre deed, kunnen hebben, niet alleen om
dat op tal van plaatsen rustzetels in het
midden der zaal staan, maar ook omdat
de vloereD thans overal ziin hH°gd met
dik bruin linoleum, waardoor het geluid
van de voetstappen wordt gesmoord, een
verandering, diè niet te onderschatten valt.
doch die men en dat is, geloof ik, de
eenige teleurstelling, welke men thans in
het museum ondervindt helaasmisse*
moet, zoodra men uit de Rembrnndt-zaul
de eere-zaal binnengaat.
Laat ik in verband hiermede zeg^on,
dat «men niet langer, zooalf* voorheen het
geval was, die eere-zaal kan binnengaan
uit het hoofdportaal, want een antiek,
fraai gesmeed ijzeren hek sluit thans het
hoofdportaal vin de eere-zaal af, wat dus
zeggen wil, dat men hetzij door de kabi
netten ter linker- of ter rechterzijde den
rondgang heeft te maken om uit de Rem
brandt-zaal de eere-zaal te betVeden en
laatstgenoemde weder via de Rembrandt--
zaal verlaten moet, tenzij meD zich nog
in de eeTe-zaal mócht bevinden tegen het
uur waarop het museum gesloten wordt.
Want eeD kwartier vóór het sluitingsuur
«al slaan wordt het ijzeren hek door den
suppoost geopend, opdat degenen, die dan
cn de eere zaal zijn', niet meer den omweg
zullen hebhen te maken, teneinde de trap
pen Daar den uitgang te bereiken.
Zij, die het Rijksmuseum kennen, weten,
dat de doekeü in de eere-zaal geplaatst
waren ter rechter- en ter linkerzijde in
de nissen, die eeD paar tredeD hooger lig-
geD dan de vloer van de zaal Het geheele
aspect vaD de zaal is veranderd doordat
men over den geheelen tegelvloer eeD
eikenhouten parketvloer heeft gelegd,
waardoor deze nu op gelijke hoogte ligt
als de nisvloereD, de treden daarheen zijn
dus verdwenen. Op zichzelf is dit een
schitterende verbetering Wie uit de Rem
brandt-zaal komt, staat werkelijk een
oogenblik stom van verbazing; niet alleen
door het gezicht over dieD fraaien vloer,
die zich uitstrekt tot het genoemde af
sluithek, maar bovenal door -deD aanblik,
dien men nu heeft naar de nisseD ter bei
der zijden en op de gToote vitrines, welk©
in de zaal geplaatst zijn bij de toegangen
tot de nissen, vitrines, waarin de schitte
rende, kostbare porseleinverzamelingen, die
ons museum rijk is o.a. de collectie Van
Loon ter bezichtiging zijn gesfc?ld. Wan
neer men daarbij weet. dat in de nisruim
ten, evenals in enkele der zalen, die wij
reeds door wandelden, hier en daar een
oud, kostbaar meubelstuk is gepiaatsc,
waardoor elke ruimte als 't ware eeD in
tiem karakter" krijgt, waarbij al dj© heer.
lijke kunstschatten pn-ssen, dan begrijpt
men, dat de Museum-directie er in ge
slaagd is een geheel te scheppen, zooa's
men vermoedelijk in niet veel openbare
schilderijen- en kunstverzamelingen vin-
deD zal.
Maar, gelijk ik zeide, de vloer in d©
eere-zaal is een teleurstelling in zooverre,
dat die heelemaal niet gerui^chloos is. Wèl
voor zoover hij ligt in de nissen, want» daar
ligt hij direct op deD steenen vloer daar
onder, doch in het midden rust hij op bal
ken, zoodat er een groote holte is ontstaan
tusschen de twee vloeren, en dt© holte is
oorzaak, dat elke stap daar klinkt, hetgeen
werkelijk het genot van het rondgaan ïd de
eere-zaal afbreuk doet. zulks te meer, om
dat men, alvorens daar binnen te treden,
over dat geruischlooze linoleum had ge-
loopen. Het is te hopen, dat men er nog
iets op zal weten te» verzinnen om dezen
onaangenameD factór te niet te doen.
Teruggekeerd in de Rembrandt-zaal zet
men do wandeling door de volgende zaita
eD kabinetten in de westzijde van bet mu
seum voort, om dan de voorhal weder te
bereiken, vanwaar men het gebouw weder
verlaten kan geli.k ik zeide, dat ge
deelte is nog niet héélemaa) in den nieu
wen geest gerangschikt, doch zulks zal ook
"wel spoedig bet geval zijn.
Ik herhaal, wat ik in den aanvang
schreefons Rijksmuseum heeft onder den
huidigen directeur eeD hervorming onder
gaan, welke niet genoeg te waardeeren
valt, eD nooit genoeg in gansch het land
bekend behoort te worden.
Daartoe hoop ik, dat het hier geschre
ven© zal bijdragen.
SIN1 SANA.
Ontwapening.
Het groote vraagstuk in de „groote poli
tiek" is momenteel het pLan van Amenka's
president Coolidge om een nieuwe conferen
tie bijeen te roepen over de ontwapening ter
zee in aansluiting aan de conferentie van
Washington. Met zeer gemengde gevoelens
is dit ontvangen, gelijk wij voorzagen. Het
eerste land dat ^officieel heeft geantwoord
was Frankrijk, dat goed beschouwd, een be
leefde weigering heeft doen hooren. Frank
rijk verschuilt zich in de eerste plaats ach
ter de ontwapeningsconferentie, door den
Volkenbond in Mei a.s. belegd. Meedoen aan
een aparte conferentie zou beteekenen het
uitschakelen van alle landen, die lid zijn
van den Volkenbond en die niet ter Was
hington zijn genoodigd, hetgeen zou zijn
tot schade van den Volkenbond en diens
prestige. Frankrijk raakt ten aanzien der
Vereenigde Staten daarmee een zeer teere
snaar aan. Men weet immers, hoe Uncle
Sam afzijdig staat van den Volkenbond,
dien hij beschouwt als een Europeesch li
chaam. al wil hij daarmee nu en dan toch
wel te maken hebben voor zoover het in zijn
kraam te~ pas komt, getuige het doen bij
wonen van diverse conferenties door „waar
nemers" gelijk ook zal geschieden met be
wuste Volkenbondsontwapeningsconferentie.
Wie brengt Amerika en Volkenbond tot
elkaar....
Verder verklaart Frankrijk, dat het weinig
voelt voor alleen ontwapening ter zee. ter
wijl over de legersterkte en luchlvaarlkracht
niet Wordt gesproken evenmin alsover de
technische middelen waarover ieder land
beschikt. koVtom Frankrijk houdt vast aan
bespreking van de ontwapening over de
gansche linie. Ten aanzien van Amerika
ligt er zoo iets in van: jij hebt gemakkeink
praten, daar je slechts met de marine hebt
te maken, voor mij is het heel anders. En
inderdaad, het is iets heel anders, als men
het zoo beschouwt. De Volkenbondsontwa-
peningsconlerentie is dan ook bedoeld als
zoo'n beschouwing van het vraagstuk in
alle geledingen.
Wat evenwel de reden is dat de verwach
tingen over de te bereiken resultaten in Mei
a.s. zeer laag zijn gespannen. Er zal zooveel
worden overhoop gehaald dat het ondoen
lijk zal blijken alle stroomingen tevreden
te stellen. Juist door het aan elkaar ver
binden van de diverse bewapeningen zal
overeenstemming onbereikbaar blijken.
Zou het daarom in hel belang van den
vrede ook al zij erkend, dat Amerika ge-
.heel handelt volgens het oude gezegde: het
hemd is nader dan de rok! niet aanbe
veling verdienen te regelen, wat te rege
len is?
Iedere stap in de richting van ontwape
ning. hoe bescheiden ook, is als winst te be
schouwen. Was er nu op marine-gebied iets
te bereiken, waarom dan daartoe geen po
ging gewaagd?
Frankrijk is echter bang dat het zal vast
gelegd worden naar een verhouding als
volgens het verdrag van Washington is be
paald ten aanzien van de „capital ships" en
daarvan wil het niet. weten!
Hoogstwaarschijnlijk zal Italië hetzelfde
standpunt innemen al9 Frankrijk, terwijl
Engeland en Japan, 'al hebben ook zij
eenige reserves, toch wel zich voor de con
ferentie zullen verklagen, die echter ont
zield lijkt door de weigering van beide an
deren. Wat willen de drie groote zeemo
gendheden per slot van rekening alleen?
Hoofdzaak blijft ons lijken in de gegeven
omstandigheden de propaganda voor gees
telijke ontwapening. Van binnen uit zal hel
moeten komen, wil ooit iets waar worden
van een „vreedesrijk", dat thans ngo is: een
utopie.
Zie b.v. hoe in Europa's Oosten de ver
houdingen zeer precair blijven Tiisschcn
Duilschland en Polen botert het niet en zal
het voorloopig niet boteren. De vredesvoor
waarden als anderszins, fooals die Duilsch
land met geweld zijn opgelegd, zullen daar
nooit of te nimmer als vast worden be
schouwd. terwijl Polen er niet aan denkt,
van eenig bezit afstand te doen Gevolg dat
beide landen die in economisch opzicht zoo
op elkaar zijn aangewezen, tegenover el
kaar staan als kat en hond. De onderhande
lingen over een handelsverdrag zijn zelfs ge
schorst tengevolge van den Duitschen eisch
tegelijkertijd te onderhandelen over het in-
vesli^atie-recht hetgeen door Polen beslist
is afgewezen, van meening dal het twee
geheel gescheiden kwesties betreft. Wat op
zichzelf juist mag heeten doch zonder het
een zal het ander niet zijn te bereiken
Gekneld tusschen Duitschland en sovjet-
Rusland is de Poolsche positie niet bepaald
fraai le noemen. Hoe men daar dus ivf
ontwapening denkt behoeft geen nader com
mentaar.
naar het heet, maar evenmin a!s
aanw°zigheid van kruit een kruithuis^
ontploffen, kan zonder bewapening
onlslaan. En met, men kan het zich»
stellen!
Gaan we verder Oostelijk. Rus!att|
Siberië door, dan zien we in hel Upm-'J
rijk den oorlog juist herleefd Dp strijd I
schen Noord en Zuid is opnieuw onitJ
met voorloopig succes voor Zuid. dat gtTij
lijk dicht naar Sjanghai is doorgedn-^
zoodat in Engeland reeds geroepen
nu. wie had gelijk mei het zenden J
troepen? Nieuwe troepen zijn uil Honjfc
zelfs reeds gearriveerd.
In het begin van de week heette hp|J
de Kanlonneeschp leider Tsjen beslist 7
gerde de overeenkomst met Engeland
zake Hankau tp teekenen.
Bepaalde redenen werden niet opgejeJ
maar het beteekende het afbreken dern
handelingen. Wanrom het zoo lang dj
moest, alvorens officieel een tegpn.^
kon worden geifcxpn? Was hpt waar, 1
heeft Engeland door nieuwe besprefcr.l
een wending aan de zaak weten te rJ
nadat Tsjen de kwestie sleepende had!
houden met hef oog on de gebeurtenissej|
velde? Hef heeft er allen schijn van.
'Geteekend is de overeenkomst echter J
niet en zoolang dit niet is bereikt, tj
elke mogelijkheid open.
In hoeverre juist zal blijken een get
dat Noord en Zuid in overleg zijn getr
is moeilijk te zeggen China is een
waarvan zoo weinig vaII te voorspellen l
de ruzie onderling werd bijgelegd biedll
zelfs kans op onbegrensde mogelijkhedej
RECLAME.
IZOHDI
yyó9
TSJEN.
De ontwapening van sovjet-Rusland
Men ziel het tegendeel.
Trouwens, denken in 't Oosten Roemenië
en Zuid Slavië ernstig aan ontwapening?
In geenen deele. 'I ïs overal bewapening en
nog eens bewapening. Natuurlijk ter afweer, t
Dank zij de griep, waarvan wij iD Zi
seriand en speciaal m Genève uit de ew
hand geprofiteerd hebben, zal de
vaD '26 op 27 ons nog lang heugen Ni
noeg geeD mensch bleef vrij, maar gelui
was het verloop over het algemeeo we
kwaadaardig Althans vergeleken bi]
epidemie, die wij in '19 doorgemaakt t
ben, waarbij honderden joDge mènsó
gestorven zijn, was bet ditmaal slechts
derspe-1. Het vei loop was ook m dien
meer normaal, dat ernstige complicat.
eD lethale uitgang zicb slechts voorde;
bij bejaarde meusehen. Merkwaardig
bi.i vrouwen de sterfte veel grooter
dan bij maonen.
De ziekte is hier een oude bekende,
als o.a. blijkt uit een artikel id het „Ja
nal de Genève", van 7 Dec 1783 Dr. (Mi
een toenmalig zeer bekend geneesheer
ter stede, gaf daariD een beschrijving
de griep, na anderhalve eeuw nog up
date. Volgens Odier was ook toen de zi'
geen uitvinding vaD recenten datum, d
ze reeds vroeger omstreeks 1487, in
ZuideD van Frankrijk gesignaleerd
Ten tijde van Odier was ze in Europa
der diverse benamingen bekend. Do
lianen sprakeD van de influenza, dna
speciaal denkende aan invloeden van
ren. De FranscheD kenden haar onder
zeer karakteristieke benaming la Coijbi
of la Brienne, terwijl men ze in Gen
aanduidde met den naam la Grippe,
geen volgens Odier bëteékende fantasie
capricieuse jicht.
Aspirine was destijds nog onbekend, m
daarvoor haddeD ze de aderlating, die
zelfde reputatie bezat als ons togen»/»
dig universeel heilmiddel. Voor de
tout comme chez nousbedrust, veel
me dranken, transpireeren. Op dit gf*
dus ook a! geen nieuws onder de V>.
Een slechte winter voor onze bcF*
burger, cabarets, cinema's en dergelijk?!
legenheden tot vermaak, maar op de \-
lijksche kermis was het niet minder tt
dan gewoonlijk De groote massa,
steeds kinderlijk en zorgeloos, laat
niet van pretjeF afhouden. De „Forai
hebbeD dan ook, niettegenstaande de gn
geen reden tot klageD gehad. Plaiupsl»
do Place du RhAne en de mooie G»
Quai waren als telken jare geheel, in
slag genomen door caroussels, schiettent?
loterij kramen, waarzegsters, gal<»pp??n
de varkens eD leeuwen, luchtschomtnfl'
exposities van nimmer vertoonde ht?
verscheurende dieren. Holland gaf art'
présencé door de aanwezigheid van
fiks uit de kluiten geschoten deerntj?
lengte van 2.18 M overige afmet'tf
naar rato. De beroemde leëuwenvrou*
de vermaarde lilliputters legden het td
geD ons landgeDOotje.
De griep bezorgde d© schooljeugd
extra vacantie, hoewel dit genoegen oen f
zins vergald werd door bet verbod lender
beneden de zestien jaar tijdens het
demisrh heerschen der griep toe te W
in cafe's, dancings, cinema's, etc. Msar
van de kermis weg to houden bleek
gelijk. Jammer dat voor do thans gW':
vrijheid straks een deel van de
cantie moet ingeboet worden. Tragi?1*
dat zo door het miserabele weer zoo
riig aaD die vacaDtie gehad hebben
juist nu de soholen heropend zijn» 's
ïd ruime mate de sneeuw gevallen,
zoo verlangd werd Al wat jong van kj
en vaD becnen 16 eb er een paar
op na houdt, trekt than6 Donderdags,
terdags en vooral Zondags de boogt'
Sinds een paar jaren is de ski hier
populair geworden. Zondagsmorgens ®'f
nog donker is. reeds een herrie van b?1
aan het station Trein na trein. opg?n
met vroolijke jonge menschon vertrekt t
naar St. C'enjues, la Givrine cd ?eröf
iD de Juia. Maai ook de andere
rond 'Genève worden niet vergeten
e- een koude neus voor over had kl£.