sia IN EN OM DE HOOFDSTAD. Buitenl. Weekoverzicht Krabbels uit Zwitserlan I'i EEN MOEDIG MAN. Op den aden Maart hoopt de heer J. Van Asperen, oud-stationschef te Amers foort, de negen kruisjes te balen. ToeD de heer Van A8peren op 5 October 1983 zijn 20 jarig ambtsfepst vierde, heeft de „Amsterdamsche ourant" een artikel tje aan hem gewijd, waaruit blijkt, dat hij, door zijn onverschrokkenheid en tegen woordigheid van geest verscheiden keeren op het stationsemplacexnent levens heeft gered van mensehen, die onvoorzichtig en roekeloos, zich op de rails waagden, ala breinen op komst waren. Toen 26 October i92fl in Brussel het rui terstandbeeld van Leopold 11 werd ont huld, vond koning Albert daarin aanlei ding, den ouden heer Van Asperen te be noemen tot ridder m de Orde vaD Leopold 11 Slechts enkelen weten, dat deze on derscheiding werd toegekend in verban J met een gebeurtenis, die zich 43 jaar gc- ledeD afspeelde. Het „Hdbl." publiceert daarom het dag. boekblad, dat de heer Van Asperen zelf aan deze gebeurtenis heeft gewijd: In 1883 brachten de koning en koningin van België met gevolg een bezoek aan üe wereldtentoonstelling te Amsterdam, eii ook een aan Z. M. onzen koning op het Loo, waarvoor de trein van Z. M. naar Amsterdam werd gezonden ter dispositie vaD het Belgische koningspaar. Dien dag was het zeei slecht weer, storm en regen, die met der. avond in hevigheid toenam. Daar de koningstreiD in vertra ging was, doordat die 25. minuten te laat van het Loo was vertrokken, overzag ik mijn emplacement te Amersfoort nog eens, en ontdekte, dat het gro-Ddlioht van een wissel uit was. Onmiddellijk stak ik een lantaarn aan en begaf mij naar den wjc- sel; het licht was gebluecht door misdadi gers, <Uc 2 dwarsleggera tusschen de wis selvcrbinding hadden gestoken, met de einden over beide rails. Daar de trein nabij was, had ik ternauwernood den tijd, het helsche plan te verijdelen, wierp de dwars liggers buiten het spoor, waarna onmid dellijk de trein met meer dan sneltrein vaart voorbij reed. JDe koning eD koningin met gevolg eD ons personeel hebben niet kunnen ver moeden, dat hun dood zoo nabij was ge weest, niemand had het leven er afgebracht want de trein zou totaal vernietigd zijn." Op verzoek van de autoriteiten, die poli tieke verwikkelingen vreesden, heeft de heer Van Asperen vele tientallen jaren het geheim vaD dezen aanslag bewaard, zóó angstvallig, dat het eerst in 1925 den koning van België werd meegedeeld door onzen gezant te Brussel. Met het bekende gevolg. VERDUISTERING VAN 124.000. Bij de politie te Sneek werd door een dokter uit Zeeland aangifte gedaan van verduistering vart f 24 000 onder mededee- ling, dat de verdachte op het punt stond naar het buitenland uit te wijken. Door 6poedig ingrijpen kon dat echter worden voorkomen. Hij werd n.l. op verzoek van den commissaris van politie te Sneek aan gehouden te Amsterdam. Er vólgde nu een teer higewikkeld onderzoek, dat volgens de ,,L eeuw. Crt." tot resultaat had, dat van het verduisterde bedrag ruim f 21.000 kon worden in beelag genomen. D00DELIJK MIJNONGEVAL. Gistermiddag werd de 29-jarige gehuwde mijnwerker H. v. H., in de mijn Maurits door een steen getroffen cn op elag ge dood. Ret slachtoffer was vadcT van twee kinderen, BRAND. Door onbekende -oorzaak is de boeren woning bewoond door den landbouwer P. staande in den Spaarndammerpolder onder Spaarndam afgebrand Ook een schuur en een hooiberg werden een prooi der vlam men Het vee werd gered. Verzekering dekt de echade. DE GRIEPEPIDEMIE IN DECEMBER 1926 In de zoo juist verschenen aflevering 1 van 1927 van het Maandschrift van bet Centraal Bureau voor de Statistiek is nAast het maandelijks daarin voorkomend over zicht van de huwelijken, geboorten en sterf - ten 'n overzicht van de griepepidemie over December 1926 opgenomen. Hieruit bliikt dat in genoemde maand 180 sterfgevallen voorkwamen aan griet», waarvan 132 met en 48 zonder complicatie». i NEDERLANDSCHE BENDE TE ANTWERPEN GEARRESTEERD. Het „Handelsblad van Antwerpen" deeii meu'e, dat Donderdag aldaar door de re cherche een bende Nederlanders is aange houden, die betrokken zijn geweest bij ju weelendiefstallen, hier in Nederland ge pleegd. De recherche had reeds een paar dagen een drietal vreemdelingen in het oog ge houden die door hun groote verteringen de aandacht trokken Donderdag is het gezelschap geknipt. Het onderzoek wees uit. dat men met deze aanhouding een goedeD slag bad geslagen. Het Antwerpsche blad schrijft: Men ging namelijk tot de aanhouding over vbd K., W. en J. B., allen uit Am sterdam, benevens van zekeren H., wo nende op de St.-Jacohsinarkt te Antwer pen. en een Nederlandsche juffrouw, d.e vermoedelijk zich in gezelschap van B. vond In het bezit van de aangehoudenen weTd een groote partij zeer kostbare sieraden en kostbaarheden van aller'ei aard ge vonden. zooals chronometers, braceletten, armbanden enz., tot zeker een gezamen lijke waarde van 200.000 francs Bovendien was bet gezelschap nog minsten® in het bezit van 100 000 francs haar geld. Er is nog niet kunnen worden vastge steld van welkeD diefstal de sieraden af komstig zijn, maar dat bet gestolen waar is, staat wel vast. Men vermoedt dat ze behooren tot de bait van de inbraak, Zo» dag gepleegd bij deD juweliei DavidsoD op den Nieuwendijk te Amsterdam. De ge stolen kostbaarheden hadden een waarüe van f 40.000. Het kwam Mozes Goudvink ter oore, dal zijn kassier op grooten voet leefde, en aan de beurs speculeerde. Hij liet hem bij zich komen Mijnheer Muller, zei hij vriendelijk, vandaag over veertien dagen zial ik de ka9 controleeren. Uitstekend mijnheerl Het waren voor Muller een paar zware v/eken, maar op den aangewezen dag was zijn kas geheel in orde. Muller, zei Goudvink, de kas klopt precies, ik ben zeer tevreden, en nu draag ik uw werk over aan je opvolger, die daar juist'binnenkomt. U is over een maand ont slagen. Maar de kas is toch geheel in orde, riep de verbaasde kassier uit. Nah, zei Goudvink, wou je dat ik wachtte tot die niet in orde wasl DE HERVORMING IN HET RIJKSMUSEUM Men zal zich herinneren, dat er een paar jaren geleden, toen bepaald werd, dat de genen, die de verzamelingen in ons Rijks museum wenschten te bezichtigen, zich daarvoor een kleine opoffering, niet meer dan een dubbeltje, als toegangsprijs, zou den hebben te getroosten, een slorm van verontwaardiging daartegen opstak uit den hoek van diegenen in onze samenleving, die beweerden, dat in onzen ..democralischen" lijd geen enlrée mocht worden geheven lot de verzamelingen, die het „volk" toebe hoorden. Geen sterveling, hoe arm ook, moest de gelegenheid onthouden worden, de kunstschat'iën, waarvan zooveel opvoedende kracht kon uitgaan, te kunnen bezichtigen. Ik voor mij geloof dat het heel gelukkig is, dat men zich aan die verontwaardiging van zekeren kant niet heeft gestoord en een einde gemaakt heeft aan de gelegenheid de openbare verzamelingen op kunstgebied om niet te kunnen bezoeken. We weten al te goed, dat de „democratie" reeds zóóveel goede en nutlige zaken voor niemendal geeft, die heel wat meer gewaardeerd zou den worden als degene, die daarvan geniet, er zelf een kleinigheid, hoe weinig dan ook, voor zou hebben te offeren denk maar eens aan de invalidituits-zegeltjes, die wij plakken mogen dat de heffing van tien cent toegangsgeld tol ons Rijksmuseum werkelijk niet overdreven kan heeten. Zulks fs trouwens reeds lang bewezen; het enkele dabbeltje heeft zelfs den „kleinsten" man niet afgeschrikt om verzamelingen als die, welke men in Dr. Cuypers' onvolprezen schepping genieten kan, te gaan zien wie af en toe het Rijksmuseum bezoekt, zal dat genoeg hebben kunnen opmerken De Amsterdammers zijn, en terecht, trotsch op het feit, dat zulk een gebouw met zulko verzamelingen, dagelijks voor hen open staat en toch heb ik kunnen opmerken, dat er nog velen zijn onder mijn stadgenooten. die er zich niet van bewust zijn, welke ver anderingen van de allergrootste beleekenis er sedert enkele weken in het museum heb ben plaat9 gehad; veranderingen, waarvoor men den huidigen directeur, den heer Schmidt Degener, wel zeer erkentelijk mag zijn, omdat hetgeen hij gedaan heeft, de kunstschatten, die onder zijn hoede zijn, veel meer doet uitkomen dan ooit het geval is geweest. „Het is een openbaring." aldus heeft iemand, die er onlangs rondging, eens tot mij gezegd, „zooals alles nö gerang schikt en gehangen is. ziet men eersi hóé! goed. welke schatten daarginds aan de Stad houderskade tot landgenoot en vreemdeling spreken." Hij had volkomen gelijk toen hij zoo sprak, maar gelijk ik zeide, vele Am sterdammers kennen den nieuwen toestand nog niet en ik mag dus veilig aannemen, dat er ook nog duizenden provincialen zijn, die hem niet kennen. Vandaar dat ik hèn nu daarop wijzen wil en beslist toeroepen: „Verzuim toch vooral niet, wanneer ge deze stad weder komt be zoeken en er een paar uurtjes voor over kunt hebben, uw schreden te richten naar het Rijksmuseum om er de nieuwe rang schikking der kunstschatten te gaan zien en te genieten; ge zult, gelijk mijn vriend, zeggen, als ge later weder het gebouw ver laten hebt, dat ook u een openbaring werd geschonken. Degenen, die in den zomer van 1925, toen. dank zij het initiatief der vereeniging „Amstelodamum", de bekende historische tentoonstelling ter gelegenheid van het 650-jarig bestaan van Amsterdam in Rijks- en Stedelijk Museum gehouden werd, do schitterende kunstverzameling in de eere zaal en aangrenzende zalen van eerstge noemd museum bezichtigen konden, hebben toen meermalen gezegd: „Kon dit alles slechts zoo blijven". Gebleven, zooals het toén was. is het niet; daar waren bij die gelegenheid schilderijen en andere voorwerpen van kunst uit bin nen- en buitenland in bruikleen afgestaan, die weder terug moesten naar de plaatsen vanwaar zij gekomen waren, maar de di recteur heeft, toen hij aan het hervormen is gegaan, wel degelijk rekening gehouden met hetgeen in 1925 te zien is gegeven. Hij is zelfs nog veel verier gegaan de veran deringen. die hij deed aanbrengen, hebben zich niet alleen beperkt tot de eerezaal. de Rembrandt-zaa! en aanbreiende zalen, doch hij heeft die ook uitgestrekt over de geheele reeks bekende kleine kabinetten het werk is zelfs nog niet geheel voltooid, want er zijn nog zalen, waarin er den be zoeker op gewezen wordt, dal daar nog slechls een tijdelijke rangschikking beslaat. Zulks hangt trouwens samen met het feit van de restaura tic. J:o in enkele zalen en ook h de groote voorhal, vóór de eere-zaal gelc-gef.noodig is gebleken- daar zijn schil ders en decorateurs nog bezig om schoon te maken, opnieuw te schilderen. Maar het geen nu nog plaats heelt, behoeft voor niemand een beletsel le zijn om te gaan zien datgene, dal gereed is en dat is het allergrootste gedeelte. Wie nu het museum gaat bezoeken, doet het verstandigst als hij binnengaat door den toegang aan de linkerzijde. Is men dan de trap opgeklommen, dan begint men zijn wandelingen door de kabinetten aan de rechterhand eD al dcdelijk merkt men dan op, dat de nieuwe rangschikking zich inzet met de oudste school der Vlaamscb*» primitieven en men, al voortwandelende. geleidelijk de geheele oude Noord- en Zuid- NederlandBche scholen te zien krijgt, de talrijke schilderijen van de verschillende oude meesters zoovoej mogelijk bijeenge bracht. En niet dat alleeD de kunstlief hebber zal ook opmerken, dat men bij het plaatsen der doeken al het mogelijke ge- dtaan heeft om ze zóódanig te hangen, dat het invallende licht ze zoo goed mogelijk tot hun recht bracht. Het is hier natuurlijk niet de plaats om een opsomming te geven van al hetgeen de bezoeker te zien krijgt; ik wil er slechts op wijzen, dat men, voortwandelende, ©1- lengs bereikt de verschillende zalen, waar in de kunstschatten van den bloeitijd on zer schilderkunst, vaD de 17e eeuw, bijeen zijn gebracht en men schier van eiken grootmeester van het penseel een afzon derlijke studie kan maken, tot men geko men is in de Rembrandt-zaal, waar de „Nachtwacht" zich toont onder de heer lijkste belichting en de enkele groote doe ken aan de wanden, de aandacht, die het beroemde schilderij verdient, niet te veel afleiden. In heerlijke rust kan men op de gemakkelijke banken gezeten het meester werk bewonderen. Die rust heeft men trouwens gedurende de geheelé wandeling, welke men tot dus verre deed, kunnen hebben, niet alleen om dat op tal van plaatsen rustzetels in het midden der zaal staan, maar ook omdat de vloereD thans overal ziin hH°gd met dik bruin linoleum, waardoor het geluid van de voetstappen wordt gesmoord, een verandering, diè niet te onderschatten valt. doch die men en dat is, geloof ik, de eenige teleurstelling, welke men thans in het museum ondervindt helaasmisse* moet, zoodra men uit de Rembrnndt-zaul de eere-zaal binnengaat. Laat ik in verband hiermede zeg^on, dat «men niet langer, zooalf* voorheen het geval was, die eere-zaal kan binnengaan uit het hoofdportaal, want een antiek, fraai gesmeed ijzeren hek sluit thans het hoofdportaal vin de eere-zaal af, wat dus zeggen wil, dat men hetzij door de kabi netten ter linker- of ter rechterzijde den rondgang heeft te maken om uit de Rem brandt-zaal de eere-zaal te betVeden en laatstgenoemde weder via de Rembrandt-- zaal verlaten moet, tenzij meD zich nog in de eeTe-zaal mócht bevinden tegen het uur waarop het museum gesloten wordt. Want eeD kwartier vóór het sluitingsuur «al slaan wordt het ijzeren hek door den suppoost geopend, opdat degenen, die dan cn de eere zaal zijn', niet meer den omweg zullen hebhen te maken, teneinde de trap pen Daar den uitgang te bereiken. Zij, die het Rijksmuseum kennen, weten, dat de doekeü in de eere-zaal geplaatst waren ter rechter- en ter linkerzijde in de nissen, die eeD paar tredeD hooger lig- geD dan de vloer van de zaal Het geheele aspect vaD de zaal is veranderd doordat men over den geheelen tegelvloer eeD eikenhouten parketvloer heeft gelegd, waardoor deze nu op gelijke hoogte ligt als de nisvloereD, de treden daarheen zijn dus verdwenen. Op zichzelf is dit een schitterende verbetering Wie uit de Rem brandt-zaal komt, staat werkelijk een oogenblik stom van verbazing; niet alleen door het gezicht over dieD fraaien vloer, die zich uitstrekt tot het genoemde af sluithek, maar bovenal door -deD aanblik, dien men nu heeft naar de nisseD ter bei der zijden en op de gToote vitrines, welk© in de zaal geplaatst zijn bij de toegangen tot de nissen, vitrines, waarin de schitte rende, kostbare porseleinverzamelingen, die ons museum rijk is o.a. de collectie Van Loon ter bezichtiging zijn gesfc?ld. Wan neer men daarbij weet. dat in de nisruim ten, evenals in enkele der zalen, die wij reeds door wandelden, hier en daar een oud, kostbaar meubelstuk is gepiaatsc, waardoor elke ruimte als 't ware eeD in tiem karakter" krijgt, waarbij al dj© heer. lijke kunstschatten pn-ssen, dan begrijpt men, dat de Museum-directie er in ge slaagd is een geheel te scheppen, zooa's men vermoedelijk in niet veel openbare schilderijen- en kunstverzamelingen vin- deD zal. Maar, gelijk ik zeide, de vloer in d© eere-zaal is een teleurstelling in zooverre, dat die heelemaal niet gerui^chloos is. Wèl voor zoover hij ligt in de nissen, want» daar ligt hij direct op deD steenen vloer daar onder, doch in het midden rust hij op bal ken, zoodat er een groote holte is ontstaan tusschen de twee vloeren, en dt© holte is oorzaak, dat elke stap daar klinkt, hetgeen werkelijk het genot van het rondgaan ïd de eere-zaal afbreuk doet. zulks te meer, om dat men, alvorens daar binnen te treden, over dat geruischlooze linoleum had ge- loopen. Het is te hopen, dat men er nog iets op zal weten te» verzinnen om dezen onaangenameD factór te niet te doen. Teruggekeerd in de Rembrandt-zaal zet men do wandeling door de volgende zaita eD kabinetten in de westzijde van bet mu seum voort, om dan de voorhal weder te bereiken, vanwaar men het gebouw weder verlaten kan geli.k ik zeide, dat ge deelte is nog niet héélemaa) in den nieu wen geest gerangschikt, doch zulks zal ook "wel spoedig bet geval zijn. Ik herhaal, wat ik in den aanvang schreefons Rijksmuseum heeft onder den huidigen directeur eeD hervorming onder gaan, welke niet genoeg te waardeeren valt, eD nooit genoeg in gansch het land bekend behoort te worden. Daartoe hoop ik, dat het hier geschre ven© zal bijdragen. SIN1 SANA. Ontwapening. Het groote vraagstuk in de „groote poli tiek" is momenteel het pLan van Amenka's president Coolidge om een nieuwe conferen tie bijeen te roepen over de ontwapening ter zee in aansluiting aan de conferentie van Washington. Met zeer gemengde gevoelens is dit ontvangen, gelijk wij voorzagen. Het eerste land dat ^officieel heeft geantwoord was Frankrijk, dat goed beschouwd, een be leefde weigering heeft doen hooren. Frank rijk verschuilt zich in de eerste plaats ach ter de ontwapeningsconferentie, door den Volkenbond in Mei a.s. belegd. Meedoen aan een aparte conferentie zou beteekenen het uitschakelen van alle landen, die lid zijn van den Volkenbond en die niet ter Was hington zijn genoodigd, hetgeen zou zijn tot schade van den Volkenbond en diens prestige. Frankrijk raakt ten aanzien der Vereenigde Staten daarmee een zeer teere snaar aan. Men weet immers, hoe Uncle Sam afzijdig staat van den Volkenbond, dien hij beschouwt als een Europeesch li chaam. al wil hij daarmee nu en dan toch wel te maken hebben voor zoover het in zijn kraam te~ pas komt, getuige het doen bij wonen van diverse conferenties door „waar nemers" gelijk ook zal geschieden met be wuste Volkenbondsontwapeningsconferentie. Wie brengt Amerika en Volkenbond tot elkaar.... Verder verklaart Frankrijk, dat het weinig voelt voor alleen ontwapening ter zee. ter wijl over de legersterkte en luchlvaarlkracht niet Wordt gesproken evenmin alsover de technische middelen waarover ieder land beschikt. koVtom Frankrijk houdt vast aan bespreking van de ontwapening over de gansche linie. Ten aanzien van Amerika ligt er zoo iets in van: jij hebt gemakkeink praten, daar je slechts met de marine hebt te maken, voor mij is het heel anders. En inderdaad, het is iets heel anders, als men het zoo beschouwt. De Volkenbondsontwa- peningsconlerentie is dan ook bedoeld als zoo'n beschouwing van het vraagstuk in alle geledingen. Wat evenwel de reden is dat de verwach tingen over de te bereiken resultaten in Mei a.s. zeer laag zijn gespannen. Er zal zooveel worden overhoop gehaald dat het ondoen lijk zal blijken alle stroomingen tevreden te stellen. Juist door het aan elkaar ver binden van de diverse bewapeningen zal overeenstemming onbereikbaar blijken. Zou het daarom in hel belang van den vrede ook al zij erkend, dat Amerika ge- .heel handelt volgens het oude gezegde: het hemd is nader dan de rok! niet aanbe veling verdienen te regelen, wat te rege len is? Iedere stap in de richting van ontwape ning. hoe bescheiden ook, is als winst te be schouwen. Was er nu op marine-gebied iets te bereiken, waarom dan daartoe geen po ging gewaagd? Frankrijk is echter bang dat het zal vast gelegd worden naar een verhouding als volgens het verdrag van Washington is be paald ten aanzien van de „capital ships" en daarvan wil het niet. weten! Hoogstwaarschijnlijk zal Italië hetzelfde standpunt innemen al9 Frankrijk, terwijl Engeland en Japan, 'al hebben ook zij eenige reserves, toch wel zich voor de con ferentie zullen verklagen, die echter ont zield lijkt door de weigering van beide an deren. Wat willen de drie groote zeemo gendheden per slot van rekening alleen? Hoofdzaak blijft ons lijken in de gegeven omstandigheden de propaganda voor gees telijke ontwapening. Van binnen uit zal hel moeten komen, wil ooit iets waar worden van een „vreedesrijk", dat thans ngo is: een utopie. Zie b.v. hoe in Europa's Oosten de ver houdingen zeer precair blijven Tiisschcn Duilschland en Polen botert het niet en zal het voorloopig niet boteren. De vredesvoor waarden als anderszins, fooals die Duilsch land met geweld zijn opgelegd, zullen daar nooit of te nimmer als vast worden be schouwd. terwijl Polen er niet aan denkt, van eenig bezit afstand te doen Gevolg dat beide landen die in economisch opzicht zoo op elkaar zijn aangewezen, tegenover el kaar staan als kat en hond. De onderhande lingen over een handelsverdrag zijn zelfs ge schorst tengevolge van den Duitschen eisch tegelijkertijd te onderhandelen over het in- vesli^atie-recht hetgeen door Polen beslist is afgewezen, van meening dal het twee geheel gescheiden kwesties betreft. Wat op zichzelf juist mag heeten doch zonder het een zal het ander niet zijn te bereiken Gekneld tusschen Duitschland en sovjet- Rusland is de Poolsche positie niet bepaald fraai le noemen. Hoe men daar dus ivf ontwapening denkt behoeft geen nader com mentaar. naar het heet, maar evenmin a!s aanw°zigheid van kruit een kruithuis^ ontploffen, kan zonder bewapening onlslaan. En met, men kan het zich» stellen! Gaan we verder Oostelijk. Rus!att| Siberië door, dan zien we in hel Upm-'J rijk den oorlog juist herleefd Dp strijd I schen Noord en Zuid is opnieuw onitJ met voorloopig succes voor Zuid. dat gtTij lijk dicht naar Sjanghai is doorgedn-^ zoodat in Engeland reeds geroepen nu. wie had gelijk mei het zenden J troepen? Nieuwe troepen zijn uil Honjfc zelfs reeds gearriveerd. In het begin van de week heette hp|J de Kanlonneeschp leider Tsjen beslist 7 gerde de overeenkomst met Engeland zake Hankau tp teekenen. Bepaalde redenen werden niet opgejeJ maar het beteekende het afbreken dern handelingen. Wanrom het zoo lang dj moest, alvorens officieel een tegpn.^ kon worden geifcxpn? Was hpt waar, 1 heeft Engeland door nieuwe besprefcr.l een wending aan de zaak weten te rJ nadat Tsjen de kwestie sleepende had! houden met hef oog on de gebeurtenissej| velde? Hef heeft er allen schijn van. 'Geteekend is de overeenkomst echter J niet en zoolang dit niet is bereikt, tj elke mogelijkheid open. In hoeverre juist zal blijken een get dat Noord en Zuid in overleg zijn getr is moeilijk te zeggen China is een waarvan zoo weinig vaII te voorspellen l de ruzie onderling werd bijgelegd biedll zelfs kans op onbegrensde mogelijkhedej RECLAME. IZOHDI yyó9 TSJEN. De ontwapening van sovjet-Rusland Men ziel het tegendeel. Trouwens, denken in 't Oosten Roemenië en Zuid Slavië ernstig aan ontwapening? In geenen deele. 'I ïs overal bewapening en nog eens bewapening. Natuurlijk ter afweer, t Dank zij de griep, waarvan wij iD Zi seriand en speciaal m Genève uit de ew hand geprofiteerd hebben, zal de vaD '26 op 27 ons nog lang heugen Ni noeg geeD mensch bleef vrij, maar gelui was het verloop over het algemeeo we kwaadaardig Althans vergeleken bi] epidemie, die wij in '19 doorgemaakt t ben, waarbij honderden joDge mènsó gestorven zijn, was bet ditmaal slechts derspe-1. Het vei loop was ook m dien meer normaal, dat ernstige complicat. eD lethale uitgang zicb slechts voorde; bij bejaarde meusehen. Merkwaardig bi.i vrouwen de sterfte veel grooter dan bij maonen. De ziekte is hier een oude bekende, als o.a. blijkt uit een artikel id het „Ja nal de Genève", van 7 Dec 1783 Dr. (Mi een toenmalig zeer bekend geneesheer ter stede, gaf daariD een beschrijving de griep, na anderhalve eeuw nog up date. Volgens Odier was ook toen de zi' geen uitvinding vaD recenten datum, d ze reeds vroeger omstreeks 1487, in ZuideD van Frankrijk gesignaleerd Ten tijde van Odier was ze in Europa der diverse benamingen bekend. Do lianen sprakeD van de influenza, dna speciaal denkende aan invloeden van ren. De FranscheD kenden haar onder zeer karakteristieke benaming la Coijbi of la Brienne, terwijl men ze in Gen aanduidde met den naam la Grippe, geen volgens Odier bëteékende fantasie capricieuse jicht. Aspirine was destijds nog onbekend, m daarvoor haddeD ze de aderlating, die zelfde reputatie bezat als ons togen»/» dig universeel heilmiddel. Voor de tout comme chez nousbedrust, veel me dranken, transpireeren. Op dit gf* dus ook a! geen nieuws onder de V>. Een slechte winter voor onze bcF* burger, cabarets, cinema's en dergelijk?! legenheden tot vermaak, maar op de \- lijksche kermis was het niet minder tt dan gewoonlijk De groote massa, steeds kinderlijk en zorgeloos, laat niet van pretjeF afhouden. De „Forai hebbeD dan ook, niettegenstaande de gn geen reden tot klageD gehad. Plaiupsl» do Place du RhAne en de mooie G» Quai waren als telken jare geheel, in slag genomen door caroussels, schiettent? loterij kramen, waarzegsters, gal<»pp??n de varkens eD leeuwen, luchtschomtnfl' exposities van nimmer vertoonde ht? verscheurende dieren. Holland gaf art' présencé door de aanwezigheid van fiks uit de kluiten geschoten deerntj? lengte van 2.18 M overige afmet'tf naar rato. De beroemde leëuwenvrou* de vermaarde lilliputters legden het td geD ons landgeDOotje. De griep bezorgde d© schooljeugd extra vacantie, hoewel dit genoegen oen f zins vergald werd door bet verbod lender beneden de zestien jaar tijdens het demisrh heerschen der griep toe te W in cafe's, dancings, cinema's, etc. Msar van de kermis weg to houden bleek gelijk. Jammer dat voor do thans gW': vrijheid straks een deel van de cantie moet ingeboet worden. Tragi?1* dat zo door het miserabele weer zoo riig aaD die vacaDtie gehad hebben juist nu de soholen heropend zijn» 's ïd ruime mate de sneeuw gevallen, zoo verlangd werd Al wat jong van kj en vaD becnen 16 eb er een paar op na houdt, trekt than6 Donderdags, terdags en vooral Zondags de boogt' Sinds een paar jaren is de ski hier populair geworden. Zondagsmorgens ®'f nog donker is. reeds een herrie van b?1 aan het station Trein na trein. opg?n met vroolijke jonge menschon vertrekt t naar St. C'enjues, la Givrine cd ?eröf iD de Juia. Maai ook de andere rond 'Genève worden niet vergeten e- een koude neus voor over had kl£.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 6