VOOR DE JEUGD
LEIDSCH DAGBLAD
Vrijdag 28 Januari
Anno 1927
i*>2 y*< ji>: ttiitïi giï :«i ji»:<iïi>T
'tCm;* •lïJL*JSJL\L9sJSJS^WJJJJJL?JJUS*±?<±AAT •ÜT?'
TANTE FRANS.
a
iï*TÏ-ï???I*ï!??Ï5ÏÏ??É?ï??tÏ!ÏT*ti MT Ti - iT
lji t t i t t i t i i i i t lil
Kaar het Engelsch van E. KNOCK.
Beknopt bewerkt door
C. E. de Lille Hogerwaard.
HOOFDSTUK I.
Kennismaking.
^m!
et was de deur der kinderkamer, die op
iruchtige wijze dicht gegooid werd.
•uck!" klonk een stem uit de kamer,
j eens even terug, lieve kind",
el meisje, dat de deur zoo hard achter
zich dicht gegooid had. bleef een oogenblik
Juiteloos staan en liet bevel werd op be
llen toon herhaald In het volgend oogen-
deed zij de deur weer open en kwam zij
kamer linnen. Met een uitdagende uit-
ikkint op het gezicht bleef zij even tegen
deurpost geleund staan. Zij had een
ige kleur, haar donkere oogen keken on-
Ispellend en haar kastanjebruin krul-
scheen de gehoorzaamheid aan haar
irstnk opgezegd te hebben.
„Ja. mevrouw!" zei zij.
Doe alsjeblieft de deur zacht achter je
:ht. als je de kamer uitgaat", zei mevrouw
•n vriendelijk.
ËAIa je je boos humeur toonen wilt, doe
P dan niet met zoo'n lawaai, maar doe
rustig". zei Leo plagend.
!evrouw Wilson hief waarschuwend de
d op om hem het zwijgen op te leggen
p Puck wierp een woqdenden blik in de
ling van haar broer.
boog het hoofd en wisselde een blik
verstandhouding met Bob en Job, die
er met een boek vóór zich vol belang-
ling keken naar hetgeen er gebeurde en
uwelijks hun lachen konden inhouden.
J,Je kunt gaan, als je wilt,"*zei mevrouw
pilson, in het verhitte gezicht van het
iisje kijkend.
.Ik zou zelfs geen seconde langer wach-
i". voegde Leo er op vaderlijken toon
toe.
ib en Job lachten nu luid en Puck
Ie. na nog een woedenden blik naar Leo
orpen te "hebben, de kamer uit. er ech-
toch aan denkende, de deur zacht ach-
zich dicht te doen.
•.Leo. zei mevrouw Wilson, toen Puck
'ilea hun gehoor was, „het is heel kin-
rachtig van je. Puck zoo te plagen als
H doet. Je hebt je er bovendien niet mee
bemoeien, als ik iets tegen haar zeg."
Zij verder niets meer. want zij hield
B niel van den oudsten jongen in het bij-
Öïn der jongeren de les te lezen. Haar stijf
BSlolen lippen en- de misnoegde uitdruk-
B1? in haar oogen zeiden echter meer dan
"'iden hadden kunnen doen.
'o boog zich over zijn boek en Bob en
verdiepten zich evenals hij in hun les-
opvoeding van dit weerspannig troep-
I de jeugdige Homers, bezorgde mevrouw
llson heel wat moeilijke oogenblikken en
PVFel zij zich steeds zeer plichtmatig van
taak gekweten had. voelde zij toch,
de kinderen hoe langer hoe moeilijker
^geeren waren.
'-*o was nu zeventien jaar. Hij bezocht
B gymnasium in 9e naburige stad. waar
eiken dag met het buurttreintje heen
was juist op een leeftijd om zich
zelf en alles wat daarmede in verband
6tond. heel interessant te vinden. Het kwam
L^o voor. dat zijn jongensjaren ver achter
hem lagen en hij nu een man was.
Puck. of Eveline, zooals ze eigenlijk
heette, was juist twaalf jaar en mevrouw
1 Wilson had nog nooit een meisje ontmoet,
dat haar telkens weer opnieuw zóó* ver
baasde door haar luimen en invallen Zij
was driftig, stoof bij het minste op eli had
veel overeenkomst met kwikzilver. Zij had
echter een hartje van goud
Op haar volgden Bob en" Job, de twee
lingen, die tien jaar oud waren en de meest
origineele. ondeugende bengels* welke men
zich maar kan voorstellen. Niemand wist
ooit, wat zij in het volgend oogenblik zou
den uitvoeren. Mervrouw Wilson leefde in
een voortdurende angst, dat zij met gebro
ken armen en beenen thuis gebkacht zouden
worden. En hun kleeren zagen er soms zóó
gehavend uit. dat zij niet begreep, hoe zij
zich toch zóó konden toetakelen.
De jongste. Vera of Feetje, zooals zij ge
noemd werd. was een lief, rond dikkertje,
een zonnig meisje van zes jaar en de lie
veling van iedereen.
De kinderen hadden geen ouders meer.
Vijf jaar geleden was de geheele familie
uit Indië gekomen. Meneer Homer was na
een heel kortstondige doch hevige ziekte
aan boord gestorven en zijn vrouw had den
schok niet te boven kunnen komen. Kort
na het overlijden van haar man stierf
ook zij.
Oswald Horner, een oom van de kinde
ren, had hun zijn landgoed: Beverode als
hun tehuis aangewezen.
Oom Oswald was een sombere, min of
meer norsche man en niet alleen de kinde
ren. maar ook mevrouw Wilson zag altijd
tegen zijn bezoek op Boverode op. Wanneer
hij kwani. wa9 het slechts voor een paar
dagen, daar hij biina altijd op rt.s was.
Maar hoe kort hij ook bleef, zijn vertrek
was steeds weer een groote opluchting.
Maaf laten wij nu Daar Puck terugkeeren.
Nadat zij voor den tweeden keer de ka
mer was uitgegaan, was zij door de ouder-
wetsche gang en de ball naar buiten ge
hold, waar de heerlijke voorjaarszon 'de
narcissen en daffodils scheen te liefkoozen.
Even ftleeft zij stilstaan om de schoonheid
der natuur waarvoor zij altijd zeer ge
voelig was in zich op te nemen Daarna
liep zij hard over een grasperk, klom over
een lagen muur en sprong aan den ande
ren kant in de bosscben, welke zich uren
in het rond om Beverode uifstrekten.
Daar wierp zij zich op den grond te
midden der sleutelbloemen en terwijl zij
haar handen onder haar hoofd samenvqpw-
de, keek zij door het teere, fijne bladerdak
naar de blauwe lucht boven zich.
Puck was woedend,
„Ik haat hem!" zei zij heftig. ,,Hem"
sloeg natuurlijk op Leo, maar terwijl zij
dit zei, zag zij er uit, alsof zij de heele
wereld haatte.
Wat er gebeurd was?
Het volgende
Leo had een plaat gescheurd uit een oud
geïllustreerd geschiedenisboek, dat het
eigendom van Puck was, een plaat, waar
van zij juist zoo heel veel hield. Zij was
geheel in de beschouwing er van verdiept,
toen zij plotseling opgeschrikt werd door
een ruwe hand, die haar met geweld uit de
wereld der verbeelding terugvoerde in dio
der twintigste eeuw, van plagende jon
gens en haar het geliefde boek wilde af
pakken. Ten einde haar schat te verdeai-
gen, legde zij er haar hand op Een geluid
als van scheurend papier volgde en do
mooie plaat scheurde door midden: do
óéne helft was nog id het boek en de an
dere in Leo's plagende hand.
„Akelige, nare, vaische jongen I" riep
Puck uit. Zij had een gevoel, alsof zij stitc-
ken zou en kon geen woord meer uitbren
gen. Haar korte uitroep ging echteT verge
zeld van een hardeD klap, die tegen het
hoofd van haar plaaggoest aankwam En
daar zij bang was. haar tranen niet langer
te kunnen bedwingen, was zij de kamer
uitgehold, de deur hard achter zich dicht
slaand.
Arme Puck! Hoe donker zag het er in
haar hartje uitl Daarin scheen alleen
maar plaats voor boosheid te zijn. Nog
klonk Leo's spottende lach in haar ooren.
En dat Bob en Job, die altijd haar partij
kozen, nu ook gelachen hadden!
Dat was hard, heel hard voor Puck
HOOFDSTUK II.
Een andere gesloten denr.
Puck's oogen brandden van tranen, dia
zij niet geschreid had en haar lippen wa
ren 6tijt op elkaar geklemd.
„Puck! Puc-kiel"
Het was Feetje, die riep. Puck stond op
en liep naar den lagen muur. Daar kwam
het dikkertje aanloopen. Toen zij bij den
muur gekomen was, hielp Puck haar er
oyerheen.
„Ik wou je mijn kalehderpapiertjo voor
lezen," kondigde Feetje buiten adem aan,
zoodra zij veihg was aangeland aan aen
kant van deD muur, waar Puck was.
„Hoe kun je het voorlezen, als je heg
niet bij je hebt vroeg Puck, terwijl z:j
het kleine ding een kus gal.
„O, maai ik heb het meegebracht!"
klonk het triomfantelijk en Feetje ba&ide
e^n verkreukeld papiertje uit den zak /an
haar schortje te voorschijn.
Het was een dagelijks wederkeerend g<v
noegen voor Feetje het kalenderpaplerrjo
voor haar zusje te spellen.
„We hadden het bijna vergeten, Puck",
zei het kleine ding ernstig, „en het is al
laat
„Nu, gauw dan maar!" antwoordde Puck,
terwijl zij op het gras neerplofte met Feetje
en het ka-lenderpapiertje in de armen.
Feetje had geen verdere aanmoediging
noodig en begon onmiddellijk.
„Ik sta Wie is „ik", Puck I"
„Jezus, denk ik. Ga maar door."
„£oor do deurWelke
•leur 1"
Puck schoof wat heen en weer en trok
%an een grashalmpje
„Wat voor deur, Puck 1 Jo helpt me ook
heelemaal nietl"
„Ik denk, dat het one hart beteekent."-
Feetje boog zich nu weer over hei» fa-
piertje en ging voort:
..E11 klop. Wie Mijn'— stem
hoortklinkt die duidelijk. Puck
„Jasoms", antwoordde Puck en zij