No. 20509 LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 22 Januari Derde Blad Anno 1927 Buitenl. Weekoverzicnt. JJDoot dit al, i6 Duitschland's positie er niet op verbeterd. Hindenburg's staan boven de partijen heeft een geduchten klap gehad door zijn nu niet meer te ontkennen voorliefde voor de zwenking naar rechts de kwestie der rijksweer, gelijk be- K^'idl Stresemann en zijn politiek zijn dacht gewordeD, zacht gesproken, nu hij ook zoo ijvert voor de partij, die zijn pUlSltlAvAN-VALKEriBURG'S- ft A •'iLEVERTR/ r-LEEUWARDClV' INDISCHE KRONIEK. FEUILLETON. GELOKONINGEN. De Duitsche crisis nog on* opgelost. Briand over de ontrniming van het Rijn gebied. Ontspanning in Amerika. Blijvende on zekerheid in China. Eindelijk, mag mcd wel zeggen, heeft Curtiua de opdracht tot het formeeren van een kabinet in Ehntschland aan Hindenburg teruggegeven Waarom zoo lang „gesleept" worden moest 1 De eenige reden kan slechts gelegen zijn in „partij-belang" on „partij- P°Na" lCurtius is Marx door Hindenburg uitverkoren. Wederom gaf de rijkspresident een omlünde opdracht. Het moest nu wor den een kabinet der middenpartijen. Stil zwijgend sloot dat in- steunen op de so cialisten, want de Duitsch-nationalen had den voldoende duidelijk doen uitkomen, dat van hun kant op geen steun viel te rekenen De socialisten toonden zich zeer gematigd, waren tot stille medewerking bereid, zoo hun de personen der ministers en het program aanstonden, hetgeen be- .teekende, dat dr. Gessier als rijksweermi- nister moest verdwijnen een meening, door Gessler's eigen partijgenooten, de democraten, volledig gedeeld, vooral sinds deze het opnam voor een paar generaals tegen den voorzitter der democratische partij en dat inzake den 8-urendag eeni ge toezegging moest worden gegeven. Doch de deur werd opnieuw in t slot gegooid door degene, die nu als spil op trad: de Duitsche Volkspartij. Hoewel graaf Westarp, een der Duitsch-nationalc leiders het noodig oordeelde in een speech nog eens duidelijk te doen uitkomen, hoe deze partij volbloed monarchistisch is en gcens- riDB genegen de politiek van Locarno, Thoiry en Genève te aanvaarden, al houdt zij zich wat op de ruimte, toch heeft Stre- seman's partij opnieuw naar rechts gewe zen. Voor zoo'n regeering der middenpar tijen, leunend op de socialisten werd nm- telijk bedankt. Daai lag ook M&rx. Edoch,Hindenburg deed wederom een beroep op hem. Nu moest het naar de burger-rcgcoring, dlu Curtius niet kon klaar krijgen. Hindenburg heeft zelfs een beroep gedaan op de bur gerlijke partijen, om zich hiervoor opoile- ringen te getroosten. Zal Marx nu slagen Het is niet onmogelijk geworden, dat on der leidiDg van het Centrum deze richting tenslotte toch wordt aanvaard, al zal bij den linkervleugel der R.-K. partij do te genstand groot zijn. De democraten doen in geen geval mee, dat is vast. politiek niet® aanvaardt Dit afgezien van het resultaat van Marx' tweede poging, waarop alleen Rijks dagontbinding nog maar kan volgen bij mislukking, Daar het zich laat aanziet). Dit is koren op den molen van degenen, die in Frankrijk altijd een waarschuwende stem doen hooren tegen te ver gaande ncessies aan het rijk der Germanen, en die het Briand geducht lastig hebben ge- aakt. Na Briand's verklaring voor de mmissie van buitenl. zaken uit de Kamer js hij vooreerst safe. Hij verklaarde toch, dat van een vervroegde ontruiming van het Rijngebied geen 6prake is. Volgens het verdrag van Versailles kan Duitsch- land dat echter vragen, doch dan moet 'uitschland tegenwaarde bieden, Bet hi) evenwel op volgen D.w z., dot Briand dus toch wel over praten wil. Wat kan daarvan echter terecht komen et Duitsch-nationalen in de Duitsche re geering? Of weet Stresemami oJ bij vo^r- aat, dat hij toch geen voldoende tegen- aarde bieden kan Maar zelfs dan i9 het voor de buitenl politiek in menig op zicht een nadeel. Dcük aan ontwape ning etc. I Met die ontwapening in algemeencn zin gaat het slecht, den lantsten tijd. In di verse landen steekt Mars hetrhoofd weer geducht op, tot zelfs in de Vereenigde Staten toe, waar krachtig wordt geageeul voor vloot-uitbreiding, waar Coolidge zich tot- nu toe weet té verzetten. Gelukkig komt er ontspanning in de verhoudingen tusschen de groote Unie eener- en Mexico anderzijds. Van weerskanten krijgen de gematigden en verstandigen de overhand, inziende, dat een oorlog slechte verderf brengt, zelfs voorden overwinnaar. Het laat zich aanzien, dat slle geschilpunten aan arbitrage zullen wordeD onderworpen. Arbitrage en Amerika st.aat nog altijd buiten de gTOote arbitrage inrievhtingen 't Is een heele ontspanning evenwel, die ook op midden-Amerika haar terugslag zal doen gevoelen In Mexico zelf wint de op standige bewegiDg in kracht. Volgens de regeering onder leiding der R.-K. geeste lijkheid, die dit weer ontkent. Wie er ge lijk heeft Ook ten aanzien van de vele gruwel-verhalen over moord op R.-K., waarbij de berichtgeving juist andersom is In Europa is het sovjet-Rusland, dat speciaal zich militair versterkt en het fas cistisch Italië; les extrêraes se touchent Dit dwingt de buurstaten weer tot afweer- maatregelen. Welk een bedragen worden in Polen en de Balkanlanden als Roemenië en. Zuid-Slavië den oorlogsmoloch in den muil geworpent Besprekingen zullen vooreerst wel wei nig effect sorteeren. Of het in China an ders zal zijn We twijfelen, al is de too- stand niet zoozeer verergerd. Van verbe tering ie evenwel evenmin sprake. Het feit, dat België zich bereid heeft verklaard de concessie te Tientsin terug te geven, wan neer de hangende geschillen zijn. opgelost, is een precedent, dat het nationalisme krachtig steunt. Engeland blijft zich zeer vredelievend uiten, doch het zendt inmid dels tal van versterkingen naar het He- roelsche rijk. Naar het heet uit voorzorg. Als dat juist is, dan bewijst het toch wel, dat het daar in het verre Oosten nog lang niet veilig is. Ongetwijfeld zal van Rus sische zijde alles in het werk worden ge steld om Engeland de grootst mogelijke schade toe te brengen Ziet sovjet-Rusland immers niet in Albion de groote vijand, die druk bezig is het ,.ein zu kreisen" Het steekt dit niet onder stoelen of ban ken. 'Vrij uit wordt het door de leidende figuren gezegd. Op en tegen Engeland is daarom alle Hetze gericht. In hoeverre dit in Engeland weerklank vinden zal, wordt wellicht spoedig duidelijker, nu het alge meen vakvereenigingscongTes begonnen is de vuile wasch der stakingsschuld etc. te behandelen. Vooral Cook en Thomas zul len elkaar heel wat hebben ,,op te dis- schen." Het is een uitstekende krachtmeeting! DE FININSPECTOR EN DE TSJASTNIEK. (Nadruk verboden). De fininspector is de boeman van Sov jet-Rusland, vooral van den tsjastniek. Maa.r de lezer kent natuurlijk de eigen aardige bolsjewistische terminologie nieè en weet niet wat een „fininspector" en wat een „tjastniek" is. Een fininspector is een ambtenaar van den fiscus, die tegelijker tijd inspecteur der belastingen, belasting- opzichter, enz. 13. Hij bepaalt den aanslag, bij controleert de juistheid van den aan slag, hij executeert de wanbetalers. In de kleinere stadjes wandelt de fininspeciur over de markt, bezoekt de winkeltjes tn kraampjes, bepaalt dadelijk ter filaatse het inkomen van de handelaartjes en deelt tevens mede, welk bedrag de handelaar tjes aan den f'scus moeten betalen. Dat dit tot willekeur moet leiden, -dut de fininspector een gevreesde man is, is niet moeilijk te begrijpen Het meest lijdt van zijn optreden de „tsjastniek". Een tsjastniek is in de Sovjet-Unie iemand, die een eigen zaak drijft, een particuliere on dernemer dus; het is zoowel de speculant, de groot-handelaar als de bezitter van eeo kraampje of tentje en 2elfs eeD ambachts man. Wie geen werkmaD is en ook niet in een der ontelbare bureaux vod het rijk, van de staten of van een gemeente werk zaam is, is een tsjastniek De fininspector beschouwt dgn tsjastniek als een soort wild, dat hij vervolgen moet. De fininspec tor en de tsjastniek zijn dus gezworeo vijanden; de fininspector is de aanvaller en de tsjastniek verdedigt zich, waarbij hij al zijn fantasie, al zijn vernuft te hulp roept, om zijD tegenstander, den fininspec tor, te verschalken. De sovjet-autoriteiten beschouwen den tsjastniek ala een melkkoetje en zij voe ren de belastingen, dia de tsjastniek moet betalen, telkens op. Het büjkt echter, dat het innen van deze belastingen niet «oo makkelijk is als de regeering wel denkt. Zelfs 't innen van de inkomstenbelasting levert veel moeilijkheden op. De tsajstniek heeft in den loop der jaren zulk een vaar digheid bereikt in het ontduiken van Je belasting en het in gebreke blijven bij de inning der opgelegde belastingen, dat do fininspector al zijn energie, al zijn denk vermogen moet inspannen om de ontdui kers te ontmaskeren en de wanbetalers te dwingen de opgelegde belastingen te be talen De sovjet^bladen geven vaak be schrijvingen van de vele trucjes, die beide partijen in dezen oorlog tusschen tsjast niek en fimnspector gebruiken om elkaar te verschalken. En ondanks het feit, dat de fininspector met een schier dictatoriale macht bekleed is, dat het gehcele staats apparaat te zijner beschikking staat, dat de%tsjastniek in de Sovjet-Unie een paria is, iemand, die geen burgerrechten bezit, die slechts geduld wordt, die door dc auto riteiten als een paiasiet wordt beschouwd en als zoodanig ook behandeld, blijkt deze tsjastniek vaak de meerdere te zijn, lukt het hem vaak den almachtigen finm- spector te verschalken Zeer vele tsjasfc- niek's doen dit niet alleen om wat minder belasting te betalen (ofschoon dat op zich zelf iets zeer prettigs is omdat de belas tingen in Rusland tot het krankzinnige zijn opgevoerd) maar ook om der wille van de sport, om den gehaten fininspector een poets te bakken. Om den tsjastniek toch te treffen heeft de regeering besloten, naast de reeds De- staande ontelbare en zware belastingen, een speciale aanvullende belasting voor de tsjastniek's in te voeren. De regeering ging daarbij van het standpunt uit, dat de tspastniek ondanks alles toch meer over. houdt, dan hetgeen noodig is om aan zijn behoeften te voldoen, dat op deze wijze kapitaalvorming mogelijk wordt. Om aan deze kapitaalvorming door tsjastniek's paal en perk te stellen ,om de gelden, die de tsjastniek overhoudt, naar de schat kist te leiden, werd de extra-belasting in gevoerd. De fininspectors zijn echter niet in staat zelfs de gewone belastingen te innen, laat staan deze extra-belasting. De „.Prawda" schrijft dan ook, dat deze ex tra-heffing een mislukking werd. De kapi taalvorming der tsjastnieVs is dus niet tot stilstand gekomen en dit verontrust de regeering. t De lezer zal zich afvragen: Maar boe spelen de tsjastniek's het klaar om deo fininspector te verschalken Wij zullen nu eenige van de meest voorkomende slim migheidjes van den tsjastniek vertellen. De meest verspreide vorm van belasting ontduiking en de veiligste is: een schijn- coöperatie op te richten. Zooals bekend, doet de sovjet-regeering al het mogelijke ofn de coöperaties te steunen, om de coope. raties ui staat te stellen den handel tot zich te trekken en de particuliere hande laars te verdringen. De slimme tsjastniek's koopen nu een troepje armoedzaaiers om eD dezen richten een coöperaties op. Er worden bestuursleden, een voorzitter, een secretaris enz. gekozen, allemaal uit de armste ledeD van de „coöperatie." De coöperatie benoemt daarna den werkelij ken eigenaar, den tsjastniek dus, tot be stuurder, zetbaas of iets dergelijks. Uit naam van de coöperatie vraagt deze „zet baas" of „chef" cretliet bij de rijksbank aan en verkrijgt dat ook Als chef van een coöperatie kan hij goederen uit de rijkscentrales betrekken eD tegen een lo- eeren prijs dan de gewone tsjastniek enz. De coöperaties betalen ook zeer weinig bciasting. Het eenige wat de man te doen heeft is, den oprichters en leden der coöpe- rat.e nu en dan een emmer brandewijn te geven en aau de leden van het bestuur van tijd tot tijd een douceurtje t© verstrekken. De regeering weet, dat er tienduizenden dergelijke schijncoóperaties bestaan, maai zij is volkomen machteloos om het kwaad te bestrijden. In den regel zijn de leden der z.g. coöperatie menschen, die afhan kelijk zijn van den werkclijlcen baas en hem gehoorzamen. B'j de vreeselijke werk loosheid, die in het land heerscht, is d© kans, dat zoo iemand zijn werkgever al leen ter wille van de sovjet-principes zou verraden zeer gering. Waar de oprichting van eeu coöperatie onmogelijk blijkt te zijn past de tsjast niek een andere truc toe. Hij laat zich registreeren als ambachtsman, opent een werkplaats, neemt zelfs een vakman in dienst en betaalt alle belastingen, die een ambachtsman moet betalen. In den regei zijn dat de beste belastingbetaler©, die men maar kan wenschen. Zij betalen de opgelegde belastingen precies op tijd, ver schaffen deo fininspector geen moeilijk heden, gedragen zich op eeD onberispelijke wijze. Id werkelijkheid zijn deze menschen echter speculanten, tusschenhandelaars, grossier© enz. Hun inkomen is natuurlijk veel grooter dan zij opgeven en de fin inspector wordt beet genomen. Andere tsjastniek's openen zaken, waar van het hoofd officieel een invalide, een arme man of een werklooze is. Do finrn- spectoi keDt de werkelijke eigenaars, van de zaak niet, al snapt hij vaak, dat hij alleen met stvoomannen te doen heeft. De strooman is ook hier iemand, di© van den werkelijken eigenaar volkomen afhanke lijk is, voor wien de ontmaskering van den tsjastniek broodeloosheid, armoede, honger en ellende beteekent. Hij -doet dus al het mogelijke om zijn beschermer niet te ver raden, om hem te helpen den fininspector te bedriegen. Komt de fininspector echter toch 3e waarheid te weten, dan mankt de tsjastniek zich uit de voeteo en verhuist naar een verafgelegen plaats, waar hij zijn praktijken van voren af aan kan beginnen. Wel bestaat er in de Sovjet-Unie een streng doorgevoerd passenstelsel en ieder een, die geen pas heeft, stelt zich bloot aan vervolgingen, zelfs aan verdenking van contra-revolutionn lire gevoelens (dat is hdt allerergste wat iemand in Ruslaud kan overkomen), maar voor eenige bank biljetten kunt ge in Rusland steeds een pas koopen. In Moskou en Petersburg passen do tsjastniek's een andere truc toe. Zij wor den lid van een vakvereeniging (voor geld kan ook dat in Rusland) en krijgen een legitimatie-bewijs van hun vakvereeniging. Daarna worden zij „werkloos" en laten zich geregeld zij de arbeidsbeurs aJs werk, loozen registreeren. Onder het mom van eon werklooze zijn zij veilig en kunnen zij groote zaken drijven. Het is wel geen prettige toestand^ maar „wie met wolven omgaat moet als een wolf knnnen huilen" zegt een Russisch spreekwoord, dat nu bijzonder populair is geworden. De fininspectors van de groote steden hcBben nu echter iets nieuws bedacht. Zij verplichten de opzichters van de huizen, waar dergelijke „werkloozen' 'wonen, aan den fiscus mede te deelen, wat hun huur ders uitvoeren. Bovendien hebben de lm- ispectors besloten de personen, die er van verdacht worden in het geheim tsjastniek te zijn, onder toezicht van de arbeiders te plaatsen, die in hetzelfde huis wonen. De tsjastniek zal echter opnieuw wel wat bedenken om ook ddëraan te ontkomen. Dr. BORIS RAPTSCHINSKY. RECLAME. 7C6S Naar den duizend jarigen tempeL De Bofo-boedoer bij dag en bij nacht. In het vroege middag-uur. na een korte sië^a, staat voor de galerij onzer hotel kamer de auto. die ons naar den Boro-boc- doer zal brengen. Dit uur is met zorg ge kozen. wij zullen het beroemde bouwwerk gaan zien in de volle glorie van den dag, in de laatste stralen der ondergaande zon en bij het licht van de maan. Zoo wil hel 't program. In snelle vaart brengt de auto ons builen de stad en op den grooten weg naar Mage- lang. Inlandsche chauffeurs van huurauto'9 zijn over het algemeen wei uitmuntende doch geen voorzichtige rijder© en de hon derdduizenden en millioenen inlanders, di© overdag en des nachts langs Java's groote wegen trekken, zijn wel taaie, doch ook zorgelooze loopers of karredrijvers. Ze loo- pen of rijden allemaal zoo'n beelje hun fatum achterna of tegemoet met een onver schilligheid, die ons. Westerlingen, vreemd is, niet omdat wij minder moed zouden hebben, doch wel ander religieuze inzich ten en begrippen over onze eigen waardo en bestemming. Zoo willen wij gemeenlijk liever den dood onverschrokken tegemoet zien in ons bed, wanneer op normale wijze ons uur gekomen is. dan in een auto. om dat de bestuurder nu eenmaal zien wil hpe dicht hij langs de assen van een tegemoet- stormende auto kan scheren zonder ze te raken. Dit laatste is een liefhebberij van eiken rochtgeaarden inlandschen chauffeur. Wij hebben met den knaap, die aan 't stuur van onzen zwaren Iludson-wagen is geze ten. in dit opzicht nog al last. Bovendien wemelt het hier op do wegen van inlanders, die soms wel vier of vijf meter lange pun tige bamboestaken over den schouder tor sen en met dien gevaarlijken last half of driekwart slapend het midden van den weg bewandelen. Onze chauffeur pleegt bij deze veelvuldige obstakels niet in het minst vaart te verminderen, er op vertrouwend, dat deze lange puntige gevaarten op het moment, dat wij voorbijvliegen, wel iets uit den weg zullen zijn gegaan. Hier helpt niets ander9.dan een zeer krachtige vermaning in de landstaal, gekruid met een aantal fiksche Hollandsche knoopen. die men eveneens in den loop der eeuwen tot in de verste uithoeken van den Archipel heeft leeren verstaan. Daarna hebben wij wat wat onze materieele veiligheid betreft, voor de rest van onzen tocht rust en kunnen wij ongestoord onze aandacht wijden aan het landschap. Wederom voert onz© weg langs onafzienbare riettuinen en langs een sui kerfabriek in vol bedrijf, waarvan wij later onzen lezers nog eens hopen te vertellen. En dan bijna onmerkbaar wordt het land schap woester; wij naderen snel de bergen. In de zondoortrilde melkblauwe lucht tee kenen zich voor ons ter weerszijden vaag de omtrekken af der vulkanen, die den. tempel bewaken. Eerst vage blauwe scha duwen, dan al spoedig machtige bergcom plexen. Opeens achter een kromming van den weg een tempelruïne, hier als verloren tusschen het eeuwige groen van dit eeuwig- groene lantf, verrassend voor ons oog in dit land, waar wij nog geen ruïnes zagen uit de oudheid. In dit land, waar alles wat door inboorlingen gebouwd werd, slecliH lijdelijk schijnt neergezet. De onwelendth onder ons meenen reeds het beroemd* bouwwerk voor zich te zien, maar neen, het is een dwaling, onze wagen snelt ver» der. Nog enkele dezer tempelruïne9 zullei wij op onzen weg ontmoeten en dan wan neer wij tot den voet van het gebergte zijn genaderd, een korte steile helling, die ons brengt op een soort plateau en wij aan schouwen het machtige duizend-jarige bouwwerk: de Boro-boedoerl In 't midden van dit plateau rijst de aan Boetfdha gewijde tempel terrasgewijze om hoog en het is na de eerste oogenblikken van bewondering, dat wij niet zonder ver bazing bemerken, dat wij onze Europeesche begrippen omtrent tempelbouw hier hebben te herzien. De Boro-boedoer is geen tempel, die men binnentreedt, het is een reusachtig monument, gebouwd om een kegelvormigen heuvel, die van dit monument het binnen- Geautoriseerde vertaling naar hel Engelsch van E PHILIPS OPPENHEI.M door M. D SPIES—VAN DER LINDEN 147) Phineas Duge nam zijn hoed. -Wat dat aangaat." zei hij. ..heb ik u hie'.s te zeggen, behalve dit Hoe alles in de naas'.e toekomst ook loopen mag. mijn Bnvloed zal, denk ik nog wel zooveel betee- i*enen. dat mijn tegenstanders er rekening nee le houden hebben Dien invloed, mijn heer Deane, wend ik aan voor degenen, die toonen, dat zij mijn vrienden zijn." Het afscheid der beide mannen was f.eenjgszins gedwongen. Deane ging, na lenige minuten aarzelen .naar de telefoon en belde Vine in zijn club op. ..'k moet je spreken. Vine, onmiddellijk. 2ei hij. ..Kan je hier komen?" ..Binnen tien minuien," wat he! ant woord. ..Ik zal op je wachten." antwoordde de gezant en belde af. HOOFDSTUK XIX. De crisis. In een klein, armoedig gemeubeld ka- inerlje boven in een groote huurkazerne doorleefde Virginia, wat haar een kleine, jreede tragedie toescheen en wal het ind*r- tiaad ook was. Op tafel vóór haar lag haar kleine beurs binr.enst-buiten gekeerd en er naast enkele, heel enkele geldstukken. Het pakje bankpapier, dat zij nog niet gewis seld had en dat het grootste deel vormde van haar kleine kapitaal was verdwenen, volko men, hopeloos verdwenen. Dit was nie's minder dan een ramp die zij onder de oogen lp zien had. Zii had waarschijnlijk haar beurs ergens in haar kamers in ..Conisluii Mansions lal^n liggen: daar of ergens anders was het voor een geroutineerd'--n dief gemakkelijk werk geweest het kleine pakje weg te nemen en te vervangen door een ander van waardeloos papier, dat zij tn plaats er van vond llaar eerste wi'de gedachte, om naar liet politiebureau te rennen, had zij als nutteloos opgegeven Zij had er geen idee van. waar of wanneer de diefs'al had plaats gehad zij wist slechts, d3t zij alleen was in .een vreemde stad cn-,dat de enkele shillings, die haar restten nog* niet eens voldoende waren, om de huur te betalen, die zij al voor haar, kamer schuldig was. Zij sleepte zichzelf naar het raarn en stond naar buiten te kij ken over de smerige daken Haar nogen stonden' vo' tranen. Het valt te betwijfelen of zij iets zag van het weinig verheffen ie uitzicht, maar wel meende zij de mislukking van haar eigen kort Mvn te zien. Zij zag opeens de krankzinnige dwaasheid in van haar reis .de hopeloosheid, ervan, van het begin af. Afgescheiden van deze mislukking was er nog een dwaasheid, waar zij zelfs niet aan denken wilde .de herinnering aan die weinige uren van zalig geluk Had nij 'ooit getracht haar !e vinden, vroeg zij zich af. sedert dien dag. dat zij niet brandende wangen en diep geschokt uit haar kamers in ..Gonistan Mansions" was weggevlucht en getracht had zich te verbergen in de kille verlatenheid van deze liefdelooze stad. In ieder gevel zou zij hem nooit terug zien- Haar eenige verlangen als het een ver langen genoemd kon worden, waar iedere weg, die zij gaan kon. even vlak en nutte loos leek was. om op de een of andere manier naar"Amerika terug te gaan en het slechte nieuws zelf le brengen naar de j kleine farm in het dal. Zij keek naar het armzalig stapeltje klem geld en het levensprobleem scheen hoe lan ger hoe moeilijker te worden. Ten slotte was er nog een andere weg* voor hen, die het leven afschrikt. Zij merkte, dat zij die ge dachte verwerkte zonder eenige ontroering. Zij aanvaardde die ais iets. dat ernstig over wogen moest worden met koud, berekenend fatalisme. Welk nut had het leven als er niets meer overblijft om naar te verlangen? liet was ten slotte een eenvoudige oplossing. Zij opende hel venster en keek naar bene den. Üe zeven verdiepingen maakten haar duizelig. Toch keek zij alsof er een wondere aantrekkingskracht van uitging, naar de steenen binnenplaats vlak onder haar ven ster. De dood zou naar alle waarschijnlijk heid oogeiiblikkeiijk intreden. Zij leunde i^'s verder naar builen en schokte plotseling in de kamer terug. Zij was opeens hevig on'- roerd Het was een afschuwelijke gedacht", die zij daareven had. Terwille van de ande ren moest zij zich die uit het hoofd zetten. Zij liep heen en weer in de beperkte ruimfe van haar kamer en toen, gedreven door e^n behoefte aan meer beweging, ging zij ie straat op. Merkwaardig genoeg had zij. hoo- wpI een half dozijn detectives haar zochten, geen enkele voorzor? genomeh om zich 1° verbergen behalve dat zij een dicht be- 'volkip mu.dere buur: had gekozen en zich zelden vóór donker builen waagde. Zij ging nu naar een passage-bureau, dat zij eens, toen zij er langs ging, opgemerkt had en wendde zich tot een bediende, die zich haastte haar te woord te staan. „Ik wil naar Amerika gaan," zeide zij, „en ik heb geen geld. Alles wat ik had, is gestolen. Zou ik passage kunnen krijgen en er voor betalen als ik aangekomen ben? Tweede klas. natuurlijk." De bediende scjiudde weifelend het hoofd. „Hebt u geen vrienden in Londen." vroeg hij. „die het u kunnen leenen?" „Geen enkele, antwoordde zij? „Waarom telegrafeert u niet?" stelde hij voor. „U kunt geld telegrafisch over laten maken „Dat doe ik liever niet," antwoordde Vir ginia. De jonge man haalde zijn schouders op. „De eenige andere weg," zei hij. „zou zijn, u lol het gezantschap te wenden. Misschien willen zij u daar geid voorschieten." Virginia ging nadenkend heen. Ten slotte, waarom niet? Zij wist. dat de heer Dean? een vriend van haar oom was. Hij zou haar het geld misschien geven en zij zou het hem later terug kunnen zenden Zij wan delde naar hel groote huis in „Ormande Gardens" en vroeg den heer Deane tp spre ken. De knecht, die haar binnenliet, aarzei- de even. „Er is op het oogenblik niemand, juf frouw, behalve mijnheer Deane," zeide hij, „en die is in gesprek met een mijnheer. Ais u :n de wachtkamer wilt komen, dan zal ik hem. als die heer weg is gaan vragen of hij een oogenblik voor u heeft." Virginia zat op een hijzonder harde paordpharen stoel in een kaal gemeubelde kamer en wachtte. De tafel was bedekt m 4 tijdschriften, maai zij raakte ze niet aan. Ze zat zenuwachtig met haar vingers 1® spelen. Plotseling trok een gerucht van stemmen buiten de kamer haar aandacht. De deur van het vertrek, waarin zij zat, stond op een kier, en blijkbaar waren twee mannen door de vestibule gekomen, uit een kamer aan den anderen kant en 9tonden juist voor haar deur stil. „Natuurlijk weel ik niet. Vine, wal je van plan bent er mee te doen," hoorde zij iemand zeggen, „maar als je mijn raad aan wilt nemen, dan zoek je er zoo gauw moge lijk een veilige schuilplaats voor. Het spijl me werkelijk heel erg. dat ik niet langer van dienst kan zijn, maar je zult zelf niet willen, dal ik alles op het spel zet." ...Natuurlijk niet." antwoordde Vine. „Om je de waarheid te zeggen, gelooi ik, dat ;k nu besloten ben. Ik ga vanavond voor een heel kapitaal telegrafeeren. „Nu, ik geloof, dat je daar verstandig aan doel," was het antwoord. „Het is een van die dingen, waar je onmogelijk van te voren van kan zeggen, wat-het resultaat ervan zijn zal. Succes erm*p, in ieder geval. Vino en in 's hemels nanrn. pas op jezelf, de eerst volgende uren!" Toen hoorde Virginia, dat de beide man nen afscheid nomen De een verliet blijk baar het huis, de ander ging naar het ver trek terug, vanwaar zij gekomen waren. Vir ginia aarzelde geen oogenblik. Zij ging op haar leenen de kamer uit naar de veslibu'e. Bij de voordeur stond een knecht, die Vine uitgelaten had. „Ik ben besloten, niet langer op den heer Peanp (e wachten.' zeide zij „Bt zal morgen komen, om een van de secretarissen te spre ken." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 9