VOOR DE JEUGD LEIDSCH DAGBLAD No. 3. Vrijdag 21 Januari Anno 1927 itsliil ii»t«i?i»ïii.i'*ïi iilï»*t; iiïlijiiïii ;i.ïïi;i;* ;'$yf§r; lil i i i i i lil Hoe Emmy eens op het Koord wilde dansen. Wie was de Dief? (£ib geschiedenis, die werkelijk is gebeurd) (Slot.) Toen vader en moeder even later weer naar beneden waren gegaan .zaten de zus jes; als twee uilen op één stukje, ellcaax met groote, droeve oogen aan te kijken. Zoo zaten ze nog, toen Annie het.eten bo ven bracht. K&Morgen moet ik naar het circus", ver telde toen Emmy met een snikje. LS&Ja, dat is ook je eigen schuld," zei toeD het meisje. „Ach, nu is Anie óók aJ boos op me, klaagde Emmy, toen zij weer met Dora i alleen was. „Wat naar fcochl O. ik kan niet eten van verdriet I" fjJEct juist vandaag nog maar eons veel, Eru". zei Dora. ,,Als je morgen in het cir cus bent, moet je honger lijden. O. en ;k heb nog een doos flikjes, die mag je wel meenemen, want lekkers krijg je daar na tuurlijk nooit!" Dorp meende het goed, maar haar vrien delijkheid maakte Emmy Dog veel bedroef den» zoodat, nog vóórdat het zeven uur was. Dora haar voorstelde: ..Kom, Em, laten we maar gaan slapen, dan vergeet je in je slaap bet verdriet wel." ,,Ja." snikte Emmy. ,,0, morgen slaap ik in het circus op het stroo tusschen de paalden 1" Al he^l gauw lagen ze beiden in hun j ledikantjes. ,,Em", riep Dora, toen ze bijna in fiaap was, „Em, vergeet niet om mor gen de doos met flikjes mee to nemen, hoo>r!" ;<Ja, Dora, ik zal er aan denken", snikte Emmy, en ze sliep daarna snik kend in. Toen moeder even later kwam kijken, Sliepen Emmy en Dora reeds. Heel zacht kistte zij beiden op 't voorhoofd en ging weer stil heen. „Ze slapen rustig", zei ze toen tot haar man. mDoeh Emmy sliep dien nacht lang niet taaptigl Ze had een vreeselijken droom, löario ze een echt circusleven doorleefde. Vader had haar naar het circus gebracht, I «®-hii zei tot een man, die erg veel op Patrowitz geleek: „Hier breng ik je miji^ dochtertje: ze heet Emmy, en ze kan al Heel mooi op ócd been dansen Wil je haar verder opleiden tot koor»rdanseres 1" j „Nou. heel gTaag, mijnheer", was het antwoord, en toen pakte hij Emmy op dij één arm en één been, en zei daarna: „Maar ze moet eerst nog wat uitgerekt worden. fflBdoet wel veel pun, maar daar went jze wel gauw aan I^^Nccm haar dan en rek haar uit", sprak weer vader, ep toen ging hij heen en het haar bij den circus-directeur. Er kwam nu jdadeliik een dikke vrouw, die haar, Emmy, een rood fluweelen jurkje met gouden oovertjes aantrok, en toeD kwam weer de man met eeD karwats in de hand, eo hij snauwde haar toe: „Vooruit, klim op het ^ooTa, en dans op één been, en doet het nog mocoer dan op de vensterbank ^an met meer dansen I" klaagde „Dans, zeg ik je!" beval weer barsch de man. „Dans op één been, of ik sla je met mijn karwats' En ik zal je heelemaal uitrekken,, je armen je beenen en je hals, totdat je zoo lenig bent als een slangen- niensch! En nu zul je dansen, prachtig dansen op één been!" Daar stond ze op het dunne, slappe koord op ééD been I Alaar op eens werd ze duizelig en viel naar beneden, juist op het hoofd van den man! En toen...! „Kind, wat gil je toch 1" vroeg een ver schrikte stem, heel dicht bij haar. Emmy, nog half in slaap, sloeg de oogen op. Ge lukkig, 't was niet de circus-man, die zoo sprak, 't Was moeder, die met Dora voor haar bed stond. „O, moeder," zei ze, „o, ik droomde zoo vreeselijk! 'k Was al in het circus, en o, die man leek zooveel op Pan Petrowitz' Et, hij kneep me in mijn armen en in mijn beencD en in mijn hals! O, en daar doet 't nu zoo vrecselijk pijn, juist alsof 't echt gebeurd is Toen Emmy nu weer heel erg begon te huilen, en 2eide, dat ze zoo heel erg moe was en overal zoo'n pijn had, begreep moeder dadelijk, dat ze koude had gevat, door in haar onderjurk en op bloote voe ten bij het geopende venster te staan. „Blijf nog maar wat in bed, Em", zei ze vriendelijk „O, en 'k moet toch straks naar het circus!" klaagde Emmy. „Ik zal aan vader vragen, om het nog een weekje uit te stellen,", zei moeder, en toen riep ze: „Man, kom e<^ boven!" „Wat is er?" vroeg vader. „Emmy heeft kou gevat, ze heeft overal pijn", was het antwoord. „We moesten haar maar niet naar het circus zenden...^ „Wil je haar dan liever naar de gevan genis voor jeugdige misdadigers zenden V vroeg vader. „We zullen maar denken, dat het bed de gevangenis is", lachte moeder. „Ze zal er stellig wel acht dagen in moeten blij ven. en dat >s wel de allerzwaarste straf voor onze waaghals „Nu, dan zullen we daarna nog wel eens zien, wat we met de koorddanseres zullen doen," bromde vader. Toen Emmy van haar gevatte koude ge nezen was, en vader haar nog eens onder het oog bracht, dat. zoo er weer iets der gelijks gebeurde, zij, Emmy, onherroepelijk ergens heen zou worden gestuurd, waar zij het allesbehalve prettig vond, beloofde het waaghalsje. onaer snikken en tranen, dat zij nu werkelijk niet meer zoo jongens achtig zou zijn En toen zei moeder, die er bij was. dan ook tegen Dora: „Door, eet jij je flikjes maar op, want Emmy gaat niet naar het circus 1" „Fijn!" riep Dora, „dan krijgt ze maar dc helft!" Emmy werd vanaf dien dag werkelijk wat minder jongenachtig Doch, of ze, na dien vreeselijken nacht in het droom-cir- cu8, nooit meer op het koord heeft ge danst, dat vertelt de geschiedenis niet, wèl echter weet ik, dat zij t' nooit meer waagde, in haar onderjurk en op één been, op de vensterbank te gaan dansen TANTE JOH. „Moeder. mag ik een poppenpartijtje ge* ven en alle poppen uit de buurt uitnoodi- gen?" vroeg Kitty van Ruyven, terwijl zij haar armen om den hals van haar moeder sloeg. „Goed. lieve kind", zei haar moeder. „Eu wanneer zal dat dan zijn?" „Vandaag. Moeder." antwoordde Kitly. Mevrouw van Ruyen vond het goed eu Kitty was in de wolken. Kitty was het eenige meisje in de familie: ze .had een broertje en vijf neefjes maar geen zusje en geen enkel nichtje. Tippy% haar hondje, en Anneke haar pop. waren dan ook na haar broertje Bob haar trouwe speelkameraadjes. Al haar vreugde en ai haar verdrietelijkheden maakten zij mee. Natuurlijk moest Bob haar ook nu weer helpen. „Jij wilt de invitaties immers wel rond* brengen?" vroeg zij haar broertje en hoe-* wel Bob die een jaar ouder was dan Kitly en natuurlijk niets voelde voor poppen en alles wat bij poppen hoort wilde hij ziin zusje toch graag plezier doen en nam hij het rondbrengen der uitnoodigingen op zich. Kitty kreeg nu pen en inkt en schreef deftig: Mevrouw Kitty van Ruyven noodigt de dames Tinv en Netty de Laat met haar dochtertjes Ella. Miesje Dora en Tootje uit, vanmiddag tegen drie uur bij haar en haar dochtertje Anneke te komen thee drinken. Dit briefje werd door Bob bij de buren links bezorgd Kittv schreef al weer een nieuwe uit- noodiging Ditmaal was Paula Roovers met haar dochtertje Loty de gelukkige en be-« zorgde Bob het briefje bij de bqren rechts. Eindeliik schreef Kitty een uitnoodiging voor Loeide en Hannie teT Voort en hun meisjes. Mientje. Lenie en Coba. Bob bezorgde het laatste briefje bij de burpn aan den overkant. Kitty had haastig geschreven en de adressen zagen er uit alsof een vlieg eerst in den inktpot gezwommen en daarna over de briefjes gewandeld had. maar Bob wist, waar de uitnoodigingen bezorgd moesten worden en zij kwamen dus terecht. „Mijn vingers zijn er stiif van zei Kitty, terwijl zij Anneke van een stoel nam om haar aan te kleoden Het poppekind had maar een heel gewone huisjurk aan en moest natuurlijk netje? gemaakt worden voor de partij Daarna veegde Kitty haar theeserviesja om. Moeder had haar thee melk en sui ker gegeven en twee schaaltjes het ééne gevuld met lekkere zandkoekjes en het andere met nog lekkerder Droste-flikken. Ten slotte had Kittv zelf een mooie jurk aangekregen en Bob zijn matrozenpak. Juist waren zij klaar, toen er gebeld werd. Daar slapten Tiny en Netty de Laat bin nen met hun poppenkinderen: Ella, Miesje, Dora en Tootje. Kitty verwelkomde haar gasten en liet Anneke allen een handje geven. Daar ging de bel opnieuw en kwam Paula Roovers met Lotty de kamer in. Toen de bel voor de derde maal geluid had traden I/jekie en Hannie ter Voort met Mientje, Lenie en Coba binneiv

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 15