HOEST.VERKOUDHEID
GELDKONINGEN.
No. 20503
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 15 Januari
Tweede Blad Anno 1927
lü Buiteni. Weekoverzicht.
INFLUENZA
PARIJSCHE BEDELAARS.
Leidsche Bagrafenis-Ond^rneminp
GEMENGD NIEUWS.
FEUILLETON.
De Dnitsche crisis een rebus
Het Fransche kartel niet dood
Chineesche onzekerheid.
Hoe vastgeloopen de parlementaire
machine in DuitschlaDd is, blijkt wel het
best, nu inderdaad geprobeerd wordt, ora
een regeering te vormen Degenen, die tc
dezen aanzien vrij optimistisch waren ge
stemd, komen wel zeer bedrogen uit.
De eerste poging tot oplossing der crisi»
schijnt reeds afs mislukt te mogen worden
beschouwd. Nog zijn, terwijl wij dit schrij
ven, de besprekingen dienaangaande niet
geheel en al geëindigd, maar succes mag
toch vrijwel als uitgesloten worden geacht.
De eerste poging wordt geleid door den
algemeen daarvoor tevorengedoodverfde,
n.lj den minister van economische zaken
uit het aftredende kabinet-Marx, dr. Cur-
tius. Hjij heeft van den rijkspresident, dus
van Hindenburg, een opdracht gekregen m
bepaalde richting, iets, dat totdusver nog
niet was voorgekomen in de Duitscüe
publiek. Er zijn er reeds, die daaruit dc
conclusie trekken, dat Hindenburg zich ui
de politiek heeft begeven waar hij na
tuurlijk &ls president boven heeft te staan
maar dat lijkt ons nog wat voorbarig
geconcludeerd. O.L zal daarvan eerst kun
nen blijken bij het verdere verloop van
zaken.
Hoe het echter zij, Hindenburg gai Cur-
tius opdracht een kabinet te vormen waar
aan de Duitsch-nationalen deel zouden
hebben en in deze richting heeft Curtiu*
dan ook de oplossing gezocht. Gelijk ver
wacht werd, voelde evenwel de partij, urt
in dezen het beslissend woord heeft
spreken, n.l. het Centrum, weinig voor
zoo'n oplossing, die de socialisten niet al
leen tot scherpe oppositie zou aanzetten,
doch ook de democraten en een groot deel
van eigen partij eveneens in 't harnas zou
jagen. Bedenkingen zijn er genoeg. Om te
beginnen is de Duit-sch-nationale partij
en dat is ivooral op 't oogenblik o.i. dt
kern van de zaak geenszins bereid om
de politiek van Locarno tot de hare to
maken en dies voort te gaan op den door
Stresemann aangegeven weg. Daarmee
feitelijk alles al gezegd. Een Duitschland,
dat in de regeering heeft personen die een
andere buiteni. politiek voorstaan, zal al
lerwegen met het grootste wantrouwen
worden ontvangen en alles, wat zoo moei
zaam is opgebouwd, dreigt in eens weer
in te storten. Niet zonder eenige bevreem
ding is daarom waar te Demen, hoe Stre
semann, gezien zijn geregeld flankeeren
van Ourtius, blijkbaar deze uitbreiding van
het regeeringskasteel naar rechts schijnt
te accepteeren. Of is dit werkelijk maar
schijn 1 Het valt moeilijk aan te nemen.
Maar Stresemann is ook voorzitter van de
Duitsche Volkspartij, die de crisis uitlokte
om in de richting van wat nu geprobeerd
wordt, te drijven.
Politiek is vreemd en vreemdsoortig.
Verder is de Duitsch-nationale pari»j
uitgesproken monarchistisch. Kan zij dan
deelnemen aan een beslist republikeinsch
bewind 1 In de politiek kan echter veel,
zoodat we daarin geen onoverkomelijk be
zwaar zouden zien. 't Is immers ook al
eerder vertoond, nietwaar?
Blijven doet genoemd bezwaar op bui
teni. terrein en d^it is gelijk gezegd, mo
menteel het voornaamste, waarvoor alles
wijken moet. Was dit er niet... Op binnenl.
terrein hebben Centrum en Duitsch-natio
nalen nog veel gemeen, denk b v. aan uc
schoolkwestie
Beschikt aldus hel Centrum over de al-
of niet-mogelijkheid van een uitbreiding
der regeëring naar rechts, de Duitsche
Volkspartij is in dezelfde positie wat be
treft een uitbreiding naar links, m.a.w.
een opnemen der socialisten Vooreerst
denkt men er daar met aan om het in die
richting te sturen.
Over blijft in dat geval alleen nog maar
terugkeer van de coalitie Duitsche Volks-
partij-Oentrum-Democraten, al vormt zij
ook een minderheid of Rijksdagontbin
ding, waarover reeds geruchten gaan.
Een vraag' blijft echter, of Rijksdagont-
binding voldoende wijziging in de verhou
dingen zou brengen, ook al wil rechts blijk
baar in 't geval van nieuwe verkiezingen
deze in onder de leus: behoud van de
Rijksweer, zooals deze nu iseen leus, die
blijkbaar ook den oud militair Hindenburg
heeft gedreven in rechts vaarwater.
In Frankrijk heeft de Senaatsverkiezing
ook weinig verandering gebracht. De kleine
opschuiving naar links mag geen naam
hebben. Dat echter verslagen zijn perso
nen als de geheel naar rechts afgezakte
Millerand en den Senaatsvoorzitter Desel-
ves, spreekt in ieder geval voor het feit,
dat het kartel nog niet dood is. Een bewijs
daarvoor is tevens het- feit, dat de Kamer
tot voorzitter heeft- gekozen een socialist.
Voor de eerste maal)
BOUISSON.
En nu moge Bouisson zich als vice-pre
sident zeer onderscheiden hebben, zijn
keuze pleit voor handhaving dor linksche
politiek en eerder voor Briand dan voor
Poincaré, tusschen wie de wrijving niet
geheel en ai behoort tot het land der fabe
len, al doet men goed niet aan vele over-
drijvingsberichten te gelooven.
De rechtsehe partijen in Frankrijk trach
ten Briand te bestokeD met verwijten, dat
hij een vervroegde Rijngebied-ontruiming
aan de Duitschers heetfc beloofd. Van bin
dende beloften schijnt echter geen sprake
te zijn, zoodat Briand zelf het verlangen
heeft geuit- naar een debat over zijn beleid.
Dat belooft dus nog wat voor Briand.
Voor wie de ontwikkeling der Chinee
sche toestanden iets belooft Dat zal de
toekomst moeten loeren, Vooreerst is het
nog onzekerheid, wat- de klok slaat. Dit
e:gen belang heeft de regeering van
Kanton de anti-Engelsche politiek wat- ge
matigd, hoewel van een terugkeer tot de
vroegere toestanden geen sprake is. Kan
ton heeft eenmaal den strijd aangebonden
tegen de buiteni. concessies en wil dien
doorvoeren. In dit opzicht schijnt Peking
zelfs van een zelfde" opinie. De anti-Kngel-
sehe politiek neemt langzamerhand meer
en meer den vorm van een anti-vreemde
lingen-beweging aan. Voor de Chineesche
actie is dat niet gunstig, want dit drijft
de mogendheden naar elkaar toe. terwijl
voor China het voordeeligst is het wel
bekende „verdeel en heersch".
Peking en Kanton ontloopen elkaar
thans, naar het schijnt, zooveel mogelijk.
Of dit- evenwel van langen duur zal-kunnen
zijn We twijfelen.
RECLAME.
geneest men spoedig metl
J en m doosjes van 6stuks 45ct 8ij de s#-ëde|
[drogisten. Op elke poeder staat A.f1. Let hierop'I
6701
Bedelarij is bij politie-voorschrift verbo
den in Parijs. Maar niettegenstaande dat
polilie-verbod is het aantat Parijzenaars dat
van bedelarij leeft, nog steeds ontzettend
groot. Bedelarij in alle graden wordt er uit
geoefend door den werkelijk hongerlijden
den daklooze tot den huizen- en landerijen
beziüenden bedelaar toe. En vooral in de
wintermaanden, van December tot Maart,
wordt de vreemdeling getroffen door de tal-
looze armoedige, schamele gestalten, die of
schuw', of met een zeker brutaal-eischend
gebaar een hand uitsteken naar de voorbij
gangers.
Veel ziet ge er dwalen 's avonds in de
buurt der dure restaurants en nachtgelegen
heden, vooral op Montmartre, waar ze azen
op de gelegenheid om het portier van een
auto gedienstig open te trekken, en daarvooi
„betaald" te worden met een paar stuivers
fooi. Soms met een paar franc-stukken, of
zelfs wel mei een bankbiljet uitgaande
vreemdelingen zijn gewoonlijk nogal gul,
vooral wanneer ze al een i gé fl esse hen goe
den Franschen wijn genoten hebben.
Andere bedelaars houden zich bij voor
keur op aan de deuren der postkantoren,
en doen daar een beroep op den liefdadig
heidszin der vrouwen en meisjes, die eruit
komen Ja. van degene, die eruit komen;
die erin i*aan laten ze met rust. Waarom?
0, het zijn ware psychologen, die bede
laars! Ze weten wel, om welke reden de
meeste vrouwen en meisjes een postkantoor
binnengaan immers om een met span
ning verwachlen brief daar af te halen 1
En wanneer ze weer de deur uitkamen, hun
wangen exlra blozend zijn. hun oogen
exlra schitterend, en ze stijf in hun hano-
taschje tegen zich aangedrukt houden den
zoo vurig verlangden brief. dftn zijn ze in
een milde stemming, gunnen ook graag een
rr-odemensch wat geluk, hebben beboefle
zelfs om aan een ander mensch wat mede
te deelen van het geluk, dat ze in zichzelf
voelen gloeien, en ze grabbelen met*
goedgeefsche hand in haar laschje naar een
paar stukjes nikkel of zelfs naar een stukje
verguld geld, en laten dat met vreugde neer
vallen in de opgehouden pet van den werk-
looze of den verminkte, die hen op te
wachten staat, en die hen naarmate de gave
grooter is dankt met een onderworpen glim
lach om zijn mond. maar mei een meer of
min ironischen blik in zijn oogen die
natuurlijk het vrouwtje in kwestie niet op
merkt, daar is ze véél te gelukkig voor!
Speculalie op mildgeslemdheid die i9
er ook *s Zondagsmorgens hij hel uitgaan
der kerken. Nog onder den indruk der ge
wijde woorden, die hij gehoord heeft, en
bezield met de beste voornemens, krijgt de
kerkganger als eerste beeld vnn zijn plicht
voor oogen gesteld; het goede werk der
naaslen-hulp. Hij heeft al wel zijn gave
voor de armen gedeponeerd in het kerke-
zakje, maar als hij daaT bij de deur in de
kou een armen kerel in lompen voor hem
ziet slaan, een haveloos vrouwtje met een
schreiend kind op den arm. dan vindt hij
plotseling, dat zijn gave in het kerkezakje
toch wel erg klein is geweest, en gauw vult
hij die nu aan met een gave in de uitge
stoken hand, de opgehouden pet.
Weer andere bedelaars posteeren zich hij
een brieven bus. die op een druk punt
staat. Wanneer zoo'n bedelaar iemand die
bus ziet naderen, licht .li ij vlug het klepje
op. dat in Parijs de gleuf der brievenbussen
afsluit, zoodat de aangekomene maar zijn
brief daarin heeft te laten glijden. Natuur
lijk is er niet de minste moeite of moeilijk
heid aan voor hem om zélf even dat klepje
op te lichten, maar hij voelt zich .toch
verplicht den man met^ een enkelen stuiver
voor dien kleinen dienst te beloonen. En er
is trouwens iets aardigs in, dat zoo'n frian
een werkje doen wil, al is dat dan ook nog
zoo klein, in ruil voor de aalmoes, die hij
vraagt.
Zoo hebben andere bedelaars bedacht, dat
ze den haastigen Parijzenaar, die per metro
zich naar zijn plaats van bestemming be
geeft. tijd besparen kunnen, door de klap
deuren van het melro-station vr»or hem
open te duwen. Sommigen doen dat voor
iederen reiziger apart, anderen houden de
deur constant open door er met hun lichaam
tegen te leunen. Lang niet iedereen van die
jachtende menschen geeft wat, maar het
percentage is toch groot genoeg om den
bedelaar een behoorlijk daggeld te bezorgen.
De meeste Parijsche bedelaars echter be
delen zonder dat voorwendsel van bewezen
diensten, vragen onomwonden een gave van
liefdadigheid. A! is het waar, dat vejen van
hen door blindheid, lamheid, verminking,
iyet in staat zouden zijn iets te doen voorde
aalmoes, die hun toegeworpen wordt.
Hoewel, op de Pont de l'Alma, ®en der
groote bruggen van Parijs, zit bijna dag aan
dag een blinde, die de voorbijgangers tot
zich trekt door een bonte rat. die hij in een
vogelkooitje naast zich heeft staan; en wan
neer hij oordeelt, dat er voldoende menschen
rond hem heen geschaard staan, om ..za
ken" te doen. dan vertelt hij hun. dat hij
niettegenstaande zijn volkomen blindheid
toch heel vlug en netjes schrijven kan door
middel van het Braille-plankje. En hij
vraagt; „Wat zal ik voor u schrijven? Uw
naam? De naam van uw vriendinnetje?
Een liefdesverklaring?of een spreek
woord?.... Zeg maar op!
En reeds is hij bezig met zijn potlood en
zijn plankje. Nieuwsgierig kijken ze toe, de
omstanders, want' de meestcn, al hebben ze
natuurlijk al wel vaak hooren spreken over
Braille-schrifl, ei* over het 'Braille-plankje,
ze hebben het nooit nog in praktijk zien ge
bracht. Ze kijken, bewonderen, en beloonen
den blinde met een gave van waardeering.
De Pont de l'Alma is niet de écnige Parij
sche brug, die zoo zijn vasten bedelaar
heeft. Bijna iedere Parijsche brug heeft er
een, soms wel twee, zooals de Pont de la
Concorde, waar iederen dag twee mannen
op krukken zich posteeren. één links en
één rechts, en hopen op de goedheid van
eenige der vele parlementsleden, die ze het
Parlements gebouw zien in- en uitgaan.
Een bekende brug-bedelaar is verder nog
de blindeman van de Pon! des Arts, die zijn
gaven ontvangt uit handen van beroemde
mannen vooral, hij is een soort protégé van
vele leden der Académie Frnncaise, die,
wanneer ze zich naar een zitting begeven,
niet licht vergelen zullen ..hun" blinde in
hel voorbijgaan wat toe te stoppen. En de
bedelaar i9 wat trotse h op de proleet ie van
zooveel beroemdheden, voell zich bijna méé
een beroemdheid Behalve blind is hij nog
cenbeenig ook. kreeg in 1918 een ongeluk*
bij een wagon niet munitie, wat hem een
staats pensioen van 1 fr. 55 per dag oplevert.
De. rest van zijn daggeld bedelt hij hij
elkaar maar niettegenstaande zijn „be
roemdheid" en zijn beroemde protecties, is
dat niet veel. hij haalt zelden meer dan
20. francs per dag op. Zijn brug is niet gun
stig gelegen, maar hij heeft daar nu een
maal 2ijn vaste plaafs en zijn vaste klan
ten, en dus blijft hij daar.
Veel beter gelogen is do Pont de Carrou
sel Dal is een ideaal-brug voor bedelaars,
de allerbeste bedel-brug van Parijs zelfs!
Want daar komen heel wat vreemdelingen
overheen, en hooi veel klein-burgers ook;
en dat zijn de al.lergulsto gevers. Daar haalt
een bedelaar Wel 40 ft 50 francs in een en
kelen middag op. zoo niet meer. Maar
zoo goedig oogluikend als de politie de be
delarij op de andere bruggen toelaat, daar
treedt zo streng op. en ze kan niet anders,
heeft zelf to gehoorzamen winn heel strenge
voorschriften. Een bedelaar, die daar een
proces-verhaal oploopt wegens bedelarij,
krijgt oen boete van 5 fr 50, en nog ge-
vanpen is-straf bovendien. Do boete hoeft
niet altijd betaald te worden, die wordt wel
eens „vergeten" door beide partijen, maar
de gevangenisstraf, daar is geen ontkomen
aan! En dus wagen de bedelaars zich
slechts zeer aarzelend naar die ideaal-brug,
en durven er slechts zeer terloops en voor
zichtig- een hand uitsteken, en zachter dan
overal elders stamelen zc hier hun: ..Li
charité s'il vous plait!"
De rijke bedelaars? Iedereen spreekt
er over, ieder vertelt ervan, ieder meent er
te kennen. Een stel, dal algemeen voor
schatrijk, voor millionnair gehouden wordt,
„werkt" op Montmartre. Een oud mannetje,
en een oud vrouwtje, haveloos, in lompen
gehuld beiden, en zoo goor. zoo vuil. zoo
„smerig". om met geen tang aan te ra
ken! Jaren en jaren leunen ze zoo den
heelen avond en een gedeelte van den
nacht tegen eenzelfde muurplekje, hoe
lang? Twintig jaar? Dertig? Vijftig?
Niemand kan het zeggen: ze zijn daar „al
tijd" geweest, naar ieders heugenis. Zo
zijn zóó oud, en zoo haveloos, en zóó vuil,
dat ieder die er langs komt medelijden
hebben móét met zulke oude zielige stak
kers van menschen, en vooral veel op
pret uitgaande vreemdelingen komen daar
langs, voor wie geld weinig waarde heeft,
en die door 1iet geven van een gróóte aal
moes dien indruk van allerakeligste ellende
zoo gauw mogelijk weer kwijt willen raken.
Die twee havelooze oudjes nu. zijn mil
lion nairs, zoo wordt 'algemeen verteld. Ze
hebben huizen en landerijen in eigendom,
villa's aan de Riviera. Waarom ze daar
dan iederen avond nog staan bedelen in de
kou en in den regen in plahls vah rustig in
een van die villa's te gaan wonen?....
Waarom ze die laatste jaren van hun leven
dan zóó nog „verdoen"? Neen. niet uit
gierigheid, niet uit schraapzucht. Maar
uit gewoonte. Ze kunnen niet anders
meer. Zc zijn te zeer gehecht aan hun
„werk", aan de nachtelijke slraatomgeving
van Montmartre, aan hun kennissen daar..
Ze zouden niet meer wennen kunnen aan
nieuwe levensomstandigheden.En zoo
leunen ze daar tegen een muur aan, iede
ren avond weer. de heide milliorfnairs in
lompen, en klagen met bevende, schorre,
ziolig-oude stemmen de voorhngnncers tóe;
„La charité s'il vous plall. messicurs-
dnrnes En gul geven de rijke voorbij
ganger5:. diep bewogen
Alsof het geen schftnde was de wcrkelijk-
armen zóó het brood uil den mond te stelen!
klagen de anderen Zij met hun huizen en
paleizen! Terwijl er (Jpizenden zijn, die
zelfs geen dak boven hun hoofd hebben!
En liet is waar. er zijn vijf duizend men
schel ijkc wezens zonder onderdak in Parijs.
Vijf duizend
Maar daarover vertel ik u in een volgen
den brief.
M. DE noVANNO
Parijs, 7 Januari 1927.
RECLAME.
auto-trlnrporten, crematie
H P. H. KEEREWEER
l'EI.KKOOV Stil - I.Kf')KN
4
ONVEILIG STRAND.
Het strand te Scheveningen is onveilig
lot en met den Wassenaarschen Slag op
Vrijdag 21 Januari van 10.30 v.m.2 30
nam wegens het schieten met geschut.
Dc aandacht van hel publiek wordt er op
gevestigd, dat het strand eerst dan weor
veilig is wanneer de vlaggen, waarmede de
onveiligheid wordt aangeduid, zijn ing"-
haald.
OPLICHTING.
De Haarlemsche recherche heelt van
Apeldoorn naar Haarlem overgebracht den
43-jarigeri J 11. S., die bij het sluiten van
een koop van goederen den heer B. voor
f700 heeft opgelicht. S. bekende, dat hij als
reiziger ten nadeele van een fabrikant Ie
Helmond f 450 heeft verduisterd.
Iemand tc Sneck is aangehouden als ver
dacht van oplichlingen met nrpmif>_anndee-
len in een loterij, waarbij twee personen
f400 en f900 afhandig werden gemaakt.
NIEUWE INBRAKEN TE VELSEN.
Te Velson zijn wederom verschillende in
braken gepleegd. Zoo werd een bezoek ge
bracht bij den heer v. A. aan den Groote
Hout- of Koningsweg, waar ruim f 100 aan
geld werd gestolen. De dieven hebben een
raam van de keukendeur uitgesneden en
daario deze deur geopend. Ook werd de
gasmeter gelicht. De heer v. A., die boven
sliep, heeft van de inbrekers niets bemerkt.
VAvolgens werd een bezoek gebracht aan
het woonhuis van den neer aan denz lfdon
wee. Dear werd echter alleen een jas ver
mist.
Bij een bewoner van den Schulpweg werd
een rijwiel ontvreemd, terwijl bft 5 bewo-
Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch
van E PHILIPS OPPENHEI M
door
W. M. D. SPIES—VAN DER LINDEN.
41)
HOOFDSTUK XIV.
Opnieuw verdwenen.
Het was tusschen half viif en vijf uur
ii. den morgen en Londen sliep voor 't
grootste deel. Beneden op straat was 't
rumoer van 't 'verkeer, dat uur na uur
zwakker was geworden, nu geheel weg
gestorven. In t huis zelf scheen iedereen
te slapen. Elke verdieping zag er precies
eender uit. De lichten op de gangen brand
den gedempt. Iedere deur was gesloten be
halve die van de dienstkamer, waar een
slaperige bediende op eep rustbank la? en
van zijn vaderland droomde. De lift ging
niet meer. De laatste van de laatkomers
was over den traplooper naar boven ge
klommen. Op de vijfde verdieping heerschte
evenals op alle andere, een volkomen,
absolute stilte.
Plotseling werd een deur zacht geopend.
Virginia in een los gewaad gehuld en met
vilten pantoffels aan, die geluidloos in den
dikken looper wegzonken, sloop uit een van
de kamers. Zij keek overal rond zich heen
en overtuigde zich van de volkomeD verla
tenheid van de omgeving. Toen slak zij
snel de gang over en zonder een oogenblik
te aarzelen stak zij den sleutel, dien zij in
de hand had. in 't slot van Norris Vine's
kamerdeur De deur ging geruischloos open.
Zij sloot die achter zich en wachtte even,
om te luisteren. Er was geen geluid hoor
baar en de deur links, die lol de zitkamer
toegang gaf. slond op een kier. Zij ging
naar binnen en na een oogenblik aarzelen
sloot zij de deur achter zich; daarna haalde
zij voorzichtig het gordijn op. Het zonlicht
stroomde naar binnen. Er was geen elec-
trisch licht noodig De zitkamer, niet al te
netjes, vertoonde alle leekenen. dat de
eigenaar laat was thuis gekomen. Op de
tafel lagen een hooge hoed en witte glacé
handschoenen en op een buffel stond een
half uitgedronken glas whisky-soda. Ver
scheidene cigareVteneindjës lagen in den
[laar<l Een avondblad lag op. hel haard
kleed. Uit al deze dingen kon zij opmaken,
dat op een paar ineler afstand Norris Vine
te slapen.
Zonder aarzelen begon zij met snelle en
v°drzichtige vingers een stelselmatig, zorg
vuldig onderzoek van elke du-mbreed van
kamer. In een kwartier had zij zichzelf
overtuigd, da! er niets verborgen was. Geen
-enkele mogelijke schuilplaats was aan haar
onderzoek onlsnapl. Het gevaarlijksie deel
van haar onderneming moe§t nog komen.
Heel zacht opende zij de deyr en liet die
aanstaan, zooals ze die gevonden had. Zij
slond voor de gesloten deur van de slaapka
mer. Heel langzaam en met de toppen van
haar vingers draaide zij den knop om. Hij
ging zonder een enkel geluid open Zij droeg
geen kleeren. die ritselden en de zolen van
haar pantoffels waren van dik vilt. Zij
stond binnen in de kamer zonder hel ge
ringste geluid gemaakt le hebben. Zij hield
den adem voor een oogenblik in en. al haar
moed bijeen rapend, keek zij naar het bed.
De dichtgetrokken gordijnen konden het
vroege oehlendzonlicht niet geheel buiten
sluiten, dat binnen stroomde door een reet
tusschen de gordijnen en hel vrij- gebleven
gedeelte van h^t venster.
Virginia stond als aan den grond gena
geld. Iedere zenuw van haar lichaam scheen
in trillende sprong De kreet, die uit haar
borst opsteeg, deed haar de doodsbleeke lip
pen openen, maar bleef ongeuit. Wijder en
wijder gingen haar oogen open, terwijl zij
vol ontzetting de kamer in keek. Hel ver
mogen om zich te bewegen scheen haar ver
laten te hebben. Haar knieën knikten; een
soort verlamming scheen elke poging te be
wegen tc verhinderen. Zij wankelde en viel
bijna, maar haar hand trof de hoed van den
schoorsteenmantel en zij kon zichzelf staan
de houden. Langzamerhand, seconde na
secondp. begon het teruggehouden leven
weer door haar aderen te vloeien. Zij had
maar één verlangen te vluchlpn. Zij
dacht niet meer aan het doel van haar
komst, zij dacht er alleen aan de deur tus
schen zichzelf en dit te plavscn Onzeker,
maar zonder ongeval, ging zij de deur door
en ofschoon haar hand beefde als een riet,
gelukte het haar de deur weer geluidloos tc
sluiten. In elk geval, hoe, dat wist ze niet
precies, bevond zij zich weer buiten in de
gang en een oogenblik later in haar eigen
kamer mei de deur op slot. Toen wierp zij
zich op haar bed en het scheen haar later
toe, dat zij het bewustzijn verloren moest
hebben.
Maar weinige uren later slapte Guy. die
dien nacht hijna niet geslapen had en een
wanhopig besluit had genomen, uit de lift
en klopte op Virginia's deur.
Dg huisknecht kwam uil de hedienden-
kamer naar hem toe.
„Die dame is vertrokken, mijnheer,"
deelde hij hem mee.
„Vertrokken, herhaalde Guy werktuig
lijk. „Wanneer? Hoe lang geleden?"
„Nog geen half uur geleden, mijnheer."
antwoordde de man. „Zoover ik weet, be
taalde zij haar rekening en liet den sleutel
achter! Ze heeft de kamer nog voor veer
tien dagen in huur, maar zij deed. alsof ze
niet meer terug kwam."
„Liet zij geen adres voor brieven ach
ter?" vroeg Guy.
„I)at zullen ze u op 't kantoor wel zeg-
g-n kunnen." antwoordde de man.
Guy ping naar het kantoor.
„Kunt u me ook zeggen," vroeg hij. „of
juffrouw Longworth niet een adres achter
gelaten heeft?"
De man schudde het hoofd
„Zij is een uur geledén vertrokken, mijn
heer zei hij „Zij zride, dat er geen brie
ven "voor haar gouden komen en dat we,
als wc wilden, haar kamers verhuren
konden, omdat ze stellig niet terug zou
komen:"
„Zoudt u me dan niet helpen kunnen,
haar adres te weten te komen?" vroeg Guy.
„Ik ben de hertog van Nowbray en ik zou
ieder, die er toe medewerkte de jonge dame
te vinden, buitengewoon dankbaar zijn."
Zij werden allen gehaald, de portier de
huisknpcht de liftjongen. De inlichtingen,
die hem gegeven werden, waren echter
maar zeer gebrekkig
Virginia was mei haar bagage in een cab
gestapt en had den koetsier order gegeven
door „the Strand" naar Charing Cross" te
rijden.
Guy r« e4 naar „Grosvenor Square" terug
en drong er op aan bij zijn tante, die nog
op haar kamer was. toegelaten le worden.
Zij ontving hem mopperende, gekleed in
een peignoir.
„Mijn beste Guy," zei ze op terechtwij-
zenden toon. „wat beteekent dit? Je weet,
dat ik vóór de lunch nooit te spreken ben.'
„Vergeef li me!" zei hij. „Ik weet van
morgen nauwelijks wat ik doe."
„Nu. wat is er?" vroeg zij.
„Virginia is verdwenen!" antwoordde hij.
„Zij is vertrokken zonder adres achter te
laten. Ik was gek gisteravond om haar niet
te volgen. Zij heeft lol gisteravond op me
gewacht Zij moei verwacht hebben, dat ik
zou komen en ik kwam niet. Ik was een
slnmmp ezel!"
Lady Medlineourt gaapte.
„Restf> jongen, ben je hier gekomen om
me dat te vertellen?" vroeg zij. „Hoe over
bodig! Je had tenminste kunnen telefonee-
ren."
„Luistert u eens!" zei hij, „we waren gis
terenmiddag te hard tegen haar. Ik had geen
voorgaarden gesteld over wat ze me zou
vertellen, toen ik haar vroeg mijn vrouw 1"
worden Het was me volkomen genoeg a's
ze maar ja zei. Ik weet. dat alles mei haar
in orde is; ik voel hel en ze is het eenige
meisje, waar ik ooit om geven zal."
„Ik zie heusch niet in." zei Lady Medlin
eourt. waarom je me uit mijn bed moet
halen, om zoo te staan zeuren Als dal .je
gevoelens zijn. ga haar dan zoeken. Je bent
geheel vrij om te trouwen met wie jp wi
desnoods met de juffrouw die primula's ver
koop! op de hoek van de „Square', fl"t
eenige 'is. dat je van je vrienden niet het
zelfde kan eerwachten.
(Wordt vervolgd.