HOEST.VERKOUDHEID GELDKONINGEN. No. 20503 LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 15 Januari Tweede Blad Anno 1927 lü Buiteni. Weekoverzicht. INFLUENZA PARIJSCHE BEDELAARS. Leidsche Bagrafenis-Ond^rneminp GEMENGD NIEUWS. FEUILLETON. De Dnitsche crisis een rebus Het Fransche kartel niet dood Chineesche onzekerheid. Hoe vastgeloopen de parlementaire machine in DuitschlaDd is, blijkt wel het best, nu inderdaad geprobeerd wordt, ora een regeering te vormen Degenen, die tc dezen aanzien vrij optimistisch waren ge stemd, komen wel zeer bedrogen uit. De eerste poging tot oplossing der crisi» schijnt reeds afs mislukt te mogen worden beschouwd. Nog zijn, terwijl wij dit schrij ven, de besprekingen dienaangaande niet geheel en al geëindigd, maar succes mag toch vrijwel als uitgesloten worden geacht. De eerste poging wordt geleid door den algemeen daarvoor tevorengedoodverfde, n.lj den minister van economische zaken uit het aftredende kabinet-Marx, dr. Cur- tius. Hjij heeft van den rijkspresident, dus van Hindenburg, een opdracht gekregen m bepaalde richting, iets, dat totdusver nog niet was voorgekomen in de Duitscüe publiek. Er zijn er reeds, die daaruit dc conclusie trekken, dat Hindenburg zich ui de politiek heeft begeven waar hij na tuurlijk &ls president boven heeft te staan maar dat lijkt ons nog wat voorbarig geconcludeerd. O.L zal daarvan eerst kun nen blijken bij het verdere verloop van zaken. Hoe het echter zij, Hindenburg gai Cur- tius opdracht een kabinet te vormen waar aan de Duitsch-nationalen deel zouden hebben en in deze richting heeft Curtiu* dan ook de oplossing gezocht. Gelijk ver wacht werd, voelde evenwel de partij, urt in dezen het beslissend woord heeft spreken, n.l. het Centrum, weinig voor zoo'n oplossing, die de socialisten niet al leen tot scherpe oppositie zou aanzetten, doch ook de democraten en een groot deel van eigen partij eveneens in 't harnas zou jagen. Bedenkingen zijn er genoeg. Om te beginnen is de Duit-sch-nationale partij en dat is ivooral op 't oogenblik o.i. dt kern van de zaak geenszins bereid om de politiek van Locarno tot de hare to maken en dies voort te gaan op den door Stresemann aangegeven weg. Daarmee feitelijk alles al gezegd. Een Duitschland, dat in de regeering heeft personen die een andere buiteni. politiek voorstaan, zal al lerwegen met het grootste wantrouwen worden ontvangen en alles, wat zoo moei zaam is opgebouwd, dreigt in eens weer in te storten. Niet zonder eenige bevreem ding is daarom waar te Demen, hoe Stre semann, gezien zijn geregeld flankeeren van Ourtius, blijkbaar deze uitbreiding van het regeeringskasteel naar rechts schijnt te accepteeren. Of is dit werkelijk maar schijn 1 Het valt moeilijk aan te nemen. Maar Stresemann is ook voorzitter van de Duitsche Volkspartij, die de crisis uitlokte om in de richting van wat nu geprobeerd wordt, te drijven. Politiek is vreemd en vreemdsoortig. Verder is de Duitsch-nationale pari»j uitgesproken monarchistisch. Kan zij dan deelnemen aan een beslist republikeinsch bewind 1 In de politiek kan echter veel, zoodat we daarin geen onoverkomelijk be zwaar zouden zien. 't Is immers ook al eerder vertoond, nietwaar? Blijven doet genoemd bezwaar op bui teni. terrein en d^it is gelijk gezegd, mo menteel het voornaamste, waarvoor alles wijken moet. Was dit er niet... Op binnenl. terrein hebben Centrum en Duitsch-natio nalen nog veel gemeen, denk b v. aan uc schoolkwestie Beschikt aldus hel Centrum over de al- of niet-mogelijkheid van een uitbreiding der regeëring naar rechts, de Duitsche Volkspartij is in dezelfde positie wat be treft een uitbreiding naar links, m.a.w. een opnemen der socialisten Vooreerst denkt men er daar met aan om het in die richting te sturen. Over blijft in dat geval alleen nog maar terugkeer van de coalitie Duitsche Volks- partij-Oentrum-Democraten, al vormt zij ook een minderheid of Rijksdagontbin ding, waarover reeds geruchten gaan. Een vraag' blijft echter, of Rijksdagont- binding voldoende wijziging in de verhou dingen zou brengen, ook al wil rechts blijk baar in 't geval van nieuwe verkiezingen deze in onder de leus: behoud van de Rijksweer, zooals deze nu iseen leus, die blijkbaar ook den oud militair Hindenburg heeft gedreven in rechts vaarwater. In Frankrijk heeft de Senaatsverkiezing ook weinig verandering gebracht. De kleine opschuiving naar links mag geen naam hebben. Dat echter verslagen zijn perso nen als de geheel naar rechts afgezakte Millerand en den Senaatsvoorzitter Desel- ves, spreekt in ieder geval voor het feit, dat het kartel nog niet dood is. Een bewijs daarvoor is tevens het- feit, dat de Kamer tot voorzitter heeft- gekozen een socialist. Voor de eerste maal) BOUISSON. En nu moge Bouisson zich als vice-pre sident zeer onderscheiden hebben, zijn keuze pleit voor handhaving dor linksche politiek en eerder voor Briand dan voor Poincaré, tusschen wie de wrijving niet geheel en ai behoort tot het land der fabe len, al doet men goed niet aan vele over- drijvingsberichten te gelooven. De rechtsehe partijen in Frankrijk trach ten Briand te bestokeD met verwijten, dat hij een vervroegde Rijngebied-ontruiming aan de Duitschers heetfc beloofd. Van bin dende beloften schijnt echter geen sprake te zijn, zoodat Briand zelf het verlangen heeft geuit- naar een debat over zijn beleid. Dat belooft dus nog wat voor Briand. Voor wie de ontwikkeling der Chinee sche toestanden iets belooft Dat zal de toekomst moeten loeren, Vooreerst is het nog onzekerheid, wat- de klok slaat. Dit e:gen belang heeft de regeering van Kanton de anti-Engelsche politiek wat- ge matigd, hoewel van een terugkeer tot de vroegere toestanden geen sprake is. Kan ton heeft eenmaal den strijd aangebonden tegen de buiteni. concessies en wil dien doorvoeren. In dit opzicht schijnt Peking zelfs van een zelfde" opinie. De anti-Kngel- sehe politiek neemt langzamerhand meer en meer den vorm van een anti-vreemde lingen-beweging aan. Voor de Chineesche actie is dat niet gunstig, want dit drijft de mogendheden naar elkaar toe. terwijl voor China het voordeeligst is het wel bekende „verdeel en heersch". Peking en Kanton ontloopen elkaar thans, naar het schijnt, zooveel mogelijk. Of dit- evenwel van langen duur zal-kunnen zijn We twijfelen. RECLAME. geneest men spoedig metl J en m doosjes van 6stuks 45ct 8ij de s#-ëde| [drogisten. Op elke poeder staat A.f1. Let hierop'I 6701 Bedelarij is bij politie-voorschrift verbo den in Parijs. Maar niettegenstaande dat polilie-verbod is het aantat Parijzenaars dat van bedelarij leeft, nog steeds ontzettend groot. Bedelarij in alle graden wordt er uit geoefend door den werkelijk hongerlijden den daklooze tot den huizen- en landerijen beziüenden bedelaar toe. En vooral in de wintermaanden, van December tot Maart, wordt de vreemdeling getroffen door de tal- looze armoedige, schamele gestalten, die of schuw', of met een zeker brutaal-eischend gebaar een hand uitsteken naar de voorbij gangers. Veel ziet ge er dwalen 's avonds in de buurt der dure restaurants en nachtgelegen heden, vooral op Montmartre, waar ze azen op de gelegenheid om het portier van een auto gedienstig open te trekken, en daarvooi „betaald" te worden met een paar stuivers fooi. Soms met een paar franc-stukken, of zelfs wel mei een bankbiljet uitgaande vreemdelingen zijn gewoonlijk nogal gul, vooral wanneer ze al een i gé fl esse hen goe den Franschen wijn genoten hebben. Andere bedelaars houden zich bij voor keur op aan de deuren der postkantoren, en doen daar een beroep op den liefdadig heidszin der vrouwen en meisjes, die eruit komen Ja. van degene, die eruit komen; die erin i*aan laten ze met rust. Waarom? 0, het zijn ware psychologen, die bede laars! Ze weten wel, om welke reden de meeste vrouwen en meisjes een postkantoor binnengaan immers om een met span ning verwachlen brief daar af te halen 1 En wanneer ze weer de deur uitkamen, hun wangen exlra blozend zijn. hun oogen exlra schitterend, en ze stijf in hun hano- taschje tegen zich aangedrukt houden den zoo vurig verlangden brief. dftn zijn ze in een milde stemming, gunnen ook graag een rr-odemensch wat geluk, hebben beboefle zelfs om aan een ander mensch wat mede te deelen van het geluk, dat ze in zichzelf voelen gloeien, en ze grabbelen met* goedgeefsche hand in haar laschje naar een paar stukjes nikkel of zelfs naar een stukje verguld geld, en laten dat met vreugde neer vallen in de opgehouden pet van den werk- looze of den verminkte, die hen op te wachten staat, en die hen naarmate de gave grooter is dankt met een onderworpen glim lach om zijn mond. maar mei een meer of min ironischen blik in zijn oogen die natuurlijk het vrouwtje in kwestie niet op merkt, daar is ze véél te gelukkig voor! Speculalie op mildgeslemdheid die i9 er ook *s Zondagsmorgens hij hel uitgaan der kerken. Nog onder den indruk der ge wijde woorden, die hij gehoord heeft, en bezield met de beste voornemens, krijgt de kerkganger als eerste beeld vnn zijn plicht voor oogen gesteld; het goede werk der naaslen-hulp. Hij heeft al wel zijn gave voor de armen gedeponeerd in het kerke- zakje, maar als hij daaT bij de deur in de kou een armen kerel in lompen voor hem ziet slaan, een haveloos vrouwtje met een schreiend kind op den arm. dan vindt hij plotseling, dat zijn gave in het kerkezakje toch wel erg klein is geweest, en gauw vult hij die nu aan met een gave in de uitge stoken hand, de opgehouden pet. Weer andere bedelaars posteeren zich hij een brieven bus. die op een druk punt staat. Wanneer zoo'n bedelaar iemand die bus ziet naderen, licht .li ij vlug het klepje op. dat in Parijs de gleuf der brievenbussen afsluit, zoodat de aangekomene maar zijn brief daarin heeft te laten glijden. Natuur lijk is er niet de minste moeite of moeilijk heid aan voor hem om zélf even dat klepje op te lichten, maar hij voelt zich .toch verplicht den man met^ een enkelen stuiver voor dien kleinen dienst te beloonen. En er is trouwens iets aardigs in, dat zoo'n frian een werkje doen wil, al is dat dan ook nog zoo klein, in ruil voor de aalmoes, die hij vraagt. Zoo hebben andere bedelaars bedacht, dat ze den haastigen Parijzenaar, die per metro zich naar zijn plaats van bestemming be geeft. tijd besparen kunnen, door de klap deuren van het melro-station vr»or hem open te duwen. Sommigen doen dat voor iederen reiziger apart, anderen houden de deur constant open door er met hun lichaam tegen te leunen. Lang niet iedereen van die jachtende menschen geeft wat, maar het percentage is toch groot genoeg om den bedelaar een behoorlijk daggeld te bezorgen. De meeste Parijsche bedelaars echter be delen zonder dat voorwendsel van bewezen diensten, vragen onomwonden een gave van liefdadigheid. A! is het waar, dat vejen van hen door blindheid, lamheid, verminking, iyet in staat zouden zijn iets te doen voorde aalmoes, die hun toegeworpen wordt. Hoewel, op de Pont de l'Alma, ®en der groote bruggen van Parijs, zit bijna dag aan dag een blinde, die de voorbijgangers tot zich trekt door een bonte rat. die hij in een vogelkooitje naast zich heeft staan; en wan neer hij oordeelt, dat er voldoende menschen rond hem heen geschaard staan, om ..za ken" te doen. dan vertelt hij hun. dat hij niettegenstaande zijn volkomen blindheid toch heel vlug en netjes schrijven kan door middel van het Braille-plankje. En hij vraagt; „Wat zal ik voor u schrijven? Uw naam? De naam van uw vriendinnetje? Een liefdesverklaring?of een spreek woord?.... Zeg maar op! En reeds is hij bezig met zijn potlood en zijn plankje. Nieuwsgierig kijken ze toe, de omstanders, want' de meestcn, al hebben ze natuurlijk al wel vaak hooren spreken over Braille-schrifl, ei* over het 'Braille-plankje, ze hebben het nooit nog in praktijk zien ge bracht. Ze kijken, bewonderen, en beloonen den blinde met een gave van waardeering. De Pont de l'Alma is niet de écnige Parij sche brug, die zoo zijn vasten bedelaar heeft. Bijna iedere Parijsche brug heeft er een, soms wel twee, zooals de Pont de la Concorde, waar iederen dag twee mannen op krukken zich posteeren. één links en één rechts, en hopen op de goedheid van eenige der vele parlementsleden, die ze het Parlements gebouw zien in- en uitgaan. Een bekende brug-bedelaar is verder nog de blindeman van de Pon! des Arts, die zijn gaven ontvangt uit handen van beroemde mannen vooral, hij is een soort protégé van vele leden der Académie Frnncaise, die, wanneer ze zich naar een zitting begeven, niet licht vergelen zullen ..hun" blinde in hel voorbijgaan wat toe te stoppen. En de bedelaar i9 wat trotse h op de proleet ie van zooveel beroemdheden, voell zich bijna méé een beroemdheid Behalve blind is hij nog cenbeenig ook. kreeg in 1918 een ongeluk* bij een wagon niet munitie, wat hem een staats pensioen van 1 fr. 55 per dag oplevert. De. rest van zijn daggeld bedelt hij hij elkaar maar niettegenstaande zijn „be roemdheid" en zijn beroemde protecties, is dat niet veel. hij haalt zelden meer dan 20. francs per dag op. Zijn brug is niet gun stig gelegen, maar hij heeft daar nu een maal 2ijn vaste plaafs en zijn vaste klan ten, en dus blijft hij daar. Veel beter gelogen is do Pont de Carrou sel Dal is een ideaal-brug voor bedelaars, de allerbeste bedel-brug van Parijs zelfs! Want daar komen heel wat vreemdelingen overheen, en hooi veel klein-burgers ook; en dat zijn de al.lergulsto gevers. Daar haalt een bedelaar Wel 40 ft 50 francs in een en kelen middag op. zoo niet meer. Maar zoo goedig oogluikend als de politie de be delarij op de andere bruggen toelaat, daar treedt zo streng op. en ze kan niet anders, heeft zelf to gehoorzamen winn heel strenge voorschriften. Een bedelaar, die daar een proces-verhaal oploopt wegens bedelarij, krijgt oen boete van 5 fr 50, en nog ge- vanpen is-straf bovendien. Do boete hoeft niet altijd betaald te worden, die wordt wel eens „vergeten" door beide partijen, maar de gevangenisstraf, daar is geen ontkomen aan! En dus wagen de bedelaars zich slechts zeer aarzelend naar die ideaal-brug, en durven er slechts zeer terloops en voor zichtig- een hand uitsteken, en zachter dan overal elders stamelen zc hier hun: ..Li charité s'il vous plait!" De rijke bedelaars? Iedereen spreekt er over, ieder vertelt ervan, ieder meent er te kennen. Een stel, dal algemeen voor schatrijk, voor millionnair gehouden wordt, „werkt" op Montmartre. Een oud mannetje, en een oud vrouwtje, haveloos, in lompen gehuld beiden, en zoo goor. zoo vuil. zoo „smerig". om met geen tang aan te ra ken! Jaren en jaren leunen ze zoo den heelen avond en een gedeelte van den nacht tegen eenzelfde muurplekje, hoe lang? Twintig jaar? Dertig? Vijftig? Niemand kan het zeggen: ze zijn daar „al tijd" geweest, naar ieders heugenis. Zo zijn zóó oud, en zoo haveloos, en zóó vuil, dat ieder die er langs komt medelijden hebben móét met zulke oude zielige stak kers van menschen, en vooral veel op pret uitgaande vreemdelingen komen daar langs, voor wie geld weinig waarde heeft, en die door 1iet geven van een gróóte aal moes dien indruk van allerakeligste ellende zoo gauw mogelijk weer kwijt willen raken. Die twee havelooze oudjes nu. zijn mil lion nairs, zoo wordt 'algemeen verteld. Ze hebben huizen en landerijen in eigendom, villa's aan de Riviera. Waarom ze daar dan iederen avond nog staan bedelen in de kou en in den regen in plahls vah rustig in een van die villa's te gaan wonen?.... Waarom ze die laatste jaren van hun leven dan zóó nog „verdoen"? Neen. niet uit gierigheid, niet uit schraapzucht. Maar uit gewoonte. Ze kunnen niet anders meer. Zc zijn te zeer gehecht aan hun „werk", aan de nachtelijke slraatomgeving van Montmartre, aan hun kennissen daar.. Ze zouden niet meer wennen kunnen aan nieuwe levensomstandigheden.En zoo leunen ze daar tegen een muur aan, iede ren avond weer. de heide milliorfnairs in lompen, en klagen met bevende, schorre, ziolig-oude stemmen de voorhngnncers tóe; „La charité s'il vous plall. messicurs- dnrnes En gul geven de rijke voorbij ganger5:. diep bewogen Alsof het geen schftnde was de wcrkelijk- armen zóó het brood uil den mond te stelen! klagen de anderen Zij met hun huizen en paleizen! Terwijl er (Jpizenden zijn, die zelfs geen dak boven hun hoofd hebben! En liet is waar. er zijn vijf duizend men schel ijkc wezens zonder onderdak in Parijs. Vijf duizend Maar daarover vertel ik u in een volgen den brief. M. DE noVANNO Parijs, 7 Januari 1927. RECLAME. auto-trlnrporten, crematie H P. H. KEEREWEER l'EI.KKOOV Stil - I.Kf')KN 4 ONVEILIG STRAND. Het strand te Scheveningen is onveilig lot en met den Wassenaarschen Slag op Vrijdag 21 Januari van 10.30 v.m.2 30 nam wegens het schieten met geschut. Dc aandacht van hel publiek wordt er op gevestigd, dat het strand eerst dan weor veilig is wanneer de vlaggen, waarmede de onveiligheid wordt aangeduid, zijn ing"- haald. OPLICHTING. De Haarlemsche recherche heelt van Apeldoorn naar Haarlem overgebracht den 43-jarigeri J 11. S., die bij het sluiten van een koop van goederen den heer B. voor f700 heeft opgelicht. S. bekende, dat hij als reiziger ten nadeele van een fabrikant Ie Helmond f 450 heeft verduisterd. Iemand tc Sneck is aangehouden als ver dacht van oplichlingen met nrpmif>_anndee- len in een loterij, waarbij twee personen f400 en f900 afhandig werden gemaakt. NIEUWE INBRAKEN TE VELSEN. Te Velson zijn wederom verschillende in braken gepleegd. Zoo werd een bezoek ge bracht bij den heer v. A. aan den Groote Hout- of Koningsweg, waar ruim f 100 aan geld werd gestolen. De dieven hebben een raam van de keukendeur uitgesneden en daario deze deur geopend. Ook werd de gasmeter gelicht. De heer v. A., die boven sliep, heeft van de inbrekers niets bemerkt. VAvolgens werd een bezoek gebracht aan het woonhuis van den neer aan denz lfdon wee. Dear werd echter alleen een jas ver mist. Bij een bewoner van den Schulpweg werd een rijwiel ontvreemd, terwijl bft 5 bewo- Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch van E PHILIPS OPPENHEI M door W. M. D. SPIES—VAN DER LINDEN. 41) HOOFDSTUK XIV. Opnieuw verdwenen. Het was tusschen half viif en vijf uur ii. den morgen en Londen sliep voor 't grootste deel. Beneden op straat was 't rumoer van 't 'verkeer, dat uur na uur zwakker was geworden, nu geheel weg gestorven. In t huis zelf scheen iedereen te slapen. Elke verdieping zag er precies eender uit. De lichten op de gangen brand den gedempt. Iedere deur was gesloten be halve die van de dienstkamer, waar een slaperige bediende op eep rustbank la? en van zijn vaderland droomde. De lift ging niet meer. De laatste van de laatkomers was over den traplooper naar boven ge klommen. Op de vijfde verdieping heerschte evenals op alle andere, een volkomen, absolute stilte. Plotseling werd een deur zacht geopend. Virginia in een los gewaad gehuld en met vilten pantoffels aan, die geluidloos in den dikken looper wegzonken, sloop uit een van de kamers. Zij keek overal rond zich heen en overtuigde zich van de volkomeD verla tenheid van de omgeving. Toen slak zij snel de gang over en zonder een oogenblik te aarzelen stak zij den sleutel, dien zij in de hand had. in 't slot van Norris Vine's kamerdeur De deur ging geruischloos open. Zij sloot die achter zich en wachtte even, om te luisteren. Er was geen geluid hoor baar en de deur links, die lol de zitkamer toegang gaf. slond op een kier. Zij ging naar binnen en na een oogenblik aarzelen sloot zij de deur achter zich; daarna haalde zij voorzichtig het gordijn op. Het zonlicht stroomde naar binnen. Er was geen elec- trisch licht noodig De zitkamer, niet al te netjes, vertoonde alle leekenen. dat de eigenaar laat was thuis gekomen. Op de tafel lagen een hooge hoed en witte glacé handschoenen en op een buffel stond een half uitgedronken glas whisky-soda. Ver scheidene cigareVteneindjës lagen in den [laar<l Een avondblad lag op. hel haard kleed. Uit al deze dingen kon zij opmaken, dat op een paar ineler afstand Norris Vine te slapen. Zonder aarzelen begon zij met snelle en v°drzichtige vingers een stelselmatig, zorg vuldig onderzoek van elke du-mbreed van kamer. In een kwartier had zij zichzelf overtuigd, da! er niets verborgen was. Geen -enkele mogelijke schuilplaats was aan haar onderzoek onlsnapl. Het gevaarlijksie deel van haar onderneming moe§t nog komen. Heel zacht opende zij de deyr en liet die aanstaan, zooals ze die gevonden had. Zij slond voor de gesloten deur van de slaapka mer. Heel langzaam en met de toppen van haar vingers draaide zij den knop om. Hij ging zonder een enkel geluid open Zij droeg geen kleeren. die ritselden en de zolen van haar pantoffels waren van dik vilt. Zij stond binnen in de kamer zonder hel ge ringste geluid gemaakt le hebben. Zij hield den adem voor een oogenblik in en. al haar moed bijeen rapend, keek zij naar het bed. De dichtgetrokken gordijnen konden het vroege oehlendzonlicht niet geheel buiten sluiten, dat binnen stroomde door een reet tusschen de gordijnen en hel vrij- gebleven gedeelte van h^t venster. Virginia stond als aan den grond gena geld. Iedere zenuw van haar lichaam scheen in trillende sprong De kreet, die uit haar borst opsteeg, deed haar de doodsbleeke lip pen openen, maar bleef ongeuit. Wijder en wijder gingen haar oogen open, terwijl zij vol ontzetting de kamer in keek. Hel ver mogen om zich te bewegen scheen haar ver laten te hebben. Haar knieën knikten; een soort verlamming scheen elke poging te be wegen tc verhinderen. Zij wankelde en viel bijna, maar haar hand trof de hoed van den schoorsteenmantel en zij kon zichzelf staan de houden. Langzamerhand, seconde na secondp. begon het teruggehouden leven weer door haar aderen te vloeien. Zij had maar één verlangen te vluchlpn. Zij dacht niet meer aan het doel van haar komst, zij dacht er alleen aan de deur tus schen zichzelf en dit te plavscn Onzeker, maar zonder ongeval, ging zij de deur door en ofschoon haar hand beefde als een riet, gelukte het haar de deur weer geluidloos tc sluiten. In elk geval, hoe, dat wist ze niet precies, bevond zij zich weer buiten in de gang en een oogenblik later in haar eigen kamer mei de deur op slot. Toen wierp zij zich op haar bed en het scheen haar later toe, dat zij het bewustzijn verloren moest hebben. Maar weinige uren later slapte Guy. die dien nacht hijna niet geslapen had en een wanhopig besluit had genomen, uit de lift en klopte op Virginia's deur. Dg huisknecht kwam uil de hedienden- kamer naar hem toe. „Die dame is vertrokken, mijnheer," deelde hij hem mee. „Vertrokken, herhaalde Guy werktuig lijk. „Wanneer? Hoe lang geleden?" „Nog geen half uur geleden, mijnheer." antwoordde de man. „Zoover ik weet, be taalde zij haar rekening en liet den sleutel achter! Ze heeft de kamer nog voor veer tien dagen in huur, maar zij deed. alsof ze niet meer terug kwam." „Liet zij geen adres voor brieven ach ter?" vroeg Guy. „I)at zullen ze u op 't kantoor wel zeg- g-n kunnen." antwoordde de man. Guy ping naar het kantoor. „Kunt u me ook zeggen," vroeg hij. „of juffrouw Longworth niet een adres achter gelaten heeft?" De man schudde het hoofd „Zij is een uur geledén vertrokken, mijn heer zei hij „Zij zride, dat er geen brie ven "voor haar gouden komen en dat we, als wc wilden, haar kamers verhuren konden, omdat ze stellig niet terug zou komen:" „Zoudt u me dan niet helpen kunnen, haar adres te weten te komen?" vroeg Guy. „Ik ben de hertog van Nowbray en ik zou ieder, die er toe medewerkte de jonge dame te vinden, buitengewoon dankbaar zijn." Zij werden allen gehaald, de portier de huisknpcht de liftjongen. De inlichtingen, die hem gegeven werden, waren echter maar zeer gebrekkig Virginia was mei haar bagage in een cab gestapt en had den koetsier order gegeven door „the Strand" naar Charing Cross" te rijden. Guy r« e4 naar „Grosvenor Square" terug en drong er op aan bij zijn tante, die nog op haar kamer was. toegelaten le worden. Zij ontving hem mopperende, gekleed in een peignoir. „Mijn beste Guy," zei ze op terechtwij- zenden toon. „wat beteekent dit? Je weet, dat ik vóór de lunch nooit te spreken ben.' „Vergeef li me!" zei hij. „Ik weet van morgen nauwelijks wat ik doe." „Nu. wat is er?" vroeg zij. „Virginia is verdwenen!" antwoordde hij. „Zij is vertrokken zonder adres achter te laten. Ik was gek gisteravond om haar niet te volgen. Zij heeft lol gisteravond op me gewacht Zij moei verwacht hebben, dat ik zou komen en ik kwam niet. Ik was een slnmmp ezel!" Lady Medlineourt gaapte. „Restf> jongen, ben je hier gekomen om me dat te vertellen?" vroeg zij. „Hoe over bodig! Je had tenminste kunnen telefonee- ren." „Luistert u eens!" zei hij, „we waren gis terenmiddag te hard tegen haar. Ik had geen voorgaarden gesteld over wat ze me zou vertellen, toen ik haar vroeg mijn vrouw 1" worden Het was me volkomen genoeg a's ze maar ja zei. Ik weet. dat alles mei haar in orde is; ik voel hel en ze is het eenige meisje, waar ik ooit om geven zal." „Ik zie heusch niet in." zei Lady Medlin eourt. waarom je me uit mijn bed moet halen, om zoo te staan zeuren Als dal .je gevoelens zijn. ga haar dan zoeken. Je bent geheel vrij om te trouwen met wie jp wi desnoods met de juffrouw die primula's ver koop! op de hoek van de „Square', fl"t eenige 'is. dat je van je vrienden niet het zelfde kan eerwachten. (Wordt vervolgd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 5